Kwartierstaat van Cornelis Joannis (Kees [Nellis]) Meeren

Generatie 1 (proband)

meeren_cornelis_j._en_jeanne_dekkers_trouwfoto_helvoirt_14_okt._1952.jpg meeren_cornelis_joannes__geb._op_11_dec._1918_om_15.00u_in_sint_joachimsmoer__huisnr_369__zoon_van_joannes_jacobus_meeren__47_jr__landbouwer_en_barbara_oerlemans_-_loon_op_zand_geb._reg._1918_akte_266.jpg meeren_cornelis_j._en_jeanne_dekkers_trouwfoto_helvoirt_14_okt_1952_-_colorized_myheritage_16_dec._2021.jpg blauw-wit__voetbalvereniging_van_de_moer__omstreeks_1935__bron_-_parelmoer__2004__pag._73.jpeg blauw-wit__voetbalvereniging_van_de_moer__omstreeks_1935__bron_-_parelmoer__2004__pag._73_-_myheritage_color.jpg toneelclub_tot_ons_genoegen__de_moer__omstreeks_1932__bron_-_parelmoer__2004__pag._83_-_myheritage_color.jpg
1 Meeren Cornelis J. en Jeanne Dekkers trouwfoto Helvoirt 14 okt. 1952
2 Meeren Cornelis Joannes, geb. op 11 dec. 1918 om 15.00u in Sint Joachimsmoer, huisnr 369, zoon van Joannes Jacobus Meeren, 47 jr, landbouwer en Barbara Oerlemans - Loon op Zand Geb. reg. 1918 akte 266
3 Meeren Cornelis J. en Jeanne Dekkers trouwfoto Helvoirt 14 okt 1952 - Colorized MyHeritage 16 dec. 2021
4 Blauw-Wit, voetbalvereniging van De Moer, omstreeks 1935, bron - Parelmoer, 2004, pag. 73
5 Blauw-Wit, voetbalvereniging van De Moer, omstreeks 1935, bron - Parelmoer, 2004, pag. 73 - MyHeritage color
6 Toneelclub Tot Ons Genoegen, De Moer, omstreeks 1932, Bron - Parelmoer, 2004, pag. 83 - MyHeritage color
toneelclub_tot_ons_genoegen__de_moer__omstreeks_1932__bron_-_parelmoer__2004__pag._83.jpeg volksspelen_de_moer_in_nieuwe_tilburgsche_courant_van_26_juli_1933_met_jan_meeren__22___cees_meeren__14___man_van_marie_meeren_bart_van_de_velden__28___mogelijk_ook_jan_sup__21_.jpg meeren_cornelis_j.__zuivelffabriek_vooraanzicht_1949.jpg meeren_cornelis_j._en_jeanne_dekkers_huwelijk_feestgids_1952.jpg meeren_cornelis_j._dongen__1955.jpg dekkers_jeanne_en_kees_meeren_met_hun_2_zoons_in_helvoirt_bij_het_duivenhok_van_opa_janus_dekkers_in_1957.jpg
7 Toneelclub Tot Ons Genoegen, De Moer, omstreeks 1932, Bron - Parelmoer, 2004, pag. 83
8 Volksspelen de Moer in Nieuwe Tilburgsche Courant van 26 juli 1933 met Jan Meeren (22), Cees Meeren (14), man van Marie Meeren Bart van de Velden (28 , mogelijk ook Jan Sup (21)
9 Meeren Cornelis J. Zuivelffabriek vooraanzicht 1949
10 Meeren Cornelis J. en Jeanne Dekkers huwelijk feestgids 1952
11 Meeren Cornelis J. Dongen ~1955
12 Dekkers Jeanne en Kees Meeren met hun 2 zoons in Helvoirt bij het duivenhok van opa Janus Dekkers in 1957
meeren_cornelis_j._meeren_en_jeanne_dekkers_huisje_lage_ham_te_dongen__1970.jpg dekkers_jeanne__mies_en_cor_-_myheritage_30-01-2022.jpg dekkers_jeanne__mies_en_cor_-_myheritage_color_30-01-2022.jpg dekkers_jeanne_helvoirt_of_tilburg__1942.jpg dekkers_jeanne_tekencahier_blad_st_nicolaasschool_1938.jpg dekkers_jeanne_eigen_prentje_voorkant_helvoirt__1936.jpg
13 Meeren Cornelis J. en Jeanne Dekkers huisje Lage Ham 3 te Dongen ~1970
14 Dekkers Jeanne, Mies en Cor - MyHeritage 30-01-2022
15 Dekkers Jeanne, Mies en Cor - MyHeritage Color 30-01-2022
16 Dekkers Jeanne Helvoirt of Tilburg ~1942
17 Dekkers Jeanne tekencahier blad St Nicolaasschool 1938
18 Dekkers Jeanne eigen prentje voorkant Helvoirt ~1936
dekkers_jeanne_eigen_prentje_helvoirt__1936.jpg dekkers_jeanne_tilburg__1942.jpg dekkers_jeanne_st._nicolaaskerk_helvoirt_juli_1950.jpg dekkers_jeanne_en_truus_van_dongen-koopmans__afscheidsfeest_bij_franken_tilburg_12_juni_1952.jpg dekkers_jeanne__levensschets_voor_de_bruid_voor_haar_huwelijk_met_kees_meeren_op_14_oktober_1952_in_helvoirt.jpg meeren_nelleke_van_den__met_op_de_achtergrond_het_oude_huis_lage_ham_3__waar_kees_meeren_en_jeanne_dekkers_gingen_wonen_na_hun_in_trouwen_in_1952__waar_hun_2_zoons_geboren_zijn.jpg
19 Dekkers Jeanne eigen prentje Helvoirt ~1936
20 Dekkers Jeanne Tilburg ~1942
21 Dekkers Jeanne St. Nicolaaskerk Helvoirt juli 1950
22 Dekkers Jeanne en Truus van Dongen-Koopmans Afscheidsfeest bij Franken Tilburg 12 juni 1952
23 Dekkers Jeanne, levensschets voor de bruid voor haar huwelijk met Kees Meeren op 14 oktober 1952 in Helvoirt
24 Meeren Nelleke van den, met op de achtergrond het oude huis Lage Ham 3, waar Kees Meeren en Jeanne Dekkers gingen wonen na hun in trouwen in 1952, waar hun 2 zoons geboren zijn
dekkers_jeanne_en_andere_bestuursleden_vrouwenbond_40_jarig_jubileum_dongen__2001.jpg
25 Dekkers Jeanne en andere bestuursleden Vrouwenbond 40 jarig jubileum Dongen ~2001
1 Cornelis Joannis (Kees [Nellis]) Meeren (afb. 1 t/m 13), geboren op woensdag 11 december 1918 om 15:00 in De Moer [bron: Loon op Zand Geb. reg. 1918 akte 266]. Van de geboorte is aangifte gedaan op donderdag 12 december 1918 [bron: Loon op Zand Geb. reg. 1918 akte 266].
Notitie bij de geboorte van Kees [Nellis]: Cornelis (Nellis/Kees) is genoemd naar zijn (half) broer Cornelis Meeren, en/of haar broer Cornelis Oerlemans.
Joannes is de naam van zijn vader, en ook van haar broer.

In de vernoemingen komt haar moeder Hendrina niet voor.
Kees [Nellis] is overleden op zaterdag 24 mei 1986 in Dongen, 67 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Kees [Nellis]: Algemene Begraafplaats Dongen aan de Middellaan
Adressen:
05-07-1950     Middelweg C 13, De Moer
van 1952 tot 1957     Lage Ham 3, Dongen (Bij de boerderij van zijn broer ingetrokken in een klein huisje bij de Donge)
vanaf 1957     Deken Oomenstraat 12, Dongen
Beroepen:
Houtbewerker (Firma Bald - keukenbladen)
Leerlooier
Loondorser
Metaalbewerker (Firma Den Haan)
Schoenmaker
Zuivelfabriek (kaasmaker)
Lid:
vanaf ca. 1932     Hij was lid van Toneelclub Tot Ons Genoegen. Voerde hun voorstellingen op bij ’s Maoske.

Later zal zijn zoon Ad in zijn voetsporen treden. Hij treedt ook op in ’t Maoske, deeluitmakend van de toneelvereniging Het Moers Verzetje.
  [bron: Parelmoer, 2004, pagina 83]
vanaf ca. 1934     Hij was lid van Blauw Wit.
Op de foto uit de Parelmoer zit Nillus (van Cornelis) voor zijn broer Jan.
Na de oorlog heropgericht, een tijd aangesloten bij Berndijk en daarna bij Uno Animo en later zelfstandig als Blauw Wit ’81.
  [bron: Parelmoer, 2004, pagina 73]
Kees [Nellis] trouwde, 33 jaar oud, op dinsdag 14 oktober 1952 in Helvoirt met Adriana Maria (Jeanne [Sjaan]) Dekkers (afb. 1, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 en 25), 27 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op dinsdag 14 oktober 1952 in Helvoirt - St. Nicolaaskerk.
Notitie bij het huwelijk van Kees [Nellis] en Jeanne [Sjaan]: Nellis wordt hij genoemd door zijn broers en zussen. Cees (van Cornelis) staat op een kaart van Jeanne aan hem in hun verkeringstijd in 1950. Later is het als Kees geschreven. Zoals in die tijd veel "ouderwetse" namen een moderne vorm moesten krijgen. Het was na de oorlog een nieuwe tijd.

De Tweede Wereldoorlog breekt uit als hij 21 is. De Moer wordt bevrijd als hij 25 is.

Hij gaat om geld te verdienen loondorsen, met een dorsmachine. Soms best wel ver van huis. Zo bijvoorbeeld bij de familie Gijsbers in Beugen, gelegen tegen de Maas bij Boxmeer. Al gauw een afstand van meer dan 85 kilometer. Door de vriendschap zal hij daar later met zjn vrouw en hun kinderen nog elk jaar op bezoek komen, met als het kon een wandeling naar de Maas.
Hoe hij dit werk op die afstand voor mekaar kreeg, is me niet duidelijk.

Sjaan Dekkers gaat naar de St. Nicolaasschool in Helvoirt. Ze heeft nog een tekenschrift bewaard me een tekening met 1938 er op. De laatste tekening is van januari 1940. Ze s dan 15 jaar.

Ze gaat buitenshuis werken in Helvoirt, om mee te helpen in het gezin van de smid Harrie Smolders in de Torenstraat, dicht bij huis. Daarna gaat ze naar het gezin van hoofdmeester Berkelmans. Volgens haar bruidslied is ze ook nog in Vught geweest.
Op haar 16e gaat ze naar Tilburg als bediende, met kost en inwoning. Alleen om de 2 weken op een zondag mag ze naar huis. Ze mist het contact met haar zussen en broers heel erg. Als naam kon Sjaan natuurlijk niet in het deftige fabrikantsgezin van Franken in de Goirkestraat. Dat wordt Jeanne. Alles op zijn Frans, dat was toen dé taal om mee te tellen.

Ze werkt daar tot haar 27e jaar, tot aan haar trouwen. Juffrouw Anna Franken stelt voor dat achter in hun grote tuin aan de Goirkestraat 82 een huisje voor ze gebouwd kan worden. Jeanne en Kees besluiten anders.
Tilburg zal altijd een speciale plek in haar hart houden, net als Helvoirt trouwens. Ze krijgt bij haar afscheid een schoorsteenklok met de waarde van 82 gulden en 50 cent, en 1 jaar garantie.

Op zoek naar een ander onderkomen: na de oorlog was het zoeken naar woonruimte voor jonge stellen. Zijn broer Jan is in 1946 getrouwd en woont in de boerderij aan de Lage Ham 4 in Dongen, tegen Oosteind aan, en dicht langs de Donge, toen nog stinkend van de leerlooierijen.
Op 6 maart 1952 overlijdt hun oudste zoontje Fransje, 3 jaar oud. Hij is de weg, de Lage Ham opgelopen, geraakt door een auto, en verongelukt. Dat zal het in het gezin van zijn broer Jan en vrouw Pieta enorm veel verdriet hebben gegeven.

Broer Jan laat De stal voor jongvee ombouwen tot woonhuis. Stromend water is er niet, naast het huis is een waterput.
Het huisje in Dongen werd ingericht. De rekening van Piet Klerkx uit Waalwijk (die bestond toen dus al) voor toch 1090 gulden is bewaard gebleven.

Ze trouwen in Helvoirt op 14 oktober 1952, Jeanne 27 jaar en Kees 33 jaar. Haar 2 oudste zussen zijn getrouwd op 14 oktober 1947, precies 5 jaar eerder.



In 1953 werd de oudste zoon van Kees en Jeanne geboren en in 1955 hun tweede. Het werd duidelijk dat medisch gezien het daar bij moest blijven. Veel ziekenhuisopnamen in Oosterhout zouden volgen. Het viel daar voor Jeanne niet mee: weg van alle drukte van de stad, en het sjieke leven van de fabrikanten, nu achteraf in een stil huisje, ver weg van haar ouders, broers en zussen in Helvoirt.
Een tijd is Jeanne met de kinderen bij zijn oudste zus Marie in Loon op Zand gaan wonen om weer op verhaal te komen. We zouden nu spreken van een depressie.

In 1957 verhuisden ze naar een nieuwbouwwijk in Dongen bij de Bergen, naar de Deken Oomenstraat.

Kees werkte in Dongen in een schoenfabriek, en later bij de melkfabriek, o.a. als chef kaasmakerij. Daar was hij bestuurslid van de Ondernemingsraad, en heeft in Dongen de Sociale school gevolgd. De opkomst, emancipatie van de arbeiders was in de 60er en 70er jaren sterk aanwezig. Kees was ook lid en secretaris van de Katholieke Arbeiders Beweging, kortweg de K.A.B. Na vele jaren bij de melkfabriek ging hij werken bij de Bald in Dongen, een groete werkgever voor maken van keukenbladen.
Jeanne knokte ook voor haar vrijheid en emancipatie. Zij volgde de Sociale school, en ging buitenshuis werken met het schoonmaken van o.a. de kleuterschool Kindeke Jezus aan de Hoge Ham. Ze leerde autorijden.
Ze werd lid van het Katholieke Vrouwengilde Dongen, en was er vele jaren voorzitster.

Kees kreeg rond zijn 63e last van zijn hart en kreeg in de Klokkenberg in Breda een open hartoperatie. Dat was toen nog zeker geen routine-operatie. De Klokkenberg was hierin gespecialiseerd. Daarna kreeg hij veel energie terug, en kom weer een flnk eind fietsen, iets wat hij graag deed.
Hij maakte nog 3 kleinzoons mee, en had nu tijd om er van te genieten. Toen de eigen 2 zoons klein waren was het heel veel werken, lange dagen, en ook nog vaak op zaterdag. Er was weinig vrije tijd. Van op vakantie gaan was toen geen sprake, zoals dat in het algemeen niet gebeurde.
Op zijn 67e werd darmkanker geconstateerd, en gezien de mogelijkheden van toen, was er niets meer aan te doen. Hij overleed er aan op 67jarige leeftijd, net als zijn opa Jan Baptist Meeren (in 1907 toen 69 jaar oud).

Jeanne genoot van kinderen om haar heen. Naast het huis konden heel veel kinderen hun fiets kwijt als ze naar het openluchtzwembad De Vennen gingen. Meestal kwamen die ook nog wel even aan. Ze genoot van de kleinkinderen, waar ook nog een kleinzoon en kleindochter bij waren gekomen.

Omdat ze een rijbewijs had, kon ze er nog steeds op uit, of zorgde ze voor het vervoer als een kennis bijvoorbeeld naar een specialist in het ziekenhuis moest. Graag ging ze naar haar zussen en broers. Vaak samen met haar levensgezel Piet. Samen maakten ze vele reizen en reisjes.
Helaas werd haar oriëntatie rond haar 80e jaar steeds slechter en raakte ze nogal eens de weg kwijt. De dementie werd steeds erger. Bij een fietstocht met Piet stak ze onverwacht de weg over en werd geschept door een auto.
Ze werd naar het Maria ziekenhuis (Nu Tweesteden-Ziekenhuis) in Tilburg gebracht. Het was duidelijk dat het zo niet verder kon.

Na de nodige dringende verzoeken kon ze nu wel terecht in de Volckaert in Dongen, in de verpleegafdeling. Ze maakte het daar zo goed als mogelijk naar haar zin, positief zoals ze was. Blij met bezoek, van haar kinderen en kleinkinderen, familie, kennissen.
Na een paar jaar ging ze steeds verder achteruit, en overleed op haar 83e in de Volckaert in Dongen.
Jeanne [Sjaan] is geboren op zondag 2 november 1924 om 04:45 in Helvoirt [bron: Familiestamboek], dochter van Adrianus Johannes (Janus) Dekkers en Waltera (Woutje) Schoonus. Jeanne [Sjaan] is overleden op maandag 26 mei 2008 om 20:30 in Dongen, 83 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 27 mei 2008. Zij is begraven op vrijdag 30 mei 2008 in Dongen. Jeanne [Sjaan] begon later een relatie met Petrus Antonius in ’t Groen (1924-2021).
Adres:
van 1939 tot 12-06-1952     Goirkestraat 82, Tilburg
Beroep:
van 1939 tot 12-06-1952     Bediende (1 en 2e) (Al op haar 15e ging ze dienen in Tilburg bij de textielfabrikanten Nobke en Anna Franken, broer en zus. Ze wonen aan de Goirkestraat 82. Elke dag werken, niet naar huis, en 1 keer in de 2 weken op zondag vrij. Een streng regime.

Ze kreeg er vriendinnen voor het leven. Zo waren daar Truus Koopmans, Anja Panjoel uit Reusel die samen met haar dienden. In de Hasseltstraat diende Marieke Vosters, ook uit Reusel, waar ze wel als het al een keer kon, met veel plezier ging logeren.

Ook in de Goirkestraat diende een meisje uit Loon op Zand waar Kees (Nellis) Meeren mee ging. Toen die verkering uit raakte, stak hij de straat over om later met haar te trouwen.)

Generatie 2 (ouders)

meeren_johannes_jacobus_en_barbara_elis._oerlemans_uit_de_moer__1930.jpg meeren_johannes_jacobus_geboorte_teteringen_1871.jpg meeren_johannes_jacobus__handtekening_bij_zijn_trouwen_op_27_augustus_1903_in_loon_op_zand.jpg meeren_johannes_jacobus__en_barbara_oerlemans_wonen_met_hun_gezin_in_de_moer_in_loon_op_zand_br_1890-1920.jpg meeren_johannes_jacobus__trouwt_met_barbara_elisabeth_oerlemans_in_loon_op_zand_op_27_augustus_1903_-_1.jpg meeren_johannes_jacobus__trouwt_met_barbara_elisabeth_oerlemans_in_loon_op_zand_op_27_augustus_1903_-_2.jpg
26 Meeren Johannes Jacobus en Barbara Elis. Oerlemans uit De Moer ~1930
27 Meeren Johannes Jacobus geboorte Teteringen 1871
28 Meeren Johannes Jacobus, handtekening bij zijn trouwen op 27 augustus 1903 in Loon op Zand
29 Meeren Johannes Jacobus, en Barbara Oerlemans wonen met hun gezin in De Moer in Loon op Zand BR 1890-1920
30 Meeren Johannes Jacobus, trouwt met Barbara Elisabeth Oerlemans in Loon op Zand op 27 augustus 1903 - 1
31 Meeren Johannes Jacobus, trouwt met Barbara Elisabeth Oerlemans in Loon op Zand op 27 augustus 1903 - 2
meeren_johannes_jacobus__1930.jpg meeren_joannes_jacobus__coos__bij_zijn_geboortehuis_de_abtshoeve_te_teteringen_in_1938.jpg meeren_catharina_en_johannes_sup_bij_trouwen_voor_de_ouderlijke_boerderij_van_meeren.jpg meeren_johannes_jacobus_en_barbara_elis._oerlemans_boerderij_de_moer__1960.jpg meeren_johannes_jacobus_en_barbara_elis._oerlemans_boerderij_de_moer_1961.jpg meeren_joannes_jacobus__en_elisabeth_oerlemans_begraven_op_de_moer__opname_jac_meeren_28_april_2021.jpg
32 Meeren Johannes Jacobus ~1930
33 Meeren Joannes Jacobus (Coos) bij zijn geboortehuis de Abtshoeve te Teteringen in 1938
34 Meeren Catharina en Johannes Sup bij trouwen in 1950 voor de ouderlijke boerderij van Meeren in de Moer
35 Meeren Johannes Jacobus en Barbara Elis. Oerlemans boerderij De Moer ~1960
36 Meeren Johannes Jacobus en Barbara Elis. Oerlemans boerderij De Moer 1961
37 Meeren Joannes Jacobus, en Elisabeth Oerlemans begraven op de Moer, opname Jac Meeren 28 april 2021
meeren_joannes_jacobus__en_elisabeth_barbara_oerlemans_begraven_op_de_moer__opname_jac_meeren_28_april_2021.jpg meeren_joannes_j._en_elsabeth_b._oerlemans_-_graf_in_de_moer_-_eigen_opname_18_mei_2024.jpg meeren_joannes_j._en_elsabeth_b._oerlemans_-_grafzerk_in_de_moer_-_eigen_opname_18_mei_2024.jpg
38 Meeren Joannes Jacobus, en Elisabeth Barbara Oerlemans begraven op de Moer, opname Jac Meeren 28 april 2021
39 Meeren Joannes J. en Elsabeth B. Oerlemans - graf in De Moer - eigen opname 18 mei 2024
40 Meeren Joannes J. en Elsabeth B. Oerlemans - grafzerk in De Moer - eigen opname 18 mei 2024
2 Joannes Jacobus (Koos) Meeren (afb. 26 t/m 40), geboren op maandag 11 september 1871 om 06:00 in Teteringen [bron: Geboorteakte Teteringen; Loon op Zand / bevolkingsregisters; Archief:0910 inventarisnummer - Pagina / page: 1045; Pagina / page: 1988; pag 4123;pag. 808].
Notitie bij de geboorte van Koos: Joannes Jacobus is waarschijnlijk vernoemd naar opa Joannes Smits. De vader van Jan Baptist heette ook Johannes, maar daar was de oudste zoon al naar genoemd.
De vader van Joannes Smits was Jacobus Smits. Ofwel met vadersnaam: Joannes Jacobus Smits. Door toevoeging van Jacobus werd het onderscheid gemaakt, en werd ook de vader van Maria vernoemd. Een charmante oplossing. Als roepnaam kreeg de eerste Jan, en de tweede Coos.
Als hijzelf later een aantal malen opa wordt, krijgen 4 oudste kinderen als eerste doopnaam Jacobus. De oorsprong daarvan is hiervoor verklaard.
Koos is overleden op maandag 5 januari 1953 in Tilburg, 81 jaar oud. Hij is begraven in De Moer.
Notitie bij Koos: [Johannes]
Adressen:
van 11-09-1871 tot 22-08-1873     Abtshoeve - Meerberg 7, Teteringen (de boerderij staat er niet meer. Hij is er geboren en ging na de dood van zijn moeder met vader en broer mee naar Dongen. Kwam later zo af en toe naar de Abtshoeve op de fiets, waar ook de foto van 1938 gemaakt is)
van 23-08-1873 tot 07-05-1875     Vaart, Dongen (Vader ging wonen bij een oom en tante, 2 maanden nadat hun moeder overleden was.)   [bron: BS Dongen 1870-1879]
vanaf 1875     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand   [bron: BS Loon op Zand 1860-1890]
vanaf 08-10-1897     Dongen (Wellicht is dit een vergissing. Waarschijnlijk is zijn broer Johannes vertrokken naar Dongen.)
vanaf 1903     Loon op Zand
vanaf 14-06-1904     Middelstraat 386, De Moer   [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102]
Beroep:
Akkerbouwer
Hij trouwde, 31 jaar oud, op donderdag 27 augustus 1903 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels; 0911 inventarisnummer; BS-H Loon op Zand 1811-1922; akte39] met de 29-jarige Barbara Elisabeth (Beth) Oerlemans.
Notitie bij het huwelijk van Koos en Beth: Bij het huwelijk zijn beide ouders van Beth er bij en van Koos is vader er bij. (Moeder Maria Smits is al in 1872 overleden. Beide wonen dan al in Loon op Zand. Koos bij zijn vader Jan Baptist en 2e moeder Petronella in de Baan nummer 16, tussen De Moer en Kaatsheuvel.
Betje wordt ze meestal genoemd, en ze woont bij haar ouders aan het Galgeneind in de Moer. Vanwege haar rode haar noemen ze haar vaak rooie Bet. Ze heeft eerder als dienstbode gewerkt op de Vaart bij Dongen bij de familie Heijkant, vanaf 13 juni 1889 (ze was toen 15 jaar). In Loon op Zand staat ze op 1 januari 1900 in het BR van 1890-1920 ingeschreven.

Bij haar trouwen is Betje 29 jaar, en Koos 31 jaar.

Op 14 juni 1904 wordt hun eerste kind Marie geboren. Ze zal van de kinderen het langst in leven blijven. Ze wordt 91 jaar. Hun tweede kindje is een zoon, maar wordt dood geboren op 7 oktober 1906. Een jaar later, op 19 oktober komt Frans hun gezin uitbreiden, in 1911 gevolgd door Jan en in 1913 door Toos.
Henricus wordt geboren in 1916 en overlijdt op 2 januari 1919 als hij 2 jaar oud is. Kort daarvoor is de jongste van het gezin Nellis (later Kees genoemd) geboren op 11 december 1918.

Vader Koos is een klein boertje, een keuterboertje zouden we kunnen zeggen. Maar het is al heel wat om deze 5 kinderen groot te krijgen, en rond zien te komen. Zeker in tijden als de oogst slecht was, en er geen hooi voor het vee was. Dan moest hooi gekocht worden van de ’grote’ boeren, en wel tegen een woekerprijs. Dat vertelde Kees Meeren, hun zoon, aan zijn kinderen, en zal zeker bijgedragen hebben aan zijn sociale bewustwording.
oerlemans_beth__aanwezig_bij_het_huwelijk_van_kleindochter_nellie_van_der_velden_en_willy_van_der_velden_in_loon_op_zand_op_26_februari_1957.jpg oerlemans_barbara_elisabeth_de_moer_-__1950_.jpg oerlemans_barbara_elisabeth__handtekening_bij_haar_trouwen_op_27_augustus_1903_in_loon_op_zand.jpg oerlemans_barbara__werkt_vanaf_haar_15e_jaar_als_dienstbode_bij_de_famlie_heijkant_op_de_vaart_in_dongen__vanaf_13_juni_1889.jpg oerlemans_barbara__geboren_op_5_december_1873_aan_het_galgeneind_in_de_moer..jpg oerlemans_barbara__geboren_op_5_december_1873_aan_het_galgeneind_in_de_moer_met_de_voornaam_barbara.jpg
41 Oerlemans Beth, aanwezig bij het huwelijk van kleindochter Nellie van der Velden en Willy van der Velden in Loon op Zand op 26 februari 1957
42 Oerlemans Barbara Elisabeth De Moer - ~1950
43 Oerlemans Barbara Elisabeth, handtekening bij haar trouwen op 27 augustus 1903 in Loon op Zand
44 Oerlemans Barbara, werkt vanaf haar 15e jaar als dienstbode bij de famlie Heijkant op de Vaart in Dongen, vanaf 13 juni 1889
45 Oerlemans Barbara, geboren op 5 december 1873 aan het Galgeneind in de Moer.
46 Oerlemans Barbara, geboren op 5 december 1873 aan het Galgeneind in de Moer met de voornaam Barbara
meeren_mie__jans__cato__piet__beth__ledwina__pieter__jana_1957.jpg oerlemans_barbara__woont_en_werkt_in_dongen_br_1890-1899.jpg oerlemans_barbara_elisabeth_bidprentje_voorkant_loon_op_zand.jpg oerlemans_barbara_elisabeth_bidprentje_loon_op_zand_1961.jpg
47 Meeren Mie, Jans, Cato, Piet, Beth, Ledwina, Pieter, Jana 1957
48 Oerlemans Barbara, woont en werkt in Dongen BR 1890-1899
49 Oerlemans Barbara Elisabeth bidprentje voorkant Loon op Zand
50 Oerlemans Barbara Elisabeth bidprentje Loon op Zand 1961
3 Barbara Elisabeth (Beth) Oerlemans (afb. 41, 42, 43, 44, 45, 46, 36, 47, 48, 49 en 50), geboren op vrijdag 5 december 1873 om 05:00 in De Moer [bron: Geboorteregister 1873, archiefnummer 911, aktenummer 260]. Beth is overleden op zaterdag 21 januari 1961 in Loon op Zand, 87 jaar oud [bron: Bidprentje - Letter O - Archief 410]. Zij is begraven op woensdag 25 januari 1961 in De Moer [bron: Bidprentje - Letter O - Archief 410].
Adressen:
vanaf 05-12-1873     Galgeneind 287, De Moer
vanaf 13-06-1889     Wijk A - Vaart 133, Dongen (Ze gaat werken bij Martinus Heijkant. Op 9 maart 1888 is zijn vrouw (Johanna Maria Verbunt) overleden. Haar man hertrouwt op 9 mei 1893 met Anna Laurijsen. Op het adres waar zij gaan wonen (Klein Dongen A 198) staat Barbara niet bij. Ze komt waarschijnlijk bij een neef van Martinus te werken, ook Martinus Heijkant genoemd (ze heben dezelfde opa Martien Adriaan Heijkant, getrouwd met Petronella Adam Goyarts) op Vaart 153, ofwel 20 huisnummers hoger (BS Dongen 1890-1899). Haar geboortedatum is daar 6 december 1874 en geboorteplaats Dongen. Dat gezin verhuist op 19 december 1893 naar Gilze-Rijen. Daar staat geen Barbara vermeld. Het is niet duidelijk tot wanneer Barbara in Dongen gewoond en gewerkt heeft. Ik vermoed tot de verhuizing in 1893.)   [bron: BS Dongen 1880-1889 pag. 153 en BS Dongen 1890-1899]
vanaf 27-08-1903     Loon op Zand
vanaf 14-06-1904     Middelstraat 386, De Moer   [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102]
vanaf na 1953     Hoge Steenweg 59, en daarna 57 (Ze woonde in bij haar dochter Toos en haar man Jan Sup. Totdat die gingen verhuizen naar Kaatsheuvel aan de Julianastraat.
Daarna woonde ze in het huis daarnaast bij haar oudste dochter Marie en haar man Bart van der Velden.)
Beroep:
vanaf 13-06-1889     Dienstbode (Ze was in dienst bij een landbouwer. De vermelding dienstbode is vaak gebruikt, ook bij andere bewoners. Het is beter te begrijpen als dienstmeid.)   [bron: BR Dongen 1880-1889]
Kinderen uit dit huwelijk:
meeren_maria_petronella__geboren_op_14_juni_1904_in_de_moer.jpg velden_engelbertus_van_der__en_maria_petronella_meeren_trouwen_op_20_mei_1930_in_loon_op_zand.jpg meeren_maria_petronella._dienstbode_in_tilburg.jpg velden_bart_van_de__marie_meeren__koos__riet__bernard_en_nelly_mei_1950.jpg velden_bart_van_der__en_marie_meeren.jpg velden_bart_van_der__51_jaar_en_marie_van_der_velden-meeren__52_jaar_bij_het_huwelijk_van_hun_oudste_dochter_nellie_op_26_februari_1957_in_loon_op_zand_bij_het_verlaten_van_de_sint_jans_onthoofdingskerk.jpg
51 Meeren Maria Petronella, geboren op 14 juni 1904 in De Moer
52 Velden Engelbertus van der, en Maria Petronella Meeren trouwen op 20 mei 1930 in Loon op Zand
53 Meeren Maria Petronella. dienstbode in Tilburg
54 Velden Bart van de, Marie Meeren, Koos, Riet, Bernard en Nelly mei 1950
55 Velden Bart van der, en Marie Meeren
56 Velden Bart van der, 51 jaar en Marie Van der Velden-Meeren, 52 jaar bij het huwelijk van hun oudste dochter Nellie op 26 februari 1957 in Loon op Zand bij het verlaten van de Sint Jans Onthoofdingskerk
velden_engelbertus_van_der__25_jr__wonend_te_waalwijk_huwelijk_met_maria_p._meeren_-_nieuwe_tilburgsche_courant__10_juni_1930.jpg velden_engelbertus_van_der__en_maria_petronella_meeren_wonen_in_waalwijk_in_1930_aan_de_groote_straat_152a.jpg leerfabriek_hollandia_aan_de_kerkstraat_30_in_loon_op_zand__gebouwd_circa_1925__opname_van_13_juni_1990.jpg
57 Velden Engelbertus van der, 25 jr, wonend te Waalwijk huwelijk met Maria P. Meeren - Nieuwe Tilburgsche Courant, 10 juni 1930
58 Velden Engelbertus van der, en Maria Petronella Meeren wonen in Waalwijk in 1930 aan de Groote Straat 152a
59 Leerfabriek Hollandia aan de Kerkstraat 30 in Loon op Zand, gebouwd circa 1925, opname van 13 juni 1990
I. Maria Petronella (Marie) Meeren (afb. 51 t/m 54), geboren op dinsdag 14 juni 1904 om 09:00 in De Moer. Van de geboorte is aangifte gedaan op dinsdag 14 juni 1904 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels; 0911 inventarisnummer - pag. 4123, 4325, 808].
Notitie bij de geboorte van Marie: Marie is genoemd naar haar jong overleden oma Maria Smits. Mogelijk heeft ook meegespeeld een jong overleden halfzus Maria Matthia Meeren (1896), of een zus Maria Meeren. Als 2e doopnaam heeft zij Petronella. Dat zal de ’stiefoma’ Petronella Raaijmakers geweest zijn.
Marie is overleden op maandag 1 april 1996 in Loon op Zand, 91 jaar oud.
Adressen:
van 14-06-1904 tot na 02-12-1930     Middelstraat 386, De Moer   [bron: Geboorteregister Loon op Zand 1904, akte 102]
van 30-06-1930 tot 02-12-1930     Groote Straat 152a, Waalwijk
vanaf 02-12-1930     Kasteellaan 23, Loon op Zand
vanaf na 02-12-1930     Klokkenlaan 40, Loon op Zand
vanaf na 02-12-1931     Hooge Steenweg 57, Loon op Zand (Had als huisnummer staan 34. Tegenwoordig is het in ieder geval 57.
Dit huis is van 1997, en zal gebouwd zijn op de plek van hete his dat waarschijnlijk in 1930 gebouwd is (Het huisnummer 61 is namelijk gebouwd in 1930, en is nog in de oude vorm.))
tot 01-04-1996     Verzorgingshuis De Venloene, Loon op Zand
Beroep:
tot 20-05-1930     Dienstbode (Bij W. de Wit aan de Hoefstraat 78 in Tilburg
.
Vermeld zijn ook Loon op Zand - 06-07-1926 en Waspik - 20-05-1927. Ik verwacht dat ze daar ook dienstbode geweest is.)
  [bron: Registratie Dienstboden Tilburg 1921-1939]
Marie trouwde, 25 jaar oud, op dinsdag 20 mei 1930 in Loon op Zand [bron: Huwelijksregister 1930, archiefnummer 911, aktenummer 10] met Engelbertus (Bart) van der Velden (afb. 55, 56, 52, 57, 58 en 59), 25 jaar oud. Bij het burgerlijk huwelijk van Marie en Bart was de volgende getuige aanwezig: Frans Meeren (1907-1992) [zie 2,III] [broer bruid].
Notitie bij het huwelijk van Marie en Bart: Frans Meeren is in de akte als Franciscus Henricus Meeren opgetekend.
Marie trouwde op dezelfde dag in dezelfde plaats als haar nichtje Petronella Maria Meeren.
Bart is geboren op dinsdag 18 april 1905 in Loon op Zand, zoon van Marinus van der Velden en Pieternella Snoeren. Bart is overleden op zondag 7 juli 1991 in Loon op Zand, 86 jaar oud.
Adressen:
20-05-1930     Groote Straat 152a, Waalwijk
vanaf 02-12-1930     Kasteellaan 23, Loon op Zand
vanaf na 02-12-1930     Klokkenlaan 40, Loon op Zand
vanaf na 02-12-1931     Hooge Steenweg 57, Loon op Zand (Had als huisnummer staan 34. Tegenwoordig is het in ieder geval 57.
Dit huis is van 1997, en zal gebouwd zijn op de plek van hete his dat waarschijnlijk in 1930 gebouwd is (Het huisnummer 61 is namelijk gebouwd in 1930, en is nog in de oude vorm.))
tot 07-07-1991     Verzorgingshuis De Venloene, Loon op Zand
Beroepen:
20-05-1930     Vrachtrijder (Ook wel voerman genoemd)
vanaf na 20-05-1930     Leerfabriek Hollandia (Meer dan 40 jaar heeft Bart daar in de Kerkstraat 30 gewerkt)
Bestuurslid:
Bond van Ouderen
Duivenvlucht
Gilde lid:
Schuttersgilde St.Hubertus
meeren_johannes_jacobus_zoon__levenloos_geboren_op_7_oktober_1906_in_loon_op_zand.jpg
60 Meeren Johannes Jacobus zoon, levenloos geboren op 7 oktober 1906 in Loon op Zand
II. N.N. Meeren (afb. 60), levenloos geboren zoon, geboren op zondag 7 oktober 1906 in Loon op Zand [bron: Overlijdensregister Loon op Zand 1906, archiefnummer 550, inventarisnummer 1882, aktenummer 133].
meeren_frans_en_jeanne_dekkers_rondvaart_amsterdam_aug._1978.jpg meeren_henricus_franciscus_verhuist_van_loon_op_zand_naar_waspik__vermeld_in_nieuwe_tilburgsche_courant_van_10_juni_1942.jpg leemput_anna_antonia__geboren_op_7_mei_1914_in_dongen-vaart.jpg
61 Meeren Frans en Jeanne Dekkers rondvaart Amsterdam aug. 1978
62 Meeren Henricus Franciscus verhuist van Loon op Zand naar Waspik, vermeld in Nieuwe Tilburgsche Courant van 10 juni 1942
63 Leemput Anna Antonia, geboren op 7 mei 1914 in Dongen-Vaart
III. Henricus Franciscus (Frans) Meeren (afb. 61 en 62), geboren op zaterdag 19 oktober 1907 in De Moer. Van de geboorte is aangifte gedaan op maandag 21 oktober 1907 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels; Pagina / page: 4123, pag 808].
Notitie bij de geboorte van Frans: Henricus is de naam van haar opa en van haar broer, en Franciscus is de naam van haar vader. Hij wordt Frans genoemd.
Frans is overleden op zondag 26 april 1992 in Waalwijk, 84 jaar oud.
Adressen:
vanaf 1942     Waspik (Café)
vanaf 1957     Julianastraat, Waspik
Beroepen:
Boerenknecht
Caféhouder
Chauffeur
Heidemaatschappij
Kantine-medewerker
Loondorser
Steenovenfabriek
Getuige bij:
20-05-1930     huwelijk Bart van der Velden (1905-1991) en Marie Meeren (1904-1996) [zie 2,I]    [broer bruid]   [bron: Huwelijksregister 1930, archiefnummer 911, aktenummer 10]
Frans trouwde, 34 jaar oud, op woensdag 27 mei 1942 in Dongen met Anna Antonia Leemput (afb. 63), 28 jaar oud. Anna is geboren op donderdag 7 mei 1914 om 10:00 in Dongen-Vaart, dochter van Marinus Leemput en Maria Antonia Smits. Bij de geboorteaangifte van Anna was de volgende getuige aanwezig: Marinus Leemput (1884-1966) [vader]. Anna is overleden op zaterdag 18 januari 1997 in Waalwijk, 82 jaar oud.
Adressen:
van 1920 tot 1940     Vaart 98, Dongen   [bron: Bevolkingsregister Dongen 1920-1940]
tot 10-12-1928     Klein-Dongen, Dongen (Ze woont bij haar oom en tante Andries Heijkant en Johanna Smits, totdat ze gaat werken als dienstbode)
Beroep:
van 11-12-1928 tot 05-01-1929     Dienstbode   [bron: Bevolkingsregister Dongen 1916-1939]
meeren_johannes__pieta_van_de_noort__met_de_kinderen_sjaak__els__en_de_tweeling_frans_en_nelleke_-_dongen_1956_-_myheritage_op_26_januari_2022.jpg meeren_johannes__1948.jpg meeren_johannes_en_pieta_van_den_noort_trouwfoto_1948.jpg meeren_johannes_en_pieta_van_den_noort_trouwfoto_1948_-_my_heritage_enhanced-colorized_21_januari_2022.jpg meeren_jan__en_pieta_van_den_noort.jpg meeren_jan__en_pieta_van_den_noort_-_lage_ham_4__dongen__28_augustus_1962.jpg
64 Meeren Johannes, Pieta van de Noort, met de kinderen Sjaak, Els, en de tweeling Frans en Nelleke - Dongen 1956 - MyHeritage op 26 januari 2022
65 Meeren Johannes ~1948
66 Meeren Johannes en Pieta van den Noort trouwfoto 1948
67 Meeren Johannes en Pieta van den Noort trouwfoto 1948 - My Heritage Enhanced-Colorized 21 januari 2022
68 Meeren Jan, en Pieta van den Noort
69 Meeren Jan, en Pieta van den Noort - Lage Ham 4, Dongen, 28 augustus 1962
meeren_jan__en_pieta_van_den_noort_-_2.jpg meeren_johannes_en_pieta_van_den_noort_boerderij_links_en_cornelis_j._meeren_en_jeanne_dekkers_rechts_dongen__1970.jpg meeren_johannes_en_pieta_van_den_noort_bidprentjes_dongen_1991_en_1988.jpg meeren_johannes__en_petronella_van_den_noort_begraafplaats_de_kremer_in_dongen.jpg noort_pieta_van_den.jpg noort_pieta_van_den_-_lage_ham_4__dongen__28_augustus_1962.jpg
70 Meeren Jan, en Pieta van den Noort - 2
71 Meeren Johannes en Pieta van den Noort boerderij links en Cornelis J. Meeren en Jeanne Dekkers rechts Dongen ~1970
72 Meeren Johannes en Pieta van den Noort bidprentjes Dongen 1991 en 1988
73 Meeren Johannes, en Petronella van den Noort Begraafplaats De Kremer in Dongen
74 Noort Pieta van den
75 Noort Pieta van den - Lage Ham 4, Dongen, 28 augustus 1962
noort_pieta_van_den__achter_de_boerderij_aan_de_lage_ham_4__15_april_1965.jpg noort_pieta_van_den_-_veel_last_van_een_been_met_een_open_wond__een_zogenaamd_open_been.jpg noort_pieta_van_den__met_op_schoot_kleinzoon_daniel_kuijten__3_maanden_oud_-_augustus_1977.jpg noort_petronella_van_den_-_bidprentje_voorkant_dongen_1989.jpg noort_petronella_van_den_-_bidprentje_dongen_1989.jpg
76 Noort Pieta van den, achter de boerderij aan de Lage Ham 4, 15 april 1965
77 Noort Pieta van den - veel last van een been met een open wond, een zogenaamd open been
78 Noort Pieta van den, met op schoot kleinzoon Daniel Kuijten, 3 maanden oud - augustus 1977
79 Noort Petronella van den - bidprentje voorkant Dongen 1989
80 Noort Petronella van den - bidprentje Dongen 1989
IV. Johannes Adrianus (Jan) Meeren (afb. 64 t/m 73), geboren op maandag 24 april 1911 in De Moer. Van de geboorte is aangifte gedaan op maandag 24 april 1911 [bron: Bidprentje].
Notitie bij de geboorte van Jan: Loon op Zand / bevolkingsregisters, pagina 808 vermeld 24-10-1911, maar op pagina 4123 staat 24-04-1911 vermeld.
Jan is genoemd naar opa Jan Baptist Meeren. Betje had ook nog een broer Jan, en Coos ook nog.
Adrianus als 2e doopnaam kan ik niet thuisbrengen.
Jan is overleden op dinsdag 2 juli 1991 in Dongen, 80 jaar oud. Hij is begraven op vrijdag 5 juli 1991 in Dongen.
Notitie bij overlijden van Jan: Algemene Begraafplaats Dongen aan de Middellaan
Adressen:
vanaf 1946     Dongen
vanaf 1947     Lage Ham 4, Dongen
Beroepen:
Boer (gemengd bedrijf)
Boerenknecht
Dagloner
Heidemaatschappij
Leerlooier
Jan trouwde, 34 jaar oud, op donderdag 28 februari 1946 in Dongen met Petronella Johanna (Pieta) van den Noort (afb. 66, 74, 75, 76, 77, 78, 79 en 80), 29 jaar oud. Pieta is geboren op donderdag 7 december 1916 in Dongen, dochter van Franciscus van den Noort en Petronella Koks. Pieta is overleden op zaterdag 31 december 1988 in Oosterhout, 72 jaar oud. Zij is begraven op woensdag 4 januari 1989 in Dongen.
Notitie bij overlijden van Pieta: Algemene Begraafplaats Dongen aan de Middellaan
Adres:
vanaf 07-12-1916     LagenHam 4, Dongen   [bron: Bevolkingsregister Dongen 1910-1920 blad 3]
meeren_catharina_en_johannes_sup_trouwfoto_de_moer_17_mei_1950.jpg meeren_catharina_en_johannes_sup_woonhuis_julianastraat_kaatsheuvel_2000.jpg
81 Meeren Catharina en Johannes Sup trouwfoto De Moer 17 mei 1950
82 Meeren Catharina en Johannes Sup woonhuis Julianastraat Kaatsheuvel 2000
V. Catharina Helena Anna (Toos) Meeren (afb. 81, 34 en 82), geboren op zondag 20 juli 1913 in De Moer. Van de geboorte is aangifte gedaan op maandag 21 juli 1913 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels; 0910 inventarisnummer pag. 808; pag 4123].
Notitie bij de geboorte van Toos: Catharina (Toos) is genoemd naar de halfzus Catharina Meeren, en/of naar zus Catharina Maria Oerlemans.
Helena is een zus van haar.
Anna is niet de naam van een broer of zus. Alleen een tante van haar heet ook Anna.
Toos is overleden op donderdag 28 april 1988 in Waalwijk, 74 jaar oud. Zij is begraven in Kaatsheuvel.
Notitie bij Toos: Parochiekerkhof van de St. Janparochie
Toos bleef kinderloos.
Adressen:
van 20-07-1913 tot 08-05-1950     Middelstraat 368, De Moer
vanaf 08-05-1950     Hoge Steenweg 59, Loon op Zand (Bij hun trouwen zijn ze hier gaan wonen.
Toen haar schoonzus Jeanne Meeren-Dekkers na hun trouwen in oktober 1952 een moeiijke periode doormaakte, heeft zij die hier opgevangen.
Wanneer dat precies geweest is, weet ik niet. Of ikzelf en mijn broer er al waren, weet ik ook niet.)
van na 1950 tot 28-04-1988     Julianastraat 14, Kaatsheuvel (De woning is gebouwd in 1947.)
Toos trouwde, 36 jaar oud, op maandag 8 mei 1950 in Loon op Zand met Johannes Wilhelmus (Jan) Sup, 38 jaar oud. Jan is geboren op zondag 12 november 1911 in Tilburg, zoon van Pieter Sup en Cornelia Maria van Kuijk. Jan is overleden op woensdag 13 september 2000 in Waalwijk, 88 jaar oud. Hij is begraven op maandag 18 september 2000 in Kaatsheuvel.
Notitie bij Jan: Parochiekerkhof van de St. Janparochie
Adressen:
vanaf 08-05-1950     Hoge Steenweg 59, Loon op Zand (Bij hun trouwen zijn ze hier gaan wonen.)
van na 1950 tot 13-09-2000     Julianastraat 14, Kaatsheuvel (De woning is gebouwd in 1947.)
VI. Henricus Meeren, geboren op vrijdag 2 juni 1916 in De Moer. Van de geboorte is aangifte gedaan op vrijdag 2 juni 1916 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels en Bevolkingsregister Loon op Zand, pagina 808].
Notitie bij de geboorte van Henricus: Henricus is de naam van haar opa en van haar broer. Slijmhoest
Henricus is overleden op donderdag 2 januari 1919 om 01:00 in De Moer, 2 jaar oud (oorzaak: Door slijmhoest is hij gestorven) [bron: Nelleke Meeren: dat vertelde mijn vader]. Van het overlijden is aangifte gedaan op donderdag 2 januari 1919 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels en Overlijdensregister 1919 nummer 2].
VII. Cornelis Joannis (Kees [Nellis]) Meeren, geboren op woensdag 11 december 1918 in De Moer (zie 1).

Generatie 3 (grootouders)

meeren_jan_baptist_geboorteakte_oosterhout_1838.jpg meeren_jan_baptist_en_maria_smits_trouwakte_teteringen_1867.jpg meeren_jan_baptist_en_maria_smits_trouwakte_teteringen_20_mei_1867_1e_blad.jpg meeren_jan_baptist_en_maria_smits_trouwakte_teteringen_20_mei_1867.jpg meeren_jan_baptist_en_maria_smits_br_teteringen_1860-1870.jpg meeren_jan_baptist_en_maria_smits_br_rechts_teteringen_1860-1870.jpg
83 Meeren Jan Baptist geboorteakte Oosterhout 1838
84 Meeren Jan Baptist en Maria Smits trouwakte Teteringen 1867
85 Meeren Jan Baptist en Maria Smits trouwakte Teteringen 20 mei 1867 1e blad
86 Meeren Jan Baptist en Maria Smits trouwakte Teteringen 20 mei 1867
87 Meeren Jan Baptist en Maria Smits BR Teteringen 1860-1870
88 Meeren Jan Baptist en Maria Smits BR rechts Teteringen 1860-1870
meeren_jan_baptist__en_gezin_wonen_in_teteringen_tot_13_januari_1873_en_vertrekt_hij_naar_dongen_br_1870-1879.jpg meeren_jan_baptist__verkoping_van_de_inventaris_in_het_sterfhuis_van_zijn_vrouw_maria_smits_te_teteringen_op_dinsdag_21_januari_1873_om_10_uur_vermeld_in_het_repertoire_van_de_notatis_de_roij.jpg meeren_jan_baptist__verkoping_van_de_inventaris_in_het_sterfhuis_van_zijn_vrouw_maria_smits_op_dinsdag_21_januari_1873_om_10_uur_aan_de_meerberg_te_teteringen_-_1.jpg meeren_jan_baptist__verkoping_van_de_inventaris_in_het_sterfhuis_van_zijn_vrouw_maria_smits_op_dinsdag_21_januari_1873_om_10_uur_aan_de_meerberg_te_teteringen_-_2.jpg meeren_jan_baptist__verkoping_van_de_inventaris_in_het_sterfhuis_van_zijn_vrouw_maria_smits_op_dinsdag_21_januari_1873_om_10_uur_aan_de_meerberg_te_teteringen_-_3.jpg ginneken_johannes_van__woont_met_anna_pols_en_kinderen_en_ook_jan_baptist_meeren__zijn_neefje__met_zijn_2_kleine_kinderen_op_de_vaart_in_dongen_bs_1870-1879.jpg
89 Meeren Jan Baptist, en gezin wonen in Teteringen tot 13 januari 1873 en vertrekt hij naar Dongen BR 1870-1879
90 Meeren Jan Baptist, verkoping van de inventaris in het sterfhuis van zijn vrouw Maria Smits te Teteringen op dinsdag 21 januari 1873 om 10 uur vermeld in het repertoire van de notatis De Roij
91 Meeren Jan Baptist, verkoping van de inventaris in het sterfhuis van zijn vrouw Maria Smits op dinsdag 21 januari 1873 om 10 uur aan de Meerberg te Teteringen - 1
92 Meeren Jan Baptist, verkoping van de inventaris in het sterfhuis van zijn vrouw Maria Smits op dinsdag 21 januari 1873 om 10 uur aan de Meerberg te Teteringen - 2
93 Meeren Jan Baptist, verkoping van de inventaris in het sterfhuis van zijn vrouw Maria Smits op dinsdag 21 januari 1873 om 10 uur aan de Meerberg te Teteringen - 3
94 Ginneken Johannes van, woont met Anna Pols en kinderen en ook Jan Baptist Meeren (zijn neefje) met zijn 2 kleine kinderen op de Vaart in Dongen BS 1870-1879
meeren_jan_baptist__woont_met_zijn_gezin_aan_de_baan_in_loon_op_zand__bs1860-1890_.jpg meeren_jan_baptist__met_pietje_raaijmakers_en_hun_kinderen_wonen_aan_de_baan_in_loon_op_zand__bs1890-1920_.jpg meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16_loon_op_zand_1920.jpg meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16_loon_op_zand_1920-my_heritage_verbeterd_27-01-2022.jpg meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16_loon_op_zand_1920-my_heritage_ingekleurd_27-01-2022.jpg meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16__loon_op_zand_vooraanzicht_herbouwd_in_1953.jpg
95 Meeren Jan Baptist, woont met zijn gezin aan de Baan in Loon op Zand (BS1860-1890)
96 Meeren Jan Baptist, met Pietje Raaijmakers en hun kinderen wonen aan de Baan in Loon op Zand (BS1890-1920)
97 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Loon op Zand 1920
98 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Loon op Zand 1920-My Heritage verbeterd 27-01-2022
99 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Loon op Zand 1920-My Heritage ingekleurd 27-01-2022
100 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Loon op Zand vooraanzicht herbouwd in 1953
meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16__loon_op_zand_herbouwd_in_1953.jpg meeren_jan_baptist_-_boerderij_baan_16__kaatsheuvel_familie_in__t_groen_2013.jpg meeren_jan_baptist_-_kaart_van_de_baan_te__loon_op_zand.gif kadastrale_kaarten_1811-1832_loon_op_zand_sectie_g_minuutplan_blad_01_-_de_baan_tussen_zijstraat_en_moerse_dreef_richting_paalstraat_-_perceel_60_-_deel_1.jpeg kadastrale_kaarten_1811-1832_loon_op_zand_sectie_g_minuutplan_blad_01_-_de_baan_tussen_zijstraat_en_moerse_dreef_richting_paalstraat_-_perceel_60_-_deel_2.jpeg loon_op_zand__kadaster_1811-1832__sectie_g_blad_01_-_percelen_op_15_mei_1931_verkocht_door_pieter_meeren_aan_toon_in_t_groen.jpg
101 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Loon op Zand herbouwd in 1953
102 Meeren Jan Baptist - Boerderij Baan 16 Kaatsheuvel Familie in ’t Groen 2013
103 Meeren Jan Baptist - Kaart van de Baan te Loon op Zand
104 Kadastrale kaarten 1811-1832 Loon op Zand sectie G minuutplan blad 01 - De Baan tussen Zijstraat en Moerse Dreef richting Paalstraat - perceel 60 - deel 1
105 Kadastrale kaarten 1811-1832 Loon op Zand sectie G minuutplan blad 01 - De Baan tussen Zijstraat en Moerse Dreef richting Paalstraat - perceel 60 - deel 2
106 Loon op Zand, kadaster 1811-1832, sectie G blad 01 - percelen op 15 mei 1931 verkocht door Pieter Meeren aan Toon in t Groen
kadastrale_kaarten_1811-1832_loon_op_zand_sectie_g_aanwijzende_tafel_blad_002_-_de_baan_tussen_zijstraat_en_moerse_dreef_richting_paalstraat_-_perceel_60.jpeg kadastrale_kaarten_1811-1832_loon_op_zand_sectie_f_minuutplan_blad_04_-_omgeving_de_oude_of_hoooe_baan.jpg loon_op_zand__kadaster_1811-1832__sectie_g_blad_01_-_percelen_op_15_mei_1931_verkocht_door_pieter_meeren_aan_toon_in_t_groen_-_zonder_perceel_60__waar_de_boerderij_op_staat__hernummerd_misschien.jpg kadastrale_kaarten_1811-1832_loon_op_zand_sectie_f_aanwijzende_tafel__blad_28_-_omgeving_de_oude_of_hoooe_baan_-.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._1_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._2_-_29_maart_1912.jpg
107 Kadastrale kaarten 1811-1832 Loon op Zand sectie G aanwijzende tafel blad 002 - De Baan tussen Zijstraat en Moerse Dreef richting Paalstraat - perceel 60
108 Kadastrale kaarten 1811-1832 Loon op Zand sectie F minuutplan blad 04 - omgeving De oude of hoooe Baan
109 Loon op Zand, kadaster 1811-1832, sectie G blad 01 - percelen op 15 mei 1931 verkocht door Pieter Meeren aan Toon in t Groen - zonder perceel 60, waar de boerderij op staat, hernummerd misschien
110 Kadastrale kaarten 1811-1832 Loon op Zand sectie F aanwijzende tafel blad 28 - omgeving De oude of hoooe Baan -
111 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 1 - 29 maart 1912
112 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 2 - 29 maart 1912
meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._3_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._4_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._5_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._6_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_akte_pag._7_-_29_maart_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_machtiging_maart_1912.jpg
113 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 3 - 29 maart 1912
114 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 4 - 29 maart 1912
115 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 5 - 29 maart 1912
116 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 6 - 29 maart 1912
117 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - akte pag. 7 - 29 maart 1912
118 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - machtiging maart 1912
meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_uittreksel_overgeschreven_19_april_1912.jpg meeren_jan_baptist_-_scheiding_en_verdeeling_-_waardering_van_goederen_maart_1912.jpg
119 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - uittreksel overgeschreven 19 april 1912
120 Meeren Jan Baptist - Scheiding en verdeeling - waardering van goederen maart 1912
4 Jan Baptist (Jan) Meeren (afb. 83 t/m 120), geboren op zaterdag 24 februari 1838 in Oosterhout [bron: Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout: Geboorteregister 1838 , akte 35].
Notitie bij de geboorte van Jan: Jan Baptist zal genoemd zijn naar opa Jan Baptist van Ginneken
Jan is overleden op maandag 30 december 1907 om 12:30 in Loon op Zand, 69 jaar oud (oorzaak: Darmkanker) [bron: Bert van Onzenoort]. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 30 december 1907 [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels; Overlijdensregister 1907, nummer 188]. Hij is begraven in Berndijk - Loon op Zand.
Notitie bij overlijden van Jan: Jan Baptist werd door dokter Bot thuis geopereerd op de keukentafel. Uit een grote wond kwam heel veel aangetaste darm. Na de operatie bleef de wond open (men kende toen nog geen stoma). In huiswas de stank van de wond alleen met wierook een beetje draaglijk te krijgen. 6 Weken lang is met wierook gestookt, totdat Jan Baptist overleed.
Notitie bij Jan: In de bevolkingsregisters in Oosterhout staat hij vermeld als Johannes Meeren. Hij ondertekent op zijn trouwakte met J. B. Meeren. op andere akten met J. Meeren.

Bij zijn trouwen wonen haar moeder en broer op huis A nummer 91, en zij en Jan Baptist op A nummer 92. Zie ook het bevolkingsregister 1860-1869 bij Maria Smits. in de akte van 19 maart 1887 staan 2 huizen met erf beschreven. Lijken 2 aparte woningen te zijn, het gaat niet over inwonen.
Na zijn vertrek gaat op huisnr 92 Adrianus Snoek wonen met zijn vrouw Clasina Johanna Rovers. Die zijn getrouwd op 17 februari 1873, en zijn toen op A nummer 92 gaan wonen. De opa van Adrianus was Adrianus Snoek, en van Maria was dat Jacobus Smits. Die woonden op de Meerberg naast elkaar. Aan de overkant van wat nu de Abtshoeve is. (kadaster 1832, Meerberg, Eerste Blad, kavelnummers A 34 en A 28). Ofwel: het zullen bekenden van elkaar geweest zijn.

De Baan 834 (nu 16):
------------------------
Ik heb gekeken op het kadaster, toen de percelen en eigenaren vastgelegd werden om beter belasting te kunnen heffen (1811-1832). Zie het minuutplan en de lijst. Het is perceel 60. Toen was het eigendom van Wouter Adriaan Span uit Kaatsheuvel. Erachter lagen perceeltjes bouwland, weiland en hakhout. Die liepen door tot De Moerse Loop.
Ten noorden, richting Kaatsheuvel was het allemaal hei, ook voorbij de Zijstraat.

De kwekerij van in ’t Groen was toen perceel 8 en perceel 12. Erachter lag allemaal hei.

Aan de overkant van de baan, de weg: aan t begin stond daar tegenover 1 huis en erf. Daarna kleine stukjes bouwland, tot de hoogte waar Jan Baptist woonde. Daarna hei. Ook acher de perceeltje tot aan de Dreefse weg (heette toen De Post Pad) was het hei.

Als ik het zo overzie, waren er langs De Baan aan t begin links en rechts 3 huizen, verderop nog het huis waar Jan Baptist ging wonen. Kort langs de weg stukjes akker en weiland. Verder eromheen hei.
Adressen:
tot 22-02-1867     Terheijden
van 22-02-1867 tot 02-07-1867     Oosterhout (Bij moeder thuis nog een 5 maanden ingewoond, samen met zijn broer Adriaan)
van 02-07-1867 tot 13-08-1873     Heistraat 92, Teteringen (Tegenwoordig is dit het verlengde van de Heistraat, genaamd Meerberg no. 7. Dit ligt in het buitengebied van Teteringen, Hoeveneind. Het adres Meerberg 7 bestaat nu niet meer, nog wel no. 5 en 9,)
van 23-01-1873 tot 07-05-1875     Op de Vaart A109, Dongen (Amper 2 maanden na het overlijden van zijn vrouw Maria Smits vertrekt Jan Baptist uit Teteringen. Samen met zijn 2 kinderen Jan van 3 en Koos van 1,5 jaar oud gaat hij wonen bij akkerbouwer Johannes van Ginneken (Uit Oosterhout afkomstig, geboren op 8 augustus 1815, oom van moeders kant) en Johanna Pols (Uit Raamsdonk afkomstig, geboren op 30 november 1812). Jan Baptist was toen 34 jaar.)   [bron: BS Dongen 1870-1879]
van 07-05-1875 tot 30-12-1907     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand (Bij het huwelijk met Pietje Raaijmakers gaan ze hier wonen met Jan (bijna 6) en Koos (3). De Baan valt op door het slingerende karakter er van. Anders dan alle andere wegen in de buurt. Vraag me af waar dat door gekomen is.)   [bron: BS Loon op Zand 1860-1890]
Beroepen:
van voor 02-07-1867 tot 02-07-1867     Arbeider   [bron: BS Huwelijk]
van 02-07-1867 tot 13-01-1873     Landbouwer   [bron: BR Teteringen]
van 23-01-1873 tot 07-05-1875     Bouwman   [bron: BS Dongen 1870-1879]
vanaf 07-05-1875     Bouwman   [bron: BS Loon op Zand 1860-1890]
vanaf 1897     Landbouwer   [bron: Loon op Zand / BS / geboorten; bij Maria Meeren]
Militie:
vanaf ca. 1858     Loon op Zand. Pligten ten aanzien der Militie vervuld - Vermelding bij het huwelijk met Maria Smits
Jan trouwde (2), 37 jaar oud, op vrijdag 7 mei 1875 in Dongen [bron: BS huwelijk N-Br - Dongen inventaris 1911 nr 12] met Petronella (Pietje) Raaijmakers (1850-1918), 24 jaar oud.
Hij trouwde (1), 29 jaar oud, op maandag 20 mei 1867 in Teteringen [bron: BS-H Teteringen 1811-1922, akte 2] met de 29-jarige Maria (Maria) Smits (zie 5 hieronder).
Notitie bij het huwelijk van Jan en Maria: In 1996 werkte Ad Meeren voor de gemeente Breda afdeling Sociale Dienst in het gemeentehuis van Teteringen. Dat was toen in de laatste jaren van haar zelfstandigheid als gemeente. De gemeente Breda had daar een soort overgangspost gecreeerd.
Hij verzamelde daar aktes en gezinskaarten.

Over het huwelijk met Maria Smits schreef hij het volgende:

Jan Baptist en Maria waren beide 29 jaar. Alleen de moeders waren aanwezig bij het huwelijk, en niet de vaders. die waren al overleden: Joannes Meeren al in 1852, en Johannes Smits op 2 december 1866.
Zij gaan wonen op het adres Heistraat 92 (nu Meerberg 7). De moeder en broer Jacobus wonen op Heistraat 91. Moeder is bekend als landbouwster, evenals Maria. Als Jan Baptist trouwt is hij beschreven als arbeider te Oosterhout, en in Teteringen als landbouwer.
Uit de huwelijksakte blijkt dat hij "zijne pligten ten aanzien der Militie heeft vervuld". (Die duurde toen 5 jaar, meestal vanaf 18 tot 23 jaar).
Alleen Jan Baptist tekent de huwelijksakte (hij heeft op school gezeten, zie stamkaart van Oosterhout: schoolleerling). De moeders en Maria tekenden niet ("uit hoofde van ongeletterdheid niet te kunnen schrijven".


Ad schreef op 3 augustus 1996 het volgende:

In ditzelfde gebouw kwam een kleine 130 jaar geleden mijn overgrootvader Jan Baptist Meeren op 5 mei 1868 via de voordeur trots melding maken van de geboorte van hun eerste kind: een dochter, Johanna, geboren die ochtend om 8 uur.
Johanna Meeren overlijdt tien weken later op 24 juli 1868 om half een ’s middags. De volgende dag doen Cornelis (75 jaar, koster) en Andries Snoek (28 jaar, barbier) aangifte van het overlijden. Jan Baptist is er zelf niet bij.

Binnen twee maanden is zijn vrouw Maria Smits weer zwanger, want op 10 juni 1869 komt Jan Baptist weer naar dit gemeentehuis aan het Hoeveneind. Samen met Cornelis Verdaasdonk (64 jaar, bouwman) en Andries Snoek (28 jaar, barbier) geeft hij de geboorte van zoon Johannes door.
Deze keer ondertekent hij met J. Meeren i.p.v. met J. B. Meeren (zie aktes).

Deze Johannes kreeg op 11 september 1871 ’s ochtends om 6 uur nog 1 broer, Joannes Jacobus, mijn opa. Dezelfde dag nog komt Jan Baptist samen met koster Cornelis Snoek (78 jaar) en brievengaarder Andries Snoek (30 jaar), om zijn zoon hier aan te geven.

Op 17 november 1872 komt hun dochter levenloos ter wereld. Op 19 november 1872 overlijdt Maria Smits, 35 jaar oud, en komt hij in gezelschap van haar broer Jacobus Smits om dit aan te geven.

Jan Baptist zat op dat moment met 2 kinderen, van 3 en 1 jaar oud.

Op 13 januari 1873 vertrekt hij samen met de kinderen naar Dongen-Vaart. Hij gaat wonen bij een oom en tante: Johannes van Ginneken en Anna Pols op de Vaart. Hij staat genoemd als bouwman.
In Dongen treedt hij, 37 jaar oud, op 7 mei 1875 in het huwelijk met Petronella Raaijmakers, 24 jaar jong geboren en wonende op de Vaart in Dongen. Ze zullen niet ver van elkaar af gewoond hebben.

Vanaf 1875 gaan ze wonen in de boerderij aan de Baan nummer 16 tussen de Moer en Kaatsheuvel. Precies een jaar na hun trouwen wordt hun oudste zoon Cornelis geboren. Daarna volgen nog 8 kinderen, waarvan er 3 jong overlijden.

Jan Baptist is overleden aan darmkanker. Op de keukentafel in zijn boerderij is hij geopereerd door dokter Bot uit Kaatsheuvel. De wond bleef open en stonk heel erg. Daarom brandden ze wierookstaafjes. 6 weken na de operatie overleed Jan Baptist op 69 jarige leeftijd.

Zoon Pieter is in de boerderij blijven wonen. In 1953 is de boerderij afgebroken en is de huidige boerderij op dezelfde plaats opgebouwd.
smits_maria__geboren_op_18_oktober_1837_in_teteringen.jpg smits_jacobus__en_jan_baptist_meeren_in_de_verdeling_van_de_nalatenschap_van_johannis_smits_voor_notaris_roij_in_teteringen_op_10_december_1867_-_1.jpg smits_jacobus__en_jan_baptist_meeren_in_de_verdeling_van_de_nalatenschap_van_johannis_smits_voor_notaris_roij_in_teteringen_op_10_december_1867_-_2.jpg smits_jacobus__en_jan_baptist_meeren_in_de_verdeling_van_de_nalatenschap_van_johannis_smits_voor_notaris_roij_in_teteringen_op_10_december_1867_-_3.jpg smits_maria__testament_van_12_januari_1868_voor_notaris_de_roij_in_teteringen_-_1.jpg meeren_jan_baptist__en_maria_smits__testament_van_12_januari_1868_in_repertoire_voor_notaris_de_roij_in_teteringen.jpg
121 Smits Maria, geboren op 18 oktober 1837 in Teteringen
122 Smits Jacobus, en Jan Baptist Meeren in de verdeling van de nalatenschap van Johannis Smits voor notaris Roij in Teteringen op 10 december 1867 - 1
123 Smits Jacobus, en Jan Baptist Meeren in de verdeling van de nalatenschap van Johannis Smits voor notaris Roij in Teteringen op 10 december 1867 - 2
124 Smits Jacobus, en Jan Baptist Meeren in de verdeling van de nalatenschap van Johannis Smits voor notaris Roij in Teteringen op 10 december 1867 - 3
125 Smits Maria, testament van 12 januari 1868 voor notaris de Roij in Teteringen - 1
126 Meeren Jan Baptist, en Maria Smits, testament van 12 januari 1868 in repertoire voor notaris de Roij in Teteringen
meeren_jan_baptist__testament_van_12_januari_1868_voor_notaris_de_roij_in_teteringen.jpg smits_maria__testament_van_12_januari_1868_voor_notaris_de_roij_in_teteringen_-_2.jpg smits_johannis__woont_met_petronella_adriaansen_en_gezin_in_teteringen._later_wonen_daar_ook_schoonzoon_jan_baptist_meeren_en_kleinkinderen_in_teteringen_br_1861-1869.jpg smits_maria__overleden_na_de_geboorte_van_haar_levenloze_dochter_in_teteringen_op_19_november_1872.jpg
127 Meeren Jan Baptist, testament van 12 januari 1868 voor notaris de Roij in Teteringen
128 Smits Maria, testament van 12 januari 1868 voor notaris de Roij in Teteringen - 2
129 Smits Johannis, woont met Petronella Adriaansen en gezin in Teteringen. Later wonen daar ook schoonzoon Jan Baptist Meeren en kleinkinderen op nr 92 in Teteringen BR 1861-1869
130 Smits Maria, overleden 2 dagen na de geboorte van haar levenloze dochter in Teteringen op 19 november 1872
5 Maria (Maria) Smits (afb. 121 t/m 130), geboren op woensdag 18 oktober 1837 om 21:00 in Teteringen [bron: BS Teteringen Geboorteregister 1837, aktenummer 024]. Van de geboorte is aangifte gedaan op donderdag 19 oktober 1837 [bron: BS Teteringen].
Notitie bij de geboorte van Maria: In het BR van 1860-1869 en 1870-1879 staat 18 september als haar geboortedag.
Maria is overleden op dinsdag 19 november 1872 om 03:30 in Teteringen, 35 jaar oud [bron: Memorie van Successie vanaf 1806; Inventarisnummer: 93, kantoor: Breda, memorienummer: 138]. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 19 november 1872 [bron: Overlijdensregister 1872, aktenummer 020].
Notitie bij overlijden van Maria: Maria overlijdt 2 dagen nadat haar dochtertje dood geboren is.
Adres:
van 18-10-1837 tot 1867     B-49, Teteringen
Beroep:
tot 19-11-1872     Landbouwster
Kinderen uit dit huwelijk:
meeren_johanna_geboorte_teteringen_1868.jpg meeren_johanna_overlijden_teteringen_1868.jpg
131
132
I. Johanna Meeren (afb. 131 en 132), geboren op dinsdag 12 mei 1868 in Teteringen [bron: BR Teteringen]. Van de geboorte is aangifte gedaan op zaterdag 25 juli 1868.
Notitie bij de geboorte van Johanna: Ze vernoemen haar naar oma Joanna van Ginneken. Tien weken oud overlijdt de eerstgeborene.
Johanna is overleden op vrijdag 24 juli 1868 in Teteringen, 2 maanden oud [bron: BR Teteringen].
Notitie bij Johanna: In 1996 werkt Ad Meeren voor de gemeente Breda afdeling Sociale Dienst in het gemeentehuis van Teteringen. Dat was toen in de laatste jaren van haar zelfstandigheid als gemeente. De gemeente Breda had daar een soort overgangspost gecreeerd.
Hij verzamelde daar aktes en gezinskaarten. Hij schreef op 3 augustus 1996 het volgende:

In ditzelfde gebouw kwam een kleine 130 jaar geleden mijn overgrootvader Jan Baptist Meeren op 5 mei 1868 via de voordeur trots melding maken van de geboorte van hun eerste kind: een dochter, Johanna, geboren die ochtend om 8 uur.
Johanna Meeren overlijdt tien weken later op 24 juli 1868 om half een ’s middags. De volgende dag doen Cornelis (75 jaar, koster) en Andries Snoek (28 jaar, barbier) aangifte van het overlijden. Jan Baptist is er zelf niet bij.

Binnen twee maanden is zijn vrouw Maria Smits weer zwanger, want op 10 juni 1869 komt Jan Baptist weer naar dit gemeentehuis aan het Hoeveneind. Samen met Cornelis Verdaasdonk (64 jaar, bouwman) en Andries Snoek (28 jaar, barbier) geeft hij de geboorte van zoon Johannes door.
Deze keer ondertekent hij met J. Meeren i.p.v. met J. B. Meeren (zie aktes).

Deze Johannes kreeg op 11 september 1871 ’s ochtends om 6 uur nog 1 broer, Joannes Jacobus, mijn opa. Dezelfde dag nog komt Jan Baptist samen met koster Cornelis Snoek (78 jaar) en brievengaarder Andries Snoek (30 jaar), om zijn zoon hier aan te geven.

Op 19 november 1872 overlijdt zijn vrouw Maria Smits, 35 jaar oud, en komt hij in gezelschap van haar broer Jacobus Smits om dit aan te geven.

Jan Baptist zat op dat moment met 2 kinderen, van 3 en 1 jaar oud.

Op 13 januari 1873 vertrekt hij samen met de kinderen naar Dongen-Vaart. Daar treedt hij, 37 jaar oud, op 7 mei 1875 in het huwelijk met Petronella Raaijmakers, 24 jaar jong geboren in Dongen.
meeren_johannes__geboren_op_10_juni_1869_in_teteringen.jpg meeren_johannes__komt_en_gaat_in_deze_periode_bs_loon_op_zand_1890-1920.jpg kimenai_franciscus__woont_met_zijn_vrouw_petronella_kokx_en_kinderen_en_dienstbodes_waaronder_jan_meeren_aan_de_kerkstraat___doorgestreept_heuvel_187_in_dongen_-_br_1890-1899.jpg kimenaij_christiaan__en_zijn_vrouw_maria_koks_wonen_met_hun_gezin_en_dienstknecht_jan_meeren_aan_de_hoogenham_b148_-_br_dongen_1890-1899.jpg kimenai_christiaan__woont_aan_de_hoogenham_b210__later_b83_-_dongen_br_1910-1920__jan_meeren_gaat_in_1909_voor_hem_werken.jpg kimenai_christiaan__woont_met_zijn_vrouw_maria_koks_en_gezin_en_2_knechten__waaronder_jan_meeren_aan_de_hoogenham_b210_-_br_1900-1909.jpg
133 Meeren Johannes, geboren op 10 juni 1869 in Teteringen
134 Meeren Johannes, komt en gaat in deze periode BS Loon op Zand 1890-1920
135 Kimenai Franciscus, woont met zijn vrouw Petronella Kokx en kinderen en dienstbodes waaronder Jan Meeren aan de Kerkstraat , doorgestreept Heuvel 187 in Dongen - BR 1890-1899
136 Kimenaij Christiaan, en zijn vrouw Maria Koks wonen met hun gezin en dienstknecht Jan Meeren aan de Hoogenham B148 - BR Dongen 1890-1899
137 Kimenai Christiaan, woont aan de Hoogenham B210, later B83 - Dongen BR 1910-1920; Jan Meeren gaat in 1909 voor hem werken; hij staat hier niet vermeld
138 Kimenai Christiaan, woont met zijn vrouw Maria Koks en gezin en 2 knechten, waaronder Jan Meeren aan de Hoogenham B210 - BR 1900-1909
meeren_johannes__werkt_als_knecht_in_de_hoogenham_b210_in_dongen__bij_christiaan_kimenai__-_dienstboden_dongen_1910-1920.jpg kerkstaat_32_in_oude_staat_-_dongen_-_rechtse_deel_is_afgebroken__helemaal_rechts_staat_het_woonhuis-praktijk_van_huisarts_jansen.jpg kerkstraat_32__dongen__opname_van_zondag_4_augustus_2019.jpg meeren_johannes._begraven_op_het__laurentiuskerkhof_in_dongen_-_eigen_opname_j._meeren_van_14_april_2003.jpg meeren_johannes__overleden__10_mei_1965__begraven_op_t_laurentiuskerkhof_in_dongen_-_eigen_opname_j._meeren_op_10_oktober_2021.jpg meeren_johannes__overleden_10_mei_1965__94_jaar_oud__begraven_op_t_laurentiuskerkhof_in_dongen_-_eigen_opname_j._meeren_op_10_oktober_2021.jpg
139 Meeren Johannes, werkt als knecht in de Hoogenham B210 in Dongen (bij Christiaan Kimenai) - Dienstboden Dongen 1910-1920
140 Kerkstaat 32 in oude staat - Dongen - Rechtse deel is afgebroken; helemaal rechts staat het woonhuis-praktijk van huisarts Jansen
141 Kerkstraat 32, Dongen, opname van zondag 4 augustus 2019
142 Meeren Johannes. begraven op het Laurentiuskerkhof in Dongen - eigen opname J. Meeren van 14 april 2003
143 Meeren Johannes, overleden 10 mei 1965, begraven op t Laurentiuskerkhof in Dongen - eigen opname J. Meeren op 10 oktober 2021
144 Meeren Johannes, overleden 10 mei 1965, 94 jaar oud, begraven op t Laurentiuskerkhof in Dongen - eigen opname J. Meeren op 10 oktober 2021
II. Johannes (Jan) Meeren (afb. 133, 95, 96, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143 en 144), geboren op donderdag 10 juni 1869 in Teteringen [bron: Geboorteregister 1869, aktenummer 013].
Notitie bij de geboorte van Jan: Jan zal vernoemd zijn naar zijn opa Joannes Adriani Meeren. De andere opa heette ook Joannes (Smits). Waarschijnlijk is de volgende zoon naar hem vernoemd, vanwege de toevoeging Jacobus.
Jan is overleden op zondag 10 mei 1964 in Dongen, 94 jaar oud. Hij is begraven in Dongen.
Notitie bij overlijden van Jan: Begraven op het St. Laurentiuskerkhof aan de Bolkensteeg te Dongen.
Notitie bij Jan: Hij was ongeveer 70 jaar opgenomen in de familie Kimenai. Bij zijn overlijden woonde Jan Meeren in bij de boerderij van de familie Kimenai in de Kerkstraat in Dongen: https://goo.gl/maps/wnWAkqe7Rgs7oFNV8

Hij was op 27 mei 1890 al aan het werk bij Franciscus Kimenai en gezin aan de Kerkstraat, later aan de Heuvel. Er is niet vermeld wanneer hij daar vertrokken is. Tot 9 oktober 1897 werkt hij als dienstknecht bij oudere broer Christiaan Kimenai en familie aan de Hoogenham, en vertrekt daarna weer naar huis.
In de jaren daarna werkt hij nog voor meerdere gezinnen in Dongen en Oosterhout, en is ook meerdere keren weer thuis.
Vanaf 20 november 1909 werkt hij aan de Hoogenham in Dongen. Daar woont landbouwer Christiaan Kimenai, waar hij al eerder voor gewerkt heeft. Op 10 februari van dat jaar is zijn vrouw Maria Koks overleden. Jan is dan 40 jaar en blijft tot aan zijn dood in Dongen. Christiaan overlijdt op 19 januari 1919.

Op welk moment hij en/of de familie Kimenai in de Kerkstraat komt, en wie dat dan is, weten we (nog) niet.

Als je rekent vanaf 27 mei 1890 dan is het bijna 74 jaar geleden dat hij voor de eerste keer voor iemand van de familie Kimenai ging werken.
Jan bleef ongehuwd.
Adressen:
van 10-06-1869 tot 13-01-1873     Teteringen (Vanaf zijn geboorte tot kort na het overlijden van zijn moeder woont Jan in Teteringen)
van 13-01-1873 tot 07-05-1875     Vaart, Dongen (Vader woonde met Jan en Koos in bij Joannes van Ginneken en Anna Pols, oom en tante van vader)   [bron: BR Dongen 1870-1879 en BR Teteringen]
van 07-05-1875 tot 03-05-1889     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand (Na het 2e huwelijk van zijn vader woonde hij samen met zijn broertje op deze boerderij)   [bron: BR Loon op Zand 1860-1890]
vanaf 03-05-1889     Steenhoven, B14 (In het boek van het gebied Tilburgse Straatweg, Steenweg, Steenhoven, Seters, Dorst - Zal bedoeld zijn met wat we nu Steenoven noemen, en niet Steenhoven bij Made), Oosterhout (Hij is dan 19 jaar. De oudste van een gezin met veel kinderen. Hij werkt als dienstknecht. In BS Loon op Zand 1860-1890 staat dat hij naar Gilze-Rijen is vertrokken. Dat lijkt onjuist, gezien de registratie in Oosterhout op die datum en om dat in Gilze-Rijen niets hiervan te vinden is. Op B14 staan in het BR 1880-1890 Oosterhout op Steenhoven landbouwer Pieter Biemans en Antonia van Opstal met hun gezin ingeschreven.)   [bron: Oosterhout Dienstboden 1880-1890]
tot 27-05-1890     Steenhoven B7, Oosterhout (Jan gaat werken bij landbouwer Bartholomeus Biemans en zijn vrouw Wilhelmina Verhoeven met kinderen wonen op de Steenhoven B7. Bartholomeus is een oudere broer van Pieter, waar hij eerst voor gewerkt heeft.)   [bron: BR Dongen 1890-1899 en Oosterhout Dienstboden 1890-1900]
vanaf 27-05-1890     Wijk D - Aan de Kerkstraat, doorgestreept Heuvel 187, Dongen (Als dienstbode bij het gezin van landbouwer Franciscus Kimenai en Petronella Koks. Waar de Kerkstraat ophield en waar men het Heuvel ging noemen, was niet meteen duidelijk. Bij meerdere woningen is de doorstreping gebeurd. De nummers binnen een wijk liep door. In dit geval Wijk D werden doorgenummerd, maakte niet uit of het Kruidenierstraat, Kerkstraat, Heuvel, Heikant, Rullke of Doelstraat was.)   [bron: BR Dongen 1890-1899]
tot 08-10-1897     Hoogenham B148, Dongen (Als dienstknecht bij de familie van landbouwer Christiaan Kimenai en Maria Koks. Christiaan is een oudere broer van Franciscus, waar hij eerst voor werkte. Beide echtgenotes zijn trouwens zussen van elkaar.)   [bron: BR Dongen 1890-1898 ]
van 09-10-1897 tot 10-05-1898     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand   [bron: BR Loon op Zand 1860-1890]
van 26-05-1898 tot 06-05-1899     Klein-Dongen A202, Dongen (Bij gezin van bouwman Laurens de Jong en Petronella Claasen)   [bron: BR Dongen 1890-1899]
van 06-05-1899 tot 22-05-1900     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand
van 22-05-1900 tot 04-06-1901     LagenHam B6, Dongen (Als dienstbode bij gezin van landbouwer Adrianus Loonen en Adriana Cornelia Heijkant. In 1946 zal zijn neefje Jan Meeren, de zoon van zijn broer, komen wonen op Lage Ham 4 in het ouderlijk huis van de familie Van den Noort. Zijn neefje Nellis (Kees) Meeren op Lage Ham 3. De familie Loonen woont daar dan nog steeds.)   [bron: Dongen BR 1900-1909]
van 04-06-1901 tot 13-06-1903     Oosteind A136, Oosterhout (Hij staat genoteerd als landbouwer binnen Oosterhout dienstboden. Op A136 wonen dan 4 zussen Van Leijsen als landbouwsters op Oosteind (Maria van 16 september 1829, Johanna van 12 maart 1834, Adriana van 4 september 1836 en Jacoba van 19 december 1841). Van Lagen Ham B6 naar Oosteind is slechts een klein stukje.)   [bron: BR Loon op Zand 1860-1890 en BR Dongen 1900-1909 en Oosterhout Dienstboden 1900-1920]
van 13-06-1903 tot 27-11-1909     Baan 834 (later nr 14, nu nr 16), Loon op Zand   [bron: BR Loon op Zand 1890-1920 en Dongen Dienstboden 1900-1909]
vanaf 20-11-1909     Hooge Ham B210, later B83 (Jan is dan 40 jaar. Hij is kostganger, landbouwer)   [bron: Dongen Dienstboden 1900-1909 en Dongen BR 1900-1909]
tot 10-05-1964     Kerkstraat, Dongen (Bij de familie Kimenai. Op zijn bidprentje staat dat hij al 70 jaar opgenomen is in de familie.)
Beroepen:
Hovenier
1912     Landbouwer (Zoals vermeld bij de scheiding van erfenis van zijn vader op 29 maart 1912)
III. Joannes Jacobus (Koos) Meeren, geboren op maandag 11 september 1871 in Teteringen (zie 2).
meeren_jan_baptist__en_van_maria_smits_hun_dochter__levenloos_geboren_op_17_november_1872_in_teteringen.jpg
145 Meeren Jan Baptist, en van Maria Smits hun dochter, levenloos geboren op 17 november 1872 in Teteringen
IV. N.N. Meeren (afb. 145), levenloos geboren dochter [bron: Overlijdensregister 1872, aktenummer 019]. Bij de overlijdensaangifte van N.N. was de volgende getuige aanwezig: Jacobus Joannis Smits (1831-1886) [zie 10,I] [oom moederszijde].
oerlemans_francis__en_hendrina_noyens_wonen_met_hun_gezin_in_de_moer_br_1860-1890.jpg
146 Oerlemans Francis, en Hendrina Noyens wonen met hun gezin in de Moer BR 1860-1890
6 Francis (Francis) Oerlemans (afb. 146), geboren op dinsdag 5 januari 1836 in Loon op Zand. Francis is overleden op vrijdag 2 juni 1922 in Loon op Zand, 86 jaar oud.
Adres:
van 17-03-1869 tot 05-12-1873     Galgeneind 286, De Moer (Loon op Zand)
Beroep:
van 28-05-1868 tot 05-12-1873     Bouwman
Nation. Militie:
van ca. 1854 tot ca. 1859    
Hij trouwde, 32 jaar oud, op maandag 18 mei 1868 in Hilvarenbeek [bron: Huwelijksregister 1868, archiefnummer 908, inventarisnummer 16, aktenummer 14] met de 27-jarige Hendrina (Hendrien) Noijens.
Notitie bij het huwelijk van Francis en Hendrien: Francis komt uit Loon op Zand en Hendrien uit Hilvarenbeek. Hoe en waar ze elkaar ontmoet hebben?
Ze gaan na hun trouwen wonen aan het Galgeneind in de Moer en krijgen 7 kinderen. Alle kinderen trouwen en dat maken ze beide allemaal mee. Ook de geboorte van aardig wat kleinkinderen.
Dat is wat anders dan bij de ouders van Francis. Daar overleed zijn moeder al toen ze 27 jaar was, kort na de geboorte van zijn zusje, dat ook nog eens 2 maanden oud overleed.
oerlemans_francis__en_hendrina_noijens_trouwen_op_18_mei_1868_in_hilvarenbeek__handtekeningen.jpg
147 Oerlemans Francis, en Hendrina Noijens trouwen op 18 mei 1868 in Hilvarenbeek, handtekeningen
7 Hendrina (Hendrien) Noijens (afb. 147), geboren op woensdag 6 januari 1841 in Hilvarenbeek. Hendrien is overleden op zondag 22 juli 1906 in Loon op Zand, 65 jaar oud.
Adressen:
tot 18-05-1868     Hilvarenbeek
05-12-1873     Galgeneind, De Moer (Loon op Zand)
Beroep:
1868     Landbouwster
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrikus Oerlemans, geboren op dinsdag 16 maart 1869 om 11:00 in Loon op Zand [bron: Geboorteregister 1869, archiefnummer 911, aktenummer 44]. Hendrikus is overleden op zaterdag 29 januari 1944 in Loon op Zand, 74 jaar oud. Hendrikus bleef kinderloos.
Adressen:
van 16-03-1869 tot 30-01-1912     Galgeneind 286, De Moer (Loon op Zand)
vanaf 30-01-1912     Groenendijk, Oosteind (Oosterhout)
29-01-1944     Loon op Zand
Beroep:
30-01-1912     Landbouwer   [bron: BS Oosterhout 1900-1920]
Hendrikus trouwde, 43 jaar oud, op donderdag 16 januari 1913 in Oosterhout [bron: Huwelijksregister 1913, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 3] met Maria Vissers, 54 jaar oud. Maria is geboren op woensdag 5 mei 1858 in Dongen, dochter van Pieter Vissers en Dingena van den Bosch. Maria is overleden op zaterdag 12 mei 1934 in Oosterhout, 76 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1934, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 56]. Maria trouwde voorheen met Adriaan Driesen.
II. Helena Oerlemans, geboren op zondag 30 oktober 1870 in Loon op Zand [bron: Geboorteregister 1870, archiefnummer 911, aktenummer 224]. Helena is overleden na maandag 4 mei 1931, minstens 60 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Helena: Ze was nog in leven bij het trouwen van haar oudste dochter op 04-05-1931.
Helena trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 2 mei 1895 in Loon op Zand [bron: Huwelijksregister 1895, archiefnummer 911, aktenummer 14] met Adriaan Kuijpers, 33 jaar oud. Adriaan is geboren op donderdag 21 november 1861 in Loon op Zand, zoon van Peter Adriaan Kuijpers en Jacoba van Aarden. Adriaan is overleden op zaterdag 9 februari 1929 in Loon op Zand, 67 jaar oud.
III. Barbara Elisabeth (Beth) Oerlemans, geboren op vrijdag 5 december 1873 in De Moer (zie 3).
oerlemans_johannes__landbouwer__en_anna_maria_den_boer_wonen_sinds_28_mei_1907_lage_ham_b97__114__en_met_zoon_francis_op_14_febr._1910_-_dongen_-_bev._reg._1900-1909_inv._37_blad_101.jpg oerlemans_johannes__landbouwer__en_anna_maria_den_boer_wonen_met_3_zoons_en_1_dochter_lage_ham_b114__later_hooge_ham_8_-_dongen_-_bev._reg._1910-1920_inv._48_blad_107.jpg oerlemans_johannes__landbouwer__en_anna_maria_den_boer__landbouwster__wonen_met_2_zoons_en_2_dochters_hooge_ham_8__later_9a_-_dongen_-_gezinskaarten_1920-1940_inv._57_blad_1819_-_1.jpg oerlemans_johannes__landbouwer__en_anna_maria_den_boer__landbouwster__wonen_met_2_zoons_en_2_dochters_hooge_ham_8__later_9a_-_dongen_-_gezinskaarten_1920-1940_inv._57_blad_1819_-_2.jpg
148 Oerlemans Johannes, landbouwer, en Anna Maria den Boer wonen sinds 28 mei 1907 Lage Ham B97, 114, en met zoon Francis op 14 febr. 1910 - Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 37 Blad 101
149 Oerlemans Johannes, landbouwer, en Anna Maria den Boer wonen met 3 zoons en 1 dochter Lage Ham B114, later Hooge Ham 8 - Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Inv. 48 Blad 107
150 Oerlemans Johannes, landbouwer, en Anna Maria den Boer, landbouwster, wonen met 2 zoons en 2 dochters Hooge Ham 8, later 9a - Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819 - 1
151 Oerlemans Johannes, landbouwer, en Anna Maria den Boer, landbouwster, wonen met 2 zoons en 2 dochters Hooge Ham 8, later 9a - Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819 - 2
IV. Johannes Oerlemans (afb. 148 t/m 151), geboren op maandag 29 november 1875 in Loon op Zand. Johannes is overleden op donderdag 2 november 1950 om 18:45 in Breda, 74 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1950 Akte 94].
Adressen:
tot 18-05-1907     Oosterhout   [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 37 Blad 101]
28-05-1907     Lagen Ham B97 (later doorgestreept, werd 114), Dongen   [bron: Inv. nr. 37 (oud nr. 3) 1900-1909 Wijk B huisnummers 1-149, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 037, blad 101]
van 1910 tot 1920     Lage Ham B114, Dongen (Doorgestreept, en Hooge Ham 8 geschreven.
Kan zijn dat dit een verhuizing was, maar kan ook een administratieve aanpassing zijn geweest.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Inv. 48 Blad 107]
14-02-1910     Lage Ham 114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22]
30-09-1917     B114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 164]
17-02-1919     Wijk B nr 114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1919 akte 19]
van 1920 tot 1940     Hooge Ham 8, Dongen (Later 9a)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819]
van 18-07-1920 tot 02-08-1920     Hooge Ham 8, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1920 akte 140]
02-11-1950     Dongen
Beroepen:
18-04-1907     Landbouwer   [bron: Huwelijksregister 1907, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 17]
14-02-1910     Landbouwer   [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22]
van 1920 tot 1940     Landbouwer   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819]
Getuige bij:
01-10-1917     geboorteaangifte Antonius Chrysostimus Oerlemans (1917-1991)    [vader]   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 164]
02-08-1920     overlijdensaangifte Thomas Henricus Oerlemans (1920-1920)    [vader]   [bron: Dongen - Overl. reg. 1920 akte 66]
Johannes trouwde, 31 jaar oud, op donderdag 18 april 1907 in Oosterhout [bron: Huwelijksregister 1907, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 17] met Anna Maria den Boer, 26 jaar oud. Anna is geboren op zaterdag 25 december 1880 in Oosterhout, dochter van Antonie den Boer en Catharina Akkermans. Anna is overleden op maandag 21 april 1941 om 16:30 in Dongen, 60 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1941, aktenummer 57]. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 22 april 1941 [bron: Overlijdensregister 1941, aktenummer 57]. Bij de overlijdensaangifte van Anna was de volgende getuige aanwezig: Franciscus Antonie Oerlemans (1910-1973) [zoon].
Adressen:
van 1910 tot 1920     Lage Ham B114, Dongen (Doorgestreept, en Hooge Ham 8 geschreven.
Kan zijn dat dit een verhuizing was, maar kan ook een administratieve aanpassing zijn geweest.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Inv. 48 Blad 107]
14-02-1910     Lage Ham 114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1910 akte 22]
30-09-1917     B114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 164]
17-02-1919     Wijk B nr 114, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1919 akte 19]
van 1920 tot 1940     Hooge Ham 8, Dongen (Later 9a)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819]
van 18-07-1920 tot 02-08-1920     Hooge Ham 8, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1920 akte 140]
Beroep:
van 1920 tot 1940     Landbouwster   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv. 57 Blad 1819]
V. Franciscus (Francis) Oerlemans, geboren op vrijdag 7 juni 1878 om 08:00 in St Joachimsmoer [bron: Geboorteregister 1878, archiefnummer 911, aktenummer 131]. Francis is overleden op zaterdag 15 april 1961 in Tilburg, 82 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 19 april 1961 in St Joachimsmoer.
Notitie bij overlijden van Francis: Overleden in het ziekenhuis te Tilburg
Adressen:
tot 02-05-1902     Loon op Zand
van 02-05-1902 tot 29-07-1905     Bergen, Dongen   [bron: Inv. nr. 39 (oud nr. 5) 1900-1909 Wijk C huisnummers 1-160, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 039, blad 84]
van 29-07-1905 tot 19-03-1906     Groenstraat A 215 a, Oosterhout   [bron: Inv. nr. 888 (oude nrs. 1, 1A, 1B, 2 en 3) 1900-1920 Wijk A, archiefnummer 2005, Bevolkingsregister Oosterhout, inventarisnummer 888, blad 185]
van 19-03-1906 tot 31-03-1913     Hoogen Ham B 340, Dongen   [bron: Inv. nr. 49 (oud nr. 4) 1910-1920 Wijk B huisnummers 212-351, archiefnummer 0928, Bevolkingsregister Dongen, inventarisnummer 049, blad 124]
vanaf 31-03-1913     Galgeneind 90, De Moer (Loon op Zand)   [bron: Inv. nr. 38 1890-1920 Loon op Zand Letters K-P, archiefnummer 0910, Bevolkingsregister Loon op Zand, inventarisnummer 038, blad 856]
Beroep:
10-08-1905     Landbouwer
Francis trouwde, 27 jaar oud, op donderdag 10 augustus 1905 in Oosterhout [bron: Huwelijksregister 1905, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 52] met Maria Wilhelmina Lambooij, 23 jaar oud. Maria is geboren op maandag 17 april 1882 in Oosterhout, dochter van Johannes Lambooij en Catharina van der Noort. Maria is overleden op woensdag 12 januari 1949 in Tilburg, 66 jaar oud. Zij is begraven op zaterdag 15 januari 1949 in St Joachimsmoer.
VI. Catharina Maria Oerlemans, geboren op zondag 30 januari 1881 om 02:30 in Loon op Zand [bron: Geboorteregister 1881, archiefnummer 911, Burgerlijke stand, aktenummer 19]. Catharina is overleden op maandag 25 januari 1965, 83 jaar oud. Catharina trouwde, 29 jaar oud, op woensdag 4 mei 1910 in Loon op Zand [bron: Huwelijksregister 1910, archiefnummer 911, aktenummer 18] met Thomas den Boer, 31 jaar oud. Thomas is geboren op donderdag 11 juli 1878 in Oosterhout, zoon van Antonie den Boer en Catharina Akkermans.
oerlemans_cornelis__landbouwer__en_wilhelmina_johanna_de_smit_wonen_galgeneind_84__later_60__met_2_zoons_en_2_dochters_-_loon_op_zand_-_bev._reg.1920-1939_inv._56_bl._4157.jpg oerlemans_cornelis__en_wilhelmina_de_smit_begraven_in_de_moer_1976_en_1962.jpg oerlemans_cornelis__geb._7_dec._1882_en_overleden_5_sept._1976__en_wilhelmina_j._de_smit_geb._20_april_1887__overleden_21_juni_1962_-_de_moer_-_grafzerk_-_eigen_opname_van_18_mei_2024.jpg oerlemans_cornelis__geb._7_dec._1882_en_overleden_5_sept._1976__en_wilhelmina_j._de_smit_geb._20_april_1887__overleden_21_juni_1962_-_de_moer_-_graf_-_eigen_opname_van_18_mei_2024.jpg
152 Oerlemans Cornelis, landbouwer, en Wilhelmina Johanna de Smit wonen Galgeneind 84, later 60, met 2 zoons en 2 dochters - Loon op Zand - Bev. reg.1920-1939 Inv. 56 Bl. 4157
153 Oerlemans Cornelis, en Wilhelmina de Smit begraven in De Moer 1976 en 1962
154 Oerlemans Cornelis, geb. 7 dec. 1882 en overleden 5 sept. 1976, en Wilhelmina J. de Smit geb. 20 april 1887, overleden 21 juni 1962 - De Moer - grafzerk - eigen opname van 18 mei 2024
155 Oerlemans Cornelis, geb. 7 dec. 1882 en overleden 5 sept. 1976, en Wilhelmina J. de Smit geb. 20 april 1887, overleden 21 juni 1962 - De Moer - graf - eigen opname van 18 mei 2024
VII. Cornelis Oerlemans (afb. 152 t/m 155), geboren op donderdag 7 december 1882 in Loon op Zand. Cornelis is overleden op zondag 5 september 1976, 93 jaar oud. Hij is begraven in St Joachimsmoer.
Adressen:
11-05-1914     Moer 389, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914 Akte 116]
van 1920 tot 1939     Galgeneind 84, later 60, De Moer   [bron: Loon op Zand - Bev. reg.1920-1939 Inv. 56 Bl. 4157]
29-08-1922     Galgeneind 84, De Moer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228]
Beroep:
29-08-1922     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228]
Cornelis trouwde, 29 jaar oud, op vrijdag 17 mei 1912 in Dongen [bron: BS Dongen inv 748 nr 15] met Wilhelmina Johanna de Smit, 25 jaar oud. Wilhelmina is geboren op woensdag 20 april 1887 in Dongen [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914 Akte 116], dochter van Johannes de Smit en Maria Huijben. Wilhelmina is overleden op donderdag 21 juni 1962 in Loon op Zand, 75 jaar oud [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1962 Akte 48]. Zij is begraven in St Joachimsmoer.
Adressen:
11-05-1914     Moer 389, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914 Akte 116]
van 1920 tot 1939     Galgeneind 84, later 60, De Moer   [bron: Loon op Zand - Bev. reg.1920-1939 Inv. 56 Bl. 4157]
29-08-1922     Galgeneind 84, De Moer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1922 Akte 228]

Generatie 4 (overgrootouders)

meeren_johannes_en_johanna_van_ginneken_trouwakte_pag._2_oosterhout_1835.jpg oosterhout_kadaster_1811-1832__minuutplan_sectie_s__centrum_met_de_wijken_-_fragment_met_wijken_g__h_en_i_-_beeldbank_cultureel_erfgoed.jpg meeren_johannes__met_johanna_van_ginneken_en_zoons_jan_baptist_en_adriaan_in_wijk_g526_no_618_br_oosterhout_1850-1860.jpg
156 Meeren Johannes en Johanna van Ginneken trouwakte pag. 2 Oosterhout 1835
157 Oosterhout kadaster 1811-1832, minuutplan sectie S, centrum met de wijken - fragment met wijken G, H en I - Beeldbank Cultureel Erfgoed
158 Meeren Johannes, met Johanna van Ginneken en zoons Jan Baptist en Adriaan in Wijk G526 no 618 BR Oosterhout 1850-1860
8 Joannes Adriani Meeren (afb. 156 t/m 158). Hij is gedoopt op zondag 6 mei 1798 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 126 r]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Anna Mertens en Gerardus van Wesel. Joannes is overleden op zondag 2 mei 1852 in Oosterhout, 53 jaar oud.
Notitie bij Joannes: 25-08-1835: Johannes
Adressen:
tot 1835     Galder - Ginneken (Ten tijde van huwelijk)
van 03-10-1835 tot voor 24-02-1838     H 613, Oosterhout
van na 22-06-1836 tot voor 30-08-1839     J 722, Oosterhout (Staat bij de geboorte van Jan Baptist: J 722, op 24 februari 1838)   [bron: Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout: Geboorteregister 1838 , akte 35]
vanaf voor 30-08-1839     J 616, Oosterhout
Beroep:
vanaf 1835     Arbeider (Vermelding bij huwelijk)
Hij trouwde, 37 jaar oud, op dinsdag 25 augustus 1835 in Oosterhout [bron: BS huwelijk N-Br - Oosterhout inventaris 5890 nr 52] met de 24-jarige
ginneken_johanna_van_ginneken__met_haar_zoons_adriaan_en_johannes__jan_baptist__in_wijk_g526_br_oosterhout_1861-1870.jpg ginneken_johanna_van_ginneken__met_haar_zoon_adriaan_meeren__en_zijn_gezin_in_wijk_h894_br_oosterhout_1870-1880.jpg
159 Ginneken Johanna van Ginneken, met haar zoons Adriaan en Johannes (Jan Baptist) in wijk G526 BR Oosterhout 1861-1870
160 Ginneken Johanna van Ginneken, met haar zoon Adriaan Meeren, en zijn gezin in wijk H894 BR Oosterhout 1870-1880
9 Joanna van Ginneken (afb. 159 en 160), geboren op donderdag 22 november 1810 in Oosterhout. Zij is gedoopt op donderdag 22 november 1810 in Oosterhout [bron: Inv.nr. 17 - Oosterhout - doopboek 1796-1811 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 17, blad 253]. Joanna is overleden op zondag 3 juli 1887 in Oosterhout, 76 jaar oud [bron: BS - Aanwezig bij huwelijk van Jan Baptist].
Beroep:
Zonder beroep (Vermelding bij huwelijk)
Alfabet:
Ondertekent de huwelijksakte niet   [bron: Huwelijk van zoon Jan Baptist]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adriaan Meeren, geboren op woensdag 15 juni 1836 in Oosterhout.
Notitie bij de geboorte van Adriaan: Adriaan zal genoemd zijn naar opa Adriaen Cornelis Meeren
Adriaan is overleden op woensdag 22 juni 1836 in Oosterhout, 7 dagen oud.
II. Jan Baptist (Jan) Meeren, geboren op zaterdag 24 februari 1838 in Oosterhout (zie 4).
meeren_adriaan__geboren_op_30_augustus_1839_in_oosterhout_in_wijk_j_nr_616__zoon_van_johannes_meeren_en_johanna_van_ginneken_-_oosterhout_geb.reg._1839_inv_2004_akte_150.jpg
161 Meeren Adriaan, geboren op 30 augustus 1839 in Oosterhout in wijk J nr 616, zoon van Johannes Meeren en Johanna van Ginneken - Oosterhout geb.reg. 1839 inv 2004 akte 150
III. Adriaan Meeren (afb. 161), geboren op vrijdag 30 augustus 1839 in Oosterhout.
Notitie bij de geboorte van Adriaan: Adriaan zal genoemd zijn naar opa Adriaen Cornelis Meeren
Adriaan is overleden op woensdag 9 januari 1889 in Oosterhout, 49 jaar oud. Adriaan trouwde, 30 jaar oud, op donderdag 12 mei 1870 in Oosterhout [bron: BS huwelijk N-Br - Oosterhout inventaris 5895 nr 25] met Maria van Ginneken, 26 jaar oud. Maria is geboren op dinsdag 9 januari 1844 in Oosterhout, dochter van Arnoldus van Ginneken en Wilhelmina Oomen. Maria is overleden op donderdag 31 december 1903 in Oosterhout, 59 jaar oud. Maria trouwde later op donderdag 11 januari 1894 in Oosterhout [bron: BS Oosterhout inv 5900 nr 2] met Karel Bol (1844-1895).
IV. Hendrik Meeren, geboren op vrijdag 12 maart 1841 in Oosterhout. Hendrik is overleden op zaterdag 11 juni 1842 in Oosterhout, 1 jaar oud.
V. Hendrik Meeren, geboren op dinsdag 20 september 1842 in Oosterhout. Hendrik is overleden op dinsdag 23 juli 1844 in Oosterhout, 1 jaar oud.
VI. N.N. Meeren, levenloos geboren zoon, geboren op vrijdag 4 oktober 1844 in Oosterhout.
VII. N.N. Meeren, levenloos geboren zoon, geboren op donderdag 16 juli 1846 in Oosterhout.
smits_joannis_jacobus__trouwt_met_petronella_adriaensen_op_20_februari_1830_in_teteringen_-_1.jpg smits_joannes_jacobus__rk_gedoopt_op_14_juni_1794_in_teteringen.jpg smits_joannis_jacobus__trouwt_met_petronella_adriaensen_op_20_februari_1830_in_teteringen_-_2.jpg smits_joannis_jacobus__trouwt_met_petronella_adriaensen_op_20_februari_1830_in_teteringen_-_3.jpg smits_joannis_jacobus__trouwt_met_petronella_adriaensen_op_20_februari_1830_in_teteringen_-_4.jpg smits_johannes__en_petronella_adriaansen_wonen_met_hun_3_kinderen_in_teteringen_1840-1849_op_b56.jpg
162 Smits Joannis Jacobus, trouwt met Petronella Adriaensen op 20 februari 1830 in Teteringen - 1
163 Smits Joannes Jacobus, RK gedoopt op 14 juni 1794 in Teteringen
164 Smits Joannis Jacobus, trouwt met Petronella Adriaensen op 20 februari 1830 in Teteringen - 2
165 Smits Joannis Jacobus, trouwt met Petronella Adriaensen op 20 februari 1830 in Teteringen - 3
166 Smits Joannis Jacobus, trouwt met Petronella Adriaensen op 20 februari 1830 in Teteringen - 4
167 Smits Johannes, en Petronella Adriaansen wonen met hun 3 kinderen in Teteringen 1840-1849 op B56
10 Joannes Smits (afb. 162, 163, 164, 165, 166, 167, 129, 122, 123 en 124), geboren op zaterdag 14 juni 1794 in Teteringen. Hij is gedoopt op zaterdag 14 juni 1794 in Teteringen [bron: Dopen rk Teteringen 1763-1810, archiefnummer CT, Collectie DTB Teteringen, inventarisnummer 4, blad 167]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Goverdinus Goverden en Maria Mertens. Joannes is overleden op zondag 2 december 1866 in Teteringen, 72 jaar oud [bron: Teteringen Memories van successie (Overledene) ; inv 82 memorie 160].
Notitie bij Joannes: Ook wel Johannis Smits en Johannes Smits
Adressen:
23-03-1831     Wijk J nr 720, Oosterhout
ca. 1837     B-49, Teteringen
van 1840 tot 1849     B 56 (Sectie B, De Heistraat, gebied van De Hanen), Teteringen   [bron: BR 1840-1849]
van 1860 tot 02-12-1866     Huisnr 91 (Gebied van de Meerberg), Teteringen
Beroepen:
31-05-1831     Bouwman   [bron: Geboorteregister 1831, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 51]
ca. 1837     Dagloner
Hij trouwde, 35 jaar oud, op zaterdag 20 februari 1830 in Teteringen [bron: Huwelijksregister 1830, aktenummer 002] met de 29-jarige
adriaensen_petronella__gedoopt_rk_brugstraat_in_breda_op_24_mei_1800.jpg adriaansen_petronella__en_zoon_jacobus_smits_wonen_in_teteringen_huis_a_91_br_1870-1879.jpg adriaensen_petronella__overleden_op_7_januari_1886_in_teteringen._aangifte_door_haar_zoon_jacobus..jpg
168 Adriaensen Petronella, gedoopt RK Brugstraat in Breda op 24 mei 1800
169 Adriaansen Petronella, en zoon Jacobus Smits wonen in Teteringen huis A 91 BR 1870-1879
170 Adriaensen Petronella, overleden op 7 januari 1886 in Teteringen. Aangifte door haar zoon Jacobus.
11 Petronella Adriaansen (afb. 168 t/m 170), geboren in Breda. Zij is gedoopt op zaterdag 24 mei 1800 in Breda [bron: RK dopen Brugstraat]. Petronella is overleden op donderdag 7 januari 1886 om 10:30 in Teteringen, 85 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1886, aktenummer 003]. Van het overlijden is aangifte gedaan op vrijdag 8 januari 1886 [bron: Overlijdensregister 1886, aktenummer 003]. Bij de overlijdensaangifte van Petronella waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Akkermans en Jacobus Joannis Smits (1831-1886) [zie 10,I] [zoon].
Notitie bij Petronella: In het bevolkingsregister van Teteringen staat 6 juli 1800 als geboortedatum. Bij het overlijden staan beide ouders vermeld. De naam van de vader komt overeen met die van de doop op 24 mei 1800. De voornaam van de moeder is ook Maria, maar wel met achternaam Rubbens, en niet Jansen. Bij haar broers komt Jansen wel voor. Ook bij het overlijden van de moeder van Maria.
Bij de trouwakte staat als geboortedatum ook 24 mei 1800. Als moeder staat Maria Jansen en als grootouder staat Adriaan Robbert Janssen vermeld. Vader is Joannis Adriaensen.
Adressen:
23-03-1831     Wijk J nr 720, Oosterhout
van voor 1867 tot na 1872     Teteringen
Beroep:
van voor 1867 tot na 1872     Landbouwster
Alfabet:
Ondertekent de huwelijksakte niet van haar dochter Maria
Kinderen uit dit huwelijk:
smits_jacobus__geboren_op_22_maart_1831_in_oosterhout.jpg smits_jacobus__testament_van_2_mei_1886_voor_notaris_de_roij_in_teteringen_-_1.jpg smits_jacobus__testament_van_2_mei_1886_voor_notaris_de_roij_in_teteringen_-_2.jpg smits_jacobus__overleden_op_31_mei_1886_in_oosterhout__arbeider__ongehuwd.jpg
171 Smits Jacobus, geboren op 22 maart 1831 in Oosterhout
172 Smits Jacobus, testament van 2 mei 1886 voor notaris de Roij in Teteringen - 1
173 Smits Jacobus, testament van 2 mei 1886 voor notaris de Roij in Teteringen - 2
174 Smits Jacobus, overleden op 31 mei 1886 in Oosterhout, arbeider, ongehuwd
I. Jacobus Joannis Smits (afb. 171 t/m 174), geboren op dinsdag 22 maart 1831 om 19:00 in Oosterhout [bron: Geboorteregister 1831, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 51]. Van de geboorte is aangifte gedaan op woensdag 23 maart 1831 [bron: Geboorteregister 1831, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 51]. Jacobus is overleden op maandag 31 mei 1886 om 10:00 in Oosterhout, 55 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1886, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 129]. Jacobus bleef ongehuwd.
Adressen:
22-03-1831     Wijk J nr 720, Oosterhout   [bron: Geboorteregister 1831, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 51]
ca. 1867     Teteringen
02-05-1886     Teteringen   [bron: R.F.M.A. de Roij, akten 1886-1887, inventarisnummer 082, aktenummer 50]
31-05-1886     Oosterhout
Beroepen:
ca. 1867     Landbouwer
02-05-1886     Landbouwer   [bron: R.F.M.A. de Roij, akten 1886-1887, inventarisnummer 082, aktenummer 50]
31-05-1886     Arbeider
Testament:
02-05-1886     Jacobus laat alles na aan de 2 kinderen van zijn zus Maria Smits, getrouwd geweest met Johannes Meeren. Dezelfde maand nog zal hij overlijden.   [bron: R.F.M.A. de Roij, akten 1886-1887, inventarisnummer 082, aktenummer 50]
Getuige bij:
overlijdensaangifte N.N. Meeren (geb. 1872) [zie 4,IV]    [oom moederszijde]
08-01-1886     overlijdensaangifte Petronella Adriaansen (1800-1886) [zie 11]    [zoon]   [bron: Overlijdensregister 1886, aktenummer 003]
II. Johannis Smits, geboren op maandag 30 september 1833 in Teteringen. Johannis is overleden op zondag 6 oktober 1833 in Teteringen, 6 dagen oud.
III. Johannis Smits, geboren op vrijdag 22 augustus 1834 in Teteringen. Johannis is overleden op zaterdag 14 juni 1862, 27 jaar oud.
IV. Maria (Maria) Smits, geboren op woensdag 18 oktober 1837 in Teteringen (zie 5).
oerlemans_leonardus__trouwt_met_hendriena_priems_op_11_februari_1835_in_loon_op_zand__handtekeningen.jpg
175 Oerlemans Leonardus, trouwt met Hendriena Priems op 11 februari 1835 in Loon op Zand, handtekeningen
12 Leonardus Oerlemans (afb. 175). Hij is gedoopt op vrijdag 7 september 1804 in Kaatsheuvel. Leonardus is overleden op donderdag 20 januari 1870 in Loon op Zand, 65 jaar oud.
Adres:
18-05-1868     Loon op Zand
Beroep:
18-05-1868     Landbouwer
Leonardus trouwde (2), 40 jaar oud, op donderdag 10 april 1845 in Loon op Zand met Anna Maria Koks (geb. 1823), 21 jaar oud.
Hij trouwde (1), 30 jaar oud, op woensdag 11 februari 1835 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels inv 911] met de 24-jarige
priems_henrica_walteri__rk_gedoopt_op_8_juni_1810_in_loon_op_zand.jpg
176 Priems Henrica Walteri, RK gedoopt op 8 juni 1810 in Loon op Zand
13 Henrica Priems (afb. 176), geboren op vrijdag 8 juni 1810 in Loon op Zand. Zij is gedoopt op vrijdag 8 juni 1810 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 09 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1795-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 9, blad 34v]. Bij de doop van Henrica was de volgende getuige aanwezig: Anna Priems (1779-1834) [zie 52,II] [tante vaderszijde]. Henrica is overleden op maandag 15 januari 1838 in Loon op Zand, 27 jaar oud [bron: Memories van successie (Overledene] Loon op Zand inv 47 memorie 111].
Notitie bij Henrica: 08-06-1810: Henrica Priems (bij haar doop)
11-02-1835: Hendrica Priems (bij haar trouwen)
15-01-1838: Hendrika Priems (bij haar overlijden)
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Francis (Francis) Oerlemans, geboren op dinsdag 5 januari 1836 in Loon op Zand (zie 6).
II. Wouterina Oerlemans, geboren op zondag 19 november 1837 in Loon op Zand. Wouterina is overleden op donderdag 8 februari 1838 in Loon op Zand, 2 maanden oud.
Notitie bij overlijden van Wouterina: 11 weken oud geworden
14 Johannes (Jan) Noijens, geboren op dinsdag 9 december 1794 in Riel. Jan is overleden op maandag 9 april 1860 in Hilvarenbeek, 65 jaar oud.
Beroep:
1821     Landbouwer
Hij trouwde, 26 jaar oud, op zondag 4 maart 1821 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4350 nr 6; Hilvarenbeek - Huw. reg. 1821 akte 6] met de 21-jarige
laerhooven_barbara_joannis_van__rk_gedoopt_op_2_oktober_1799_in_hilvarenbeek__dochter_van_joannis_petrus_van_laerhooven_en_joanna_martini_van_gils_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._6_blz._17.jpg
177 Laerhooven Barbara Joannis van, RK gedoopt op 2 oktober 1799 in Hilvarenbeek, dochter van Joannis Petrus van Laerhooven en Joanna Martini van Gils - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 6 Blz. 17
15 Barbara Joannes van Laarhoven (afb. 177), geboren op woensdag 2 oktober 1799 in Hilvarenbeek. Zij is gedoopt op woensdag 2 oktober 1799 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 6 Blz. 17]. Bij de doop van Barbara waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelmus Merkx en Jennemaria Prinsen (ovl. 1801) [zie 60,I] [aangetrouwde tante vaderszijde]. Barbara is overleden op maandag 17 april 1865 in Haaren, 65 jaar oud.
Beroep:
1821     Landbouwster   [bron: Hilvarenbeek - Huw. reg. 1821 akte 6]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johannes (Jan) Noijens, geboren op zaterdag 2 februari 1822 in Hilvarenbeek. Jan trouwde, 26 jaar oud, op zaterdag 3 juni 1848 in Hooge en Lage Mierde met Jacoba van Hoof. Jacoba is geboren in Hooge en Lage Mierde.
II. Henricus Noijens, geboren op donderdag 26 februari 1824 in Hilvarenbeek. Henricus is overleden op dinsdag 20 april 1909 in Hilvarenbeek, 85 jaar oud. Henricus trouwde, 48 jaar oud, op maandag 16 september 1872 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4354 nr 14] met Johanna Hagen.
III. Maria Noijens, geboren op donderdag 21 december 1826 in Hilvarenbeek. Maria trouwde, 34 jaar oud, op maandag 15 april 1861 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4353 nr 9] met Antonij Peeters. Antonij is geboren in Alphen en Riel.
IV. Willem Noijens, geboren op dinsdag 26 mei 1829 in Hilvarenbeek. Willem is overleden op donderdag 1 november 1832 in Hilvarenbeek, 3 jaar oud.
V. Johanna Noijens, geboren op maandag 24 oktober 1831 in Hilvarenbeek. Johanna is overleden op donderdag 1 november 1832 in Hilvarenbeek, 1 jaar oud.
VI. Wilhelmus Noijens, geboren op woensdag 11 december 1833 in Hilvarenbeek. Wilhelmus is overleden op vrijdag 6 december 1901 in Hilvarenbeek, 67 jaar oud. Wilhelmus trouwde, 44 jaar oud, op maandag 25 februari 1878 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4354 nr 9] met Cornelia Bruurs.
VII. Johanna Noijens, geboren op dinsdag 8 november 1836 in Hilvarenbeek. Johanna is overleden op dinsdag 3 januari 1911 in Hilvarenbeek, 74 jaar oud. Johanna:
(1) trouwde, 27 jaar oud, op dinsdag 5 april 1864 in Hilvarenbeek met Jacobus Bosmans, 26 jaar oud. Jacobus is geboren op dinsdag 1 augustus 1837 in Hilvarenbeek, zoon van Francus Bosmans en Anna Catharina van Dijk.
(2) trouwde, 58 jaar oud, op maandag 5 augustus 1895 in Hilvarenbeek met Jacobus van Eijk, 47 jaar oud. Jacobus is geboren op donderdag 4 mei 1848 in Hilvarenbeek, zoon van Jan van Eijk en Petronella Hesselmans.
VIII. Gerardus Noijens, geboren op woensdag 29 augustus 1838 in Hilvarenbeek. Gerardus trouwde, 38 jaar oud, op maandag 5 februari 1877 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4354 nr 4] met Wilhelmina Verhoeven.
IX. Hendrina (Hendrien) Noijens, geboren op woensdag 6 januari 1841 in Hilvarenbeek (zie 7).
X. Petrus Noijens, geboren op vrijdag 4 april 1845 in Hilvarenbeek. Petrus is overleden op dinsdag 1 januari 1924 in Dongen, 78 jaar oud. Petrus trouwde, 33 jaar oud, op donderdag 2 mei 1878 in Dongen [bron: BS Dongen inv 1912 nr 6] met Adriana Cornelia Vingerhouts, 26 jaar oud. Adriana is geboren op maandag 9 februari 1852 in Dongen, dochter van Laurens Vingerhouts en Petronella van Riel.

Generatie 5 (betovergrootouders)

vermeeren_adrianus_cornellii_petri_doopakte_ginneken_rk_1763.jpg vermeeren_adrianus_cornellii_petri_doopakte_detail_ginneken_.jpg ginneken_en_bavel__releve_of_staat_der_eigendommen_en_van_de_deuren_en_vensters_1816_-_boek_stadsarchief_breda_-_opname_jac_meeren_21_mei_2022.jpg ginneken_en_bavel__releve_of_staat_der_eigendommen_en_van_de_deuren_en_vensters_1816_-_boek_stadsarchief_breda_246-266.jpg ginneken_en_bavel__releve_of_staat_der_eigendommen_en_van_de_deuren_en_vensters_1816_-_archief_arc0708_inv._557_blad_1.jpg ginneken_en_bavel__releve_of_staat_der_eigendommen_en_van_de_deuren_en_vensters_1816_-_archief_arc0708_inv._557_blad_70.jpg
178 Vermeeren Adrianus Cornellii Petri doopakte Ginneken RK 1763
179 Vermeeren Adrianus Cornellii Petri doopakte detail Ginneken
180 Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Boek Stadsarchief Breda - opname Jac Meeren 21 mei 2022
181 Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Boek Stadsarchief Breda 246-266
182 Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Archief ARC0708 Inv. 557 Blad 1
183 Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Archief ARC0708 Inv. 557 Blad 70
ginneken_en_bavel__releve_of_staat_der_eigendommen_en_van_de_deuren_en_vensters_1816_-_archief_arc0708_inv._557_blad_36.jpg meeren_adriaan_cornelis_pieter__vernoeming_bij_koop_van_zaailand_te_strijbeek__op_21_juni_1817_in_bredasche_courant.jpg galder_kadaster_1811-1832_minuutplan_g02_met_hoyedonk.jpg galder_kadaster_1811-1832_minuutplan_g02_met_hoyedonk_en_heerstaaien.jpg galder_kadaster_1811-1832_minuutplan_g02_met_heerstaaien.jpg ginneken_en_bavel__kadaster_1811-1832__sectie_g__galder__aanw._tafel_14__gedeelte_met_weduwe_hoppenbrouwers.jpg
184 Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Archief ARC0708 Inv. 557 Blad 36
185 Meeren Adriaan Cornelis Pieter, vernoeming bij koop van zaailand te Strijbeek, op 21 juni 1817 in Bredasche Courant
186 Galder Kadaster 1811-1832 Minuutplan G02 met Hoyedonk
187 Galder Kadaster 1811-1832 Minuutplan G02 met Hoyedonk en Heerstaaien
188 Galder Kadaster 1811-1832 Minuutplan G02 met Heerstaaien
189 Ginneken en Bavel, Kadaster 1811-1832, Sectie G, Galder, aanw. tafel 14, gedeelte met Weduwe Hoppenbrouwers
ginneken_en_bavel__kadaster_1811-1832__sectie_g__galder__aanw._tafel_15__gedeelte_met_weduwe_hoppenbrouwers.jpg ginneken_en_bavel__kadaster_1811-1832__sectie_g__galder__aanw._tafel_16__gedeelte_met_weduwe._hoppenbrouwers.jpg strijbeek__strijbeekseweg_42__hondenpension_hoogendonck_-_google_maps_-_opname_sept._2021.jpg strijbeek__strijbeekseweg_42__hondenpension_hoogendonck_-_google_maps_-_opname_van_sept._2021.jpg strijbeek__strijbeekseweg_42__hondenpension_hoogendonck_met_windvaan_van_de_boer_met_paard_en_ploeg_-_google_maps_-_opname_sept._2021.jpg
190 Ginneken en Bavel, Kadaster 1811-1832, Sectie G, Galder, aanw. tafel 15, gedeelte met Weduwe Hoppenbrouwers
191 Ginneken en Bavel, Kadaster 1811-1832, Sectie G, Galder, aanw. tafel 16, gedeelte met Weduwe. Hoppenbrouwers
192 Strijbeek, Strijbeekseweg 42, Hondenpension Hoogendonck - Google Maps - opname sept. 2021
193 Strijbeek, Strijbeekseweg 42, Hondenpension Hoogendonck - Google Maps - opname van sept. 2021
194 Strijbeek, Strijbeekseweg 42, Hondenpension Hoogendonck met windvaan van de boer met paard en ploeg - Google Maps - opname sept. 2021
16 Adrianus Cornelis (Adriaan (Corneel)) Meeren (afb. 178 t/m 194). Hij is gedoopt op zaterdag 9 april 1763 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 172 r]. Bij de doop van Adriaan (Corneel) waren de volgende getuigen aanwezig: [waarschijnlijk] Adrianus Petri [Peeters] van Boxel (geb. 1704) [zie 66] [grootvader moederszijde] en Anna van Boxel (geb. 1734) [zie 66,IV] [tante moederszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriaan (Corneel): Adrianus kan zowel de broer als de vader zijn van Digna. Anna is waarschijnlijk haar zus.
Adriaan (Corneel) is overleden op zaterdag 10 september 1831 in Minderhout, 68 jaar oud.
Notitie bij Adriaan (Corneel): 09-04-1763: Adrianus Cornelij Petri Vermeeren
Adressen:
Meerle (1816 of 1826)
26-10-1788     Ginneken
1816     Strijbeek (Het huis heeft 5 deuren en 3 vensters. In de lijst is hij doorgestreept.

Op de index op perceelnummer staat hij met perceelnummer 246 en 247 met husnummer ofwel artikelnummer 190. Er staat bij dat hij gaat naar nr 128 in Overacker, waar Anna Adr. Hoppenbrouwers, de weduwe van Henr. Planken, particulier, gewoond heeft.
En zij gaat wonen op huisnr 190, ofwel: ze hebben van woning geruild.

Aangezien er in het krantenbericht van 1817 land verkocht wordt te Strijbeek, grenzend aan dat van Adriaan Cornelis Peter Meeren, zal de verhuizing daarna hebben plaatsgevonden.

Als we willen weten, waar Adriaan gewoond heeft, kunnen we zoeken in het kadaster van 1811-1832 naar huis en erf van de weduwe Hoppenbrouwers.)
  [bron: Ginneken en Bavel, Releve of staat der eigendommen en van de deuren en vensters 1816 - Archief ARC0708 Inv. 557 Blad 70 en concordans blad met perceel 246-266]
Beroep:
Bouwman
Obligatie:
24-06-1811     Vermeld in de akte zijn:

Corneel Meeren, woonplaats Ginneken, echtgenoot van Van Wesel
Catharina Cornelii van Wezel, woonplaats Ginneken
Jan Lauwerijssen, woonplaats Meer
  [bron: Rijksarchief Belgie - Notariaat Antwerpen 08926 -Notaris: Proost, Jan Antoon te Meer, akte 44]
Getuige bij:
13-06-1803     doop Cornelius Sweep (geb. 1803)    [aangetrouwde oom moederszijde]
Hij trouwde, 25 jaar oud, op zondag 26 oktober 1788 in Ginneken [bron: GA Breda; DTB-nr: 120 en N-G 40 nr.1, folio: 114 en 068 r] met de 23-jarige Catharina Cornelis van Wesel. Adriaan (Corneel) en Catharina gingen op zaterdag 11 oktober 1788 in Ginneken in ondertrouw [bron: GA Breda; DTB-nr: 120 en N-G 40 nr.1, folio: 114 en 068 r].
Notitie bij het huwelijk van Adriaan (Corneel) en Catharina: Gezindte bij wettelijk huwelijk: NG en RK
Datum ondertrouw: 1788-10-11 NG
Datum huwelijk: 1788-10-26 RK
Ze zijn getrouwd op de laatste zondag van oktober, de 300e dag van het schrikkeljaar 1788
17 Catharina Cornelis van Wesel. Zij is gedoopt op zaterdag 17 november 1764 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796; DTB-nr: IV-20 nr. 5, fol: 86 r]. Bij de doop van Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Antonia [Anthonet] Joannes van Wesel en Joannes van Wesel.
Notitie bij de geboorte van Catharina: Vermelding bij haar kind Cornelius dat zij uit Dongen afkomstig zou zijn. Bij andere kinderen staat steeds Bavel vermeld.
Catharina is overleden vóór vrijdag 2 april 1852, ten hoogste 87 jaar oud [bron: Vermelding bij het overlijden van haar zoon Johannes].
Notitie bij Catharina: 26-10-1788: Catharina Cornelis van Wezel (Wesel)
Adressen:
26-10-1788     Ginneken   [bron: DTB-nr: 120 en N-G 40 nr.1, folio: 114 en 068 r]
vanaf 1835     Chaam (Ten tijde van huwelijk van zoon Johannes)
Beroep:
vanaf 1835     Arbeidster (Vermelding bij huwelijk van zoon Johannes)
Obligatie:
24-06-1811     Vermeld in de akte zijn:

Corneel Meeren, woonplaats Ginneken, echtgenoot van Van Wesel
Catharina Cornelii van Wezel, woonplaats Ginneken
Jan Lauwerijssen, woonplaats Meer
  [bron: Rijksarchief Belgie - Notariaat Antwerpen 08926 -Notaris: Proost, Jan Antoon te Meer, akte 44]
Getuige bij:
08-03-1793     doop Joanna Mertens (geb. 1793)    [aangetrouwde tante moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 34 r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cornelius Adriani Meeren. Hij is gedoopt op woensdag 4 november 1789 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 32 r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius van Wesel en Catharina Cornelii Meeren (1762-1800) [zie 32,I] [tante vaderszijde]. Cornelius is overleden op woensdag 24 mei 1815 in Ginneken, 25 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Cornelius: Volgens De Vet overleden op 24-05-1814 te Nantes (Frankrijk). Iets te maken met dragonder zijn in de Franse tijd?
Cornelius bleef ongehuwd.
Beroep:
Dragonder in het 12e Regiment
II. Digna Adriani (Dingena [Dimphna]) Meeren. Zij is gedoopt op maandag 16 juli 1792 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 45 r]. Bij de doop van Dingena [Dimphna] waren de volgende getuigen aanwezig: Anna Maria Vermeulen en Gerardus van Wesel. Dingena [Dimphna] is overleden op vrijdag 12 augustus 1853 in Chaam, 61 jaar oud [bron: Chaam Overlijdensregister 1853 akte 28; Memorie van Successie vanaf 1806: Inventarisnummer: 61, kantoor: Breda, memorienummer: 46].
Adres:
1821     Groot Bedaf (Baarle-Nassau)
Dingena [Dimphna] trouwde, 23 jaar oud, op zaterdag 27 april 1816 in Ginneken en Bavel met Hendrik van Oers, 25 jaar oud. Hij is gedoopt op maandag 24 januari 1791 in Princenhage. Hendrik is overleden op woensdag 3 oktober 1855 in Chaam, 64 jaar oud [bron: Memorie van Successie vanaf 1806; Inventarisnummer: 64, kantoor: Breda, memorienummer: 86].
Adres:
1821     Groot Bedaf (Baarle-Nassau)   [bron: Baarle Nassau Geboorteregister 1821 ]
III. Maria Adriani Meeren. Zij is gedoopt op zondag 18 mei 1794 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 72 r]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Jacobs en Maria van Wesel. Maria is overleden op maandag 21 augustus 1797 in Ginneken, 3 jaar oud.
IV. Adriana Adriani Meeren. Zij is gedoopt op zondag 28 februari 1796 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 192 r]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Joannis Mertens [Meertens] [zie 32,I] [aangetrouwde oom vaderszijde] en Elisabeth van Wesel. Adriana is overleden op maandag 27 februari 1804 in Ginneken, 7 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Adriana: In 1805 dopen zij een tweede Adriana.
V. Joannes Adriani Meeren, gedoopt op zondag 6 mei 1798 in Ginneken (zie 8).
VI. Adrianus Adriani Meeren. Hij is gedoopt op maandag 7 april 1800 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 143 r]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Dingna Mertens en Daniel Sweep. Adrianus is overleden op maandag 5 september 1859 in Monster, 59 jaar oud.
Beroepen:
Arbeider
Bouwmanknecht
Nation. Militie:
Adrianus trouwde, 26 jaar oud, op zaterdag 12 augustus 1826 in Ginneken met Anna Nuyten, 19 jaar oud. Zij is gedoopt op zaterdag 11 april 1807 in Ginneken. Anna is overleden op zondag 10 februari 1828 in Ginneken, 20 jaar oud.
Beroep:
Dienstmeid
VII. Henricus Adriani Meeren. Hij is gedoopt op donderdag 15 juli 1802 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 162 r]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Catharina Lauwereijsen en [waarschijnlijk] Jacobus Petri Meeren [Vermeeren].
Notitie bij de geboorte van Henricus: Jacobus Meeren is genoemd. Dit zal de oom van Adriaan zijn.
Vermelding: vader uit Ginneken, moeder uit Bavel; de vrouw van Joannes van Gestel ipv de peter en meter
Henricus is overleden op dinsdag 24 augustus 1869 in Hoogstraten, 67 jaar oud. Henricus trouwde, 35 jaar oud, op donderdag 8 februari 1838 in Hoogstraten met Isabella Coertjens [Coertiens], 21 jaar oud. Isabella is geboren op zaterdag 25 mei 1816 in Hoogstraten, dochter van Cornelis Coertiens en Catharina Meyvis. Isabella is overleden op dinsdag 8 april 1884 in Hoogstraten, 67 jaar oud.
Beroep:
25-05-1871     Winkelierster   [bron: Huwelijksakte van Joanna]
VIII. Adriana Adriani Meeren [Meeren [Meiren]. Zij is gedoopt op zaterdag 20 juli 1805 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 185 r]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: [waarschijnlijk] Cornelius [Cornelis] Petri Meeren en [waarschijnlijk] Annie Gijsbreghts (1746-1817) [zie 64,IV] [aangetrouwde oudtante vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriana: Cornelis Meeren is vermeld. Dit is waarschijnlijk opa. Anna gijsbregts is waarschijnlijk de tante van Adriaan.
Adriana is overleden op donderdag 26 februari 1857 in Hoogstraten, 51 jaar oud.
Notitie bij Adriana: Bij haar overlijden Meiren genoemd
Adriana trouwde, 37 jaar oud, op maandag 24 april 1843 in Hoogstraten met Jan Baptist Mortiers, 51 jaar oud. Jan is geboren op maandag 12 december 1791 in Wortel (België), zoon van Joannes Petrus Mortiers en Joanna Maria Bervoets. Jan is overleden op woensdag 14 oktober 1874 in Hoogstraten, 82 jaar oud. Jan is weduwnaar van Jacoba Mertens (1788-1842), met wie hij trouwde op maandag 19 april 1819 in Hoogstraten.
Beroep:
Zager
18 Johannes [Jan] Baptist van Ginneken. Hij is gedoopt op donderdag 2 maart 1780 in Oosterhout [bron: Inv.nr. 16 - Oosterhout - doopboek 1765-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 16, blad 225]. Johannes is overleden op woensdag 1 april 1829 in Oosterhout, 49 jaar oud.
Hij trouwde met
19 Elisabeth Scherders. Zij is gedoopt op donderdag 12 december 1782 in Oosterhout [bron: Inv.nr. 16 - Oosterhout - doopboek 1765-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 16, blad 267]. Elisabeth is overleden op dinsdag 8 januari 1822 in Oosterhout, 39 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adriaan van Ginneken. Hij is gedoopt omstreeks 1806 in Oosterhout. Adriaan is overleden op vrijdag 6 april 1883 in Oosterhout, ongeveer 77 jaar oud. Adriaan bleef ongehuwd.
II. Petrus van Ginneken. Hij is gedoopt op vrijdag 10 juni 1808 in Oosterhout [bron: Inv.nr. 17 - Oosterhout - doopboek 1796-1811 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2002, Doop-, trouw- en begraafboeken van Oosterhout, 1610-1810, inventarisnummer 17, blad 205]. Petrus is overleden op dinsdag 2 april 1878 in Teteringen, 69 jaar oud. Petrus trouwde, 22 jaar oud, op zaterdag 17 juli 1830 in Teteringen [bron: Huwelijksregister 1830, aktenummer 005] met Apollonia van Dongen.
III. Joanna van Ginneken, geboren op donderdag 22 november 1810 in Oosterhout (zie 9).
IV. Hendrik van Ginneken, geboren op dinsdag 13 juli 1813 in Oosterhout [bron: Geboorteregister 1813, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 117].
Notitie bij de geboorte van Hendrik: De akte is in het Frans opgesteld. Vader staat vermeld als Jean Batiste. Henrij staat als zijn geboortenaam vermeld. Alle latere vermeldingen noemen hem Hendrik.
Hendrik is overleden op zondag 27 november 1887 in Oosterhout, 74 jaar oud. Hendrik trouwde, 26 jaar oud, op donderdag 7 mei 1840 in Oosterhout [bron: Huwelijksregister 1840, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 23] met Anna Maria Meeuwes.
V. Maria van Ginneken, geboren op donderdag 7 september 1815 in Oosterhout [bron: Geboorteregister 1815, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 135]. Maria is overleden op zaterdag 24 februari 1877 in Ramsdonk, 61 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1877, aktenummer 22 Raamsdonk]. Maria:
(1) trouwde, 24 jaar oud, op woensdag 13 mei 1840 in Raamsdonk [bron: Huwelijksregister 1840, aktenummer 7] met Cornelis Langerwerf, ongeveer 32 jaar oud. Cornelis is geboren omstreeks 1808 in Raamsdonk.
(2) trouwde, 34 jaar oud, op donderdag 31 januari 1850 in Raamsdonk [bron: Huwelijksregister 1850, aktenummer 2] met Adrianus Theuns, 35 jaar oud. Adrianus is geboren op zondag 31 juli 1814 in Meerle(B).
VI. Johannes van Ginneken (afb. 94), geboren op donderdag 20 augustus 1818 in Oosterhout [bron: Geboorteregister 1818, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand Oosterhout, aktenummer 115].
Notitie bij de geboorte van Johannes: Bij de BS van 1870-1879 staat als geboortedatum 08-08-1815. Bij BS van 1860-1869 staat 08-08-2018. Bij BS van 1850-1859 staat 20-08-1818. Bij BS van ’s Gravenmoer van 1816-1849 staat ook 20-08-1818. Geboorteakte staat ook op 20 augustus 1818.
Johannes is overleden op donderdag 14 februari 1884 in Dongen, 65 jaar oud.
Adres:
tot 02-11-1849     ’s Gravenmoer   [bron: Inv. nr. 002 1826-1849 Straat deel 1, archiefnummer 959, inventarisnummer 002, blad 8]
Johannes trouwde, 30 jaar oud, op donderdag 26 april 1849 in Raamsdonk met Johanna (Anna) Pols, 34 jaar oud. Anna is geboren op dinsdag 29 november 1814 in Raamsdonk, dochter van Antonij Pols en Maria de Bont.
Notitie bij de geboorte van Anna: Bij de BS van 1870-1879 staat als geboortedatum 30-11-1812. Bij BS van 1860-1869 staat 28-11-1815. Bij BS van 1850-1859 staat 29-11-1814. Bij BS van ’s Gravenmoer van 1816-1849 staat ook 29-11-1814.
Anna is overleden op woensdag 12 november 1884 in Loon op Zand, 69 jaar oud.
Adres:
tot 02-11-1849     ’s Gravenmoer   [bron: Inv. nr. 002 1826-1849 Straat deel 1, archiefnummer 959, inventarisnummer 002, blad 8]
Beroep:
tot 02-11-1849     Dagloner   [bron: BS ’s Gravenmoer 1826-1849]
VII. Adriana van Ginneken, geboren op maandag 24 december 1821 in Oosterhout. Adriana is overleden op dinsdag 29 oktober 1895 in Oosterhout, 73 jaar oud. Adriana trouwde, 34 jaar oud, op donderdag 6 november 1856 in Oosterhout [bron: Huwelijksregister 1856, archiefnummer 2004, Ambtenaar van de burgerlijke stand in Oosterhout, aktenummer 42] met Antonij Bakx.
smits_jacobus_joannis__overleden_op_22_februari_1830_in_teteringen_op_de_molenberg_wijk_d_no_83__2_dagen_na_het_huwelijk_van_zoon_joannes.jpg
195 Smits Jacobus Joannis, overleden op 22 februari 1830 in Teteringen op de Molenberg wijk D no 83, 2 dagen na het huwelijk van zoon Joannes
20 Jacobus Jansse Smits (afb. 195), geboren in Terheijden. Hij is gedoopt op woensdag 20 juni 1764 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/115]. Jacobus is overleden op maandag 22 februari 1830 om 11:00 in Teteringen, 65 jaar oud [bron: Teteringen Memories van successie (Overledene) ; inv 17 memorie 123]. Van het overlijden is aangifte gedaan op woensdag 24 februari 1830 [bron: Overlijdensregister 1830, aktenummer 005].
Notitie bij overlijden van Jacobus: Jacobus overlijdt 2 dagen na het huwelijk van zijn zoon Joannes.
Hij trouwde met
21 Cornelia J. Goverde, geboren omstreeks 1768 in Oosterhout. Cornelia is overleden op dinsdag 2 maart 1847 in Teteringen, ongeveer 79 jaar oud.
Notitie bij Cornelia: Aantekening bij de geboorte van Joannes: moedersnaam volgens wijziging van 1 februari 1830. Haar achternaam is ook wel Gooverden.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Joannes Smits, geboren op zaterdag 14 juni 1794 in Teteringen (zie 10).
II. Maria Smits. Zij is gedoopt op zaterdag 13 oktober 1798 in Teteringen [bron: Teteringen R.K. dopen, 1771-1810 (4) 4/183].
III. Gertrudo Smits. Zij is gedoopt op woensdag 16 december 1801 in Teteringen [bron: Teteringen R.K. dopen, 1771-1810 (4) 4/183].
IV. Godefridus Smits. Hij is gedoopt op maandag 9 april 1804 in Teteringen.
22 Joannis (Jan) Adriaensen, geboren in Ginneken. Hij is gedoopt in Ginneken. Jan is overleden op zondag 29 juni 1806 in Breda.
Notitie bij overlijden van Jan: Grote Kerk van Breda
Notitie bij Jan: 12-02-1797: Joannes Adriaensen (bij zijn trouwen)
07-01-1886: Joannis Adriaensen (Overlijden van dochter Petronella)
Beroep:
1806     Ruiter der republiek ("Gepensioneerd ruiter dezer republiek" staat in 1806 vermeld in het begraafboek van de Grote Kerk)
Hij trouwde op zondag 12 februari 1797 [bron: Trouwen rk Brugstraat 1776-1811, archiefnummer PB, Parochie Brugstraat, inventarisnummer 82, blad 67] met de 38-jarige Maria Adriani Rubbens Jansen. Jan en Maria gingen op zaterdag 28 januari 1797 in ondertrouw.
adriaensen_joannes__trouwt_met_maria_adriani_rubbens_op_12_februari_1797_in_breda.jpg rubbens_maria__gedoopt_rk_bavel_op_29_oktober_1758.jpg
196 Adriaensen Joannes, trouwt met Maria Adriani Rubbens op 12 februari 1797 in Breda
197 Rubbens Maria, gedoopt RK Bavel op 29 oktober 1758
23 Maria Adriani Rubbens Jansen (afb. 196 en 197). Zij is gedoopt op zondag 29 oktober 1758 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 5, blad 74]. Maria is overleden op donderdag 25 september 1806 in Breda, 47 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Maria: Kleine Kerk te Breda
Notitie bij Maria: 29-10-1758: Maria Adriani Rubbens (bij haar doop)
12-02-1797: Maria Adriani Rubbens (bij haar trouwen)
24-05-1800: Maria Rubbens (bij de doop van dochter Petronella)
07-01-1886: Maria Jansen (bij het overlijden van dochter Petronella)
Kind uit dit huwelijk:
I. Petronella Adriaansen, geboren in Breda (zie 11).
oerlemans_laurentius__rk_gedoopt_op_18_maart_1759__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_132_.jpg oerlemans_lauwerens_en_adriana_spaandonk_doen_ondertrouw_op_10_mei_1800_en_trouwen_op_het_raadhuis_van_loon_op_zand_op_25_mei_1800_-_loon_op_zand_trouwboek_schepenbank_inv_29_1799-1806_blad_33.jpg
198 Oerlemans Laurentius, rk gedoopt op 18 maart 1759, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 132
199 Oerlemans Lauwerens en Adriana Spaandonk doen ondertrouw op 10 mei 1800 en trouwen op het raadhuis van Loon op Zand op 25 mei 1800 - Loon op Zand Trouwboek Schepenbank inv 29 1799-1806 blad 33
24 Laurentius Leonardus Oerlemans (afb. 198 en 199). Hij is gedoopt op zondag 18 maart 1759 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 132]. Bij de doop van Laurentius waren de volgende getuigen aanwezig: Helena Hamers en Quirinus Paymans.
Notitie bij de geboorte van Laurentius: Vermelding Franciscus Oerlemans bij de doop van het oudste kind Leonardus, daarna steeds Laurentius Oerlemans
Laurentius is overleden op vrijdag 25 maart 1825 in Loon op Zand, 66 jaar oud.
Hij trouwde, 41 jaar oud, op zondag 25 mei 1800 in Loon op Zand [bron: Inv. 29 trouwboek 1799-1806 (schepenbank) Loon op Zand] met de ongeveer 27-jarige Adriana Adrianus van Spaandonk [Spaendonk]. Laurentius en Adriana gingen op zaterdag 10 mei 1800 in ondertrouw. Het kerkelijk huwelijk tussen Adriana en Laurentius vond plaats op zondag 25 mei 1800 in Loon op Zand.
25 Adriana Adrianus van Spaandonk [Spaendonk], geboren omstreeks 1773 in Loon op Zand. Adriana is overleden op donderdag 28 oktober 1813 in Loon op Zand, ongeveer 40 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Leonardus Oerlemans. Hij is gedoopt op vrijdag 14 augustus 1801 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg25)]. Leonardus is overleden vóór 1804, ten hoogste 3 jaar oud.
II. Adriana Oerlemans. Zij is gedoopt op vrijdag 8 oktober 1802 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg30)].
III. Leonardus Oerlemans, gedoopt op vrijdag 7 september 1804 in Kaatsheuvel (zie 12).
IV. Maria Oerlemans. Zij is gedoopt op dinsdag 7 april 1807 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, ph50v)].
V. Anna Oerlemans. Zij is gedoopt op maandag 30 juli 1810 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg67)].
priems_waltherus_henrici__rk_gedoopt_op_17_januari_1778_in_loon_op_zand.jpg
200 Priems Waltherus Henrici, RK gedoopt op 17 januari 1778 in Loon op Zand
26 Waltherus Henricus (Wouter) Priems (afb. 200), geboren op zaterdag 17 januari 1778 in Loon op Zand. Hij is gedoopt op zaterdag 17 januari 1778 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 99]. Bij de doop van Wouter waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Priems en Petrus Wilhelmus Snoere (geb. 1756) [zie 106,IV] [oom moederszijde]. Wouter is overleden op zondag 17 juni 1821 om 12:00 in Loon op Zand, 43 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1821, archiefnummer 911, blad 10v].
Notitie bij Wouter: 23-04-1808: Wouter Priems (bij zijn ondertrouw)
08-06-1810: Walteri Henrici Priems (bij de doop van Henrica)
17-06-1821: Wouter Priems (bij zijn overlijden)
Beroep:
17-06-1821     Bouwman
Getuige bij:
08-05-1808     huwelijk Willem Paulussen Broeders (geb. ±1782) en Willemijne Janse Kennekens [zie 54,I]   [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 59v]
Hij trouwde, 30 jaar oud, op zondag 8 mei 1808 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 60v] met de ongeveer 44-jarige Anna Joannes Kennekens. Wouter en Anna gingen op zaterdag 23 april 1808 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 60v]. Bij het burgerlijk huwelijk van Wouter en Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Willemijne Janse Kennekens [zie 54,I] [zus bruid] en Willem Paulussen Broeders (geb. ±1782) [zie 54,I].
Notitie bij het huwelijk van Wouter en Anna: De 2 zussen Anna en Willemijne trouwen op dezelfde dag en zijn elkaars getuigen. Wouter is 30 jaar, en Anna is dan 44 jaar (als de overlijdensaangifte door haar zwager in 1844 klopt, ze was toen 80 jaar). Ze krijgen samen 1 dochter Henrica. Wouter overlijdt als hij 43 jaar is, en dochter Henrica is 11 jaar. Hun enige dochter trouwt in 1835 met Leonardus Oerlemans. Ze krijgen 1 zoon, Francis, en Anna wordt oma. Na de geboorte van nog een dochter Wouterina overlijden kort na elkaar haar dochter en haar kleindochter.
Zo blijven ze met 3en over.
27 Anna Joannes Kennekens, geboren omstreeks 1764 in Loon op Zand. Anna is overleden op dinsdag 16 januari 1844 in Loon op Zand, ongeveer 80 jaar oud. Bij de overlijdensaangifte van Anna was de volgende getuige aanwezig: Willem Paulussen Broeders (geb. ±1782) [zie 54,I] [zwager].
Notitie bij Anna: 23-04-1808: Anna Janse Kennekens
08-06-1810: Anna Joannis Kennekens
Adres:
16-01-1844     De Moer, Loon op Zand   [bron: Overlijdensregister 1844, archiefnummer 911, aktenummer 8]
Getuige bij:
08-05-1808     huwelijk Willem Paulussen Broeders (geb. ±1782) en Willemijne Janse Kennekens [zie 54,I]    [zus bruid]   [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 59v]
Kind uit dit huwelijk:
I. Henrica Priems, geboren op vrijdag 8 juni 1810 in Loon op Zand (zie 13).
28 Cornelis Noijens. Hij is gedoopt in Hilvarenbeek.
Notitie bij de geboorte van Cornelis: Ook Poppel is genoemd als zijn geboorteplaats
Cornelis is overleden op vrijdag 7 februari 1851 in Hilvarenbeek.
Beroep:
1785     Landbouwer
Cornelis trouwde (2) met Johanna Vos.
Hij trouwde (1) met
29 Anna Maria [Maria] van Hees, geboren op woensdag 13 maart 1765 in Riel. Anna is overleden vóór 1851, ten hoogste 86 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Henricus Noijens. Hij is gedoopt op dinsdag 2 oktober 1792 in Riel.
II. Johannes (Jan) Noijens, geboren op dinsdag 9 december 1794 in Riel (zie 14).
III. Henrica [Hendrika] Noijens. Zij is gedoopt op donderdag 17 augustus 1797 in Riel. Henrica trouwde, 24 jaar oud, op zondag 14 april 1822 in Hilvarenbeek [bron: BS Hilvarenbeek inv 4350 nr 10] met Cornelis Marcelis. Cornelis is geboren in Moergestel.
IV. Lambertus Noijens. Hij is gedoopt op zondag 28 december 1800 in Riel.
V. Maria Noijens. Zij is gedoopt op maandag 16 april 1804 in Riel.
laerhoeven_joannes_petri_van__rk_gedoopt_op_4_aug._1761__natuurlijke_zoon_van_petrus_van_laerhoeven_en_barbara__gerardi_bruers__geecht_bij_huwelijk_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_blz._121r.jpg laarhoven_jan_peeter__j.m._en_joanna_marten_van_gils_j.d.__beide_geboren_en_w._hilvarenbeek__doen_ondertrouw_op_23_januari_1795_en_trouwen_op_8_februari_-_hilvarenbeek_-_schepenbank_inv._17_bl._59v.jpg
201 Laerhoeven Joannes Petri van, RK gedoopt op 4 aug. 1761, natuurlijke zoon van Petrus van Laerhoeven en Barbara Gerardi Bruers, geecht bij huwelijk - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 121r
202 Laarhoven Jan Peeter, j.m. en Joanna Marten van Gils j.d., beide geboren en w. Hilvarenbeek, doen ondertrouw op 23 januari 1795 en trouwen op 8 februari - Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 17 Bl. 59v
30 Joannes Pieter (Jan) van Laarhoven (afb. 201 en 202), geboren in Hilvarenbeek. Hij is gedoopt op dinsdag 4 augustus 1761 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 121r]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Gerardi Bruers en Catalijn van der Meijs (geb. 1687) [zie 123] [grootmoeder moederszijde].
Notitie bij de geboorte van Jan: Natuurlijke zoon, geecht bij hun trouwen.
Jan is overleden, 41 jaar oud. Hij is begraven op zaterdag 4 september 1802 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 13 Kerkerecht voor begraven Blad 55v].
Hij trouwde, 33 jaar oud, op zondag 8 februari 1795 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 17 Bl. 59v] met de ongeveer 33-jarige Joanna Martinus van Gils. Jan en Joanna gingen op vrijdag 23 januari 1795 in Hilvarenbeek in ondertrouw [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 17 Bl. 59v].
31 Joanna Martinus van Gils, geboren omstreeks 1762 in Hilvarenbeek. Joanna is overleden op zaterdag 13 juli 1839 in Hilvarenbeek, ongeveer 77 jaar oud.
Beroep:
04-03-1821     Spinster   [bron: Hilvarenbeek - Huw. reg. 1821 akte 6]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Petrus Joannes van Laarhoven. Hij is gedoopt op maandag 11 januari 1796 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 5 Blz. 97v]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Lucas van Loo en Maria Prinsens.
II. Martinus Joannes van Laarhoven. Hij is gedoopt op dinsdag 25 september 1798 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 6 Blz. 11]. Bij de doop van Martinus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria van Gils en Joannes van Laarhoven.
Notitie bij de geboorte van Martinus: De peter Joannes van Laarhoven is waarschijnlijk zijn jongere broer.
III. Barbara Joannes van Laarhoven, geboren op woensdag 2 oktober 1799 in Hilvarenbeek (zie 15).

Generatie 6 (oudouders)

meeren_cornelius_petri_jacob__rk_gedoopt_op_30_oktober_1731_in_ginneken.jpg
203 Meeren Cornelius Petri Jacob, rk gedoopt op 30 oktober 1731 in Ginneken
32 Cornelius Petri Meeren (afb. 203). Hij is gedoopt op dinsdag 30 oktober 1731 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 341 r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelia Antonii Gijps en Cornelius Wouter Adriaan van Hoydonck (1671-na 1731) [zie 258,IV] [oudoom vaderszijde].
Notitie bij Cornelius: Meiren [[Vermeeren]
Hij trouwde, 29 jaar oud, op zondag 1 februari 1761 in Ginneken met de 24-jarige
33 Dympna [Digna] Adriani van Boxel [Boxtel]. Zij is gedoopt op vrijdag 23 november 1736 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 358 r].
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Catharina Cornelii Meeren. Bij de geboorteaangifte van Catharina was de volgende getuige aanwezig: [waarschijnlijk] Jacobus Petri Meeren [Vermeeren]. Zij is gedoopt op woensdag 6 januari 1762 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 164 r].
Notitie bij de geboorte van Catharina: Jacobus Vermeeren is genoemd. Waarschijnlijk is het de oom van Catharina.
Catharina is overleden op vrijdag 27 juni 1800 in Ginneken, 38 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Vermeeren
Getuige bij:
geboorteaangifte [waarschijnlijk] Catharina Mertens (geb. 1795)
04-11-1789     doop Cornelius Adriani Meeren (1789-1815) [zie 16,I]    [tante vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 32 r]
Catharina trouwde, 21 jaar oud, op zondag 18 mei 1783 met Henricus Joannis Mertens [Meertens]. Hij is gedoopt in Hoogstraten.
Getuige bij:
geboorteaangifte [waarschijnlijk] Catharina Mertens (geb. 1795)
geboorteaangifte Joanna Meeren (1785-1787)    [aangetrouwde neef vaderszijde]
28-02-1796     doop Adriana Adriani Meeren (1796-1804) [zie 16,IV]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 192 r]
II. Adrianus Cornelis (Adriaan (Corneel)) Meeren, gedoopt op zaterdag 9 april 1763 in Ginneken (zie 16).
III. Maria Cornelii Vermeeren. Zij is gedoopt op dinsdag 2 oktober 1764 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 185 r]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Adriani van Boxel (geb. 1733) [zie 66,III] [tante moederszijde] en [waarschijnlijk] Adrianus Petri Meiren (geb. 1738) [zie 64,VI] [oom vaderszijde].
34 Cornelius Joannis Gerardi van Wesel. Hij is gedoopt in Ginneken. Cornelius is weduwnaar van Elisabeth Adriani van der Schoot, met wie hij trouwde (1) op zondag 29 mei 1746 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 119 en N-G 40 nr.1, folio: 048 en 041 v en r].
Hij trouwde (2) na 1755 met
35 Anna Maria Pauli Vermeulen. Zij is gedoopt in Dongen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerardus Cornelii van Wesel. Hij is gedoopt op vrijdag 19 januari 1759 in Ginneken [bron: RK doop Ginneken en Bavel 1738-1782; DTB-nr: 114, folio: 142]. Bij de doop van Gerardus waren de volgende getuigen aanwezig: Gertrudis Vermeulen en Gerardus van Wesel.
II. Joanna Cornelii van Wesel. Zij is gedoopt op zaterdag 25 april 1761 in Ginneken [bron: RK doop Ginneken en Bavel 1738-1782; DTB-nr: 114, folio: 159]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Jacobs en Cornelia Vermeulen.
III. Catharina Cornelii van Wesel. Zij is gedoopt op vrijdag 22 april 1763 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796; DTB-nr: IV-20 nr. 5, fol: 83 r]. Bij de doop van Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Antonia [Anthonet] Joannes van Wesel en Joannes van Wesel. Catharina is overleden vóór zaterdag 17 november 1764, ten hoogste 1 jaar oud.
IV. Catharina Cornelis van Wesel, gedoopt op zaterdag 17 november 1764 in Bavel (zie 17).
V. Petronilla Cornelii van Wesel. Zij is gedoopt op vrijdag 13 februari 1767 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796; DTB-nr: IV-20 nr. 5, fol: 91 r]. Bij de doop van Petronilla waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Jacobs en Christina van Wesel.
VI. Maria Cornelii van Wesel. Zij is gedoopt op vrijdag 27 oktober 1769 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796; DTB-nr: IV-20 nr. 5, fol: 100 r]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Lambertus Henrici van Hoeijdonck en Maria Sprangers. Maria trouwde met Danielis Sweep.
36 Adriaan Adriaanse van Ginneken. Adriaan is overleden op zondag 26 mei 1811.
Hij trouwde met
37 Johanna Koremans. Johanna is overleden op donderdag 4 mei 1809.
Kind uit dit huwelijk:
I. Johannes [Jan] Baptist van Ginneken, gedoopt op donderdag 2 maart 1780 in Oosterhout (zie 18).
38 Petri (Pieter) Scherders.
Hij trouwde met
39 Maria van Rijthoven.
Kind uit dit huwelijk:
I. Elisabeth Scherders, gedoopt op donderdag 12 december 1782 in Oosterhout (zie 19).
40 Joannes Adriani (Jan) Smits. Hij is gedoopt in Terheijden.
Hij trouwde met
41 Geertruida [Gertrudis] Adriani Daniels [Daeneels]. Zij is gedoopt in Oosterhout.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Maria Smits. Zij is gedoopt op vrijdag 29 oktober 1751 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/32].
II. Adrianus Smits. Hij is gedoopt op zaterdag 3 maart 1753 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/41].
III. Adriana Smits. Zij is gedoopt op dinsdag 20 mei 1755 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/57].
IV. Antonius Smits. Hij is gedoopt op zondag 30 januari 1757 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/68].
V. Joannes Franciscus Smits. Hij is gedoopt op zondag 13 mei 1759 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/85].
VI. Jacobus Jansse Smits, geboren in Terheijden (zie 20).
VII. Josephus Smits. Bij de geboorteaangifte van Josephus was de volgende getuige aanwezig: Adrianus Dingemannus [Digman]. Hij is gedoopt op zondag 5 oktober 1766 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/126].
VIII. Josephus Smits. Bij de geboorteaangifte van Josephus was de volgende getuige aanwezig: Adrianus Dingemannus [Digman]. Hij is gedoopt op zondag 28 mei 1769 in Terheijden [bron: Terheijden R.K. dopen 1748-1779 bron 8/].
42 Govert Jan Goverde.
Hij trouwde met
43 Maria Martens.
Kind uit dit huwelijk:
I. Cornelia J. Goverde, geboren omstreeks 1768 in Oosterhout (zie 21).
janssen_adriaan_robbert__overleden_op_31_januari_1772_in_bavel.jpg
204 Janssen Adriaan Robbert, overleden op 31 januari 1772 in Bavel
46 Adriaan Robbert Jansen (afb. 204). Hij is gedoopt in Rijen. Adriaan is overleden op vrijdag 31 januari 1772 in Ginneken [bron: Begraven nh Bavel 1762-1797, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 7, blad 12r].
Notitie bij Adriaan: 28-03-1757: Adrianus Roberti Jansen (bij de doop van Henricus)
31-01-1772: Adriaan Robbert Janssen (bij zijn overlijden)
24-02-1799: Adriaan Janzen (bij het overlijden van zijn vrouw)
Hij trouwde met
dun_maria_van__overleden_op_24_februari_1799_in_breda__begraven_grote_kerk_op_26_februari.jpg
205 Dun Maria van, overleden op 24 februari 1799 in Breda, begraven Grote Kerk op 26 februari
47 Maria Hendrici van Dun (afb. 205). Zij is gedoopt op zondag 26 september 1728 in Chaam [bron: Inv.nr. 02 - Chaam - doopboek 1698-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 2902, Doop-, trouw- en begraafboeken van Chaam, 1626-1810, inventarisnummer 02, blad 39v]. Maria is overleden op zondag 24 februari 1799 in Breda, 70 jaar oud. Zij is begraven op dinsdag 26 februari 1799 in Breda [bron: Begraafposten in de rekeningen van de Grote Kerk 1797-1806, archiefnummer CB, Collectie DTB Breda, inventarisnummer 76, blad 19r].
Notitie bij overlijden van Maria: Grote Kerk te Breda
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Joannes Jansen. Hij is gedoopt op vrijdag 18 juli 1755 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 5, blad 64].
II. Henricus Jansen. Hij is gedoopt op maandag 28 maart 1757 in Bavel.
III. Maria Adriani Rubbens Jansen, gedoopt op zondag 29 oktober 1758 in Bavel (zie 23).
IV. Antonia Janssen. Zij is gedoopt op woensdag 7 januari 1761 in Bavel.
V. Gerardus Rubbens. Hij is gedoopt op woensdag 8 mei 1765 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 5, blad 87].
VI. Petronilla Rubbens. Zij is gedoopt op donderdag 24 juli 1766 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 5, blad 90].
VII. Gerardus Rubbens. Hij is gedoopt op donderdag 8 november 1770 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1733-1796, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 5, blad 102].
oerlemans_leonardus__rk_gedoopt_op_2_juli_1718__zoon_van_cornelis_leonardus_oerlemans_en_wi_helma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_39v.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._107_-_scan_130.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._107v_-_scan_133.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._108_-_scan_133.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._108v_-_scan_134.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._109_-_scan_134.jpg
206 Oerlemans Leonardus, rk gedoopt op 2 juli 1718, zoon van Cornelis Leonardus Oerlemans en Wi;helma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 39v
207 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 - scan 130
208 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107v - scan 133
209 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 108 - scan 133
210 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 108v - scan 134
211 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 109 - scan 134
oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._109v_-_scan_135.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_nota_-_loon_op_zand_ra_inv._101_na_f._107_-_scan_131_.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_deling_op_3_juni_1761_-_15_dec._1755_is_maandag_-_loon_op_zand_ra_inv._101_na_f._107_-_scan_132_.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_153.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_154.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_155.jpg
212 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 109v - scan 135
213 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Nota - Loon op Zand RA Inv. 101 na f. 107 - scan 131
214 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske deling op 3 juni 1761 - 15 dec. 1755 is maandag - Loon op Zand RA Inv. 101 na f. 107 - scan 132
215 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153
216 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 154
217 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 155
oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_156.jpg oerlemans_leendert__is_450_gulden_schuldig_aan_wouter_olieviers_op_24_nov._1777_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_122_register_van_ongeroyeerde_verbanden_of_schepengeloften_binnen_venloon_-_scan_30.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_239.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_240l.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_240r.jpg oerlemans_leenderd__overleden_op_2_sept._en_begraven_op_6_sept._1786__als_huisvader__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand_ng_doodboek_1757-1786_inv.16__pg113.jpg
218 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 156
219 Oerlemans Leendert, is 450 gulden schuldig aan Wouter Olieviers op 24 nov. 1777 - Loon op Zand - Schepenbank inv 122 Register van ongeroyeerde verbanden of schepengeloften binnen Venloon - scan 30
220 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 239
221 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 240l
222 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 240r
223 Oerlemans Leenderd, overleden op 2 sept. en begraven op 6 sept. 1786, als huisvader, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113
48 Leonardus Cornelis (Leendert) Oerlemans (afb. 206 t/m 223). Hij is gedoopt op zaterdag 2 juli 1718 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 39v]. Bij de doop van Leendert waren de volgende getuigen aanwezig: Adriaan Hamers [zie 194] [grootvader moederszijde] en Agnes Heyligerus Oirlemans (geb. 1667) [nicht van vader]. Leendert is overleden op zaterdag 2 september 1786 in Loon op Zand, 68 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 22 Tafel op overledenen 1761-1786 NG, blad 40; Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113]. Hij is begraven op woensdag 6 september 1786 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113].
Adressen:
1747     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1731-1760 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 7, pg160v)]
21-04-1778     In t Moer, Loon op Zand (Bij de staat en inventaris van de akte staat dat het halve huis, gelegen in t Moer, ligt ten oosten van Leendert Oerlemans.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Akte van verkoop:
06-11-1779     Samenvatting:
----------------

Hendrikus Jan de Rooy, uit Tilburg, en Cornelis Adriaan Oerlemans zijn als getuigen present bij notaris Bles om volmacht te geven
aan Leendert Cornelis Oerlemans, uit Loon op Zand,

om in naam van juffrouw Adriana Maria de Rooy, om zowel van vaders als moeders kant,

met recht van naarderschap, de huysinge en erven, te Loon op Zand staande,
door haar gemachtigde Christiaan, verkocht aan Johannes van Amelsvoort, te naasten.

Toelichting:
------------

Het recht van naarderschap ofwel van naasting bestond vanaf de middeleeuwen tot aan de Franse tijd. Degene die het recht van naasting bezat, had het recht om een verkocht pand over te kopen (Bron: nl.wikipedia.org/wiki/Naasting).
Op basis hiervan heb ik deze akt egeplaatst onder de Categorie Akte van verkoop.

Hendrikus Jan de Rooy is de broer van Adriana Maria. Ze zijn kinderen van Christiaan van Rooy en Catharina van de Ven, rk gedoopt in Tilburg op 9 juli 1714 en 24 november 1715.
Ze zijn ten tijde van deze akte 65 en 63 jaar.
Adriana Maria woont in Aalst, als ze op 30 mei 1778 haar testament maakt (Tilburg, Inv. 103, blad 37)

Leendert is dan 61 jaar.

Cornelis Adriaan Oerlemans zal de zoon van zijn broer Adriaan zijn, en van Maria Peter Basters, gedoopt 24 nov. 1751 in Loon op Zand. Die is dan 27 jaar.

Tussen Van Rooy en Oerlemans heb ik (tot nu toe) geen bloedverwantschap gevonden.

Transcryptie:
---------------

Compareerde voor mij, Cornelis Bles, Notars openbaarbij de Ed: Mog: Rade en Leenhoove van Brabant, en Landen van Overmase in ’s Hage geadmitteerd, binnen de Heerlijkheidt van Tilborgh resideerende, ter presentie van de getuygens, nagenoemt

Hendricus Jan de Rooy, woonagtig te Tilborgh en
Cornelis Adriaan Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant,
de welken verclaarden zoo te saamen als ieder afsonderlyk te Constitueeren, en volmagtig te maaken, Zoo zijn doende bij deesen,

Leendert Cornelis Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant, specialyk omme in Naamen van hun constituanten als vrinden en Bloetverwanten van

Juffrouw Adriana Maria de Rooy, zoo van der zelver vader als moeder zijde, met den Regten van naarderschappen ’t onlossen vrijen ende quijten, zoodaanige Huijsingen ende Erven, geleegen onder Loon op Zant,
als de gemelde Juffrouw Adriana Maria de Rooy, of wel haaren gemagtigden, Christiaan, momboirs in haare Naame voor Heeren Scheepenen van Loon op Zand nu onlangs heeft getransporteerd en in Coop overgegeeven aan Johannes van Amelsvoort;

Doende zulcx des noods en versogt wordende onder Expur
gatie van Eeden dat deese Naastinge geschiet ten haaren Eijgen profeijt, met hun Eijgen gelt, zonder eenige inductie der Contrarie, tot ’t presteren van welken Eet zij Constituanten hem geconstitueerde zijn Committeerende en authoriseerende bij deesen dan oft mogte gebeuren dat een of ander haarder Constituanten niet wierde erkent aan de verkooperde naarder in bloedverwantschap te bestaan,
dan hij Cooper, of dat men zoude pretesceeren nog naarder in bloeden te zijn, in dien gevallede naarderschappe met prestatie van alle vereijste solemniteijten als voorschreven te doen in Naame en alleen ten behoeven van die haarder beijde welke als naaste in Bloede sal worden Erkent, in welken gevalle den geene die van haar Constituanten tot die Naasting niet wort erkent,
van nie voor als dan daar dan is renuntieerende bij deesen, ten dien Eijnde te compareeren ten Raadhuysen voor Heeren Scheepenen in Loon op Sant voornoemd en aldaar de vereijst werdende actens te passeeren den voornoemde Cooper <ten Eijnde voorschreven> te citeeren en voorts te presteeren wat den Cas Subject et Stile Localie zal werden gerequireert,

mitsgaders den gemelden Cooper in blinckende penningen aanbieden en daadelijk restitueeren den vollen Coopschat bij hem voorgemelde Huysinge en Ervan uytgelooft met den veertigsten penning en alle verdere onkosten welke hij ter Zaake des koops eenigsten te mogte hebben uytgeschooten < en hem na regten competeerende is>.

Met belofte allen t geenen den koooer te zaake voorschreven aan de verkoopperse verder mogte hebben belooft kost, en schaadeloos over te neemen, en hem kooper daar van te indemneeren,

en bij aldien gemelden kooper weijgerde de koopschat en alle verdere onkosten als voorschreven te ontfangen of deese naastinge niet accepteerde als dan die penningen te Secretarije van Loon op Zand onder de Heeren Scheepenen of Secretaris te Consigneeren < onder protestatie als na stijl>

en voorts generaalijk te Zaake voorschreven alles verder voorder (?) of anders te doen en verrigten wat zij constituanten zelfs present en voor oogen zijnde.

Zoo te saamen als ider afsonderlyk zouden komen moogen en moeten doen, alwaar t ook zoo dat hier toe eenige spesiaalder ofte ampelder magt dan voorschreven staat wierde vereijst de zelve versoeken zij constituanten dat alhier mogen werden gehouden voor geinsereert.
Alles onder belofte van approbatie Ratificatie mitsgaders indemniteijt en verbant als na Regten.

Aldus gedaan ende gepasseert binnen de Heerlijkheijdt Tilborgh ten Comptoire Mijns, Notaris ter presentie en ten overstaan van Isaak Blesen Hendrick van Voorts als getuygens hier toe versogt, die .. heeden den sesden November 1700 Negen en Seventigh

<Handtekeningen van:>
Hendrickus de Roij
Cornelis Oerlemans
Isaak Bles
H. v. Voorst
Corn. Bles
  [bron: Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 239-240]
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuigenverklaring:
30-10-1771     Samenvatting:

Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar,
Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar,
Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar,
Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar,
wonend in ’t Moer,

leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af.

Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans.
Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar?
Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft.
In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug.

Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten.

Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is.
Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette.

Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft.

Toelichting:

Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd.

Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil.

Van de familie Nette heb ik gevonden:

Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59).
Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156]
Schuldbekentenis:
24-11-1777     Leendert Oerlemans is schuldig 450 gulden aan Wouter Olieviers   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 122 Register van ongeroyeerde verbanden of schepengeloften binnen Venloon - scan 30]
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
24-11-1751     doop Cornelis Adriaan Oerlemans (geb. 1751)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 96v]
29-09-1754     doop Cornelia van Lier (1754-1785)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 111]
Hij trouwde, 28 jaar oud, op zondag 29 januari 1747 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1731-1760 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 7, pg160v)] met de 19-jarige Anna (Anneke) Hamers. Leendert en Anneke gingen op zaterdag 14 januari 1747 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg74)].
haemers_anna__rk_gedoopt_op_7_febr._1717_in_loon_op_zand__dochter_van_adrianus_haemers_en_waltera_geert_freijsen_-_loon_op_zand__-_inv._6_doopboek_1711-1732__blad_84.jpg hamers_anneke__overleden_op_30_december_1782__huisvrouw_van_leenderd_oerlemans__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand_-_inv._38_lijst_der_begravenen_1753-1783__blad_68__scan_92.jpg
224 Haemers Anna, rk gedoopt op 7 febr. 1717 in Loon op Zand, dochter van Adrianus Haemers en Waltera Geert Freijsen - Loon op Zand - Inv. 6 Doopboek 1711-1732, blad 84
225 Hamers Anneke, overleden op 30 december 1782, huisvrouw van Leenderd Oerlemans, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand - Inv. 38 Lijst der begravenen 1753-1783, blad 68, scan 92
49 Anna (Anneke) Hamers (afb. 224 en 225). Zij is gedoopt op vrijdag 7 februari 1727 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doopboek 1711-1732, blad 84]. Bij de doop van Anneke waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Caters en Catharina Geert Frijsen. Anneke is overleden op maandag 30 december 1782 in Loon op Zand, 55 jaar oud [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg68, scan 92) en Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg78)].
Notitie bij overlijden van Anneke: Als huisvrouw, laat kinderen en vastgoed na.
Kinderen uit dit huwelijk:
oerlemans_geerdina__overleden_op_31_maart_1768__kind_van_leendert_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv_38_lijst_van_begravenen_1757-1783_blad_28.jpg
226 Oerlemans Geerdina, overleden op 31 maart 1768, kind van Leendert Oerlemans - Loon op Zand - Inv 38 Lijst van begravenen 1757-1783 Blad 28
I. Geerdina Oerlemans (afb. 226). Zij is gedoopt in Loon op Zand. Geerdina is overleden op donderdag 31 maart 1768 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg28) en NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg31v); Loon op Zand - Inv 38 Lijst van begravenen 1757-1783 Blad 28].
Notitie bij overlijden van Geerdina: Overleden als kind. De vader is Leendert Oerlemans. Zeer waarschijnlijk is dit Waltera, dan 1 jaar en 2 maanden oud. Aangezien daarna in 1769 weer een Waltera gedoopt wordt.
II. Cornelius Oerlemans. Hij is gedoopt op maandag 4 december 1747 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 82v]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelma Oerlemans en Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 96,III] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Cornelius: Wilhelma Oerlemans is waarschijnlijk Wilhelma Hamers, ofwel oma.
oerlemans_maria__rk_gedoopt_op_28_sept._1749__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_87v.jpg
227 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 28 sept. 1749, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v
III. Maria Oerlemans (afb. 227). Zij is gedoopt op zondag 28 september 1749 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Robertus Hamers en Jenneke Oerlemans (1721-1771) [zie 96,V] [tante vaderszijde]. Maria is overleden [bron: Loon op Zand NG doodboek 1739-1757 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 15, pg43)].
Notitie bij overlijden van Maria: Overleden als jong kind. aangezien er geen naam genoemd is, zal het kind dood geboren zijn.
oerlemans_wilhelmus__rk_gedoopt_op_15_sept._1750__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_92.jpg
228 Oerlemans Wilhelmus, rk gedoopt op 15 sept. 1750, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92
IV. Wilhelmus Oerlemans (afb. 228). Hij is gedoopt op dinsdag 15 september 1750 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]. Bij de doop van Wilhelmus waren de volgende getuigen aanwezig: Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 96,III] [oom vaderszijde] en Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 96,VI] [tante vaderszijde].
Getuigenverklaring:
30-10-1771     Samenvatting:

Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar,
Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar,
Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar,
Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar,
wonend in ’t Moer,

leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af.

Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans.
Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar?
Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft.
In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug.

Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten.

Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is.
Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette.

Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft.

Toelichting:

Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd.

Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil.

Van de familie Nette heb ik gevonden:

Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59).
Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156]
oerlemans_maria__rk_gedoopt_op_19_jan._1752__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_97v.jpg
229 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 19 jan. 1752, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 97v
V. Maria Oerlemans (afb. 229). Zij is gedoopt op woensdag 19 januari 1752 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 97v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Basters en Henricus Hamers.
oerlemans_henricus__rk_gedoopt_op_4_juni_1755__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_114.jpg
230 Oerlemans Henricus, rk gedoopt op 4 juni 1755, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 114
VI. Henricus Oerlemans (afb. 230). Hij is gedoopt op woensdag 4 juni 1755 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 114]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Hamers en Joanna Nouwens.
oerlemans_bernardus__rk_gedoopt_op_16_jan.1757__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_122_.jpg oerlemans_bernardus__en_cornelia_van_der_ven_trouwen_voor_de_rk_kerk_van_loon_op_zand_op_28_mei_1809_-_loon_op_zand__-__rk_doop-_en_trouwboek_1795-1810__inv._9_blad_173__scan_49.jpg oerlemans_bernardus__landbouwer__54_jaar__overleden_op_9_maart_1813_in_de_moer_om_2.00u_-_loon_op_zand__-__overl._reg._1813__blad_14.jpg
231 Oerlemans Bernardus, rk gedoopt op 16 jan.1757, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Oerlemans - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122
232 Oerlemans Bernardus, en Cornelia Van der Ven trouwen voor de rk kerk van Loon op Zand op 28 mei 1809 - Loon op Zand - RK Doop- en trouwboek 1795-1810, inv. 9 blad 173, scan 49
233 Oerlemans Bernardus, landbouwer, 54 jaar, overleden op 9 maart 1813 in de Moer om 2.00u - Loon op Zand - Overl. reg. 1813, blad 14
VII. Bernardus Oerlemans (afb. 231 t/m 233). Hij is gedoopt op zondag 16 januari 1757 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122]. Bij de doop van Bernardus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Hamers en Jan van Lier (1718-1778) [zie 96,V] [aangetrouwde oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Bernardus: In de doopakte staat als naam van de moeder Anna Oerlemans.
Bernardus is overleden op dinsdag 9 maart 1813 in Loon op Zand, 56 jaar oud [bron: Loon op Zand - OVerl. reg. 1813, blad 14]. Van het overlijden is aangifte gedaan op woensdag 10 maart 1813 [bron: Loon op Zand - OVerl. reg. 1813, blad 14]. Bernardus trouwde, 52 jaar oud, op zondag 28 mei 1809 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Doop- en trouwboek 1795-1810, inv. 9 blad 173, scan 49] met Cornelia van der Ven. Bij het kerkelijk huwelijk van Bernardus en Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Hozemans en Maria de Jong.
VIII. Laurentius Leonardus Oerlemans, gedoopt op zondag 18 maart 1759 in Loon op Zand (zie 24).
oerlemans_antonius__rk_gedoopt_op_17_jan._1761__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_3.jpg
234 Oerlemans Antonius, rk gedoopt op 17 jan. 1761, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3
IX. Antonius Oerlemans (afb. 234). Hij is gedoopt op zaterdag 17 januari 1761 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3]. Bij de doop van Antonius waren de volgende getuigen aanwezig: Jacobus Haansbergen [zie 96,VI] [aangetrouwde oom vaderszijde] en Adriana Hamers. Antonius is overleden [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg50) en Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg11v)].
Notitie bij overlijden van Antonius: Overleden als jong kind. aangezien er geen naam genoemd is, zal het kind dood geboren zijn.
oerlemans_cornelius__rk_gedoopt_op_23_febr._1763__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-blad_15_.jpg
235 Oerlemans Cornelius, rk gedoopt op 23 febr. 1763, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 -blad 15
X. Cornelius Oerlemans (afb. 235). Hij is gedoopt op woensdag 23 februari 1763 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 15]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Bernardus Hamers en Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 96,VI] [tante vaderszijde].
oerlemans_adriana__rk_gedoopt_op_20_aug._1764__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_23.jpg
236 Oerlemans Adriana, rk gedoopt op 20 aug. 1764, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23
XI. Adriana Oerlemans (afb. 236). Zij is gedoopt op maandag 20 augustus 1764 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Cokx en Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 96,III] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriana: Adrianus is een broer van Leonardus.
Adriana is overleden op vrijdag 12 november 1819 in Loon op Zand, 55 jaar oud. Adriana trouwde met Rut Musters. Rut is een zoon van Louwereijs Musters en Marie van Dongen. Rut is overleden op vrijdag 26 april 1811 in Dongen.
oerlemans_waltera__rk_gedoopt_op_28_jan._1767__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_36v.jpg
237 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 28 jan. 1767, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 36v
XII. Waltera Oerlemans (afb. 237). Zij is gedoopt op woensdag 28 januari 1767 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 36v]. Bij de doop van Waltera waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cokx en Anna Hamers.
oerlemans_waltera__rk_gedoopt_op_4_april_1769__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_50.jpg
238 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 4 april 1769, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 50
XIII. Waltera Oerlemans (afb. 238). Zij is gedoopt op dinsdag 4 april 1769 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 50]. Bij de doop van Waltera waren de volgende getuigen aanwezig: Anna Cok en Adrianus Cokx.
oerlemans_joanna__rk_gedoopt_op_17_jan._1772__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_66.jpg
239 Oerlemans Joanna, rk gedoopt op 17 jan. 1772, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 66
XIV. Joanna Oerlemans (afb. 239). Zij is gedoopt op vrijdag 17 januari 1772 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 66]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus Janse (Goijert) van Lier (1751-1801) [neef vaderszijde] en Wilhelma van Lier (1753-1791) [nicht vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Joanna: Godefridus en Wilhelma zijn kinderen van Joanna Oerlemans, zijn zus, en van Joannes Goverse van Lier, ofwel neef en nicht.
50 Adri (Adri) van Spaandonk. Adri is overleden op dinsdag 2 mei 1786 in Loon op Zand.
Hij trouwde met
51 Maria Broeders, geboren omstreeks 1745 in Loon op Zand. Maria is overleden op zaterdag 3 oktober 1818 in Loon op Zand, ongeveer 73 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adriana Adrianus van Spaandonk [Spaendonk], geboren omstreeks 1773 in Loon op Zand (zie 25).
priems_henricus__trouwt_voor_de_rk_kerk_met_joanna_snoere_op_5_juni_1774_in_loon_op_zand.jpg priems_henrici_christhori__rk_gedoopt_op_6_januari_1731_in_loon_op_zand.jpg
240 Priems Henricus, trouwt voor de RK kerk met Joanna Snoere op 5 juni 1774 in Loon op Zand
241 Priems Henrici Christhori, RK gedoopt op 6 januari 1731 in Loon op Zand
52 Henricus (Hendrik) Priems (afb. 240 en 241). Hij is gedoopt op zaterdag 6 januari 1731 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 98v]. Bij de doop van Hendrik waren de volgende getuigen aanwezig: Henrici Cornelii Freijsse en Anna Henrici Priems (geb. 1700) [zie 208,VI] [tante vaderszijde]. Hendrik is overleden, 50 jaar oud. Hij is begraven op zondag 7 januari 1781 in Loon op Zand [bron: nv.nr. 16 - Loon op Zand - register van overledenen 1757-1786 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 16, blad 70].
Notitie bij overlijden van Hendrik: In het Dood-boek over de heerlijkheid Loon op Zand staat: Als huisvader, laat kinderen na.
Notitie bij Hendrik: 06-01-1731: Henrici Christhori Priems (bij zijn doop)
05-06-1774: Henricus Priems (bij zijn trouwen)
17-01-1779: Henrici Priems (bij de doop van Waltherus)
20-12-1779: Henrici Priems (bij de doop van Anna)
07-01-1781: Hendrik Priems Crrisstoffels (bij zijn overlijden)
17-06-1821: Hendrik Priems (bij de aangifte van het overlijden van zijn zoon Wouter - hij is al eerder overleden)
22-08-1829: Hendrik Priem (bij de aangifte van het overlijden van Joanna Snoeren)
09-05-1834: Hendrik Priems (bij de aangifte van het overlijden van dochter Anna)
Hij trouwde, 43 jaar oud, op zondag 5 juni 1774 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, aktenummer 24] met de 26-jarige Joanna Snoere. Bij het kerkelijk huwelijk van Hendrik en Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Paulus Broeders en Petronilla Snoere (geb. 1753) [zie 106,III] [zus bruid].
snoeren_joanna_willem__overleden_op_22_augustus_1829_op_87_jarige_leeftijd_in_loon_op_zand.jpg snoere_joanna_wilhelmi__rk_gedoopt_op_12_maart_1748_in_loon_op_zand.jpg
242 Snoeren Joanna Willem, overleden op 22 augustus 1829 op 87 jarige leeftijd in Loon op Zand
243 Snoere Joanna Wilhelmi, RK gedoopt op 12 maart 1748 in Loon op Zand
53 Joanna Snoere (afb. 242 en 243). Zij is gedoopt op dinsdag 12 maart 1748 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 83v]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Croot en Petrus Snoere.
Notitie bij de geboorte van Joanna: Bij haar overlijden weet zoon Engelbertus (dan 44 jaar) haar vader Willem Snoeren te noemen, die van haar moeder niet. Hij meldt dat ze 87 jaar was. Dan zou ze rond 1742 geboren zijn.

Dat zou betekenen: op haar 32e trouwen met Hendrik, op haar 42e met Jacobus, moeder worden van Engelbertus op haar 43e en van Maria op haar 45e.
Op 13 april 1741 is een Joanna Snoere gedoopt als dochter van Theodorus Snoere en Maria Gojerse van Lier. Dan zou ze 88 geworden zijn.

Op 12 maart 1748 is een Joanna Snoere gedoopt als dochter van Wilhelmi Snoere en Engelberta Croot. Zeker een Willem als vader. De leeftijden worden aannemelijker:
op haar 26e trouwen met Hendrik, op haar 36e met Jacobus, moeder worden van Engelbertus op haar 36e en van Maria op haar 39e.
Als peters en meters bij de dopen komen voor: Wilhelmus Snoeren, Petrus Snoere en Petronilla Snoeren. Die zijn dan te plaatsen als haar vader, haar broer en zus. Bij Theodorus zijn die geen van alle te plaatsen.
Op basis van deze redenen kies ik voor de doop op 12 maart 1748. Ze is dan geen 87, maar 81 jaar geworden.

Ze trouwt (als weduwe van 36) met Jacobus als hij een flink stuk ouder is: hij is 62 jaar, en weduwnaar.
Joanna is overleden op zaterdag 22 augustus 1829 om 04:00 in Loon op Zand, 81 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1829, archiefnummer 911, aktenummer 98]. Bij de overlijdensaangifte van Joanna was de volgende getuige aanwezig: Engelbertus van Wezenbeek (geb. 1785) [zoon].
Notitie bij overlijden van Joanna: Haar eerdere man is Hendrik Priem ipv Priems genoemd.
Notitie bij Joanna: 05-06-1774: Joanna Snoere (bij haar trouwen met Hendrik)
17-01-1778: Joanna Snoere (bij de doop van Waltherus)
20-12-1779: Joanna Snoeren (bij de doop van Anna)
20-04-1784: Johanna Snoeren (bij haar trouwen met Jacobus)
28-01-1785: Joanna Snoere (bij de doop van Engelbertus)
28-10-1787: Joanna Snoeren (bij de doop van Maria)
17-06-1821: Johanna Snoeren (bij de aangifte van het overlijden van haar zoon Wouter, zij is nog in leven)
22-08-1829: Johanna Snoeren (bij de aangifte van haar overlijden, ze zou dan 87 jaar zijn geweest, en daardoor geboren rond 1742)
09-05-1834: Johanna Snoeren (bj de aangifte van het overlijden van haar dochter Anna)
Adres:
17-06-1821     Loon op Zand   [bron: Overlijdensregister 1821, archiefnummer 911, blad 10v]
Joanna trouwde (2), 36 jaar oud, op zondag 11 april 1784 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 74v] met Jacobus van Wezenbeek (1721-1808), 62 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Waltherus Henricus (Wouter) Priems, geboren op zaterdag 17 januari 1778 in Loon op Zand (zie 26).
priems_anna_henrici__rk_gedoopt_op_20_december_1779_in_loon_op_zand.jpg
244 Priems Anna Henrici, RK gedoopt op 20 december 1779 in Loon op Zand
II. Anna Priems (afb. 244). Zij is gedoopt op maandag 20 december 1779 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 106v]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelmus Snoeren en Petronilla Snoere (geb. 1753) [zie 106,III] [tante moederszijde]. Anna is overleden op vrijdag 9 mei 1834 in Loon op Zand, 54 jaar oud [bron: Overlijdensregister 1834, archiefnummer 911, aktenummer 33].
Getuige bij:
08-06-1810     doop Henrica Priems (1810-1838) [zie 13]    [tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 09 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1795-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 9, blad 34v]
Anna trouwde, 32 jaar oud, op donderdag 23 april 1812 in Loon op Zand [bron: Combinatieregister 1812, archiefnummer 911, Administraief Archief Loon op Zand, blad 38 V] met Cornelis Schoenmakers, 30 jaar oud. Cornelis is geboren op zondag 10 februari 1782 in Loon op Zand, zoon van Corstiaan Schoenmakers en Petronella de Jong.
54 Joannes (Jan) Kennekens. Jan is overleden vóór 1844.
Hij trouwde met
55 Maria Dekkers. Maria is overleden vóór 1844.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Willemijne Janse Kennekens.
Getuige bij:
08-05-1808     huwelijk Wouter Priems (1778-1821) en Anna Joannes Kennekens (±1764-1844) [zie 27]    [zus bruid]   [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 60v]
Willemijne trouwde op zondag 8 mei 1808 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 59v] met Willem Paulussen Broeders, ongeveer 26 jaar oud, nadat zij op zaterdag 23 april 1808 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 59v]. Bij het burgerlijk huwelijk van Willemijne en Willem waren de volgende getuigen aanwezig: Anna Joannes Kennekens (±1764-1844) [zie 27] [zus bruid] en Wouter Priems (1778-1821) [zie 26]. Willem is geboren omstreeks 1782 in Loon op Zand.
Getuige bij:
overlijdensaangifte Anna Joannes Kennekens (±1764-1844) [zie 27]    [zwager]
08-05-1808     huwelijk Wouter Priems (1778-1821) en Anna Joannes Kennekens (±1764-1844) [zie 27]   [bron: Inv.nr. 30 - Loon op Zand - trouwboek 1806-1811 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand - 1608-1810, inventarisnummer 30, aktenummer 60v]
II. Anna Joannes Kennekens, geboren omstreeks 1764 in Loon op Zand (zie 27).
56 Jacobus Nooijens.
Hij trouwde met
57 Hendrina Bruurs.
Kind uit dit huwelijk:
I. Cornelis Noijens, gedoopt in Hilvarenbeek (zie 28).
58 Adrianus van Hees.
Hij trouwde op maandag 23 oktober 1747 in Riel met Hendrina [Henrica] Andriesse Goosens. Adrianus en Hendrina gingen op zaterdag 7 oktober 1747 in Riel in ondertrouw.
59 Hendrina [Henrica] Andriesse Goosens.
Kind uit dit huwelijk:
I. Anna Maria [Maria] van Hees, geboren op woensdag 13 maart 1765 in Riel (zie 29).
laerhoven_petrus_theodori__rk_gedoopt_in_september_1732_in_hilvarenbeek__zoon_van_theodorus_petri_van_laerhoven_en_anna_maria_joannis_timmermans_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_blz._52r.jpg laerhoven_peter_van__j.m._en_barbra_bruers__j.d.__beide_geb._en_w._in_hilvarenbeek_doen_ondertrouw_op_18_mei_1766_en_trouwen_op_2_juni_-_hilvarenbeek_-_ng_trouwboek_inv._9_bl._52.jpg laarhoven_peter_dirk_van__begraven_op_22_januari_1794_in_hilvarenbeek_-_hilvarenbeek__diessen__riel_-_inv._13_kerkerecht_voor_begraven_blad_30.jpg
245 Laerhoven Petrus Theodori, RK gedoopt in september 1732 in Hilvarenbeek, zoon van Theodorus Petri van Laerhoven en Anna Maria Joannis Timmermans - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 52r
246 Laerhoven Peter van, j.m. en Barbra Bruers, j.d., beide geb. en w. in Hilvarenbeek doen ondertrouw op 18 mei 1766 en trouwen op 2 juni - Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 9 Bl. 52
247 Laarhoven Peter Dirk van, begraven op 22 januari 1794 in Hilvarenbeek - Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 13 Kerkerecht voor begraven Blad 30
60 Petrus Dirk (Peter) van Laarhoven (afb. 245 t/m 247). Hij is gedoopt in september 1732 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 52r]. Bij de doop van Peter waren de volgende getuigen aanwezig: Annemaria Leonardi van Beers en Joannis Timmermans.
Notitie bij de geboorte van Peter: De bladzijde is beschadigd. Kan zijn dat Annemaria onjuist is.

Op 11 maart 1766 overlijdt Cornelie (Cornelis Moonen), de weduwe van Peter van Laarhoven. Ze laat 4 kinderen na. (Hilvarenbeek - NG kerkerecht voor begraven Inv. 12). Bij het zoeken naar de ouders van Petrus kan de gevonden Petrus van 1732 ook betrekking hebben deze Peter x Cornelie.
Ze zijn getrouwd op 6 juli 1738 (Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 116). Eerdere vrouw was Amarens Leendert van Beers.
Daarmee is het zeer onwaarschijnlijk dat de Petrus van 1732 op hem betrekking heeft.
Waarschijnlijk is deze Petrus de opa. Hij trouwt na het overlijden van zijn vrouw op latere leeftijd. Dan is Dirk, hun zoon, al getrouwd.
Peter is overleden, 61 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 22 januari 1794 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 13 Kerkerecht voor begraven Blad 30].
Hij trouwde, 32 jaar oud, op zondag 2 juni 1765 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 9 Bl. 52] met de 42-jarige Barbara Gerardus (Berbera) Bruers. Peter en Berbera gingen op dinsdag 18 mei 1762 in Hilvarenbeek in ondertrouw [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 9 Bl. 52].
bruers_barbara_gerardi__rk_gedoopt_op_18_mei_1723_in_hilvarenbeek__dochter_van_gerardus_bruers_en_catharina_van_der_meijs_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_bl._35v.jpg bruurs_berbera__begraven_op_12_maart_1794_in_hilvarenbeek__weduwe_van_peter_van_laarhoven_-_hilvarenbeek_-_ng_kerkerecht_voor_het_begraven_inv._13_bl._30v.jpg
248 Bruers Barbara Gerardi, RK gedoopt op 18 mei 1723 in Hilvarenbeek, dochter van Gerardus Bruers en Catharina van der Meijs - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 35v
249 Bruurs Berbera, begraven op 12 maart 1794 in Hilvarenbeek, weduwe van Peter van Laarhoven - Hilvarenbeek - NG Kerkerecht voor het begraven Inv. 13 Bl. 30v
61 Barbara Gerardus (Berbera) Bruers (afb. 248 en 249), geboren in Hilvarenbeek. Zij is gedoopt op dinsdag 18 mei 1723 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 35v]. Bij de doop van Berbera waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Bruers en Antonia van der Meijs. Berbera is overleden, 70 jaar oud. Zij is begraven op maandag 17 maart 1794 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Kerkerecht voor het begraven Inv. 13 Bl. 30v].
Kinderen uit dit huwelijk:
laerhoeven_lucas_petri_van__rk_gedoopt_op_17_okt._1756__natuurlijke_zoon_van_petrus_van_laerhoeven_en_barbara__gerardi_bruers__geecht_bij_huwelijk_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_blz._108r.jpg
250 Laerhoeven Lucas Petri van, RK gedoopt op 17 okt. 1756, natuurlijke zoon van Petrus van Laerhoeven en Barbara Gerardi Bruers, geecht bij huwelijk - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 108r
I. Lucas Peter van Laarhoven (afb. 250). Hij is gedoopt op zondag 17 oktober 1756 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 108r]. Bij de doop van Lucas was de volgende getuige aanwezig: Joanna Joannes Timmermans.
Notitie bij de geboorte van Lucas: Natuurlijk kind, geeecht bij huwelijk.
Lucas is overleden op zondag 23 februari 1823 in Hilvarenbeek, 66 jaar oud. Lucas:
(1) trouwde, 41 jaar oud, op zondag 11 februari 1798 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Trouwboek Inv. 17 Bl. 95] met Anna Maria Adrianus (Jennemaria) Prinsen, nadat zij op zaterdag 27 januari 1798 in Hilvarenbeek in ondertrouw zijn gegaan [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Trouwboek Inv. 17 Bl. 95]. Zij is begraven op woensdag 21 januari 1801 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Kerkerecht voor het begraven Inv. 13 Bl. 51v].
Getuige bij:
02-10-1799     doop Barbara Joannes van Laarhoven (1799-1865) [zie 15]    [aangetrouwde tante vaderszijde]   [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 6 Blz. 17]
(2) trouwde, 49 jaar oud, op zondag 13 juli 1806 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 17 Bl. 95] met Adriana Adriaan Hendrik Hesselmans.
II. Joannes Pieter (Jan) van Laarhoven, geboren in Hilvarenbeek (zie 30).
III. Cornelius Petri van Laarhoven. Hij is gedoopt op zaterdag 23 april 1768 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 144r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Nicolaus Petri Damen en Petronella Meijs Peeters. Cornelius is overleden, 20 dagen oud. Hij is begraven op vrijdag 13 mei 1768 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Kerkerecht voor het begraven Inv. 12].
laarhoven_joannes_petri__rk_gedoopt_op_8_oktober_1769__zoon_van_petri_van_laarhoven_en_barbara_gerardi_brurs_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_blz._149v.jpg
251 Laarhoven Joannes Petri, RK gedoopt op 8 oktober 1769, zoon van Petri van Laarhoven en Barbara Gerardi Brurs - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 149v
IV. Joannes Petri van Laarhoven (afb. 251). Hij is gedoopt op zondag 8 oktober 1769 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 149v]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Petronella Peters en Nicolaus Petri.
Notitie bij de geboorte van Joannes: Bij de peter Nicolaus Petri staat er nog achter .. (staat in de kaft, niet goed te zien).
Joannes is overleden op woensdag 12 juli 1826 om 01:00 in Hilvarenbeek, 56 jaar oud [bron: Hilvarenbeek - Overl. reg. 1826 Akte 30]. Joannes trouwde met Hendriena van Diessen.
62 Marten van Gils. Marten is overleden vóór 1838.
Hij trouwde met
63 Maria Prinsen. Maria is overleden vóór 1839.
Kind uit dit huwelijk:
I. Joanna Martinus van Gils, geboren omstreeks 1762 in Hilvarenbeek (zie 31).

Generatie 7 (oudgrootouders)

meeren_petrus_jacob_doopakte_detail2_ginneken_rk_1696.jpg meeren_petrus_jacob_doopakte_ginneken_rk_1696.jpg
252 Meeren Petrus Jacob doopakte detail2 Ginneken RK 1696
253 Meeren Petrus Jacob doopakte Ginneken RK 1696
64 Petrus Jacob Meeren (afb. 252 en 253). Hij is gedoopt op woensdag 7 maart 1696 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 196 r]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Janssen Roey en Adriana Wauters.
Notitie bij de geboorte van Petrus: In de vermelding is alleen sprake van Cornelia Wouters. Als vader staat Jacob Wouters vermeld.
Adres:
1729     Galder
Getuige bij:
geboorteaangifte Petrus Gilsemans (geb. 1746)
geboorteaangifte Stephanus Gilsemans (geb. 1736)
09-09-1747     doop [waarschijnlijk] Petrus Gilsemans (geb. 1747)   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 65 r]
Hij trouwde, 33 jaar oud, op zondag 8 mei 1729 in Ginneken-Bavel [bron: Trouwen nh Ginneken; dtb nr 119 folio 11r] met de 22-jarige Catharina Cornelii Gilsemans [Hesemans]. Petrus en Catharina gingen op zaterdag 23 april 1729 in Ginneken-Bavel in ondertrouw [bron: Trouwen nh Ginneken; dtb nr 119 folio 11r].
65 Catharina Cornelii Gilsemans [Hesemans], geboren in Galder. Zij is gedoopt op vrijdag 7 januari 1707 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 239r]. Bij de doop van Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Antonii Gijps en Sepherinus Speeck. Catharina is overleden, 41 jaar oud. Zij is begraven op donderdag 12 december 1748 in Ginneken en Bavel.
Adres:
1729     Galder
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Jacobus Petri Meiren. Hij is gedoopt op maandag 6 februari 1730 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 335 r]. Bij de doop van Jacobus waren de volgende getuigen aanwezig: Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers] [zie 131] [grootmoeder moederszijde] en Adrianus Adriani Wagemaeckers [Wagemakers]. Jacobus is overleden vóór 1735, ten hoogste 5 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jacobus: In 1735 dopen zij een tweede Jacobus.
II. Cornelius Petri Meeren, gedoopt op dinsdag 30 oktober 1731 in Ginneken (zie 32).
III. Maria Petri Meiren. Zij is gedoopt op woensdag 13 mei 1733 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 346 r]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Cornelii Gilsemans en Anna Judoci Wagemaeckers.
IV. Jacobus Petri (Jaques) Meeren. Bij de geboorteaangifte van Jaques waren de volgende getuigen aanwezig: Martinus Cornelii Gilsemans en Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers] [zie 131] [grootmoeder moederszijde]. Hij is gedoopt op zondag 20 maart 1735 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 353 r]. Jaques is overleden op zondag 10 juli 1808 in Bavel, 73 jaar oud. Jaques trouwde, 37 jaar oud, op zondag 17 mei 1772 in Ginneken met Anna Adriani (Annie) Gijsbreghts, 26 jaar oud. Annie is een dochter van Adrianus Arnoldi Gijsbreghts en Anna Theodori Jaspers. Zij is gedoopt op zondag 13 februari 1746 in Bavel. Annie is overleden op zaterdag 1 februari 1817 in Bavel, 70 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Annie: Overlijden kan ook 1817 moeten zijn.
Notitie bij Annie: Gijsbreghts [Gijsbregts] [Geijsbrecht] [Gijsberghs] [Gijsbrechts] [Gijsbergs]
Getuige bij:
20-07-1805     doop [waarschijnlijk] Adriana Adriani Meeren [Meeren [Meiren] (1805-1857) [zie 16,VIII]    [aangetrouwde oudtante vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 111, fol: 185 r]
V. Marinus Petri Meiren. Hij is gedoopt op maandag 17 december 1736 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 358 r]. Bij de doop van Marinus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Marini Roovers en Adrianus Adriani Wagemaeckers [Wagemakers]. Marinus is overleden vóór 1744, ten hoogste 8 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Marinus: Een tweede Marinus dopen zij in 1744.
VI. Adrianus Petri Meiren. Bij de geboorteaangifte van Adrianus was de volgende getuige aanwezig: Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers] [zie 131] [grootmoeder moederszijde]. Hij is gedoopt op dinsdag 16 september 1738 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 369 r].
Notitie bij Adrianus: [Vermeeren]
Getuige bij:
geboorteaangifte [misschien] Maria Meeren (1784-1829)    [oom vaderszijde]
02-10-1764     doop [waarschijnlijk] Maria Cornelii Vermeeren (geb. 1764) [zie 32,III]    [oom vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 185 r]
VII. Joannes Petri Meiren. Bij de geboorteaangifte van Joannes was de volgende getuige aanwezig: Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers] [zie 131] [grootmoeder moederszijde]. Hij is gedoopt op woensdag 26 oktober 1740 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 14 r].
VIII. Marinus Petri Meeren. Bij de geboorteaangifte van Marinus was de volgende getuige aanwezig: Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers] [zie 131] [grootmoeder moederszijde]. Hij is gedoopt op zondag 2 februari 1744 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 35 r].
IX. Catharina Petri Meiren. Zij is gedoopt op maandag 4 juli 1746 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 57 r].
Getuige bij:
geboorteaangifte [misschien] Adrianus Meeren (1778-1849)    [tante vaderszijde]
geboorteaangifte [waarschijnlijk] Maria Meeren (1784-1829)    [tante vaderszijde]
66 Adrianus Petri [Peeters] van Boxel. Hij is gedoopt op vrijdag 4 april 1704 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1648-1733; DTB-nr: IV-20 nr. 3a, fol: 84r]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Petronella Laureijs Brox en Petronilla van Geffen.
Getuige bij:
09-04-1763     doop [waarschijnlijk] Adriaan (Corneel) Meeren (1763-1831) [zie 16]    [grootvader moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 172 r]
Hij trouwde, 25 jaar oud, op woensdag 7 september 1729 met de 21-jarige
67 Joanna [Johanna] Adriani [Adriaensse] van der Avoirt [Avort] [Avert] [Havert]. Zij is gedoopt op donderdag 20 oktober 1707 in Strijbeek.
Getuige bij:
geboorteaangifte Maria Adriani van Boxel (geb. 1733) [zie 66,III]    [moeder]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Petrus van Boxel. Hij is gedoopt op zondag 26 februari 1730 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 335 r].
II. Adriana van Boxel. Zij is gedoopt op dinsdag 17 juli 1731 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 340 r].
III. Maria Adriani van Boxel. Bij de geboorteaangifte van Maria was de volgende getuige aanwezig: Joanna [Johanna] Adriani [Adriaensse] van der Avoirt [Avort] [Avert] [Havert] (geb. 1707) [zie 67] [moeder]. Zij is gedoopt op vrijdag 27 maart 1733 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 346 r].
Getuige bij:
02-10-1764     doop Maria Cornelii Vermeeren (geb. 1764) [zie 32,III]    [tante moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 185 r]
IV. Anna van Boxel. Zij is gedoopt op zondag 19 december 1734 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 352 r].
Getuige bij:
09-04-1763     doop Adriaan (Corneel) Meeren (1763-1831) [zie 16]    [tante moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 114, fol: 172 r]
V. Dympna [Digna] Adriani van Boxel [Boxtel], gedoopt op vrijdag 23 november 1736 in Ginneken (zie 33).
94 Henricus van Dun.
Hij trouwde met
95 Gertrudis Hendrickx.
Kind uit dit huwelijk:
I. Maria Hendrici van Dun, gedoopt op zondag 26 september 1728 in Chaam (zie 47).
oerlemans_cornelius__rk_gedoopt_op_9_aug._1680__zoon_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_50.jpg oerlemans_cornelis_leendertse__jongeman__en_willemein_adriaan_hamers__jongedame__beide_van_loon__doen_ondertrouw_op_23_jan._en_trouwen_op_7_febr._1712_-_loon_op_zand_inv._13_1679-1789_ng_blad_32v.jpg oerlemans_cornelis_leendert__en_p._a._bastert__man_van_hendrien_l._oerlemans_contract_met_peter_adr._van_gorcum__wed._van_agnees_l._oerlemans_op_20_febr._1729_-_loon_op_zand__schepenbank_inv_90_f_240v.jpg
254 Oerlemans Cornelius, rk gedoopt op 9 aug. 1680, zoon van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 50
255 Oerlemans Cornelis Leendertse, jongeman, en Willemein Adriaan Hamers, jongedame, beide van Loon, doen ondertrouw op 23 jan. en trouwen op 7 febr. 1712 - Loon op Zand Inv. 13 1679-1789 NG blad 32v
256 Oerlemans Cornelis Leendert, en P. A. Bastert, man van Hendrien L. Oerlemans contract met Peter Adr. van Gorcum, wed. van Agnees L. Oerlemans op 20 febr. 1729 - Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v
96 Cornelius Leenders Oerlemans (afb. 254 t/m 256). Hij is gedoopt op vrijdag 9 augustus 1680 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 50]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Angelina Cornelii van Esch. Cornelius is overleden vóór woensdag 7 november 1736, ten hoogste 56 jaar oud.
Notitie bij Cornelius: Akten van deling in 1718, contract 1729 Loon op Zand in Tilburg aanwezig
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
07-11-1736     Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis
van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v]
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Hij trouwde, 31 jaar oud, op zondag 7 februari 1712 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg32v)] met de 24-jarige Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) Hamers. Cornelius en Willemein gingen op zaterdag 23 januari 1712 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg32v)]. Het kerkelijk huwelijk tussen Willemein en Cornelius vond plaats op maandag 8 februari 1712 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1685-1715 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 5, pg144v)].
hamers_wilhelma._rk_gedoopt_op_17_dec._1687__dochter_van_adrianus_petri_en_joanna_petri_-_loon_op_zand_-_inv._5_rk_doopboek_1687-1711_-_blad_8.jpg
257 Hamers Wilhelma. rk gedoopt op 17 dec. 1687, dochter van Adrianus Petri en Joanna Petri - Loon op Zand - Inv. 5 RK Doopboek 1687-1711 - Blad 8
97 Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) Hamers (afb. 257). Zij is gedoopt op woensdag 17 december 1687 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 5 RK Doopboek 1687-1711 - Blad 8]. Bij de doop van Willemein waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Petri en Lambertus Quirini. Willemein is overleden vóór woensdag 3 juni 1761, ten hoogste 73 jaar oud.
Deling van goederen:
07-11-1736     Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis
van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v]
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Kinderen uit dit huwelijk:
oerlemans__overleden_op_10_dec._1713__kind_van_cornelus_leendertse_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv._14_reg._van_overledenen_1700-1731_ng__blad_51_.jpg
258 Oerlemans, overleden op 10 dec. 1713, kind van Cornelus Leendertse Oerlemans - Loon op Zand - Inv. 14 Reg. van overledenen 1700-1731 NG, blad 51
I. Oerlemans (afb. 258). Hij of zij is overleden op vrijdag 10 december 1723 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 14 Reg. van overledenen 1700-1731 NG, blad 51].
Notitie bij overlijden: Zeer waarschijnlijk is dit Anna, aangezien de andere kinderen later getrouwd zijn, ik geen andere kinderen gevonden heb.
oerlemans_anna__rk_gedoopt_op_9_aug._1713__dochter_van_cornelius_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_peeter_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_rk_doopboek_1711-1731_blad_14.jpg
259 Oerlemans Anna, rk gedoopt op 9 aug. 1713, dochter van Cornelius Oerlemans en Wilhelma Adrianus Peeter Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 RK Doopboek 1711-1731 blad 14
II. Anna Oerlemans (afb. 259). Zij is gedoopt op woensdag 9 augustus 1713 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Adriaan Peeter Hamers [zie 194,I] [oom moederszijde] en Neeske Oerlemans (1677-vóór 1729) [zie 192,II] [tante vaderszijde]. Anna is overleden vóór woensdag 3 juni 1761, ten hoogste 47 jaar oud.
oerlemans_adrianus__rk_gedoopt_op_11_juni_1715__zoon_van_cornelius_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_rk_doopboek_1711-1731_blad_23.jpg oerlemans_adriaen__en_maria_peter_basters_doen_ondertrouw_op_30_jan._en_trouwen_14_febr._1751_-_loon_op_zand__-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng__akte_85.jpg
260 Oerlemans Adrianus, rk gedoopt op 11 juni 1715, zoon van Cornelius Oerlemans en Wilhelma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 RK Doopboek 1711-1731 blad 23
261 Oerlemans Adriaen, en Maria Peter Basters doen ondertrouw op 30 jan. en trouwen 14 febr. 1751 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85
III. Adrianus (Adriaan) Oerlemans (afb. 260 en 261). Hij is gedoopt op dinsdag 11 juni 1715 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg23)]. Bij de doop van Adriaan waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Adriaan Hamers en Leendert, Lenaert Oirlemans (1649-vóór 1718) [zie 192] [grootvader vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriaan: Joanna Adriaan Hamers heb ik als kind niet kunnen vinden. Waarschijnlijk is zij Joanna Priems, de vrouw van Adriaan Hamers.
Deling van goederen:
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuige bij:
04-12-1747     doop Cornelius Oerlemans (geb. 1747) [zie 48,II]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 82v]
15-09-1750     doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 48,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]
05-10-1751     doop Godefridus Janse (Goijert) van Lier (1751-1801)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 96]
20-08-1764     doop Adriana Oerlemans (1764-1819) [zie 48,XI]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23]
Adriaan trouwde, 35 jaar oud, op zondag 14 februari 1751 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85] met Maria Peeter Basters, nadat zij op zaterdag 30 januari 1751 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85].
IV. Leonardus Cornelis (Leendert) Oerlemans, gedoopt op zaterdag 2 juli 1718 in Loon op Zand (zie 48).
oerlemans_joanna__rk_gedoopt_op_24_sept._1721__dochter_van_cornelius_leonardus_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_57.jpg lier_joannes_godefridus_petri_van__rk_gedoopt_op_3_juli_1718_in_loon_op_zand.jpg lier_joannes_godefridus_van__trouwt_voor_de_rk_kerk_met_joanna_oerlemans_op_8_februari_1750_in_loon_op_zand.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._1.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._2.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._3.jpg
262 Oerlemans Joanna, rk gedoopt op 24 sept. 1721, dochter van Cornelius Leonardus Oerlemans en Wilhelma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57
263 Lier Joannes Godefridus Petri van, RK gedoopt op 3 juli 1718 in Loon op Zand
264 Lier Joannes Godefridus van, trouwt voor de RK kerk met Joanna Oerlemans op 8 februari 1750 in Loon op Zand
265 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 1
266 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 2
267 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 3
lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._4.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._5.jpg
268 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 4
269 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 5
V. Joanna (Jenneke) Oerlemans (afb. 262). Zij is gedoopt op woensdag 24 september 1721 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57]. Bij de doop van Jenneke waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus Adrianus Basters [zie 192,IV] [aangetrouwde oom vaderszijde] en Joanna Petri. Jenneke is overleden op maandag 30 december 1771 in Loon op Zand, 50 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jenneke: Huisvrouw van Jan van Lier, laat kinderen na
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
28-09-1749     doop Maria Oerlemans (geb. 1749) [zie 48,III]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v]
Jenneke trouwde, 28 jaar oud, op zondag 8 februari 1750 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, aktenummer 164v] met Joannes Goverse (Jan) van Lier (afb. 263 t/m 269), 31 jaar oud, nadat zij op zaterdag 17 januari 1750 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan. Bij het kerkelijk huwelijk van Jenneke en Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Wijters en Cornelia Godefridi van Lier (geb. 1716) [zus bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Jenneke en Jan: Willemina en Maria trouwen op dezelfde dag: 11 mei 1783. Het is een populaire trouwdag in Loon op Zand, er zijn 8 trouwpartijen.
Jan is een zoon van Godefridus Peters (Gojert) van Lier en Adriana Wouters (Aerjaentje) Nieuwenhuijse. Hij is gedoopt op zondag 3 juli 1718 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 39v]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Antonius Adriani Sub en Maria Christiani Visschers. Jan is overleden op vrijdag 30 januari 1778 in Loon op Zand, 59 jaar oud.
Notitie bij Jan: 26-11-1738: Joannes Godefridi van Lier (bij de doop van zijn neefje Joannes, van broer Petrus)
08-02-1750: Joannes van Lier (bij zijn trouwen)
05-10-1751: Joannis van Lier (bij de doop van zijn oudste kind Godefridus)
23-07-1753: Joannis van Lier (bij de doop van Wilhelma)
29-09-1754: Joannis van Lier (bij de doop van Cornelia)
28-11-1756: Joannis van Lier (bij de doop van Maria)
20-01-1759: Joannis van Lier (bij de doop van Anna)
07-04-1763: Joannis van Lier (bij de doop van Joannes)
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
26-11-1738     doop Joannes Peterse (Jan) van Lier (1738-1795)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 38v]
21-11-1740     doop [waarschijnlijk] Maria van Lier (1740-1741)    [oom vaderszijde]
13-04-1741     doop Joanna Snoere (geb. 1741)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 52]
13-01-1748     doop Cornelia Snoere (geb. 1748)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 82v]
29-12-1755     doop Joannes van Lier (geb. 1755)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 116v]
16-01-1757     doop Bernardus Oerlemans (1757-1813) [zie 48,VII]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122]
19-03-1761     doop Joannes Snoere (geb. 1761)    [oom moederszijde]
15-07-1763     doop Cornelia Snoere (geb. 1763)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 16v]
haansbergen_jacobus__en_neeske_oerlemans_doen_ondertrouw_op_10_mei_en_trouwen_op_26_mei_1760_-_loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng__blad_100v.jpg orlemans_agnes__rk_gedoopt_op_13_dec._1728__dochter_van_cornelius_orlemans_en_wilhelma_adriaen_peeter_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_92.jpg oerlemans_neeske__overleden_op_1_maart_1793__begraven_op_4_maar_t1793__weduwe_van_jacobus_haansbergen__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand__-__inv._18_kerkerechten_begr.1787-1805_ng_blad_54.jpg
270 Haansbergen Jacobus, en Neeske Oerlemans doen ondertrouw op 10 mei en trouwen op 26 mei 1760 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v
271 Orlemans Agnes, rk gedoopt op 13 dec. 1728, dochter van Cornelius Orlemans en Wilhelma Adriaen Peeter Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 92
272 Oerlemans Neeske, overleden op 1 maart 1793, begraven op 4 maar t1793, weduwe van Jacobus Haansbergen, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54
VI. Agnes (Neeske) Oerlemans (afb. 270 t/m 272). Zij is gedoopt op maandag 13 december 1728 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]. Bij de doop van Neeske waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus Adriaensse van Gorcum (geb. ±1675) [zie 192,II] [aangetrouwde oom vaderszijde] en Neeske Oerlemans (1677-vóór 1729) [zie 192,II] [tante vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Neeske: Agnes Orlemans als meter genoemd. Ik verwacht dat het hier om zijn zus gaat. Als naam van de vader is Cornelius Orlemans geschreven.
Neeske is overleden op vrijdag 1 maart 1793 in Loon op Zand, 64 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54]. Zij is begraven op maandag 4 maart 1793 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54].
Notitie bij overlijden van Neeske: Als weduwe, laat kinderen na en vastgoed
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuige bij:
15-09-1750     doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 48,IV]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]
24-11-1751     doop Cornelis Adriaan Oerlemans (geb. 1751)    [tante vaderszijde]   [bron: Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 96v]
23-07-1753     doop Wilhelma van Lier (1753-1791)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 104v]
20-01-1759     doop Anna van Lier (1759-1803)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 131]
23-02-1763     doop Cornelius Oerlemans (geb. 1763) [zie 48,X]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 15]
07-04-1763     doop Joannes Janse (Jan) van Lier (1763-1780)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 15v]
Neeske trouwde, 31 jaar oud, op maandag 26 mei 1760 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v] met Jacobus Haansbergen, nadat zij op zaterdag 10 mei 1760 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v].
Getuige bij:
17-01-1761     doop Antonius Oerlemans (geb. 1761) [zie 48,IX]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3]
98 Adrianus Haemers.
Hij trouwde met
99 Waltera Geeret Freijsen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Anna (Anneke) Hamers, gedoopt op vrijdag 7 februari 1727 in Loon op Zand (zie 49).
102 Leendert Broeders.
Hij trouwde met
103 Maria Dekkers.
Kind uit dit huwelijk:
I. Maria Broeders, geboren omstreeks 1745 in Loon op Zand (zie 51).
priems_christhophorus_henrici__trouwt_voor_de_rk_kerk_met_gertrudis_cornelisse_op_23_oktober_1718_in_loon_op_zand.jpg
273 Priems Christhophorus Henrici, trouwt voor de RK kerk met Gertrudis Cornelisse op 23 oktober 1718 in Loon op Zand
104 [waarschijnlijk] Christophor Henricus (Stoffel) Priems (afb. 273). Hij is gedoopt op dinsdag 20 november 1691 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 34v]. Stoffel is overleden, 40 jaar oud. Hij is begraven op maandag 5 mei 1732 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 14 - Loon op Zand - register van overledenen 1700-1739 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 14, blad 72].
Notitie bij Stoffel: 21-03-1729: Christhori Henrici Priems (bij de doop van Nicolaa)
06-01-1731: Christhori Priems (bij de doop van Henricus)
05-05-1732: Stoffel Hendrik Priemus (bij zijn overlijden, als huisvader, laat kinderen na)
Hij trouwde, 26 jaar oud, op zondag 23 oktober 1718 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, aktenummer 105] met Gertrudis Cornelis Freijsse. Bij het kerkelijk huwelijk van Stoffel en Gertrudis waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelia Cornelisse en Walterus Henrici Priems (geb. 1695) [zie 208,IV] [broer bruidegom].
105 [waarschijnlijk] Gertrudis Cornelis Freijsse.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Nicolaa Priems. Zij is gedoopt op maandag 21 maart 1729 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 93]. Bij de doop van Nicolaa waren de volgende getuigen aanwezig: Gerardus Cornelii Freijsse en Petronilla Henri Priems (geb. 1690) [zie 208,I] [tante vaderszijde].
II. [waarschijnlijk] Henricus (Hendrik) Priems, gedoopt op zaterdag 6 januari 1731 in Loon op Zand (zie 52).
snoeren_willem__trouwt_met_engeltie_gijsbert_kroot_op_30_april_1747_in_loon_op_zand.jpg snoere_wilhelmus_petri__rk_gedoopt_op_13_november_1722_in_loon_op_zand.jpg
274 Snoeren Willem, trouwt met Engeltie Gijsbert Kroot op 30 april 1747 in Loon op Zand
275 Snoere Wilhelmus Petri, RK gedoopt op 13 november 1722 in Loon op Zand
106 Wilhelmus Petri (Willem) Snoeren (afb. 274 en 275). Hij is gedoopt op vrijdag 13 november 1722 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 63v]. Bij de doop van Willem waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Gijsberti van Cromvoort en [waarschijnlijk] Martinus Henrici Snoeren (geb. 1688) [zie 424,IX] [oom vaderszijde]. Willem is overleden, 80 jaar oud. Hij is begraven op vrijdag 4 februari 1803 in Loon op Zand.
Hij trouwde, 24 jaar oud, op zondag 30 april 1747 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 74v] met Engelberta Gijsbert (Engeltje) Croot. Willem en Engeltje gingen op zaterdag 15 april 1747 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 74v].
107 Engelberta Gijsbert (Engeltje) Croot. Zij is gedoopt in Loon op Zand. Engeltje is overleden op maandag 15 februari 1790 in Loon op Zand.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Joanna Snoere, gedoopt op dinsdag 12 maart 1748 in Loon op Zand (zie 53).
II. Gijsberdina Snoere. Zij is gedoopt op vrijdag 30 oktober 1750 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 92v]. Bij de doop van Gijsberdina waren de volgende getuigen aanwezig: Christianus Croot en Anneke van Cromvoirt (geb. 1688) [zie 213] [grootmoeder vaderszijde].
III. Petronilla Snoere. Zij is gedoopt op donderdag 25 oktober 1753 in Loon op Zand. Bij de doop van Petronilla waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Croot en Theodorus van Broekhove (geb. 1715) [oom vaderszijde].
Getuige bij:
05-06-1774     kerkelijk huwelijk Hendrik Priems (1731-1781) en Joanna Snoere (1748-1829) [zie 53]    [zus bruid]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, aktenummer 24]
20-12-1779     doop Anna Priems (1779-1834) [zie 52,II]    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 106v]
IV. Petrus Wilhelmus Snoere. Hij is gedoopt op vrijdag 3 december 1756 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 121v]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Martinus Snoere en Anneke van Cromvoirt (geb. 1688) [zie 213] [grootmoeder vaderszijde].
Getuige bij:
17-01-1778     doop Wouter Priems (1778-1821) [zie 26]    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 99]
V. Anna Snoere. Zij is gedoopt op zaterdag 5 april 1760 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 137v]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Deckers en Petrus Snoere.
VI. Joannes Snoere. Hij is gedoopt op maandag 10 juli 1769 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 51]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Gisbertus Croot en Joanna Snoere.
Notitie bij de geboorte van Joannes: Tweeling
VII. Gisbertus Snoere. Hij is gedoopt op maandag 10 juli 1769 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 51]. Bij de doop van Gisbertus waren de volgende getuigen aanwezig: Martinus Snoere en Gisberta Snoere.
Notitie bij de geboorte van Gisbertus: Tweeling
laerhoeven_theodorus_petri_van__rk_gedoopt_op_4_juni_1705_in_moergestel__zoon_van_petrus_dirck_van_laehoeven_en_amarentiana_van_beers_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._149.jpg laerhoven_dirck_van__j.m.__en_anna_maria_jan_timmermans_j.d.__beide_geb._en_w._hilvarenbeek__in_ondertrouw_op_6_juli_1727_en_getrouwd_21_juli_1727_-_hilvarenbeek__diessen__riel_-_inv._8_bl._89.jpg
276 Laerhoeven Theodorus Petri van, RK gedoopt op 4 juni 1705 in Moergestel, zoon van Petrus Dirck van Laehoeven en Amarentiana van Beers - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 149
277 Laerhoven Dirck van, j.m., en Anna Maria Jan Timmermans j.d., beide geb. en w. Hilvarenbeek, in ondertrouw op 6 juli 1727 en getrouwd 21 juli 1727 - Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 8 bl. 89
120 Theodorus Petrus (Dirk) van Laarhoven (afb. 276 en 277). Hij is gedoopt op donderdag 4 juni 1705 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 149]. Bij de doop van Dirk waren de volgende getuigen aanwezig: Henrica Leonardi van Beers en Marinus Jan (van) Laerhooven.
Notitie bij de geboorte van Dirk: De voornaam van de peter is slecht te lezen.
Dirk is overleden, 73 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 22 juli 1778 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 12 Kerkerecht voor begraven Blad 65v].
Notitie bij overlijden van Dirk: Laat kinderen na en vaste goederen.
Hij trouwde, 22 jaar oud, op maandag 21 juli 1727 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - NG Inv. 8 bl. 89] met de 28-jarige Anna Maria Jan (Annamarie) Timmermans. Dirk en Annamarie gingen op zondag 6 juli 1727 in Hilvarenbeek in ondertrouw [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - NG Inv. 8 bl. 89].
timmermans_anna_maria__rk_gedoopt_in_januari_1699_in_hilvarenbeek__dochter_van_joannis_joannis_timmermans_en_catharina_sebatiani_koockx_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_blz._185.jpg
278 Timmermans Anna Maria, RK gedoopt in januari 1699 in Hilvarenbeek, dochter van Joannis Joannis Timmermans en Catharina Sebatiani Koockx - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Blz. 185
121 Anna Maria Jan (Annamarie) Timmermans (afb. 278), geboren in Hilvarenbeek. Zij is gedoopt in januari 1699 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Blz. 185]. Bij de doop van Annamarie waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Sebastianus Jansen en Joannus Dionisius Joannis Koockx. Annamarie is overleden, 72 jaar oud. Zij is begraven op donderdag 31 oktober 1771 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - Inv. 12 Kerkerecht voor begraven Blad 43v].
Notitie bij overlijden van Annamarie: Huisvrouw van Dirk van Laarhoven.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Joannes Theodorus van Laarhoven. Hij is gedoopt op zondag 23 mei 1728 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 45v]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus van Laerhoven en Joanna Henrici Lemans.
II. Henricus Theodorus van Laarhoven. Hij is gedoopt op donderdag 11 mei 1730 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 48v]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Bartholomeus Joannis Timmermans en Joanna Joannis Timmermns.
III. Petrus Dirk (Peter) van Laarhoven, gedoopt in september 1732 in Hilvarenbeek (zie 60).
IV. Paulus Theodorus van Laarhoven. Hij is gedoopt op zaterdag 23 oktober 1734 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 56v]. Bij de doop van Paulus waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Walteri Heijmans en Maria Pauli van Trier.
V. Cornelius Theodorus van Laarhoven. Hij is gedoopt in oktober 1738 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 66r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Nicolaus Petri van Laarhoven en Ida Bartholomeus Timmermans.
Notitie bij de geboorte van Cornelius: De pagina is beschadigd , waardoor Nicolaus niet zeker is als naam van de peter.
VI. Laurentius Theodorus van Laarhoven. Hij is gedoopt op maandag 20 november 1741 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 73v]. Bij de doop van Laurentius was de volgende getuige aanwezig: Adriana Adriani (de) Brauwer.
Notitie bij de geboorte van Laurentius: Christophorus Petri van .... is de peter. Achternaam is weggevallen op het beschadigde blad.
bruers_gerardus_henrici__rk_gedoopt_op_16_nov._1690_in_hilvarenbeek__zoon_van_henricus_egidius_bruers_en_margareta_gerardi_noyens_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._161v.jpg bruers_gerart_hendrick__j.m._en_anna_jan_van_dun__j.d.__beide_geb._en_w._van_hilvarenbeek_doen_ondertrouw_op_21_juni_1710_en_trouwen_op_7_juli_-_hilvarenbeek_-_schepenbank_inv._15_bl._180.jpg bruurs_gerridt_hendrick__wed._en_w._alhier__en_catalijn_marten_van_der_meijs__wed.__geb._moergestel_en_w._diessen_doen_ondertrouw_10_okt._1722_en_trouwen_8_nov._-_h_beek_-_ng_trouwboek_inv._8_bl._64.jpg meijs_marten_van_der__accoord_tussen_kinderen_en_kleinkinderen_over_erfgoederen_onder_de_haersganck_van_luijsel_onder_boxtel_op_15_nov._1724_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._482__scan_22_handtekening.jpg
279 Bruers Gerardus Henrici, RK gedoopt op 16 nov. 1690 in Hilvarenbeek, zoon van Henricus Egidius Bruers en Margareta Gerardi Noyens - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 161v
280 Bruers Gerart Hendrick, j.m. en Anna Jan van Dun, j.d., beide geb. en w. van Hilvarenbeek doen ondertrouw op 21 juni 1710 en trouwen op 7 juli - Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 180
281 Bruurs Gerridt Hendrick, wed. en w. alhier, en Catalijn Marten van der Meijs, wed., geb. Moergestel en w. Diessen doen ondertrouw 10 okt. 1722 en trouwen 8 nov. - H’beek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 64
282 Meijs Marten van der, accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 22 Handtekening
122 Gerardus Henrici (Gerart, Gerridt) Bruers (afb. 279 t/m 282). Hij is gedoopt op donderdag 16 november 1690 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 161v]. Bij de doop van Gerart, Gerridt waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Walterii van Goirle en Adriana Alexander Goossens [zie 491] [grootmoeder moederszijde].
Notitie bij de geboorte van Gerart, Gerridt: Adriana, weduwe van Gerardus Noyens, ... proles tenuit supra fonten (hield het kind boven de doopvont, vermoed ik)
Adressen:
08-11-1722     Hilvarenbeek   [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 64]
15-11-1724     Hilvarenbeek   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Gerart, Gerridt is weduwnaar van Anna Jan van Dun, met wie hij trouwde (1), 19 jaar oud, op woensdag 2 juli 1710 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 180].
Hij trouwde (2), 31 jaar oud, op zondag 8 november 1722 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 64] met de 35-jarige Catharina Martini (Catalijn) van der Meijs (zie 123 hieronder). Gerart, Gerridt en Catalijn gingen op zaterdag 10 oktober 1722 in Hilvarenbeek in ondertrouw [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 64].
mijssen_catharina_martini__rk_gedoopt_op_8_oktober_1687_in_moergestel__dochter_van_martinus_willems_van_der_mijssen_en_maria_cornelis_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._118v.jpg
283 Mijssen Catharina Martini, RK gedoopt op 8 oktober 1687 in Moergestel, dochter van Martinus Willems van der Mijssen en Maria Cornelis Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 118v
123 Catharina Martini (Catalijn) van der Meijs (afb. 283). Zij is gedoopt op woensdag 8 oktober 1687 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 118v]. Bij de doop van Catalijn waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Raeymakers en Catharina Cornelii Roosen (±1666-1704) [zie 494,III] [tante moederszijde].
Adres:
08-11-1722     Diessen   [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 64]
Getuige bij:
13-10-1708     doop Maria Petri Roosen (geb. 1708)    [nicht moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 4]
04-08-1761     doop Jan van Laarhoven (1761-1802) [zie 30]    [grootmoeder moederszijde]   [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 121r]
Catalijn trouwde (1), 25 jaar oud, op dinsdag 18 april 1713 in Diessen [bron: Diessen - RK Trouwboek Inv. 3 Bl. 102v] met Remigius Peter Meijs.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Barbara Gerardus (Berbera) Bruers, geboren in Hilvarenbeek (zie 61).
bruers_petrus_gerardi__rk_gedoopt_op_9_sept._1727_in_hilvarenbeek__zoon_van_gerardus_henrici_bruers_en_catharina_martini_van_de_meijs_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._4_bl._43v.jpg
284 Bruers Petrus Gerardi, RK gedoopt op 9 sept. 1727 in Hilvarenbeek, zoon van Gerardus Henrici Bruers en Catharina Martini van de Meijs - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 43v
II. Petrus Gerardus Bruers (afb. 284). Hij is gedoopt op dinsdag 9 september 1727 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 43v]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Martini van de Meijs en Margarita Huijberts Willibrordus.
Notitie bij de geboorte van Petrus: Willibrordus niet zeker, laatste deel staat in de beschadigde binnenrand van het boek.
III. Henricus Gerardus Bruers. Hij is gedoopt op maandag 10 oktober 1729 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 47v]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus van Biekekaes en Jacomina Pasmans.
Notitie bij de geboorte van Henricus: Het patroniem van Jacomina is weggevallen.

Generatie 8 (oudovergrootouders)

meeren_jacobus_peeter_trouwakte_ginneken_detail_1695.jpg meeren_jacobus_peeter_trouwakte_ginneken_ng_1695.jpg meeren_jacob_peter_-_contract_van_afscheid_-_na_overlijden_1_dec_1701_pag_1.jpg meeren_jacob_peter_-_contract_van_afscheid_-_na_overlijden_1_dec_1701_pag_2.jpg meeren_jacob_peter_-_contract_van_afscheid_-_na_overlijden_1_dec_1701_pag_3.jpg meeren_jacob_peter_-_contract_van_afscheid_-_na_overlijden_1_dec_1701_pag_4.jpg
285 Meeren Jacobus Peeter trouwakte Ginneken detail 1695
286 Meeren Jacobus Peeter trouwakte Ginneken NG 1695
287 Meeren Jacob Peter - contract van afscheid - na overlijden 1 dec 1701 pag 1
288 Meeren Jacob Peter - contract van afscheid - na overlijden 1 dec 1701 pag 2
289 Meeren Jacob Peter - contract van afscheid - na overlijden 1 dec 1701 pag 3
290 Meeren Jacob Peter - contract van afscheid - na overlijden 1 dec 1701 pag 4
meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_1__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_2__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_3__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_4__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_5__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_6__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg
291 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 1 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
292 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 2 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
293 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 3 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
294 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 4 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
295 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 5 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
296 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 6 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
meeren_jacob_peter_-_staet_en_inventaris__-_na_overlijden_-_1_dec_1701_pag_7__ginneken_en_bavel_r20_akte_8_.jpg
297 Meeren Jacob Peter - Staet en Inventaris - na overlijden - 1 dec 1701 pag 7 (Ginneken en Bavel R20 akte 8)
128 Jacobus Peeter (Jacob) Meeren (afb. 285 t/m 297). Hij is gedoopt in Ginneken. Jacob is overleden vóór zaterdag 6 november 1700 in Galder te Keerssel.
Notitie bij Jacob: Jacob pieter
Adres:
22-05-1695     Ginneken   [bron: trouwboek Nederduits Gereformeerde Gemeente van Ginneken]
Onbekend:
vanaf 08-05-1696     leende 200 gulden van Cornelius Wouter van Hoydonck
Hij trouwde op maandag 23 mei 1695 in Ginneken [bron: Huwelijken Ginneken Nederduits-Gereformeerd - akte 13] met de 30-jarige Cornelia Wouters van Hoydonck. Jacob en Cornelia gingen op zaterdag 7 mei 1695 in Ginneken in ondertrouw [bron: Huwelijken Ginneken Nederduits-Gereformeerd - akte 13].
Notitie bij het huwelijk van Jacob en Cornelia: In het contract van afscheid van 1 december 1701 staat dat de oom van het onmondig weeskind (Peter Jacob Meeren) geld voor hem beheerd, dat hij geerfd heeft van zijn halfzus.
Dan zou Jacob al een keer eerder getrouwd geweest zijn, een dochter hebben gekregen, en dat zijn vrouw en kind overleden zijn. Daar heb ik niets van kunnen vinden.

Bij het trouwen van Jacob met Cornelia staat er jongeman, en geen weduwnaar.
129 Cornelia Wouters van Hoydonck. Zij is gedoopt op zondag 8 juni 1664 in Galder [bron: Dopen rk Ginneken 1647-1738; DTB-nr: 113, fol: 83 r].
Onbekend:
20-12-1675     Na het overlijden van de vader van Cornelia wordt na zijn hertrouwen de Staat opgemaakt. Op dat moment staat beschreven: 4 kinderen zijn nog in leven: Joannes 15 jaar, Cornelia 11 jaar, Adrianus 7 jaar, Cornelius 4 jaar.   [bron: Staat en accoord R18 21]
Getuige bij:
03-08-1711     doop Laurentius Cornelii van Hoydonck (geb. 1711)    [tante vaderszijde]   [bron: Dopen rk Ginneken 1647-1738, archiefnummer CB, Collectie DTB Breda, inventarisnummer 113, blad 260]
Cornelia trouwde (2), 36 jaar oud, op zondag 21 november 1700 in Ginneken-Bavel [bron: Trouwen,rk,nh,schepenen Ginneken-Bavel,1614-1810;trb.131 akte 13.] met Marijnus Joost Peter Rovers.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Petrus Jacob Meeren, gedoopt op woensdag 7 maart 1696 in Ginneken (zie 64).
II. Jacobus Jacob Meeren. Hij is gedoopt op vrijdag 2 januari 1699 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 208 r]. Bij de doop van Jacobus waren de volgende getuigen aanwezig: Gertrudis Hendericks en Catharina Janssens van Hoijdonck.
Notitie bij de geboorte van Jacobus: Catharina ipv meter Gertrudis.
De achternaam van Cornelia is vermeld als Hoijdinck. Waarschijnlijk een leesfout.
Haar voornaam is vermeld als Cornela.
Jacobus is overleden vóór december 1701, ten hoogste 2 jaar oud.
130 Cornelius Cornelisse Gilsemans, geboren in Galder. Hij is gedoopt op zaterdag 30 juni 1668 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 97r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Adriani en Ida Arnoldi. Cornelius is overleden vóór 1721, ten hoogste 53 jaar oud.
Hij trouwde met
131 Catharina Adriani Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers].
Getuige bij:
geboorteaangifte Adrianus Petri Meiren (geb. 1738) [zie 64,VI]    [grootmoeder moederszijde]
geboorteaangifte Jaques Meeren (1735-1808) [zie 64,IV]    [grootmoeder moederszijde]
geboorteaangifte Joannes Petri Meiren (geb. 1740) [zie 64,VII]    [grootmoeder moederszijde]
geboorteaangifte Marinus Petri Meeren (geb. 1744) [zie 64,VIII]    [grootmoeder moederszijde]
06-02-1730     doop Jacobus Petri Meiren (1730-vóór 1735) [zie 64,I]    [grootmoeder moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 335 r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Petrus Cornelii Gilsemans. Hij is gedoopt op maandag 25 september 1702 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 220r]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Cornelii Gilsemans, Magdalena Cornelii Gilsemans, Cornelia Cornelii Laureijssen en Adrianus Wagemaeckers.
II. Cornelia Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op woensdag 29 oktober 1704 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 228r]. Bij de doop van Cornelia was de volgende getuige aanwezig: Johanna Cornelii Gilsemans.
III. Catharina Cornelii Gilsemans [Hesemans], geboren in Galder (zie 65).
IV. Adrianus Cornelii Gilsemans. Hij is gedoopt op dinsdag 12 november 1709 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 252r]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Catharina Janssens van Hoijdonck en Catharina Peeter Speeck.
V. Cornelius Cornelii Gilsemans. Hij is gedoopt op donderdag 14 januari 1712 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 263r]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Cornelii Gilsemans en Judocus Adriani Waghemaeckers.
VI. Adrianus Cornelii Gilsemans. Hij is gedoopt op zondag 25 november 1714 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1616-1810 compleet; DTB 113 folio 278r]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Antonius Laureijs Rombouts en Anna Cornelii Vlaminxs.
132 Petrus Jansen van Boxtel. Hij is gedoopt op zaterdag 10 oktober 1654 in Bavel.
Hij trouwde, 32 jaar oud, op zondag 15 december 1686 met
133 Angla [Petronilla) Adriani Jansen (Engeltien) Cauwenbergh [Couwenberg]. Zij is gedoopt in Bavel.
Notitie bij Engeltien: 04-04-1704: Petronilla Adriaen Jansen Couwenbergh
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Antonia Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op donderdag 27 februari 1687 in Bavel.
II. Dympna van Boxtel. Zij is gedoopt op zondag 16 oktober 1689 in Bavel.
III. Margaetha Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op zondag 16 december 1691 in Bavel.
IV. Joanna Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op zondag 4 juli 1694 in Bavel.
V. Cornelia Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op donderdag 7 maart 1697 in Bavel [bron: Dopen rk Bavel 1648-1733; DTB-nr: IV-20 nr. 3a, fol: 71 v].
VI. Paulina Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op woensdag 26 oktober 1701 in Bavel.
VII. Adrianus Petri [Peeters] van Boxel, gedoopt op vrijdag 4 april 1704 in Bavel (zie 66).
VIII. Dymphna Petri van Boxtel. Zij is gedoopt op woensdag 24 september 1710 in Bavel.
134 Adrianus Michielsen van der Avoirt. Hij is gedoopt op donderdag 9 augustus 1674 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 118 r].
Hij trouwde met
135 Adriana Willem Mertens.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Michael Adriani van der Avoirt. Hij is gedoopt op zondag 23 april 1702 in Ginneken.
II. Wilhelmus Adriani van der Avoirt. Hij is gedoopt op dinsdag 15 januari 1704 in Ginneken.
III. Anna Adriani van der Avoirt. Zij is gedoopt op zondag 27 december 1705 in Ginneken.
IV. Joanna [Johanna] Adriani [Adriaensse] van der Avoirt [Avort] [Avert] [Havert], gedoopt op donderdag 20 oktober 1707 in Strijbeek (zie 67).
V. Maria Adriani van der Avoirt. Zij is gedoopt op zaterdag 6 september 1710 in Ginneken.
VI. Joannis Adriani van der Avoirt. Hij is gedoopt op zondag 24 april 1712 in Ginneken.
VII. Maria Catharina Adriani van der Avoirt. Zij is gedoopt op maandag 23 april 1714 in Ginneken.
VIII. Josephus Adriani van der Avoirt. Hij is gedoopt op zaterdag 20 augustus 1718 in Ginneken.
IX. Maria Adriani van der Avoirt. Zij is gedoopt op zondag 9 februari 1721 in Ginneken.
oerlemans_leonardus__rk_gedoopt_op_7_juni_1649_in_loon_op_zand__zoon_van_joannis_joannis_cornelii_en_agnetis_leonardi_-_loon_op_zand_inv._3_doopboek_1648-1671_f._7.jpg oirlemans_cornelis_jan__en_broer_heijliger_en_lendert_kopen_van_jan_wouter_de_oude_zaailanden_in__t_craenven_op_29_mei_1668_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_f_72_scan_88.jpg oirlemans_leonardus_johannis__en_adriana_cornelii_van_esch_trouwen_rk_op_10_mei_1671_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_trouwboek_1671-1685_-_blad_97.jpg oerlemans_leendert_jansen__en_anneke_van_esch__deling_door_hun_3_kinderen_cornelis__angneta_en_hendrina_op_3_mei_1718_-_loon_op_zand_schepenbank_inv._89_f_232v_scan_242.jpg oerlemans_leendert_jansen__en_anneke_van_esch__deling_door_hun_3_kinderen_cornelis__angneta_en_hendrina_op_3_mei_1718_-_loon_op_zand_schepenbank_inv._89_f_233_scan_242.jpg oerlemans_heijliger_jan__leendert_jan__wed._cornelis_jan__cornelis_leendert_jan_verpondingen_-_datum_eind_17e_eeuw_-_begin_18e_eeuw_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_inv._797_f._51v_.jpg
298 Oerlemans Leonardus, rk gedoopt op 7 juni 1649 in Loon op Zand, zoon van Joannis Joannis Cornelii en Agnetis Leonardi - Loon op Zand Inv. 3 Doopboek 1648-1671 f. 7
299 Oirlemans Cornelis Jan, en broer Heijliger en Lendert kopen van Jan Wouter de Oude zaailanden in ’t Craenven op 29 mei 1668 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88
300 Oirlemans Leonardus Johannis, en Adriana Cornelii van Esch trouwen rk op 10 mei 1671 - Loon op Zand - Inv. 4 RK Trouwboek 1671-1685 - Blad 97
301 Oerlemans Leendert Jansen, en Anneke van Esch, deling door hun 3 kinderen Cornelis, Angneta en Hendrina op 3 mei 1718 - Loon op Zand Schepenbank Inv. 89 f 232v scan 242
302 Oerlemans Leendert Jansen, en Anneke van Esch, deling door hun 3 kinderen Cornelis, Angneta en Hendrina op 3 mei 1718 - Loon op Zand Schepenbank Inv. 89 f 233 scan 242
303 Oerlemans Heijliger Jan, Leendert Jan, wed. Cornelis Jan, Cornelis Leendert Jan verpondingen - datum eind 17e eeuw - begin 18e eeuw - Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v
192 Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) Oirlemans (afb. 298 t/m 303). Hij is gedoopt op maandag 7 juni 1649 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 3 Doopboek 1648-1671 f. 7]. Bij de doop van Leendert, Lenaert waren de volgende getuigen aanwezig: Anthonius Christiani en Maria Henrici.
Notitie bij de geboorte van Leendert, Lenaert: In het doopboek 1624-1648 staan 2 dopen van voor die tijd, 1 van 1618 en die van 17 maart 1619, op blad 2. Bij de laatste is een Leonardo gedoopt als zoon van Johannis Oirlemans en Adriana Matthei.
In het doopboek 1648-1671 staat op 7 juni 1649 een Leonardus, zoon van Joannis Joannis Cornelii en Agnetis Leonardi.

Leendert trouwt op 10 mei 1671. Bij de 1e doop zou hij 52 jaar zijn, bij de 2e zou hij 22 jaar zijn.
Op 3 mei 1718 is er deling door hun kinderen. Beide ouders zijn voor die tijd overleden. Hoeveel eerder is lastig te zeggen. De vader of de moeder zal kort voor die datum overleden zijn. in geval an Leendert zou hij bij de 1e doop 99 jaar zijn, en bij de 2e doop 68 jaar.

Dit afwegende lijkt de 2e doop de grootste kanshebber. Ik hoop nog meer bewijs te vinden.

Dat heb ik gevonden: bij de deling tussen de 3 broers op 15 maart 1669 is Leendert vertegenwoordigd door zijn voogd. Hij is dus jonger dan 25 jaar. Dat klopt met de 2e. Bovendien zijn bij de deling als ouder genoemd Jan Jansen Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove.

De doop van 1619 blijkt na verder gepuzzel de oom van deze Leendert of Lenaert te zijn. Waarschijnlijk is hij daarnaar vernoemd.
Leendert, Lenaert is overleden vóór dinsdag 3 mei 1718, ten hoogste 68 jaar oud.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Getuige bij:
11-06-1715     doop Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 96,III]    [grootvader vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg23)]
Hij trouwde, 21 jaar oud, op zondag 10 mei 1671 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Trouwboek 1671-1685 - Blad 97] met de 26-jarige Anna Cornelii (Anneke) van Esch. Bij het kerkelijk huwelijk van Leendert, Lenaert en Anneke waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Andreas Cuypers en Guillaume de Robemont.
Notitie bij het huwelijk van Leendert, Lenaert en Anneke: Ze is hier Adriana genoemd. Bij de dopen is het steeds Anna.
esch_anna__rk_gedoopt_op_30_november_1644_in_loon_op_zand__dochter_van_cornelius_adriani_ab_esch_en_angela_henrici_-_loon_op_zand_-_inv._2_doopboek_1624-1648_blad_87.jpg
304 Esch Anna, rk gedoopt op 30 november 1644 in Loon op Zand, dochter van Cornelius Adriani ab Esch en Angela Henrici - Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 87
193 Anna Cornelii (Anneke) van Esch (afb. 304). Zij is gedoopt op woensdag 30 november 1644 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 87]. Bij de doop van Anneke was de volgende getuige aanwezig: Petronella Zacharia. Anneke is overleden vóór maandag 24 december 1714, ten hoogste 70 jaar oud.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Kinderen uit dit huwelijk:
oerlemans_joannes__rk_gedoopt_op_21_sept._1672__zoon_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_8.jpg
305 Oerlemans Joannes, rk gedoopt op 21 sept. 1672, zoon van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 8
I. Joannes Leendertse (Jan) Oerlemans (afb. 305). Hij is gedoopt op woensdag 21 september 1672 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 8]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Joanna Cornelii van Esch. Jan is overleden vóór maandag 9 mei 1718, ten hoogste 45 jaar oud [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v].
Notitie bij overlijden van Jan: Jan is niet genoemd in de ake van scheiding en deling van 9 mei 1718. Hij zal voor die tijd overleden zijn.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
oerlemans_agnes__rk_gedoopt_op_1_sept._1677__dochter_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_33.jpg gurkom_peeter_adriaense_van__27_jr__en_neeske_leenders_oerlemans__24_jr__beide_van_loon__trouwen_op_den_26e_febr._1702_-__loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng_blad_26.jpg
306 Oerlemans Agnes, rk gedoopt op 1 sept. 1677, dochter van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 33
307 Gurkom Peeter Adriaense van, 27 jr, en Neeske Leenders Oerlemans, 24 jr, beide van Loon, trouwen op den 26e febr. 1702 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 26
II. Agnes Leenders (Neeske) Oerlemans (afb. 306 en 307). Zij is gedoopt op woensdag 1 september 1677 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 33]. Bij de doop van Neeske waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Angelina Cornelii van Esch. Neeske is overleden vóór zondag 20 februari 1729, ten hoogste 51 jaar oud.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
Getuige bij:
09-08-1713     doop Anna Oerlemans (1713-vóór 1761) [zie 96,II]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)]
13-12-1728     doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 96,VI]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]
Neeske trouwde, 24 jaar oud, op zondag 26 februari 1702 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 26] met Petrus Adriaensse van Gorcum, ongeveer 27 jaar oud. Hij is gedoopt omstreeks 1675 in Loon op Zand.
Deling van goederen:
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
Getuige bij:
13-12-1728     doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 96,VI]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]
III. Cornelius Leenders Oerlemans, gedoopt op vrijdag 9 augustus 1680 in Loon op Zand (zie 96).
oerlemans_henrica__rk_gedoopt_op_18_okt._1684__dochter_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_78.jpg basters_peter_adriaanse__en_hendrien_oerlemans__beide_van_loon_sijn_getrouwd_den_17e_jan._1706_-_loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng_blad_28.jpg
308 Oerlemans Henrica, rk gedoopt op 18 okt. 1684, dochter van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78
309 Basters Peter Adriaanse, en Hendrien Oerlemans, beide van Loon sijn getrouwd den 17e jan. 1706 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 28
IV. Henrica Leendertse (Hendrien) Oerlemans (afb. 308 en 309). Zij is gedoopt op woensdag 18 oktober 1684 in Loon [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78]. Bij de doop van Hendrien waren de volgende getuigen aanwezig: Angelina Cornelii van Esch en Heijliger Oirlemans (geb. 1634) [zie 384,II] [oom vaderszijde]. Hendrien is overleden na zaterdag 13 maart 1751, minstens 66 jaar oud.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
13-03-1751     Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Hendrien trouwde, 21 jaar oud, op zondag 17 januari 1706 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg28)] met Petrus Adrianus Basters.
Deling van goederen:
13-03-1751     Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Getuige bij:
24-09-1721     doop Jenneke Oerlemans (1721-1771) [zie 96,V]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57]
hamers_adrianus_petri__en_joanna_petri_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_12_mei_1675_-_loon_op_zand_-_inv_4_rk_trouwboek_1671-1685_blad_100.jpg
310 Hamers Adrianus Petri, en Joanna Petri trouwen voor de rk kerk op 12 mei 1675 - Loon op Zand - Inv 4 RK Trouwboek 1671-1685 blad 100
194 Adrianus Peeter (Adriaan) Hamers (afb. 310).
Getuige bij:
02-07-1718     doop Leendert Oerlemans (1718-1786) [zie 48]    [grootvader moederszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 39v]
Hij trouwde op zondag 12 mei 1675 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv 4 RK Trouwboek 1671-1685 blad 100] met Joanna Petri Priems. Bij het kerkelijk huwelijk van Adriaan en Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Walterus Molemans en Elisabeth Verhaeren.
195 Joanna Petri Priems.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Henricus Adriaan Peeter Hamers.
Getuige bij:
09-08-1713     doop Anna Oerlemans (1713-vóór 1761) [zie 96,II]    [oom moederszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)]
II. Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) Hamers, gedoopt op woensdag 17 december 1687 in Loon op Zand (zie 97).
208 Henricus Petrus Priems.
Hij trouwde met
209 Nicolaa Christhophorus de Leuw.
Notitie bij Nicolaa: 16-11-1695: Nicolaa Stoffels de Leuw
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Petronilla Henri Priems. Zij is gedoopt op zondag 17 september 1690 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 27].
Getuige bij:
21-03-1729     doop Nicolaa Priems (geb. 1729) [zie 104,I]    [tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 93]
II. Christophor Henricus (Stoffel) Priems, gedoopt op dinsdag 20 november 1691 in Loon op Zand (zie 104).
III. Maria Henrici Priems. Zij is gedoopt in maart 1694 in Loon op Zand.
IV. Walterus Henrici Priems. Hij is gedoopt op woensdag 16 november 1695 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 48].
Getuige bij:
23-10-1718     kerkelijk huwelijk Stoffel Priems (1691-1732) en Gertrudis Cornelis Freijsse [zie 105]    [broer bruidegom]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, aktenummer 105]
V. Adrianus Henrici (Ari) Priems. Hij is gedoopt op zaterdag 7 december 1697 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 56v]. Ari trouwde, 28 jaar oud, op zondag 19 mei 1726 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 39] met Arnolda Jooste (Aartje) Nouwens, nadat zij op zaterdag 4 mei 1726 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 39]. Zij is gedoopt in Loon op Zand.
VI. Anna Henrici Priems. Zij is gedoopt op zaterdag 17 juli 1700 in Loon op Zand.
Getuige bij:
06-01-1731     doop Hendrik Priems (1731-1781) [zie 52]    [tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 98v]
snoeren_petrus_henrici__rk_gedoopt_op_1_oktober_1684_in_loon_op_zand.jpg snoere_peter_hendrik__trouwt_met_anneke_van_cromvoirt_in_loon_op_zand_op_27_november_1718.jpg
311 Snoeren Petrus Henrici, RK gedoopt op 1 oktober 1684 in Loon op Zand
312 Snoere Peter Hendrik, trouwt met Anneke van Cromvoirt in Loon op Zand op 27 november 1718
212 Petrus Henricus (Peter) Snoeren (afb. 311 en 312). Hij is gedoopt op zondag 1 oktober 1684 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 77v]. Bij de doop van Peter waren de volgende getuigen aanwezig: [waarschijnlijk] Adriana Joannes Snoere en [waarschijnlijk] Martinus Joannes Snoeren (geb. 1640) [zie 848,I] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Peter: Bij Adriana is Adriana Joannes vermeld, bij Martinus is dat Martinus Snoeren.
Peter is overleden, 85 jaar oud. Hij is begraven op donderdag 19 april 1770 in Loon op Zand.
Notitie bij Peter: 27-11-1718: Peter Hendrik Snoere (bij zijn huwelijk met Anneke)
14-10-1719: Petri Hendrick Snoere (bij de doop van Michael)
21-04-1721: Petri Henrici Snoere (bij de doop van Martinus)
13-11-1722: Petri Henrici Snoere (bij de doop van Wilhelmus)
13-01-1725: Petri Snoere (bij de doop van Joannes)
19-04-1770: Peter Snoeren (bij zijn begraven)
Hij trouwde, 34 jaar oud, op zondag 27 november 1718 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 36v] met de 30-jarige Anna Gijsbertus (Anneke) van Cromvoirt. Peter en Anneke gingen op zaterdag 12 november 1718 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Inv.nr. 13 - Loon op Zand - trouwboek 1679-1786, doopboek 1684-1697, lidmatenlijst 1687-1729, doopboek 1698-1810 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 13, aktenummer 36v].
213 Anna Gijsbertus (Anneke) van Cromvoirt. Zij is gedoopt op woensdag 28 april 1688 in Loon op Zand.
Notitie bij Anneke: 27-11-1718: Anneke van Cromvoirt (bij haar 2e huwelijk)
14-10-1719: Anna Gijsbrechts van Cromvoort (bij de doop van Michael)
21-04-1721: Anna Gijsberti van Cromvoort (bij de doop van Martinus)
13-11-1722: Anna Gijsberti van Cromvoort (bij de doop van Wilhelmus)
13-01-1725: Anna van Cromvoort (bij de doop van Joannes)
Getuige bij:
30-10-1750     doop Gijsberdina Snoere (geb. 1750) [zie 106,II]    [grootmoeder vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 92v]
03-12-1756     doop Petrus Wilhelmus Snoere (geb. 1756) [zie 106,IV]    [grootmoeder vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 121v]
Anneke trouwde (1) met Marte van Broukhove.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Michael Petri Snoere. Hij is gedoopt op zaterdag 14 oktober 1719 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 46v]. Bij de doop van Michael waren de volgende getuigen aanwezig: Petronilla Giele en [waarschijnlijk] Hendrik Snoeren (1677-1727) [zie 424,IV] [oom vaderszijde].
leeuwe_joannes_van__trouwt_met_cornelia_verhaegen__en_zijn_halfzus_joanna_trouwt_met_martinus_snoere_op_14_januari_1753_in_loon_op_zand.jpg
313 Leeuwe Joannes van, trouwt met Cornelia Verhaegen, en zijn halfzus Joanna trouwt met Martinus Snoere op 14 januari 1753 in Loon op Zand
II. Martinus Petri (Maarte) Snoere. Hij is gedoopt op maandag 21 april 1721 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 55]. Bij de doop van Maarte was de volgende getuige aanwezig: Joannes Theodori Broeckhove. Maarte is overleden vóór vrijdag 30 december 1785, ten hoogste 64 jaar oud.
Getuige bij:
23-11-1753     doop Leonardus van Leeuwe (geb. 1753)   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 106v]
Maarte:
(1) trouwde, 25 jaar oud, op maandag 20 februari 1747 in Loon op Zand met Willemijn Dominikens.
(2) trouwde, 31 jaar oud, op zondag 14 januari 1753 in Loon op Zand met Joanna (Jenneke) van Leuwe (afb. 313), 21 jaar oud, nadat zij op zaterdag 30 december 1752 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan. Bij het burgerlijk huwelijk van Maarte en Jenneke waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelmus Snoere, [waarschijnlijk] Joannes (Jan) van Leuwe (1713-1768) [broer bruid] en [waarschijnlijk] Joannes (Jan) van Leeuwe (1733-1791) [broer bruid].
Notitie bij het huwelijk van Maarte en Jenneke: Als getuige is Joannes van Leeuwe genoemd. Het is niet uit te maken welke het is: haar oudste halfbroer Joannes die op die dag ook trouwt, of haar jongere broer Joannes.
Het huwelijk wordt met compensatie in de 3e graad voltrokken.

Bijzonder is dat in november van datzelfde jaar een Maarte Snoere getuige is bij de doop van Leonardus van Leeuwe op 23 november 1753. Leonardus is het onwettig kind van Leonardus Hamers en een Joanna van Leeuwe. Maarte is dan al getrouwd met een Joanna van Leeuwe.
Als het zijn vrouw is, dan is het een zeer bijzondere situatie.
Eerder denk ik dat het een andere Joanna is. Zo is er bijvoorbeeld op 27 december 1758 een overlijden van een Jenneke van Leeuwen (als huisvrouw en laat kinderen na). Er zijn nog wel meer Joanna’s van Leeuwen. Welke zou ik niet durven zeggen. De andere getuige bij de doop is Cornelia van Leeuwe. Die kan ik in de directe familie van Joanna (dochter van Dielis en Jenneke) niet thuisbrengen.
Jenneke is een dochter van Egidius Peeters (Dielis) van Leeuwe en Joanna Peeterse (Jenneke) Net. Zij is gedoopt op vrijdag 19 januari 1731 in Loon op Zand. Bij de doop van Jenneke waren de volgende getuigen aanwezig: Nicolaa van Leeuwe (geb. 1711) [zus] en Joannes (Jan) van Leuwe (1713-1768) [broer]. Jenneke is overleden op vrijdag 30 december 1785 in Loon op Zand, 54 jaar oud [bron: Inv.nr. 16 - Loon op Zand - register van overledenen 1757-1786 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 16, blad 104v].
Notitie bij overlijden van Jenneke: Jenneke van Leeuwen, als weduwe van Maarte Snoeren
Getuige bij:
29-03-1754     doop Digna van Leeuwen (1754-1819)    [tante vaderszijde]
06-05-1766     doop Anna van Leuwen (1766-1817)    [tante vaderszijde]
27-12-1777     doop Maria van Leeuwe (geb. 1777)    [tante vaderszijde]
III. Wilhelmus Petri (Willem) Snoeren, gedoopt op vrijdag 13 november 1722 in Loon op Zand (zie 106).
IV. Joannes Petri Snoere. Hij is gedoopt op zaterdag 13 januari 1725 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 75]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Gijsberti van Cromvoort en [waarschijnlijk] Gerardus Henrici Snoeren (geb. 1679) [zie 424,V] [oom vaderszijde].
laarhoven_peter_dirk_van__20_jaar__van_hilvarenbeek__en_emmerents_leendert_van_beek__26_jaar__van_moergestel__beide_w._in_moergestel_trouwen_op_27_juli_1704_-_moergestel_-_ng_trouwboek_inv._4_bl._35v.jpg
314 Laarhoven Peter Dirk van, 20 jaar, van Hilvarenbeek, en Emmerents Leendert van Beek, 26 jaar, van Moergestel, beide w. in Moergestel trouwen op 27 juli 1704 - Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 35v
240 Petrus Dirck van Laarhoven (afb. 314). Hij is gedoopt omstreeks 1684 in Hilvarenbeek.
Adres:
27-07-1704     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 35v]
Petrus trouwde (2), ongeveer 54 jaar oud, op zondag 6 juli 1738 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Trouwboek Inv. 8 Bl. 116] met Cornelie Cornelis Moonen (ovl. 1766).
Hij trouwde (1), ongeveer 20 jaar oud, op zondag 27 juli 1704 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 35v] met de 26-jarige
beers_anna_maria_leonardi_van__rk_gedoopt_op_10_maart_1678_in_moergestel__dochter_van_leonardi_hendrickx_van_beers_en_maria_joannis_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._104.jpg
315 Beers Anna Maria Leonardi van, RK gedoopt op 10 maart 1678 in Moergestel, dochter van Leonardi Hendrickx van Beers en Maria Joannis Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 104
241 Anna Maria Leendert (Emmerents) van Beers (afb. 315). Zij is gedoopt op donderdag 10 maart 1678 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 104]. Emmerents is overleden, 58 jaar oud. Zij is begraven op zondag 28 oktober 1736 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - NG Kerkerecht voor het begraven Inv. 11].
Adres:
27-07-1704     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 35v]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Theodorus Petrus (Dirk) van Laarhoven, gedoopt op donderdag 4 juni 1705 in Moergestel (zie 120).
II. Joannes Petrus van Laarhoven. Hij is gedoopt op zondag 14 oktober 1708 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 4]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes van Laerhoven en Cornelia Roosen.
III. Antonius Petri van Laarhoven. Hij is gedoopt in maart 1711 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 15v]. Bij de doop van Antonius waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius van Donckers, Magdalena van Laerhoven en Sophia Everardi Laerhoven.
Notitie bij de geboorte van Antonius: De doop is in maart, nog voor 5 maart, want dan is de volgende doop ingeschreven.
IV. Laurentius Petri van Laarhoven. Hij is gedoopt in mei 1714 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Blz. 21r]. Bij de doop van Laurentius was de volgende getuige aanwezig: Elisabeth Bruers.
Notitie bij de geboorte van Laurentius: Als Van Larhove geschreven.
242 Joannis Joannis (Jan) Timmermans.
Hij trouwde met
243 Catharina Sebastianus Jansen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Anna Maria Jan (Annamarie) Timmermans, geboren in Hilvarenbeek (zie 121).
bruurs_hendrick_dielis__j.m._en_margriet_gerrit_noyens__j.d.___beide_geb._en_w._hilvarenbeek__doen_ondertrouw_op_25_jan._1687_en_trouwen_op_10_februari_-_hilvarenbeek_-_schepenbank_inv._15_bl._39r.jpg bruurs_hendrick_dielis__j.m._en_margriet_gerrit_noyens__j.d.___beide_geb._en_w._hilvarenbeek__doen_ondertrouw_op_25_jan._1687_en_trouwen_op_10_februari_-_hilvarenbeek_-_schepenbank_inv._15_bl._39v.jpg
316 Bruurs Hendrick Dielis, j.m. en Margriet Gerrit Noyens, j.d. , beide geb. en w. Hilvarenbeek, doen ondertrouw op 25 jan. 1687 en trouwen op 10 februari - Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 39r
317 Bruurs Hendrick Dielis, j.m. en Margriet Gerrit Noyens, j.d. , beide geb. en w. Hilvarenbeek, doen ondertrouw op 25 jan. 1687 en trouwen op 10 februari - Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 39v
244 Henricus Egidius (Hendrick) Bruers (afb. 316 en 317). Hij is gedoopt op dinsdag 20 april 1655 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 18]. Bij de doop van Hendrick waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Joannis van Dun en Adrianus Stephani Henrici. Hendrick is overleden, 72 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 8 oktober 1727 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - NG Kerkerecht voor begraven Inv. 11 Bl. 38].
Notitie bij overlijden van Hendrick: Hend: Dielis Bruers.
Getuige bij:
?-09-1711     doop Margareta Gerardi Bruers (geb. 1711)    [grootvader vaderszijde]   [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 4 Bl. 16r]
Hij trouwde, 31 jaar oud, op maandag 10 februari 1687 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 39v en r] met de 21-jarige Margareta Gerardus (Margriet) Noyens. Hendrick en Margriet gingen op zaterdag 25 januari 1687 in Hilvarenbeek in ondertrouw [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 39v en r]. Bij het burgerlijk huwelijk van Hendrick en Margriet waren de volgende getuigen aanwezig: Peter Huijbrechts Noyens en Niclaes Dielis Bruurs (ovl. 1710) [zie 488,I] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Hendrick en Margriet: Niclaes is zijn broer.
Peter is haar oom.
noyens_margareta_gerardus__rk_gedoopt_op_30_maart_1665_in_hilvarenbeek__dochter_van_gerardus_huberti_noyens_en_adriana_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._54.jpg
318 Noyens Margareta Gerardus, RK gedoopt op 30 maart 1665 in Hilvarenbeek, dochter van Gerardus Huberti Noyens en Adriana - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 54
245 Margareta Gerardus (Margriet) Noyens (afb. 318). Zij is gedoopt op maandag 30 maart 1665 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 54]. Bij de doop van Margriet waren de volgende getuigen aanwezig: Nicoalus Gerardi Petri Noyens en Joanna Jacobi Gerardi Noyens.
Kinderen uit dit huwelijk:
bruers_barbara_henrici__rk_gedoopt_op_19_aug._1688_in_hilvarenbeek__dochter_van_henricus_egidii_bruers_en_margareta_gerardi_noyens_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._152v.jpg
319 Bruers Barbara Henrici, RK gedoopt op 19 aug. 1688 in Hilvarenbeek, dochter van Henricus Egidii Bruers en Margareta Gerardi Noyens - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 152v
I. Barbara Henricus Bruers (afb. 319). Zij is gedoopt op donderdag 19 augustus 1688 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 152v].
Notitie bij de geboorte van Barbara: Aleijdis, weduwe van Hubertus Noyens, is getuige. Hubertus zal haar broer zijn.
II. Gerardus Henrici (Gerart, Gerridt) Bruers, gedoopt op donderdag 16 november 1690 in Hilvarenbeek (zie 122).
lamberti_martinus_gulielmus__rk_gedoopt_op_27_april_1657_in_boxtel__zoon_van_gulielmus_lamberti_en_catharina_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl.81.jpg meijs_marten_willems_van_der__j.m.__en_rosen_maria_cornelis__j.d.__beide_wonend_in_moergestel__trouwen_op_4_juli_1683_-_moergestel_-_ng_trouwboek_inv._4_bl._4.jpg mijssen_martinus_willems_van_der__en_maria_cornelis_roosen_gaan_in_ondertrouw_voor_de_kerk_in_moergestel_op_19_juni_1683_-_moergestel_-_rk_trouwboek_inv._1_1636-1706_bl._165v.jpg meijssen_martinus_wilhelmus_van_der__en_maria_cornelis_roosen_trouwen_voor_de_kerk_in_moergestel_op_5_juli_1683_-_moergestel_-_rk_trouwboek_inv._1_1636-1706_bl._165v.jpg meijs_marten_van_der__begraven_op_29_september_1706__wonend_in_het_stocksken_in_moergestel_-_moergestel_-_ng_reg._van_begravenen_inv._6_bl._35.jpg
320 Lamberti Martinus Gulielmus, RK gedoopt op 27 april 1657 in Boxtel, zoon van Gulielmus Lamberti en Catharina - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.81
321 Meijs Marten Willems van der, j.m., en Rosen Maria Cornelis, j.d., beide wonend in Moergestel, trouwen op 4 juli 1683 - Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 4
322 Mijssen Martinus Willems van der, en Maria Cornelis Roosen gaan in ondertrouw voor de kerk in Moergestel op 19 juni 1683 - Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 1636-1706 Bl. 165v
323 Meijssen Martinus Wilhelmus van der, en Maria Cornelis Roosen trouwen voor de kerk in Moergestel op 5 juli 1683 - Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 1636-1706 Bl. 165v
324 Meijs Marten van der, begraven op 29 september 1706, wonend in het Stocksken in Moergestel - Moergestel - NG Reg. van begravenen Inv. 6 Bl. 35
246 Martinus Willems (Marten) van der Meijs (afb. 320 t/m 324). Hij is gedoopt op vrijdag 27 april 1657 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.81]. Bij de doop van Marten waren de volgende getuigen aanwezig: Geretrudis Adriani en Hermannus Adriani. Marten is overleden, 49 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 29 september 1706 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Reg. van begravenen Inv. 6 Bl. 35].
Adres:
04-07-1683     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 4 Scan 27]
Borgbrief:
13-03-1703     Voor schepenen van Boxtel en de provisoirs van de Tafel van de H. Geest verklaren
Adriaen Willems van Meijs,
Marten Willems van Meijs,
Berbra Willems van der Meijs,
Aelet Willems van Meijs, en
voor Anneken Willems van Meijs,
als ingeboorenen van Boxtel en nu tesamen woonachtig binnen de parochie van Moergestel, sijnde alle in de huwelijken staat getreden,

dat si, noch de ene helfte van hun te verwekken kinderen, niet sullen comen tot laste van de Tafel van de H. Geest van Moergestel of andere plaats, waar sij of hun kinderen mochten komen te wonen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v en 131r]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Hij trouwde, 26 jaar oud, op zondag 4 juli 1683 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 4 Scan 27] met de 23-jarige Maria Cornelius Roosen. Marten en Maria gingen op zaterdag 19 juni 1683 in Moergestel in ondertrouw [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 1636-1706 Bl. 165v Scan 175]. Het kerkelijk huwelijk tussen Maria en Marten vond plaats op maandag 5 juli 1683 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 1636-1706 Bl. 165v Scan 175]. Bij het kerkelijk huwelijk van Marten en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Laurentia van den Hoeven en Mechgelina de Loo. Bij de ondertrouw van Marten en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Christianus Goyers van Ostaeyen en Adriaen van der Meijs (1665-1712) [zie 492,IV] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Marten en Maria: Pastoor Franciscus van Hove zegent het huwelijk in.
peters_maria_cornelis__rk_gedoopt_op_3_februari_1660_in_moergestel__dochter_van_cornelis_peters_en_joanna_jacobs_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._73v.jpg
325 Peters Maria Cornelis, RK gedoopt op 3 februari 1660 in Moergestel, dochter van Cornelis Peters en Joanna Jacobs - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 73v
247 Maria Cornelius Roosen (afb. 325). Zij is gedoopt op dinsdag 3 februari 1660 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 73v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Heijliigis Jacobs en Cornelius Merckx. Maria is overleden na woensdag 1 november 1702, minstens 42 jaar oud [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 138v].
Notitie bij overlijden van Maria: Ze is getuige bij de doop van haar nichtje.
Adres:
04-07-1683     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 4 Scan 27]
Getuige bij:
01-11-1702     doop Cornelia Joannes van Esch (geb. 1702)    [aangetrouwde tante moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 138v]
Kinderen uit dit huwelijk:
mijs_catharina_martini__rk_gedoopt_op_20_januari_1684_in_moergestel__dochter_van_martinus_willems_van_der_mijs_en_maria_corenlii_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._114.jpg
326 Mijs Catharina Martini, RK gedoopt op 20 januari 1684 in Moergestel, dochter van Martinus Willems van der Mijs en Maria Corenlii Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 114
I. Catharina Martini van der Meijs (afb. 326). Zij is gedoopt op donderdag 20 januari 1684 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 114]. Bij de doop van Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Adriaens en Christianus Goyers van Ostaeyen.
mijssen_joannes_martini_van_der__rk_gedoopt_op_21_januari_1685_in_moergestel__zoon_van_martinus_willems_van_der_mijssen_en_maria_cornelis_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._115.jpg
327 Mijssen Joannes Martini van der, RK gedoopt op 21 januari 1685 in Moergestel, zoon van Martinus Willems van der Mijssen en Maria Cornelis Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 115
II. Joannes Martini van der Meijs (afb. 327). Hij is gedoopt op zondag 21 januari 1685 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 115]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Willems van der Meijs (ovl. na 1724) [zie 492,I] [tante vaderszijde] en Willem van der Meijs (1634-1723) [zie 492] [grootvader vaderszijde].
III. Catharina Martini (Catalijn) van der Meijs, gedoopt op woensdag 8 oktober 1687 in Moergestel (zie 123).
meijs_henricus_martini_van_der__rk_gedoopt_op_7_februari_1690__in_moergestel__zoon_van_martinus_willem_van_der_meijs_en_maria_cornelisse-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._122.jpg
328 Meijs Henricus Martini van der, RK gedoopt op 7 februari 1690 in Moergestel, zoon van Martinus Willem Van Der Meijs en Maria Cornelisse- Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 122
IV. Henricus Martini van der Meijs (afb. 328). Hij is gedoopt op dinsdag 7 februari 1690 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 122]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Brocken, Adrianus Lambert van der Meijs en Joanna Cornelis de Roij.
meijs_joanna_martini_van_der__rk_gedoopt_op_3_september_1693_in_moergestel__dochter_van_martinus_willem_van_der_meijs_en_maria_cornelis_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._126v.jpg
329 Meijs Joanna Martini van der, RK gedoopt op 3 september 1693 in Moergestel, dochter van Martinus Willem Van Der Meijs en Maria Cornelis Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 126v
V. Joanna Martini (Jenneken) van der Meijs (afb. 329). Zij is gedoopt op donderdag 3 september 1693 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 126v]. Bij de doop van Jenneken waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Jans van de Laer en Catharina Adriani van der Meijs.
Adres:
15-11-1724     Hilvarenbeek   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
meijs_antonia_martini_van_der__rk_gedoopt_op_23_september_1695_in_moergestel__dochter_van_martinus_van_der_meijs_en_maria_cornelis_roosen_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._129v.jpg
330 Meijs Antonia Martini van der, RK gedoopt op 23 september 1695 in Moergestel, dochter van Martinus Van Der Meijs en Maria Cornelis Roosen - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 129v
VI. Antonia Martini (Anthoneth) van der Meijs (afb. 330). Zij is gedoopt op vrijdag 23 september 1695 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 129v]. Bij de doop van Anthoneth waren de volgende getuigen aanwezig: Anna van der Crabbe en Silvester Roosen (1663-1728) [zie 494,II] [oom moederszijde].
Adres:
15-11-1724     Hilvarenbeek   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
meijs_cornelius_martini_van_der__rk_gedoopt_op_13_augustus_1698_in_moergestel__zoon_van_martinus_willem_van_der_meijs_en_maria_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._133v.jpg
331 Meijs Cornelius Martini van der, RK gedoopt op 13 augustus 1698 in Moergestel, zoon van Martinus Willem Van Der Meijs en Maria - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 133v
VII. Cornelius Martini van der Meijs (afb. 331). Hij is gedoopt op woensdag 13 augustus 1698 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 133v]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Sijmen van Esch en Barbara Jan.
Adres:
15-11-1724     Diessen   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

meeren_peeter_cornelis_denis__handtekening_als_gesworene_van_het_catholicq_corpus_van_ginneken_op_20_februari_1652.jpg meeren_peeter_cornelis_denijs_en_martijntken_request_schepenbank_ginneken_en_bavel_19_mei_1642_voorkant_v2.jpg meeren_peeter_cornelis_denijs_en_martijntken_request_schepenbank_ginneken_en_bavel_19_mei_1642.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-1.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-2.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-3.jpg
332 Peeter Cornelis Denis Meeren, handtekening als gesworene van het Catholicq Corpus van Ginneken op 20 februari 1652 in de steun voor pastoor Aldericus Lemmens
333 Meeren Peeter Cornelis Denijs en Martijntken request Schepenbank Ginneken en Bavel 19 mei 1642 voorkant v2
334 Meeren Peeter Cornelis Denijs en Martijntken request Schepenbank Ginneken en Bavel 19 mei 1642
335 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-1
336 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-2
337 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-3
lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-4.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-5.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-6.jpg lidmaten_van_het_catholicq_corpus_van_de_kerk_van_ginneken_verklaren_hun_steun_aan_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1651-7.jpg mieren_hendrick_laureijs__smid_in_ginneken__getuigt_voor_pastoor_aldericus_lemmens_op_20_februari_1652_over_de_waarde_van_ijzerwerk_uit_de_kerk.jpg
338 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-4
339 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-5
340 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-6
341 Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1651-7
342 Mieren Hendrick Laureijs, smid in Ginneken, getuigt voor pastoor Aldericus Lemmens op 20 februari 1652 over de waarde van ijzerwerk uit de kerk
256 Peeter Cornelis Denis Meeren (afb. 332 t/m 342).
Notitie bij overlijden van Peeter: -
Bij het rekest van de kinderen zijn al 12 tot 14 jaar de voogden in beheer van de penningen. Dit betekent dat beide ouders voor 1630 overleden zijn.
Notitie bij Peeter: -
1634: Peter Cornelis Denis Meeren (cijnsboek)
25-02-1641: Petrus Cornelii
19-05-1642: Peeter Cornelis Denijs Meeren (Request Schepenbank)
07-09-1642: Petrus Cornelii
13-05-1645: Petrus Cornelii
26-04-1648: Petrus Cornelii
22-11-1650: Petrus Cornelii
20-02-1652: Peeter Cornelis Denis Meeren (gesworene; Lidmaten van het Catholicq Corpus van de kerk van Ginneken verklaren hun steun aan pastoor Aldericus Lemmens)
14-12-1653: Petrus Cornelii

In de doopboeken staat geen achternaam vermeld.
Bij het huwelijk van zijn dochter Joanna met Corstiaan de Haen staat zij vernoemd als Joanna Peeter Cornelis Denis Meeren.

De meter Walterus Cornely Meeren bij de doop van Joannes in 1648 is zo niet te plaatsen.
Allerhande acte, protocol:
20-02-1652     In de notariële akte hierna heeft Hendrik Laureijs Mieren, smid te Ginneken getuigt op verzoek van pastoor Aldericus Lemmens, dat het ijzerwerk uit de kerk, dat als rommel voor10 rijns guldens was gekocht, niet meer waard was.
Sommigen beweerden dat het 100 guldens waard was en belasterden de pastoor.
De getuigen zijn Jan Anthonis Martens Brockx en Peeter Jansen. De geregistreerden zijn Adriaan Cornelis Maes en Lambracht Peeter Gijsels. (Invn r 0151 blad 076v)

We zijn enkele jaren na de Vrede van Munster in 1648. De katholieke kerken moeten overgedragen worden aan de protestanten, zo ook de kerk van Ginneken (zo ook de kerk van Bavel en de kapellen van Galder , Heusdenhout en Strijbeek).
-
De pastoor nam de wijk naar de Luciakapel in Meersel, keerde terug naar het goed Grimhuysen, en enkele jaren later definitief naar Meersel. In 1666 keert pastoor Mutsaers terug naar Ginneken. Tussen 1666 en 1690 woonde de Ginnekense pastoor op de oude hoeve van Koekelberg, eigendom van de kinderen van Adriaen Michiels van der Avoirt.
Daarna werden de plakkaten verzacht en werd een schuurkerk toegestaan. Rond 1740 ging de pastoor wonen op goed Grimhuijsen. De schuur werd verbouwd tot schuurkerk en later kon de pastoor het huis kopen als pastorie.
Tot 1837 bleef de parochie van Ginneken gehuisvest in Ulvenhout. (Bron: Brieven van Paulus, nummer 130, maart 2000, Heemkundekring Paulus van Daesdonck, Ulvenhout tijdens het tweede millennium door Ad Jansen, en vermelding in brieven van Paulus, no 134, Heemkundekring Paulus van Daesdonck).
De gebeurtenissen rond het ijzerwerk uit de kerk zal mogelijk te plaatsen zijn binnen deze overdracht. Daar zou ik of iemand anders dan nog eens in kunnen duiken.

In deze akte staat dat een groep mensen de pastoor belasterd heeft, en dat zij vinden dat hij moet vertrekken, ofwel de herder moet verdwijnen uit de schaapskooi. Het bestuur van de kerk, ofwel de lidmaten van het Catholicq Corpus laat optekenen dat ze het daarmee niet eens zijn.

De akte is ondertekend door 33 personen, onder andere:
Henrick Cornelis Meeren, oud kerkmeester
Peeter Cornelis Denis Meeren, gezworene
Peeter Cornelis Meijren, oud kerkmeester of zoals op de fiche staat: meester metselaar
Anthonis Peeter Monden, oud burgemeester
Cornelis Mertens Oomen
Adriaen Michielsen van der Avort

Het bijzondere van deze akte is het grote aantal handtekeningen en merktekens. De met name genoemden hierboven hebben een plaats in de stamboom.
------------------------------------------------------------------------------
Transcriptie van een deel van de akte:

Hoochweerdichste heer,
het was een groot en selsaem geluck voor die godtminnende weduwe Judich, dat sij door haar onberispelijck leven soo vast geloovs (?) heeft, de nijdiche monden, ende gebonden de verschende tongen dat volgens het getuigen van den H. Geest (?) niemant gebonden wiert, die van haar een quaat woordt sprack daer nochtans tegen de eerbaere getrouwen .. even heilich door de monden van die twee ouwden boeven soo veel quade woorden sijn vuijtgespogen dat het groot en selsaem is geweest voor Judich geen opspraeck te lijden quade menschen beweent men dagelijcx,
want daer en is niemant soo onbevleckt van leven of soo hoogh van staet daeer enen aftgunstigen mont niet en compt aen knabbelen, om die te scheuren ende sijnen nijdighen aessem daerover laet vliegen om die te bevlecken: maar oft het geluck is gheen leughenachtighe tegenspraeck den menschen te hooren doen ons twijfelen de woorden ons salichmaeckers:
salich sijt ghij als de menschen vermaledijden ene vervolchen ende alle quaet tegen liegende om mijnentwil verblijt en verheucht is, want uwen loon is overvloedich in de hemelen, Christus heeft het saelichste verkooren, die oock door het pijnelijck sweert van den schuimende tongen den Joden is gecruijst geweest. Het deel dat onsen salichmaecker heeft vercosen, heeft hij oock gelovt aen sijnen getrouwen dienaren, onsen seer aengenaemen herder, den eerwaarden heer Aldericus Lemmens. wier lanckmoedigh stilswijgen sonder sijn selven te verschoenen aen sijn hoochweerdigheit in soo veel opspraecke en leugentael, ons beweeghe ende praencxt (?) in onse conscientie, sijn onnooselheijt voor te staen, ende met de getuigenisse den waerheijt, te stoppen de monden dergheene, die hem onsen oprechten herder soeken te verdwijnen uijt de schaepskoije tot groot achterdeel der Catholique siele ende droeftheijt van de gemeijnte tot Ghinneken bij Breda. derciende oock ertoe versoecke met weenende oogen en bedriechelijke tranen de hulpe en bijstandt van sijn hoochweirdichheit. Soo ist dan hoochweerdichsgte heer, dat wij hier ondergeteeckenten oprechte lidmaten van het Catholicq Corpus tot Ghinneken met eenen eerbiedende kus van uwe hoochweirdichste handen versoecken instantien dat uwe hoochweirdicheit geen geloof en gelieft te geven aen valsche getuigenissen ende schandaleuse pasquillen van een klein en oproerich hoopken bestaende in drijen of vieren pertiusbateurse van dese gemeijnte..

<volgen nog 2 en een halve pagina met redenen waarom de pastoor zo’n goede herder is....>

als is gedaen en geteekent binnen de stadt Breda voor mij Jan van den Couwenberch, openbaar notaris geadmiteert bij den edele Raede van Brabant en sGravenhage, resideerende binnen Breda.

<hierna volgen de handtekeningen of merktekens van de steunbetuigers>
  [bron: J. van den Couwenbergh, Allerhande acten (Protocollen), 1647 / 08-10-1652, Notariële archieven Breda, inventarisnummer 0151, blad 075v]
Cijns:
van na 1634 tot voor 1698     Laurens Joosten van den Couwelaer (laatst genoemde cijnsplichtige)
Peeter Cornelis Denis Meeren sone cum suis (2e cijnsplichtige, geen begindatum of jaar te bepalen)
De kinderen van Peeter Adriaen Peeter Jan Jacopssen (eerste cijnsplichtige)

van omtrent 3 buijnder, 3 quartier, 46 roeden erfs metten huijsinghe daer op staende t’Ulvenhout, oost ende west ’s Heerenstraete, zuijt de Nieuwendijck, noort Cornelis Hendrick Peeter Meeren zone | Wijlen deseve kynderen, ex anno registro in twee parcheelen fol. 223

In de zijlijn: de jaartallen van (16)35 t/m (16)98
  [bron: BHIC inv 91.118 1634-1698 f.41 scan 53]
Hij trouwde met
257 Maria Adriani.
Kinderen uit dit huwelijk:
meeren_joanna_petri_cornelii_denis__rk_gedoopt_op_25_februari_1641_in_ginneken.jpg meiren_jenneken_peeter_cornelis_denis__en_haar_man_corstiaen_anthoissen_de_haen_uit_ginneken_testament_met_vermelding_van_haar_natuurlijke_zoon_peeter_laureijssen_op_7_maart_1676_-_1.jpg meiren_jenneken_peeter_cornelis_denis__en_haar_man_corstiaen_anthoissen_de_haen_uit_ginneken_testament_met_vermelding_van_haar_natuurlijke_zoon_peeter_laureijssen_op_7_maart_1676_-_2.jpg meiren_jenneken_peeter_cornelis_denis__en_haar_man_corstiaen_anthoissen_de_haen_uit_ginneken_testament_met_vermelding_van_haar_natuurlijke_zoon_peeter_laureijssen_op_7_maart_1676_-_3.jpg meiren_jenneken_peeter_cornelis_denis__handtekening_in_et_testament_met_haar_man_corstiaen_anthoissen_de_haen_uit_ginneken_met_vermelding_van_haar_natuurlijke_zoon_peeter_laureijssen_op_7_maart_1676.jpg
343 Meeren Joanna Petri Cornelii Denis, rk gedoopt op 25 februari 1641 in Ginneken
344 Meiren Jenneken Peeter Cornelis Denis, en haar man Corstiaen Anthoissen de Haen uit Ginneken testament met vermelding van haar natuurlijke zoon Peeter Laureijssen op 7 maart 1676 - 1
345 Meiren Jenneken Peeter Cornelis Denis, en haar man Corstiaen Anthoissen de Haen uit Ginneken testament met vermelding van haar natuurlijke zoon Peeter Laureijssen op 7 maart 1676 - 2
346 Meiren Jenneken Peeter Cornelis Denis, en haar man Corstiaen Anthoissen de Haen uit Ginneken testament met vermelding van haar natuurlijke zoon Peeter Laureijssen op 7 maart 1676 - 3
347 Meiren Jenneken Peeter Cornelis Denis, handtekening in et testament met haar man Corstiaen Anthoissen de Haen uit Ginneken met vermelding van haar natuurlijke zoon Peeter Laureijssen op 7 maart 1676
I. Joanna Peeter Cornelis Denis (Jenneken) Meeren (afb. 343 t/m 347). Zij is gedoopt op maandag 25 februari 1641 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 112, fol: 156 r]. Bij de doop van Jenneken waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Adriani en Jacoba Jacobi.
Notitie bij de geboorte van Jenneken: Bij de doop was ook Jacoba Jacobi. Zij zou de nicht van Peeter Cornelis Denijs kunnen zijn: Jacoba dochter van Jacob Denijs Cornelis Meeren, en zou dan 21 jaar zijn.; de vader en moeder van Peeter zijn al overleden (voor 1630), van broer Martijntken is niets terug te vinden, oom Jacobus en oom Petrus waren ook al overleden, met andere woorden: er was niet veel directe familie in leven.
Notitie bij Jenneken: -
25-11-1674: Joanna Peeter Cornelis Denis Meeren (Schepenbank - ondertrouw en trouw) ;
25-11-1674: Joanna Petri ( In RK trouwboek staat achternaam van de vrouw vermeld als Petri.)
07-03-1676: Jenneken Cornelis Peeter Denis Meiren (testament met vermelding van Peeter Laureijsse als natuurlijke zoon van Jenneke); hier Cornelis Peeter vermeld, wel getekend met Jenneken Peeters
Adres:
07-03-1676     Ginneken   [bron: H. Buysen, Allerhande acten (Protocollen), 1676, inventarisnummer 0242, blad 23]
Testament:
07-03-1676     Jenneken en Corstiaen vermelden in hun testament haar natuurlijke zoon Peeter Laureijsse.   [bron: H. Buysen, Allerhande acten (Protocollen), 1676, inventarisnummer 0242, blad 23]
Jenneken trouwde, 33 jaar oud, op zondag 25 november 1674 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 124, 128 en N-G 40 nr.1, folio: 235, 75-77 en 021 v] met Christianus Anthonissen (Corstiaan) de Haan, nadat zij op zaterdag 10 november 1674 in Ginneken en Bavel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 124, 128 en N-G 40 nr.1, folio: 235, 75-77 en 021 v]. Bij het burgerlijk huwelijk van Jenneken en Corstiaan waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus van Beeck en Nicolaa Lamberti. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op zaterdag 10 november 1674 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 124, 128 en N-G 40 nr.1, folio: 235, 75-77 en 021 v].
Notitie bij het huwelijk van Jenneken en Corstiaan: -
Corstiaan is een zoon van Anthonis de Haan en Catharina Janssen. Corstiaan trouwde voorheen met Anneken Jan Jansen.
Adres:
07-03-1676     Ginneken   [bron: H. Buysen, Allerhande acten (Protocollen), 1676, inventarisnummer 0242, blad 23]
Getuige bij:
24-01-1704     doop Antonia Donckers (geb. 1704)    [grootvader moederszijde]   [bron: Dopen rk Waterstraat 1704-1747;DTB-nr: 21, fol: 1]
02-06-1709     doop Helena Petrus de Haen (geb. 1709)    [grootvader vaderszijde]   [bron: Dopen rk Brugstraat 1701-1757; DTB-nr: 9, fol: 109]
13-11-1709     doop Joanna Donckers (geb. 1709)    [grootvader moederszijde]   [bron: Dopen rk Waterstraat 1704-1747; DTB-nr: 21, fol: 35]
meeren_adrianus_petri_cornelii_denis__rk_gedoopt_op_7_september_1642_in_ginneken.jpg
348 Meeren Adrianus Petri Cornelii Denis, rk gedoopt op 7 september 1642 in Ginneken
II. Adrianus Peeter Meeren (afb. 348). Hij is gedoopt op zondag 7 september 1642 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 112, fol: 201 r]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Joannis en Maria Joannis.
Vestbrief:
01-12-1701     Adriaen Peter Meeren is vooght over ’t weeskindt, Petrus Jacobs Meeren.   [bron: Register van contracten Ginneken en Bavel 71, 179-180; Contract van afscheijt; ook akte 8, Staet en Inventaris van Goederen gemeen en onverdeelt]
meeren_henricus_petri_cornelii_denis__rk_gedoopt_op_13_mei_1645_in_ginneken.jpg
349 Meeren Henricus Petri Cornelii Denis, rk gedoopt op 13 mei 1645 in Ginneken
III. [moeder:misschien] Henricus Peeter Meeren (afb. 349). Hij is gedoopt op zaterdag 13 mei 1645 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 112, fol: 272 r]. Bij de doop van Henricus was de volgende getuige aanwezig: Maria Peerens.
meeren_joannes_petri_cornelii_denis_meeren__rk_gedoopt_op_26_april_1648_in_ginneken.jpg
350 Meeren Joannes Petri Cornelii Denis Meeren, rk gedoopt op 26 april 1648 in Ginneken
IV. Joannes Peeter (Jan) Meeren (afb. 350). Hij is gedoopt op zondag 26 april 1648 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 113, fol: 6 r]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Elisabeth Adriani en Walterus Cornelii Meeren.
Notitie bij de geboorte van Jan: Walterus Cornelii Meeren waar is die te plaatsen? Een broer van Peter Cornelii Meeren zou je zo zeggen, maar daar kennen we alleen een Martijntken als broer.
Jan is overleden in 1716, 67 of 68 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jan: -
Op 19 januari 1710 is Rijnsburgh als meter aanwezig
Notitie bij Jan: -
04 mei 1677: Jan Peter Meer (trouwt met Rijnborght de Haen in nh Grote Kerk)
14 mei 1692: Jan Peeter Meiren (hij en Rijnsburg de Haen erven den luycxen boer van Adriana van Zanten)
12 aug 1697: Jan Pieter Meeren (aanstelling als zout en korenmeter)
13 sep 1705: Joannes Piters Mere (doop van zijn nichtje)
Adres:
vanaf 14-05-1692     Op den Luijksen boer, gestaen binnen Breda den oostzijde van de haven omtrent de tolbrugge achter aan de huizinge toebehoorende Jellis Verkade op ’t zuiden, de weduwe jacques parquin op ’t noorden, Breda (Op den 14e mei 1692 gevest en geerft Jan Peeter Meeren)
Beroep:
vanaf 15-08-1697     Haeckschipper, sout- en coorenmeeter (Op deze datum beëdigd:

Naam: Jan Pieter Meeren
Beroep/Functie: zout en korenmeter
Datum aanstelling: 1697-08-12
Datum eed: 1697-08-15
Opmerkingen: Commissieboeken Breda)
  [bron: Commissieboeken Breda 1637-1830; OA Breda (1-1a) nr.402, folio: 51]
Contract van afscheid:
01-12-1701     Beheert penningen van Peeter Jacobs Meeren. Die zijn het weeskind van zijn broer aanbestorven van de halve zus van het weeskind.   [bron: Contract van Afscheid Register Ginneken en Bavel 71, 179-180]
Vestbrief:
11-05-1736     Op 11 mei 1736 Vestkamer Breda R589 folio 46 worden Petronella Meeren en Pieter van Dongen erfgenamen van Jan Peeter Meeren, die getrouwd was met Antonetta Huijgens. Het gaat over de verkoop van het huis. Jan Peeter was de oom van Petronella.   [bron: Vestkamer Breda R589 folio 46]
Getuige bij:
13-09-1705     doop Catharina Donckers (geb. 1705)    [oudoom moederszijde]   [bron: Dopen rk Waterstraat 1704-1747; DTB-nr: 21, fol: 11]
Jan:
(1) trouwde, 29 jaar oud, op dinsdag 4 mei 1677 in Breda [bron: Trouwboeken Breda nh Grote Kerk 1672-1680; DTB-nr: IV-9 nr. 38, folio: 218] met Rijnsburgh de Haen. Rijnsburgh is overleden na zondag 19 januari 1710.
Notitie bij Rijnsburgh: -
04-05-1677: Rijnborgt de Haen (trouwt met Jan Peeter Meer)
Religie:
25-12-1675     Lidmaat NG (doet belijdenis)   [bron: Lidmaten nh Breda 1656-1809; DTB-nr: Afd.III-116,nr.140, fol: 599]
Getuige bij:
19-01-1710     doop Rijnsburgh Swemers (geb. 1710)   [bron: Dopen nh Breda 1704-1722; NG Grote Kerk 1704-1722;]
Het huwelijk van Jan en Rijnsburgh bleef kinderloos.
(2) trouwde, minstens 61 jaar oud, na zondag 19 januari 1710 met Anthonette Huygens.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Anthonette: Op 31 maart 1708 (R564 f116) lenen Jan Peeter Meeren en Rijnsburgh de Haen geld. Dan is Rijnsburgh dus nog in leven. Het huwelijk zal met Anthonetta zal dus ergens tussen 1710 en 1716 zijn geweest.
Op 19 januari 1710 is Rijnsburgh als meter aanwezig
Anthonette trouwde later na 1716 met Willem Willemsen Philipsen. Het huwelijk van Jan en Anthonette bleef kinderloos.
meeren_henrica_petri_cornelii_denis_meeren__rk_gedoopt_op_22_november_1650_in_ginneken.jpg
351 Meeren Henrica Petri Cornelii Denis Meeren, rk gedoopt op 22 november 1650 in Ginneken
V. Henrica Peeter Meeren (afb. 351). Zij is gedoopt op dinsdag 22 november 1650 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 113, fol: 20 r]. Bij de doop van Henrica waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Anthonii en Cornelia Walteri.
meeren_laurentius_petri_cornelii_denis_meeren__rk_gedoopt_op_14_december_1653_in_ginneken.jpg
352 Meeren Laurentius Petri Cornelii Denis Meeren, rk gedoopt op 14 december 1653 in Ginneken
VI. Laurentius Peeter (Ary) Meeren (afb. 352). Hij is gedoopt op zondag 14 december 1653 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken 1626-1645; DTB-nr: 113, fol: 38 r]. Bij de doop van Ary waren de volgende getuigen aanwezig: Clara Joannis en Elisabeth Laurentii. Ary is overleden op maandag 13 december 1723 in Breda, 69 jaar oud. Hij is begraven op maandag 13 december 1723 in Breda [bron: Begraven nh Kleine Kerk 1722-1725; DTB-nr: III-8 nr. 867].
Notitie bij overlijden van Ary: 1x Geluid
Notitie bij Ary: -
26-01-1686: Ary Peter Meeren (ondertrouw NG) met Mary Jansen Sibs
26-02-1687: Laurentius Petri (vader) en Maria Joannis (moeder)
15-02-1689: Laurentius Peter Meiren (vader) en Maria Joannis Sips (moeder)
20-09-1691: Laurentius Peter Meiren (vader) en Maria Joannis Sips (moeder)
29-12-1693: Laureijs Peter Martens (vader) en Maria Jan Sips (moeder) bij geboorte van een tweeling, alleen Cornelia met name genoemd.
24-09-1696: niet gevonden
09-03-1699: Laurentius Peter Meiren (vader) en Maria Jansse Sips (moeder)
11-02-1703: Laurentius Peeter Meiren (vader) en Maria Jan Sips (moeder)
03-05-1706: Laurentius Peeter Meiren (vader) en Maria Jan Sips (moeder)
14-04-1708: Laurentius Petri Meiren (peter) en Maria Jan Sips (2e getuige)
22-02-1713: Laurentius Meiren (peter)
19-10-1713: Laurentius Petrus Meeren (peter)
26-11-1714: Laurentius Meres (peter)
13-12-1723: Laureijs Meeren (begravene in Breda)

Zijn kinderen worden geboren in Ginneken. Ze trouwen allemaal in Breda, en hijzelf overlijdt en wordt begraven in Breda. Het lijkt erop dat hij naar Breda verhuisd is.
Getuige bij:
14-04-1708     doop Cornelia Sips (geb. 1708)   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 246 r]
22-02-1713     doop [waarschijnlijk] Joannes van Beeck (geb. 1713)    [grootvader moederszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 269 r]
19-10-1713     doop Adrianus van Donghen (geb. 1713)    [grootvader moederszijde]   [bron: Breda RK dopen Waterstraat, 1704-1747; GA Breda - DTB-nr. : 21, fol. 057]
26-11-1714     doop Elisabeth van Dongen (geb. 1714)    [grootvader moederszijde]
Ary trouwde, 32 jaar oud, op zaterdag 26 januari 1686 in Ginneken [bron: Trouwen nh Ginneken 1660-1676; DTB-nr: 118, folio: 30] met Maria Jan (Mary) Sips, 25 jaar oud, nadat zij op zaterdag 26 januari 1686 in Ginneken in ondertrouw zijn gegaan [bron: Trouwen nh Ginneken 1660-1676; DTB-nr: 118, folio: 30].
Notitie bij het huwelijk van Ary en Mary: Bij het huwelijk wordt hij Ary genoemd
Mary is een dochter van Joannes Cornelii (Jan) Sips en Maria Adriani. Zij is gedoopt op maandag 13 september 1660 in Ginneken [bron: Dopen rk Ginneken, 1647-1738; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 71r]. Bij de doop van Mary waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Brosen en Jacoba Nicolai.
Notitie bij Mary: 26-01-1686: Mary Jansen Sibs
Getuige bij:
geboorteaangifte Johanna van Alphen (geb. 1715)    [grootmoeder moederszijde]
14-04-1708     doop Cornelia Sips (geb. 1708)   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 246 r]
VII. Jacobus Peeter (Jacob) Meeren, gedoopt in Ginneken (zie 128).
hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-1.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-2.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-3.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-4.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-5.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-6.jpg
353 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -1
354 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -2
355 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -3
356 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -4
357 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -5
358 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -6
hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-7.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-8.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675_-9.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675-10.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675-11.jpg hoydoncq_wouter_adriaensen_van_den__staet_en_accoord_te_galder_op_20_februari_1675-12.jpg
359 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -7
360 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -8
361 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675 -9
362 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675-10
363 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675-11
364 Hoydoncq Wouter Adriaensen van den, staet en accoord te Galder op 20 februari 1675-12
258 Wouter Adriaensen Thomae van Hoydonck (afb. 353 t/m 364).
Notitie bij Wouter: 05-10-1659: Walterus Adriani
08-06-1664: Walterus Adriani Thomae
20-02-1675: Wouter Adriaensen van Hoijdonk
21-02-1675: Walterus Adriani
N.b.: ipv Thomae kom je ook wel in deze tijd Thome tegen.

Op de laatste pagina van de staet en accoord staat dat Wouter getrouwd is op 20 februari 1675. Een aantal pagina’s heb ik helaas niet scherp gefotografeerd. Nakijken wat de akte datum is (20 december 1675?)
Adres:
20-02-1675     Galder   [bron: SAB Schepenbank Ginneken en Bavel Rechterlijk archief R18 45-1]
Staat en inventaris:
20-02-1675     Compareerde voor Willem Janse van de Kiebom en Joris Janse van Gils, schepenen van de heerlijkheid van Ginneken en Bavel:

Wouter Adriaensen van Hoydonq, weduwnaar van wijlen Maeijcken Jan Jan Gijben naerlatende 4 kinderen:
Jan 15 jaar,
Cornelia, 11 jaar,
Adriaen 7 jaar,
Cornelis, 4 jaar
ter enen

Peter Jan Jan Gijben den moederlijcken oom als voogt,
Henric Adriaen van Hodoncq als toesiender van de 4 kinderen
ter anderen sijde

De inventaris is opgemaakt.
Ten profijte:
o.a.
een cooperen melckan (3-0-0)
4 koeien (160-0-0)
een vaars (40-0-0)
2 calven (12-0-0)
2 melckcalven (12-0-0)
1 peert (14-0-0)
langkar (10-0-0)
..kar (10-0-0)
7 corven met biejen (24-0-0)
8 veertelen boeckweijt (30-0-0)
6 veertelen calver (klaver?) (15-5-0)
sporrij saet (100-0-0)
3 schaepen (9-9-0)

Ten last
o.a.
Cornelis Henrick Sik (?) capitael (44-20-0)
Jan Gerrit Liefmans (105-0-0)
Jan Adriaensen van Hoydoncq (180-0-0)

Totaal ten profijte: 629-8-4
Totaal ten laste : 435-5-0
----------
Blijft over :189-3-4
  [bron: SAB Schepenbank Ginneken en Bavel Rechterlijk archief R18 45-1]
Wouter trouwde (2) op woensdag 20 februari 1675 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: N-G 40 nr.1, folio: 22r] met Gertrudis Claes (Geertruyt) Aertsen.
Hij trouwde (1) op zondag 5 oktober 1659 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: N-G 40 nr 1, follio: 12 v] met
259 Maria Jan Jan (Maeijken) Gijben. Maeijken is overleden vóór woensdag 20 februari 1675.
Notitie bij Maeijken: 05-10-1659: Maria Joannis
08-06-1664: Maria Joannis Joannis
20-02-1675: Maeijken Jan Jan Gijben (genoemd als vorige echtgenote bij het hertrouwen van Wouter Adr. van Hoydonk
Staat en inventaris:
20-12-1675       [bron: Schepenbank Ginneken en Bavel 1626-1810 Register 18 no 21]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Joannes Wouters (Jan) van Hoydonck. Hij is gedoopt op vrijdag 23 juli 1660 in Galder [bron: Dopen rk Ginneken 1647-1738; DTB-nr: 113, fol: 71 r]. Jan is overleden vóór donderdag 1 december 1701, ten hoogste 41 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jan: Voor deze datum overleden. in de Staat en inventaris is zijn broer Cornelius toeziend voogd over de weeskinderen van Jan Wouters van Hoydonck.
II. Cornelia Wouters van Hoydonck, gedoopt op zondag 8 juni 1664 in Galder (zie 129).
III. Adrianus Wouters (Adriaen) van Hoydonck. Hij is gedoopt in 1668 in Galder.
IV. Cornelius Wouter Adriaan van Hoydonck. Hij is gedoopt in 1671 in Ginneken. Cornelius is overleden na dinsdag 30 oktober 1731, minstens 60 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Cornelius: Was op 30 oktober 1731 getuige, dus pas na die datum overleden.
Onbekend:
01-12-1701     Cornelis is in de Staat en Inventaris van 1 dec 1701 van zijn zus Cornelia en overleden zwager Jacob Peeter Meeren genoemd als toeziend voogd   [bron: Staat en Inventaris 1 dec 1701, register van contracten Ginneken en Bavel, akte nr 8]
Getuige bij:
30-10-1731     doop Cornelius Petri Meeren (geb. 1731) [zie 32]    [oudoom vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen, 1626-1810 compleet; GA Breda - DTB-nr: 113, fol: 341 r]
Cornelius trouwde, 29 of 30 jaar oud, op zondag 30 januari 1701 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen schepenbank Ginneken en Bavel 1697-1708 bijlagen, archiefnummer CB, Collectie DTB Breda, inventarisnummer 131, blad 15b] met Adriana Laureijssen van den Cauwelaer, nadat zij op zaterdag 15 januari 1701 in Ginneken en Bavel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Trouwen schepenbank Ginneken en Bavel 1697-1708 bijlagen, archiefnummer CB, Collectie DTB Breda, inventarisnummer 131, blad 15b]. Zij is gedoopt in Ginneken.
260 Cornelius Adriani Gilsemans, geboren in Galder. Cornelius is overleden vóór 1721.
Hij trouwde op vrijdag 5 april 1658 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: N-G 40 nr.1, folio: 11 r] met de 27-jarige
261 Magdalena Cornelii Mouwen. Zij is gedoopt op zaterdag 12 oktober 1630 in Ginneken.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adriana Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op zaterdag 1 februari 1659 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 64r]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: Dympna Adriani en Catharina Egidii van der Kieboom.
II. Anna Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op vrijdag 18 juni 1660 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 71r]. Bij de doop van Anna was de volgende getuige aanwezig: Joanna Petri.
III. Joanna Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op dinsdag 20 februari 1663 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 123r]. Bij de doop van Joanna was de volgende getuige aanwezig: Magdalena van der Sande.
IV. Cornelia Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op zondag 22 februari 1665 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 87r]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Petri Gasparis en Joanna Antonii Zips.
V. Dympna Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op woensdag 25 augustus 1666 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 91r]. Bij de doop van Dympna waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Arnoldi en Magdalena van der Sande.
VI. Cornelius Cornelisse Gilsemans, geboren in Galder (zie 130).
VII. Catharina Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op zondag 19 oktober 1670 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 104r]. Bij de doop van Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Dympna Arnoldi [zie 521] [grootmoeder vaderszijde] en Adriana Laurentii.
VIII. Petrus Cornelii Gilsemans. Hij is gedoopt op zaterdag 18 maart 1673 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 113r]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Catharina Arnoldi en Catharina Joannis.
IX. Maria Cornelii Gilsemans. Zij is gedoopt op vrijdag 29 november 1675 in Ginneken [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 123r]. Bij de doop van Maria was de volgende getuige aanwezig: Cornelia Antonii.
264 Joannes Petri Boxtel.
Hij trouwde met
265 Dimpna [Dingena] Peeters.
Kind uit dit huwelijk:
I. Petrus Jansen van Boxtel, gedoopt op zaterdag 10 oktober 1654 in Bavel (zie 132).
268 Michael Adriani van der Avort [Avoort]. Hij is gedoopt op maandag 2 november 1643 in Ginneken.
Hij trouwde, 21 jaar oud, op maandag 12 oktober 1665 in Ginneken [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: N-G 40 nr.1, folio: 17 r] met
269 Joanna Antonii.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johanna Michielsen van der Avort [Avoort]. Zij is gedoopt in Ginneken.
II. Adriana Michielsen van der Avoirt. Zij is gedoopt op woensdag 16 december 1665 in Ginneken.
III. Maria Michielsen van der Avoirt. Zij is gedoopt op zaterdag 9 juli 1667 in Ginneken.
IV. Gertrudis Michielsen van der Avort. Zij is gedoopt op vrijdag 6 maart 1671 in Ginneken.
V. Adrianus Michielsen van der Avoirt, gedoopt op donderdag 9 augustus 1674 in Ginneken (zie 134).
VI. Joannes Michielsen van der Avort. Hij is gedoopt op zondag 12 september 1677 in Ginneken.
oirlemans_johannis_johannis__en_agnes_leonardi_doen_ondertrouw_op_27_dec._1628_en_trouwen_op_13_jan._1629_voor_de_kerk_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_trouwboek_1624-1648_blad_123.jpg oirlemans_jan_janssen__is_250_gulden_schuldig_op_12_april_1638_aan_jannen_geerdit_jan_geeritssen__en_zijn_zwager_adriaen_c.d._van_den_hove_is_zijn_borg_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_73r.jpg oirlemans_jan_janssen__is_250_gulden_schuldig_op_12_april_1638_aan_jannen_geerdit_jan_geeritssen__en_zijn_zwager_adriaen_c.d._van_den_hove_is_zijn_borg_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_74v.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_146r.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_146v.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_147r.jpg
365 Oirlemans Johannis Johannis, en Agnes Leonardi doen ondertrouw op 27 dec. 1628 en trouwen op 13 jan. 1629 voor de kerk - Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123
366 Oirlemans Jan Janssen, is 250 gulden schuldig op 12 april 1638 aan Jannen Geerdit Jan Geeritssen, en zijn zwager Adriaen C.D. van den Hove is zijn borg - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 73r
367 Oirlemans Jan Janssen, is 250 gulden schuldig op 12 april 1638 aan Jannen Geerdit Jan Geeritssen, en zijn zwager Adriaen C.D. van den Hove is zijn borg - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 74v
368 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146r
369 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146v
370 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 147r
oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_147r_handtekening.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21r.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21v.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._22r.jpg oirlemans_jan_jan_cornelis__kohier_van_1648_voor_nieuw_land_op__t_craenven._blijft_staen_op_1_stuiver_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_-_inv._647_blad_5_kohier_voor_nieuw_ontgonnen_land.jpg oirlemans_jan_janssen__heeft_de_eed_als_bedeheffer_afgelegd_op_7_januari_1649_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._72_f_128v.jpg
371 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 147r handtekening
372 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r
373 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21v
374 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 22r
375 Oirlemans Jan Jan Cornelis, kohier van 1648 voor nieuw land op ’t Craenven. blijft staen op 1 stuiver - Loon op Zand - Dorpsbestuur - Inv. 647 Blad 5 Kohier voor nieuw ontgonnen land
376 Oirlemans Jan Janssen, heeft de eed als bedeheffer afgelegd op 7 januari 1649 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 128v
oirlemans_jan_jan_cornelis__en_lenaert__zonen_wijlen_jan_cornelis__transporteren_met_anderen_een_heiveld__gelegen_aan_t_craenven_bij_de_waterlaet_op_6_nov._1652_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f.__81r.jpg oirlemans_jan_jan_cornelis__en_lenaert__zonen_wijlen_jan_cornelis__transporteren_met_anderen_een_heiveld__gelegen_aan_t_craenven_bij_de_waterlaet_op_6_nov._1652_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f.__81v.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_10_jan._1657_aan_lambert_lambert_claessen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op_9_febr._1663_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._1.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._19r.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._19v.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20r.jpg
377 Oirlemans Jan Jan Cornelis, en Lenaert, zonen wijlen Jan Cornelis, transporteren met anderen een heiveld, gelegen aan t Craenven bij de Waterlaet op 6 nov. 1652 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r
378 Oirlemans Jan Jan Cornelis, en Lenaert, zonen wijlen Jan Cornelis, transporteren met anderen een heiveld, gelegen aan t Craenven bij de Waterlaet op 6 nov. 1652 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81v
379 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 10 jan. 1657 aan Lambert Lambert Claessen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op 9 febr. 1663 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 1
380 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19r
381 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19v
382 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20r
hove_steven_lenaertsen_van_den__en_goossen_stellen_jan_jan_cornelis_oirlemans_schadeloos_voor_de_schuld_van_100_gulden_aan_claes_buennen_op_20_febr._1657_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20r.jpg hove_steven_lenaertsen_van_den__en_goossen_stellen_jan_jan_cornelis_oirlemans_schadeloos_voor_de_schuld_van_100_gulden_aan_claes_buennen_op_20_febr._1657_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20v.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._86r_scan_102.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._86v_scan_103.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._87r_scan_103.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._87v_scan_104.jpg
383 Hove Steven Lenaertsen van den, en Goossen stellen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos voor de schuld van 100 gulden aan Claes Buennen op 20 febr. 1657 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20r
384 Hove Steven Lenaertsen van den, en Goossen stellen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos voor de schuld van 100 gulden aan Claes Buennen op 20 febr. 1657 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20v
385 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 86r scan 102
386 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 86v scan 103
387 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 87r scan 103
388 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 87v scan 104
384 Jan Jan Cornelis Oirlemans (afb. 365 t/m 388). Jan is overleden vóór dinsdag 12 maart 1669.
Notitie bij overlijden van Jan: Hij is overleden na 9 februari 1663. Toen heeft Lambert Lambert Claessen uit Dongen bij de schepenbank verklaard, dat Jan sone, wijlen Jan Cornelis Oirlemans sone, zijn schuld gelost heeft.
Jan is overleden voor 15 maart 1669, want dan maken de kinderen de deling en scheiding.
Adressen:
03-02-1634     Craenven, Loon op Zand (Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 48v d.d. 3-2-1634.

Jan sone Jan Adriaen Zuenen de helft hem als hij seijde toebehoirende in eenen sloot gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen zijnen Jans erffenisse aen deene
zijde
ende tusschen erffenisse Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans etc. sHeerenstraete ende Duijcxe Hoeve etc.

Supportavit Jan sone Jan Cornelis Oirlemans voorn.

Dies soe heeft de selve Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans geloift ut debitor etc. dat hij den gemeijne waterlaet door den selven sloot
tegenwoirdich loopende ten eeuwige dagen alsoe sal onderhouden, dat den transportant zijne oiren, erven ofte naecomelingen egeen hinder oft schaede ten sij van boeten, breucken, schaede, intresten oft anderssins nijets ter werelt, ende sal overcomen in eeniger manieren etc.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 3e februarij 1634.

Toelichting:
------------
De stede is hier niet genoemd. De sloot ligt tussen de Heerenstraat en de Duiksche Hoeve in t Craenvan, ofwel het gebied, zoals dat in 1641 (onder Adres) beschreven is.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 48v]
08-12-1639     Craenven, Loon op Zand (Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans geeft als onderpand zijn stede op t Craenven.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v]
04-04-1641     Craenven, Loon op Zand (Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans belooft chijns te betalen
uijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Hij betaalt ook uit een akker van 10 lopensaet, ofwe l 2,1 ha.
Alles bij elkaar een gebied van 6,3 hectaren, een gebied van 800x800m.

Toelichting: de stede met land is 20 lopensaten groot, ofwel 20x 0,21ha = 4,2 hectaren.
Voor de ligging: het gebied de Duikse Hoeve is er nog steeds.
Van ’s Heerenstraete in het zuiden tot de hei van de Duikse Hoeve in t noorden.
Ik denk dan aan de Bergstraat/Middelstraat in het zuiden tot de Duikse Hoeve. Het gebied ertussenin is deel van het Craenven.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
09-05-1648     Craenven, Loon op Zand (Jan Jan Cornelis Oirlemans staat voor zijn schuld in met zijn stede lants alhier op t Craenven.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v]
Functies:
van 11-01-1642 tot 13-05-1642     Schepen (Jan Janssen Oirlemans, schepen der Heerlicheijt van Venloon.
In de akte van 13 mei 1642 is ook Jan Cornelis Peter Oirlemans als schepen genoemd.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 6r/v dd. 11 jan. 1642, Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r dd. 13 mei 1642]
07-01-1649     Bedeheffer (Op heden den 7e januarij 1649 soe hebben Jan Janssen Oirlemans ende Wouter
Adriaens als bedeheffer hennen eedt gedaen. Testes ut supra.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 128v]
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Chijns:
20-02-1641     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 146r/147r d.d. 20-2-1641.

Alsoe geschaepen was defterent en questie op te staen tusschen Mijn Genaedige Heere Mijn heere den Grave van Bochoven, Borchgraeff van Aelst, Heere van Loon ter eenre.

Ende schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon weghen der
selver gemeijnte in dijer qualiteijt ter andere zijden.

Ter saecken van de contributien, lasten ende ongelden, soe van oudts als naer het overgaen der Stadt van ’s Hsertogenbossche op de Landen, thienden ende moelens gestelt, ende onder andere over een taux van 30 st. op ijeder mud gerstcorens van de thienden ende eenen gulden op het mud van het het coren van de moelens, ende dooffcoren naer advenant.

Midtsgaeders van den achterstel van den voorst. taux t sedert den jaere 1630 tot desen daege ten laste van Sijne Gen. thienden ende
moelens verschenen vuijt wijsens de acte van heeren staeten van Hollant
vuijtgesouden ende tot betaelinghe van welcke de ontfanger van dijen mijns
welgemelte Heere thiende ende moelens interpelleerden ende praemden ende van alle welcke voorst. lasten sijne welgemelte Gen. sustineerden dat die regeerderen van Loon achtervolgens de geloefte bij henne voorsaeten in de hulinge van sijnen welgemelte heer vader gedaen hem souden affdraeghen ende soe betaelen dat sijn Gen. thienden ende moelens daer over nijet voirder en worden gemolesteert.

Waer tegens soe van weghen de voorst. regeerders wordde geseeght het selve hen nijet aen te gaen.
Noch hen werck oft seijt twesen.

Waeromme soe er over swaerder proces stonde te verwachten.
Eerst dat partijen over desen int minnelijck zijn veraccordeert ende overdraeghen in manieren naervolgende.


Ierst dat sijne welgemelte Gen. sonder preindicie van sijne geallegeerde vrijheijt ende acte van hullinghe tot soulagement van de voorst. lasten, achterstel van dijen ende gemeijnte jaerlijcx sal contribueren ende geven aen de regeerders voorst. eene somme van vijffenseventich guldens, alle jaer den 25e decembris ende voor den ijersten termijn den 25e decembris deses jaers 1641 ijerstcomende, ende daertoe eene somme van hondert ca. guldens eens te betaelen tot paesschen toecomende

ende dat boven het prouffijt ende genoth van weijen der gronden ende andere gerechticheijden aen de gemeijnte bij de voorst. acte van hulinge in voortijden gegunt ende gegeven.

Alle dweclke de voorst. gemeijnte sal hebben ende behouden als tot
date deser is geschiedt, daer en boven soe sullen de voorst. regeerderen alnoch moeghen stellen des heeren moelens tot voldoeninge van den voorst. taux wegen de hoochgemelte heeren staeten gedaen ijeder moelen in ijeder boeck van dorpslasten 37 st. 2 oirt, ende voirder nijet.

De welcke sullen beginnen den ijersten januarij deses
jaers 1641 lestelden, aer tegens de voorst. schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon sullen mijn genaedighe heere zijnen casteele, hoven ende drije ackers daeraenliggende te weten den acker aen de Doelen ende twee ackers achter den hoff gelegen sijne Gen. persoon, familie ende huijsgenoten,
midtsgaeders deselffs peerden ende beesten, thienden ende moelens van alle ongelden, lasten, contributien, beden, redemptien ende imposten mede van den voorst. taux, ende alle andere lasten hoedanich die mochten genoempt wordden, vrije houden ende exempteren ende allen de selve midtsgaeders de achterstellen van dijen alsoe draeghen ende betaelen dat sijne gen. goedere, thienden ende moelens nijet en wordden gemolesteert oft geinterpelleert in eeniger manieren.

Behoudelijck nochtans dat ingevalle in toecomende tijden den impost van wegen de gemeijnte nijet en werdde gepacht oft gecollecteert dan bij particuliere persoonen sal alsdan mijn genaedighe heere zijnen impost gehouden zijn te draeghen ende te betaelen,
ende daertegens van de voorst. 75 guldens jaerlijcx bij sijne Gen. geloeft, afftrecken ende genieten vijfftich guldens jaerlijcx.

Daerenboven is mede besproken ende
gecondioneert dat ingevalle door veranderen van tijden de voorst. lasten ende
naementlijck den voorst. taux quaemen te cesseren oft de selve lasten op anderen voet ende manieren wordden gestelt oft gevonden dat alsdan desen accoirde sal wesen doot ende tenijet ende de voorst. contractanten sullen zijn ende blijven in hen geheel soe van henne oude gerechticheijden, prelegeijen als andere exemptien.

Ende dit alles promisiondelijcken tot ende ter wijlen sijne welgemelte Gen. oft de voorst. regeerders des in toecomende tijden wilden herroepen.

Behoudelijck dat in cas van herroepen sijne Gen. oft desselffs goederen, thienden ende moelens egheene vuijtgescheijden van allen de voorst. lasten ende achterstel van den beginne aff totten daege vaqn de renocatie verschenen nijet en sal oft en sullen wordden gemolesteert.

Gelovende de voorst. contractanten in henne respective
qualitiejt dese onderteeckent hebbende dit voorst. accoirdt, vast, steedich ende van weirden te houden ende doen ende laeten houden sonder daer tegens te comen in recht ofte daer buijten, in eeniger manieren alles op verbant van henne respective persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende.

Ende des toriconden dese bij hen onderteeckent, op ten 20e februarij anno 1641.

W.G. M. Cannaerts.
Ghijsbert Claessen Buennen.
Thomas Thomassen.
Dirck van Duppen.
Cornelis Hendrick Rombouts.
Jan Jan Cornelis Oerlemans.
Aerdt Janssen de Hooch, borgemeester.
Het hantmerck van Aert Jan Janssen Stevens.
Heijliger Dierck van Grevenbroeck.

Mij present D. Coomans
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146r/147r]
van 04-04-1641 tot 04-04-1703     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 161v/162v d.d. 4-4-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jo. Matthijs Cannaerts, schouteth tot Venloon
eenen jaerlijcxen ende erffelijcke chijns van vijffthien ca. guldens den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijvers tot 2 grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent
te geven ende te vergelden alle jaer
erffelijck den derden dach aprilis vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten.

Soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels innegestelt te
wordden egeene vuijtgescheijden ende voorden 1e dach van betaelingen den derden aprilis des jaers 1642,

van ende vuijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Ende heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als
schuldenaer principael op hem ende op allen zijne goederen, hebbende ende
vercrijgende,
geloeft den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx den voirn. Joncker
Matthijs Cannaerts te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren
ende het voorst. onderpant voir de jaerlijckse betaelinge dese voorst. chijns altijt goet, seecker, genoch ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van 15 ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens in gelde ende munte ten tijde van aflossinge binnen der stadt van ’s Hertogenbossche cours
ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel in tijden van den aflossingen ten achter ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voorst. Jan den los een vierendeel jaers
te voirens rechtelijck opseggen ende vercondigen.

Ende heeft Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans hem borge ende cautionaris aen Jo. Mathijs Cannaerts als schuldenaer principael den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx hem oijck te waeren naer rechts behoiren

ende dat op verbintenissen van zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende ende
specialijcken op verbant van zijne stede lants met haere toebehoirten gelegen binnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse der erffgenaemen van Denijs Janssen ende meer anderen ex voto ende
tusschen erffenisse van Jan Cornelis Adriaens ex ali... westwaerts, streckende van sheerenstraete totte heije van den Duijcxse Hoeve voorst.

Dies soe heeft de voorst. Jan gelover op verbintenissen als
voor geloeft den voorn. Lenaerden zijnen borge te imdemneren, costeloos ende schadeloos te houden ende wel te quijten.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 3e aprilis 1641.

In marge: Joncker Matijs van Cannaert dese ondertekent hebben bekent ende
verclaert dat de capitale somme met den verschenen intersten van dien aen hem geschoten ende gerestitueert sijn oversulcx consenteren in de cassatie deses.

Actum Loon den 4 april 1703. W.G. M. van Cannart.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
07-12-1641     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 196r/v d.d. 7-12-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael

Jan Florissen de jonge, heijlige geestmeester tot Venloon tot van den taeffelen des heijlige geest alhier

eenen jaerl. ende erffel. chijns van sess ca. guldens, den ca.
gulden tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gereckent,
te geven ende te vergelden alle jaere erffelijcke den sesten dach der maent december vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten, soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels ingestelt te wordden egeene vuijtgescheijden
ende voor den 1e dach van betaelinge den 6e decembris 1642,

van ende vuijt eene stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schueren, hoff,
grondt ende lant daeraenliggende ende toebehoirende twintich loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aendeene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse van wijlen Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van
sheerenstraete zuijtwaerts aff aen tot aen den goederen van den Duijcxse hoeve noirtwaert.

Ende noch van ende vuijt eenen ackerlants thien loopensaeten oft daer
omtrent int geheel begrijpende gelegen aldaer over de straete tusschen erffenisse van Corstiaen Jan Borsten aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffgenaemen van de kinderen ende erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts aen dandere zijde westwaerts,
streckende metten eenen eijnde aen erffenisse Corstiaen voorgen. ende
metten andere eijnde den sheerenstraete, soe hij seede.

Ende heeft de voorst. Jan op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende geloeft den voorst. chijns van sess gld. jaerlijckx den voorn. heijlige geest te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren ende de voorst. onderpanden voor de jaerlijcxse betaelinge des voorst. chijns altijt goet seecker genoech ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan
Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van sess ca. gld. sjaers tseffens ende
tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van hondert ca. guldens in gelden ende munten ten tijden van de afflossinge binnen der Stadt van ’sHertogenbossche cours ende ganck hebbende metten jaerchijns ende achterstel ten tijde van de selve afflossinge ten achteren ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voors. Jan geloever den los een vierendeel jaers te voirens rechtelijcken opseggen ende vercondigen.

Testes Thomas Thomassen et Heijliger Diercxssen van Grevenbroeck den 7e december 1641
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 196r/v]
13-05-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 21r/22r d.d. 13-5-1642.

Wij schouteth, schepenen, raedtmannen, borgemeesteren, kerckmeesteren, heijlige geestmeesteren ende eensdeels van den gequalificeerste ende meest geguede innegesetenen der heerlicheijt van Venloon dat men noempt Loon op Sant,

representerende tgeheel corpus der selver heerlicheijt, als te weten wij Jo.r. Matthijs Cannaerts, schouteth,
Ghijsbert Claessen Buennen, Dierck Govaerts van Duppen,
Thomas Thomassen Egmonts, Aert sone Jan Janssen Stevens, Heijliger sone wijlen Dierck Raessen van Grevenbroeck, Jan Janssen Oirlemans, Cornelis Henrick Rombouts, Jan Eelens van Spaendonck, Dingeman Jan Joosten, Jan Cornelis Peter Oirlemans, Jan Willem Ghijsberts, Huijbert Joost Huijberts Verhaegen, Peter Janssen Bijster ende Adriaen Janssen Smidt,
altesaemen oude ende nijeuwe schepenen ten jaergedinge
lestleden ter vierschaere geseten hebbende.

Jan Geeridt Jan Geeritssen, Geeridt Cornelis Corstiaens ende Joost Aert Joosten, borgemeesters;

Willem Jan Adriaens ende Peter Cornelis van Esch, kerckmeesteren;

Jan Floris Hendricxssen de jonghe ende Andries Adriaen Aertssen van Besauwen heijlige geestmeesters;

Goijaert Geeritssen van Duppen, stadhouder;

Mr. Dierck Coomans, secretaris,

Aert sone wijlen Jan Diercxssen de Hooghe ende Sijmen Diercxssen Buennen,
naegebueren;

allen respective regeerderen ende innewoonderen deser voorst.
heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcke, certificeren voor de gerechte waerheijt dat wij in den naeme van ons selven ende van onser voirst. gemeijndere heerlicheijts wegen, ende elck van ons onverscheijden ende een voor al geloeft hebben


Heeren Engelbert van IJmmersele, Grave van Bouckhoven, Heere van Loon etc. als patroon ende collecteur van het beneficie van Ste. Lucie gefundeert op den casteele van Loon

ten behoeffne van den selven beneficie eenen jaerlijcxse ende erffelijcken chijns van drije gld. 10 st. den gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grooten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent,

te geven ende te vergelden alle jaer vrije van alle lasten, schattingen ende impositien soe ordinaris als extraordinaris innegestelt oft noch naemaels
innegestelt te wordden, egeene vuijtgescheijden, opten casteele van Loon den 8e dach der maent meije ende voorden 1e dach van betaelinge den 8e meije des jaers 1643.

Daar voor verbindende een voor alle onse persoonen ende goederen ende onse andere innegestenen persoonen ende goederen nu present ende toecomende, soe waer die gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, egheene vuijtgesondert.

Gelovende daerenboven een voor al op verbant als voor den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. sjaers mijn welgemelte heere Grave van Bouchoven ten behoeffne van het voorst. beneficie te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren.

Met conditien nochtans hier inne toegedaen, dat de regeerderen deser voorst. heerlicheijt den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx tseffens ende tenemael sullen mogen lossen ende affquijten metter somme van 60 ca. gld.
in gelde ten tijde van de lossinge binnen der stadt van sHertogenbossche
cours ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel alsdan ten achteren ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sullen de voorst. regeerderen den los een halff jaer
te voirens richtelijck opseggen ende vercondigen.


Ende staet te weten dat de capitaele penningen van desen chijns gecomen ende geprocedeert zijn van eenen gelijcke chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx, die wijlen Jan Willemssen Weerdt ten behoeffne van het voorst.
beneficie vuijt zijne stede lants opten Ketshoevel (=Kaatsheuvel) gelegen opten 6e october 1619 geloeft hadde
ende bij Adriaen Cornelis Oirlemans opten 8e october lestleden aen handen mijns welgemelte heere Grave in der qualiteijt als voor gelost is ende nu wedseromme ten behoeffne van het voorst. benefcie op het corpus deser heerlicheijt beleeght heeft.

Allet sonder argelist.
Ende want onse voorst. heerlicheijt egeenen gemeijnen dorps zegel en is
hebbende, soe hebben wij Ghijsbert Claessen Buennen ende Dierck van Duppen, schepenen voorgen. ten versuecke ende bij gemeijn consent van schouteth, schepenen ende andere respecterende het corpus der voorst. heerlicheijt onse propere zegelen etc.

Op ten 13e maij 1642. W.G. Ghijsbert Claessen Buennen. Dirck van Duppen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r]
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39]
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 03-04-1634 tot 12-04-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 70r/71r d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels
drije jaeren lanck te geven ende te betaelen elck jaer de somme van vijffthien ca. guldens,
waer aff den 1e betaeldach wesen sal den 3e aprilis 1635.

Ende dat ter causen van intrest eender somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens, die de voorn. gelover midts kent ende lijdt schuldich te wesen de voorn. Heijltken van goede opgenomen penningen ende welcke hij gelover haer insgelijcx gelooft wederomme te geven ende te restitueren van heden date deser over drije jaeren oft altijts daer naer ten simpelen vermaene der voorst. Heijltken.

Behoudelijck nochtans soe sal de selve Heijltken hem gelover sulcx een halff jaer te voorens vercondighen, ende oft de gelover de voorgemelde somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens
oijck wederomme begheirden te schieten oft te restitueren sal het selve oijck aen de voorst. Heijltken een half jaer te voirens denuncieeren.

Gelovende daerenboven de voorst. Jan Janssen Oirlemans als
dat hij de voorst. Heijltken altijt intrest betaelen ende voldoen sal jaerlijcx naer loop ende laps van den tijde gelijck hij de selve somme van twee hondert ende vijfftich ca. gld. langer sal comen onder te houden.

Ende specialijcken heeft de voorst. Jan gelover daer voor verbonden zijne stede lants ende goederen gelegen binnen deser heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

met allen haere rechten ende toebehoirten nijets daer aff ter werelt vuijtgescheijden om de voorst. somme metten
intrest daer aff te verschijnen daer aen te verhaelen. Actum ut supra.

In marge bijgeschreven:
Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels heeft bekent ende beleden als dat
dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen is. Consenterende oversulcx inde cassatie der selver geloefte.

Midtsgaders inde borchtochte van Adriaen Cornelis Diercx hier onder gedaen.
Testes G. Claessen ende Jan Denen den 12e aprilis 1638.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 71r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor Jan Janssen Oirlemans, zijnen swaeger

voor ende aengaende de voorst. geloefte van twee hondert ende vijfftich ca.
guldens ende tgene daer inne verhaelt staet gestelt, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen der selve gelegen zijn oft
bevonden sullen wordden.

Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans alhier present zijnde
zijnen voornoempden borge te indemneren, costeloos ende schadeloos te houden.
Op verbintenis van zijnen persoon ende goederen als boven.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 70r/71r]
van 12-04-1638 tot 02-02-1642     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 73v/74r d.d. 12-4-1638.

Jan Janssen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Jannen sone wijlen Geeridt Jan Geeritssen
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt, te geven ende te betaele van heden date deser over een jaer met vijfftien ca. gld. intrest.

Ende oft het gebeurde dat de voirn. gelover de voorst. somme van 250 ca. guldens
met consent des voorst. Jan sone wijlen Gerit Jan Gerits langer waer onderhouden soe geloeft hij intrest tegen sess ten hondert voor het jaer naer coop ende laps van den tijde, met conditien hier inne toegedaen, dat oft deen oft dandere van partijen dese somme wederomme begeerden te hebben, oft te restiueren, respective
dat zij malcanderen het selve sess weken te voirens sullen opseggen.

Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Geeridt Jan Geeritssen bekent dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen te zijn.
Consenterende daeromme in de cassatie deser ende de
borchtochten van Adriaen Cornelis.
Actum den 2e februarij 1642.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 74r d.d. 12-4-1638.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor
Jan Janssen Oirlemans sijnen swaeger voor ende aengaende de voorst. geloefte van tweehondert ende vijfftich ca. guldens ende het gene daer inne verhaelt staet,
gestelt, gelijck hij hem daer voor borge ende cautionaris stelt midts desen.

Daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen worden.

Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans zijnen borge te
indempneren, costeloos ende schadeloos te houden, op verbintenis van zijnen
persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove is getrouwd met de Lijsbeth, de zus van Jan.
  [bron: Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 73v/74r]
van 12-03-1639 tot 03-12-1646     Pdf RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 33v d.d. 12-3-1639.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans
heeft geloeft als schulder principael op hen ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Margriete Evertsdochter lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter

de somme van vijfftich ca. gld.
goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen van heden over een jaer met drije gld. intrest.
Of soe hij gelover de voorst. somme met consent der voorst. Margriete langer
waer onder houden, soe geloeft hij intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde.

Behoudelijck oijck dat oft deen oft dandere de voorst. somme wederomme
begeerden te hebben oft wederomme wilde schieten dat zij het selve den anderen een vierendeel jaers te vorens sullen opseggen.

Testes, Claes et Corst Janssen. Actum 12e martij anno 1639.


In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck
Geerits Kool soe voor hen selven als voor de andere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca.guldens metten intrest ten vollen betaelt heeft.

Actum 3e december 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 33v]
van 08-12-1639 tot 03-12-1646     Pdf RAT. Loon op Zand. R 69 f 68v d.d. 8-12-1639.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Margriet Everts dochtere lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter
de somme van vijfftich ca.guldens goet gancbaer gelt.
Te geven ende te betaelen St. Martensdach 1640 met drije ca. gld. intrest, sonder langer delaij.
Oft soe hij gelover met consent der voorst. Margriete de voorst. somme van 50 ca. gld. langer waer onderhoudende geloeft haer daer van intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde.

Met conditien hier inne oijck toegedaen, dat oft het gebeurden dat de voorst. Margriete oft Jan gelover de voorgemelde somme wederomme begeerden te hebben oft te restitueren respective,
dat zij malcanderen het selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen.

Ende specialijck heeft de voirn. Jan gelover daer voor verbonden
sijne stede lant met haere toebehoirten gelegen op het Craenven, soe ende gelijck hem de selve tegenwoirdich is toebehoirende.

Testes ut supra. Actum 8e december 1639.


In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck
Geerits Kool soe voor hen selven als voor dandere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen
midts desen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca. gld. met allen den intrest ten vollen betaelt heeft.

Actum 3e december 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v]
van 10-04-1646 tot 13-03-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 105v d.d. 10-4-1646.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Jannen sone wijlen Denijs Janssen de somme van 50 ca. guldens te geven ende te betaelen van heden date deser over een jaer in silvere munte te weten ducatons tot 3 gld. 3 st. pattacons tot 2 gld. 10 st. ende andere silveren gelt naer advenant, met 3 gld. intrest.

Ende off het gebeurden, dat hij gelover met consent des voorst. Jan Denijs Janssen
de voorst. somme van 50 ca. guldens langer geraeckte onder te houden, soe geloeft hij ten behoeffne desselffs intrest te betaelen naer loop ende laps des tijdts hij de selve sal comen onder te hebben.

Met conditien hier inne toegedaen, dat off deen off
dandere van hen beijde de voorst. somme van 50 ca. gld. ten expireren van het voorst. jaer off daer naer wederomme begeerden te hebben off te restitueren, dat zij ’t selve malcanderen een halff jaer te voirens sullen opseggen ende vercondigen, ende sullen zij naer de gedaene opsegginge hen hebben te reguleren.
Alles in gelde gelijck voorst. is.
Testes Dierck van Duppen et Thomas Thomassen Egmonts.

Actum den 10e aprilis 1646.

In marge: Jan Denijs Janssen bekent deze geloefte voldaen te zijn. Actum 13e martij 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f.105v]
van 09-05-1648 tot 19-12-1656     Transcryptie in Pdf bij 781 Loon op Zand R 72 f 35r/v d.d. 9-5-1648.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
heeft bekent ende beleden, kent ende lijdt midts desen wel ende deuchdelijck schuldich te zijn Dingeman Jan Joosten
de somme van 250 ca. guldens goet ganckbaer gelt.

Gelovende de voorst. Jan als schuldenaer principael dat hij aen ende ten behoeffne des voorst. Dingeman Jan Joosten ende naer zijne doot aen deselffs erffgenaemen bij zijnen testamente geinstitueert van de voorst. somme van 250 ca. guldens rente off intrest jaerlijcx sal
gelden ende betaelen ter somme van twelff guldens 10 st. waer aff den iersten verschijndach wesen sal paesschen 1649, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende specialijcken zijne stede lants alhier op het Craenven gelegen met allen rechten ende toebehoirten van dijen.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan gelover ende zijne
naecomelingen de voorst. somme van 250 gld. ten allen tijden als het hem off hen gelieve sal, oft sullen moegen lossen ende quiten in drije termijnen te weten de twee iersten termijnen elck hondert gulden ende den lesten vijfftich gld. in gelde ten tijde van de voorst. afflossinge bijnnen der heerlicheijt van Venloon cours ende ganck hebbende metten intrest alsdan verschijnende ende metten achterstel alsdan ten achteren staende, gelijck oijck de voorst. Jan gelover de voorst. somme van 250 gld. in drije termijnen als voor ten allen tijden geloeft te voldoen ende te betaelen, als de voorst. Dingeman off naer zijne doot zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen
restitutie der voorst. capitaele somme metten verschenen intrest sullen
verseeckeren.

Behoudelijck nochtans soe sal deen ende dandere van partijen den
loss off afleggen van elcke termijn malcanderen een vierendeel jaers te voirens
rechtelijck off in presentie van twee wettige getuijgen opseggen ende vercondigen.

Ende staet te weten dat de voorst. somme van 250 ca. gld. geprocedeert is van coop van seecker erffgoet bij ende van wegen des voorst. Dingemans van zijnder zijde onder Suijthollant vercocht, ende wilt ende verclaert alsoe de voorst. Dingeman dat de selve somme in plaetse van ’t voorst. erffgoet aen zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen naer zijne doot ende afflijvicheijt met vollen rechte alleen sal blijven met exclusie zijnder voorst. huijsvr. ende haerder kinderen.

Testes Ghijsbert Claessen et Sebastiaen Christoffels. Actum 9 maij 1648.


In marge: Mr. Peter Donckers ende Mr. Willem Hendricx de Robbemont als
executeurs van de testamente van wijlen Dingeman Janssen int bij wesen van Jan Marten Janssen executeur, Jan Adriaens bekennen ende lijden midts desen als dat zij
met Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans gelover affgereckent hebben over de verteerde costen van de uijtvaert ten zijnen huijse gescheidt ende andere verteringen op den erffhuijse ende op den coopdach van de bodems geresen ende van gehaelde bieren ende drinckschulden, den voorst. Dingemans ende is bij somme rekeninge bevonden,
dat bij den voorst. Jan gelover hiermede voldaen ende betaelt is de
somme van 189 gld. 10 st. 8 pen.
Dies is den intrest van de geheele geloefte affgereckent tot paesschen 1654 toecomende incluijs. Actum 3e december 1653.

Idem: Alsoe op heden den 19 decembris 1656 Jan sone wijlen Jan Cornelis
Oirlemans ten behoeve de hl. geest eene rente van 2 gld. 10 st. sjaers
geconstitueert.
Soe bekent Mr. Willem Hendricx de Robemont als een van den
executeuren van den testamente van wijlen Dingeman Janssen, dat daermede ende mette peningen te voirens bij de executeuren ontfangen, dese geloefte is voldaen ende alsoe gecasseert. Actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v]
van 10-01-1657 tot 09-02-1663     Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Lambert Lambert Claessen, wonende te Dongen, een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 9-2-1663 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 1]
van 20-02-1657 tot 14-04-1660     f.19
Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 14-4-1660 ingelost is door Goossen Lenaerts van den Hove.

f.20
Steven Lenaertssen van den Hove en Goossen Lenaerts van den Hove bekennen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos te zullen stellen voor de schuldbekentenis van hem aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen op heden.

Toelichting:
-------------
Steven en Goossen zijn 2 broers van zijn vrouw Agneesken Lenderts van den Hove.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19 en 20]
Transport:
03-04-1634     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants
anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende,

gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het
Craenven,
oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen,
ende noirtwaert aen Vriendten stede.

Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete,
oistwaert aen erffenisse Corstiaen Jan Borsten,
zuijtwaert Cornelis Willemssen de Pruijser,
westwaert aen erffenis van Jan Janssen Oirlemans
ende noirtwaert de oude stede voorgeruert.

Ende noch de helft onbedeijlt in een parcheel lants groot anderhalff loopensaet ende seven roeden oft daeromtrent in den selven acker,
oistwaert aen erffenisse des voorst. Jan Janssen,
zuijtwaert Corstiaen
Jan Borsten,
westwaert ende noirtwaert aen erffenisse Jan Goijaerts kinderen.

Welcke helften van erffenisse voorst. hem transportant in de qualiteijt als voor bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn voor schepenen in Venloon opten 9e dach der maent junij int jaer ons heeren 1633,
gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begrepen staet,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven

den voorgen. Jan Janssen Oirlemans zijnen swaeger,
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte hem daer in der qualiteijt voorst. daer inne eenichssins competerende.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. Adriaen sone Cornelis Diercx van den Hove als
schulder principael op hem ende allen zijne ende zijnen voorst. huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdraegen ende overgeven den voorn. Jan Janssen Oirlemans vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich weder seggen. Ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken,

vuijtgenomen dat men hier vuijt naer grootte des lants naer luijdt der voorst. erfscheijdinge ende erffdeijlinge mede sal gelden in alle renten, chijnsen
ende pachten met recht daer van te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 73r/74v d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Adriaen Cornelis Diercx van den Hove, zijnen swaeger,
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens
goet gancbaer gelt gereet te betaelen,
ende dat ter causen van coop van seeckere parcheelen van erffenisse hem gelover bij den voorst. Adriaen op heden opgedraegen ende overgegeven.

Dies soe sal Jan Janssen ontfangen de huere der selver parcheelen
die daer aff ten oogst verschijnen sal.
Ende sal Jan de selve parcheelen aenveerden volgens de huurcedule met Geeridt Thonis gemaeckt. Testes et actum ut supra.

In marge:
Adriaen Cornelis bekent dese 250 gld. ten vollen ontfangen te hebben. Consenterende inde cassatie.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 71v/73 en f 73r/74v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
Verkoop:
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
03-07-1645     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 45v/46r d.d. 3-7-1645.

Jan Janssen Oirlemans heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschappe

te lossen alsulcke twee vierde gedeelten ombedeijlt in eene stede lants te weten een huijs, grondt, hoff ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende,
gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte
als Gielis ende Jan Iewaens gebroederen aen Joost Hermanssen vercocht ende opgedraegen hebben,
ende heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, alles te doen des een naederman is schuldich te doen.
Testes Dingeman Janssen et Ghijsbert Claessen. Actum 3e julij 1645.

Idem: Jan heeft op verbant als voor Joosten Hermanssen, coopere te indemneren,
costeloos ende schadeloos te houden ter saecken van den geloefte bij hem
overcoop van den voorst. vierde gedeelten inde stede lants voorst. gedaen. Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Jan Jansen Oirlemans koopt met recht van naasting de helft van een huis op de Vaert (in Kaatsheuvel).
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.45v]
van 24-04-1649 tot 21-01-1650     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 182v d.d. 24-4-1649.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans

heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschap te lossen
dese parceelen van erffenisse met het huijsken daerop staende

ende heeft op hem ende allen zijnen goederen hebbende ende vercrijgende geloeft alles te doen des een naederman is schuldich te doen.

Alles sonder arglist.

Testes Dingeman Janssen er A. van den Hove.
Actum 21 januarij anno 1650.

Idem Joes promisit etc. Testes et actum ut supra.
Consig. eenen gouden philippus gl. met eenen schellinck sub. Dingeman Janssen

Toelichting:
-------------
Recht van naarderschap, recht van naasting = degene die dit recht bezit mag het verkochte goed overkopen.
Getuige A. van den Hove is Adriaen Cornelis van den Hove, getrouwd met zijn zus Lijsbeth.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 182v]
Getuige bij:
30-11-1630     kerkelijk huwelijk Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den Hove (ovl. vóór 1651) en Lijsbeth Oirlemans (geb. 1613) [zie 768,II]    [broer bruid]   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r]
Hij trouwde op zaterdag 13 januari 1629 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123] met de 19-jarige Agneesken Lenderts (Agnes) van den Hove. Jan en Agnes gingen op woensdag 27 december 1628 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123]. Bij de ondertrouw van Jan en Agnes waren de volgende getuigen aanwezig: Theodorus Cornelii en Guilelmus Matthei.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Agnes: Bij het huwelijk zijn de getuigen voor mij slecht te lezen. Ik kom op Leonardus Geertolini (?) en Mr. Guilelmo Ludovicus Custade (?).
hove_agnes_leonardi_van_den__rk_gedoopt_op_11_oktober_1609_in_oisterwijk__dr_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._1_doopboek_1597-1610_f._66.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._39r.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._39v.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._40r.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._40v.jpg
389 Hove Agnes Leonardi van den, rk gedoopt op 11 oktober 1609 in Oisterwijk, dr van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 66
390 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39r
391 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39v
392 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 40r
393 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 40v
385 Agneesken Lenderts (Agnes) van den Hove (afb. 389 t/m 393). Zij is gedoopt op zondag 11 oktober 1609 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 66]. Bij de doop van Agnes waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Lamberti en Henrica Pauli. Agnes is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 59 jaar oud.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
26-01-1679     Jan en Anthonij, tevens voor hun broer Marten, allen kinderen van Goossen Leenderts van den Hove en Commerken Jacobs, maken een boedelscheiding.   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v - 69]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Kinderen uit dit huwelijk:
oirlemans_johannes_johannis__rk_gedoopt_op_21_april_1632_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_doopboek_1624-1648_blad_30v.jpg
394 Oirlemans Johannes Johannis, rk gedoopt op 21 april 1632 - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 30v
I. Johannes Johannis Oirlemans (afb. 394). Hij is gedoopt op woensdag 21 april 1632 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 30v]. Bij de doop van Johannes waren de volgende getuigen aanwezig: Guilielmus Elia en Gertrudis Guilelmi Verdiesen.
oirlemans_heijligerus_johannis__rk_gedoopt_op_15_november_1634_in_loon_op_zand_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_doopboek_1624-1648_blad_40.jpg
395 Oirlemans Heijligerus Johannis, rk gedoopt op 15 november 1634 in Loon op Zand - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 40
II. Heijligerus Joannes (Heijliger) Oirlemans (afb. 395). Hij is gedoopt op woensdag 15 november 1634 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 40]. Bij de doop van Heijliger waren de volgende getuigen aanwezig: Johannis Gerardi de Broechoven en Maria Johannis.
Notitie bij de geboorte van Heijliger: De naam van de moeder is er niet bij geschreven. Van de vader is Johannis Oirlemans geschreven. Andere ouders zijn ook nog mogelijk.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Lening:
05-01-1665     Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien
Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij
Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van
Esch, ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v]
06-02-1679     Peeter Joost Ghijsbrechts en Heijliger Janssen Oerlemans bekennen schuldig te zijn aan
de onmondige Jenneken, dochter van Henrick Willems Robemont en zijn 1e huisvrouw Lijsbeth Jans de Hert, een bedrag van 25 gulden en 10 stuivers terzake van geleend geld.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 10-2-1681 ingelost is
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 82 f70]
23-04-1680     Heijliger Jans Oerlemans bekent schuldig te zijn aan Peterken
Teunis, weduwe van Andries Jansen van Wijnsouwen, een bedrag van 50
gulden.
Lambert Bromani stelt zich borg.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f 34v]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
10-04-1673     Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Heijliger Jans
Oerlemans.

in de volgende akte:
Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Cornelis Jans
Oerlemans.

zijn zij broers? De vader van Cornelis Jans Oerlemans is Jan Cornelis Oerlemans (Schepenbank inv82 f 70 van 6 febr. 1679, waarin ook Gijsbert Jan Oerlemans als broer van Cornelis genoemd is)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 81 f 174]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Getuige bij:
18-10-1684     doop Hendrien Oerlemans (1684-na 1751) [zie 192,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78]
Heijliger trouwde met Heijlwigus Cornelis (Heijltje) van Esch. Zie 386,I voor persoonsgegevens van Heijltje.
oirlemans_cornelius_johannis__rk_gedoopt_op_2_sept._1640_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._62.jpg oirlemans_cornelius_johannis__en_maria_petri_cauwenberchs_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_9_mei_1668_-_loon_op_zand_inv._3_trouwboek_1651-1671_f._117.jpg
396 Oirlemans Cornelius Johannis, rk gedoopt op 2 sept. 1640 - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 62
397 Oirlemans Cornelius Johannis, en Maria Petri Cauwenberchs trouwen voor de rk kerk op 9 mei 1668 - Loon op Zand Inv. 3 Trouwboek 1651-1671 f. 117
III. Cornelis Jan Oirlemans (afb. 396 en 397). Hij is gedoopt op zondag 2 september 1640 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 62]. Bij de doop van Cornelis waren de volgende getuigen aanwezig: Henrica Adriana en Adrianus Jacobi.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Cornelis trouwde, 27 jaar oud, op woensdag 9 mei 1668 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 3 Trouwboek 1651-1671 f. 117] met Maria Petri Cauwenberchs. Bij het kerkelijk huwelijk van Cornelis en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Robertus Grahame en Mr. Guilielmo de Robemont.
oirlemans_maria_johannis__rk_gedoopt_op_10_april_1643__dochter_van_johannis_oirlemans_en_agneesken_van_den_hove_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._79.jpg
398 Oirlemans Maria Johannis, rk gedoopt op 10 april 1643, dochter van Johannis Oirlemans en Agneesken van den Hove - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 79
IV. Maria Johannis Oirlemans (afb. 398). Zij is gedoopt op vrijdag 10 april 1643 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 79]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Judoci Antony en Mr. Guilielmy.
Notitie bij de geboorte van Maria: De meter kan ik niet goed lezen, eindigt op Goossens.
Maria is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 25 jaar oud.
oirlemans__elisabeth_joannis_joannis__rk_gedoopt_op_15_mei_1646__dochter_van_joannis_joannis_oirlemans_en_agnetis_leonardis_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._96_.jpg
399 Oirlemans Elisabeth Joannis Joannis, rk gedoopt op 15 mei 1646, dochter van Joannis Joannis Oirlemans en Agnetis Leonardis - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 96
V. Elisabeth Joannis Joannis Oirlemans (afb. 399). Zij is gedoopt op dinsdag 15 mei 1646 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 96]. Bij de doop van Elisabeth waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Adriany, [waarschijnlijk] Maria Cornely Joannis Bove, Petrus Cornelii en Mr. Guilielmo de Robemont.
Notitie bij de geboorte van Elisabeth: Bij Meter Maria Cornely Joannis is alleen goed te zien Bo.. Dus niet zeker.
Elisabeth is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 22 jaar oud.
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
VI. Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) Oirlemans, gedoopt op maandag 7 juni 1649 in Loon op Zand (zie 192).
386 Cornelis Ariens van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
Hij trouwde met
387 Engeltie Hendrix.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Heijlwigus Cornelis (Heijltje) van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
Lening:
05-01-1665     Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien
Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij
Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van
Esch, ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v]
Heijltje trouwde met Heijligerus Joannes (Heijliger) Oirlemans. Zie 384,II voor persoonsgegevens van Heijliger.
II. Arie van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
III. Jenneke van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
IV. Gelden van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
V. Cornelia van Esch.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
VI. Anna Cornelii (Anneke) van Esch, gedoopt op woensdag 30 november 1644 in Loon op Zand (zie 193).
snoeren_henricus_joannes__rk_gedoopt_op_16_september_1646_in_loon_op_zand.jpg
400 Snoeren Henricus Joannes, RK gedoopt op 16 september 1646 in Loon op Zand
424 Henricus Joannes (Hendrik) Snoeren (afb. 400). Hij is gedoopt op zondag 16 september 1646 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 98]. Bij de doop van Hendrik waren de volgende getuigen aanwezig: Agnes Guilielmij, Guilielmo Verdiesen en [waarschijnlijk] Jan Corsten (geb. 1604) [zie 1696,I] [oom vaderszijde]. Hendrik is overleden, 83 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 16 november 1729 in Loon op Zand.
Notitie bij Hendrik: 28-11-1671: Henrici Joannes (bij de doop van Laurentius)
16-05-1673: Henrici Joannes Snoeren (bij de doop van Magdalena)
28-07-1675: Henrici Joannes (bij de doop van Wilhelmus)
30-05-1677: Henrici Joannes (bij de doop van Henricus)
17-10-1679: Henrici Joannes (bij de doop van Gerardus)
17-05-1682: Henrici Joannes (bij de doop van Arnoldus)
01-10-1684: Henricus Joannes Snoeren (bij de doop van Petrus)
07-02-1687: Henricus Joannes Snoeren (bij de doop van Petronilla)
04-12-1688: Henricus Joannes (bij de doop van Martinus)
??-01-1692: Henricus Joannis Snoeren (bij de doop van Joanna)
06-09-1727: Hendrik Hendrikse Snoere (bij het overlijden van zijn zoon Hendrik)
16-11-1729: Hendrick Snoeren (bij zijn begraven)
Hij trouwde met
425 Catharina Petri (Catelijn) Vreijsen. Zij is begraven op woensdag 19 december 1731 in Loon op Zand.
Notitie bij Catelijn: 28-11-1671: Catharina Petri (bij de doop van Laurentius)
16-05-1673: Catharina Petri (bij de doop van Magdalena)
28-07-1675: Catharina Petri (bij de doop van Wilhelmus)
30-05-1677: Catharina Petri (bij de doop van Henricus)
17-10-1679: Catharina Petri Vreijsen (bij de doop van Gerardus)
17-05-1682: Catharina Petri (bij de doop van Arnoldus)
01-10-1684: Catharina Petri (bij de doop van Petrus)
07-02-1687: Catharina Petri (bij de doop van Petronilla)
04-12-1688: Catharina Petri (bij de doop van Martinus)
??-01-1692: Catharina Petri (bij de doop van Joanna)
19-12-1731: Catalijn Hendriks Snoere (bij haar begraven, als vrouw van Hendrik Snoeren)
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Laurentius Henrici (Laureijs) Snoeren. Hij is gedoopt op zaterdag 28 november 1671 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 4]. Bij de doop van Laureijs waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Petri en [waarschijnlijk] Adriana Joannes Snoere. Laureijs is overleden, 69 jaar oud. Hij is begraven op vrijdag 17 november 1741 in Loon op Zand.
Notitie bij Laureijs: 17-11-1741: Laureijs Hendrick Snoeren (bij zijn begraven)
snoeren_magdalena_henrici__rk_gedoopt_op_16_mei_1673.jpg
401 Snoeren Magdalena Henrici, RK gedoopt op 16 mei 1673
II. Magdalena Henrici Snoeren (afb. 401). Zij is gedoopt op dinsdag 16 mei 1673 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 11]. Bij de doop van Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Huberti en Gerardus Petri.
III. Wilhelmus Henrici Snoeren. Hij is gedoopt op zondag 28 juli 1675 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 20v]. Bij de doop van Wilhelmus waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Gerardi en Henricus Petri.
IV. Henricus Henrici (Hendrik) Snoeren. Hij is gedoopt op zondag 30 mei 1677 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 32]. Bij de doop van Hendrik waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Cornelij en [waarschijnlijk] Martinus Joannes Snoeren (geb. 1640) [zie 848,I] [oom vaderszijde]. Hendrik is overleden, 50 jaar oud. Hij is begraven op zaterdag 6 september 1727 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 14 - Loon op Zand - register van overledenen 1700-1739 (nederduits-gereformeerde gemeente), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 14, blad 59].
Getuige bij:
14-10-1719     doop [waarschijnlijk] Michael Petri Snoere (geb. 1719) [zie 212,I]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 46v]
V. Gerardus Henrici Snoeren. Hij is gedoopt op dinsdag 17 oktober 1679 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 44]. Bij de doop van Gerardus waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Petri en [waarschijnlijk] Johanna Joannes Snoermans (geb. 1656) [zie 848,VII] [tante vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Gerardus: Joanna Joannes
Getuige bij:
13-01-1725     doop [waarschijnlijk] Joannes Petri Snoere (geb. 1725) [zie 212,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 75]
VI. Arnoldus Henrici Snoeren. Hij is gedoopt op zondag 17 mei 1682 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 62v]. Bij de doop van Arnoldus waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Adriani en Gerardus Petri.
VII. Petrus Henricus (Peter) Snoeren, gedoopt op zondag 1 oktober 1684 in Loon op Zand (zie 212).
VIII. Petronilla Henrici Snoeren. Zij is gedoopt op vrijdag 7 februari 1687 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 3]. Bij de doop van Petronilla waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Joannis en Antonia Petri.
IX. Martinus Henrici Snoeren. Hij is gedoopt op zaterdag 4 december 1688 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 28]. Bij de doop van Martinus waren de volgende getuigen aanwezig: Christianus Martini en [waarschijnlijk] Johanna Joannes Snoermans (geb. 1656) [zie 848,VII] [tante vaderszijde].
Getuige bij:
13-11-1722     doop [waarschijnlijk] Willem Snoeren (1722-1803) [zie 106]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 63v]
X. Joanna Henrici Snoeren. Zij is gedoopt in januari 1692 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 35]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Margaretha Ambrosij en Christianus Martini.
482 Leonardus Henricus van Beers.
Hij trouwde met
483 Maria Joannes Antonius Roosen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Anna Maria Leendert (Emmerents) van Beers, gedoopt op donderdag 10 maart 1678 in Moergestel (zie 241).
bruers_egidius_nicolaes__schenkt_zijn_zoon_petrus__24_jaar___een_stede_te_esbeek_op_30_januari_1676__voor_zijn_studie_theologie_in_duwaeij_ofwel_doornik_-_diessen_-_not._arch._inv._1_bl._74v_handtek..jpg bruers_egidius_nicolaes__schenkt_zijn_zoon_petrus__24_jaar___een_stede_te_esbeek_op_30_januari_1676__voor_zijn_studie_theologie_in_duwaeij_ofwel_doornik_-_diessen_-_not._arch._inv._1_bl._74r.jpg bruers_egidius_nicolaes__schenkt_zijn_zoon_petrus__24_jaar___een_stede_te_esbeek_op_30_januari_1676__voor_zijn_studie_theologie_in_duwaeij_ofwel_doornik_-_diessen_-_not._arch._inv._1_bl._74v.jpg
402 Bruers Egidius Nicolaes, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij ofwel Doornik - Diessen - Not. arch. Inv. 1 Bl. 74v handtek.
403 Bruers Egidius Nicolaes, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij ofwel Doornik - Diessen - Not. arch. Inv. 1 Bl. 74r
404 Bruers Egidius Nicolaes, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij ofwel Doornik - Diessen - Not. arch. Inv. 1 Bl. 74v
488 Egidius Nicolaus Petrus (Dielis) Bruers (afb. 402 t/m 404).
Notitie bij Dielis: In Dorpsbestuur Hilvarenbeek en Dorpsbestuur Diessen gezocht.
Kwam in Hilvarenbeek tegen:
Dielis Claesen - onder Esbeek:
* Inv. 612 Bl. 7 en 8 (Personele belasting - 1673)
* Inv. 836 Bl. 17 (Kohier van de verpondingen per gehucht - 1671)
* Inv. 1523 Bl. 2 (Schattting rijksten - 1665) - Bedrag van 2900 gulden
* Inv. 725 Bl. 8 (Bede Kerstmis 1675) - Van Daelvoort - naam van de hoeve?
Maar zonder toevoeging Bruers.
Functie:
30-01-1676     Burgemeester (Egidius is genoemd als tegenwoordig regerend burgemeester van de vrijheid Hilvarenbeek.)   [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74v]
Schenking:
30-01-1676     Samenvatting:
---------------
Egidius Nicolaes Bruers, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij.
Het is een stede met huysinge (hoeve), met hof, boomgaard, landerijen en weiden.

Toelichting:
-------------
Duwaey is op de fiche van het Regionaal Archief Tilburg genoemd als Doornik.
ik zou eerder denken aan Douai.
Daar stichtte Filips II in 1562 de universiteit van Dowaai ofwel Douai.

In de akte staat dat Petrus 24 jaar is, en geboren juli 16..
Met de doop van juli 1653 zal hij 22 jaar geweest zijn.

Schepen van Diessen Jacob Geret Bersmans is er op verzoek van Dielis bij aanwezig. Dat is zijn schoonzoon, getrouwd met dochter Jenneke in 1671.

De Bersmans zijn goed vertegenwoordigd in de akte. Of zij familie van elkaar zijn, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie
---------------
Compareerde heden, wesende 30 januari 1676 voor Francoys van Sibben,
als openbaar notaris bij de edelmogende Rade van Brabant in ’s Gravenhage, geadmitteert binnen de dorpe van Diessen, resort der vrijheijt Hilvarenbeeck,
in de quartiere van Oisterwijck, meijerij van ’s Hertogenbosch residerende,

en in de presentie van de getuigen naergenoempt in propere persoonen,
Jan Jacob Bersmans, oud schepen, en
Jacob Gheraert Bersmand, tegenwoordig regerend schepen binnen onse dorpe Diessen voornoempt,

welcke comparanten en attestanten hebben ter instantie en versoecke van
Egidius Bruers, ingesetene en tegenwoordig regerende burgemeester van de vrijheijt Hilvarenbeek vermelt,

verclaert en geattesteert gelt deselve sij doende mits desen , henne christelijcke waerheijt, in plaetse van bede, die sij doet noodt en versocht voor al te heren horen en gerechten of resenteren te doen, dat hij requiranten in desen.

In de vrijheijt van Hilvarenbeeck voorsegd, ter plaatse van het gehucht genaempt Esbeeck,
heeft ende hem requiranten is competerende

een erfstede, gelegen aan de vrunt (= vroente),
bestaande uit een huysinge, hovinge, boomgaart en grote landerijen en weijden daartoe behorend,
werdich (?) sijnde omtrent 1500 guldens.

En also Egidius Bruers is hebbende ene wettige soone, met naeme Peterus Bruers, in de ouderdom van (omtrent = doorgestreept) 24 jaren.
In juli 16.. verweckt bij Berbera dochtre Jan Bruers, zijn wettige huijsvrouw, nu saliger memorie.

Welke Peterus Bruers binnen (de universiteit = doorgestreept) van Duwaeij is studerende in de heilige theologie, met intentie om sichselven tot een geestelijke staet te begeven, en vermits den onwesen is van een behoorlijcken en gerequireerde title of geestelijke benificie,

soo dat den voorsegde Egidius Bruers, in plaatse van een geestelijcke titel, Peeterus, sijn soon,
mits desen cederende en overgevende sijne voorsegde stede of hoeve, met alle appendenten en dependentien van dieselven en vruchten van dien,
soo lange te genieten en behouden,
totdat hij met betere en andere qualiteijt sal vinden en gebenificeert wesen,
geloovende hij transportant tegen voorsegde stadt (?) te houden voor goedt vast, standich ende van weirden, onder b=verband van sijns transportant respective persoonen ende goederen, present en toecomende, egeen uitgescheiden, van ... deselve souden mogen wesen.

Aldus dese gepasseert ter presentie van
Jacob Cornelis Bersmans en
Adriaen Hendrick Jacobs,
als erfwaerdige getuigen, hiertoe geroepen en gebeden.

(Ondertekend:)

Dilis Niclaessen Bruers
Jan Jacob Bersmans
Jacob Geret Bersmans
Jacob Cornelis Bersmans
+ handmerk van Adriaen Hendrick Jacobs

Mij present F: van Sibben, notaris
  [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74v]
Getuige bij:
19-09-1671     ondertrouw Jacob Gerrit Beersmans en Jenneken Bruers [zie 488,II]    [vader bruid]   [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 14 Bl. 73v]
06-10-1671     kerkelijk huwelijk Jacob Gerrit Beersmans en Jenneken Bruers [zie 488,II]    [vader bruid]   [bron: Hilvarenbeek - RK Trouwboek inv. 3 Bl. 26v scan 236]
Hij trouwde met
bruers_barbara_joannis__rk_gedoopt_op_4_dec._1618_in_hilvarenbeek__dochter_van_joannes_henrici_bruers_en_elisabeth_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._2_bl._13.jpg
405 Bruers Barbara Joannis, RK gedoopt op 4 dec. 1618 in Hilvarenbeek, dochter van Joannes Henrici Bruers en Elisabeth - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 13
489 Barbara Joannes Henricus (Berbera) Bruers (afb. 405). Zij is gedoopt op dinsdag 4 december 1618 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 13]. Bij de doop van Berbera waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Adriani (van) Spreeuwel en Joanna Christiani Woestenberchs.
Notitie bij de geboorte van Berbera: Er staat Joanna relicta (= links, relict (=vertrekt)? Christiani Woestenberchs
Berbera is overleden vóór donderdag 30 januari 1676, ten hoogste 57 jaar oud [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74v].
Notitie bij overlijden van Berbera: In de akte staat: saliger memorie
Schenking:
30-01-1676     Samenvatting:
---------------
Egidius Nicolaes Bruers, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij.
Het is een stede met huysinge (hoeve), met hof, boomgaard, landerijen en weiden.

Toelichting:
-------------
Duwaey is op de fiche van het Regionaal Archief Tilburg genoemd als Doornik.
ik zou eerder denken aan Douai.
Daar stichtte Filips II in 1562 de universiteit van Dowaai ofwel Douai.

In de akte staat dat Petrus 24 jaar is, en geboren juli 16..
Met de doop van juli 1653 zal hij 22 jaar geweest zijn.

Schepen van Diessen Jacob Geret Bersmans is er op verzoek van Dielis bij aanwezig. Dat is zijn schoonzoon, getrouwd met dochter Jenneke in 1671.

De Bersmans zijn goed vertegenwoordigd in de akte. Of zij familie van elkaar zijn, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie
---------------
Compareerde heden, wesende 30 januari 1676 voor Francoys van Sibben,
als openbaar notaris bij de edelmogende Rade van Brabant in ’s Gravenhage, geadmitteert binnen de dorpe van Diessen, resort der vrijheijt Hilvarenbeeck,
in de quartiere van Oisterwijck, meijerij van ’s Hertogenbosch residerende,

en in de presentie van de getuigen naergenoempt in propere persoonen,
Jan Jacob Bersmans, oud schepen, en
Jacob Gheraert Bersmand, tegenwoordig regerend schepen binnen onse dorpe Diessen voornoempt,

welcke comparanten en attestanten hebben ter instantie en versoecke van
Egidius Bruers, ingesetene en tegenwoordig regerende burgemeester van de vrijheijt Hilvarenbeek vermelt,

verclaert en geattesteert gelt deselve sij doende mits desen , henne christelijcke waerheijt, in plaetse van bede, die sij doet noodt en versocht voor al te heren horen en gerechten of resenteren te doen, dat hij requiranten in desen.

In de vrijheijt van Hilvarenbeeck voorsegd, ter plaatse van het gehucht genaempt Esbeeck,
heeft ende hem requiranten is competerende

een erfstede, gelegen aan de vrunt (= vroente),
bestaande uit een huysinge, hovinge, boomgaart en grote landerijen en weijden daartoe behorend,
werdich (?) sijnde omtrent 1500 guldens.

En also Egidius Bruers is hebbende ene wettige soone, met naeme Peterus Bruers, in de ouderdom van (omtrent = doorgestreept) 24 jaren.
In juli 16.. verweckt bij Berbera dochtre Jan Bruers, zijn wettige huijsvrouw, nu saliger memorie.

Welke Peterus Bruers binnen (de universiteit = doorgestreept) van Duwaeij is studerende in de heilige theologie, met intentie om sichselven tot een geestelijke staet te begeven, en vermits den onwesen is van een behoorlijcken en gerequireerde title of geestelijke benificie,

soo dat den voorsegde Egidius Bruers, in plaatse van een geestelijcke titel, Peeterus, sijn soon,
mits desen cederende en overgevende sijne voorsegde stede of hoeve, met alle appendenten en dependentien van dieselven en vruchten van dien,
soo lange te genieten en behouden,
totdat hij met betere en andere qualiteijt sal vinden en gebenificeert wesen,
geloovende hij transportant tegen voorsegde stadt (?) te houden voor goedt vast, standich ende van weirden, onder b=verband van sijns transportant respective persoonen ende goederen, present en toecomende, egeen uitgescheiden, van ... deselve souden mogen wesen.

Aldus dese gepasseert ter presentie van
Jacob Cornelis Bersmans en
Adriaen Hendrick Jacobs,
als erfwaerdige getuigen, hiertoe geroepen en gebeden.

(Ondertekend:)

Dilis Niclaessen Bruers
Jan Jacob Bersmans
Jacob Geret Bersmans
Jacob Cornelis Bersmans
+ handmerk van Adriaen Hendrick Jacobs

Mij present F: van Sibben, notaris
  [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74v]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Niclaes Dielis Bruurs. Niclaes is overleden op maandag 24 maart 1710 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek, Diessen, Riel - NG Overledenen Inv. 10].
Notitie bij overlijden van Niclaes: Claes Dielis Bruurs
Getuige bij:
10-02-1687     huwelijk Hendrick Bruers (1655-1727) en Margriet Noyens (geb. 1665) [zie 245]    [broer bruidegom]   [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 15 Bl. 39v en r]
bruers_jenneken_dielis_claes__j.d.__van_en_w._h_beek__ondertrouwt_jacob_gerrit_beersmans_uit_en_w._vessem_op_19_sept._1671_en_trouwt_op_6_okt._-_hilvarenbeek_-_schepenbank_inv._14_bl._73v.jpg bruers_joanna_egidii_nicolai__rk_getrouwd_op_6_oktober_1671_in_hilvarenbeek_met_jacobus_gerardi_beersmans_uit_vessem_-_hilvarenbeek_-_rk_trouwboek_inv._3_bl._26v_scan_236.jpg
406 Bruers Jenneken Dielis Claes, j.d., van en w. H’beek, ondertrouwt Jacob Gerrit Beersmans uit en w. Vessem op 19 sept. 1671 en trouwt op 6 okt. - Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 14 Bl. 73v
407 Bruers Joanna Egidii Nicolai, RK getrouwd op 6 oktober 1671 in Hilvarenbeek met Jacobus Gerardi Beersmans uit Vessem - Hilvarenbeek - RK Trouwboek inv. 3 Bl. 26v scan 236
II. Joanna Egidius Nicolai (Jenneken) Bruers (afb. 406 en 407). Zij is gedoopt in Hilvarenbeek. Jenneken trouwde op dinsdag 6 oktober 1671 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 14 Bl. 73v] met Jacob Gerrit Beersmans, nadat zij op zaterdag 19 september 1671 in Hilvarenbeek in ondertrouw zijn gegaan [bron: Hilvarenbeek - Schepenbank Inv. 14 Bl. 73v]. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op dinsdag 6 oktober 1671 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Trouwboek inv. 3 Bl. 26v scan 236]. Bij het kerkelijk huwelijk van Jenneken en Jacob waren de volgende getuigen aanwezig: Dielis Bruers [zie 488] [vader bruid] en Petrus Nauwen. Bij de ondertrouw van Jenneken en Jacob waren de volgende getuigen aanwezig: Dielis Bruers [zie 488] [vader bruid] en Frans Dridoucx.
Notitie bij het huwelijk van Jenneken en Jacob: Egidius Nicolai is getuige bij het kerkelijk huwelijk, dat moet haar vader wel zijn. Bij de schepenbank staat: Dielis Claes Bruers, haar vader.
Mr. Petrus Nauwen is bij veel kerkelijke huwelijken als getuige aanwezig.
Frans is getuge bij de schepenbank en is zwager van Jacob.
Hij is gedoopt in Vessem.
Functie:
30-01-1676     Schepen (Jan Jacob Bersmans is in de akte genoed als de oud-schepen, en Jacob Gheraert Bersmans is de tegenwoordig regerend schepen van Diessen.

Hij ondertekent met Jacop Geret Bersmans.)
  [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74]
bruers_maria_egidii_nicolai__rk_gedoopt_op_18_maart_1651_in_h_beek__dochter_van_egidius_nicolai_en_barbara_joannis_henrici_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._4.jpg
408 Bruers Maria Egidii Nicolai, RK gedoopt op 18 maart 1651 in H’beek, dochter van Egidius Nicolai en Barbara Joannis Henrici Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 4
III. Maria Egidius Bruers (afb. 408). Zij is gedoopt op donderdag 16 maart 1651 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 4]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Petronilla Henrici Crijnen en Adrianus Joannes Spreeuwen.
bruers_petrus_egidii_nicolai_henrici__rk_gedoopt_juli_1653_in_h_beek__zoon_van_egidius_nicolai_henrici_bruers_en_barbara_joannis_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._12v.jpg
409 Bruers Petrus Egidii Nicolai Henrici, RK gedoopt juli 1653 in H’beek, zoon van Egidius Nicolai Henrici Bruers en Barbara Joannis Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 12v
IV. Petrus Egidius Bruers (afb. 409). Hij is gedoopt in juli 1653 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 12v]. Bij de doop van Petrus was de volgende getuige aanwezig: Elisabeth Joannis Henrici Bruers.
Notitie bij de geboorte van Petrus: Elisabeth is waarschijnlijk de zus van Barbara. Een andere mogelijk Elisabeth, de vrouw van Joannis Henrici Bruers
De andere getuige : Adrianus Adriani .lens ?
Schenking:
30-01-1676     Samenvatting:
---------------
Egidius Nicolaes Bruers, schenkt zijn zoon Petrus, 24 jaar, een stede te Esbeek op 30 januari 1676, voor zijn studie theologie in Duwaeij.
Het is een stede met huysinge (hoeve), met hof, boomgaard, landerijen en weiden.

Toelichting:
-------------
Duwaey is op de fiche van het Regionaal Archief Tilburg genoemd als Doornik.
ik zou eerder denken aan Douai.
Daar stichtte Filips II in 1562 de universiteit van Dowaai ofwel Douai.

In de akte staat dat Petrus 24 jaar is, en geboren juli 16..
Met de doop van juli 1653 zal hij 22 jaar geweest zijn.

Schepen van Diessen Jacob Geret Bersmans is er op verzoek van Dielis bij aanwezig. Dat is zijn schoonzoon, getrouwd met dochter Jenneke in 1671.

De Bersmans zijn goed vertegenwoordigd in de akte. Of zij familie van elkaar zijn, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie
---------------
Compareerde heden, wesende 30 januari 1676 voor Francoys van Sibben,
als openbaar notaris bij de edelmogende Rade van Brabant in ’s Gravenhage, geadmitteert binnen de dorpe van Diessen, resort der vrijheijt Hilvarenbeeck,
in de quartiere van Oisterwijck, meijerij van ’s Hertogenbosch residerende,

en in de presentie van de getuigen naergenoempt in propere persoonen,
Jan Jacob Bersmans, oud schepen, en
Jacob Gheraert Bersmand, tegenwoordig regerend schepen binnen onse dorpe Diessen voornoempt,

welcke comparanten en attestanten hebben ter instantie en versoecke van
Egidius Bruers, ingesetene en tegenwoordig regerende burgemeester van de vrijheijt Hilvarenbeek vermelt,

verclaert en geattesteert gelt deselve sij doende mits desen , henne christelijcke waerheijt, in plaetse van bede, die sij doet noodt en versocht voor al te heren horen en gerechten of resenteren te doen, dat hij requiranten in desen.

In de vrijheijt van Hilvarenbeeck voorsegd, ter plaatse van het gehucht genaempt Esbeeck,
heeft ende hem requiranten is competerende

een erfstede, gelegen aan de vrunt (= vroente),
bestaande uit een huysinge, hovinge, boomgaart en grote landerijen en weijden daartoe behorend,
werdich (?) sijnde omtrent 1500 guldens.

En also Egidius Bruers is hebbende ene wettige soone, met naeme Peterus Bruers, in de ouderdom van (omtrent = doorgestreept) 24 jaren.
In juli 16.. verweckt bij Berbera dochtre Jan Bruers, zijn wettige huijsvrouw, nu saliger memorie.

Welke Peterus Bruers binnen (de universiteit = doorgestreept) van Duwaeij is studerende in de heilige theologie, met intentie om sichselven tot een geestelijke staet te begeven, en vermits den onwesen is van een behoorlijcken en gerequireerde title of geestelijke benificie,

soo dat den voorsegde Egidius Bruers, in plaatse van een geestelijcke titel, Peeterus, sijn soon,
mits desen cederende en overgevende sijne voorsegde stede of hoeve, met alle appendenten en dependentien van dieselven en vruchten van dien,
soo lange te genieten en behouden,
totdat hij met betere en andere qualiteijt sal vinden en gebenificeert wesen,
geloovende hij transportant tegen voorsegde stadt (?) te houden voor goedt vast, standich ende van weirden, onder b=verband van sijns transportant respective persoonen ende goederen, present en toecomende, egeen uitgescheiden, van ... deselve souden mogen wesen.

Aldus dese gepasseert ter presentie van
Jacob Cornelis Bersmans en
Adriaen Hendrick Jacobs,
als erfwaerdige getuigen, hiertoe geroepen en gebeden.

(Ondertekend:)

Dilis Niclaessen Bruers
Jan Jacob Bersmans
Jacob Geret Bersmans
Jacob Cornelis Bersmans
+ handmerk van Adriaen Hendrick Jacobs

Mij present F: van Sibben, notaris
  [bron: Diessen - Not. arch. Francois van Sibben Inv. 1 Bl. 74v]
V. Henricus Egidius (Hendrick) Bruers, gedoopt op dinsdag 20 april 1655 in Hilvarenbeek (zie 244).
bruers_maria_egidii_nicolai__rk_gedoopt_op_31_mei_1656_in_h_beek__dochter_van_egidius_nicolai_bruers_en_barbara_joannis_henrici_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._22v.jpg
410 Bruers Maria Egidii Nicolai, RK gedoopt op 31 mei 1656 in H’beek, dochter van Egidius Nicolai Bruers en Barbara Joannis Henrici Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 22v
VI. Maria Egidius Bruers (afb. 410). Zij is gedoopt op woensdag 31 mei 1656 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 22v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Elisabeth Joannis Henrici Bruers en Adrianus Joannis Tielemans.
bruers_elizabet_egidii_nicolai__rk_gedoopt_op_14_dec._1658_in_h_beek__dochter_van_egidius_nicolai_en_barbara_joannis_henrici_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._3_bl._32v.jpg
411 Bruers Elizabet Egidii Nicolai, RK gedoopt op 14 dec. 1658 in H’beek, dochter van Egidius Nicolai en Barbara Joannis Henrici Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 32v
VII. Elizabet Bruers (afb. 411). Zij is gedoopt op zaterdag 14 december 1658 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 32v]. Bij de doop van Elizabet was de volgende getuige aanwezig: Elias Joannis de Wijs.
490 Gerardus Hubertus Noyens.
Hij trouwde met
491 Adriana Alexander Goossens.
Getuige bij:
16-11-1690     doop Gerart, Gerridt Bruers (geb. 1690) [zie 122]    [grootmoeder moederszijde]   [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 161v]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hubertus Gerardus Noyens. Hij is gedoopt op donderdag 23 november 1662 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 45v]. Bij de doop van Hubertus waren de volgende getuigen aanwezig: Martina Henricus Martinus Bunnen en Jacobus Huberti Ketelaers.
Notitie bij de geboorte van Hubertus: Martina, echtgenote van Petrus Joannis Hessels, is genoemd als meter.
Bij de dopen van haar kinderen haar eigen naam gevonden.
II. Margareta Gerardus (Margriet) Noyens, gedoopt op maandag 30 maart 1665 in Hilvarenbeek (zie 245).
dielissen_wilhelmus_lambertus__rk_gedoopt_op_12_februari_1634_in_boxtel__zoon_van_lambertus_martini_dielissen_en_aleijdis_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._2_bl._8v.jpg lamberts_willem__en_cateleijn_ariens_verzoeken_op_19_mei_1655_om_een_christelijk_huwelijk_toe_te_staan_voor_de_schepenen_en_secretaris_van_de_baronie_van_boxtel_-_boxtel_-_schepenbank_inv._19_bl_12v.jpg marttens_willem_lamberts__en_cateleijn_ariens_trouwen_op_23_mei_1655_in_boxtel_voor_de_schepenen_-_boxtel_-_schepenbank_inv._19_bl_12v_scan_22.jpg dielissen_willem_lambert_marten__koopt_op_6_maart_1664_een_teulland_onder_de_herdgang_van_luysel_van_zijn_zwager_voor_247_gulden_en_10_stuivers_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_bl._89r.jpg dielissen_willem_lambert_marten__koopt_op_6_maart_1664_een_teulland_onder_de_herdgang_van_luysel_van_zijn_zwager_voor_247_gulden_en_10_stuivers_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_bl._89v.jpg dielissen_willem_lambert_martten__verkoopt_op_12_maart_1664_aan_cornelis_lambrechts_de_helft_van_een_akker_en_een_hooiland_onder_tongeren_voor_150_gulden_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_f._92v.jpg
412 Dielissen Wilhelmus Lambertus, RK gedoopt op 12 februari 1634 in Boxtel, zoon van Lambertus Martini Dielissen en Aleijdis - Boxtel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 8v
413 Lamberts Willem, en Cateleijn Ariens verzoeken op 19 mei 1655 om een christelijk huwelijk toe te staan voor de schepenen en secretaris van de Baronie van Boxtel - Boxtel - Schepenbank Inv. 19 Bl 12v
414 Marttens Willem Lamberts, en Cateleijn Ariens trouwen op 23 mei 1655 in Boxtel voor de schepenen - Boxtel - Schepenbank Inv. 19 Bl 12v scan 22
415 Dielissen Willem Lambert Marten, koopt op 6 maart 1664 een teulland onder de herdgang van Luysel van zijn zwager voor 247 gulden en 10 stuivers - Boxtel - Schepenbank Inv. 100 Bl. 89r
416 Dielissen Willem Lambert Marten, koopt op 6 maart 1664 een teulland onder de herdgang van Luysel van zijn zwager voor 247 gulden en 10 stuivers - Boxtel - Schepenbank Inv. 100 Bl. 89v
417 Dielissen Willem Lambert Martten, verkoopt op 12 maart 1664 aan Cornelis Lambrechts de helft van een akker en een hooiland onder Tongeren voor 150 gulden - Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 92v
dielissen_willem_lambert_martten__verkoopt_op_12_maart_1664_aan_adriaen_lambrechts_een_akker_onder_de_herdgang_van_tongeren_voor_75_gulden_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_f._93r.jpg dielissen_willem_lambert_martten__draagt_op_12_maart_1664_het_vruchtgebruik_over_3_percelen_onder_tongeren_over_aan_zijn_vader_lambert_martten_dielissen_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_bl._93r.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__man_van_catelijn_arien_roelen__verkoopt_zijn_portie_in_stukken_land_onder_de_herdgang_van_luysel_aan_jan_arien_roelen_-_1_mei_1670_-_boxtel_-_schepenbank_inv._102_f._22r.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__man_van_catelijn_arien_roelen__verkoopt_zijn_portie_in_stukken_land_onder_de_herdgang_van_luysel_aan_jan_arien_roelen_-_1_mei_1670_-_boxtel_-_schepenbank_inv._102_f._22v.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__voor_zijn_kinderen__verwekt_bij_wijlen_catelijn_arien_rademakers__verkoop_op_12_mei_1678_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._133v.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__voor_zijn_kinderen__verwekt_bij_wijlen_catelijn_arien_rademakers__verkoop_op_12_mei_1678_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._179v.jpg
418 Dielissen Willem Lambert Martten, verkoopt op 12 maart 1664 aan Adriaen Lambrechts een akker onder de herdgang van Tongeren voor 75 gulden - Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 93r
419 Dielissen Willem Lambert Martten, draagt op 12 maart 1664 het vruchtgebruik over 3 percelen onder Tongeren over aan zijn vader Lambert Martten Dielissen - Boxtel - Schepenbank Inv. 100 Bl. 93r
420 Meijs Willem Lamberts van der, man van Catelijn Arien Roelen, verkoopt zijn portie in stukken land onder de herdgang van Luysel aan Jan Arien Roelen - 1 mei 1670 - Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22r
421 Meijs Willem Lamberts van der, man van Catelijn Arien Roelen, verkoopt zijn portie in stukken land onder de herdgang van Luysel aan Jan Arien Roelen - 1 mei 1670 - Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v
422 Meijs Willem Lamberts van der, voor zijn kinderen, verwekt bij wijlen Catelijn Arien Rademakers, verkoop op 12 mei 1678 - Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v
423 Meijs Willem Lamberts van der, voor zijn kinderen, verwekt bij wijlen Catelijn Arien Rademakers, verkoop op 12 mei 1678 - Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 179v
meijs_willem_lamberts_van_der__voor_zijn_kinderen__verwekt_bij_wijlen_catelijn_arien_rademakers__over_verkoop_van_een_weiland_onder_luijsel_-_10_okt._1678_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._183r.jpg mijs_wilhelmus_lammers_van_der__en_joanna_jacops_de_roij_in_rk_ondertrouw_op_23_nov._1680_in_moergestel__en_trouwen_14_dec._1680_-_moergestel_-_rk_trouwboek_inv._1__bl._163v.jpg mijs_willem_van_der__met_3_personen_over_de_16_jaren_in_1687_-_moergestel_-_dorspbestuur_inv._233_hoofdgeld_bl._7.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurt_van_helena_van_de_kerkhof_een_stede_in_baerschot_onder_diessen_op_7_januari_1707_voor_3_jaar_-_tilburg_-_not._corn._cloostermans_inv._62_akte_156_scan_13.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurt_van_helena_van_de_kerkhof_een_stede_in_baerschot_onder_diessen_op_7_januari_1707_voor_3_jaar_-_tilburg_-_not._corn._cloostermans_inv._62_akte_156_scan_14_l.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurt_van_helena_van_de_kerkhof_een_stede_in_baerschot_onder_diessen_op_7_januari_1707_voor_3_jaar_-_tilburg_-_not._corn._cloostermans_inv._62_akte_156_scan_14_r.jpg
424 Meijs Willem Lamberts van der, voor zijn kinderen, verwekt bij wijlen Catelijn Arien Rademakers, over verkoop van een weiland onder Luijsel - 10 okt. 1678 - Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 183r
425 Mijs Wilhelmus Lammers van der, en Joanna Jacops de Roij in RK ondertrouw op 23 nov. 1680 in Moergestel, en trouwen 14 dec. 1680 - Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 163v
426 Mijs Willem van der, met 3 personen over de 16 jaren in 1687 - Moergestel - Dorspbestuur Inv. 233 Hoofdgeld Bl. 7
427 Meijs Willem Lamberts van der, huurt van Helena van de Kerkhof een stede in Baerschot onder Diessen op 7 januari 1707 voor 3 jaar - Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 13
428 Meijs Willem Lamberts van der, huurt van Helena van de Kerkhof een stede in Baerschot onder Diessen op 7 januari 1707 voor 3 jaar - Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 14 L
429 Meijs Willem Lamberts van der, huurt van Helena van de Kerkhof een stede in Baerschot onder Diessen op 7 januari 1707 voor 3 jaar - Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 14 R
meijs_willem_lamberts_van_der__huurt_van_helena_van_de_kerkhof_een_stede_in_baerschot_onder_diessen_op_7_januari_1707_voor_3_jaar_-_tilburg_-_not._corn._cloostermans_inv._62_akte_156_scan_14_r_handtk..jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurt_van_helena_van_de_kerkhof_een_stede_in_baerschot_onder_diessen_op_7_januari_1707_voor_3_jaar_-_tilburg_-_not._corn._cloostermans_inv._62_akte_156_scan_14r_willem.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurman_van_een_stede_in_baerschot_onder_diessen__op_18_sept._1715__adr._jasp._v.d._biggelaar_is_de_nieuwe_huurder_-_tilburg_-_not._cloostermans_inv._63_akte_165_scan_14.jpg meijs_willem_lamberts_van_der__huurman_van_een_stede_in_baerschot_onder_diessen__op_18_sept._1715__adr._jasp._v.d._biggelaar_is_de_nieuwe_huurder_-_tilburg_-_not._cloostermans_inv._63_akte_165_scan_15.jpg meijs_wilhelmus_van_der__weduwnaar__98_jaar__begraven_in_moergestel_op_13_december_1723_-_moergestel_-_rk_aantek._van_begraven_inv._2_bl._123v.jpg mijs_willem_van_der__oudt_97_jaar_en_enige_weken__is_begraven_in_moergestel_op_13_december_1723_-_moergestel_-_ng_kerkerecht_voor_begraven_inv._8_bl._21.jpg
430 Meijs Willem Lamberts van der, huurt van Helena van de Kerkhof een stede in Baerschot onder Diessen op 7 januari 1707 voor 3 jaar - Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 14 R handtk.
431 Meijs Willem Lamberts van der, huurt van Helena van de Kerkhof een stede in Baerschot onder Diessen op 7 januari 1707 voor 3 jaar - Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 14R Willem
432 Meijs Willem Lamberts van der, huurman van een stede in Baerschot onder Diessen, op 18 sept. 1715, Adr. Jasp. V.d. Biggelaar is de nieuwe huurder - Tilburg - Not. Cloostermans Inv. 63 Akte 165 scan 14
433 Meijs Willem Lamberts van der, huurman van een stede in Baerschot onder Diessen, op 18 sept. 1715, Adr. Jasp. V.d. Biggelaar is de nieuwe huurder - Tilburg - Not. Cloostermans Inv. 63 Akte 165 scan 15
434 Meijs Wilhelmus van der, weduwnaar, 98 jaar, begraven in Moergestel op 13 december 1723 - Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 123v
435 Mijs Willem Van Der, oudt 97 jaar en enige weken, is begraven in Moergestel op 13 december 1723 - Moergestel - NG Kerkerecht voor begraven Inv. 8 Bl. 21
meijs_marten_van_der__accoord_tussen_kinderen_en_kleinkinderen_over_erfgoederen_onder_de_haersganck_van_luijsel_onder_boxtel_op_15_nov._1724_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._482_scan_23_voorblad.jpg meijs_marten_van_der__accoord_tussen_kinderen_en_kleinkinderen_over_erfgoederen_onder_de_haersganck_van_luijsel_onder_boxtel_op_15_nov._1724_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._482_scan_21.jpg meijs_marten_van_der__accoord_tussen_kinderen_en_kleinkinderen_over_erfgoederen_onder_de_haersganck_van_luijsel_onder_boxtel_op_15_nov._1724_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._482_scan_22.jpg
436 Meijs Marten van der, accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 23 Voorblad
437 Meijs Marten van der, accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21
438 Meijs Marten van der, accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 22
492 Willem Lamberti Martini (Willem) van der Meijs (afb. 412, 413, 414, 415, 416, 417, 418, 419, 420, 421, 422, 423, 424, 425, 426, 427, 428, 429, 430, 431, 432, 433, 434, 435, 436, 437, 438 en 282). Hij is gedoopt op zondag 12 februari 1634 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 8v]. Bij de doop van Willem waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelma Joannis Corsten en Christianus Joannis. Willem is overleden, 89 jaar oud. Hij is begraven op maandag 13 december 1723 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 123v; Moergestel - NG Kerkerecht voor begraven Inv. 8 Bl. 21].
Notitie bij overlijden van Willem: viduus,
egregius,
homo plenus, spiritus sancto,
senior commutatis nostre,
extatis 98 annorum
sepultus est in crypterion acatholico
cum exequiis cantatis

weduwnaar
uitstekend, man vol heilige geest
onze oudste is veranderd
98 jaar oud
Hij werd begraven in een niet-katholieke crypte
gezongen bij begrafenis
(Google Translate)

Volgens de begrafenisaantekening zou hij 98 jaar oud geworden zijn. Dat zou 89 moeten zijn.
Hoofdgeld:
1687     Hoofdgeld over de personen boven de 16 jaar. Dit zijn er bij Willem van der Mijs 3.
Wie kunnen dat geweest zijn?

Buiten hemzelf dan nog 2 te bepalen.
Op dat moment zijn Martinus en Adriaen getrouwd. Adriaen vinden we op dezelfde pagina terug, samen met zijn vrouw.
Martinus vind ik niet terug. Zijn kinderen zijn in Moergestel gedoopt, en heb hem daarom wel verwacht op deze lijst.

Berbera, Aeltje, en Anneken zijn nog niet getrouwd. Om te bekijken hoe oud die dan zijn, is het nodig om te weten op welke datum de lijst is opgesteld.
Het zal na 4 juli 1687 geweest zijn. Op het 1e blad staat namelijk: lijst opgesteld na het schrijven van die datum.
Als ik die datum aanhoudt, zijn ze 18, 16 en 14 jaar oud.
Dan is het van belang: er staat boven de 16 jaar. Hebben drossaard en schepenen geteld vanaf 16 jaar of wie 17 jaar of ouder was?

Dus dan gaat het om 1 of 2 personen boven de 16 jaar.
Hebben we nog Wilhelmus en Maria. Van beide heb ik geen doopdatum.
Mocht Willem in 1680 hertrouwd zijn met Joanna, en Wilhelmus is hun zoon, dan zal die geen 16 jaar geweest zijn.
Er staat niet: Willem met sijn vrouw, waar dat bij anderen wel zo staat.
Dat kan betekenen, dat zij al gestorven is, of dat het huwelijk niet juist is.

Veel onzekerheden. komt nog bij: woonden de meisjes thuis, of waren ze bij iemand in de kost.
  [bron: Moergestel - Dorspbestuur Inv. 233 Hoofdgeld Bl. 11]
Huurovereenkomst:
06-01-1707     Samenvatting:
----------------
Helena Joannes van de Kerkhof, weduwe van Jan vanden Eijnde, wonend in Tilborgh, heeft verhuurd aan Willem Lamberts vander Meijs, present, een stede Baerschot onder Diessen.
De stede bestaat uit huyssinge, schuer, schop, schaepscoy, hof, weij en saaylanden.
De stede wordt tegenwoordig gehuurd door Andries Leunissen.
Willem zal per half maart 1707 aanvaarden, tot half maart 1710.
Hij zal 25 gulden voorlijf betalen.
20 stuivers iedere gulden (hoort waarschijnlijk bij de jaarlijkse huur)
Tot korenpacht 2 mudde en acht (?) vaten rogge, Bossche maeten, goed en leverbaar koren, jaarlijks.

Waarvan het eerste huurjaar verschijnen zal, namelijk het voorlijf, half maart 1708 en de roggepacht met kerstmis 1708.
Enzodoor, jaar tot jaar, tot einde huur.
Verder dat de huurder jaarlijks 150 stelen (? rogstro betalen, nodig voor het bedekken van het huis, en het daggeld daarvoor, en eventueel het hout daarvoor.
De huurman zal met snijdend gereedschap in het houtwas mogen vlaggen (snoeien?).
De huurderes zal de helft van het fruit behouden.

Aldus opgemaakt op 6 januari 1707 te Tilborgh, in aanwezigheid van Peter Jans vanden Eijnde uit Tilburg,
en Goyaert Jaspers van Miert uit Moergestel.

Helena, Willem en Peeter schrijven hun handtekening onder de overeenkomst. Goyaert schrijft zijn merkteken.

Toelichting:
------------
Jan van den Eijnde verhuurt in 1691 aan Andries Leunissen een stede te Baerschot. Toen bij notaris in Diessen.
Ondertussen is hij overleden, en woont zijn weduwe tegenwoordig in tilburg. Vandaar dat daar de overeenkomst gesloten wordt.

Willem neemt de huur over van Andries Leunissen.
Andries Leunissen Bierkens is getrouwd met Peerken ofwel Petronella Witlocx. Haar zus is Adrientje.
Haar kleinzoon Goyaert is getrouwd met Anneken van der Meijs, dochter van Willem.
Zo blijft het toch binnen de familie.
  [bron: Tilburg - Not. Cloostermans Inv. 62 Akte 156 scan 13-14]
18-09-1715     Samenvatting:
----------------
Helena Jans van de Kerckhof, weduwe van Jan vanden Eijnde, geassisteert met haar meerderjarige zoon Laurentius vanden Eijnde, verklaart voor notaris Cornelis Cloostermans, verhuurd te hebben aan Adriaen Jaspers van den Biggelaer uit Vugt bij Den Bosch, mede aanwezig, een stede onder Baerschot te Diessen,
die nu gebruikt wordt door Willem Lambert vander Meijs.

De huur begint voor het huysinge, hof, weiland en het leegliggende zaailand half maart 1716 en het resterende zaailand tot de oogst in de witte stoppelen juni 1716, en eindigt op dezelfde manier in 1718

De huurman zal 18 gulden voorlijf betalen. Jaarlijks 20 stuivers en korenpacht, te weten 2 mud en 8 veertel rogge, Bossche maten, goed klaarbaar (?) koren.
De huurman zal jaarlijks 165 steken rogstro leveren en daar het huysinge mee dekken. De verhuurderesse zal het daggeld betalen (voor de dakdekker), en het hout daartoe nodig, uit de houtwallen van de stede op bekwame tijde genomen worden.
De huurman zal in het hout mogen vlaggen, en de helft van het fruit blijft toebehoren aan de verhuurderesse.

Aldus gepasseerd te Tilborgh in presentie van Francis Moonen en Gerardus Cloostermans op 18 september 1715.

Toelichting:
------------
Gezien de 1e overeenkomst van januari 1707 heeft Willem Lambert vander Meijs de stede al die tijd gehuurd, en zal de beeindigen half maart 1716.
  [bron: Tilburg - Not. Corn. Cloostermans Inv. 63 Akte 165 scan 14-15]
Koop:
van 06-03-1664 tot 10-08-1665     Samenvatting:
----------------
Genoemde verkoper (Jan Peter Peijnenborgs, als man en momboir van Maria dochter wijlen Arien Arien Rademaeker) in diens hoedanigheid verkoopt aan
Willem Lambert Marten Dielissen
een stuk teulland groot ca. 2 lopenzaad,
gelegen te Boxtek in de herdgang van Luijcel, belendend Jan Dielissen dat ervan is
afgedeeld, Willem Janssen Cuijper en meer anderen, de heer Govert Lemnius,
de gemeijnte van Kempen.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als voor.

Hij betaalt 275 gulden en 10 stuivers, en voor de 50e penning 4 gulden en 19 stuivers.

Toelcihting:
------------
Jan Peter Peijnenborgs is de zwager van Willem. Hij verkoopt op dezelfde dag nog een hooibeemtje in de Vennekens en een stuk hei onder Luysel.

Willem verkoopt het op 10 augustus 1665 aan Hendrick en Jan, zonen wijlen Arien Arien Rademakers, ofwel zijn zwagers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 89r en v, en 168v]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Verkoop:
12-03-1664     Samenvatting:
----------------
Met dank aan Jan Toirkens.

Folio :91-v
Soort akte : afstand van vruchtgebruik
Datum : 12-03-1664
Lambert Lambert Dielissen doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik
inzake de helft van een stuk onverdeeld akkerland gelegen te Boxtel onder
Tongeren,
belendend Jan Lamberts, Cornelis Lamberts en meer anderen.
Nog inzake een stuk akkerland genoemd de Bunrooij, ter zelfder plaatse als voor gelegen,
belendend Jan Joosten, Adriaen Lamberts, Goijaert Joosten, de
mes(t)weg daar.
Nog inzake een stuk hooiland genoemd de Gijpenbeemd,
gelegen in de zelfde herdgang, belendend Jan van de Sande, Jan Willems
Louw, Cornelis Jans Cuijper, het smal water daar.

Hij doet afstand ten behoeve van zijn zoon Willem en belooft alle lasten hierin af te handelen.
Datum als voor, getuigen van Duijsel en Erven als schepenen.

Folio :92-v
Soort akte : verkoop van een perceel
Datum : 12-03-1664

Nadat er in de vorige akte afstand van het vruchtgebruik is gedaan, is hier
verschenen Willem zoon van Lambert Marten Dielissen
en verkoopt (voor 150 gulden, en 3 gulden voor de 50e penning) aan Cornelis Lamberts de helft van de de akker gelegen te Boxtel onder Tongeren,
belendend Jan Lamberts, Cornelis Lamberts.
Nog verkoopt hij hem een stuk hooiland genoemd het Gijpenbeemtien, ter zelfder plaatse gelegen,
belendend Jan van de Sande, Jan Willem Louw, Cornelis Janssen Cuijper, het Smaelwater daar.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als
voor.

Folio :93-r
Soort akte : verkoop van een perceel
Datum : 12-03-1664
Nadat er in de vorige akte afstand van het recht van vruchtgebruik is gedaan,
is hier verschenen Willem zoon van Lambert Marten Dielissen
en verkoopt aan
Adriaen Lamberts een stuk akkerland genoemd de Bunrooij, gelegen te Boxtel
in herdgang Tongeren (voor 75 gulden),
belendend Jan Joosten, Adriaen Lamberts, Goijaert Joosten, de mestweg daar.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als voor.

Folio :93-r
Soort akte : overdracht van vruchtgebruik
Datum : 12-03-1664
Willem zoon van Lambert Marten Dielissen draagt het vruchtgebruik dat hij
eerder van zijn vader had verkregen, weer terug over aan zijn vader Lambert
Marten Dielissen.
Willem belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum
als voor.

Toelichting:
-------------

In de 1e akte staat Lambert Lambert Dielissen. Erboven staat Willem Lambert Dielissen, zijn zoon. In de akte hierna ook steeds Willem, zoon van Lambert Dielissen.
De 1e vermelding lijkt een vergissing.

De vader verklaart afstand te doen van het vruchtgebruik van 3 percelen ten behoeve van zijn zoon Willem, waarna zijn zoon Willem ze verkoopt, waarna de vader het vruchtgebruik weer terugkrijgt.
Ik vermoed, dat dit juridisch nodig is om de verkoop te kunnen doen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 91v-92r-92v-93r]
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte zijn is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
20-06-1698     Samenvatting:
----------------

Adriaen Lamberts van Meijs,
Willem Lamberts van Meijs,
tesamen met Corstiaen Paulis Spiegels, als man van Willemken Gerits,

allen als erfgenamen van Andries Michiels van moeders zijde,

verkopen een huys, schuer, hofstadt en aangelegen lant, ter grootte van 1 loopensaet, gelegen onder Tongeren binnen de Baronie van Boxtel,

aan Adriaen van Eyndoven voor 115 gulden.

Toelichting:
------------
Het gaat om een boerderij van moederszijde, dus van Aleijdis.
Genoemd is Andries Michiels. Dat zou dan haar vader zijn.
Maar uit andere akten blijkt dat Willem Elias of Eelen is.

Willemken Gerits zou haar zus kunnen zijn. Dat spreekt elkaar tegen.

Kan niet zien hoe zij de erfgenamen zijn.
  [bron: Boxtel - Scbepenbank inv. 113 f. 83 r en v Scan 87-88]
Getuige bij:
21-01-1685     doop Joannes Martini van der Meijs (geb. 1685) [zie 246,II]    [grootvader vaderszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 115]
15-07-1699     doop Cornelia Petrus Roosen (geb. 1699)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 135]
03-02-1700     doop Mathias Godefridus de Backer (geb. 1700)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 144]
08-02-1704     doop Wilhelmus Petri (Willem) Roosen (geb. 1704)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 139v]
17-02-1706     doop Cornelius Petri (Cornelis) Roosen (geb. 1706)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 142]
13-10-1708     doop Maria Petri Roosen (geb. 1708)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 4]
25-12-1715     doop Maria Meijs (geb. 1715)    [overgrootvader moederszijde]   [bron: Diessen - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 10v]
19-09-1716     doop Henricus Petri Roosen (geb. 1716)    [grootvader moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 14v]
Willem trouwde (2), 46 jaar oud, op zaterdag 14 december 1680 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 163v] met Joanna Jacops van Roy.
Hij trouwde (1), 21 jaar oud, op zondag 23 mei 1655 in Boxtel [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 19 Bl 12v scan 22] met Catelijn Ariens Ariens Rademakers (zie 493 hieronder). Willem en Catelijn gingen op donderdag 9 mei 166 in Boxtel in ondertrouw [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 19 Bl 12v scan 22].
Notitie bij het huwelijk van Willem en Catelijn: Van het gezin heb ik de doop van Maria niet gevonden.

Wilhelmus zou een halfbroer van de andere kinderen zijn, maar wie dan de moeder is? (Melding door Max in BHIC Forum over " Een zekere Meijs opgehangen" (22 juli 2018 e.v.)

Verder is er nog een Henricus van der Meijs als getuige bij de doop Catharina Peter Roosen op 26 februari 1711 en een Maria als vrouw van Henricus van der Meijs bij de doop van Cornelis Peter Roosen x op 17 februari 1706
493 Catelijn Ariens Ariens Rademakers. Catelijn is overleden vóór donderdag 12 mei 1678 [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f.179v].
Verkoop:
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Maria Willems van der Meijs. Maria is overleden na woensdag 15 november 1724 [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 2].
Notitie bij overlijden van Maria: Maria is genoemd bij 3 dopen binnen deze familie en bij de akte van 15 november 1724. Ze woont dan in Dinter.
Adres:
15-11-1724     Dinter (Waarschijnlijk is Heeswijk-Dinther bedoeld.)   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Getuige bij:
21-01-1685     doop Joannes Martini van der Meijs (geb. 1685) [zie 246,II]    [tante vaderszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 115]
29-08-1701     doop Joannes Petri (Jan) Roosen (geb. 1701)    [tante moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 137]
04-01-1707     doop Martina Joannes (Martijn) van Esch (geb. 1707)    [tante moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 2]
09-10-1707     doop Martinus Godefridus de Backer (geb. 1707)    [tante moederszijde]   [bron: Poppel - RK Doopboek Sint-Valentijn 1684-1727 f. 65 Scan 34]
II. Martinus Willems (Marten) van der Meijs, gedoopt op vrijdag 27 april 1657 in Boxtel (zie 246).
lamberti_anna_gulielmus__rk_gedoopt_op_30_september_1663_in_boxtel__dochter_van_gulielmus_lamberti_en_catharina_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._111.jpg
439 Lamberti Anna Gulielmus, RK gedoopt op 30 september 1663 in Boxtel, dochter van Gulielmus Lamberti en Catharina - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 111
III. Anna Willems van der Meijs (afb. 439). Zij is gedoopt op zondag 30 september 1663 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.111]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Gulielmi Johannes Cuijpers en Maria Gulielmi.
Notitie bij overlijden van Anna: Anna is waarschijnlijk overleden voor 1672. Toen is namelijk nog een Anneken gedoopt.
lamberti_adrianus_gulielmus__rk_gedoopt_op_27_september_1665_in_boxtel__zoon_van_gulielmus_lamberti_en_catharina_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._126.jpg mijssen_adrianus_willem_van_der__en_catharina_cornelis_roosen_trouwen_voor_de_rk_kerk_in_moergestel_op_4_sept._1685_-_moergestel_-_rk_trouwboek_inv._1__bl._166.jpg mijs_adriaen_van_der__en_sijn_vrouw_-_2_personen_in_1687_-_moergestel_-_dorspbestuur_inv._233_hoofdgeld_bl._7.jpg meijs_adriaen_willems_van__en_marten__berbra__aelet__anneken__ingeborenen__nu_allen_gehuwd_en_w._in_de_parochie_moergestel_hoeven_op_17_juni_1703_geen_borg_-_boxtel_-_schepenbank_inv._113_f._130v.jpg meijs_adriaen_willems_van__en_marten__berbra__aelet__anneken__ingeborenen__nu_allen_gehuwd_en_w._in_de_parochie_moergestel_hoeven_op_17_juni_1703_geen_borg_-_boxtel_-_schepenbank_inv._113_f._131r.jpg mijs_adriaen_van_der__corstiaen_zijn_zoon__en_claesken_de_meijt_aangeslagen_in_moergestel_voor_3_groten_voor_het_hoofdgeld_in_1707_-_moergestel_-_dorpsbestuur_hoofdgeld_van_het_gemaal_inv._236_bl._5.jpg
440 Lamberti Adrianus Gulielmus, RK gedoopt op 27 september 1665 in Boxtel, zoon van Gulielmus Lamberti en Catharina - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 126
441 Mijssen Adrianus Willem van der, en Catharina Cornelis Roosen trouwen voor de RK kerk in Moergestel op 4 sept. 1685 - Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 166
442 Mijs Adriaen van der, en sijn vrouw - 2 personen in 1687 - Moergestel - Dorspbestuur Inv. 233 Hoofdgeld Bl. 7
443 Meijs Adriaen Willems van, en Marten, Berbra, Aelet, Anneken, ingeborenen, nu allen gehuwd en w. in de parochie Moergestel hoeven op 17 juni 1703 geen borg - Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v
444 Meijs Adriaen Willems van, en Marten, Berbra, Aelet, Anneken, ingeborenen, nu allen gehuwd en w. in de parochie Moergestel hoeven op 17 juni 1703 geen borg - Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 131r
445 Mijs Adriaen van der, Corstiaen zijn zoon, en Claesken de meijt aangeslagen in Moergestel voor 3 groten voor het hoofdgeld in 1707 - Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 5
mijs_adriaen_van_der__verklaring_als_armmeester_van_moergestel_op_4_maart_1707_-_moergestel_-_dorpsbestuur_hoofdgeld_van_het_gemaal_inv._236_bl._17.jpg mijs_adriaen_van_der__verklaring_als_armmeester_van_moergestel__samen_met_schepenen_en_secretaris_op_4_maart_1707_-_moergestel_-_dorpsbestuur_hoofdgeld_van_het_gemaal_inv._236_bl._17.jpg meijs_adrianus_van_der__overleden_in_diessen_op_17_mei_1712_-_diessen_-_rk_aantek._van_begraven_inv._3_bl._80r.jpg
446 Mijs Adriaen van der, verklaring als armmeester van Moergestel op 4 maart 1707 - Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 17
447 Mijs Adriaen van der, verklaring als armmeester van Moergestel, samen met schepenen en secretaris op 4 maart 1707 - Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 17
448 Meijs Adrianus van der, overleden in Diessen op 17 mei 1712 - Diessen - RK Aantek. van begraven Inv. 3 Bl. 80r
IV. Adrianus Willems (Adriaen) van der Meijs (afb. 440 t/m 448). Hij is gedoopt op zondag 27 september 1665 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.126]. Bij de doop van Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Adriani en Dimpna Gulielmi. Adriaen is overleden op dinsdag 17 mei 1712 in Diessen, 46 jaar oud [bron: Diessen - RK Aantek. van begraven Inv. 3 Bl. 80r].
Functie:
04-03-1707     Armmeester (Adriaen van der Mijs verklaart als armmeester van de Heerlijkheid Moergestel, samen met de schepenen Goyaert Pulskens en Hendrick van de Pol, en secretaris J. Wassenbergh, dat niemand anders dan de armen, zoals door de diaconie of de armmeester bepaald, op de lijst van de armen staan. Die begint
vanaf pagina 15.

Bij de betalenden:
641 personen groot
261 klein

Bij de armen:
52 groot
79 klein)
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 17]
Borgbrief:
13-03-1703     Voor schepenen van Boxtel en de provisoirs van de Tafel van de H. Geest verklaren
Adriaen Willems van Meijs,
Marten Willems van Meijs,
Berbra Willems van der Meijs,
Aelet Willems van Meijs, en
voor Anneken Willems van Meijs,
als ingeboorenen van Boxtel en nu tesamen woonachtig binnen de parochie van Moergestel, sijnde alle in de huwelijken staat getreden,

dat si, noch de ene helfte van hun te verwekken kinderen, niet sullen comen tot laste van de Tafel van de H. Geest van Moergestel of andere plaats, waar sij of hun kinderen mochten komen te wonen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v en 131r]
Hoofdgeld:
1707     Mijs Adriaen van der, Corstiaen zijn zoon, en Claesken de meijt aangeslagen in Moergestel voor 3 groten voor het hoofdgeld in 1707.

Zijn vrouw Catharina is in 1704 overleden en hun dochter Catharina in 1701.
Dus dan klopt het dat Adriaen met zoon Corstiaen over is, en ze hebben een meijt om mee te helpen.
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 5]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Getuige bij:
19-06-1683     ondertrouw Marten van der Meijs (1657-1706) en Maria Cornelius Roosen (1660-na 1702) [zie 247]    [broer bruidegom]   [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 1636-1706 Bl. 165v Scan 175]
29-08-1701     doop Joannes Petri (Jan) Roosen (geb. 1701)    [oom moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 137]
12-04-1705     doop Anna Maria Godefridus de Backer (geb. 1705)    [oom moederszijde]   [bron: Poppel - RK Doopboek Sint-Valentijn 1684-1727 f. 60 Scan 31]
18-04-1709     doop Catharina Corstiaen van der Meijs (geb. 1709)    [grootvader vaderszijde]   [bron: Diessen - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 62v]
28-04-1710     doop Henricus Christianus van der Meijs (geb. 1710)    [grootvader vaderszijde]   [bron: Diessen - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 63v]
Adriaen trouwde, 19 jaar oud, op dinsdag 4 september 1685 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 166 scan 175] met Catharina Cornelii Roosen, ongeveer 19 jaar oud. Bij het kerkelijk huwelijk van Adriaen en Catharina waren de volgende getuigen aanwezig: Francone van Esch en Joanna Winnincx. Zie 494,III voor persoonsgegevens van Catharina.
lambers_berbera_willem__rk_gedoopt_op_3_december_1667_in_boxtel__dochter_van_willem_lambers_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._145v.jpg
449 Lambers Berbera Willem, RK gedoopt op 3 december 1667 in Boxtel, dochter van Willem Lambers - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 145v
V. Berbera Willems van der Meijs (afb. 449). Zij is gedoopt op zaterdag 3 december 1667 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.1].
Notitie bij de geboorte van Berbera: Er staan geen getuigen in het doopboek.
Notitie bij overlijden van Berbera: Berbera is waarschijnlijk overleden voor 9 september 1668. Toen is namelijk nog een Berbera gedoopt.
lambers_berbera_willem__rk_gedoopt_op_9_september_1668_in_boxtel__dochter_van_willem_lambers_en_cateleijn_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._153.jpg esch_jan_symons_van__j.m.___w._in_kerkhoven__ondertrouwt_op_2_oktober_1694_met_barbara_willems_van_der_meijs__j.d.__w._in_oisterwijk__trouwen_op_17_okt._-_oisterwijk_-_ng_trouwen_inv._12_blad_152.jpg es_joannes_simonis_van__rk_gedoopt_5_mei_1663_in_oisterwijk__zoon_van_simonis_jansen_van_es_en_heijlwigis_cornelisse_-_oisterwijk__inv._4__doopboek_bl._21.jpg
450 Lambers Berbera Willem, RK gedoopt op 9 september 1668 in Boxtel, dochter van Willem Lambers en Cateleijn - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 153
451 Esch Jan Symons van, j.m. , w. in Kerkhoven, ondertrouwt op 2 oktober 1694 met Barbara Willems van der Meijs, j.d., w. in Oisterwijk, trouwen op 17 okt. - Oisterwijk - NG Trouwen Inv. 12 Blad 152
452 Es Joannes Simonis van, RK gedoopt 5 mei 1663 in Oisterwijk, zoon van Simonis Jansen van Es en Heijlwigis Cornelisse - Oisterwijk Inv. 4 Doopboek Bl. 21
VI. Berbera Willems (Barbara) van der Meijs (afb. 450 en 451). Zij is gedoopt op zondag 9 september 1668 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.153v]. Bij de doop van Barbara waren de volgende getuigen aanwezig: Huijbert Jan Cuijpers en Aleken Lambers.
Borgbrief:
13-03-1703     Voor schepenen van Boxtel en de provisoirs van de Tafel van de H. Geest verklaren
Adriaen Willems van Meijs,
Marten Willems van Meijs,
Berbra Willems van der Meijs,
Aelet Willems van Meijs, en
voor Anneken Willems van Meijs,
als ingeboorenen van Boxtel en nu tesamen woonachtig binnen de parochie van Moergestel, sijnde alle in de huwelijken staat getreden,

dat si, noch de ene helfte van hun te verwekken kinderen, niet sullen comen tot laste van de Tafel van de H. Geest van Moergestel of andere plaats, waar sij of hun kinderen mochten komen te wonen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v en 131r]
Hoofdgeld:
1707     Jan Symons van Esch, Barbara zijn vrouw, Jan, Cathalijn, Catharina en Matthijs de kinderen, en Jenneken de meijt. zijn belast voor 3 groten en 4 klein in 1707 voor het hoofdgeld.

De lijst is op 4 maart 1707 ondertekend met een verklaring over de armen. Ik neem die datum als uitgangspunt:

Jan is dan 43 jaar,
Barbara 38 jaar,
Jan 11 jaar,
Cathalijn 8 jaar,
Cornelia 4 jaar, (er is Catharina geschreven, had waarschijnlijk Cornelia moeten zijn)
Matthijs ?
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 5]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Getuige bij:
01-05-1692     doop Catharina Adriaen van der Meijs (1692-1701)    [tante vaderszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 124]
26-02-1711     doop Catharina Petri Roosen (geb. 1711)    [tante moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 7]
Barbara trouwde, 26 jaar oud, op zondag 17 oktober 1694 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk - NG Trouwen Inv. 12 Blad 152] met Joannes Symons (Jan) van Esch (afb. 452), 31 jaar oud, nadat zij op zaterdag 2 oktober 1694 in Oisterwijk in ondertrouw zijn gegaan [bron: Oisterwijk - NG Trouwen Inv. 12 Blad 152].
Notitie bij het huwelijk van Barbara en Jan: Jan woont in Kerckhoven, anno 2024 een wijk in Oisterwijk.
Jan is een zoon van Simon Jansen Gommers van Esch en Heijlwigus Cornelisse (Heltjen) Ariaens. Hij is gedoopt op zaterdag 5 mei 1663 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 4 Doopboek Bl. 21]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus van Eersel en Arnolda van Esch.
Hoofdgeld:
1707     Jan Symons van Esch, Barbara zijn vrouw, Jan, Cathalijn, Catharina en Matthijs de kinderen, en Jenneken de meijt. zijn belast voor 3 groten en 4 klein in 1707 voor het hoofdgeld.

De lijst is op 4 maart 1707 ondertekend met een verklaring over de armen. Ik neem die datum als uitgangspunt:

Jan is dan 43 jaar,
Barbara 38 jaar,
Jan 11 jaar,
Cathalijn 8 jaar,
Cornelia 4 jaar, (er is Catharina geschreven, had waarschijnlijk Cornelia moeten zijn)
Matthijs ?
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 5]
Getuige bij:
09-10-1707     doop Martinus Godefridus de Backer (geb. 1707)    [aangetrouwde oom moederszijde]   [bron: Poppel - RK Doopboek Sint-Valentijn 1684-1727 f. 65 Scan 34]
lambers_alegonde_willems__rk_gedoopt_op_15_januari_1671_in_boxtel__dochter_van_willem_lambers_en_cateleijn_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._172.jpg rosen_peter_cornelis__j.m._van_hier__28_jr__en_ale_willem_van_der_meijs__j.d._van_boxtel__27_jr__beide_w._alhier_ondertrouwen_31_jan._1699_en_trouwen_15_febr._-_moergestel_-_ng_trouwboek_inv._4__f.29v.jpg roosen_adegondis_peeter__weduwe_is_begraven_met_een_gezongen_uitvaartmis_in_moergestel_op_27_maart_1742_-_moergestel_-_rk_aantek._van_begraven_inv._2_bl._128.jpg roosen_peter__weduwe_alegonda__is_begraven_in_moergestel_op_27_maart_1742_-_moergestel_-_ng_kerkerecht_van_begraven_inv._8_bl._47.jpg
453 Lambers Alegonde Willems, RK gedoopt op 15 januari 1671 in Boxtel, dochter van Willem Lambers en Cateleijn - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 172
454 Rosen Peter Cornelis, j.m. van hier, 28 jr, en Ale Willem van der Meijs, j.d. van Boxtel, 27 jr, beide w. alhier ondertrouwen 31 jan. 1699 en trouwen 15 febr. - Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 f.29v
455 Roosen Adegondis Peeter, weduwe is begraven met een gezongen uitvaartmis in Moergestel op 27 maart 1742 - Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 128
456 Roosen Peter, weduwe Alegonda, is begraven in Moergestel op 27 maart 1742 - Moergestel - NG Kerkerecht van begraven Inv. 8 Bl. 47
VII. Alegonde Willems (Ale, Aletha, Aleit, Aelet) van der Meijs (afb. 453 t/m 456). Zij is gedoopt op donderdag 15 januari 1671 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.172]. Bij de doop van Ale, Aletha, Aleit, Aelet waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Adriaens en Maria Ariaen Lambers. Ale, Aletha, Aleit, Aelet is overleden, 71 jaar oud. Zij is begraven op dinsdag 27 maart 1742 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 133 en NG Kerkerecht van begraven Inv. 8 Bl. 47].
Borgbrief:
13-03-1703     Voor schepenen van Boxtel en de provisoirs van de Tafel van de H. Geest verklaren
Adriaen Willems van Meijs,
Marten Willems van Meijs,
Berbra Willems van der Meijs,
Aelet Willems van Meijs, en
voor Anneken Willems van Meijs,
als ingeboorenen van Boxtel en nu tesamen woonachtig binnen de parochie van Moergestel, sijnde alle in de huwelijken staat getreden,

dat si, noch de ene helfte van hun te verwekken kinderen, niet sullen comen tot laste van de Tafel van de H. Geest van Moergestel of andere plaats, waar sij of hun kinderen mochten komen te wonen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v en 131r]
Hoofdgeld:
1707     Peeter Cornelis Roosen, en Aleit de huisvrouw,
Jan, Willem, Cornelia, Cornelis,
en Jacobus, de knegt en de meijt

betalen voor 4 groot 4 klein in 1707 voor het hoofdgeld van het gemaal.

Cornelis is 8 jaar, Jan 5, Willem 3 en Cornelis 1.
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Inv. 236 Hoofdgeld van het gemaal Bl. 2]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Ale, Aletha, Aleit, Aelet trouwde, 28 jaar oud, op maandag 16 februari 1699 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 29v Scan 53] met Petrus Cornelis (Peter) Roosen, 29 jaar oud, nadat zij op zaterdag 31 januari 1699 in Moergestel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 29v Scan 53]. Zie 494,IV voor persoonsgegevens van Peter.
lamberts_anneken_willem__rk_gedoopt_op_12_oktober_1672_in_boxtel__dochter_van_willem_lamberts_en_catelijn_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._8_bl._186.jpg matthijssen_godefridus_gosuinus__rk_gedoopt_op_19_oktober_1672_in_moergestel__zoon_van_gosuinus_mathijssen_en_adriana_gisbert_witlockx_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._97r.jpg backer_goyaert_gosen_de__j.m._van_moergestel__27_jr__en_anneken_willemse_van_der_meijs__j.d._van_boxtel__25_jr__ondertrouw_29_juni_1697_en_trouwen_14_juli_-_moergestel_-_ng_trouwboek_inv._4__bl._26v_.jpg backer_godefridus_de__vader_van_klein_meisje__begraven_op_het_kerkhof_van_poppel_9_juni_1707__moeder_anna_van_remeijs_-_poppel_-_rk_begrafenis_en_overlijdensaktes_st-valentijn1684-1746_f._199_sc._107.jpg backer_godefridus_de__begraven_op_het_kerkhof_van_poppel_op_14_januari_1712_-_poppel_-_rk_begrafenis_en_overlijdensaktes_sint-valentijn1684-1746_f._215_scan_110.jpg
457 Lamberts Anneken Willem, RK gedoopt op 12 oktober 1672 in Boxtel, dochter van Willem Lamberts en Catelijn - Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl. 186
458 Matthijssen Godefridus Gosuinus, RK gedoopt op 19 oktober 1672 in Moergestel, zoon van Gosuinus Mathijssen en Adriana Gisbert Witlockx - Moergestel - Rk Doopboek Inv. 1 Bl. 97r
459 Backer Goyaert Gosen de, j.m. van Moergestel, 27 jr, en Anneken Willemse van der Meijs, j.d. van Boxtel, 25 jr, ondertrouw 29 juni 1697 en trouwen 14 juli - Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 26v
460 Backer Godefridus de, vader van klein meisje, begraven op het kerkhof van Poppel 9 juni 1707, moeder Anna van Remeijs - Poppel - RK Begrafenis en overlijdensaktes St-Valentijn1684-1746 F. 199 Sc. 107
461 Backer Godefridus de, begraven op het kerkhof van Poppel op 14 januari 1712 - Poppel - RK Begrafenis en overlijdensaktes Sint-Valentijn1684-1746 F. 215 Scan 110
VIII. Anneken Willems van der Meijs (afb. 457). Zij is gedoopt op woensdag 12 oktober 1672 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 8 Bl.186]. Bij de doop van Anneken waren de volgende getuigen aanwezig: Handrick Jansen en Jenneken Peters.
Adressen:
29-06-1697     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 26v]
15-11-1724     Oisterwijk   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Borgbrief:
13-03-1703     Voor schepenen van Boxtel en de provisoirs van de Tafel van de H. Geest verklaren
Adriaen Willems van Meijs,
Marten Willems van Meijs,
Berbra Willems van der Meijs,
Aelet Willems van Meijs, en
voor Anneken Willems van Meijs,
als ingeboorenen van Boxtel en nu tesamen woonachtig binnen de parochie van Moergestel, sijnde alle in de huwelijken staat getreden,

dat si, noch de ene helfte van hun te verwekken kinderen, niet sullen comen tot laste van de Tafel van de H. Geest van Moergestel of andere plaats, waar sij of hun kinderen mochten komen te wonen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 113 f. 130v en 131r]
Overeenkomst:
15-11-1724     Samenvatting:
-----------------

Accoord tussen kinderen en kleinkinderen over erfgoederen onder de Haersganck van Luijsel onder Boxtel op 15 nov. 1724.

De akte is opgemaakt ten kantore van notaris Johannes Tempelaar te Boxtel.

Toelichting:
------------
Er is niet beschreven dat het hier gaat om de kinderen of kleinkinderen van Willem Lambert van der Meijs.
Vanuit de genoemden in de akte, is dit wel op te maken.

Iedere genoemde heb ik terug kunnen leiden tot een kind van hem. Alleen van Maria en Willem heb ik geen doop of andere gegevens kunnen vinden.

Hieronder heb ik vanuit de kinderen het overzicht gemaakt:

Ter eenre:

1. Barbara
dochter Cornelia x Jan Maes w. Oisterwijck
dochter Martijnken w. Oisterwijck

2. Adriaen
zoon Corstiaen w. Diessen

3. Marten
dochter Cathalijn x Gerit Broers w. H’ beek
dochter Jenneken w. H’ beek
dochter Anthoneth w. H’ beek
zoon Cornelis w. Diessen

4. Alegonde
zoon Johannes Peter Roosen

5. Anna w. Oisterwijk

6. Maria w. Dinter

Ter andere:

7. Willem w. Moergestel

De eerste comparanten geven over erfgoederen voor de 6 parten, waarvoor ze gerechtigd zijn, en waarbij (Johannes) Peter Roosen 1/7 part houdt (ze zijn met 7 kinderen).

Luissel is een buurtschap, gehucht onder Boxtel, liggend aan de westkant, tegen Haaren aan.
De Haersganck is mogelijk een weg naar Haaren of een herdgang.Ik heb op de kadasterkaart van Boxte (Sectie H, blad 3) gekeken, maar daar niet gevonden.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 482 Scan 21-22-23]
Anneken trouwde, 24 jaar oud, op zondag 14 juli 1697 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 26v Scan 50] met Godefridus Gosen Matthijssen (Goyaert) de Backer (afb. 458 t/m 461), 24 jaar oud, nadat zij op zaterdag 29 juni 1697 in Moergestel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 26v Scan 50].
Notitie bij het huwelijk van Anneken en Goyaert: Op 9 juni 1707 is in Poppel een kleine meid van dit gezin begraven op het kerkhof. Dit zou Catharina of Anna Maria kunnen zijn (Poppel - RK Begrafenis en overlijdensaktes Sint-Valentijn1684-1746 F. 199 Scan 107).
Schepenregisters van Poppel doorzocht op www.ravels-weelde-poppel.be. Niets gevonden.
Goyaert is een zoon van Gosuinus Mathijs (Goos) de Backer en Adriana Gisbertus (Adriaentje) Witlockx. Hij is gedoopt op woensdag 19 oktober 1672 in Moergestel [bron: Moergestel - Rk Doopboek Inv. 1 Bl. 97r]. Bij de doop van Goyaert was de volgende getuige aanwezig: Margareta Gijsbert Witlocx. Goyaert is overleden, 39 jaar oud. Hij is begraven op donderdag 14 januari 1712 in Poppel [bron: Poppel - RK Begrafenis en overlijdensaktes Sint-Valentijn1684-1746 F. 215 Scan 110].
Notitie bij overlijden van Goyaert: Op het kerkhof begraven.
Adres:
29-06-1697     Moergestel   [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 26v]
Hoofdgeld:
1707     Goossen de Backer,
Adriaentje de huisvrouw,
Anneken, Jan,
Matthijs, Hendrina, Michiel als jong kint,
4 groot, 3 klein, voor het hoofdgeld.

Anneken en Jan zijn 16 jaar of ouder en tellen mee bij de groten.
De 3 andere kinderen zijn jonger.

Michiel is het (onwettig) kind van Anna, gedoopt op 13 mei 1706. Dus dan klopt het: als jong kind.
Hendrina is van 1691, dus 15 jaar, telt mee bij de jongeren.
Mis bij de jongeren alleen Matthias. In de opsomming komt hij na Hendrina, zou na 1691 geboren moeten zijn.

Ik mis bij de groten Adriaen, die in 1715 trouwt, en Joanna, die in 1713 trouwt. Kan zijn dat die in de kost zijn, ze zijn in 1707 namelijk 28 en 22 jaar.
Goyaert is in 1697 getrouwd, en zal er sowieso niet opstaan.
  [bron: Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 7]
494 Cornelis Peters Roosen.
Hij trouwde met
495 Joanna Jacobi Geerts.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Maria Cornelius Roosen, gedoopt op dinsdag 3 februari 1660 in Moergestel (zie 247).
roosen_sylvester_cornelii__rk_gedoopt_op_31_december_1663_in_moergestel__zoon_van_cornelius_roosen_en_joanna_jacobs_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._81.jpg roosen_silvester_cornelis__aangeslagen_voor_het_hoofdgeld_in_1707_-_moergestel_-_dorpsbestuur_hoofdgeld_van_het_gemaal_inv._236_bl._6.jpg
462 Roosen Sylvester Cornelii, RK gedoopt op 31 december 1663 in Moergestel, zoon van Cornelius Roosen en Joanna Jacobs - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 81
463 Roosen Silvester Cornelis, aangeslagen voor het hoofdgeld in 1707 - Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 6
II. Silvestrus Cornelis (Silvester) Roosen (afb. 462 en 463). Hij is gedoopt op maandag 31 december 1663 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 81]. Bij de doop van Silvester waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus van den Heuvel en Elisabet Roosen.
Notitie bij de geboorte van Silvester: Elisabeth Roosen is waarschijnlijk dezelfde als die bij de doop van Petrus is: Elisabeth Petri Jan Roosen.
Silvester is overleden op woensdag 11 augustus 1728 in Moergestel, 64 jaar oud [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 129]. Hij is begraven op vrijdag 13 augustus 1728 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Reg. van begravenen Inv. 8 Bl. 27].
Notitie bij overlijden van Silvester: RK: solutus sepultus est cum exequis cautatis = Hij werd gratis begraven onder voorzichtige executeurs-testamentairen (Google-translate)
NG: J.M., jongeman, ongehuwd
Silvester bleef ongehuwd.
Hoofdgeld:
1707     Silvester staat op de lijst voor het hoofdgeld als 1 persoon, los van iemand anders. Hij is dan 44 jaar, en ongetrouwd.   [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Hoofdgeld van het gemaal Inv. 236 Bl. 6]
Getuige bij:
01-05-1692     doop Catharina Adriaen van der Meijs (1692-1701)    [oom moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 124]
23-09-1695     doop Anthoneth van der Meijs (geb. 1695) [zie 246,VI]    [oom moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 129v]
III. Catharina Cornelii Roosen. Zij is gedoopt omstreeks 1666. Catharina is overleden, ongeveer 38 jaar oud. Zij is begraven op maandag 21 april 1704 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 1 Bl. 216].
Getuige bij:
08-10-1687     doop Catalijn van der Meijs (geb. 1687) [zie 123]    [tante moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 118v]
Catharina trouwde, ongeveer 19 jaar oud, op dinsdag 4 september 1685 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 166 scan 175] met Adrianus Willems (Adriaen) van der Meijs, 19 jaar oud. Bij het kerkelijk huwelijk van Catharina en Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Francone van Esch en Joanna Winnincx. Zie 492,IV voor persoonsgegevens van Adriaen.
roosen_petrus_cornelii__rk_gedoopt_op_20_februari_1669_in_moergestel__zoon_van_cornelius_petri_roosen_en_joanna_jacobi_geerts_-_moergestel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._90v.jpg roosen_peeter_cornelis__en_aleit_de_huisvrouw__jan__willem__cornelia__cornelis__en_jacobus_de_knegt_en_de_meijt_4_groot_4_klein_in_1707_voor_het_hoofdgeld_-_moergestel_-_dorpsbestuur_inv._236_bl._2.jpg roosen_petrus_cornelii__getrouwd__is_overleden_op_19_september_en_begraven_in_moergestel_op_21_september_1727_-_moergestel_-_rk_aantek._van_begraven_inv._2_bl._128.jpg
464 Roosen Petrus Cornelii, RK gedoopt op 20 februari 1669 in Moergestel, zoon van Cornelius Petri Roosen en Joanna Jacobi Geerts - Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 90v
465 Roosen Peeter Cornelis, en Aleit de huisvrouw, Jan, Willem, Cornelia, Cornelis, en Jacobus de knegt en de meijt 4 groot 4 klein in 1707 voor het hoofdgeld - Moergestel - Dorpsbestuur Inv. 236 Bl. 2
466 Roosen Petrus Cornelii, getrouwd, is overleden op 19 september en begraven in Moergestel op 21 september 1727 - Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 128
IV. Petrus Cornelis (Peter) Roosen (afb. 464 t/m 466). Hij is gedoopt op woensdag 20 februari 1669 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 90v]. Bij de doop van Peter waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Geerts, Elisabeth Petri Jan Roosen, Catharina Cornelii Roosen en Godefrida Wilm Mathia Walschots. Peter is overleden op vrijdag 19 september 1727 in Moergestel, 58 jaar oud [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 128]. Hij is begraven op zondag 21 september 1727 in Moergestel [bron: Moergestel - RK Aantek. van begraven Inv. 2 Bl. 128 en NG Kerkerecht van begraven Inv. 8 Bl. 26].
Hoofdgeld:
1707     Peeter Cornelis Roosen, en Aleit de huisvrouw,
Jan, Willem, Cornelia, Cornelis,
en Jacobus, de knegt en de meijt

betalen voor 4 groot 4 klein in 1707 voor het hoofdgeld van het gemaal.

Cornelis is 8 jaar, Jan 5, Willem 3 en Cornelis 1.
  [bron: Moergestel - Dorpsbestuur Inv. 236 Hoofdgeld van het gemaal Bl. 2]
Getuige bij:
10-04-1689     doop Corstianus Adriaen (Corstiaen) van der Meijs (1689-1741)    [oom moederszijde]   [bron: Moergestel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 121]
Peter trouwde, 29 jaar oud, op maandag 16 februari 1699 in Moergestel [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 29v Scan 53] met Alegonde Willems (Ale, Aletha, Aleit, Aelet) van der Meijs, 28 jaar oud, nadat zij op zaterdag 31 januari 1699 in Moergestel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Moergestel - NG Trouwboek Inv. 4 Bl. 29v Scan 53]. Zie 492,VII voor persoonsgegevens van Ale, Aletha, Aleit, Aelet.

Generatie 10 (stamouders)

512 Cornelis Denis Cornelis Meeren. Cornelis is overleden vóór 1630.
Rekest:
19-05-1642     Als Cornelis Denijs Meeren en zijn echtgenote overlijden, zijn 2 kinderen onmondig: Peeter en Martijntken. Twee voogden (Peeter Peetersen Pierman, broer van de moeder en voogd Peeter Diercken) hebben erfgoed beheerd sinds 12 a 14 jaren. De kinderen eisen hun rechten hiervoor op.
Dit betekent dat de ouders tussen 1628 en 1630 overleden zijn.
  [bron: Ginneken en Bavel Schepenbank 1635-1810 Nr 10 akte 2]
Hij trouwde met
513 ... Peetersen Pierman, geboren [bron: schepenbank Ginneken en Bavel 1635-1810 Nr 10 akte 2].
Notitie bij de geboorte van ...: Peeter Peeterssen Pierman is de broer van de moeder van de 2 onmondige kinderen.
... is overleden vóór 1630.
Notitie bij ...: -
19 mei 1642: haar broer is Peeter Peeterssen Pierman (in het onderschrift staat een andere laatste naam: Peer___ ) (Request Schepenbank)
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Peeter Cornelis Denis Meeren (zie 256).
II. Martijntken Cornelis Denis Meeren, geboren [bron: schepenbank Ginneken en Bavel 1635-1810 Nr 10 akte 2].
Notitie bij de geboorte van Martijntken: Martijntken is genoemd in de genoemde akte. De naam komt vaker voor, en is dan een meisjesnaam.
520 Adrianus Cornely Gilsemans.
Hij trouwde op woensdag 17 december 1631 in Ginneken en Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 115, folio: 006 en 007 v en r] met Dympna Arnoldi. Adrianus en Dympna gingen op woensdag 19 november 1631 in Ginneken en Bavel in ondertrouw [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 115, folio: 006 en 007 v en r]. Bij het kerkelijk huwelijk van Adrianus en Dympna waren de volgende getuigen aanwezig: Leonardus Adriani, Paulus Cornely en Nicolaus de Vos.
521 Dympna Arnoldi.
Getuige bij:
19-10-1670     doop Catharina Cornelii Gilsemans (geb. 1670) [zie 260,VII]    [grootmoeder vaderszijde]   [bron: Ginneken RK dopen 1647-1738; DTB 113 folio 104r]
Kind uit dit huwelijk:
I. Cornelius Adriani Gilsemans, geboren in Galder (zie 260).
536 Adrianus van der Avort.
Hij trouwde met
537 Engelberta Gisberti.
Kind uit dit huwelijk:
I. Michael Adriani van der Avort [Avoort], gedoopt op maandag 2 november 1643 in Ginneken (zie 268).
oerlmans_jan_cornelis__koopt_een_hofstad_op_t_craenven_van_jan_fransse_vrindt_op_28_febr._1612_en_nog_3_percelen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._62r.jpg oerlemans_jan_cornelis__koopt_in_venloon_op_2_augustus_1615_een_moerbodem__en_van_denis_janssen_alle_heibodems__die_hem_aanbestorven_zijn_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._36r.jpg oerleman_jan_cornelis__koopt_van_jan_joosten_borsten_op_13_juni_1616_een_stuk_erfenis_op_het_craenven_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._35v.jpg oerlemans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_kopen_2_moerbodems__in_de_kerken_streek_op_3_november_1616_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._26r.jpg oerlemans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_kopen_2_moerbodems__in_de_kerken_streek_op_3_november_1616_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._26v.jpg oerlmans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_zijn_106_gulden_schuldig_voor_de_koop_van_2_moerbodems_op_3_nov._1617_aan_jan_goiaerts_geritsse_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._27r.jpg
467 Oerlmans Jan Cornelis, koopt een hofstad op t Craenven van Jan Fransse Vrindt op 28 febr. 1612 en nog 3 percelen - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 62r
468 Oerlemans Jan Cornelis, koopt in Venloon op 2 augustus 1615 een moerbodem, en van Denis Janssen alle heibodems, die hem aanbestorven zijn - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 36r
469 Oerleman Jan Cornelis, koopt van Jan Joosten Borsten op 13 juni 1616 een stuk erfenis op het Craenven - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 35v
470 Oerlemans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse kopen 2 moerbodems in de Kerken streek op 3 november 1616 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26r
471 Oerlemans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse kopen 2 moerbodems in de Kerken streek op 3 november 1616 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26v
472 Oerlmans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse zijn 106 gulden schuldig voor de koop van 2 moerbodems op 3 nov. 1617 aan Jan Goiaerts Geritsse - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 27r
oerlmans_jan_cornelis_koopt_een_stede_met_huijs__schuur__schop__en_land_op_t_craenven_op_2_nov._1620_van_jan_fransse_vrindt_-__loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._121v.jpg oerlmans_jan_cornelis_koopt_een_stede_met_huijs__schuur__schop__en_land_op_t_craenven_op_2_nov._1620_van_jan_fransse_vrindt_-__loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._122r.jpg oerlmans_anthonisse_hendricksse__en_jan_cornelis_oerlmans__h._geestmeesters_tot_venloon_zeggen_op_6_juli_1622_peter_hendr._ameroijen_recht_op_dellen_toe_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._150v.jpg oerlmans_jan_cornelis__koopt_een_moer_of_heibodem_teneinde_het_crustat_op_15_oktober_1623_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f.169v.jpg oermans_joannes_cornely__overleden_op_19_augustus_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.163v.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._169v.jpg
473 Oerlmans Jan Cornelis koopt een stede met huijs, schuur, schop, en land op t Craenven op 2 nov. 1620 van Jan Fransse Vrindt - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 121v
474 Oerlmans Jan Cornelis koopt een stede met huijs, schuur, schop, en land op t Craenven op 2 nov. 1620 van Jan Fransse Vrindt - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 122r
475 Oerlmans Anthonisse Hendricksse, en Jan Cornelis Oerlmans, H. Geestmeesters tot Venloon zeggen op 6 juli 1622 Peter Hendr. Ameroijen recht op dellen toe - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 150v
476 Oerlmans Jan Cornelis, koopt een moer of heibodem teneinde het Crustat op 15 oktober 1623 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f.169v
477 Oermans Joannes Cornely, overleden op 19 augustus 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.163v
478 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v
oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._170r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._170v.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan_en_lijsken_van_hun_onverdeelde_deel_op_28_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan_en_lijsken_van_hun_onverdeelde_deel_op_28_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171v.jpg
479 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 170r
480 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 170v
481 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171r
482 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan en Lijsken van hun onverdeelde deel op 28 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171r
483 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan en Lijsken van hun onverdeelde deel op 28 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171v
768 Jan Cornelis Cornelis Oirlemans (afb. 467 t/m 483). Jan is overleden op dinsdag 19 augustus 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.163v scan 163].
Notitie bij overlijden van Jan: In deze periode 1624-1625 is de naam Oerlemans geschreven als Oermans. Joannes ofwel Jan komt als overleden voor in de akte van 22 januari 1626.
Notitie bij Jan: Hoe zit dat: wie is de vader van Jan, Lijsbeth en Lenaert, of eigenlijk, wie is hun opa?
===================================================

In de akten van 27 en 28 febr. 1631 is Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans genoemd, en ook Lijsken dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans, ook Lenaert en Adriaentken onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 12 maart 1639 heeft Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans geloeft als schulder principael
In de akte van 6 december 1639 geeft Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans als onderpand zijn stede op t Craenven.
In de akte van 16 januari 1642 is sprake van Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 10 april 1646 is sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 mei 1648 is ook sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 december 1648 ook Lenaerden wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 24 februari 1649 ook Lijsbeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 6 november 1652 van zijn zonen Jan en Lenaert, staat wijlen Jan Cornelis.


Later komt nog een Jan Cornelis (Peter) Oirlemans voor:

1. Op 27 januari 1651 leent Steven Lenaerts van den Hove 100 gulden aan Jan Cornelis Peeter Oirlemans, en die bekent op 28 jan. 1654 dat de schuld voldaan is.
2. Op 19 februari 1652 sluit Cathelijn Janssen Weerdt een overeenkomst ivm de nekslag, moord op haar man Adriaen Cornelis Oirlemans. De andere broers zijn genoemd, o.a. Jan Cornelis Oirlemans, ook zus Cathelijn Cornelis Oerlemans. Cathelijn is in andere akten genoemd als Cathelijn Cornelis Peter Oirlemans
3. Op 10 oktober 1654 transporteren de kinderen van Mayken Cornelis Peter Oirlemans een perceel akkerland met een streepje hei op ’t Craenven, en waarborgt Jan Cornelis Oirlemans de lasten op de akker. Op 26 augustus 1659 bekent hij, dat ook het geld voor 1 van de kinderen, Adriaentken, betaald is.
4. Op 21 november 1654 transporteert Jan Cornelissen Peter Oirlemans goederen.
5. Op 29 juli 1663 is Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, 100 gulden schuldig, en Jan Cornelis Oirlemans staat borg. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is. Er staat niet bij door wie.
6. Op 26 november 1647 is Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen. Verderop staat dat aanwezig zijn Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.
Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet. Aangezien er in de akte van 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.


Bij akte 1: Steven is een broer van Agneesken, met wie Jan Jan Cornelis Oirlemans getrouwd is. Geneigd om te denken dat er een familieband is met Jan Cornelis Peter Oirlemans, maar gezien bovenstaande vermeldingen van Jan wijlen Jan Cornelis Oerlemans, is dat twijfelachtig.
Bij akte 3: Mayken zou een zus kunnen zijn van Jan Cornelis (Peter), maar daar tot nu toe geen bewijs van gevonden. Bij akte 2 komt zij niet voor. Gevonden: Zij blijkt en halfzus te zijn.

Hoe zit dat, hoe kan dat?
Zou kunnen denken dat er nog een 2e Jan Cornelis Oirlemans is.

Gevonden: de 1e overlijdt op 19 aug. 1625, de 2e leeft nog lang daarna.
Dat is Jan Cornelis Peter Oirlemans, vaak afgekort tot Jan Cornelis Oirlemans of Jannen sone Cornelis Oirlemans. Dat gaf toen geen probleem, omdat er toen maar 1 was. Anders hadden de schrijvers wel steeds Peter, de opa’s naam, erbij gezet.
==================================================================================================================

Vervolg van de zoektocht:
-------------------------------

In een akte van 22 januari 1626 kom ik tegen:

Jan Cornelis Oirlemans, Cathalijn Cornelis Oirlemans, en Dierck Cornelis en Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, broers.

Het betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn.
In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en van 8 nov. 1642 waarin zijn zus Cathalijn Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt:

Jan zoon wijlen Iewaen Gielissen, verwekt bij dezelfde Iewaen en wijlen Catharina wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans (Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41).
Hier is niet alleen haar vader, maar ook haar grootvader genoemd.
Mogelijk is dat vermeld omdat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans voorkomt in die tijd.

Ik vind ook nog een Claes Cornelis Cornelissen Oirlemans, overleden na 1615. Mogelijk is hij ook nog een broer.

Daarmee is het antwoord op de vraag hierboven, wie de vader is van Jan , Lijsbeth en Lenaert: Jan Cornelis Cornelis Oirlemans.
En het antwoord op de vraag, wie hun opa is: Cornelis Cornelis Oirlemans de oude.

====================================================================================================================
Is er nog wat te vinden van Cornelis Cornelis Oirlemans de oude?
-----------------------------------------------------------------------------

In 3 opeenvolgende akten op 26 juli 1608 kom ik tegen:
Cornelis Cornelisse Oerlman: hij verkoopt zijn kindsdeel, 1/4 part in een erfenisse op de Efterlingh aan zijn zwager Adriaen Henrick Pauwels
Floris Hendrick Reijnen, als man van Ariaenke Claes Cornelisse Oerlman
Cornelis Cornelisse Oerlman als voogd van de weeskinderen van Ariaen Peter Verdiesen

In de akte van 6 januari 1568 kom ik tegen:
Floris Hendrickse, man van Anneke Cornelissen dochter
Adriaen Peter Verdiesen, man van Lijsken Cornelis dochter
Claesken Cornelissen met voogd
Cornelis Cornelissen absent

Claesken is getrouwd met Adriaen Henrick Pauwels.

Het is duidelijk dat de personen uit beide akten dezelfde zijn. Alleen in de akte van 1568 is de naam Oerlman of een variant daarop niet gebruikt.

Cornelis Cornelis Oerlemans de oude heb ik nergens aangetroffen met die toevoeging.
Wel Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge, namelijk op 22 januari 1626, bij de verdeling van zijn nalatenschap en die van zijn broer Dierck. Ook bij de verdeling op 29 september 1628, bij de verdeling van Anthonis Hendricx Oirlemans (de vader van Hendricxken, getrouwd met Dirck Cornelis Oirlemans).
Het lijkt er op, dat ter onderscheid alleen bij de zoon de toevoeging gemaakt is.

Van beide is geen overlijdensdatum bekend. Cornelis Cornelis Oirlemans de oude heeft bij de akte van 1608 nog een ontvangst van betaling gekregen op 4 januari 1620. Die lijkt dan nog in leven te zijn.
In de akte van 22 januari 1626 is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge overleden. In een akte van 16 december 1626 is bij de ligging van een akker op de Vaerte sprake van de erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge.


============================================================================================

Koppeling van deze 4 kinderen aan de groep aan de groep met Jan, Dierck, Cornelis en Cathelijn Cornelissen Oirlemans?
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het zou mooi geweest zijn als ze tesamen in een akte voor zouden komen. Ik heb die niet gevonden.

Via Cathelijn Cornelis Cornelissen is wel een verband te leggen, en ook door de erfenissen, goederen die verdeeld of verkocht worden, maar sluitend is het daarmee niet.

====================================================================================================================

Gebruik van de naam Oerlemans of een variant daarop?
-----------------------------------------------------------------

In de akte van 1568 is die naam niet gebruikt. Het zijn wel dezelfde personen als die in 1608, dan wel met Oerlman er bij.
Dan vraag ik mij af: is die aanduiding er ergens daar tussenin bijgekomen, of was die er al langer, alleen niet in de akte van 1568 vermeld?

Ik heb de akten in die tussenperiode bekeken, en de oudste is van augustus 1581. Toen werd Cornelis Cornelis Oirlemans 60 gulden afhandig gemaakt door Staatse soldaten.
Op 4 mei 1598 koopt Cornelis Cornelis Oirlemans moer van de jonkheer.
Op 26 mei 1600 is Cornelis Cornelis Oerlemans momboir van de kinderen van Adriaen Verdiesen.
Op 20 juli 1600 koopt Cornelis Cornelis Oerlmans een akker op de Vaertkant.
Ook in de vele akten daarna staat er steeds Oerlemans, Oerlmans, Oerlman, Oirlemans bij.


====================================================================================================================
Gebruik van de naam Oermans:
------------------------------------

De achternaam van Johannis (Jan Cornelis Oirlemans) bij het overlijden van zijn vrouw Adriana is Oermans.
Op de 20e september overlijdt Petrus, zoon van Corneli Oermans, ook zo geschreven.
Op 9 april 1633 overlijdt Adriana Johannis Oirlemans, dan weer zo geschreven.

In de jaren 1624 en 1625 gebeurt dat vaker, gezien bij dopen en bij overlijdens.
Functie:
06-07-1622     Heilige Geestmeester (Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 150v d.d. 6-7-1622.

Anthonis Hendricksse Oerlmans ende Jan Cornelisse Oerlmans Heijlige geestmeesters der heerlich. Venloon,

allen alsulcke actie, recht ende toeseggen als Peter Hendrickxsse Ameroijen is competerende ende toebehoirende

in seeckere dellen gelegen onder suijdt hollant, hebben de voirst. Heijlige Geestmeesters in voirst. qualiteijt wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven
Willem Arijenaaense Hoeijmeier, ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Antonis Hendricxsse ende Jan Cornelisse onder verbant van des voirst. Heijlige Geest goederen, dit opdragen, overgeven, vertijen ende affgaen den voirst. Willem Arijensse altois vast ende van waerden te houden.

Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse den 6e julij 1622.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 150v]
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Schuld:
van 11-03-1614 tot 20-08-1615     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Cornelisse belooft zijn vader Cornelis Cornelisse 192 gulden en 5 stuivers te betalen voor 2 perceeltjes moer.

Zijn vader heeft nog meer percelen verkocht.

Toelichting:
------------
De akten zijn van dezelfde dag, en hoewel in de akte van de zoon geen Oerlman genoemd is, zal het hier wel om gaan, gezien de vernoemingen in de akten ervoor.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r d.d. 11-3-1614.
Geraert Hendricxen ende met hem Ariaen Jan Ariaens ende Ariaen Jansse van Hemert als borghen hebben geloift
Cornelis Cornelisse Oerlman de somme van 145 gld. 8 st.
te betaelen in vier termijnen elcke termijn 36 gld. 7 st. waer aff den iersten termijn verschijnen sal paesschen 1615, ende soo van paesschen tot paesschen tot volder betalingen.

Ende dat ter causen van coop van een luepensaet 4 roijen 5 voeten moeren, gelegen in den wagenmoer van den Egmont.

Daer voor verbijnende die voirst. gelovende hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, roerende ende onroerende, ende stellen den selven moer, torven daer aff komende tot hypotheecq ende waerborch.
Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 11e mert 1614.
Jan Jansse voor Aentken Faessen zijn moeder.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r/130v d.d. 11-3-1614.
Thuenis Thuenisse heeft geloift Cornelis Cornelis Oerlman

de somme van 115 gld. 19 st. te betaelen ut sup. in vier termijnen, elcken termijn 28 gld. 19 st. 3 oirt
ter causen van een luepensaet en 2 roijen moers,
wesende ter oirsaecken van den dijck hen 2 roijen min gereckent, daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Jan Fransse Vrindt ende met hem Handrick Goossen als borge hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 126 gld. 13 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcken termijn 31 gld. 13 st. 6 penningen,
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijnende ut sup.
Testes et actum ut sup.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Steven Meeusse ende met hem Handrick Thonis ende Cornelis Jacops als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman
de somma van 142 gld. 7 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcke termijn 35 gld. 11 st. 3 oirt 2 penningen
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra.


In marge: bevonnist ter goeder rekening in judictie den 20e augusti 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.

Jan Cornelis Cornelisse heeft geloift Cornelis Cornelisse zijnen vader
de somma van 192 gld. 5 st.
te betaelen in vier termijnen, elcke termijn 48 gld. 1 st. 1 oirt,
waer aff den ierste termijn verschijnen sal paesschen 1615

ter causen van twee parceelkens moers,
het een groot 36 roijen, 5 voet, 10 duijm,
het andere 37 1/2 roijen.

Daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 130v]
van 03-11-1616 tot 13-11-1617     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 27r d.d. 3-11-1616.

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse (Berchmans)

hebben gelooft Jan Goiaerts (Geritsse) metten zijnen de som van 106 gld. en 11 st. tot 20 st. den gld. gereckent,
te betalen in twee termijnen,
den eene termijn gereet, den tweede ende lesten over een jaar den 3e november 1617
ter causen van coop van twee moerbodemen

daar voor verbindende die voorst. Jan Cornelis ende Willem Matheusse, hennen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellenden den voorst. bodemen tot hypotheecq ende waerborch.

Ende is Matheus Jansse (Berchmans) hunnen vader daer voor borgen gebleven, den welcke zij gelooft hebben costeloos ende schadeloos te houden. Onder gelijcke verbijntenissen.

Testes et actum ut supra.
In marge: Jan Goiaerts metten sijnen hebben bekent van dese gelofte voldaen ende betaelt te zijn, den 13e november 1617.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 27r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
Verkoop:
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
15-04-1610     Pdf Inv.nr. 61, folio 87v d.d. 15-4-1610.

Jan Arijensse Suenen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelisse Oerlmans
eenvierendeel in eenen heijbodem geleghen binnen der heerl. Venloon opt Craenven,
oostwaerts Jan Joosten Borsten,
suijdtwaerts den bodem,
westwaerts het Craemse sandt,
noorden Jan Joosten, Praser Willemse ende Jan Goorts cum suis, alsoo hij seede.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck enderecht is.
Gelovende etc. dit opdragen ende overgeven den voirn. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden.

Testes scabini, Dingenman Jansse ende Cornelis Cornelisse Oirlmans
den 15e april 1610.

Toelichting:
-------------
Jan Arijensse Suenen is later (na 19 augustus 1625) de voogd over de kinderen van Jan Cornelis Oerlemans, ook wel geschreven als Jan Adriaen Zuenen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 87v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 28-02-1612 tot 30-11-1620     Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 62r d.d. 28-2-1612.

Jan Fransse Vrindt heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
seeckere parceelen landts geleghen binnen de heerl. Venloon opt Craenven,

in den iersten een hoffstadt,
oostwaerts aen erffenisse Denis Jansse,
suijdtwaerts des heeren straet,
westwaerts Denis Jansse voirst. ende Jan Joosten Borsten ende
noorden aen erffenis Cornelis Ariaens.

Het tweede ende derden parceel
oostwaerts aen erffenisse Jan Cornelis Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende noortwaerts Denis Jansse voirst. ende
westwaerts den vercopere.

Het vierde ende lesten parceel
oostwaerts den copere,
suijdtwaerts Denis Jansse voirst.
westwaerts den vercopere ende
noortwaerts Cornelis Arijense voirst.

Te samen groot vier lueopensaet ende vijfentwintichhalf roeij.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven etc.

Gelovend die voirst. Jan Franssen Vrindt onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomene
etc. ende de voirst. parceelen landts te vrijen ende te waeren ende alle calangie van sijent weghen aff te doen gehelijck.

Uijtgenomen dat den copere jaerlijcks daer vuijt betaelen sal
elff penningen in des heeren van Loons chijns,
elffhalf kan rogghen aen den heijlige geest tot Loon,
vierenhalf kanne rogghen en een kan min offte meer onbegrepen, aen den kusterije tot Loon
ende vier stuijvers ende een halff blanck aen Ariaen Aert Arijaensse Oerlman.

Testes scabini Dingenman Jansse ende Cornelis Dircxen den 28e
februari 1612.


Item: Jan Cornelis Oerlmans heeft Jan Fransse Vrindt geloift volgens de coopcedule ende heeft gestelt het selven goet tot
waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te zijn den lesten november 1620.

Toelichting:
-------------
Op 27 februari 1631 verdelen de kinderen de goederen van hun vader Jan Cornelis Oerlemans. Dan is de Jan Vrients stede genoemd, en valt ten deel aan Lenaert en Adriaentken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 62r]
20-11-1612     Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 121v/122r d.d. 20-11-1612.

Jan Joost Borsten ende Denis Jansse hebben gesamenderhant wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
twee en twintich roijen landts in twee parceelen binnen de heerlich. Venloon opt Craenven geleghen.

Het iersten parceelken
oostwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst.
suijdtwaerts des heeren straet,
westwaerts Jan Joost Borsten
voirst. ende noortwaerts Cornelis Arijens.

Het tweede parceelken
noortwaerts, oostwaerts ende suijtwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst. ende westwaerts Jan Fransse Vrindt.

Ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Joosten ende Denis Jansse onder verbant van hennen persoonen ende goederen, present ende
toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden.

Behoudelijck dat hij daer vuijt gelden ende betaelen sal de pachten ende chijnsen met recht daer vuijtgaende.

Testes, Cornelis Dircksse ende Ariaen Huijbertsse den 20e november 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 121v/122r]
02-08-1615     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615.

Dingeman Janssen, Denis Janssen, Jan Franssen en Jan Joosten Borsten hebben gesamenlijk verkocht aan
Jan Cornelis Oerlemans
een moerbodem, ca. 40 roeden gelegen in Venloon

aan de zuijdenzijde den custerboom,
oistwaerts de erfgename van Jan Peter Gijben,
suijtwaerts Jan Quirijn Geritssen, en Cornelis Arijaens,
westwaerts Willem ende Denis Everden en
noirtwaerts Gerrit Gerritse de Groot.

Idem folio 36r.
Denis Janssen heeft verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans

sijne gerechte helft in alle die heijbodems, gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn d.d. 2-8-1615.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615.

Denis Janssen heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans sijne gerechte helft in alle die heijbodems,

gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn ende heeft ze hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voorst. Denis Jansse onder verbintenisse van zijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
in de 1e akte staat als datum 2 augustus 1615. De akte staat tussen allemaal akten van 1616. Mogelijk is het een verschrijving.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 36r]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
13-01-1616     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 35v d.d. 13-1-1616.

Jan Joosten Borst heeft wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Cornelis Oerlemans

een stuck erffenis gelegen binnen der heerlijckheijt Venloen opt Craenven,

oostwaerts Jan Cornelisse copere,
suijtwaerts des heerenstraet,
westwaerts ende noortwaerts Cornelis Arijaensse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voorst. Jan Joosten onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelis altois vast ende van waerden te houden ende het voorst. stuck erffenisse te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangien af te doen gheelijck.

Testes, Cornelis Cornelisse ende Dingeman Jansse den 13e januari 1616.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 35v]
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 02-11-1620 tot 02-11-1621     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 121v/122r d.d. 2-11-1620.

Jan Fransse Vrindt als man ende momboir van Dirckxen Jans dochter sijne huijsvrouw heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans

eene stede, huijs, schuer, scob ende erffenisse soo groot ende kleijn als de selven gelegen is binnen de heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt opt Craenven

aen den noorden sijde van de straet tusschen erffenisse den voirst. Jan Cornelis Oerlmans copere mette sijnen aen den oostenzijde, ende
Cornelis Ariaen Cornelisse aen de westenzijde,
streckende van des heeren straet noortwaerts totte duijcxhoeve

waervan deen helft den vercopere bij versterff van sijnder voirst. huijsvrouwe wegen aengecomen is, ende dander helft bij coope van Adriaen Netten vercregen heeft soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gerwoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Fransse Vrindt onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden ende het voirst. goet van sijnen twegen te vrijen ende te waeren.

Behoudelijck dat den voirst. copere jaerlijcks daer vuijt gelden ende betaelen sal een smael hoen ende twee peningen in des heeren van Loon grontchijns.

Item drij vaten rogghe den h. geest tot Loon ende negen ende een halff kan der kusterijen aldaer.
Testes Dingenman Janssen ende Cornelis Cornelisse Oerlmans den 2e november 1620.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620.

Jan Cornelis Oerlmans heeft geloift Jan Fransse Vrindt
de penningen die sullen overschieten de wettige schulden betaelt sijnde, te voldoen ende te betaelen tot pincxteren ierstcomende.

Daer voor verbijndende etc. ende stellende etc.
Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te wesen den lesten november 1621.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620.

Dingenman Jan Joosten heeft het bovengeschreven goet dat Jan Cornelis Oerlmans van Jan Fransse Vrindt gecocht heeft vernaerdert ende heeft etc.

Testes, Cornelis Cornelisse ende Jan Wouters. Actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 121v/122r]
15-10-1623     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v d.d. 15-10-1623.

Jan Quirijn Geritsse ende Jan Wijnants hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
eenen moer ofte heijbodem gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetse genoempt teijnden de Crustat,

oostwaerts aen erffenisse Cornelis Ariaen Cornelisse suijdtwaerts, … westwaerts Gerit Cornelis Arijens ende
noortwaerts aen erffenisse Peter Huijben kijnder.

Ende hebben het hem opgedragen ende geloift te waeren voor eenen penning in des heeren grontchijns.

Testes, Willem Jansse ende Dingenman Jansse.
Actum den 15 october 1623.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f.169v]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Hij trouwde met
oerlemans_jan_cornelis__en_ariaentken_mateus_-_hun_kinderen_en_willem_matheussen_verdelen_een_weiland_in_besoyen_op_19_febr._1630_-_besoyen_-_dorpsbestuur_inv._655_bl._174r_.jpg besoijen_-_kadasterkaart_1832_-_minuutplan_-_gedeelte_blad_a_met_winterdijk__oude_straat__links_capelle__rechts_waalwijk.jpg joannis_adriana_matheus__overleden_op_19_sept._1625_in_loon_op_zand__echtgenote_van_johannis_cornelii_oermans_-_loon_op_zand_-_rk_overlijdens_1624-1650_f._165.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._64r.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._64v.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._65r.jpg
484 Oerlemans Jan Cornelis, en Ariaentken Mateus - hun kinderen en Willem Matheussen verdelen een weiland in Besoyen op 19 febr. 1630 - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r
485 Besoijen - Kadasterkaart 1832 - Minuutplan - gedeelte blad A met Winterdijk, Oude Straat, links Capelle, rechts Waalwijk
486 Joannis Adriana Matheus, overleden op 19 sept. 1625 in Loon op Zand, echtgenote van Johannis Cornelii Oermans - Loon op Zand - RK overlijdens 1624-1650 f. 165
487 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r
488 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64v
489 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 65r
769 Adriana Matheus Jansse (Ariaentken) Berchmans (afb. 484 t/m 489). Ariaentken is overleden op vrijdag 19 september 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK overlijdens 1624-1650 f. 165].
Notitie bij Ariaentken: De achternaam van Johannis is hier Oermans. Op de 20e september overlijdt Petrus, zoon van Corneli Oermans, ook zo geschreven. op 9 april 1633 overlijdt Adriana Johannis Oirlemans, dan weer zo geschreven.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Jan Jan Cornelis Oirlemans (zie 384).
oirlemans_elisabeth_johannis__en_adriany_cornelii_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_30_november_1630_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1524-1651_f._42r.jpg oirlemans_elisabeth_joannis_cornely__rk_gedoopt_op_30_september_1613_-_loon_op_zand_-__inv._1_doopboek_1608-1624_f._25v.jpg oirlemans_elisabeth_johannis__en_adrianus_gerardi_cauwenberch_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_25_januari_1651_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1524-1651_f._185v.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._77r.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._77v.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._78r.jpg
490 Oirlemans Elisabeth Johannis, en Adriany Cornelii trouwen voor de rk kerk op 30 november 1630 - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r
491 Oirlemans Elisabeth Joannis Cornely, rk gedoopt op 30 september 1613 - Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 25v
492 Oirlemans Elisabeth Johannis, en Adrianus Gerardi Cauwenberch trouwen voor de rk kerk op 25 januari 1651 - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v
493 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r
494 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77v
495 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 78r
oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._78v.jpg hove_adriaen_cornelis_diercx_van_den__ontvangt_de_belofte_van_henrick_cornelis_willem_weerts_voor_de_schuld_van_50_gulden_op_27_febr._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156v.jpg
496 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 78v
497 Hove Adriaen Cornelis Diercx van den, ontvangt de belofte van Henrick Cornelis Willem Weerts voor de schuld van 50 gulden op 27 febr. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 63 f. 156v
II. Elisabeth Jan Cornelis (Lijsbeth) Oirlemans (afb. 490 t/m 496). Zij is gedoopt op maandag 30 september 1613 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 25v]. Bij de doop van Lijsbeth waren de volgende getuigen aanwezig: Henrica Cornely en Joannis Joannis.
Notitie bij de geboorte van Lijsbeth: Bij de doop is geen Oirlemans vermeld, ook niet de naam van de moeder. De doop is daarmee niet helemaal zeker.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
Transport:
03-04-1634     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants
anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende,

gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het
Craenven,
oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen,
ende noirtwaert aen Vriendten stede.

Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete,
oistwaert aen erffenisse Corstiaen Jan Borsten,
zuijtwaert Cornelis Willemssen de Pruijser,
westwaert aen erffenis van Jan Janssen Oirlemans
ende noirtwaert de oude stede voorgeruert.

Ende noch de helft onbedeijlt in een parcheel lants groot anderhalff loopensaet ende seven roeden oft daeromtrent in den selven acker,
oistwaert aen erffenisse des voorst. Jan Janssen,
zuijtwaert Corstiaen
Jan Borsten,
westwaert ende noirtwaert aen erffenisse Jan Goijaerts kinderen.

Welcke helften van erffenisse voorst. hem transportant in de qualiteijt als voor bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn voor schepenen in Venloon opten 9e dach der maent junij int jaer ons heeren 1633,
gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begrepen staet,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven

den voorgen. Jan Janssen Oirlemans zijnen swaeger,
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte hem daer in der qualiteijt voorst. daer inne eenichssins competerende.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. Adriaen sone Cornelis Diercx van den Hove als
schulder principael op hem ende allen zijne ende zijnen voorst. huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdraegen ende overgeven den voorn. Jan Janssen Oirlemans vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich weder seggen. Ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken,

vuijtgenomen dat men hier vuijt naer grootte des lants naer luijdt der voorst. erfscheijdinge ende erffdeijlinge mede sal gelden in alle renten, chijnsen
ende pachten met recht daer van te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 73r/74v d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Adriaen Cornelis Diercx van den Hove, zijnen swaeger,
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens
goet gancbaer gelt gereet te betaelen,
ende dat ter causen van coop van seeckere parcheelen van erffenisse hem gelover bij den voorst. Adriaen op heden opgedraegen ende overgegeven.

Dies soe sal Jan Janssen ontfangen de huere der selver parcheelen
die daer aff ten oogst verschijnen sal.
Ende sal Jan de selve parcheelen aenveerden volgens de huurcedule met Geeridt Thonis gemaeckt. Testes et actum ut supra.

In marge:
Adriaen Cornelis bekent dese 250 gld. ten vollen ontfangen te hebben. Consenterende inde cassatie.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 71v/73 en f 73r/74v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Lijsbeth:
(1) trouwde, 17 jaar oud, op zaterdag 30 november 1630 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r] met Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den Hove (afb. 497). Bij het kerkelijk huwelijk van Lijsbeth en Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus van Dutten en Jan Jan Cornelis Oirlemans (ovl. vóór 1669) [zie 384] [broer bruid].
Notitie bij het huwelijk van Lijsbeth en Adriaen: Johannes Johannis Oirlemans zal haar broer zijn.

Ze is met dispensatie getrouwd. Het woord na cum dispensatione kan ik niet lezen. moleijk heeft dat met haar leeftijd te maken. Als de doop klopt, is ze bij trouwen 17 jaar.
Adriaen is een zoon van Cornelis Diercxssen van den Hove. Adriaen is overleden vóór vrijdag 10 februari 1651.
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
Transport:
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
(2) trouwde, 37 jaar oud, op woensdag 25 januari 1651 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v] met Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberch, nadat zij op zaterdag 7 januari 1651 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Lijsbeth en Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Guilielmus de Robemont en Leendert Oirlemans (1619-vóór 1671) [zie 768,III] [broer bruid].
Huwelijkscontract:
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
oirlemans_leonardus_johannis__rk_gedoopt_op_17_maart_1619__zoon_van_johannis_oirlemans_en_adriana_matthei_-_loon_op_zand_-_inv._2_doopboek_1624-1648_blad_2.jpg oirlemans_leonardus_johannis__en_magdalena_andrea_de_broechoven_ondertrouwen_op_9_nov._1639_en_trouwen_op_26_nov._1639_-_loon_op_zand_-__inv._2_trouwboek_1624-1651_f._140r.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._155v.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156r.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156r_handtekeningen.jpg oirlemans_lenaert_jan__kohier_van_1648_voor_nieuw_land_op__t_craenven._blijft_staen_op_3_oort_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_-_inv._647_blad_6_kohier_voor_nieuw_ontgonnen_land.jpg
498 Oirlemans Leonardus Johannis, rk gedoopt op 17 maart 1619, zoon van Johannis Oirlemans en Adriana Matthei - Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 2
499 Oirlemans Leonardus Johannis, en Magdalena Andrea de Broechoven ondertrouwen op 9 nov. 1639 en trouwen op 26 nov. 1639 - Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r
500 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 155v
501 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 156r
502 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 156r handtekeningen
503 Oirlemans Lenaert Jan, kohier van 1648 voor nieuw land op ’t Craenven. blijft staen op 3 oort - Loon op Zand - Dorpsbestuur - Inv. 647 Blad 6 Kohier voor nieuw ontgonnen land
oerlemans_leendert_janssen__koopt_op_13_maart_1652_in_besoyen_8_hond_weiland_voor_800_gulden_van_jan_adriaense_hamel_-_besoyen_dorpsbestuur_inv_658_van_1644-1660_f.16r.jpg oerlemans_leenaert__en_adriaen_janssen_van_buerden__wonend_tot_loon_kopen_een_hooi_of_weiland_in_besoyen_op_21_maart_1656_voor_800_gulden_-_besoyen_-_dorpsbestuur_1651-1660_inv._658_f._68r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._68v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._69r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._69v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._70r.jpg
504 Oerlemans Leendert Janssen, koopt op 13 maart 1652 in Besoyen 8 hond weiland voor 800 gulden van jan Adriaense Hamel - Besoyen Dorpsbestuur Inv 658 van 1644-1660 f.16r
505 Oerlemans Leenaert, en Adriaen Janssen van Buerden, wonend tot Loon kopen een hooi of weiland in Besoyen op 21 maart 1656 voor 800 gulden - Besoyen - Dorpsbestuur 1651-1660 Inv. 658 f. 68r
506 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v
507 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 69r
508 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 69v
509 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 70r
bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._70v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._71r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._71v.jpg broechoven__magdalena_andreas_joannis__rk_gedoopt_op_20_nov._1618_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._1_doopboek_1608-1624_f._45.jpg
510 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 70v
511 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 71r
512 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 71v
513 Broechoven, Magdalena Andreas Joannis, rk gedoopt op 20 nov. 1618 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 45
III. Lenaert Jan Cornelis (Leendert) Oirlemans (afb. 498, 499, 500, 501, 502, 497, 503, 504, 505, 506, 507, 508, 509, 510, 511 en 512). Hij is gedoopt op zondag 17 maart 1619 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 2]. Bij de doop van Leendert waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Judoci en Johanna Marcelli.
Notitie bij de geboorte van Leendert: Het is het doopboek vanaf 1624, maar op het 2e blad staan 2 dopen van voor die tijd.
Leendert is overleden vóór vrijdag 16 januari 1671, ten hoogste 51 jaar oud.
Functie:
07-01-1643     Borgemeester (Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 59r d.d. 7-1-1643.

Op ten 7e januarij 1643 soe hebben Lenaert Janssen Oirlemans,
Cornelis Cornelis Peter Oirlemans,
Frans Ghijsberts ende
Wouter Adriaens als borgemeesters tot Venloon voor
desen jaere 1643

ende Laureijs Cornelis Vreijssen ende Wouter Joosten Verhaegen als
bedeheffers

den eedt in handen des schouteths gedaen van henne offic.. wel ende
getrouwelijck te bedienen etc.
Actum in collegio scabininorum ut supra)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f59r]
Belening:
van 28-04-1640 tot 24-06-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 112v/113r d.d. 28-04-1640

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft bekent ende beleden,
als dat hij bij forme van beleeninge begeven heeft

aen Jannen Geeridtssen van Broechoven
woonende in Udenhout alhier present sijnde ende het selve accepterende,

een stucxken heije oft weijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen in den ambachte van Besoijen
achter den huijse van Claes Goijaertssen
tusschen erffenisse van Huijbert den Boer aen deene zijde, oistwaerts ende tusschen erffenisse van Anneke Faessen aen den andere zijde westwaerts
streckende van den dijck aff tot erffenisse van Willem Mattheeussen Berchmans.

Om het selve stucxken lants den tijdt van vier nu ijerstcomende jaeren te gebruijcken,
waer aff het ijerst jaer begonst ende innegegaen is nieuwe jaermisse deses jaers 1640 lestleden ende het lest sal vuijt gaen nijeuwe jaersmisse 1644.

Ende dat voor ende alomme de somme van drije hondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt,
die de voorst. Lenaert bekende hem bij ende van wegen des
voorst. Jan Geeritssen wel ende te dancke aengetelt te zijn.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Lenaert naer het expireren van de voorst. vier jaeren het voorst. stucxken lants wederomme begeirden aen te vaerden,
sal hij sulcx schuldich ende gehouden zijn den voorst. Jan Geeritssen van Broechoven als dan een vierendeel jaers te voirens hebben te denuncieren ende vercondigen ende
de voorst. somme van drije hondert ende 50 ca. gld. alsdan te weten te expireren van het voorst. lest jaer hebben te schieten ende te tellen aen handen des voorst. Jan Geeritssen van Broehoven
oft bij gebreke van dijene sal de voorst. Jan het voorst. stucxke lants noch een jaer daer van affstandt hebben te doen midts hebbende de
voorst. beleenpenningen.

Ende ingevalle de voorn. Jan Geeritssen van Broechoven teijnde de voorst. vier jaeren de voorst. somme van drijehondert ende vijfftich ca. guldens wederomme begeerden te hebben
sal hij insgelijcx het selve den voorst. Lenaert een vierendeel jaers te voirens hebben te denuncieren ende te kennen te geven
ende sulcx gedaen hebbende sal hij expireren van het lest jaer van het voorst. lant hebben te desisteren
ende sal Lenaert alsdan hem de voorst. somme hebben te schieten ende te furneren.

Ende soe verre teijnde de voorst. vier jaeren deen oft dandere in manieren als voer egeene denunciatie en hadden gedaen sal het voirst. gebruijck dueren ende gecontinueert wordden voir de jaeren daer men inne getreden sal wesen ter tijdt ende wijlen toe zij het gene voorst. is malcanderen sullen hebben geinfungueert.

Gelovende de voorst. Lenaert als schuldenaer principael op hem ende allen zijn
goederen,
hebbende ende vercrijgende hetgene voorst. is den voorst. Jan
Geeritssen van Broechoven vast ende steedich te houden ende doen houden.

Verbindende daerenboven voor de voorst. somme van 350 ca. gld. zijne stede lants op het Craenven gelegen met allen haere rechten ende toebehoirten.

Testes Ghijsbert Claessen ende Thomas Thomassen den 28e aprilis 1640.

In marge: Jan Geeridtssen van Broechoven bekent ende lijdt voldaen te zijn van
Lenaert Janssen Oirlemans van de somme van drije hondert ende vijfftich ca. gld. in desen scabiniaele acte vermelt volgens quitantie aen mij gebleken opten 24 junij 1642 ende hier aen gehecht zijnde.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 69 f112v/113r]
Chijns:
van 04-04-1641 tot 04-04-1703     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 161v/162v d.d. 4-4-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jo. Matthijs Cannaerts, schouteth tot Venloon
eenen jaerlijcxen ende erffelijcke chijns van vijffthien ca. guldens den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijvers tot 2 grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent
te geven ende te vergelden alle jaer
erffelijck den derden dach aprilis vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten.

Soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels innegestelt te
wordden egeene vuijtgescheijden ende voorden 1e dach van betaelingen den derden aprilis des jaers 1642,

van ende vuijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Ende heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als
schuldenaer principael op hem ende op allen zijne goederen, hebbende ende
vercrijgende,
geloeft den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx den voirn. Joncker
Matthijs Cannaerts te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren
ende het voorst. onderpant voir de jaerlijckse betaelinge dese voorst. chijns altijt goet, seecker, genoch ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van 15 ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens in gelde ende munte ten tijde van aflossinge binnen der stadt van ’s Hertogenbossche cours
ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel in tijden van den aflossingen ten achter ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voorst. Jan den los een vierendeel jaers
te voirens rechtelijck opseggen ende vercondigen.

Ende heeft Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans hem borge ende cautionaris aen Jo. Mathijs Cannaerts als schuldenaer principael den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx hem oijck te waeren naer rechts behoiren

ende dat op verbintenissen van zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende ende
specialijcken op verbant van zijne stede lants met haere toebehoirten gelegen binnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse der erffgenaemen van Denijs Janssen ende meer anderen ex voto ende
tusschen erffenisse van Jan Cornelis Adriaens ex ali... westwaerts, streckende van sheerenstraete totte heije van den Duijcxse Hoeve voorst.

Dies soe heeft de voorst. Jan gelover op verbintenissen als
voor geloeft den voorn. Lenaerden zijnen borge te imdemneren, costeloos ende schadeloos te houden ende wel te quijten.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 3e aprilis 1641.

In marge: Joncker Matijs van Cannaert dese ondertekent hebben bekent ende
verclaert dat de capitale somme met den verschenen intersten van dien aen hem geschoten ende gerestitueert sijn oversulcx consenteren in de cassatie deses.

Actum Loon den 4 april 1703. W.G. M. van Cannart.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
16-01-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 45r t/m 48v d.d. 16-1-1642.

Huijbert Janssen als man ende momboir van Engelken zijne huijsvrouwe
ende Jan Daniel Willemssen van Gorchum als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe,
gesusteren dochteren wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven,
soe in dijer qualiteijt voor hen selven als voor Maijken Wouters sijne schoonsustere, daer voor zij hen sterck maecken midts desen.
De voorst. Huijbert insgelijcx als momboir van Maijken onmondige dochtere wijlen Jan sone wijlen Wouter Janssen voirgenoempt. ende de selve Huijbert ende de voorst. Jan Daniel Willemssen als wettighe momboire van Cornelis oijck sone des voorst. wijlen Wouter Jan Wouters van Broechoven ter eerste.

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Andries Jan Wouters van Broechoven ter tweede.

Wouter sone wijlen Joost Hendrick Willemssen daer moeder aff was Jenneke dochtere wijlen des voorst. Jan Wouters van Broechoven soe voor hem selven als voor Willem ende Henricken zijne broeders ende Jan Aert Wijten als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Joost ende Jenneken voorgen. ter derden.

Jan Eelants van Spaendonck als man ende momboir van Anneke zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Wouter Aertsse van Broechoven ten vierde.
Andries Peter Andriessen als man ende momboir van Mechtelt zijne huijsvrouwe, ende Willem Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe, gesusteren dochteren ders voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen ende Magdaleen Andries dochtere de Weerdt ter vijffder ende 6e zijden.


Hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van seeckere parceelen van erffgoederen hen luijden ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven ende Magdaleen dochtere Andries de Weerdt, hennen
vader ende moeder, ende grootvader ende grootmoedere in der qualiteijt voorst. respective bij den rechte van successie erffelijck aengecomen soe men verclaerden.


Overmits welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is den voornoempden Huijberden Janssen ende Jan Daniel Willemssen soe tot hennen behoeffne, als ten behoeffne van d’andere voorgenoempde erffgenaemen wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven voor d’eene helft

ende Lenaerden sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft t’saemen onbedeijlt te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen eenen ackerlants met een heijeveldeken daer teijnde aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Helvoirt ter plaetsen genoempt het Eijnde,
oistwaerts aen sheerenstraete,
zuijtwaerts Herman Jacops,
westwaerts aen de gemeijnte van Haren ende
noirtwaerts aen erf. van Peter Peter Driessen.

Noch een ackerken lants daer tegens over de straete gelegen, oistwaerts aen het broeck,
zuijtwaerts aen erffenisse van Wouter Peter Franchois,
westwaerts aen sheerenstraete
ende noirtwaerts aen Herman Jacops.

Ende noch twee parceelen erffenisse deen teijnde den andere liggende, eensdeels weije ende eensdeels heije ende moergronden wesende, gelegen aen die Escher heije,
oistwaerts aen de gemeijnte der naebueren van Esch,
zuijtwaerts Laureijs Jan Wouters
ende zijne consoirten westwaerts aen de Leije ende
noirtwaerts aen erff. eertijts Wouter Peter Franchois.

Allen de voorst. parceelen soo groot ende cleijn als de selve ter voorst.
plaetsen gelegen zijn ende gelijck Jan Wouter Aerts de selve met zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achter gelaeten heeft.

Ende daerenboven sal dit loth ontfangen van Cornelis Joosten woonende in Udenhout de somme van hondert gld. de welcke de selve Cornelis aen ende ten behoeve van den gelijcke erffgenaemen wijlen Jan Wouters
voornt. met meer andere opgenomen penningen schuldich is.

Op welcke parceelen van goederen t’saemen op allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Huijberts ende Jan in de voorst. qualiteijt ende ten behoeve van henne bovengen. mede erffgenaemen voor de eene helft ende ten behoeffne des voorst.

Lenaerts als man ende momboir zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft hebben de voorst. andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat men vuijt desen lote te weten vuijt ’t voorst. parceel heije, weije ende moergronden bij die Esscher heije gelegen jaerlijcx sal
gelden ’s Hertoge van Brabant eenen chijns van 4 st. oft daeromtrent, ende vuijtte voorst. twee parceelen ackerlants een halff mud roggen ’sjaers aen den heijlige geest van Oisterwijck, de welck men jaerlijcx betaelt met twee guldens 10 st. ende off hier naemaels bevonden wordden eenige chijns vuijt ’t voorst. heijeveldeken met recht te gaen, den selven chijns sal wesen tot laste van desen lote.
Dies soe sal men allen den achterstel mette boeten ende gewinnen van dijen tot date deser tot gelijcke coste affdoen. Met
conditien ut supra.


Overmits etc. soe is den voornoempden Wouteren sone wijlen Joost Henrick Willemssen soe tot zijnen behoeffne, als ten behoeve van zijne voorst. broeders ende sustere te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen een halff stuck hoije oft weijelants gelegen binnen der Vrijheijt van Waelwijck over den achtersten hoijgraft, gemeijne ende onbedeijlt met Aert Martens tot Haren, ’t geheel stuck aldaer gelegen
oistwaerts aen erffenisse eertijts Geriken Boom, endewestwaerts aen de erffgenaemen Maij Goijaerts,
streckende zuijtwaerts metten eenen eijnde aen de voorst. hoijgraft ende metten anderen eijnde
noirtwaerts aen de Maese, soe groot binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt d’Achterste Hoeven gelegen is met allen haere rechten ende toebehoirten, ende in alder vuegen ende manieren als de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven de selve hoeve midts zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achtergelaeten heeft.
Op welcke hoeve lants met haere voirst. toebehoirten cum litteris et jure ten behoeve des voorst. Jan Eelants ende Andries Peter Andriessen in der voorst. qualiteijt hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen effectucando.

Behoudelijck dat men vuijt dese hoeve lants sal gelden ’t sjaers aen mijn heere van Loon de helft van acht stuijvers ende 6 penningen chijns.
Ende noch de helft van een smael hoen aen de selven heere.

Oijck soe wordt geconditioneert dat alsoe seeckere questie ende proces voor
schepenen van den Bossche onbeslicht is hangende tusschen Mr. Jan Laurentij ter eenre ende de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven ter andere zijden raeckende de reeninge =(grens/palen) van de heijevelden, heijevennen ende andere gronden totte voorst. hoeve behoirende, dat zij deijlderen op hennen gelijcken coste ’t saemenderhant de selve proceduere ten vuijteijnde van den saecke toe sullen vervolgen ende helpen vuijtvueren.

Ende allen ’t gene bij sententie (=vonnis/rechtelijke uitspraak) aengaende de
selve reeninge geseeght ende vuijtgesproken sal wordden, ’t selve sullen de voorst. Jan Eelants ende Andries henne oiren erffnen ende naecomelingen hebben te achtervolgen ende sullen hen daermede oijck gecontenteert ende te vreden moeten houden.

Dies soe hebben zij deijlderen malcanderen geloeft, gelijck zij geloven midts desen, dat elck zijn seste gedeelt van alle oncosten tot het procequeren ende vervolgen van de voorst. processe meedich ten allen tijden daer toe versocht wesende promptelijck sullen opleggen ende betaelen. Op pene dat men den defaillianten (=niet verschijnende partij) daer voor vuijt crachte deser door alle dienaren van justitie sal moegen vuijtpanden als sheeren verwonnen schult. Met conditen ut infra.


Overmits etc. soe sal de voorst. Willem sone wijlen Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van de voorst. Marie zijnen voorst. huijsvrouwe met expres consent ende gedoogen der voorst. deijlderen hebben ende besitten de helft van twee blocken hoije oft weijelants, soe groot ende cleijn als de selve twee blocken gelegen zijn in den Ambachte van Besoijen over d’Oude Straete
tusschen erffenisse van Wijtman Peter Wijten ende Peter Janssen notore aen de eene zijde oistwaerts ende
tusschen erffenisse van Adriaen Roossen aen dandere zijde westwaerts, streckende metten eenen eijnde aen den oude straete ende
metten andere eijnde aen erff. van Jan Adriaen Heijligers noirtwaerts
ende van welcke twee blocken lants de andere helft hem Willem te voirens onbedeijlt was toebehoirende, metten voorn. Jan Wouter Aertssen van Broechoven zijnen schoonvader,
Ende staet te weten dat onder de helft van de voorst. twee blocken lants begrepen is een hont leengoets leenrectich aen den huijse van Gansoijen, de welck de voorst. Willem verclaert op hem eertijts verschenen te zijn met noch een ander hont lants in zijne wederhelft begrepen.

Ende hebben de voorst. andere mededeijlderen elck in der qualiteijt
voor verhaelt ten behoeffne des voorst. Willem Mattheeus Janssen in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe op de helft des voorst. twee blocken lants wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Dies soe heeft de voorst. Willem reciprore vertegen ende gerenuntieert ten behoeve van voorst. andere deijlderen op allen actien ende pretensien de welcke hij vuijt crachte van den voorst. verheff op ende
ten laste der selver deijlderen in eeniger manieren soude moegen pretenderen ’t sij tot goetdoeninge van ’t voorst. hont leengoets oft anderssins, alsoe hij verclaert dat hij selve hont lants met goede kennisse ende deliberatie in desen mede heeft laeten deijlen sonder opsicht van ’t voorst. verheff. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen respective in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende gebuerlijcke lasten ende servituten soe van wegen, stegen, watergangen ende andere alsoe sullen houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schade aff en sal comen in eeniger manieren. Mede dat elck over zijn loth sal wegen ende stegen die men van
rechts ende gewoonte wegen oft andersins naer den rechte van den lande schuldich is te wegen ende stegen.

Oijck dat zij allen achterstallige pachten ende andere schulden malcanderen sullen helpen aff doen tot date deser toe.
Ende soe op ijemants portie oft gedeelte eenigen commer quamp daer men ten deser tijt nijet aff en weet, dat zij malcanderen den selven sullen helpen draegen.

Reserverende voirts zijn deijlderen tot hennen gelijcken behoeffne alle hueren ende pachten met allen verloopen intresten voor date deser verschenen.

Met allen andere vuijtstaende penningen in desen nijet gedeijlt.

Promittentes actum etc. Testes Ghijsbert Claessen et Heijliger Diercx.
Actum 16e januarij 1642.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 45r/48v]
17-01-1671     Pdf
Rechterlijk Archief Loon op Zand
inventarisnummer 81, 1670-1674
Bewerkt door: J.A.H.Boeren

Andries, zoon van Lendert Janssen de Bont en Maghdelena Andries
Jans van Broechoven,
maakt een boedelscheiding met Heijliger Janssen Oirlemans en Wouter Andries Cuijpers, als voogden over de
vijf onmondige kinderen (Johannes, Maria, Geertruijt, Adrana,
Jenneken) van Lendert en Machdelena.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v/71v]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Overeenkomst:
van 30-06-1609 tot 03-03-1644     Pdf Inv.nr. 61, folio 46v en f 47r d.d. 30-6-1609.

Andries Jan Wouter Aertsse heeft gelooift ende geloift mits desen de naergelaeten weeskijnderen
wijlen Niclaes Dirck Buenen daer moeder af is Geertruijt Ghijsbertsdochter tegenwoirdighe huijsvrouwe van den voirst. Andries Jansse

de somme van 457 gld. 3 st. en 3 oirt te betaelen St. Jansmisse

als men schrijfen sal 1615, ende dat ter causen van imboel ende meubelen vervallen in den sterfhuijs der voirst. kijnderen vader ende bij den voirst. Andries Jansse gecocht ende gemijnt

de selvinghe penningen den voirst. tijt te gebruijcken sonder intrest ter insien mede van den alimentatie ende onderhoudt dat de voirst. Andries Jansse de voirst. kijnderen is diende voor welcke betalinghe
de voirst. Andries Jan Aertsse verbijnt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, de selven stellende onder coertie, bedwanck ende indicatieve van allen heeren hoven bancken, recht ende richteren.

Testes, P. Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten junij 1609.

In marge: Ghijsbert Claessen Buenen bekent ende lijdt midts desen als dat Lenaert Jansse Oirlemans
als man ende momboir van Magdalena dochter Andries Jan Woutersse hem dese 457 gld. 3 st. 3 oirt ten vollen betaelt heeft met allen den intrest daer aff ter date deser onderschreven.

Testes, Dingeman Jansse en Dirck van Duppen. Actum 3e martij 1644.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 46v/47r]
Schuld:
van 28-12-1622 tot 27-02-1647     RAT. Loon op Zand. R 63 f 155v d.d. 24-6-1642.

Lenaert Jansse Oirlemans soo voor hem selven als mede hem fort ende sterck maeckende voor Willem Mattheeus Jansse Berchmans,
heeft bekent ende beleden, kent ende lijdt midts desen

vuijt handen van Hendrick Aertssen de Brabere als wettich momboir van Judith onmondige dochtere wijlen Cornelis Willem Werdts van wegen der selver Judith

ontfangen te hebben de somma van vijfftich ca. gld. wesende deene helft van alsulcke somme van hondert ca. gld. capitaels
als wijlen Cornelis Willem Weerdts haeren vader van Mattheeus Jansse in voirgaende jaeren opgenomen heeft volgens de lijste van den aengebrochte schulden hierboven voor schepenen van Venloon den 28 decembris 1622 gemaeckt ende gepasseert.

Gelovende de voirst. Lenaert Jansse als schuldenaer principael op hem ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voirst. Judith oft haere goederen ter saecke van deene helft, dat voirst. somme van hondert guldens nimmermeer en
sal eijschen oft molesteren in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Verclaerende hiermede te vreenen te zijn dat de helft van
den selven hondert gulden capitaels ten laste van den voirst. Judith gestaen hebbende op den besceede daer van gemaeckt vuijt
crachten deser sal wordengecasseert.

Betaelen staende ten laste van Henrick soone wijlen Cornelis Willem Weerts haeren broeder met een geheel jaer intrest van den voirst. hondert gulden capitaels verschenen paesschen 1642 lestleden.

Oirconden dese bij den voirst. Lenaert neffens mij secretaris onderteeckent opten 24ejunij 1642.
W.g. Willem Mattheeus Jansse Berchmans bekent ende gelooft als voor.
Actum ut supra.
Lenaert Jansen Oirlemans. Willem Matheeus Jansse Berchmans.
Mij present D. Coomans.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 156r d.d. 27-2-1647.
Lenaert Jansse Oirlemans soo voor hem selven als mede als actie hebbende van Willem Mattheusse Berchmans sijnen oom,

heeft de helft van den bovengeschr. hondert guldens, die Henricksoone wijlen Cornelis Willem Werdts noch schuldich was volgens de
bovengeschr. acte,
wel ende wettelijcke opgedraeghen ende overgegeven Adriaen soone wijlen Cornelis Diercxsse van den Hove zijnen swager,

met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Lenaert op hem ende allen zijnen
goederen, hebbende ende vercrijgende, dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaenen vast ende stendich te houden ten
eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Testes, Ghijsbert Claessen et Peter Poisson. Actum 27 februarij 1647.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 156v d.d. 27-2-1647.

Alsoo Henrick Cornelis Willem Werdts opten 27e
februarij1647 ten behoeve van Adriaen Cornelis Diercxsse van den Hove eene
nijeuwe geloefte gedaen heeft ter somme van 50 ca. gld.

soo bekent den selven Adriaen dat daermede voldaen is de helft van de
bovengeschr. hondert guldens ten laste der voirst. Henricx volgens de bovengeschr. acte gestaen hebbende,
ende consenteert daeromme in de cassatie van allen voirgaende bescheeden hier van zijnde.
Testes, Ghijsbert Claessen et Peeter Poisson den 27e februari 1647.

Toelichting:
------------

Op 28 december 1622 was Lenaert nog onmondig, en was Willem Matheeus Jansse Berchmans zijn voogd, samen met Jan Adriaens.
Willem is de broer van zijn moeder Adriana Matheeus Jansse Berchmans, zijn oom dus via zijn moeders kant.

Adriaen Cornelis Diercxsse van den Hove is getrouwd met zijn zus Lijsbeth.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 155v-156r-156v]
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
van 16-12-1647 tot 24-05-1648     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 200r d.d. 16-12-1647.

Peeter Aertsse Oostvogel heeft geloeft te geven ende te betaelen aen Lenaert Janssen Oirlemans
nu tot vastenavont ierstcomende de somme van thien ca.
guldens goet gancbaer gelt ende dat ter saecken van seeckere verteerde costen ende verdrincke gelaegh bij Adriaen Balthazars ten huijs des voorst. Lenaerts gedaen ende verdrincken.

Dies soe hebben de voorst. Adriaen Balthazars ende met hem Huijbert Janssen als zijnen momboir beijde alhier present zijnde geloeft ende
geconcenteert dat de voorst. somme van thien guldens den voirn. Peeteren geloever sal valideren in mindernisse van alsulcke somme van penningen als hij aen de voorst. Adriaen Balthazars inden naeme zijnder huijsvrouwe noch schuldich is, volgens den bescheede daer van zijnde.

Ende heeft de voorst. Peter gelover voor de
voorst. somme verbonden zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende.

Gelovende oijck de selve somme ten daege voorst. te voldoen ende te
betaelen precis sonder langer delaye op pene van exe. sonder in contradictie,
oppoisite, appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ierst ende voor al sal wesen geschiedt.

Testes Dingeman Janssen ende Ghijsbert Claessen. Actum den
16e december 1647.

In marge: Lenaert Janssen bekent dat dese geloefte aen hem voldaen is.
Actum 24-5-1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 200r]
09-12-1648     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 93v/94r d.d. 9-12-1648

Willem sone Willem Adriaenssen Verdiesen
eenen schepene schultbrieff van hondert ca. guldens capitaels staende op het corpus der heerlicheijt van Venloon ende
welcke hondert guldens de schepenen ende borgemeesters der heerlicheijt van
Venloon bekent ende beleden hebben schuldich te wesen

heeren Gielissen van Hamsfoirt, priester, volgens den bescheede den iersten septembris 1634 onder de signatuere der voorst. schepenen ende borgemeesters van Venloon daeraff verleent,

ende welcken schultbrieff hij transportant bij opdrachte vercregen heeft tegens Jan Hendricxssen van IJerssel zijnen swaeger, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Lenaerden sone wijlen Jan Cornelissen Oirlemans,
cum litteris et jure effestucando (met bloeiende literatuur en recht?).

Gelovende de voorst. Willem als schuldenaer
principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende den
voorst. schultbrieff van hondert gld. capitaels den voorst. Lenaerden te waeren,
als men schultbrieven schuldich is te waeren, ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsbert Claessen et Dingeman Janssen.
Actum 9e december 1648
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 93v en 94r]
van 27-02-1655 tot 28-01-1657     Huijbert Floorissen bekent schuldig te zijn aan Lenaert Janssen
Oirlemans een bedrag van 147 gulden terzake van de koop van een
zwartbruine merrie.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 28-1-1657
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 77r]
van 27-02-1655 tot 29-01-1659     Goosen Lenaerts van den Hove bekent schuldig te zijn aan Lenaert
Janssen Oirlemans een bedrag van 36 gulden en 5 stuivers terzake
van de koop van 50 vaten rogge.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 29-1-1659
ingelost is.

Toelichting:
-------------
Lenaert is de broer van Jan, die getrouwd is met Agneesken van den Hove. Goossen is haar broer.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 77v]
Transport:
18-01-1646     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 87r d.d. 18-1-1646.

Claes Janssen van Gorp een stuck heijelants,

breet 22 roeden ende thien voeten ende lanck eenentwintich roeden ende een halff, ende alsoe int geheel groot wesende negen loopensaeten ende omtrent vier oft vijffendertich roeden, gespleten
ende gedeelt vuijt een meerder stuck heijelandts hem Claessen toebehoirende in een hoeve lants genoempt de Duijcxe Hoeve, gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

’t voorst. geheel stuck heijvelts
oistwaerts ende noirtwaerts aen erffenisse Jan Geeridt Thonissen ende zuijtwaerts aen erffenisse
eensdeels van Peter sone wijlen Cornelis Adriaens ende
eensdeels aen erffenisse van Geeridt Cornelis Corsten ende
van Lenaert Janssen Oirlemans,

soe hij seijde, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven den voorn. Geeriden sone Cornelis Corsten voor deene helft ende den voorn. Lenaert Janssen Oirlemans voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Claes als schulder principael op hem ende allen
zijne goederen hebbende ende vercrijgende ’t voorst. stuck heijelants den voirn. Geeriden ende Lenaerden te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangien ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsb. Claessen et Dirck van Duppen. Actum 18 januarij 1646.

In marge: Jan Janssen van Gorp naest dit stuck heijelants ende heeft sup se et bona sua etc. geloeft alles te doen des een naederman is schuldich te doen.

Testes Scabini G. Claessen et D. Duppen. Actum 18 januari 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 87r]
16-03-1647     Pdd RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 174r/v d.d. 16-3-1647.

Agneesken Jans dochtere naegelaetene wed. wijlen Geeridt Jan Geeritssen alias Geeridt Cort Henssen, ende met haer Jan Janssen Smidt soe als haeren gecoren momboir als mede als momboir van de vijff onmondige kinderen der voorst. Agneesken bij den voornoempden Geeridt tsaemen verweckt,

een vijffste gedeelt haer Agneesken ter tochte ende den voorst. onmondighe kinderen ten erffrechte competerende in vijff verscheijde bodems soe groot ende cleijn gelegen als de selve bijnnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijn
ende waer van dandere vier vijffste gedeelten ombedeijlt zijn toebehoirende Thomas Thomasssen Egmonts, de erffgenaemen wijlen Dierck Quirijnen, Adriaen Joosten ende Jan Quirijnen erffgenaemen,

soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Adriaen Janssen, vorster deser heerlicheijt van Venloon voor deene helft, ende Lenaert Janssen Oirlemans voor dandere helft,

tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte der voorst. Agneesken ende haere voorst. kinderen daer inne eenichsins competerende.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Agneesken metten voorst. Jan Janssen de Smidt inder
qualiteijt voorst. op verbant van allen haere ende der voorst. onmondige kinderen goederen hebbende ende vercrijgende ’t voorst. vijffste gedeelt in de voorst. vijff bodems den voirn. Adriaen Janssen ende Lenaert Janssen Oirlemans elcke voir de helft te waeren,
als men erffne schuldich is te waaeren ende allen commer, calangie
ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen et Peter Poisson. Actum 16 martij 1647.

Idem: Jan Janssen Smidt woonende tot Sprangh heeft hem waerborge gestelt ter somme van vijff guldens, dwelcke voorst. 5e gedeelt inde voorst. bodems gecost heeft. In cas nu oft hiernaemaels daer op eenige commer, calangie oft aentael geraeckte te comen, daer voor verbindende etc. Dies heeft Agneesken wed. Geeridt Janssen den voirn. Jan Janssen Smidt te indemneren, costeloos ende schaedeloos te houden. Testes et actum ut supra.

Agneesken Jans dochtere bekent dat de coopers haer de cooppenningen van dit voorst. 5e gedeelt ter somme van 5 gld. betaelt hebben. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 174r/v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
13-03-1652     Samenvatting:
----------------

Leendert Janssen Oerlemans, ook wel Oirlemans geschreven, wonend tot Venloon, ook wel Loon op Sant genoemd, koopt 8 hond weiland van Jan Adriaense Hamel, wonend tot Besoyen.

Het weiland ligt achter de huysinge van Claes Goyers de Wit, tot de Schouwvloot toe.
Het weiland kost 800 gulden en Leendert zal het in 3 termijnen betalen.

De 40e penning bedraagt 19 gulden en 10 stuivers.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv 658 van 1644-1660 f.16r]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
24-02-1656     Jan Jan Willemssen Basters transporteert goederen aan Lenaert Janssen
Oirlemans en Geeridt Cornelis Corsten.
De kooppenningen zijn volledig betaald.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 112v]
Verkoop:
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
02-03-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 155r/v d.d. 2-3-1649.

Claes sone wijlen Jan Cornelis van Gorp heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Janssen Basters een stuck heijevelts soe groot ende cleijn als ’t selve bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven inde Duijcxse hoeve gelegen is ende liggende noirtwaerts teijnden

alsulcken stuck heijevelts als hij transportant in voirgaende jaeren vercocht ende opgedraegen heeft tegen behoeve van Lenaert Janssen Oirlemans voor de eene helft,
ende Geeridt sone Cornelis Corsten voor dandere helft,

ende welck voorst. ierst genomineert stuck heijevelts
oistwaerts nijet wijder en sal strecken dan ’t voorst. stuck heijevelts des voorst. Lenaerts ende Geeridts aldaer begraeven is,

gelegen zijnde ’t selve stuck heijvelts tusschen andere erffenisse des voirst. Claes transportants aen deen zijde oistwaerts
te weten aen de zuijdenzijde van de voorst. stege ende
achter over de selve stege vuijtwijsens d’oudt graftken ende slootken aldaer neffens erffenisse der voorst. kinderen dijn ’t voirst. slootken ende graftken is toebehoirende,
ende tusschen den gemeijnen waterlaet aen dandere zijde westwaerts ende streckende van erffenisse des voorst. Lenaerts ende Geeridts noirtwaerts over de stege aldaer liggende tot aen erffenisse van Jan Janssen Basters ende zijnen onmondighe kinderen.

Ende welcke voirst. stege de voirst. Jan Janssen coopere aldaer tot geerffne van de proprietarissen van de Duijcxe Hoeve over ’t voirst. stuck heijvelts schuldich ende verbonden sal wesen te laeten gaen ende loopen, soe ende gelijck de selve stege tegenwoirdich aldaer is liggende, soe hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Claes als schuldenaer principael op hem ende allen zijne
goederen, hebbende ende vercrijgende ’t voirst. stuck heijevelts den voirn. Jan Jansen Basters te waeren, als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen
geheelijcken.
Vuijtgenomen des dorps commer ende de gebuerlijcke lasten ende
servituten tot ’t voirst. stuck heijevelts behoirende. Testes Ghijsbert Claessen et Bastiaen Stoffelen.
Actum 2e martij 1649.


Toelichting:
-------------

Lenaert heeft in voorgaande jaren het heiveld aan t Craenven bij de Duikse Hoeve gekocht. De exacte datum is niet bepaald, maar de ligging is hiermee nog wel behoorlijk goed te bepalen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 72 f 155r/v]
26-03-1656     Samenvatting:
----------------

Peeter Luijcassen Wttenbroeck, wonend tot Besoyen verkoopt aan Lenaert Janssen Oerlemans en Adriaen Janssen van Buerden een hooi- of weiland, in Besoyen gelegen over de Oude Straet, 8 hond groot,

alwaer ten oosten naest geeerf is Gantrof of de Graeffelijckheijt van Hollant
ten west Adriaen Verhoeven cum suis,
strekkende van Jan Emmen de Rijcken sijn erve, noordwaarts op tot ten Halleve Gantel toe ende Steeghen hier op na den Oude Heercomen.

20 gulden den 40e penning

21 meert 1656
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur 1651-1660 Inv. 658 f. 68r scan 75]
Getuige bij:
25-01-1651     kerkelijk huwelijk Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberch en Lijsbeth Oirlemans (geb. 1613) [zie 768,II]    [broer bruid]   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v]
Leendert trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 26 november 1639 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r] met Magdalena Andries Jan Wouters van Broechoven (afb. 513), 21 jaar oud, nadat zij op woensdag 9 november 1639 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r]. Bij het kerkelijk huwelijk van Leendert en Magdalena was de volgende getuige aanwezig: Guilielmus Henrici. Bij de ondertrouw van Leendert en Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Lambertus Corneli en Andrea Joannes.
Notitie bij het huwelijk van Leendert en Magdalena: De 4e getuige is Johannes .e.kens.

Bij hun huwelijk en bij de dopen van de 6 kinderen is als achternaam Oirlemans geschreven. Later zijn hij en ook de kinderen De Bont genoemd.
Magdalena is een dochter van Andries Jan Wouter Aert van Broechoven. Zij is gedoopt op dinsdag 20 november 1618 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f.45]. Bij de doop van Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus van Duppen en Margarita Reinaldis. Magdalena is overleden vóór vrijdag 16 januari 1671, ten hoogste 52 jaar oud.
Deling van goederen:
16-01-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 45r t/m 48v d.d. 16-1-1642.

Huijbert Janssen als man ende momboir van Engelken zijne huijsvrouwe
ende Jan Daniel Willemssen van Gorchum als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe,
gesusteren dochteren wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven,
soe in dijer qualiteijt voor hen selven als voor Maijken Wouters sijne schoonsustere, daer voor zij hen sterck maecken midts desen.
De voorst. Huijbert insgelijcx als momboir van Maijken onmondige dochtere wijlen Jan sone wijlen Wouter Janssen voirgenoempt. ende de selve Huijbert ende de voorst. Jan Daniel Willemssen als wettighe momboire van Cornelis oijck sone des voorst. wijlen Wouter Jan Wouters van Broechoven ter eerste.

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Andries Jan Wouters van Broechoven ter tweede.

Wouter sone wijlen Joost Hendrick Willemssen daer moeder aff was Jenneke dochtere wijlen des voorst. Jan Wouters van Broechoven soe voor hem selven als voor Willem ende Henricken zijne broeders ende Jan Aert Wijten als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Joost ende Jenneken voorgen. ter derden.

Jan Eelants van Spaendonck als man ende momboir van Anneke zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Wouter Aertsse van Broechoven ten vierde.
Andries Peter Andriessen als man ende momboir van Mechtelt zijne huijsvrouwe, ende Willem Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe, gesusteren dochteren ders voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen ende Magdaleen Andries dochtere de Weerdt ter vijffder ende 6e zijden.


Hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van seeckere parceelen van erffgoederen hen luijden ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven ende Magdaleen dochtere Andries de Weerdt, hennen
vader ende moeder, ende grootvader ende grootmoedere in der qualiteijt voorst. respective bij den rechte van successie erffelijck aengecomen soe men verclaerden.


Overmits welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is den voornoempden Huijberden Janssen ende Jan Daniel Willemssen soe tot hennen behoeffne, als ten behoeffne van d’andere voorgenoempde erffgenaemen wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven voor d’eene helft

ende Lenaerden sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft t’saemen onbedeijlt te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen eenen ackerlants met een heijeveldeken daer teijnde aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Helvoirt ter plaetsen genoempt het Eijnde,
oistwaerts aen sheerenstraete,
zuijtwaerts Herman Jacops,
westwaerts aen de gemeijnte van Haren ende
noirtwaerts aen erf. van Peter Peter Driessen.

Noch een ackerken lants daer tegens over de straete gelegen, oistwaerts aen het broeck,
zuijtwaerts aen erffenisse van Wouter Peter Franchois,
westwaerts aen sheerenstraete
ende noirtwaerts aen Herman Jacops.

Ende noch twee parceelen erffenisse deen teijnde den andere liggende, eensdeels weije ende eensdeels heije ende moergronden wesende, gelegen aen die Escher heije,
oistwaerts aen de gemeijnte der naebueren van Esch,
zuijtwaerts Laureijs Jan Wouters
ende zijne consoirten westwaerts aen de Leije ende
noirtwaerts aen erff. eertijts Wouter Peter Franchois.

Allen de voorst. parceelen soo groot ende cleijn als de selve ter voorst.
plaetsen gelegen zijn ende gelijck Jan Wouter Aerts de selve met zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achter gelaeten heeft.

Ende daerenboven sal dit loth ontfangen van Cornelis Joosten woonende in Udenhout de somme van hondert gld. de welcke de selve Cornelis aen ende ten behoeve van den gelijcke erffgenaemen wijlen Jan Wouters
voornt. met meer andere opgenomen penningen schuldich is.

Op welcke parceelen van goederen t’saemen op allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Huijberts ende Jan in de voorst. qualiteijt ende ten behoeve van henne bovengen. mede erffgenaemen voor de eene helft ende ten behoeffne des voorst.

Lenaerts als man ende momboir zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft hebben de voorst. andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat men vuijt desen lote te weten vuijt ’t voorst. parceel heije, weije ende moergronden bij die Esscher heije gelegen jaerlijcx sal
gelden ’s Hertoge van Brabant eenen chijns van 4 st. oft daeromtrent, ende vuijtte voorst. twee parceelen ackerlants een halff mud roggen ’sjaers aen den heijlige geest van Oisterwijck, de welck men jaerlijcx betaelt met twee guldens 10 st. ende off hier naemaels bevonden wordden eenige chijns vuijt ’t voorst. heijeveldeken met recht te gaen, den selven chijns sal wesen tot laste van desen lote.
Dies soe sal men allen den achterstel mette boeten ende gewinnen van dijen tot date deser tot gelijcke coste affdoen. Met
conditien ut supra.


Overmits etc. soe is den voornoempden Wouteren sone wijlen Joost Henrick Willemssen soe tot zijnen behoeffne, als ten behoeve van zijne voorst. broeders ende sustere te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen een halff stuck hoije oft weijelants gelegen binnen der Vrijheijt van Waelwijck over den achtersten hoijgraft, gemeijne ende onbedeijlt met Aert Martens tot Haren, ’t geheel stuck aldaer gelegen
oistwaerts aen erffenisse eertijts Geriken Boom, endewestwaerts aen de erffgenaemen Maij Goijaerts,
streckende zuijtwaerts metten eenen eijnde aen de voorst. hoijgraft ende metten anderen eijnde
noirtwaerts aen de Maese, soe groot binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt d’Achterste Hoeven gelegen is met allen haere rechten ende toebehoirten, ende in alder vuegen ende manieren als de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven de selve hoeve midts zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achtergelaeten heeft.
Op welcke hoeve lants met haere voirst. toebehoirten cum litteris et jure ten behoeve des voorst. Jan Eelants ende Andries Peter Andriessen in der voorst. qualiteijt hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen effectucando.

Behoudelijck dat men vuijt dese hoeve lants sal gelden ’t sjaers aen mijn heere van Loon de helft van acht stuijvers ende 6 penningen chijns.
Ende noch de helft van een smael hoen aen de selven heere.

Oijck soe wordt geconditioneert dat alsoe seeckere questie ende proces voor
schepenen van den Bossche onbeslicht is hangende tusschen Mr. Jan Laurentij ter eenre ende de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven ter andere zijden raeckende de reeninge =(grens/palen) van de heijevelden, heijevennen ende andere gronden totte voorst. hoeve behoirende, dat zij deijlderen op hennen gelijcken coste ’t saemenderhant de selve proceduere ten vuijteijnde van den saecke toe sullen vervolgen ende helpen vuijtvueren.

Ende allen ’t gene bij sententie (=vonnis/rechtelijke uitspraak) aengaende de
selve reeninge geseeght ende vuijtgesproken sal wordden, ’t selve sullen de voorst. Jan Eelants ende Andries henne oiren erffnen ende naecomelingen hebben te achtervolgen ende sullen hen daermede oijck gecontenteert ende te vreden moeten houden.

Dies soe hebben zij deijlderen malcanderen geloeft, gelijck zij geloven midts desen, dat elck zijn seste gedeelt van alle oncosten tot het procequeren ende vervolgen van de voorst. processe meedich ten allen tijden daer toe versocht wesende promptelijck sullen opleggen ende betaelen. Op pene dat men den defaillianten (=niet verschijnende partij) daer voor vuijt crachte deser door alle dienaren van justitie sal moegen vuijtpanden als sheeren verwonnen schult. Met conditen ut infra.


Overmits etc. soe sal de voorst. Willem sone wijlen Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van de voorst. Marie zijnen voorst. huijsvrouwe met expres consent ende gedoogen der voorst. deijlderen hebben ende besitten de helft van twee blocken hoije oft weijelants, soe groot ende cleijn als de selve twee blocken gelegen zijn in den Ambachte van Besoijen over d’Oude Straete
tusschen erffenisse van Wijtman Peter Wijten ende Peter Janssen notore aen de eene zijde oistwaerts ende
tusschen erffenisse van Adriaen Roossen aen dandere zijde westwaerts, streckende metten eenen eijnde aen den oude straete ende
metten andere eijnde aen erff. van Jan Adriaen Heijligers noirtwaerts
ende van welcke twee blocken lants de andere helft hem Willem te voirens onbedeijlt was toebehoirende, metten voorn. Jan Wouter Aertssen van Broechoven zijnen schoonvader,
Ende staet te weten dat onder de helft van de voorst. twee blocken lants begrepen is een hont leengoets leenrectich aen den huijse van Gansoijen, de welck de voorst. Willem verclaert op hem eertijts verschenen te zijn met noch een ander hont lants in zijne wederhelft begrepen.

Ende hebben de voorst. andere mededeijlderen elck in der qualiteijt
voor verhaelt ten behoeffne des voorst. Willem Mattheeus Janssen in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe op de helft des voorst. twee blocken lants wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Dies soe heeft de voorst. Willem reciprore vertegen ende gerenuntieert ten behoeve van voorst. andere deijlderen op allen actien ende pretensien de welcke hij vuijt crachte van den voorst. verheff op ende
ten laste der selver deijlderen in eeniger manieren soude moegen pretenderen ’t sij tot goetdoeninge van ’t voorst. hont leengoets oft anderssins, alsoe hij verclaert dat hij selve hont lants met goede kennisse ende deliberatie in desen mede heeft laeten deijlen sonder opsicht van ’t voorst. verheff. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen respective in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende gebuerlijcke lasten ende servituten soe van wegen, stegen, watergangen ende andere alsoe sullen houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schade aff en sal comen in eeniger manieren. Mede dat elck over zijn loth sal wegen ende stegen die men van
rechts ende gewoonte wegen oft andersins naer den rechte van den lande schuldich is te wegen ende stegen.

Oijck dat zij allen achterstallige pachten ende andere schulden malcanderen sullen helpen aff doen tot date deser toe.
Ende soe op ijemants portie oft gedeelte eenigen commer quamp daer men ten deser tijt nijet aff en weet, dat zij malcanderen den selven sullen helpen draegen.

Reserverende voirts zijn deijlderen tot hennen gelijcken behoeffne alle hueren ende pachten met allen verloopen intresten voor date deser verschenen.

Met allen andere vuijtstaende penningen in desen nijet gedeijlt.

Promittentes actum etc. Testes Ghijsbert Claessen et Heijliger Diercx.
Actum 16e januarij 1642.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 45r/48v]
17-01-1671     Pdf
Rechterlijk Archief Loon op Zand
inventarisnummer 81, 1670-1674
Bewerkt door: J.A.H.Boeren

Andries, zoon van Lendert Janssen de Bont en Maghdelena Andries
Jans van Broechoven,
maakt een boedelscheiding met Heijliger Janssen Oirlemans en Wouter Andries Cuijpers, als voogden over de
vijf onmondige kinderen (Johannes, Maria, Geertruijt, Adrana,
Jenneken) van Lendert en Machdelena.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v/71v]
Overeenkomst:
van 30-06-1609 tot 03-03-1644     Pdf Inv.nr. 61, folio 46v en f 47r d.d. 30-6-1609.

Andries Jan Wouter Aertsse heeft gelooift ende geloift mits desen de naergelaeten weeskijnderen
wijlen Niclaes Dirck Buenen daer moeder af is Geertruijt Ghijsbertsdochter tegenwoirdighe huijsvrouwe van den voirst. Andries Jansse

de somme van 457 gld. 3 st. en 3 oirt te betaelen St. Jansmisse

als men schrijfen sal 1615, ende dat ter causen van imboel ende meubelen vervallen in den sterfhuijs der voirst. kijnderen vader ende bij den voirst. Andries Jansse gecocht ende gemijnt

de selvinghe penningen den voirst. tijt te gebruijcken sonder intrest ter insien mede van den alimentatie ende onderhoudt dat de voirst. Andries Jansse de voirst. kijnderen is diende voor welcke betalinghe
de voirst. Andries Jan Aertsse verbijnt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, de selven stellende onder coertie, bedwanck ende indicatieve van allen heeren hoven bancken, recht ende richteren.

Testes, P. Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten junij 1609.

In marge: Ghijsbert Claessen Buenen bekent ende lijdt midts desen als dat Lenaert Jansse Oirlemans
als man ende momboir van Magdalena dochter Andries Jan Woutersse hem dese 457 gld. 3 st. 3 oirt ten vollen betaelt heeft met allen den intrest daer aff ter date deser onderschreven.

Testes, Dingeman Jansse en Dirck van Duppen. Actum 3e martij 1644.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 46v/47r]
IV. Adriaentken Jan Cornelis Oirlemans. Adriaentken is overleden na woensdag 16 maart 1633.
Notitie bij overlijden van Adriaentken: In de akte van 16 maart 1633 is zij samen met haar broers Jan en Lenaert genoemd.
In de akte van
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
hoven_leonardus_gooswini_van_den__rentmeester_van_de_heer_van_loon__overleden_op_29_januari_1630_in_loon_op_zand_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_overlijdens_1624-1650_blad_168.jpg hove_leendert_goossen_van_den__en_antonisken_jan_stevens__hun_erfgenamen_doen_afstand_van_een_hooi-_of_weiland_in_baardwijk_op_26_jan._1654_-_baardwijk_-_dorpsbestuur_1652-1667_inv._144_akte_47_f._28v.jpg hove_leendert_goossen_van_den__en_antonisken_jan_stevens__hun_erfgenamen_doen_afstand_van_een_hooi-_of_weiland_in_baardwijk_op_26_jan._1654_-_baardwijk_-_dorpsbestuur_1652-1667_inv._144_akte_47_f._29r.jpg
514 Hoven Leonardus Gooswini van den, rentmeester van de Heer van Loon, overleden op 29 januari 1630 in Loon op Zand - Loon op Zand - Inv. 2 RK Overlijdens 1624-1650 blad 168
515 Hove Leendert Goossen van den, en Antonisken Jan Stevens, hun erfgenamen doen afstand van een hooi- of weiland in Baardwijk op 26 jan. 1654 - Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v
516 Hove Leendert Goossen van den, en Antonisken Jan Stevens, hun erfgenamen doen afstand van een hooi- of weiland in Baardwijk op 26 jan. 1654 - Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 29r
770 Leonardus Gosuinus (Leendert, Lenaert) van den Hove (afb. 514 t/m 516). Leendert, Lenaert is overleden op dinsdag 29 januari 1630 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK overlijdens 1624-1650 f. 168].
Notitie bij overlijden van Leendert, Lenaert: Vilicius Domini Loon = Rentmeester van de Heer van Loon
Notitie bij Leendert, Lenaert: Ook wel Lenaert Goossens van den Hove genoemd in akten van zijn kinderen.
Functie:
29-01-1630     Rentmeester van de Heer van Loon (Bij zijn overlijden staat Villicius Domini Loon.)   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK overlijdens 1624-1650 f. 168]
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
Erfdeling:
15-04-1628     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 39v t/m 40v d.d. 15-4-1628.

Lenaert Goossens van den Hove als actie ende cessie hebbende van Adriaen Jan Gijben ter eenre,
ende Jan Janssen Stevens geassisteert met Joncker Matthijs Cannaerts, schouteth der heerlicheijt van Venloon in den naeme van de onmondige kinde van wijlen Hendrick Goijaerts ter andere zijden,

hebben onderlinghe ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdinge
eender stede metter erffenisse daeraenliggende,
genoempt de stede aen de Lijnde,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Craenven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe is Lenaerden Goossens van den Hove bij blinde lothe te deele bevallen het groot woonhuijs der selver stede met eene roije erffenisse van den
huijse aff westwaerts op liggende, streckende naer sheerenstraete zuijtwaert op.

Item noch den geheelen hoff aen de oisteneijnde van den voorst. woonhuijse int viercant gelegen
beginnende van den noirdenoistense hoeck van het selve woonhuijs ende streckende totten iersten pael van het corenlant der voorst. stede ende daer toe de oistense zijde van het corenlant der voorst. stede,
de selve oistense zijde oistwaert aen Cornelis Peter Oirlemans ende de erffgenaemen van wijlen
Adriaen Huijben met meer anderen,
zuijtwaert den bovengeschr. hoff,
westwaert het voorst. onmondich
kindt hier tegendeijlende ende noirtwaert de voorst. Cornelis Peter Oirlemans.

Allen de voirst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij deijlderen de selve affgepaelt hebben.

Op welcke parcheelen tsaemen op allen schepene letteren ende
munimenten daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Lenaert Goossens heeft de voorst. Jan Janssen Stevens in den naeme ende geassisteert als voor wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden
ende betaelen de hellicht van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte voorst. geheele stede
te vergelden staende, midtsgaders oijck dat men over de voorst. roije erffenisse wegen ende stegen sal
het voorst. onmondige kijndt van Hendrick Goijaerts hier tegen als voor deijlende. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe is den voorst. onmondighe kinde van wijlen Hendrick Goijaerts bij blinde lothe te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de schuere der voorst. stede metter groese aen de zuijde
zijde ende een geerveldeken aen de oistenzijde van de selve schuere gelegen, oistwaert de roije erffenisse ende den hoff Lenaerden Goossens bij dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,
zuijtwaert sheerenstraet,
westwaert Zacharias Willems ende
noirtwaert de westense zijde van het corenlant der voorst. stede

ende daer toe alnoch de voorst. westense zijde van het corenlant,
oistwaert Lenaert Goossens hier tegen deijlende,
zuijtwaert het voorst. geerveldeken ende de groese,
westwaert Dierck Raessen van Grevenbroeck ende
noirtwaert Cornelis Peter Oirlemans.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra.

Op welcke parcheelen etc. ut supra, mutaties muntandis etc.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt soe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcken lasten ende rechten tot elcx portie staende, alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dander egheen hinder off schaede aff en sal comen in eeniger
manieren.

Ende off er eenigen commer met recht meer op ijemants portie geraeckte te comen, daer men ten deser tijdt nijet aff ende weet, dat zij deijlderen den selven malcanderen sullen helpen draegen in twee gelijcke
portien.

Oijck soe sullen zij deijlderen malcanderen helpen helpen onderhouden, te hecken ende de posten van dijen voer aen sheerenstraete sulcx dat deen bij gebreke des anders daer van nijet beschaedigt en wordde.

Gelovende de voorst. deijlderen te weten de voorst. Lenaert op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. Jan Stevens metten voorst. schouteth op verbintenisse
van allen de goederen des voorst. onmondigen kinde insgelijcks hebbende ende vercrijgende dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen ende elck
deen den anderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.
Alles sonder argelist.

Testes Dierck Raessen ende Ghijsbrecht Claessen den 15e april 1628.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 39v/40v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Hij trouwde met
771 Antonetta Johannis (Anthonisken) Stevens. Anthonisken is overleden vóór donderdag 21 maart 1652.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
26-01-1679     Jan en Anthonij, tevens voor hun broer Marten, allen kinderen van Goossen Leenderts van den Hove en Commerken Jacobs, maken een boedelscheiding.   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v - 69]
Schuld:
van 20-03-1645 tot 06-05-1647     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 32v d.d. 20-3-1645.

Willem Eelants van Spaendonck int bijwesen ende met consent van Anthonisken Jan Stevens die ..(JM: Diercx?) zijne huijsvrouwe heeft geloeft als schuldenaer principael hem ende allen zijne ende zijnder voorst. huijsvrouwe goederen hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen is soe in Brabant, Hollant als elders,

Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
de somme van vijfftich ca. guldens, te geven ende te betaelen van heden date deser over een jaer met drije ca. guldens intrest in gelde alsdan cours ende ganck hebbende.
Ende off ’t gebeurden dat hij geloever met consent den Cornelis Jans de voorst. somme langer geraeckte onder te houden, geloeft den voorst. Jannen daer van intrest te betaelen naer loop ende laps des tijts.
Met conditien hier inne toegedaen dat off deen off dandere van partijen ten expireren van den jaere oft daer naer de voorst. somme wederomme begeerden te hebben off te restitueren, dat zij ’t selve malcanderen een
vierendeel jaers te voirens in presentie van twee getuijgen sullen opseggen ende vercondigen ende sullen zij hen reciprore naede gedaene opsegginge tot het betaelen ende off ontfangen der voorst. somme gereet hebben te maecken ende houden.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen. Actum 20e martij 1645.

In marge: Jan Cornelis Oirlemans bekent dese geloefte betaelt te zijn metten intrest.
Actum 6 maij 1647
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.32v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Getuige bij:
31-08-1642     doop Jacobus Goswini Leonardi van den Hove (geb. 1642)    [grootmoeder vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 75]
Anthonisken trouwde (2) met Willem Eelants van Spaandonck.
Kinderen uit dit huwelijk:
hove_maria_leonardi_van_den__doet_onderrouwt_voor_de_rk_kerk_met_valerius_laurentii_op_13_jan._1635_en_trouwt_op_4_febr._1635_-_oon_op_zand__-__inv._2_trouwboek_1624-1651_f._134v.jpg
517 Hove Maria Leonardi van den, doet onderrouwt voor de rk kerk met Valerius Laurentii op 13 jan. 1635 en trouwt op 4 febr. 1635 - oon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 134v
I. Maria Leonardi Gosuini de oude van den Hove (afb. 517).
Notitie bij de geboorte van Maria: Bij haar huwelijk in 1635 kan dit niet de Maria zijn die in 1620 geboren is, daarom noemen we haar "de oude", en de andere "de jonge".
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
14-02-1670     1. Loureijs,
2. Lendert,
3. Cornelis Gerit Colen gehuwd met Elisabet,
4. Peter Elias gehuwd met Anna,

allen kinderen van Wouter Loureijs en Maria Lenderts van den Hove,
5. Jan Loureijs en Hendrick Hendricxs als voogden over Aerdt, onmondige zoon van genoemde Wouter en Maria,

maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 6v en inv 80 f.40]
Schuld:
van 04-05-1653 tot 22-03-1675     Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Wouter
Laureijssen ten behoeve van diens vijf onmondige kinderen bij
wijlen Maijke de oude, dochter van Lenaert Goossens van den Hove, een bedrag van 80 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 22-3-1675
voor 3/5 deel bij Aert Wouter Laureijssen, Peter Elias Jans, gehuwd met
Anna Wouter Laureijssen, en Peterken, weduwe van Laureijs Wouters, ingelost is.
6-5-1653

Folio 51
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Lenaerts van den Hove een bedrag van 80 gulden.
6-5-1653

Folio 51v
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove en Ghijsbrecht Hendricxssen, als voogden over
de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken Lenaerts
van den Hove, een bedrag van 60 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 13-12-1674
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 75 f. 51v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Maria trouwde op zondag 4 februari 1635 in Loon op Zand met Wouter Loureijs Wouters, nadat zij op zaterdag 13 januari 1635 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 134v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Maria en Wouter waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Elia en Steven van den Hove (1614-na 1676) [zie 770,IV] [broer bruid]. Bij de ondertrouw van Maria en Wouter waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Elia en Steven van den Hove (1614-na 1676) [zie 770,IV] [broer bruid].
Notitie bij het huwelijk van Maria en Wouter: Als getuige is Stephanus Leonardi genoemd.
Deling van goederen:
14-02-1670     1. Loureijs,
2. Lendert,
3. Cornelis Gerit Colen gehuwd met Elisabet,
4. Peter Elias gehuwd met Anna,

allen kinderen van Wouter Loureijs en Maria Lenderts van den Hove,
5. Jan Loureijs en Hendrick Hendricxs als voogden over Aerdt, onmondige zoon van genoemde Wouter en Maria,

maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 6v en inv 80 f.40]
hove_gosuinis_leonardi_gosuini_van_den__rk_gedoopt_op_11_mei_1608_in_oisterwijk__zoon_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._1_doopboek_1597-1610_f._59.jpg
518 Hove Gosuinis Leonardi Gosuini van den, rk gedoopt op 11 mei 1608 in Oisterwijk, zoon van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 59
II. Gosuinis Leonardus Gosuini van den Hove (afb. 518). Hij is gedoopt op zondag 11 mei 1608 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 59]. Bij de doop van Gosuinis waren de volgende getuigen aanwezig: Willem Baeckels en Dypmna Cornelii.
Notitie bij de geboorte van Gosuinis: Over de achternaam van Willem ben ik niet zeker.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
III. Agneesken Lenderts (Agnes) van den Hove, gedoopt op zondag 11 oktober 1609 in Oisterwijk (zie 385).
hove_stephanus_leonardi_gosuini_van_den__rk_gedoopt_op_29_juni_1614_in_oisterwijk__zoon_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._2_doopboek_1612-1627_f._15v.jpg
519 Hove Stephanus Leonardi Gosuini van den, rk gedoopt op 29 juni 1614 in Oisterwijk, zoon van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 15v
IV. Stephanus Leonardus Gosuini (Steven) van den Hove (afb. 519). Hij is gedoopt op zondag 29 juni 1614 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 15v]. Bij de doop van Steven waren de volgende getuigen aanwezig: Jodoca Joannis en Henricus Adriani van Oirt. Steven is overleden na maandag 23 maart 1676, minstens 61 jaar oud.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Borgstelling:
30-05-1656     Aert Adriaenssen van Broechoven en Steven Lenaertssen van den Hove
stellen zich borg voor Goossen Lenaerts van den Hove die op 28
oktober 1655 een stede gekocht heeft van Jan Lambertssen Rommen voor een bedrag van 2200 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 127]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
Overeenkomst:
23-03-1676     Henrick Henricx Verhoeven, weduwnaar van Elisabeth Leendert van den Hove, heeft twee zonen:
Henrick de oude (overleden) en Henrick de jonge,
en wil opnieuw gaan trouwen met Elisabeth Janse Snoeck.

Henrick Henricx Verhoeven en Elisabeth Janse Snoeck sluiten een overeenkomst met Steven Lenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven, als voogden over Hendrick Hendricx Verhoeven de jonge.

In de akte hierna:
Hendrick, zoon van Hendrick Hendricx Verhoeve en Elisabeth Leenderts van den Hove, ontslaat zijn
voogden Steven Leenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven van hun verplichtingen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 10v]
Schuld:
van 04-05-1653 tot 22-03-1675     Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Wouter
Laureijssen ten behoeve van diens vijf onmondige kinderen bij
wijlen Maijke de oude, dochter van Lenaert Goossens van den Hove, een bedrag van 80 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 22-3-1675
voor 3/5 deel bij Aert Wouter Laureijssen, Peter Elias Jans, gehuwd met
Anna Wouter Laureijssen, en Peterken, weduwe van Laureijs Wouters, ingelost is.
6-5-1653

Folio 51
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Lenaerts van den Hove een bedrag van 80 gulden.
6-5-1653

Folio 51v
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove en Ghijsbrecht Hendricxssen, als voogden over
de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken Lenaerts
van den Hove, een bedrag van 60 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 13-12-1674
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 75 f. 51v]
19-03-1664     Jan Adriaen Janssen van de Pasch bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove een bedrag van 12 gulden terzake van de koop
van een aftandse merrie.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 145v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
van 12-12-1654 tot 04-04-1656     Folio 47v
Aert Janssen Greelmaecker, wonende te Waalwijk en gehuwd met
Adriaentken Jan Cornelis Verhoeven, transporteert goederen aan
Steven Lenaert Goossens van den Hove.
12-12-1654
Folio 48
Steven Lenaert Goossens van den Hove bekent schuldig te zijn aan
Aert Janssen Greelmaecker een bedrag van 140 gulden terzake van een
transport opheden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 4-4-1656
ingelost is.
12-12-1654
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 47v en 48]
van 04-05-1660 tot 19-03-1664     Folio 11
Steven Lenaert Goossens van den Hove transporteert goederen aan Jan
Adriaen Janssen van de Pasch.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat het transport op 19-3-
1664 vernietigd is.

Folio 11v
Jan Adriaen Janssen van de Pasch bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove twee jonge stieren terzake van een transport
op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat het transport op 19-3-
1664 vernietigd is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 78 f. 11 en 11v]
Getuige bij:
13-01-1635     ondertrouw Wouter Loureijs Wouters en Maria Leonardi Gosuini de oude van den Hove [zie 770,I]    [broer bruid]   [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 134v]
04-02-1635     kerkelijk huwelijk Wouter Loureijs Wouters en Maria Leonardi Gosuini de oude van den Hove [zie 770,I]    [broer bruid]
hove_gosuinis_leonardi_gosuinis_van_den__rk_gedoopt_op_19_febr._1617_in_oisterwijk__zoon_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._2_doopboek_1612-1627_f._31v.jpg hove_goossen_leenderts_van_den__en_commerken_jacobs__deling_door_hun_kinderen_jan__anthony_en_marten_op_26_jan._1679_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._82_f._68v.jpg hove_goossen_leenderts_van_den__en_commerken_jacobs__deling_door_hun_kinderen_jan__anthony_en_marten_op_26_jan._1679_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._82_f._69r.jpg hove_goossen_leenderts_van_den__en_commerken_jacobs__deling_door_hun_kinderen_jan__anthony_en_marten_op_26_jan._1679_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._82_f._69v.jpg
520 Hove Gosuinis Leonardi Gosuinis van den, rk gedoopt op 19 febr. 1617 in Oisterwijk, zoon van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 31v
521 Hove Goossen Leenderts van den, en Commerken Jacobs, deling door hun kinderen Jan, Anthony en Marten op 26 jan. 1679 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v
522 Hove Goossen Leenderts van den, en Commerken Jacobs, deling door hun kinderen Jan, Anthony en Marten op 26 jan. 1679 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 69r
523 Hove Goossen Leenderts van den, en Commerken Jacobs, deling door hun kinderen Jan, Anthony en Marten op 26 jan. 1679 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 69v
V. Gosuinus Leonardus Gosuini (Goos) van den Hove (afb. 520 t/m 523). Hij is gedoopt op zondag 19 februari 1617 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 31v]. Bij de doop van Goos was de volgende getuige aanwezig: Angela Stephany.
Notitie bij de geboorte van Goos: De andere doopgetuige is Gerardus Jernaty (?)
Goos is overleden vóór donderdag 26 januari 1679, ten hoogste 61 jaar oud.
Adres:
22-02-1664     Nieuwe Moerstraat, Loon op Zand (op het Nieuw Verlaat)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 137v]
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Borgstelling:
30-05-1656     Aert Adriaenssen van Broechoven en Steven Lenaertssen van den Hove
stellen zich borg voor Goossen Lenaerts van den Hove die op 28
oktober 1655 een stede gekocht heeft van Jan Lambertssen Rommen voor een bedrag van 2200 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 127]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
26-01-1679     Jan en Anthonij, tevens voor hun broer Marten, allen kinderen van Goossen Leenderts van den Hove en Commerken Jacobs, maken een boedelscheiding.   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v - 69]
Pacht:
17-05-1662     Jonker Robert Grahame, rentmeester en ontvanger van de heer van
Loon,
verpacht goederen aan Goossen Lenaertssen van den Hove.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 54]
Schuld:
van 04-05-1653 tot 22-03-1675     Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Wouter
Laureijssen ten behoeve van diens vijf onmondige kinderen bij
wijlen Maijke de oude, dochter van Lenaert Goossens van den Hove, een bedrag van 80 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 22-3-1675
voor 3/5 deel bij Aert Wouter Laureijssen, Peter Elias Jans, gehuwd met
Anna Wouter Laureijssen, en Peterken, weduwe van Laureijs Wouters, ingelost is.
6-5-1653

Folio 51
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Lenaerts van den Hove een bedrag van 80 gulden.
6-5-1653

Folio 51v
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove en Ghijsbrecht Hendricxssen, als voogden over
de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken Lenaerts
van den Hove, een bedrag van 60 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 13-12-1674
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 75 f. 51v]
van 27-02-1655 tot 29-01-1659     Goosen Lenaerts van den Hove bekent schuldig te zijn aan Lenaert
Janssen Oirlemans een bedrag van 36 gulden en 5 stuivers terzake
van de koop van 50 vaten rogge.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 29-1-1659
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 77v]
22-02-1664     Goossen Lenaertssen van den Hove, wonende op de Nieuwe Moerstraat
op "het nijeuw verlaet",
bekent schuldig te zijn aan Adriaen Janssen de Jonghe, brouwer te Sprang, een bedrag van 113 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 137v]
12-03-1664     Goossen Lenaerts van den Hove, wonende aan de Nieuwe Moerstraat op
het Nieuw Verlaat,
bekent schuldig te zijn aan Dierck Melissen Moents,
wonende te Capelle, een bedrag van 466 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 2-2-1672
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 142v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Goos trouwde met Commerken Aerten. Commerken is overleden vóór donderdag 26 januari 1679.
hove_maria_leonardi_gosuinis_van_den__rk_gedoopt_op_9_aug._1620_in_oisterwijk__dr_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._2_doopboek_1612-1627_f._48.jpg
524 Hove Maria Leonardi Gosuinis van den, rk gedoopt op 9 aug. 1620 in Oisterwijk, dr van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 48
VI. Maria Leonardi Gosuini de jonge van den Hove (afb. 524). Zij is gedoopt op zondag 9 augustus 1620 in Oisterwiijk [bron: Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 48]. Bij de doop van Maria was de volgende getuige aanwezig: Margareta Johannis.
Notitie bij de geboorte van Maria: De 2e doopgetuige is Adriana A.....
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Maria trouwde met Marten Joosten van Cuijck.
hove_johannes_leonardi_gosuinis_van_den__rk_gedoopt_op_12_nov._1623_in_oisterwijk__zoon_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._2_doopboek_1612-1627_f._64.jpg
525 Hove Johannes Leonardi Gosuinis van den, rk gedoopt op 12 nov. 1623 in Oisterwijk, zoon van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 2 Doopboek 1612-1627 f. 64
VII. Johannes Leonardus Gosuini van den Hove (afb. 525). Hij is gedoopt op zondag 12 november 1623 in Oisterwijk. Johannes is overleden vóór woensdag 27 maart 1669, ten hoogste 45 jaar oud.
Adres:
18-04-1662     Tilburg   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 40v]
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
Schuld:
van 04-05-1653 tot 22-03-1675     Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Wouter
Laureijssen ten behoeve van diens vijf onmondige kinderen bij
wijlen Maijke de oude, dochter van Lenaert Goossens van den Hove, een bedrag van 80 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 22-3-1675
voor 3/5 deel bij Aert Wouter Laureijssen, Peter Elias Jans, gehuwd met
Anna Wouter Laureijssen, en Peterken, weduwe van Laureijs Wouters, ingelost is.
6-5-1653

Folio 51
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Lenaerts van den Hove een bedrag van 80 gulden.
6-5-1653

Folio 51v
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove en Ghijsbrecht Hendricxssen, als voogden over
de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken Lenaerts
van den Hove, een bedrag van 60 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 13-12-1674
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 75 f. 51v]
28-03-1661     Jan Claes Jan Claessen bekent schuldig te zijn aan Jan Lenaert
Goossens van den Hove, wonende te Tilburg een bedrag van 150
gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 7-4-1683
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 78 f. 102]
18-04-1662     Jan Adriaenssen van Oisterhout, wonende op de Efteling, bekent
schuldig
te zijn aan Jan Lenaertssen van den Hove, wonende te Tilburg, een
bedrag van 50 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 40v]
27-03-1669     Jan Adriaen van Oosterhoudt bekent schuldig te zijn aan Maria,
weduwe van Jan Lenderts van den Hove, een bedrag van 50 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 20v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Johannes trouwde met Maria N.N..
Adres:
18-04-1662     Tilburg   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 40v]
Schuld:
18-04-1662     Jan Adriaenssen van Oisterhout, wonende op de Efteling, bekent
schuldig
te zijn aan Jan Lenaertssen van den Hove, wonende te Tilburg, een
bedrag van 50 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 40v]
27-03-1669     Jan Adriaen van Oosterhoudt bekent schuldig te zijn aan Maria,
weduwe van Jan Lenderts van den Hove, een bedrag van 50 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 20v]
hove_elisabeth_leonardi_van_den__rk_gedoopt_op_7_febr._1627_in_loon_op_zand__dochter_van_leonardus_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_doopboek_1624-1648_blad_9v.jpg
526 Hove Elisabeth Leonardi van den, rk gedoopt op 7 febr. 1627 in Loon op Zand, dochter van Leonardus - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 9v
VIII. Elisabeth Leonardi Gosuini (Lijsken) van den Hove (afb. 526). Zij is gedoopt op zondag 7 februari 1627 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 9v]. Bij de doop van Lijsken waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Jacobi en Maria Johannis.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
Overeenkomst:
23-03-1676     Henrick Henricx Verhoeven, weduwnaar van Elisabeth Leendert van den Hove, heeft twee zonen:
Henrick de oude (overleden) en Henrick de jonge,
en wil opnieuw gaan trouwen met Elisabeth Janse Snoeck.

Henrick Henricx Verhoeven en Elisabeth Janse Snoeck sluiten een overeenkomst met Steven Lenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven, als voogden over Hendrick Hendricx Verhoeven de jonge.

In de akte hierna:
Hendrick, zoon van Hendrick Hendricx Verhoeve en Elisabeth Leenderts van den Hove, ontslaat zijn
voogden Steven Leenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven van hun verplichtingen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 10v]
Schuld:
van 04-05-1653 tot 22-03-1675     Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Wouter
Laureijssen ten behoeve van diens vijf onmondige kinderen bij
wijlen Maijke de oude, dochter van Lenaert Goossens van den Hove, een bedrag van 80 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 22-3-1675
voor 3/5 deel bij Aert Wouter Laureijssen, Peter Elias Jans, gehuwd met
Anna Wouter Laureijssen, en Peterken, weduwe van Laureijs Wouters, ingelost is.
6-5-1653

Folio 51
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Lenaerts van den Hove een bedrag van 80 gulden.
6-5-1653

Folio 51v
Goossen Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Steven
Lenaerts van den Hove en Ghijsbrecht Hendricxssen, als voogden over
de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken Lenaerts
van den Hove, een bedrag van 60 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 13-12-1674
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 75 f. 51v]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Lijsken trouwde met Henrick Henricx Verhoeven.
Overeenkomst:
23-03-1676     Henrick Henricx Verhoeven, weduwnaar van Elisabeth Leendert van den Hove, heeft twee zonen:
Henrick de oude (overleden) en Henrick de jonge,
en wil opnieuw gaan trouwen met Elisabeth Janse Snoeck.

Henrick Henricx Verhoeven en Elisabeth Janse Snoeck sluiten een overeenkomst met Steven Lenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven, als voogden over Hendrick Hendricx Verhoeven de jonge.

In de akte hierna:
Hendrick, zoon van Hendrick Hendricx Verhoeve en Elisabeth Leenderts van den Hove, ontslaat zijn
voogden Steven Leenderts van den Hove en Gijsbert Hendricx Verhoeven van hun verplichtingen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 10v]
snoermans_johannes_adriani__trouwt_rk_met_joanna_guilielmi_op_5_februari_1640_in_loon_op_zand.jpg
527 Snoermans Johannes Adriani, trouwt RK met Joanna Guilielmi op 5 februari 1640 in Loon op Zand
848 Johannes Adriani (Jan (de Jonge)) Snoermans (afb. 527). Hij is gedoopt omstreeks 1611 in Loon op Zand.
Notitie bij de geboorte van Jan (de Jonge): Geen doop kunnen vinden. Vermelding aangehouden van de familie Snoeren site.
Notitie bij Jan (de Jonge): 05-02-1640: Johannes Adriani Snoermans (bij zijn trouwen met Johanna)
25-11-1640: Johannis (bij de doop van Martinus)
21-09-1642: Jan Ariens (bij de doop van Gerardus)
30-11-1644: Joannis Adriani (bij de doop van Adrianus)
16-09-1646: Joannis Adriani (bij de doop van Henricus)
30-07-1649: Joannis Adriani Snoerman (bij de doop van Magdalens)
06-12-1653: Johannis Snoermans (bij de doop van Adriana)
29-03-1656: Johannis Snoermans juniores (bij de doop van Johanna) - Jan Snoermans de Jonge
Hij trouwde, ongeveer 29 jaar oud, op zondag 5 februari 1640 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 140v] met Johanna (Jenneke) Guilielmi. Jan (de Jonge) en Jenneke gingen op woensdag 14 januari 140 in Loon op Zand in ondertrouw [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 140v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Jan (de Jonge) en Jenneke waren de volgende getuigen aanwezig: Judoco Christianus en [waarschijnlijk] Anthonis Adriaen Jan Snoermans (geb. 1616) [zie 1696,V] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Jan (de Jonge) en Jenneke: Vermeld is Anthonio Adriani, zowel bij ondertrouw als trouw. Ik verwacht dat dit zijn broer is.

De naam van 1 getuige bij het trouwen lees ik als Guilielmo Enerardi. Van de vadersnaam ben ik niet zeker.
849 Johanna (Jenneke) Guilielmi.
Notitie bij Jenneke: 05-02-1640: Johanna Guilielmi (bij haar trouwen met Joannes)
25-11-1640: niet vermeld (bij de doop van Martinus)
21-09-1642: Jenneke Willems (bij de doop van Gerardus)
30-11-1644: Johanna Guilielmij (bij de doop van Adrianus)
16-09-1646: Johanna Guilielmij (bij de doop van Henricus)
30-07-1649: Johanna Guilielmij (bij de doop van Magdalens)
06-12-1653: Adriana Guilielmij (bij de doop van Adriana)
29-03-1656: Johanna Guilielmij (bij de doop van Johanna)
Kinderen uit dit huwelijk:
snoermans_martinus_johannis__trouwt_rk_met_maria_huberti_christiani_borsten_op_6_januari_1668_in_loon_op_zand.jpg
528 Snoermans Martinus Johannis, trouwt RK met Maria Huberti Christiani Borsten op 6 januari 1668 in Loon op Zand
I. Martinus Joannes Snoeren (afb. 528). Hij is gedoopt op zondag 25 november 1640 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 63]. Bij de doop van Martinus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Christani en [waarschijnlijk] Anthonis Adriaen Jan Snoermans (geb. 1616) [zie 1696,V] [oom vaderszijde].
Notitie bij Martinus: 25-11-1640: Martinus Johannis (bij zijn doop)
01-10-1684: Martinus Snoere (bij de doop van neefje Petrus Henrici Snoeren, zoon van zijn broer)
Getuige bij:
30-05-1677     doop [waarschijnlijk] Hendrik Snoeren (1677-1727) [zie 424,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 32]
01-10-1684     doop [waarschijnlijk] Peter Snoeren (1684-1770) [zie 212]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 77v]
Martinus trouwde, 27 jaar oud, op vrijdag 6 januari 1668 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 03 - Loon op Zand - doopboek 1648-1671 en trouwboek 1651-1671 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 3, blad 116v] met Maria Huberti Christiani Borsten.
snoermans_gerardi_johannes__trouwt_rk_met_adriana_cornelij_christiani_op_6_februari_1667.jpg
529 Snoermans Gerardi Johannes, trouwt RK met Adriana Cornelij Christiani op 6 februari 1667
II. Gerardus Joannes Snoermans (afb. 529). Hij is gedoopt op zondag 21 september 1642 in Loon op Zand. Bij de doop van Gerardus waren de volgende getuigen aanwezig: Joost Cornelisse en Cathalijn Cornelisse. Gerardus trouwde, 24 jaar oud, op zondag 6 februari 1667 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 03 - Loon op Zand - doopboek 1648-1671 en trouwboek 1651-1671 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 3, blad 114v] met Adriana Cornelii Christianus.
III. Adrianus Joannes Snoermans. Hij is gedoopt op woensdag 30 november 1644 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 87v]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Aleijdis Henricus [zie 1696,II] [aangetrouwde tante vaderszijde], Mr. Guilielmo de Robemont en Adrianus Adriani Snoermans (geb. 1606) [zie 1696,II] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adrianus: Broer Adrianus en schoonzus Aleijdis zijn beide genoemd bij de doop van Adrianus
IV. Henricus Joannes (Hendrik) Snoeren, gedoopt op zondag 16 september 1646 in Loon op Zand (zie 424).
snoerman_magdalena_joannis__rk_gedoopt_op_30_juli_1649_in_loon_op_zand.jpg
530 Snoerman Magdalena Joannis, RK gedoopt op 30 juli 1649 in Loon op Zand
V. Magdalena Joannes Snoerman (afb. 530). Zij is gedoopt op vrijdag 30 juli 1649 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 03 - Loon op Zand - doopboek 1648-1671 en trouwboek 1651-1671 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 3, blad 7v]. Bij de doop van Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Elisabetha Anthonij en Johanna Anthonij.
VI. Adriana Joannes Snoermans. Zij is gedoopt op zaterdag 6 december 1653 in Loon op Zand. Bij de doop van Adriana was de volgende getuige aanwezig: Aleijdis Adrianij Snoermans.
Notitie bij de geboorte van Adriana: Waarschijnlijk is dit Aleijdis Henrici, getrouwd met zijn broer Adriaen Snoermans. Ze is de schoonzus van Jan.
snoermans_johanna_johannis_de_jonge__rk_gedoopt_op_29_maart_1656_in_loon_op_zand.jpg
531 Snoermans Johanna Johannis de Jonge, RK gedoopt op 29 maart 1656 in Loon op Zand
VII. Johanna Joannes Snoermans (afb. 531). Zij is gedoopt op woensdag 29 maart 1656 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 03 - Loon op Zand - doopboek 1648-1671 en trouwboek 1651-1671 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 3, blad 41v]. Bij de doop van Johanna was de volgende getuige aanwezig: Elisabetha Rutges.
Getuige bij:
17-10-1679     doop [waarschijnlijk] Gerardus Henrici Snoeren (geb. 1679) [zie 424,V]    [tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 04 - Loon op Zand - doopboek 1671-1686 en trouwboek 1671-1685 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 4, blad 44]
04-12-1688     doop [waarschijnlijk] Martinus Henrici Snoeren (geb. 1688) [zie 424,IX]    [tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 05 - Loon op Zand - doopboek 1687-1711 en trouwboek 1685-1715 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 5, blad 28]
bruers_nicolai_petri__trouwt_rk_met_maria_henrici_petri_nicolai_in_hilvarenbeek_op_7_mei_1596_-_hilvarenbeek_-_rk_trouwboek_inv._1_bl._105v.jpg
532 Bruers Nicolai Petri, trouwt RK met Maria Henrici Petri Nicolai in Hilvarenbeek op 7 mei 1596 - Hilvarenbeek - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 105v
976 Nicolaus Petri Wilhelmus Bruers (afb. 532).
Hij trouwde op dinsdag 7 mei 1596 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Trouwboek Inv. 1 Bl. 105v] met Maria Hendrik Peter Nicolai. Bij het kerkelijk huwelijk van Nicolaus en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Clemens Joannis Dionysen en Petrus Jacobi.
977 Maria Hendrik Peter Nicolai.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Egidius Nicolaus Petrus (Dielis) Bruers (zie 488).
bruers_petrus_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_27_augustus_1597__zoon_van_nicolai_petri_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._49r.jpg
533 Bruers Petrus Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 27 augustus 1597, zoon van Nicolai Petri Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 49r
II. Petrus Nicolai Bruers (afb. 533). Hij is gedoopt op woensdag 27 augustus 1597 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 49r]. Bij de doop van Petrus waren de volgende getuigen aanwezig: Elisabeth vr. van Petri Henrici en Bartholomeus Corneli Meeus.
bruers_hendricus_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_17_oktober_1598__zoon_van_nicolai_petri_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._56v.jpg
534 Bruers Hendricus Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 17 oktober 1598, zoon van Nicolai Petri Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 56v
III. Hendricus Nicolai Bruers (afb. 534). Hij is gedoopt op zaterdag 17 oktober 1598 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 56v]. Bij de doop van Hendricus waren de volgende getuigen aanwezig: Elisbeth wed. van .. Bruers en Joannes Johannes Otten.
Notitie bij de geboorte van Hendricus: Bij Elisabeth is de voornaam van haar man voor mij niet te lezen, staat er heel vaag en een deel staat in de binnenrand van het boek.
bruers_cornelia_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_13_augustus_1602__dochter_van_nicolai_petri_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._68.jpg
535 Bruers Cornelia Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 13 augustus 1602, dochter van Nicolai Petri Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 68
IV. Cornelia Nicolai Bruers (afb. 535). Zij is gedoopt op dinsdag 13 augustus 1602 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 68]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Elisabeth wed. van Gerardus Sprewel en Henricus Mathias Henrici Wijten.
bruers_joannes_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_6_september_1604__zoon_van_nicolai_petri_wilhelmi_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._72.jpg
536 Bruers Joannes Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 6 september 1604, zoon van Nicolai Petri Wilhelmi Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 72
V. Joannes Nicolai Bruers (afb. 536). Hij is gedoopt op maandag 6 september 1604 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 72]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Petri de oude Bruers en Laurentia vr. van Petri.
bruers_maria_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_6_september_1604__dochter_van_nicolai_petri_bruers_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._78.jpg
537 Bruers Maria Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 6 september 1604, dochter van Nicolai Petri Bruers - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 78
VI. Maria Nicolai Bruers (afb. 537). Zij is gedoopt op woensdag 6 september 1606 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 78]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Laurentia Josephi en Christiana Petri.
Notitie bij de geboorte van Maria: Er staat nog iets onleesbaars in de kantlijn van het boek Laurentia ... Josephi.
Bovendien ben ik niet zeker of het niet Laurentius en Christianus moet zijn.
in beide gevallen 2 meters of 2 peters, vreemd.
bruers_wilhelmus_nicolai__rk_gedoopt_in_hilvarenbeek_op_16_oktober_1607__zoon_van_nicolai_petri_bruers_en_maria_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_1587-1615_inv._1_bl._84.jpg
538 Bruers Wilhelmus Nicolai, RK gedoopt in Hilvarenbeek op 16 oktober 1607, zoon van Nicolai Petri Bruers en Maria - Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 84
VII. Wilhelmus Nicolai Bruers (afb. 538). Hij is gedoopt op dinsdag 16 oktober 1607 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek 1587-1615 Inv. 1 bl. 84]. Bij de doop van Wilhelmus waren de volgende getuigen aanwezig: Iken Jan Otten en Mattijs Wijten.
978 Joannes Henricus (Jan) Bruers.
Notitie bij Jan: Mogelijk uit een eerder huwelijk:
Laurentius 19-08-1599 (H’beek Inv. 1 - 59v) - Johannis Henrici Bruers
Catharina 17-10-1603 (H’beek Inv. 1-71) - Joannis Henrici Bruers
Dympna 13-04-1610 (H’beek Inv. 1-91) - Joannis Henrici Bruers en Maria met als getuige Joanna Christiani Woestenberchs

De laatste getuige is ook bij de doop van Barbara aanwezig. Verder heb ik geen aanknopingspunten gevonden.

Van Laurentius Joannis Henrici Bruers x Joanna Adrianus Joanna Verdaesdonk (ook Verspaendonk) meerdere dopen gevonden:
Joannes 02-06-1637
Maria 24-06-1640
Walterus 27-01-1642
Henricus 08-02-1644 x 15-02-1667 met Catharina Huilielmus Spreeuwel
Ook hierbij geen aanknopingspunten gevonden.
Hij trouwde met
979 Elsabeth N.N..
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Barbara Joannes Henricus (Berbera) Bruers, gedoopt op dinsdag 4 december 1618 in Hilvarenbeek (zie 489).
bruers_henricus_joannis__rk_gedoopt_op_3_maart_1620_in_hilvarenbeek__zoon_van_joannes_henrici_bruers_en_elisabeth_-_hilvarenbeek_-_rk_doopboek_inv._2_bl._18.jpg
539 Bruers Henricus Joannis, RK gedoopt op 3 maart 1620 in Hilvarenbeek, zoon van Joannes Henrici Bruers en Elisabeth - Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 18
II. Henricus Joannes Henricus Bruers (afb. 539). Hij is gedoopt op dinsdag 3 maart 1620 in Hilvarenbeek [bron: Hilvarenbeek - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 18]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Adamus Joannis Bayens en Cornelia Nicolai Gerardi.
Notitie bij de geboorte van Henricus: Cornelia Nicolai Gerardi uxor ofwel echtgenote.
Is bedoeld, dat Cornelia de vrouw is van Nicolai Gerardi?

Henricus is door de vroedvrouw thuis gedoopt:
baptisatus est sub conditione domi in summa receptate ab ostetrice (werd thuis gedoopt onder voorwaarde, in volledige ontvangst, door de vroedvrouw Maria Anthony van Asten.
Dat gebeurde vaker, als de kleine zou kunnen overlijden.
elias_geraert_willem__en_lambert_martten_dielissen_als_man_van_aeltien_willem_elias__lossen_op_21_april_1653_de_3_gulden_na_verkoop_van_huys_en_hof_onder_gemonde_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_bl._124v.jpg elias_geraert_willem__en_lambert_martten_dielissen_als_man_van_aeltien_willem_elias__lossen_op_21_april_1653_de_3_gulden_na_verkoop_van_huys_en_hof_onder_gemonde_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_bl._125r.jpg dielis_lambert_marten__is_voldaan_voor_een_schuld_van_100_gulden_en_de_rente_van_1651_door_jan_arien_bressers_op_16_mei_1655_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_bl._31v.jpg dielissen_lambert_marten__op__24_juni_1655_zal_jaarlijks_betalen_7_gl_en_10_st.__met_huijs__hofstad_en_tuin_onder_tongeren_als_onderpand__aan_michiel_gijsbrechts_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_f._34r_.jpg dielissen_lambert_marten__op__24_juni_1655_zal_jaarlijks_betalen_7_gl_en_10_st.__met_huijs__hofstad_en_tuin_onder_tongeren_als_onderpand__aan_michiel_gijsbrechts_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_f._34v_.jpg dielissen_lambrecht_marten__verkoopt_op_24_februari_1658_een_akker_de_loybrug_onder_tongeren_aan_cornelis_jan_cuypers_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_f._124r.jpg
540 Elias Geraert Willem, en Lambert Martten Dielissen als man van Aeltien Willem Elias, lossen op 21 april 1653 de 3 gulden na verkoop van huys en hof onder Gemonde - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 124v
541 Elias Geraert Willem, en Lambert Martten Dielissen als man van Aeltien Willem Elias, lossen op 21 april 1653 de 3 gulden na verkoop van huys en hof onder Gemonde - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 125r
542 Dielis Lambert Marten, is voldaan voor een schuld van 100 gulden en de rente van 1651 door Jan Arien Bressers op 16 mei 1655 - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 31v
543 Dielissen Lambert Marten, op 24 juni 1655 zal jaarlijks betalen 7 gl en 10 st., met huijs, hofstad en tuin onder Tongeren als onderpand, aan Michiel Gijsbrechts - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 34r
544 Dielissen Lambert Marten, op 24 juni 1655 zal jaarlijks betalen 7 gl en 10 st., met huijs, hofstad en tuin onder Tongeren als onderpand, aan Michiel Gijsbrechts - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 34v
545 Dielissen Lambrecht Marten, verkoopt op 24 februari 1658 een akker De Loybrug onder Tongeren aan Cornelis Jan Cuypers - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 124r
dielissen_lambert_marten__koopt_op_11_mei_1658_een_akker_de_corte_streepen_in_de_herdgang_van_tongeren_van_gerit_willem_elias_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_f._167r.jpg dielissen_lambert_marten__koopt_op_11_mei_1658_een_akker_de_corte_streepen_in_de_herdgang_van_tongeren_van_gerit_willem_elias_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_f._167v.jpg dielissen_lambert_marttens__verklaart_op_12_maart_1664_afstand_te_doen_van_het_vruchtgebruik_van_3_percelen_in_de_herdgang_van_tongeren_tbv_zijn_zoon_willem_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_f._91v.jpg dielissen_lambert_marttens__verklaart_op_12_maart_1664_afstand_te_doen_van_het_vruchtgebruik_van_3_percelen_in_de_herdgang_van_tongeren_tbv_zijn_zoon_willem_-_boxtel_-_schepenbank_inv._100_f._92r.jpg
546 Dielissen Lambert Marten, koopt op 11 mei 1658 een akker De Corte Streepen in de herdgang van Tongeren van Gerit Willem Elias - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 167r
547 Dielissen Lambert Marten, koopt op 11 mei 1658 een akker De Corte Streepen in de herdgang van Tongeren van Gerit Willem Elias - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 167v
548 Dielissen Lambert Marttens, verklaart op 12 maart 1664 afstand te doen van het vruchtgebruik van 3 percelen in de herdgang van Tongeren tbv zijn zoon Willem - Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 91v
549 Dielissen Lambert Marttens, verklaart op 12 maart 1664 afstand te doen van het vruchtgebruik van 3 percelen in de herdgang van Tongeren tbv zijn zoon Willem - Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 92r
984 Lambert Marten Dielissen van der Meijs (afb. 540 t/m 549). Lambert is overleden vóór maandag 25 januari 1677 [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 104v en Inv. 100 f. 91r].
Notitie bij overlijden van Lambert: Lambert is in de akte van 25 januari 1677 overleden, en in de akte van 12 maart 1664 nog in leven.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Koop:
04-04-1659     Gerit Willem Elias verkoopt aan Lambert Marten Dielissen
een stuk akkerland genoemd de Corte Streepen, gelegen te Boxtel onder
Tongeren,
belendend de weduwe van Arien van Berendonck, de
verkoper zelf, de gemeijnte van Zelissel.

De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 5 gulden aan Willem Dierck Rutten aflosbaar met 100 gulden, over te nemen met een vervallen en de lopende termijn, nog 2 stuivers chijns aan de heer van Boxtel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 167r en v]
Kwitering:
16-05-1655     Jan Arien Bressers verklaart te zijn voldaan voor een bedrag van 100
gulden met de rente ervan,
zoals Lambert Marten Dielis aan genoemde
de Bresser was verschuldigd op onderpand van een akker te Boxtel
onder Tongeren en was vastgelegd voor schepenen van Boxtel in het
jaar 1651.
Datum 16 mei 1655, getuigen van Duijsel en Arien Lenaerts
als schepenen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 31v]
Schuldbekentenis:
van 24-06-1655 tot 07-07-1658     Samenvatting:
----------------

Folio :34-r
Lambert Marten Dielissen belooft aan Michiel Gijsbrechts een jaarlijkse
rente van 7 gulden 10 stuivers, steeds te betalen op 24 juni en voor de
eerste keer a.s. 24 juni anno 1656,
vrij van alle lasten op onderpand
van een huis, hofstad, tuin en aanliggend erf etc. gelegen te Boxtel
onder Tongeren,
belendend de schuldenaar zelf, Hendrick Willems, de
arme Clarissen te Boxtel, de gemeijnte van Zelissel.

De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente en alle lasten daarin af te handelen. De rente is aflosbaar tegen betaling van 150 gulden op 24 juni mits er ene half jaar vooraf is opgezegd.
Datum 24 juni 1655, getuigen Arien Lenaerts en Arien
Michiels als schepenen.

Folio :34-v

Lambert Marten Dielissen belooft aan Michiel Gijsbrechts die per heden
datum over een jaar de som van 40 gulden te betalen met onderwijl een
rente van 2 gulden.
Als er dan niet wordt betaald zal de vermelde rente
blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan.
Actum als voor.

Michiel Gijsbrechts bekent op 7 juli 1658 dat de lospenningen en de rente betaald zijn.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 34r en v]
Verkoop:
21-04-1653     Samenvatting:
-----------------

Geraert Willem Elias,
Lambert Martten Dielissen, als man en momboir van Aeltien Willem Elias,
lossen door de wettelijke verkoop aan Jan Jacobsen,
de 3 gulden jaarlijks,
als hiervoor Claes Driessen, heeft geheven uit huys, hof en aengelegen erfenissen met landerijen in de herdgang van Gemonde,
voor desen toebehoort aan Peeter Peeters en na hem Jenneken zijn dochter,

welke 3 gulden jaarlijks de Tafel van de Heilige Geest van de proggie (=parochie) van Gemonde tegenwoordig heft.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 124v en 125r]
24-02-1658     Samenvatting:
----------------

Lambrecht Marten Dielissen verkoopt aan Cornelis Jan Cuijpers
een stuk akkerland genoemd de Loijbrug,
gelegen te Boxtel onder Tongeren,
belendend Peter Henricks van Eijndhoven, Alit dochter van Willem
Janssen van de Wege, Lambrecht Martens, de gemeenschappelijke
straat.

De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een half
blank Bamischijns aan de heer van Boxtel, nog 200 gulden kapitaal aan
Jan Marcelis van Eeckert en aan Peter Hendrick Willems te Oirschot,
welk kapitaal meteen dient te worden aanvaard met de achterstand
ervan.

Verder moet de koper overpad aan anderen verlenen.
Datum 24 februari 1658, getuigen van Aecken en Joost van de Graeff als
schepenen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 124r]
12-03-1664     Samenvatting:
----------------
Met dank aan Jan Toirkens.

Folio :91-v
Soort akte : afstand van vruchtgebruik
Datum : 12-03-1664
Lambert Lambert Dielissen doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik
inzake de helft van een stuk onverdeeld akkerland gelegen te Boxtel onder
Tongeren,
belendend Jan Lamberts, Cornelis Lamberts en meer anderen.
Nog inzake een stuk akkerland genoemd de Bunrooij, ter zelfder plaatse als voor gelegen,
belendend Jan Joosten, Adriaen Lamberts, Goijaert Joosten, de
mes(t)weg daar.
Nog inzake een stuk hooiland genoemd de Gijpenbeemd,
gelegen in de zelfde herdgang, belendend Jan van de Sande, Jan Willems
Louw, Cornelis Jans Cuijper, het smal water daar.

Hij doet afstand ten behoeve van zijn zoon Willem en belooft alle lasten hierin af te handelen.
Datum als voor, getuigen van Duijsel en Erven als schepenen.

Folio :92-v
Soort akte : verkoop van een perceel
Datum : 12-03-1664

Nadat er in de vorige akte afstand van het vruchtgebruik is gedaan, is hier
verschenen Willem zoon van Lambert Marten Dielissen
en verkoopt (voor 150 gulden, en 3 gulden voor de 50e penning) aan Cornelis Lamberts de helft van de de akker gelegen te Boxtel onder Tongeren,
belendend Jan Lamberts, Cornelis Lamberts.
Nog verkoopt hij hem een stuk hooiland genoemd het Gijpenbeemtien, ter zelfder plaatse gelegen,
belendend Jan van de Sande, Jan Willem Louw, Cornelis Janssen Cuijper, het Smaelwater daar.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als
voor.

Folio :93-r
Soort akte : verkoop van een perceel
Datum : 12-03-1664
Nadat er in de vorige akte afstand van het recht van vruchtgebruik is gedaan,
is hier verschenen Willem zoon van Lambert Marten Dielissen
en verkoopt aan
Adriaen Lamberts een stuk akkerland genoemd de Bunrooij, gelegen te Boxtel
in herdgang Tongeren (voor 75 gulden),
belendend Jan Joosten, Adriaen Lamberts, Goijaert Joosten, de mestweg daar.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als voor.

Folio :93-r
Soort akte : overdracht van vruchtgebruik
Datum : 12-03-1664
Willem zoon van Lambert Marten Dielissen draagt het vruchtgebruik dat hij
eerder van zijn vader had verkregen, weer terug over aan zijn vader Lambert
Marten Dielissen.
Willem belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum
als voor.

Toelichting:
-------------

In de 1e akte staat Lambert Lambert Dielissen. Erboven staat Willem Lambert Dielissen, zijn zoon. In de akte hierna ook steeds Willem, zoon van Lambert Dielissen.
De 1e vermelding lijkt een vergissing.

De vader verklaart afstand te doen van het vruchtgebruik van 3 percelen ten behoeve van zijn zoon Willem, waarna zijn zoon Willem ze verkoopt, waarna de vader het vruchtgebruik weer terugkrijgt.
Ik vermoed, dat dit juridisch nodig is om de verkoop te kunnen doen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 91v-92r-92v-93r]
25-01-1677     Samenvatting:
----------------

Aeltien Wllemse, weduwe van Lambert Marten Dielissen,
uit krachte van het testament voor notaris J. van den Heuvel van 10 maart 1664,
verkoopt een akker onder Tongeren,

gelegen tussen de erve van Cornelis Lambrechts aan de ene zijde,
de nabeschreven koper aan de andere zijnde,
strekkende van de erve van Jan Lambrechts
tot op de erve van Govert Joosten met meer andere.

alsnoch een hooibeemd, genoemd het Hoolbeemtje,
gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Govert Joosten aan de ene zijde,
Jenneken, de weduwe van Gerith Elias aan de andere zijde,
strekkende van de erve van de Clarissen alhier, met meer andere,
tot op het Smael Water,

verkocht aan Jan Janssen Santergoets,

met 3 oortjes chijns aan de Heere van Boxtel.

Coop 150 gulden
40e penning 3 gulden 15 stuivers

Toelichting:
-------------
De akker en de hooibeemd liggen onder Tongeren. Haar man is eerder overleden, en Aeltien verkoopt deze nu.
Later, op 9 april 1677, verkoopt zij een hooiland, onder Tongeren, aan Joost Goverts van Akeren.

Genoemd zijn Cornelis en Jan Lambrechts. Ik zie zo niet dat zij hun zonen zouden zijn.

Jenneken, de weduwe van Gereth Elias, is genoemd. Aeltien is de dochter van Willem Elias. Ik kan zo geen verband aantonen.

Smalwater bestaat anno 2024 nog steeds. Het llopt aan de westkant van Tongeren.
De Clarissen zijn genoemd. Het zal over het Clarissenklooster gaan, genaamd Sint Elisabetsdal.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 104v en 105r Scan 124]
09-04-1677     Samenvatting:
----------------

Aleken Willem Elias, weduwe van Lambert Marttens van der Meijs,
uit kracht van testament van 10 maart 1664, opgemaakt voor notaris J. vanden Heuvel en zekere getuigen,
verkoopt hooiland, benaamd Boeckensbeemd, onder Tongeren onder de Baronie van Boxtel,
op 9 april 1677 aan Joost Govers van Akeren.

Toelichting:
------------

Notarieel Boxtel tussen 1633 en 1670 ontbreekt helaas, anders was het testament op te zoeken geweest.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 111v en r Scan 130-131]
Getuige bij:
12-10-1636     doop Andreas Jan Marten (Andries) Dielissen (geb. 1636)    [oom vaderszijde]   [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 2v]
Hij trouwde met
willems_aeltien__weduwe_van_lambert_marten_dielissen__verkoopt_op_25_januari_1677_een_akker_en_een_hooibeemd_onder_tongeren__aan_jan_janssen_santegoets_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._104v.jpg willems_aeltien__weduwe_van_lambert_marten_dielissen__verkoopt_op_25_januari_1677_een_akker_en_een_hooibeemd_onder_tongeren__aan_jan_janssen_santegoets_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._105r.jpg elias_aleken_willem__weduwe_van_lambert_marttens_van_der_meijs__uit_kracht_van_testament_van_10_maart_1664__verkoopt_zij_hooiland_onder_tongeren_-_9_april_1677_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._111r.jpg elias_aleken_willem__weduwe_van_lambert_marttens_van_der_meijs__uit_kracht_van_testament_van_10_maart_1664__verkoopt_zij_hooiland_onder_tongeren_-_9_april_1677_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._111v.jpg
550 Willems Aeltien, weduwe van Lambert Marten Dielissen, verkoopt op 25 januari 1677 een akker en een hooibeemd onder Tongeren, aan Jan Janssen Santegoets - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 104v
551 Willems Aeltien, weduwe van Lambert Marten Dielissen, verkoopt op 25 januari 1677 een akker en een hooibeemd onder Tongeren, aan Jan Janssen Santegoets - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 105r
552 Elias Aleken Willem, weduwe van Lambert Marttens van der Meijs, uit kracht van testament van 10 maart 1664, verkoopt zij hooiland onder Tongeren - 9 april 1677 - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 111r
553 Elias Aleken Willem, weduwe van Lambert Marttens van der Meijs, uit kracht van testament van 10 maart 1664, verkoopt zij hooiland onder Tongeren - 9 april 1677 - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 111v
985 Aleijdis Willem (Aelken, Aleken, Aeltien) Elias (afb. 550 t/m 553). Aelken, Aleken, Aeltien is overleden na vrijdag 9 april 1677 [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 111v en r Scan 130-131].
Koop:
04-04-1659     Gerit Willem Elias verkoopt aan Lambert Marten Dielissen
een stuk akkerland genoemd de Corte Streepen, gelegen te Boxtel onder
Tongeren,
belendend de weduwe van Arien van Berendonck, de
verkoper zelf, de gemeijnte van Zelissel.

De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 5 gulden aan Willem Dierck Rutten aflosbaar met 100 gulden, over te nemen met een vervallen en de lopende termijn, nog 2 stuivers chijns aan de heer van Boxtel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 167r en v]
Verkoop:
21-04-1653     Samenvatting:
-----------------

Geraert Willem Elias,
Lambert Martten Dielissen, als man en momboir van Aeltien Willem Elias,
lossen door de wettelijke verkoop aan Jan Jacobsen,
de 3 gulden jaarlijks,
als hiervoor Claes Driessen, heeft geheven uit huys, hof en aengelegen erfenissen met landerijen in de herdgang van Gemonde,
voor desen toebehoort aan Peeter Peeters en na hem Jenneken zijn dochter,

welke 3 gulden jaarlijks de Tafel van de Heilige Geest van de proggie (=parochie) van Gemonde tegenwoordig heft.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 124v en 125r]
25-01-1677     Samenvatting:
----------------

Aeltien Wllemse, weduwe van Lambert Marten Dielissen,
uit krachte van het testament voor notaris J. van den Heuvel van 10 maart 1664,
verkoopt een akker onder Tongeren,

gelegen tussen de erve van Cornelis Lambrechts aan de ene zijde,
de nabeschreven koper aan de andere zijnde,
strekkende van de erve van Jan Lambrechts
tot op de erve van Govert Joosten met meer andere.

alsnoch een hooibeemd, genoemd het Hoolbeemtje,
gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Govert Joosten aan de ene zijde,
Jenneken, de weduwe van Gerith Elias aan de andere zijde,
strekkende van de erve van de Clarissen alhier, met meer andere,
tot op het Smael Water,

verkocht aan Jan Janssen Santergoets,

met 3 oortjes chijns aan de Heere van Boxtel.

Coop 150 gulden
40e penning 3 gulden 15 stuivers

Toelichting:
-------------
De akker en de hooibeemd liggen onder Tongeren. Haar man is eerder overleden, en Aeltien verkoopt deze nu.
Later, op 9 april 1677, verkoopt zij een hooiland, onder Tongeren, aan Joost Goverts van Akeren.

Genoemd zijn Cornelis en Jan Lambrechts. Ik zie zo niet dat zij hun zonen zouden zijn.

Jenneken, de weduwe van Gereth Elias, is genoemd. Aeltien is de dochter van Willem Elias. Ik kan zo geen verband aantonen.

Smalwater bestaat anno 2024 nog steeds. Het llopt aan de westkant van Tongeren.
De Clarissen zijn genoemd. Het zal over het Clarissenklooster gaan, genaamd Sint Elisabetsdal.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 104v en 105r Scan 124]
09-04-1677     Samenvatting:
----------------

Aleken Willem Elias, weduwe van Lambert Marttens van der Meijs,
uit kracht van testament van 10 maart 1664, opgemaakt voor notaris J. vanden Heuvel en zekere getuigen,
verkoopt hooiland, benaamd Boeckensbeemd, onder Tongeren onder de Baronie van Boxtel,
op 9 april 1677 aan Joost Govers van Akeren.

Toelichting:
------------

Notarieel Boxtel tussen 1633 en 1670 ontbreekt helaas, anders was het testament op te zoeken geweest.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 111v en r Scan 130-131]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wilhelmus Lamberts Martini Dielissen. Hij is gedoopt op vrijdag 14 mei 1621 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 27v]. Bij de doop van Wilhelmus waren de volgende getuigen aanwezig: Angela Henrici Gerardi Eligii en Joannis Joannis van Moergestel.
martini_joannes_lamberti__rk_gedoopt_op_10_september_1626_in_boxtel__zoon_van_lambertus_martini_en_aleidis__zijn_vrouw_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._43r.jpg meijs_joannes_lamberts_van_der__en_megtildis_jan_franssen_trouwen_voor_de_rk_kerk_van_oisterwijk_op_27_juli_1670_-_oisterwijk_-_inv._5_rk_trouwboek_bl._60.jpg meijssen_joannes_lamberti_van_der__begraven_in_best_op_2_december_1691_-_best_-_rk_doop-_trouw-_en_begraafboek_inv._4_bl._223v.jpg meijs_joannes_lamberts_van_der__over_zijn_nakomelingen_-_gesprek_op_bhic_van_o.a._harrie_van_der_meijs_en_max_waarschijnlijk_van_der_meijs_-_schermopname_8-6-2024_www.bhic.nl.jpeg
554 Martini Joannes Lamberti, RK gedoopt op 10 september 1626 in Boxtel, zoon van Lambertus Martini en Aleidis, zijn vrouw - Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 43r
555 Meijs Joannes Lamberts van der, en Megtildis Jan Franssen trouwen voor de RK kerk van Oisterwijk op 27 juli 1670 - Oisterwijk - Inv. 5 RK Trouwboek Bl. 60
556 Meijssen Joannes Lamberti van der, begraven in Best op 2 december 1691 - Best - RK Doop- trouw- en begraafboek Inv. 4 Bl. 223v
557 Meijs Joannes Lamberts van der, over zijn nakomelingen - Gesprek op BHIC van o.a. Harrie van der Meijs en Max waarschijnlijk Van der Meijs - Schermopname 8-6-2024 www.bhic.nl
II. Joannes Lamberts Martini (Jan) van der Meijs (afb. 554 t/m 557). Hij is gedoopt op donderdag 10 september 1626 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 43r]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Gerardi en Gerardus Schilders. Jan is overleden, 65 jaar oud. Hij is begraven op zondag 2 december 1691 in Best [bron: Best - RK Doop- trouw- en begraafboek Inv. 4 Bl. 223v].
Notitie bij Jan: Dat Jan Lambert van der Meijs tot dit gezin hoort is aannemelijk. Bewijs ervoor heb ik slechts beperkt. Zo komt zijn broer Adriaen Lambert van der Meijs waarschijnlijk als getuige voor bij de doop van zijn kleindochter Maria op 22 juli 1709 (dochter van zijn zoon Henricus).

Dat Jan Lambert van der Meijs, na het huwelijk met Henrica, voor de 2e maal getrouwd is met Mechtildis heb ik nog niet kunnen bewijzen. Bij het 2e huwelijk zou hij 43 jaar geweest zijn, mogelijk, maar geen bewijs.
De kinderen uit het 2e huwelijk hebben bij dopen van hun kinderen geen enkele keer een halfbroer of halfzus als getuige.
Jan:
(1) trouwde met Henrica Petri van den Laerschot.
(2) trouwde, 43 jaar oud, op vrijdag 25 juli 1670 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk - Inv. 5 RK Trouwboek Bl. 60] met Mechtildis Jan (Mechel) Franssen. Bij het kerkelijk huwelijk van Jan en Mechel waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Janssen van Asvelt en Domicilla Catharina de Graeff.
dielens_michael_lamberti__rk_gedoopt_op_28_januari_1629_in_boxtel__zoon_van_lambertus_martini_dielens_en_aleidis_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._49v.jpg
558 Dielens Michael Lamberti, RK gedoopt op 28 januari 1629 in Boxtel, zoon van Lambertus Martini Dielens en Aleidis - Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 49v
III. Michael Lambertus Martinus Dielissen (afb. 558). Hij is gedoopt op zondag 28 januari 1629 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 49v]. Bij de doop van Michael waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Adriani en Henrica Hermanni de Esche.
Verkoop:
20-06-1698     Samenvatting:
----------------

Adriaen Lamberts van Meijs,
Willem Lamberts van Meijs,
tesamen met Corstiaen Paulis Spiegels, als man van Willemken Gerits,

allen als erfgenamen van Andries Michiels van moeders zijde,

verkopen een huys, schuer, hofstadt en aangelegen lant, ter grootte van 1 loopensaet, gelegen onder Tongeren binnen de Baronie van Boxtel,

aan Adriaen van Eyndoven voor 115 gulden.

Toelichting:
------------
Het gaat om een boerderij van moederszijde, dus van Aleijdis.
Genoemd is Andries Michiels. Dat zou dan haar vader zijn.
Maar uit andere akten blijkt dat Willem Elias of Eelen is.

Willemken Gerits zou haar zus kunnen zijn. Dat spreekt elkaar tegen.

Kan niet zien hoe zij de erfgenamen zijn.
  [bron: Boxtel - Scbepenbank inv. 113 f. 83 r en v Scan 87-88]
martini_anna_lambertus__rk_gedoopt_op_25_juli_1631_in_boxtel__dochter_van_lambertus_martini_en_aleijdis_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._56v.jpg
559 Martini Anna Lambertus, RK gedoopt op 25 juli 1631 in Boxtel, dochter van Lambertus Martini en Aleijdis - Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 56v
IV. Anna Lambertus Martini Dielissen (afb. 559). Zij is gedoopt op vrijdag 25 juli 1631 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 56v]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Christiani en Maria Egidii.
V. Willem Lamberti Martini (Willem) van der Meijs, gedoopt op zondag 12 februari 1634 in Boxtel (zie 492).
dilisen_adriaen_lambert__rk_gedoopt_op_24_juni_1636_in_boxtel__zoon_van_lambert_martens_en_aelken_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._3_bl._1r.jpg meijs_adriaen_lamberts_van_der__koopt_op_25_maart_1670_een_hooiland_het_saerbosch_genoemd__onder_de_herdgang_van_lennisheuvel_voor_130_gulden_-_boxtel_-_scbepenbank_inv._102_f._15r.jpg meijs_adriaen_lambrechts_vander__koopt_op_9_maart_1677_een_stuk_akkerland_in_tongeren_van_hendrick_jan_marttens_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_bl._110v.jpg meijs_adriaen_lambrechts_vander__koopt_op_9_maart_1677_een_stuk_akkerland_in_tongeren_van_hendrick_jan_marttens_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_bl._111r.jpg meijs_adriaen_lamberts_vander__koopt_op_25_maart_1670_een_hooiland_het_saerbosch_genoemd__onder_de_herdgang_van_lennisheuvel_voor_130_gulden_-_boxtel_-_scbepenbank_inv._102_f._15r_boven.jpg mijs_adriaen_lamberts_van__handtekening_onder_een_schepenakte_van_boxtel_op_15_april_1678_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._145v.jpg
560 Dilisen Adriaen Lambert, RK gedoopt op 24 juni 1636 in Boxtel, zoon van Lambert Martens en Aelken - Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 1r
561 Meijs Adriaen Lamberts van der, koopt op 25 maart 1670 een hooiland het Saerbosch genoemd, onder de herdgang van Lennisheuvel voor 130 gulden - Boxtel - Scbepenbank inv. 102 f. 15r
562 Meijs Adriaen Lambrechts vander, koopt op 9 maart 1677 een stuk akkerland in Tongeren van Hendrick Jan Marttens - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 Bl. 110v
563 Meijs Adriaen Lambrechts vander, koopt op 9 maart 1677 een stuk akkerland in Tongeren van Hendrick Jan Marttens - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 Bl. 111r
564 Meijs Adriaen Lamberts vander, koopt op 25 maart 1670 een hooiland het Saerbosch genoemd, onder de herdgang van Lennisheuvel voor 130 gulden - Boxtel - Scbepenbank inv. 102 f. 15r Boven
565 Mijs Adriaen Lamberts van, handtekening onder een schepenakte van Boxtel op 15 april 1678 - Boxtel - Schepenbank Inv. 104 f. 145v
meijs_adriaen_lamberts_van__en_willem__met_corst._p._spiegels__voor_willemken_gerits__erfg._van_andries_michiels_verkopen_een_hofstad_te_tongeren_op_20_juni_1699_-_boxtel_-_scbepenbank_inv._113_f._83r.jpg meijs_adriaen_lamberts_van__en_willem__met_corst._p._spiegels__voor_willemken_gerits__erfg._van_andries_michiels_verkopen_een_hofstad_te_tongeren_op_20_juni_1699_-_boxtel_-_scbepenbank_inv._113_f._83v.jpg meijs_adriaen_lamberts_van__met_zoon_martinus_en_zijn_vrouw_theodora_schenkels__ontslagen_van_belofte_van_500_gulden_op_20_jan._1713_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._431_scan_90.jpg meijs_adriaen_lamberts_van__met_zoon_martinus_en_zijn_vrouw_theodora_schenkels__ontslagen_van_belofte_van_500_gulden_op_20_jan._1713_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._431_scan_91.jpg meijs_adriaen_lamberts_van__met_zoon_martinus_en_zijn_vrouw_theodora_schenkels__ontslagen_van_belofte_van_500_gulden_op_20_jan._1713_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._431_scan_91_handtek..jpg mijs_adriaen_lambregts_van__verklaring_over_de_adminstratie_van_de_heide_van_halderheide_en_leussel_op_17_juli_1716_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._437_scan_70.jpg
566 Meijs Adriaen Lamberts van, en Willem, met Corst. P. Spiegels, voor Willemken Gerits, erfg. van Andries Michiels verkopen een hofstad te Tongeren op 20 juni 1699 - Boxtel - Scbepenbank inv. 113 f. 83r
567 Meijs Adriaen Lamberts van, en Willem, met Corst. P. Spiegels, voor Willemken Gerits, erfg. van Andries Michiels verkopen een hofstad te Tongeren op 20 juni 1699 - Boxtel - Scbepenbank inv. 113 f. 83v
568 Meijs Adriaen Lamberts van, met zoon Martinus en zijn vrouw Theodora Schenkels, ontslagen van belofte van 500 gulden op 20 jan. 1713 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 431 Scan 90
569 Meijs Adriaen Lamberts van, met zoon Martinus en zijn vrouw Theodora Schenkels, ontslagen van belofte van 500 gulden op 20 jan. 1713 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 431 Scan 91
570 Meijs Adriaen Lamberts van, met zoon Martinus en zijn vrouw Theodora Schenkels, ontslagen van belofte van 500 gulden op 20 jan. 1713 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 431 Scan 91 Handtek.
571 Mijs Adriaen Lambregts van, verklaring over de adminstratie van de heide van Halderheide en Leussel op 17 juli 1716 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 437 Scan 70
mijs_adriaen_lambregts_van__verklaring_over_de_adminstratie_van_de_heide_van_halderheide_en_leussel_op_17_juli_1716_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._437_scan_71.jpg mijs_adriaen_lambregts_van__verklaring_over_de_adminstratie_van_de_heide_van_halderheide_en_leussel_op_17_juli_1716_-_boxtel_-_not._toegang_1054_reg._437_scan_71_handtek..jpg meijs_adriaen_van_der__overleden_in_boxtel_op_12_oktober_1719_-_boxtel_-_rk_trouw_en_begraafboeken_inv._5_bl._115r.jpg
572 Mijs Adriaen Lambregts van, verklaring over de adminstratie van de heide van Halderheide en Leussel op 17 juli 1716 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 437 Scan 71
573 Mijs Adriaen Lambregts van, verklaring over de adminstratie van de heide van Halderheide en Leussel op 17 juli 1716 - Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 437 Scan 71 Handtek.
574 Meijs Adriaen van der, overleden in Boxtel op 12 oktober 1719 - Boxtel - RK Trouw en begraafboeken Inv. 5 Bl. 115r
VI. Adriaen Lamberts Martini Dielissen van der Meijs (afb. 560 t/m 574). Hij is gedoopt op dinsdag 24 juni 1636 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 1r]. Bij de doop van Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Gerit Willim Eelens, Geraert Elias [zie 1970,II] [oom moederszijde] en Maeijke Willim Martens.
Notitie bij de geboorte van Adriaen: Gerit Willem Eelens (ofwel Elias) is de broer van Aelken Willem Elias. Dus de oom van Adriaen.
Adriaen is overleden op donderdag 12 oktober 1719 in Boxtel, 83 jaar oud [bron: Boxtel - RK Trouw en begraafboeken Inv. 5 Bl. 115r].
Adres:
1704     Tongeren, Boxtel   [bron: Boxtel - Dorpsbestuur - Toegang 1791 Inv. F148 Hoofdgeld van het gemaal 1704-1705 F27]
Functie:
17-07-1716     Oud schepen, borgemeester, setter, auditeur van de Rekeningen van de Baronie van Boxtel   [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 437 Scan 70-71]
Decharge:
20-01-1713     Samenvatting:
-----------------
Voor notaris Cornelis Wittebol verklaren Rijnier van Osch en Hendrik de Bije, beide voogd over het minderjarige kind van Hendrick van Osch, beide notaris en procureur in Den Bosch,

Adriaan Lamberts van Meijs, wonend in Boxtel,
zijn zoon Martinus en vrouw Theodora Schenckels,
en Deliana Maria van Cuijck

inzake een gelofte van 500 gulden, 4 guldens percent, voor het minderjarige kind, in de schepenbrief van Den Bosch van 4 april 1708,

daarvan te ontlasten en dechargeren.

Adriaen is er samen met Peter, zijn comparants zoon, en zal aan Deliana overgeven de brouwketel, die hij van zijn zoon Martinus, heeft verkregen, op 8 juli 1698 gepasseerd voor notaris Hendrick van Hoeij.
Deliana is er samen met Juffrouw Maria Backers, weduwe van Adriaen Spijckers.
Deliana heeft dit geaccepteerd.

Aldus gedaan op de 21e januari 1713 ter presentie van Jan Goossens en Joost van Dommelen.

Ondertekend door:
Adriaen Lambert van Mijs
Deliana Maria van Kuijck
Jan Joost Goossens
Joost van Dommelen

quod attestor,
Cornelis Wittebol, notaris

Toelichting:
------------
Aan het begin van de akte staat 20 januari, aan het eind 21 januari.

De relatie tussen het kind van Hendrick van Osch en Adriaan en Deliana is me niet duidelijk.

Adriaen is 76 jaar en zijn zoon Peter 38 jaar.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 431 Scan 90-91]
Hoofdgeld:
ca. 1687     Adrs (Adrianus) Lamberts van Mijs is aangeslagen voor 6 groten en 2 klein.
Oud onder de 16 jaar = klein
Jan en Peter zullen de 2 kleinen geweest zijn. Adriaen en Maeijken zijn 2 groten.
Dit betekent, dat er nog 4 kinderen geweest moeten zijn.
Aelegonde, Dirrick en Lambert, en zeer waarschijnlijk Marten.

De lijst heeft geen dagtekening, en is geschat rond 1687.
  [bron: Boxtel - Dorpsbestuur Inv. F164 Hoofdgeld van het gemaal circa 1687 Bl. 11]
1704     Adriaen van Meys, Mary sijn vrou, Dirrick, Lambert, Peeter kinderen,
Alemi de meyt 6

Marten, Aelegonde en Jan zijn hier niet genoemd.

Marten is zelf opgenomen in het hoofdgeld.
  [bron: Boxtel - Dorpsbestuur - Toegang 1791 Inv. F148 Hoofdgeld van het gemaal 1704-1705 F27]
17-07-1716     Samenvatting:
----------------
Voor notaris H. Fecke te Boxtel verschijnt Adriaan Lambregts van Mijs, oud schepen, borgemeester, setter, auditeur van de Rekeningen van de Baronie van Boxtel,
oud omtrent 81 jaar,
ter instantie en requisitie van de gecommitteerden, respectieve gesworens en geeerfden van Halderheijde en Zelissel, resorts onder dese Baronie,

verklaart:
hij is in 1687 voor de voorschreven heide benoemd voor de tijd van 8 jaar voor de administratie daarvan, inkomsten en uitgaven.
Na die 8 jaar heeft hij voor de geerfden rekening en bewijs gedaan op de Calfsbank, onder de genoemde heide behorend.
Hercules van Mol, gesworene, is toen onwillig geweest, na zijn expiratie om rekening en bewijs te doen.
Zijn opvolgers Marten van Mijs en Simon van Oers hebben dat wel gedaan.
Als ook de daaropvolgende gesworenen Dirk Beekmans en Gijsbert van den Boer onder de blauwe hemel van de Calfsheuvel gedaan hebben.

Aldus opgemaakt op 17 juli 1716 ten overstaan van Hendrik van de Fleur en Goyaart van Heesch, inwoners van de Baronie, getuigen, hiertoe verzocht.

Ondertekend door:
Adriaen van Mijs
Hendrick van de Fluer
Het merkteken van Goyaart van Heesch

Toelichting:
------------
Adriaen is 81 jaar. Teruggerekend komt dat op 1635, 1636. Dat komt overeen met de doop op 24 juni 1636.
Marten is genoemd, ook als (voormalig) adminstrateur van deze heide. Vrijwel zeker is dat zijn zoon geweest.

De wijk Selissen ligt anno 2024 aan de noordkant van Boxtel. Halderheide kon ik zo niet plaatsen. Kwam iets ten zuiden van Selissen wel de Halsche Heide BV tegen, en buurtschap Hal.
  [bron: Boxtel - Not. Toegang 1054 Reg. 437 Scan 70-71]
Koop:
25-03-1670     Samenvatting:
----------------

Adriaen Lamberts van der Meijs koopt op 25 maart 1670 voor 130 gulden een hooiland, genoemd het Saerbosch, onder de herdgang van Lennisheuvel van Jan Willems de Louw.
  [bron: Boxtel - Scbepenbank inv. 102 f. 15r]
09-04-1677     Samenvatting:
----------------

Adriaen Lambrecht vander Meijs koopt een stuk akkerland van 1 1/2 loopensaat in Tongeren van Hendrick Jan Marttens op 9 april 1677.


Toelichting:
-------------
In de akte erna, op dezelfde dag, verkoopt zijn moeder, weduwe, een stuk hooiland in Tongeren, 2 loopensaat groot.
Zij noemt haar man dan ook als Vander Meijs.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 104 Bl. 110v en 111r]
Verkoop:
20-06-1698     Samenvatting:
----------------

Adriaen Lamberts van Meijs,
Willem Lamberts van Meijs,
tesamen met Corstiaen Paulis Spiegels, als man van Willemken Gerits,

allen als erfgenamen van Andries Michiels van moeders zijde,

verkopen een huys, schuer, hofstadt en aangelegen lant, ter grootte van 1 loopensaet, gelegen onder Tongeren binnen de Baronie van Boxtel,

aan Adriaen van Eyndoven voor 115 gulden.

Toelichting:
------------
Het gaat om een boerderij van moederszijde, dus van Aleijdis.
Genoemd is Andries Michiels. Dat zou dan haar vader zijn.
Maar uit andere akten blijkt dat Willem Elias of Eelen is.

Willemken Gerits zou haar zus kunnen zijn. Dat spreekt elkaar tegen.

Kan niet zien hoe zij de erfgenamen zijn.
  [bron: Boxtel - Scbepenbank inv. 113 f. 83 r en v Scan 87-88]
Getuige bij:
22-07-1709     doop Maria Henricus van der Meijs (geb. 1709)    [oudoom vaderszijde]   [bron: Oerle - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 14v]
Adriaen trouwde met Maria Vr.van Adriaen Lambert Martini Dielissen (Maeijken, Mari) Meijs.
Adres:
1704     Tongeren, Boxtel   [bron: Boxtel - Dorpsbestuur - Toegang 1791 Inv. F148 Hoofdgeld van het gemaal 1704-1705 F27]
Hoofdgeld:
1704     Adriaen van Meys, Mary sijn vrou, Dirrick, Lambert, Peeter kinderen,
Alemi de meyt 6

Marten, Aelegonde en Jan zijn hier niet genoemd.

Marten is zelf opgenomen in het hoofdgeld.
  [bron: Boxtel - Dorpsbestuur - Toegang 1791 Inv. F148 Hoofdgeld van het gemaal 1704-1705 F27]
dilisen_geretruijt_lambert__rk_gedoopt_op_21_december_1642_in_boxtel__dochter_van_lambert_martens_en_aelke_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._3_bl._76r.jpg dilissen_gertrudis_lamberti__rk_gedoopt_op_21_december_1642_in_boxtel__dochter_van_lambertus_martini_en_aleijdis_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._2_bl._43v.jpg
575 Dilisen Geretruijt Lambert, RK gedoopt op 21 december 1642 in Boxtel, dochter van Lambert Martens en Aelke - Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 76r
576 Dilissen Gertrudis Lamberti, RK gedoopt op 21 december 1642 in Boxtel, dochter van Lambertus Martini en Aleijdis - Boxtel - RK Doopboek Inv. 2 Bl. 43v
VII. Geretruijt Lambert Marten Dielissen (afb. 575 en 576). Zij is gedoopt op zondag 21 december 1642 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 76r]. Bij de doop van Geretruijt waren de volgende getuigen aanwezig: Gijsselken Dilisen en Handerick Herbers.
Notitie bij de geboorte van Geretruijt: Henricus Herberti en Gijsberta Egidii in doopboek 2. In Doopboek 3 staan ze nog een keer, nu niet in het latijn.
roelofs_arien__de_kinderen_roelof__barbara__may__catelijn__mayken_en_anneken_dragen_op_27_dec._1669_hoeve_en_teelland_onder_luysel_over_aan_jan_arien_rademakers_-_boxtel_-_schepenbank_inv._102_f._4r.jpg roelofs_arien__de_kinderen_roelof__barbara__may__catelijn__mayken_en_anneken_dragen_op_27_dec._1669_hoeve_en_teelland_onder_luysel_over_aan_jan_arien_rademakers_-_boxtel_-_schepenbank_inv._102_f._4v.jpg
577 Roelofs Arien, de kinderen Roelof, Barbara, May, Catelijn, Mayken en Anneken dragen op 27 dec. 1669 hoeve en teelland onder Luysel over aan Jan Arien Rademakers - Boxtel - Schepenbank Inv. 102 f. 4r
578 Roelofs Arien, de kinderen Roelof, Barbara, May, Catelijn, Mayken en Anneken dragen op 27 dec. 1669 hoeve en teelland onder Luysel over aan Jan Arien Rademakers - Boxtel - Schepenbank Inv. 102 f. 4v
986 Arien Ariens de jonge Rademakers (afb. 577 en 578). Arien is overleden vóór donderdag 6 maart 1664.
Verkoop:
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
Hij trouwde met
987 Merijken Roelof Joossens. Merijken is overleden vóór donderdag 12 mei 1678.
Verkoop:
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Catelijn Ariens Ariens Rademakers (zie 493).
II. Barbara Arien Ariens (Barbel) Rademakers.
Verkoop:
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
Barbel trouwde met Jan Dielis Snelders.
III. Roelof Arien Ariens (Roel) Rademakers.
Notitie bij Roel: Op 18 november 1672 dopen Roel Adriaens en Berbel hun dochter Jenneken (Boxtel - RK doopboek Inv. 8 Bl. 187). Getuigen Jan Plippen en Elisabet Peters)
Op 10 april 1675 dopen Roelof Adriaens en Berbel hun zoon Adriaen (Boxtel - RK doopboek Inv. 8 Bl. 198). Getuigen Aert Ariaens en Margriet Janssen.
Op 5 februari 1708 trouwt Adriaen Roele Rademakers, 32 jaar (geboren rond 1676), jongeman uit Boxtel, met Marie Janse Schuurman, 25 jaar, jongedame uit Sint Michielsgestel (Boxtel, Inv. 28.2 Bl. 36).
Verkoop:
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
IV. Maeijke Arien Ariens de oude Rademakers.
Verkoop:
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
V. Maeijke Arien Ariens de jonge Rademakers.
Verkoop:
06-03-1664     Samenvatting (met dank aan Jan Toirkens):
----------------

Jan Peter Peijnenborgs als man van Maria dochter van wijlen Arien Arien
Rademaecker,
verkoopt aan Cornelis Janssen Cuijper
de helft van een hooibeemtje in totaal groot ca. 20 roedes, gelegen te Boxtel in de Vennekens,
belendend Elen Michiels Huijberts, Jan Hendricks a Kempen, de rivier daar. De
verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.

Datum 6 maart 1664,
getuigen van Lill en Erven als schepenen.

Genoemde verkoper (Peijnenborgs) in diens hoedanigheid verkoopt aan Aert
Hendrick Aerts
een stuk heide groot ca. een lopenzaad, gelegen te Boxtel
onder Luijcel,
belendend de weduwe van Jan Hendrick Heesters, Jan Dielissen
dat ervan is afgedeeld, Jan Henrick a Kempen, Roelof Adriaen Rademaeckers
dat er ook van is afgedeeld.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen, behalve 3 stuivers 2 oort als chijns aan de heer van Boxtel. Actum
als voor.

Genoemde verkoper (Peijnenborgs) in diens hoedanigheid verkoopt aan Willem
Lambert Marten Dielissen
een stuk teulland groot ca. 2 lopenzaad, gelegen te
Boxtek in de herdgang van Luijcel, belendend Jan Dielissen dat ervan is
afgedeeld, Willem Janssen Cuijper en meer anderen, de heer Govert Lemnius,
de gemeijnte van Kempen.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als voor.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 101 f. 88v, 89r]
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
Maeijke trouwde met Jan Peeters Peijnenborgh.
Verkoop:
06-03-1664     Samenvatting (met dank aan Jan Toirkens):
----------------

Jan Peter Peijnenborgs als man van Maria dochter van wijlen Arien Arien
Rademaecker,
verkoopt aan Cornelis Janssen Cuijper
de helft van een hooibeemtje in totaal groot ca. 20 roedes, gelegen te Boxtel in de Vennekens,
belendend Elen Michiels Huijberts, Jan Hendricks a Kempen, de rivier daar. De
verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.

Datum 6 maart 1664,
getuigen van Lill en Erven als schepenen.

Genoemde verkoper (Peijnenborgs) in diens hoedanigheid verkoopt aan Aert
Hendrick Aerts
een stuk heide groot ca. een lopenzaad, gelegen te Boxtel
onder Luijcel,
belendend de weduwe van Jan Hendrick Heesters, Jan Dielissen
dat ervan is afgedeeld, Jan Henrick a Kempen, Roelof Adriaen Rademaeckers
dat er ook van is afgedeeld.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen, behalve 3 stuivers 2 oort als chijns aan de heer van Boxtel. Actum
als voor.

Genoemde verkoper (Peijnenborgs) in diens hoedanigheid verkoopt aan Willem
Lambert Marten Dielissen
een stuk teulland groot ca. 2 lopenzaad, gelegen te
Boxtek in de herdgang van Luijcel, belendend Jan Dielissen dat ervan is
afgedeeld, Willem Janssen Cuijper en meer anderen, de heer Govert Lemnius,
de gemeijnte van Kempen.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als voor.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 101 f. 88v, 89r]
VI. Anneken Arien Roelof Rademakers. Anneken is overleden na vrijdag 27 december 1669.
Verkoop:
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
rademakers_jan_ariens__en_jan_goverts_over_erfdeling_van_goederen_onder_luijsel_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._179r.jpg rademakers_jan_ariens__en_jan_goverts_over_erfdeling_van_goederen_onder_luijsel_-_boxtel_-_schepenbank_inv._104_f._183r.jpg
579 Rademakers Jan Ariens, en Jan Goverts over erfdeling van goederen onder Luijsel - Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 179r
580 Rademakers Jan Ariens, en Jan Goverts over erfdeling van goederen onder Luijsel - Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 183r
VII. [waarschijnlijk] Jan Arien Roelof Rademakers (afb. 579 en 580).
Koop:
van 06-03-1664 tot 10-08-1665     Samenvatting:
----------------
Op 6 maart 1664: Genoemde verkoper (Jan Peter Peijnenborgs, als man en momboir van Maria dochter wijlen Arien Arien Rademaeker) in diens hoedanigheid verkoopt aan
Willem Lambert Marten Dielissen
een stuk teulland groot ca. 2 lopenzaad,
gelegen te Boxtek in de herdgang van Luijcel, belendend Jan Dielissen dat ervan is
afgedeeld, Willem Janssen Cuijper en meer anderen, de heer Govert Lemnius,
de gemeijnte van Kempen.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als voor.

Hij betaalt 275 gulden en 10 stuivers, en voor de 50e penning 4 gulden en 19 stuivers.

Toelcihting:
------------
Jan Peter Peijnenborgs is de zwager van Willem. Hij verkoopt op dezelfde dag nog een hooibeemtje in de Vennekens en een stuk hei onder Luysel.

Willem verkoopt het op 10 augustus 1665 aan Hendrick en Jan, zonen wijlen Arien Arien Rademakers, ofwel zijn zwagers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 89r en v, en 168v]
Verkoop:
Samenvatting:
----------------

Blad 183r:

Erfdeling tussen Aert Goverts en de erfgenamen van Jan Arien Rademakers.
Aert krijgt een akker onder Luijsel tussen de erfgenamen van Jan Arien Rademakers en Jan Michielsen,
De erfgenamen van Jan Arien Rademakers krijgen door loting een akker tussen Aert Goverts en Jan Michielsen (doorgestreept - in de kantlijn: Merijken weduwe Corst Goyaerts van Bicgelaer)
, strekkend van erve Andries Michielsen tot op erve Jan Michielsen (doorgestreept).

De datum is slecht te lezen.

Toelichting:
-------------

Op Blad 179v en 183r staat vrijwel hetzelfde.

Op Blad 183 r staat boven de acte tussengeschreven: Barbel Arien Ariens Rademakers een stuk weiland onder Luijsel tussen de erfenisse van de koper aan de ene zijde, hiertegen afgedeeld aan de zijde Roelof Ariens, ook hiertegen afgedeeld aan de andere zijde,
strekkende Roelof Jan Cuypers tot op erve Jan Michielsen,
en draagt over aan Willem Lamberts van der Meijs op 10 oktober 1678.

Het gaat om de erfdeling tussen Aert Goverts en de kinderen van Jan Arien Rademakers. Hoe de familieband is, kan ik zo niet bepalen. Mogelijk heeft het te maken met de moeder van de kinderen, de Goverts kant?
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 179v en 183r]
27-12-1669     Samenvatting:
----------------

Roelof Arien Roelofs,
Barbara Arien Roelofs, getrouwd met Jan Dielis Snelders
Maeyken Arien Roelofs (de jonge), getrouwd met Jan Peeters Peijnenborgh,
Catelijn Arien Roelofs, getrouwd met Willem Lamberts van der Mijs,
Mayken Arien Roelofs (de oude),
Anneken Arien Roelofs

gebruiken hun erfelijk recht voor de verkoop van huys, hofstad en hof, groot omtrent 13 roeyen, gelegen in de Baronie van Boxtel in de herdgang van Luysel,
tussen de erve van Roelof Cuypers aan de ene zijde,
en voorts rondom in de gemeijnte met alle turfrechten als vanouds competerende op de gemeijnte over Lemken (?)

Idem een teullant (Teelland) de Midacker, gelegen ter plaatse voorschreven,
tussen de erve Roelof Cuypers aan de ene zijde,
de P ...hoeve de andere zijde,
strekkende met ander eijnde tot op de rivier het Luytewater (?).

Aan Jan Arien Roelofs Rademaecker met het 7e deel minderst (?) Rogge aan Hendrick Tiellemans.

Toelichting:
------------
De 6 kinderen dragen de hoeve en teelland over aan (waarschijnlijk) hun broer. Samen met zijn 7en. Vandaar dat het gaat over het 7e deel.

In deze akte is als vader genoemd Arien Roelofs. In de akte van 12 mei 1678 zijn zij genoemd als kinderen van Arien Arien Rademakers. Het gaat duidelijk over hetzelde gezin.
Verschil is dat in 1669 een Anneken en een Jan voorkomen, en dat Arien de oude en de jonge ontbreken.
In de akte van 1678 staat bij Arien de oude en de jonge, niet dat Merijken hun moeder is, en bij de anderen wel. Misschien heeft dat er mee te maken.

Voor de naamgeving is dit lastig. Ik heb geen verklaring voor het verschil in naamgeving.
Voor Anneken en Jan heb ik voor de vader aangehouden Arien Roelof Rademakers aangehouden, voor de anderen Arien Arien Rademakers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 102 f. 4r en v]
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
VIII. [moeder:waarschijnlijk] Hendrik Arien Arien Rademakers.
Koop:
van 06-03-1664 tot 10-08-1665     Samenvatting:
----------------
Op 6 maart 1664: Genoemde verkoper (Jan Peter Peijnenborgs, als man en momboir van Maria dochter wijlen Arien Arien Rademaeker) in diens hoedanigheid verkoopt aan
Willem Lambert Marten Dielissen
een stuk teulland groot ca. 2 lopenzaad,
gelegen te Boxtek in de herdgang van Luijcel, belendend Jan Dielissen dat ervan is
afgedeeld, Willem Janssen Cuijper en meer anderen, de heer Govert Lemnius,
de gemeijnte van Kempen.
De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als voor.

Hij betaalt 275 gulden en 10 stuivers, en voor de 50e penning 4 gulden en 19 stuivers.

Toelcihting:
------------
Jan Peter Peijnenborgs is de zwager van Willem. Hij verkoopt op dezelfde dag nog een hooibeemtje in de Vennekens en een stuk hei onder Luysel.

Willem verkoopt het op 10 augustus 1665 aan Hendrick en Jan, zonen wijlen Arien Arien Rademakers, ofwel zijn zwagers.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 100 f. 89r en v, en 168v]
IX. [moeder:misschien] Arien Arien Ariens de oude Rademakers, geboren na 1642 [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 100 f. 239r].
Koop:
13-06-1667     Samenvatting:
----------------

Nadat er in de vorige akte afstand van het vruchtgebruik is gedaan,
is hier verschenen Bastiaen van Megen als man van Elsken dochter van Adriaen Geerlincks Schalcken, en

verkoopt aan Willem Henricks de Brouwer voor een helft ervan
en aan Arien de oude en Arien de jonge als minderjarige kinderen
van Arien Ariens Rademaker daarin voor de andere helft,

een stuk weiland genoemd de Biesweij, gelegen te Boxtel in de Roondt, belendend genoemde Bastiaen zelf, Jenneken van Tuijl en meer anderen, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als
voor. (Ondertekend : P. Roeffen en G. van Duijsel).

Toelcihting:
-------------
Arien en Arien zijn minderjarig, en dat is tot 25 jaar. Ze zijn geboren na 1642.

De Roond ligt anno 2024 aan de westkant van Boxtel, met daarboven Tongeren en verder naast het westen de Kampina en Luysel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 100 f. 239r]
Verkoop:
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]
X. [moeder:misschien] Arien Arien Ariens de jonge Rademakers, geboren na 1642 [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 100 f. 239r].
Koop:
13-06-1667     Samenvatting:
----------------

Nadat er in de vorige akte afstand van het vruchtgebruik is gedaan,
is hier verschenen Bastiaen van Megen als man van Elsken dochter van Adriaen Geerlincks Schalcken, en

verkoopt aan Willem Henricks de Brouwer voor een helft ervan
en aan Arien de oude en Arien de jonge als minderjarige kinderen
van Arien Ariens Rademaker daarin voor de andere helft,

een stuk weiland genoemd de Biesweij, gelegen te Boxtel in de Roondt, belendend genoemde Bastiaen zelf, Jenneken van Tuijl en meer anderen, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Actum als
voor. (Ondertekend : P. Roeffen en G. van Duijsel).

Toelcihting:
-------------
Arien en Arien zijn minderjarig, en dat is tot 25 jaar. Ze zijn geboren na 1642.

De Roond ligt anno 2024 aan de westkant van Boxtel, met daarboven Tongeren en verder naast het westen de Kampina en Luysel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 100 f. 239r]
Verkoop:
01-05-1670     Samenvatting:
----------------

Willem Lamberts van der Meijs, als man en momboir van zijn huisvrouw Catelijn Arien Roelen,
verkoopt op 1 mei 1670 zijn gerechtigde portie in stukken land onder de herdgang van Luijsel,
aan Jan Arien Roelen.

- een stuck erfve, genoemd Claessenszen, gelegen tussen Jan Hendricx a Kempen aan beide zijden,
strekkende met beide einden op de erfve van de weduwe van Symert Arien Eijmerts
- een stuk erfve, genoemd de Langhacker, tussen Jan Michielsen en Corstiaen Goyaerts van den Bicgelaer,
strekkende van de Meswegh tot op de erfve van Jan Michielsen en meerdere andere
- een stuk erfve, genoemd Den Coolhooft, tussen Jan Dielissen en Roelof Janssen Cuypers met meer anderen,
strekkende erfve dochter Govert Lemmers tot op de Gemeijnstraet
- een stuck erfve, genoemd In de Heijvelden, tussen Jan Arien Roelen en Roelof Arien Roelen,
strekkende het erfve van de koper tot op erfve Huybert Jan Diercx
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 F. 22v]
van 12-05-1678 tot 10-10-1678     Samenvatting:
----------------

De kinderen van wijlen Arien Ariens Wagemakers de jonge en wijlen Merijken Roelof Joossen verkopen huis, hofstad en hof, gelegen onder Luijsel binnen de Baronie van Boxtel aan Roelof Jansen Cuijpers op 12 mei 1678.

De kinderen zijn:
Roelant ofwel Roelof,
Barbel,
Maeijke de oude,
Maeijke de jonge, getrouwd met Jan Peeters (namens haar aanwezig)
Arien de oude,
Arien de jonge,
wijlen Catelijn, getrouwd met Willem Lamberts van der Meij (namens haar kinderen aanwezig)

Op 10 oktober 1678 is er een koop voor 18 gulden van een weiland onder Luijsel, genoemd de .... weij,
tussen de nabeschreven koper (Roelof Jan Cuypers), hiertegen afgedeeld aan de zijde van Roelof Ariens, ook afgedeeld aan de achterzijde, strekkende bij de genoemde Roelof Jan Cuypers, tot op de erve van Jan Michielsen
... Willem Lamberts van der Meijs .....

Toelichting:
-------------
De pagina’s staan verdeeld over de inventaris:
133v: het begin
179v: de vervolgpagina
183r: over de koop van een weiland

In 1669 is als zoon Roelof genoemd, in 1678 Roelant. Als hij Roel genoemd is, zal dat de verklaring zijn voor het verschil.
  [bron: Boxtel - Schepenbank inv. 104 f. 133v-f.179v en 183r]

Generatie 11 (stamgrootouders)

meren_denijs_cornelis__genoemd_in_vestbrief_in_breda_als_borg_samen_met_anderen_op_29_maart_1602_voor_de_lening_van_260_gulden_door_marten_cornelis_nuijts__wonend_tot_bavel.jpg meren_denijs_cornelis__staat_borg_samen_met_anderen_op_29_maart_1602_voor_de_lening_van_260_gulden_door_marten_cornelis_nuijts__wonend_tot_bavel_-_1.jpg meren_denijs_cornelis__staat_borg_samen_met_anderen_op_29_maart_1602_voor_de_lening_van_260_gulden_door_marten_cornelis_nuijts__wonend_tot_bavel_-_2.jpg meren_denys_cornelis_peter_cornelis__en_gijsbrechts_geerts__zoon_van_maeyken_peter_cornelis_meren_verklaren_dat_cornelie__wed._henrick_peeter_meren_op_2_mei_1602_betaald_heeft_-_ginneken_r686_f_215r.jpg meren_andries_cornelis__en_denys_als_oom_en_voogd_van_de_kinderen_van_wijlen_zijn_broer_peeter__komen_op_voor_hun_gerechtigd_deel_en_vergoeding_van_gemaakte_kosten_-_5_april_1604_ginneken_r686_f278r.jpg meren_andries_cornelis__en_denys_als_oom_en_voogd_van_de_kinderen_van_wijlen_zijn_broer_peeter__komen_op_voor_hun_gerechtigd_deel_en_vergoeding_van_gemaakte_kosten_-_5_april_1604_ginneken_r686_f278v.jpg
581 Meren Denijs Cornelis, genoemd in vestbrief in Breda als borg samen met anderen op 29 maart 1602 voor de lening van 260 gulden door Marten Cornelis Nuijts, wonend tot Bavel
582 Meren Denijs Cornelis, staat borg samen met anderen op 29 maart 1602 voor de lening van 260 gulden door Marten Cornelis Nuijts, wonend tot Bavel - 1
583 Meren Denijs Cornelis, staat borg samen met anderen op 29 maart 1602 voor de lening van 260 gulden door Marten Cornelis Nuijts, wonend tot Bavel - 2
584 Meren Denys Cornelis Peter Cornelis, en Gijsbrechts Geerts, zoon van Maeyken Peter Cornelis Meren verklaren dat Cornelie, wed. Henrick Peeter Meren op 2 mei 1602 betaald heeft - Ginneken R686 f 215r
585 Meren Andries Cornelis, en Denys als oom en voogd van de kinderen van wijlen zijn broer Peeter, komen op voor hun gerechtigd deel en vergoeding van gemaakte kosten - 5 april 1604 Ginneken R686 f278r
586 Meren Andries Cornelis, en Denys als oom en voogd van de kinderen van wijlen zijn broer Peeter, komen op voor hun gerechtigd deel en vergoeding van gemaakte kosten - 5 april 1604 Ginneken R686 f278v
meren_denys_cornelis_peter__koopt_een_stuk_land__den_bygaert_tot_bavel__van_henrick_peeter_adriaens_op_6_april_1604__die_in_de_vestbrief_daarvoor_meerdere_percelen_gekocht_heeft_-_ginneken_r686_f276.jpg meren_denys_cornelis_peter__koopt_een_stuk_land__den_bygaert_tot_bavel__van_henrick_peeter_adriaens_op_6_april_1604__die_in_de_vestbrief_daarvoor_meerdere_percelen_gekocht_heeft_-_ginneken_r686_f277v.jpg meren_denys_cornelis_peter__koopt_een_stuk_land__den_bygaert_tot_bavel__van_henrick_peeter_adriaens_op_6_april_1604__die_in_de_vestbrief_daarvoor_meerdere_percelen_gekocht_heeft-ginneken_r686_f277vzij.jpg meren_denijs_cornelis__woont_te__bavel__en_is_vernoemd_als_borg_voor_rombout_jan_jan_lips_op_3_augustus_1604.jpg meren_denijs_cornelis__is_vernoemd_als_borg_samen_met_anderen_voor_de_schuld_van_324_guldens_van_rombout_jan_jan_lips_op_3_augustus_1604_-_1.jpg meren_denijs_cornelis__is_vernoemd_als_borg_samen_met_anderen_voor_de_schuld_van_324_guldens_van_rombout_jan_jan_lips_op_3_augustus_1604_-_2.jpg
587 Meren Denys Cornelis Peter, koopt een stuk land, Den Bygaert tot Bavel, van Henrick Peeter Adriaens op 6 april 1604, die in de vestbrief daarvoor meerdere percelen gekocht heeft - Ginneken R686 f276
588 Meren Denys Cornelis Peter, koopt een stuk land, Den Bygaert tot Bavel, van Henrick Peeter Adriaens op 6 april 1604, die in de vestbrief daarvoor meerdere percelen gekocht heeft - Ginneken R686 f277v
589 Meren Denys Cornelis Peter, koopt een stuk land, Den Bygaert tot Bavel, van Henrick Peeter Adriaens op 6 april 1604, die in de vestbrief daarvoor meerdere percelen gekocht heeft-Ginneken R686 f277vzij
590 Meren Denijs Cornelis, woont te Bavel, en is vernoemd als borg voor Rombout Jan Jan Lips op 3 augustus 1604
591 Meren Denijs Cornelis, is vernoemd als borg samen met anderen voor de schuld van 324 guldens van Rombout Jan Jan Lips op 3 augustus 1604 - 1
592 Meren Denijs Cornelis, is vernoemd als borg samen met anderen voor de schuld van 324 guldens van Rombout Jan Jan Lips op 3 augustus 1604 - 2
vestbrieven_ginneken_1569-1578_-_inv.684_-_bezoek_aan_stadsarchief_op_21_mei_2022_na_corona_en_tijdens_de_verbouwing_-_met_de_vondst_van_de_akte_op_f._212_van_peter_cornelis_jan_meeren.jpg meeren_andries_cornelis_peeter__en_broer_denys_voor_kinderen_van_broer_peter_betalen_de_4_guldens_chijns_en_lossen_de_vestbrief_van_1567_van_hun_vader_af_op_16_april_1610_-_breda_r683_f192_bijschrift.jpg breda_archiefkaartje__met_denijs_cornelis_meeren__27_november_1612___formaat_8_cm_bij_12cm.jpg meeren_denijs_cornelis__notarieel_adriaen_dirven_n1130_inventaris_0023_f45_1612_-_allerhande_acten.jpg meijren_dionysius_cornelii__overleden_op_7_december_1618_in_bavel.jpg breda_archiefkaartje__met_denijs_cornelis_meeren__odelia_martens_en_zoon_peter__21_juni_1622__formaat_8cm_bij_12cm.jpg
593 Vestbrieven Ginneken 1569-1578 - inv.684 - bezoek aan Stadsarchief op 21 mei 2022 na corona en tijdens de verbouwing - met de vondst van de akte op f. 212 van Peter Cornelis Jan Meeren
594 Meeren Andries Cornelis Peeter, en broer Denys voor kinderen van broer Peter betalen de 4 guldens chijns en lossen de vestbrief van 1567 van hun vader af op 16 april 1610 - Breda R683 f192 bijschrift
595 Breda archiefkaartje, met Denijs Cornelis Meeren, 27 november 1612, formaat 8 cm bij 12cm
596 Meeren Denijs Cornelis Notarieel Adriaen Dirven N1130 Inventaris 0023 f45 1612 - Allerhande Acten
597 Meijren Dionysius Cornelii, overleden op 7 december 1618 in Bavel
598 Breda archiefkaartje, met Denijs Cornelis Meeren, Odelia Martens en zoon Peter, 21 juni 1622, formaat 8cm bij 12cm
meeren_denijs_cornelis_en_odelia_cornelis_jan_martens_en_zoon_peeter_notaris_adriaen_dirven_n1133_f89_21_juni_1622-1.jpg meeren_denijs_cornelis_en_odelia_cornelis_jan_martens_en_zoon_peeter_notaris_adriaen_dirven_n1133_f89_21_juni_1622-2.jpg meren_denis_cornelis__odelia_huisvr._van_denis___zoon_jacob__erf_en_huis_te_bavel_aan_de_lege_eikberg_aan_de_kerk_-_bhic_legger_van_cijnzen_ginneken_en_bavel_1634-1698_inv_91_-_118_blad_39_scanpag.50.jpg
599 Odelia Cornelis Jan Martens, weduwe van wijlen Denijs Cornelis Meiren, en zoon Peeter voor Notaris Adriaen Dirven N1133 f89 21 juni 1622-1
600 Odelia Cornelis Jan Martens, weduwe van wijlen Denijs Cornelis Meiren, en zoon Peeter voor Notaris Adriaen Dirven N1133 f89 21 juni 1622-2
601 Meren Denis Cornelis, Odelia huisvr. van Denis, zoon Jacob, erf en huis te Bavel aan de lege Eikberg aan de kerk - BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50
1024 Denis Cornelis Peter Meeren (afb. 581 t/m 601). Hij is gedoopt in 1555. Denis is overleden op vrijdag 7 december 1618 in Bavel, 62 of 63 jaar oud [bron: Overlijden rk Bavel 1614-1632; DTB 1d folio 41v].
Notitie bij overlijden van Denis: Vastgelegd in het rk overlijden van Bavel.
Notitie bij Denis: Namen:

29-03-1602: Denijs Cornelis Merenzone:
Vestbrief van Breda: Denijs staat samen met anderen borg voor de lening van Marten Cornelis Nuijts, die in Bavel woont. Waar Denijs woont is niet vermeld. De andere borgen en schuldeisers wonen wel allemaal in Bavel. Het is wel voor de hand liggend dat Denijs ook in Bavel woont.

02-05-1602: Denys Cornelis Peeter Meren zone:
Vestbrief van Ginneken: Denys verklaart dat het geld voor de stede aan de Rechte Strate, en voor de andere erfenissen betaald is

05-04-1604: Denys Cornelis Meren zone:
Vestbrief van Ginneken: als oom en voogd van de kinderen van zijn broer Peeter komt hij op voor hun erfdeel en vergoeding van kosten, samen met boer Andries.

06-04-1604: Denys Cornelis Peeter Meren sone:
Vestbrief van Ginneken: Denys koopt een stuk land te Bavel, genaamd Den Byegaert
-
03-08-1604: Denijs Cornelis Merenzone:
Vestbrief van Breda: Denijs staat samen met anderen borg voor de lening die Rombout Jan Jan Lipszone doet van Jan Michiel Rombout Lipszone. Alle borgen en de schuldeiser wonen in Bavel. Het geld is op 22 maart 1609 verklaard als terugbetaald.
-
16-04-1610: Denys Cornelis Peeter Meeren sone:
Vestbrief bijschrift: namens de kinderen van overleden broer Peeter, en samen met broer Andries lost hij de vestbrief af van hun vader van 4 carolus guldens van 12 augustus 1567. De vestbrief is van hun vader Cornelis Peeter Cornelis Jan Meren. Hiermee komen we meteen een aantal generaties verder.

27-11-1612: Denijs Cornelis Meiren:
Notariele akte: Niclaes Janssen van Heusden (zwaardveger=wapensmid) legt een verklaring af als man/voogd van Geertruijt Anth. Denijs Oirlmans en namens haar mede-erfgenamen. Aflossing door Denijs Corn. Meiren en Maeijken Math. Janssen van 2 veertelen rogge per jaar. In een kopie brief van de erfpacht van 28 oktober 1380 van Steven van Wijck staat dat het 4 veertelen rogge moet zijn per jaar. Het gaat om gronden op de lage Eikberg onder Bavel.
-
07-12-1618: Dionysius Cornelii Meijren (overlijden)
-
21-06-1622: Denijs Cornelis Meiren:
Notariele akte): zijn weduwe en zijn zoon Peeter moeten nog zestig Rijns guldens landhuur betalen aan Jacomijntken Cornelis Jan Martens, weduwe van Ghijsbrecht Henricx van Strijp
-
1634: Denis Cornelis Meren:
Legger van cijnzen: Odelia (Cornelis Jan Martens), huisvrouw van Denis Cornelis Meren betaalt voor 2 bunder erf em 13 roeden buitbanckx, met het huis daarop staand, te Bavel, achter de Leegen Eickbergh aen de kerk van wijlen Cornelis Jan Cornelis Martens (was eerst van haar vader)
-
Adres:
03-08-1604     Bavel (In de vestbrief staat dat hij net als alle andere borgen in Bavel woont)   [bron: Vestbrieven 1604, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 503, blad 139v]
Cijns:
van 1634 tot 1698     Odelia, de huisvrouw van Denis Cornelis Meren,
van omtrent 2 bunder erf ende 23 roeden buitbancx, metten huijsinge daerop staende, te Bavel, achter de Leeggen Eijckbergh aen de kercke,

oost Maria Mathijs Godtschalckx dochter,
west Adriaen Peeter Cornelis Lips,
noort haerselfs erve, ende
suijtwaert s heerenstraete,

Wijlen Cornelis Jan Cornelis Martens ex anno regro folio .87. Is (of: in) drie parcheelen.

------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Jacob Denis Cornelis Meeren tot Bavel weeskynderen
-------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Peter Adriaen Lips op den Eijckbergh cum suis (met de zijnen) (waarschijnlijk de zoon van de Adriaen Peeter Cornelis Lips, die west ervan woonde)
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Rechts ervan: Voorschreven Meus (of mens) Peter Meren tot Bavel tot Molenschot
-:120-art:2
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Links ervan: Bethaald 1634 noch tot 1643
inclus door (of voor) den Eickbergh
Bethaald tot 1648 inclus door Peter voornoemd,
noch 1649, 1650 noch 1654, 1655, 1656, 1657 (en zo door tot 1687)
  [bron: BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50]
Deling van goederen:
15-09-1602     -
Quam Delie Cornelis Jan Mertens dochter,
met Denys Cornelis Peeter Meren, heuren man ende voight in den parthye,
ende Jacopmijne Cornelis Jan Mertens dochter, met Gijsbrecht Henricx zone Verstrijp, heuren man ende voight in de andere.

Verclaerden ende bekenden midts desen van ende aengaende de stede ende erfenissen bij hen ouders achtergelaten ten geschijden ende gedeelt te sijn in manieren naebeschreven.

Dat is te weten dat de voorgenoemde Delie Cornelis Jan Mertens dochter metten voorschreven Denysen, heuren man ende voight, bevallen en de gedeelt is op te

huysinge, schuere, backhuys, hovinge ende alle erfenisse met alle hare toebehoorte ende metten erven daer aen liggende , soo onder lants als weijde houdende, tesamen omtrent anderhalft buynder oft seven quaert buynders, gestaen ende gelegen op ten Leegen Eijckberch tot Bavel.

Item noch op t heijvelt genaempt Schoutethsheijninge, groot omtrent een buynder, gelegen tusschen Chaem ende den Aert,
Daer op de voorschreven Delie jaerlicx uijtreijcken sal moeten 6 karolus gulden t stuck . t jaers den erfgenamen Adriaen Aertsen van Heel.
Noch eener karolus gulden ende 15 stuyvers t sjaers Matheeus Matheeus Claessen erfgenamen.
Noch 30 stuyvers t sjaers Geert Cornelissen.

Item noch is de voorgenoemde Delie gedeelt op te helft aen de westzijde naest de Bavelse Kercke van een stuck lants, groot in t geheel 5 loopensaet, gelegen tot Bavel op de acker aen Leegen Wech.
Daer op jaerlycx uijt gaat de helft van 3 veertelen rogs erfpachts de Tafele Heijliche Geests tot Bavel.

Ende noch op te helft aen de westzijde van de Bosschen ende de helft van de stuck lants daer neven liggende, oock aen de westzjde daer van den zijde 20 voeten langs door den acker.
Mede sal moeten wesen van deze helft daer op dese parthije jaerlicx uijtreijcken 2 veertelen erfpachts der Tafele Heiliche Geests bynnen Breda.

Item noch is de voornoemde Delie bevallen ende gedeelt op t stuck genaempt Deeschot, groot 2 buynder, tusschen Lijndonck ende den Bolberch gelegen.
Daer op zij jaerlicx zal moeten uijtreijcken 3 veertelen rogs erfpachts der Tafele Geiliche Geests van Bavel.
Ende noch 5 Rijns gulden ende 14 stuyvers die Adriaen Jan Naggers heffende is.


Ende hier tegens is de voorgenoemde Jacopmijne metten voorschreven Gijsbrecht, heuren man ende voight, bevallen ende gedeelt op te 3 parcheelen erfs, soo onder lant als weijde, houdende te samen omtrent anderhalft buynder oft zeven quaert, gelegen tegen de huysinghe voorschreven, aen de oostzijde over de waterlaet aldaer, welcken waterlaet de voorschreven parthijen halft ende halft sullen onderhouden.

De 3 voorschreven parcheelen, genamept de Vilbraeck, vrij wesende.

Item is de voorschreven Jacopmijne noch gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van t stuck lants groot in t geheel omtrent 5 loopensaet bovengeruert.
Daer op de voorschreven Jacopmijne jaerlycx uytreijcken sal moeten de wederhelft der 3 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Bavel heffende, gelegen tot Bavel op de acker aen den Leegen Wech voorschreven.

Ende noch is sij gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van een stuck bosch ende lants, groot in t geheel omtrent 5 loopensaet met 20 voeten breeder oft meede als de wederhelft van den voorschreven stuck lants is soo bovengeschreven staet.
Belast wesende met 2 veertelen rogs erfpachts in mindernisse van de 4 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Breda daerop is heffende, ende
elck metten gerechten heeren chijns.

Ende het is voorwaert dat enichlyck van de voorschreven parthijen sijn cavel sal aenvaerden 8 daegen nae Bamisse nu naestcomende anno 1602 sonder enige huere, alsoo de hueren van voorschreven goeden als dan vervallen tusschen de voorschreven parthijen afgerekent zijn (ofwel Delie huurde de stede en misschien ook ander percelen).

Is noch voorwaert dat de voorschreven goeden pant medepandt ende bijpant blijven sullen daer se met recht schuldich sijn etc.

Ende het is voorwaert dat eenyegel van de voorschreven parthijen van de rogpachten ende renten hen aengenoempt, sijnde voorschreven, sal moeten betalen de pachten ende chijnsen die daer af alnu tegenwoordelen sijn loopende sonder meer.

Ende gelovende voorschreven parthijen elck den commer hem aengenoempt zijnde voorschreven, jaerlycs vuegen ende manieren dat de een voor des anders commers nyet gemaent, gemaeyt, belast noch beschadicht en sal worden in eniger manieren.

Verbyndende daer voor de naementlyck ende speciael de erfgoeden daer elck op gedeelt is voorschreven ende voorts generael hen selven ende alle honne goeden, ruerende ende onruerende putra et futura.

Ende in der manieren bovengeschreven bedanckten hen de parthijen voorgenoemd goede scheijdinghe ende der deelinghe van de goeden voorschreven.

Vennichurende (?) ende verthyende midts desen de een op des anders gedeelt zoo dat behoort zonder argelist.

Actum ut supra (15 september 1602)
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f246v en 247r]
Vestbrief:
29-03-1602     Marten Cornelis Nuijts, wonende te Bavel, debet aan Jannen Michiel Rombout Lips, als voght in den naeme ende tot behoeft van Rombout Michiel Rombouts Lips natuurlijke zone de somme van 260 karolus guldens t stuck in eens.
Toecomende ter zaecken van goeden geleenden gelde te betaelen den voorgenoemden Jannen Michiel Rombout Lips zone, in den naeme en tot behoeft als voor oft zijn actie hebbende thoonder van desen op ten 29e meerte anno 1603 naestcomende verbynden hem daarvoor hem zelven ende alle zijne goeden, roerende ende onroerende putra et futura met pande ras en op heerlijcke ende parate executie ten tijde ende termijne voornoemd.
Borgen als principael, pariter et insolidum,
Jan Jan Lips zone,
Marten Rombout Lips zone,
Stoffel Wijtman Peeter Vleemincx zone,
Jan Goossen Ansems zone,
Denijs Cornelis Merenzone,
verbyndende daer voor oock hen zelven alle hunne goeden roerende ende onroerende putra et futura, oock met pande .. ende op heerlijcke ende parate executie op termijne voornoemd.
Dyes gelooftcle de voorgenoemde Marten Cornelis Nuijts zone, principael schuldenaar onder de verbyntenisse van hem en van alle zijne goeden voornoemde, zijne borgen bovengenoemt ende elcken van hen van dese borchtochte altijt schadeloos, vrij en onbelast te houden sonder argelist.
Actum et supra.

Hyer af extract

-------------------
(In de kantlijn links is geschreven:)
Jan Michiel Rombout Lips, in de qualiteijt als in desen, heeft verclaert en bekent, data Marten Cornelis Nuijts zone hem deughdelijck voldaen en betaelt heeft de 260 karolus guldens in eens. In desen schuldbrieve begrepen alsoo dat deselve schuldbrief alnu geheel doot en te niet is.
Actum den 29e meerte anno 1605.
In presentie van Jan Naggers binnen Breda en Adriaen
Geerit Cornelissen tot Chaem respectieve woonende als getuigen ende van mij A. Dirven

----------------------------
Marten is getrouwd met Cornelia Rombout Lips,en dat zal de relatie zijn met de degenen die borg staan, en ook van wie geld geleend wordt.
(zoals vermeld in een vestbrief van 29 maart 1602 (Vestbrieven 1602, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 501, blad 48v ), en in een vestbrief van 25 april 1606 (Vestbrieven 1606, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 505, blad 66r).
Marten is ongeveer 36 jaar op 9 mei 1597 (A. Dyrven, Allerhande acten (Protocollen), 1597, Notariële archieven Breda, inventarisnummer 0014, blad 24r), en zal bij deze akte ongeveer 41 jaar geweest zijn.
De relatie met Stoffel Vleemincx, Jan Ansems en met Denijs Meijren is niet duidelijk.
Stoffel Wijtman Peeter Vlemincx: woonplaats in 1600 Bavel. Gehuwd met Maeijken Geerit Meeussen (19 januari 1600, Vestbrieven 1599 - 1600, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 499, blad 138r).
Jan Goossen Ansems is timmerman in Bavel.
  [bron: Vestbrieven 1602, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 501, blad 49r]
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f 278]
06-04-1604     Op de eerste vestbrief:

Henrick Peeter Adriaens koopt op 6 april 1604
van Cornelis Jan Cornelissen:

een stede, huysinge, schuere, hovinge ende erfenisse met heure toebehoorte ende van erve daeraen liggende,
midtsgaders van noch vyer andere parcheelen van erfnen tesamen omtrent 5 buynderen

tot Bavel op ten Hoogen Eijckberch ende elders gelegen

De volgende vestbrief:

Quam Henrick Peeter Adriaens zone,
heeft vercoft Denysen Cornelis Peeter Meren sone

een stuck lants, genaempt Den Bygaert (kan ook Den Bijgaert zijn),
groot omtrent anderhalft quartier buynders,

hem Henricken, vercooper, bij de erfgenamen van Cornelis Jan Cornelissen vercoft,
ende voor ons schepenen voorschreven alnu overgevest zijnde.

Al soo groot ende cleijn, onbegrepen der maten alst, gelegen is tot Bavel de Acker,
oostwaert aen Jan Jan Lips erfgenamen erve,
suytwaert aen de kerck oft Gebuurwech,
westwaert aen Cornelis Jan Mertens erfgenamen erve (=de vrouw van Denis en zijn schoonzus Jacopmijne)
noortwaert aen Jacob Rombout Lips erve.

Te vrijen ende te waeren commerloos.

Gevest actum ut supra (= 6 april 1604)

------------------------------------------------------------------------------------------
Henrick koopt eerst de stede op de Hoge Eijkberg en nog 4 percelen. Daarvan verkoopt hij er 1 van aan Denys
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f 276 en 277v]
03-08-1604     Quam Rombout Jan Jan Lipszone, debet Jannen Michiel Rombout Lipszone de somme van 324 gulden t stuck eens, toecomende van goeden geleenden gelden hem comparant den lesten penning metten necsten deugdelijck ondergedaen ende vuergetelt sijnde soo en bekende te betaelen den voorsegden Jan Michiel Rombout Lips of zijn actie hebbende thoonder van desen op ten iersten dach van meije 1605 naestcomende verbynden daar voorhem selven ende alle zijne goeden roerende ende onroerende tegenwoordige ende toecomende met pande etc. ende op heerlijcke ende parate executie ten tijde ende termijne voornoemd.
Voorts zijn mede voor de schepenen voornoemd gecomen
Robbrecht Jan Anthon Lipszone
Cornelis Cornelis Gheijtszone
Jan Goossen Anssemszone ende
Denijs Cornelis Merenzone,
alle onder Bavel woonende.
Ende geloofden hier af voor den voornoemden Rombout Jan Jan Lipszone te doen als goede borgen ende oock als principaele schuldenaeren gesaemenderhant ongesundert een voor al ende elck van hen als principael verbynden daer voor oock hen selven ende alle hon goeden roerende ende onroerende putra et futura oock met pande etc. ende op heerlijcke ende parate executie ten tijde ende termijne voornoemd
St... celatione actum et supra
Hyer af extract

----------------------------------------------------------------
Kantlijn:

Jan Michiel Rombout Lipszone verclaert en bekent dat Rombout Jan Jan Lipszone hem deugedelijck voldaen ende betaelt heeft de 324 karolus guldens eens in dezen schultbrieve begrepen alsoo dat deselve schuldbrieve al in gheel doot en te niet is.
Actum den 20e meert anno 1609 in presentie van Jan Naggers en Mr Niclaes Wiliaerts als getuygen ende van mij A. Dyrven.

------------------------------------------------------------------
Jan Michiel Rombout Lips is schepen te Ginneken en Bavel, en overlijdt op 14 januari 1625 te Bavel.
  [bron: Vestbrieven 1604, Schepenbank Breda 1499-1811, inventarisnummer 503, blad 139v]
16-04-1610     Bijschrift bij vestbrief van 12 augustus 1567 van Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren:

Peeter Wouter Peeter Wagemaeckers zone heeft verclaert ende bekent dat

Andries Cornelis Peeter Meeren zone voor hem selven, ende
Denys Cornelis Peeter Meeren zone als voicht ende in den name van achtergebleven kynderen wijlen Peeter Cornelis Peeter Meeren, sijnen broeder,
was hem wettelijck afgelost ende gequeten hebben de 4 karolus guldens t jaers erfchijns in desen brieve begrepen,
ende dat hem de lospenningen met alle verschenen chijnsen der selver 4 karolus guldens deugdelijck voldaen ende betaelt zijn.

Alsoo dat desen brieve . geheel doot ende te niet is.

Actum den 16e april 1610 in presentie van Niclaes Williaerts ende Daniel Buycx, clercken in de Secretarye tot Breda als getuygen ende van mij, J. Dyrven.

---------------------------------------------------------------------------------------
In de secretarie van Breda komen Andries en Denys. De laatste uit naam van de kinderen van zijn overleden broer Peter.
Ze verklaren de jaarlijkse erfchijns betaald te hebben en lospenningen om de vestbrief dood te kunnen verklaren.

Het land waar het om gaat moet ik nog ontcijferen uit de lastig te lezen vestbrief van 1567.
  [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192 bijschrift op 16 april 1610]
Hij trouwde met
mertens_delie_cornelis_jan__met_haar_man_denys_cornelis_peeter_meren_en_haar_zus_jacopmijntken_met_haar_man_gijsbrecht_henricx_verstrijp_verdelen_de_goederen_op_15_sept._1602_in_ginneken_-_r686_f_246v.jpg mertens_delie_cornelis_jan__met_haar_man_denys_cornelis_peeter_meren_en_haar_zus_jacopmijntken_met_haar_man_gijsbrecht_henricx_verstrijp_verdelen_de_goederen_op_15_sept._1602_in_ginneken_-_r686_f_247r.jpg
602 Mertens Delie Cornelis Jan, met haar man Denys Cornelis Peeter Meren en haar zus Jacopmijntken met haar man Gijsbrecht Henricx Verstrijp verdelen de goederen op 15 sept. 1602 in Ginneken - R686 f 246v
603 Mertens Delie Cornelis Jan, met haar man Denys Cornelis Peeter Meren en haar zus Jacopmijntken met haar man Gijsbrecht Henricx Verstrijp verdelen de goederen op 15 sept. 1602 in Ginneken - R686 f 247r
1025 Odelia Cornelis Jan (Delie) Mertens (afb. 601 t/m 603). Delie is overleden na 1634.
Notitie bij overlijden van Delie: Odelia is belast voor de chijns in ieder geval in 1634. Tot hoelang zij betaald heeft, en daarna haar zoon jacob staat er niet bij.
Notitie bij Delie: Zowel Martens als Mertens komt voor.
Cijns:
van 1634 tot 1698     Odelia, de huisvrouw van Denis Cornelis Meren,
van omtrent 2 bunder erf ende 23 roeden buitbancx, metten huijsinge daerop staende, te Bavel, achter de Leeggen Eijckbergh aen de kercke,

oost Maria Mathijs Godtschalckx dochter,
west Adriaen Peeter Cornelis Lips,
noort haerselfs erve, ende
suijtwaert s heerenstraete,

Wijlen Cornelis Jan Cornelis Martens ex anno regro folio .87. Is (of: in) drie parcheelen.

------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Jacob Denis Cornelis Meeren tot Bavel weeskynderen
-------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Peter Adriaen Lips op den Eijckbergh cum suis (met de zijnen) (waarschijnlijk de zoon van de Adriaen Peeter Cornelis Lips, die west ervan woonde)
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Rechts ervan: Voorschreven Meus (of mens) Peter Meren tot Bavel tot Molenschot
-:120-art:2
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Links ervan: Bethaald 1634 noch tot 1643
inclus door (of voor) den Eickbergh
Bethaald tot 1648 inclus door Peter voornoemd,
noch 1649, 1650 noch 1654, 1655, 1656, 1657 (en zo door tot 1687)
  [bron: BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50]
Deling van goederen:
15-09-1602     -
Quam Delie Cornelis Jan Mertens dochter,
met Denys Cornelis Peeter Meren, heuren man ende voight in den parthye,
ende Jacopmijne Cornelis Jan Mertens dochter, met Gijsbrecht Henricx zone Verstrijp, heuren man ende voight in de andere.

Verclaerden ende bekenden midts desen van ende aengaende de stede ende erfenissen bij hen ouders achtergelaten ten geschijden ende gedeelt te sijn in manieren naebeschreven.

Dat is te weten dat de voorgenoemde Delie Cornelis Jan Mertens dochter metten voorschreven Denysen, heuren man ende voight, bevallen en de gedeelt is op te

huysinge, schuere, backhuys, hovinge ende alle erfenisse met alle hare toebehoorte ende metten erven daer aen liggende , soo onder lants als weijde houdende, tesamen omtrent anderhalft buynder oft seven quaert buynders, gestaen ende gelegen op ten Leegen Eijckberch tot Bavel.

Item noch op t heijvelt genaempt Schoutethsheijninge, groot omtrent een buynder, gelegen tusschen Chaem ende den Aert,
Daer op de voorschreven Delie jaerlicx uijtreijcken sal moeten 6 karolus gulden t stuck . t jaers den erfgenamen Adriaen Aertsen van Heel.
Noch eener karolus gulden ende 15 stuyvers t sjaers Matheeus Matheeus Claessen erfgenamen.
Noch 30 stuyvers t sjaers Geert Cornelissen.

Item noch is de voorgenoemde Delie gedeelt op te helft aen de westzijde naest de Bavelse Kercke van een stuck lants, groot in t geheel 5 loopensaet, gelegen tot Bavel op de acker aen Leegen Wech.
Daer op jaerlycx uijt gaat de helft van 3 veertelen rogs erfpachts de Tafele Heijliche Geests tot Bavel.

Ende noch op te helft aen de westzijde van de Bosschen ende de helft van de stuck lants daer neven liggende, oock aen de westzjde daer van den zijde 20 voeten langs door den acker.
Mede sal moeten wesen van deze helft daer op dese parthije jaerlicx uijtreijcken 2 veertelen erfpachts der Tafele Heiliche Geests bynnen Breda.

Item noch is de voornoemde Delie bevallen ende gedeelt op t stuck genaempt Deeschot, groot 2 buynder, tusschen Lijndonck ende den Bolberch gelegen.
Daer op zij jaerlicx zal moeten uijtreijcken 3 veertelen rogs erfpachts der Tafele Geiliche Geests van Bavel.
Ende noch 5 Rijns gulden ende 14 stuyvers die Adriaen Jan Naggers heffende is.


Ende hier tegens is de voorgenoemde Jacopmijne metten voorschreven Gijsbrecht, heuren man ende voight, bevallen ende gedeelt op te 3 parcheelen erfs, soo onder lant als weijde, houdende te samen omtrent anderhalft buynder oft zeven quaert, gelegen tegen de huysinghe voorschreven, aen de oostzijde over de waterlaet aldaer, welcken waterlaet de voorschreven parthijen halft ende halft sullen onderhouden.

De 3 voorschreven parcheelen, genamept de Vilbraeck, vrij wesende.

Item is de voorschreven Jacopmijne noch gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van t stuck lants groot in t geheel omtrent 5 loopensaet bovengeruert.
Daer op de voorschreven Jacopmijne jaerlycx uytreijcken sal moeten de wederhelft der 3 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Bavel heffende, gelegen tot Bavel op de acker aen den Leegen Wech voorschreven.

Ende noch is sij gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van een stuck bosch ende lants, groot in t geheel omtrent 5 loopensaet met 20 voeten breeder oft meede als de wederhelft van den voorschreven stuck lants is soo bovengeschreven staet.
Belast wesende met 2 veertelen rogs erfpachts in mindernisse van de 4 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Breda daerop is heffende, ende
elck metten gerechten heeren chijns.

Ende het is voorwaert dat enichlyck van de voorschreven parthijen sijn cavel sal aenvaerden 8 daegen nae Bamisse nu naestcomende anno 1602 sonder enige huere, alsoo de hueren van voorschreven goeden als dan vervallen tusschen de voorschreven parthijen afgerekent zijn (ofwel Delie huurde de stede en misschien ook ander percelen).

Is noch voorwaert dat de voorschreven goeden pant medepandt ende bijpant blijven sullen daer se met recht schuldich sijn etc.

Ende het is voorwaert dat eenyegel van de voorschreven parthijen van de rogpachten ende renten hen aengenoempt, sijnde voorschreven, sal moeten betalen de pachten ende chijnsen die daer af alnu tegenwoordelen sijn loopende sonder meer.

Ende gelovende voorschreven parthijen elck den commer hem aengenoempt zijnde voorschreven, jaerlycs vuegen ende manieren dat de een voor des anders commers nyet gemaent, gemaeyt, belast noch beschadicht en sal worden in eniger manieren.

Verbyndende daer voor de naementlyck ende speciael de erfgoeden daer elck op gedeelt is voorschreven ende voorts generael hen selven ende alle honne goeden, ruerende ende onruerende putra et futura.

Ende in der manieren bovengeschreven bedanckten hen de parthijen voorgenoemd goede scheijdinghe ende der deelinghe van de goeden voorschreven.

Vennichurende (?) ende verthyende midts desen de een op des anders gedeelt zoo dat behoort zonder argelist.

Actum ut supra (15 september 1602)
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f246v en 247r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cornelis Denis Cornelis Meeren (zie 512).
II. Jacobus Denis Cornelis (Jacob) Meeren. Hij is gedoopt in 1590. Jacob is overleden vóór 1628, ten hoogste 38 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jacob: Op 31 december 2021 stond er: Overleden <1628. Geen idee meer hoe dat tot stand is gekomen. Ik zie wel, dat bij de cijns van 1634 eerst moeder Odelia betaalde, en daarna de weeskinderen van Jacob tot 1643.
Zou dus best kunnen dat Jacob voor 1628 overleden is, maar zie zo de reden niet.

in de akte van 1637 gaat het ook over Jacob, kinderen van Denijs Cornelis Meeren.
Notitie bij Jacob: -
26-05-1619: Jacobus Dionisy Meijnen (huwelijk)
26-02-1620: Jacobus Dionisii Meijren (doop van Jacoba)
09-02-1621: Jacobus Dionisy Meyren (huwelijk van zijn broer)
11-11-1621: Jacobus Dionysii Meijren (doop van Adriana)
27-11-1622: Jacobus Dionisii Meijren (doop van Denijs)
24-07-1637: Jacob Denijs Cornelis Meiren (staat van nalatenschap van Wouter Adriaen Naggers)
Cijns:
van 1634 tot 1698     Odelia, de huisvrouw van Denis Cornelis Meren,
van omtrent 2 bunder erf ende 23 roeden buitbancx, metten huijsinge daerop staende, te Bavel, achter de Leeggen Eijckbergh aen de kercke,

oost Maria Mathijs Godtschalckx dochter,
west Adriaen Peeter Cornelis Lips,
noort haerselfs erve, ende
suijtwaert s heerenstraete,

Wijlen Cornelis Jan Cornelis Martens ex anno regro folio .87. Is (of: in) drie parcheelen.

------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Jacob Denis Cornelis Meeren tot Bavel weeskynderen
-------------------------------------------------------------------------------------------
Erboven, ofwel de volgende cijnsplichtige: Peter Adriaen Lips op den Eijckbergh cum suis (met de zijnen) (waarschijnlijk de zoon van de Adriaen Peeter Cornelis Lips, die west ervan woonde)
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Rechts ervan: Voorschreven Meus (of mens) Peter Meren tot Bavel tot Molenschot
-:120-art:2
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Links ervan: Bethaald 1634 noch tot 1643
inclus door (of voor) den Eickbergh
Bethaald tot 1648 inclus door Peter voornoemd,
noch 1649, 1650 noch 1654, 1655, 1656, 1657 (en zo door tot 1687)
  [bron: BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50]
Partij:
24-07-1637     Jacob, kinderen van Denijs Cornelis Meiren, partij in de staat van erfelijke goederen van Wouter Adriaen Naggers. Deze laatste is een kuiper en een broer van de notaris Jan Adriaen Naggers. Jan is overleden op 20 april 1632, en Wouter is de enige erfgenaam van zijn broer. Heel wat boerderijen, erven, gronden zijn in zijn bezit.
Hun voogd is Bartholomeus Peeters.
Wie worden er nog meer genoemd dan Jacob, aangezien er sprake is van "hun" voogd?
Wat is de relatie van Wouter met Denijs Cornelis Meiren?
  [bron: Minuutakten J.H. Dirven 1607, 1631-1651, 1663; N126, folio 11r; kopie van de staat van erfelijke goederen]
Getuige bij:
30-01-1621     ondertrouw Petrus Denis Cornelis Meeren (1590-1625) en Barbara Adriani Philippi (geb. 1586) [zie 1024,III]    [broer bruidegom]   [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 1, folio: 32 v]
Jacob trouwde, 28 of 29 jaar oud, op zondag 26 mei 1619 in Ginneken-Bavel [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810 ; DTB-nr: 1, folio: 31v] met Elisabeth Petri (Sysken) [van der] Biestraten, 23 of 24 jaar oud, nadat zij op zaterdag 4 mei 1619 in Ginneken-Bavel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810 ; DTB-nr: 1, folio: 31v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Jacob en Sysken waren de volgende getuigen aanwezig: Dionisy Petrus Dionisy, Adrianus Huberti, Johannis Cornely Johannis Wilhelmi en Petrus Denis Cornelis Meeren (1590-1625) [zie 1024,III] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Jacob en Sysken: RK
Sysken is een dochter van Petrus Jacobs Aerts Biestraten en Johanna Roberti Jan Lips. Zij is gedoopt in 1595. Sysken is overleden op zaterdag 28 november 1637, 41 of 42 jaar oud. Sysken trouwde later met Adrianus Corneli (Adriaen) de Bruyn (geb. 1595).
Notitie bij Sysken: -
26-05-1619: Elisabetha Petri van der Biestraten (huwelijk)
26-02-1620: Elisabeth Petri Biestraeten (doop van Jacoba
11-11-1621: Elizabeth Petri van der Biestraeten (doop van Adriana)
27-11-1622: Elisabeth Petri Biestraeten (doop van Denijs)
Vestbrief:
Vestbrieven dorpen Ginneken en Bavel R692/fol. 159v DATUM: ?"...Adriaen Cornelissen (de) BRUYN ende Sysken Peters Jacobs VANDER BIESTRATEN huysvrouw metten voorgen. Adriaenen heuren man ende voight debet Marten Wouters RYCKEVORSSEL geleende gelden hun stede, huysinge, schuere, koye, hovinge, ende erfenisse met heure toebehoorte groot omtrent 3 buynders gestaen ende gelegen onder Ginneken tot Bavel opten Leghbergh ow. ende nw. Jacob Cornelis Geerits erve, sw. aende gebuerwegh... stede, huysinge, schuere, hovinge ende erfenisse 4 buynde
rs onder Ginneken tot Bavel opten Eyckberch.
(marge: betaelt Elisabeth Peeter Jacobs VANDER BIESTRATEN 10-1641)
  [bron: Bstuit@orange.nl (geneanet)]
meeren_peeter_denijs_cornelis__notarieel_adriaen_dirven_n1133_f90_1622-1.jpg meeren_peeter_denijs_cornelis__notarieel_adriaen_dirven_n1133_f90_1622-2.jpg meijren_petrus_dionysius__overleden_op_29_juli_1625_in_bavel.jpg
604 Meeren Peeter Denijs Cornelis Notarieel Adriaen Dirven N1133 f90 1622-1
605 Meeren Peeter Denijs Cornelis Notarieel Adriaen Dirven N1133 f90 1622-2
606 Meijren Petrus Dionysius, overleden op 29 juli 1625 in Bavel
III. Petrus Denis Cornelis Meeren (afb. 604 t/m 606). Hij is gedoopt in 1590. Petrus is overleden op dinsdag 29 juli 1625 in Bavel, 34 of 35 jaar oud [bron: Overlijden rk Bavel 1614-1632, archiefnummer CN, Collectie DTB Nieuw-Ginneken, inventarisnummer 1, blad 48r].
Notitie bij Petrus: -
26-05-1619: Petrus Dionisy Meijnen
10-01-1620: Petrus Dionysii Meijren (getuige bij een doop in Bavel van Adriana, dochter van Cornelii Cornelii en Dypne Adriani Borst)
09-02-1621: Petrus Dionisy Meyren (huwelijk)
21-06-1622: Peter Denijs Cornelis Meiren ( 2 aktes voor notaris A. Dyrven: 1) Hij verklaart samen met zijn moeder, die weduwe is, 60 gulden schuldig te zijn voor achterstallige landhuur. 2)Peeter, wonend onder Bavel, huurt zaai- en weiland onder Ginneken tot Bavel van Jacomijntken Cornelis Jan Martens (zij woont in ’s Gravenhage) voor 8 jaar voor 27 Rijns guldens per jaar)
08-08-1623: Petrus Dionisii Meijren
Adressen:
09-02-1621     Ginneken   [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810 ; DTB-nr: 1, folio: 31v]
21-06-1622     Bavel (Peeter, wonend onder Bavel, huurt zaai- en weiland onder Ginneken tot Bavel van Jacomijntken Cornelis Jan Martens (zij woont in ’s Gravenhage) voor 8 jaar voor 27 Rijns guldens per jaar)   [bron: Notarieel Breda - Notaris Dyrven 1622 - N26, folio 90 (voorheen Rechterlijk archief N1133)]
Getuige bij:
26-05-1619     kerkelijk huwelijk Jacob Meeren (1590-vóór 1628) en Sysken [van der] Biestraten (1595-1637) [zie 1024,II]    [broer bruidegom]   [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810 ; DTB-nr: 1, folio: 31v]
Petrus trouwde, 30 of 31 jaar oud, op dinsdag 9 februari 1621 in Ginneken [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 1, folio: 32 v] met Barbara Adriani Philippi, 35 jaar oud, nadat zij op zaterdag 30 januari 1621 in Ginneken en Ginneken en Bavel in ondertrouw zijn gegaan [bron: Trouwen Ginneken en Bavel 1614-1810; DTB-nr: 1, folio: 32 v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Petrus en Barbara waren de volgende getuigen aanwezig: Mattheus Dionisy Adriani, Adrianus Joannis en Gerardus Joannis. Bij de ondertrouw van Petrus en Barbara waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Joannis, Gerardus Joannis en Jacob Meeren (1590-vóór 1628) [zie 1024,II] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Petrus en Barbara: # Cornelia Borst, * 8-8-1623, v : Jacobus Adriani Borst, m : Judoca Mathieae Judoci, g : Petrus Jacobi Biestraeten, Barbara Adriani Philippi (echtgenote van Petrus Dionisi Meijren): Dopen rk Bavel 1614-1632; DTB-nr: IV-20 nr. 1a, fol: 16 r
Barbara is een dochter van Adrianus Philippi en Cornelia Gualteri. Zij is gedoopt op donderdag 16 januari 1586 in Breda [bron: Doopboeken RK Brugstraat 1582 - 1613; DTB-nr: 2, fol: 30 v]. Bij de doop van Barbara waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Gualteri en Guilhelmus Philippi.
Notitie bij Barbara: # Cornelia Borst, * 8-8-1623, v : Jacobus Adriani Borst, m : Judoca Mathieae Judoci, g : Petrus Jacobi Biestraeten, Barbara Adriani Philippi (echtgenote van Petrus Dionisi Meijren)
1026 Peeter Pierman.
Kind van Peeter uit onbekende relatie:
I. ... Peetersen Pierman (zie 513).
oirlemans_lijsken__adriaenken__claesken_en_cornelis_verkopen_een_hoeve_en_2_akkers_op_de_meulenstraat_bij_de_oude_kerk_op_6_januari_1568_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._437r_sc_43.jpg loon_op_zand_kaart_van_de_gemeente_-_1867_-_gedeelte_met_moleneind__molenstraat__en_de_molen.jpg oirlemans_cornelis_cornelis__adriaen_peeter_verdiesen__joost_claes__en_adriaen_joosten_leggen_verklaringen_af_over_soldaten_van_kapitein_nicolai_-_augustus_1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg oirlemans_cornelis_cornelis__verklaart_uit_zijn_huis_gehaald_te_zijn_door_soldaten_van_kapitein_nicolai_en_heeft_60_gulden_moeten_betalen_-_augustus_1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendrikck_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_merk.jpg oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendricx_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_scan_133.jpg
607 Oirlemans Lijsken, Adriaenken, Claesken en Cornelis verkopen een hoeve en 2 akkers op de Meulenstraat bij de oude kerk op 6 januari 1568 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r sc 43
608 Loon op Zand kaart van de Gemeente - 1867 - gedeelte met Moleneind, Molenstraat, en de molen
609 Oirlemans Cornelis Cornelis, Adriaen Peeter Verdiesen, Joost Claes, en Adriaen Joosten leggen verklaringen af over soldaten van kapitein Nicolai - augustus 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
610 Oirlemans Cornelis Cornelis, verklaart uit zijn huis gehaald te zijn door soldaten van kapitein Nicolai en heeft 60 gulden moeten betalen - augustus 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
611 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendrikck Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j merk
612 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendricx Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 133
oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendrikck_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_scan_134_.jpg oerlmans_cornelis_cornelis__floris_hendrick_reijnen__en_adriaen_hendrick_pauwels_dragen_land_over_en_wisselen_van_land_op_26_juli_1608_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f.__5v.jpg oerlmans_cornelis_cornelis__floris_hendrick_reijnen__en_adriaen_hendrick_pauwels_dragen_land_over_en_wisselen_van_land_op_26_juli_1608_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f.__6r.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__koopt_een_akker_op_de_vaert_aan_de_oude_dreijer_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._72v.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__verkoopt_een_akker_op_de_vaert_op_13_maart_1610_en_koopt_die_terug_op_2_januari_1620_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73r.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__verkoopt_een_akker_op_de_vaert_op_13_maart_1610_en_koopt_die_terug_op_2_januari_1620_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73v.jpg
613 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendrikck Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 134
614 Oerlmans Cornelis Cornelis, Floris Hendrick Reijnen, en Adriaen Hendrick Pauwels dragen land over en wisselen van land op 26 juli 1608 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v
615 Oerlmans Cornelis Cornelis, Floris Hendrick Reijnen, en Adriaen Hendrick Pauwels dragen land over en wisselen van land op 26 juli 1608 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 6r
616 Oerlmans Cornelis Cornelisse, koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 72v
617 Oerlmans Cornelis Cornelisse, verkoopt een akker op de Vaert op 13 maart 1610 en koopt die terug op 2 januari 1620 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73r
618 Oerlmans Cornelis Cornelisse, verkoopt een akker op de Vaert op 13 maart 1610 en koopt die terug op 2 januari 1620 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73v
1536 Cornelis Cornelis (De oude) Oirlemans (afb. 607 t/m 618). De oude is overleden na zaterdag 26 juli 1608.
Notitie bij overlijden van De oude: In de akte van 22 januari 1626 is hij als wijlen genoemd (RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.)
Adres:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
Functie:
van 04-10-1609 tot 07-06-1617     Schepen (15-07-1609 f 48r: Testes scabini Dingeman Janse, Cornelis Cornelisse Oerlman en Thuenis Henricxsen
4-10-1609 f 66v: Testes scabini Cornelis Cornelisse Oerlman en Anthonis Henricxsen Oerlman
13-08-1614 f 142v: Wij Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Anthonis Hendricxen schepenen etc. doen condt ..
30-11-1616 f 32r en v: van de eersaeme Jan Wouter Claesse de Bont, Cornelis Dirck Franssen, Dingeman Jansse, Anthonis Hendricx, Cornelis Cornelis Oerlemans, schepenen der voorst. heerlijckheijt Loon ende Aerdt Ariaen Oerlemans Hl. Geestmeester
07-06-1617 f. 52r: van den eersame Cornelis Cornelisse Oerlmans, Cornelis Dirck Franssen, Dirck Raessen, schepenen der heerlickheijt Loon ende Jan van Delft, schouth aldaer als arbiteren ende arbitrateurs.


Er is niet te bepalen nog of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, vandaar dat ik bij beide dit heb opgenomen.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 48r - 66v Inv 62 f. 142v - Inv. 63 f 32r/v]
Betaling:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Toelichting:
-------------
Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oirlemans, de zus van Cornelis Cornelis Oirlemans de oude.
Zeer waarschijnlijk gaat het hier om de oude.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden
Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen. Testes ut supra.

In marge bijgeschreven:
deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen. Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 2v/r]
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
van 04-02-1605 tot 19-03-1618     Samenvatting:
----------------
In 5 akten van 4 februari 1605:
Cornelis Cornelis Oerlemans en Gijsberden Henricx zullen betaald krijgen voor de onmondige kinderen van wijlen Dominicus den ouden Janszoon:

1. Jan Willem Aertse Boom 66 gulden, 3 stuivers, 2 oort voor Pasen dit jaar voor geleverd turf
2. Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot 31 gulden, 18 stuivers
3. Denis Janse en Berthout Henricx 8 gulden, 18 1/2 stuivers
4. Daneel Willem Peeters van Gorcum, met voogd Jan Stevensse, 53 gulden, 10 stuivers voor Maria Lichtmis dit jaar.
Gijs Hendricksse bekent op 1 juli 1608 dat het bedrag betaald is.
5. Jan wijlen Quirijn Geritsse van Spaendonck 53 gulden, 10 stuivers op Maria Lichtmis dit jaar voor geleend geld.
Gijsbert Hendricx verklaart op 19 maart 1618 dat het geld ontvangen is.




Toelichting:
------------
De relatie van Cornelis en Ghijsbert tot Dominicus Jansse den ouden is me niet bekend.

Of dit Cornelis de jonge of de oude is, kan ik zo niet bepalen, vandaar dat ik bij beide deze akten heb toegevoegd.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 1-2-1606.
Jan Willem Aertse Boom belooft te betalen op allen sijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
Cornelis soone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henricx
tot behoef van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 66 gld. 3 st. 2 oort ten paesschen nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van coop van torff bij den voorst. momboirs, den gelovende vercocht ende gelevert.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 31 gld. 18st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Denis Jansse en Berthout Henricx beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 8 gld. 18 ½ st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 5-2-1605.
Daneel Willem Peeters (v.Gorkum) en Jan Stevensse sijnen borgen, beloven te betalen aan
Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henricx
ten behoeve van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 53 gld. 10 st. te gelden te lichtmisse nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen ende dat ter saecken van goede geleenden ….. bij den voorst.

Gelovende van den voorgen. momboirs in reckeninghe ontvangen.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.

In marge: Gijs Hendricksse bekent van dese geloifte voldaen te sijn, den 1e julij 1608.


Inv.nr. 60, folio 3r d.d. 5-2-1605.
Jan soone wijlen Quirijn Geritsse (v. Spaendonck) belooft te betalen aan Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henric
tot behoef van de onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.

de som van 53 gld. 10 st. bosch gelt te lichtmis ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van goeden geleende gelden bij den voorst. geleenden van de voors. genoemde momboirs in leningen ontvangen.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse, actum ut supra.

In marge: Gijsbert Hendricx heeft bekent dat Jan Quijrijnen dese geloifte voldaen heeft ende alzoo geroijeert.
Actum den 19e mert 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 2v-3r]
08-02-1612     Samenvatting:
----------------
Jan Janse Dominicus belooft 98 gulden en 17 stuivers te betalen op 8 februari 1613
aan Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voogden van hemzelf en zijn broers en zussen.

Toelichting:
------------
In de akte van 31 mei 1614 zijn Cornelis en Ghijsbert voogden van de kinderen van Dominicus Janse en Neeltje Handrick Gijsbrechts.
Dan zijn genoemd als kinderen: Jan, Maeike, Lijntken, Handrick, Jenneke, Denis, en Peter.
In deze akte staat Jan Jansse Dominicus.
Gezien er in de akten sprake is van dezelfde voogden, is het zeer waarschijnlijk dat het om hetzelfde voogdijschap gaat.
Of de vader nu Jan Dominicus is of Dominicus Janse?

Als ik naar de voogden kijk, lijkt Gijsbert Handrick een oom van moederskant, en dan zou Cornelis aan vaderskant familie kunnen zijn.

Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 58v d.d. 8-2-1612.

Jan Jansse Dominicus heefft geloift
Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voochden ende momboiren van des voirst. Jan Jansse, broeders ende susters,
tot behoeff der selver de somme van 98 gld. 17 st. te betaelen
den 8e februari 1613 ende dat met behoirlijcken intrest teghens ses ten hondert, ter causen hij bij affreckeningen soo veel schuldich is bleven, daer voor verbijndende sijnen persoon ende goederen.

Testes, Sallen ende Dries Jansse den 8e februarij 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 58v]
van 17-05-1617 tot 14-02-1618     Samenvatting:
----------------
Jan Adriaen Rijcken zal Cornelis Cornelis Oerlmans betalen voor de 50 geleende guldens.
Hij heeft die op 14 februari 1618 voldaan.

Toelichting:
-------------

De Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 50v d.d. 17-5-1617.

Jan Arijaen Rijcken heeft bekent wel ende duechdelijcken schuldich te wesen Cornelis Cornelis Oerlmans
acht halve rijers tot vijf gulden elf stuijvers stuck ende voirts in penement tot de somme van vijftich gulden die hem geleent heeft.

Gelovende die selven in gelijcke spetie ende valent te restitueren ende wederom te gheven tot korsmis ierstcomende, daer voor verbindende die voirst. Jan Ariens zijnen persoon ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse, den 17e meij 1617.

In marge: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese geloifte betaelt ende voldaen te zijn den 14e februari 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 50v]
28-04-1621     Samenvatting:
----------------

De kerkmeester Dirck Raeesen van Grevenbroeck heeft van Cornelis Cornelisse Oerlmans 50 gulden ontvangen, die Neeltken Wijnen nog moest betalen, volgens testament van Willem Martens zaliger.
De pastoor heeft de 50 gulden van de kerkmeester ontvangen.

Toelichting:
------------
Hoe Cornelis in relatie staat tot Neeltken, dan wel Willem Martens, is niet duidelijk. Misschien alleen als ontvanger en doorgever van het geld.
Of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.

Transcryptie:

RAT. Loon op Zand. R 63 f 133v d.d. 28-4-1621.
Dirck Raessen van Grevenbroeck kerckemeester deser heerlich. Loon heeft bekent
van Cornelis Cornelisse Oerlmans ontfangen te hebben
de somme van vijfftich gld.

mette welcke ende nog hondert gulden die Neeltken Wijnen der kercke van Loon moet betaelen ofte rentgewijs verseeckeren voldaen ende betaelt,
in alsulcke legaat van hondert vijfftich gld. als Willem Martens zaliger der kercke van Loon bij testamente gelegateert ende gemaect hadden.

Ende sijn de voirst. vijfftich gld. gestelt in handen van den pastoir tot dat men de selven op solvente onderpanden sal weten te beleggen.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Janssen den 28e april 1621.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 133v]
Deling van goederen:
31-05-1614     Samenvatting:
----------------
Jan Dominicus Janse,
Maeike Dominus Janse, getrouwd met Lambert Claesse van Oort,
Lijntken Dominicus Janse, getrouwd met Bastiaen Jan Bastiaensse,
Onmondige Handrick, Jenneke, Denis, Peter Dominicus Janse, vertegenwoordigd door Gijsbert Handricx en Cornelis Cornelisse Oerlmans


allen broers en zussen, kinderen van Dominicus Janse en Neeltken Handrick Gijsbrechts,

maken een erfdeling.


Toelichting:
------------

De Cornelis Cornelisse Oerlmans kan de oude of de jonge zijn. Vandaar dat ik dit bij beide heb toegevoegd.
Hoe Cornelis als voogd familie is langs vaders of moeders kant, weet ik niet.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 139v t/m 140v d.d. 31-5-1614.
Jan Dominicus Jansse,
Lambert Claesse van Oirt als man ende momboir van Maeike Dominicus dochter zijne huijsvrouw,
Bastiaen Jan Bastiaensse als man ende momboir van Lijntken Dominicus dochter zijne huijsvrouw, ende
Gijsbert Handricx ende Cornelis Cornelisse Oerlmans als voochden ende momboirs van den onmondige Handrick, Jenneke, Denis ende Peter,

gebroeders ende gesusteren kijnder wijlen Dominicus Jansse bij den zelven ende wijlen Neeltken Handrick Gijsberts in houwelijcke staet verweckt,

hebben bekent aengegaen ende gemaeckt te hebben erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen hun van voirst. hunnen ouders aenbestorven, geleghen binnen der heerlich. Loon ende tot Besoijen, ende hebben daer omme gelooth met des heeren lotinge.

1. Overmits welcker erffscheijdinge, erffdeijlinge ende lotinge den voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een huijs ende schuer metten saeijlandt daer aen liggende, geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. ter plaetsen genoempt opt Craenven, oostwaerts aen erffenis wijlen Peter den ouden Jans kijnderen, suijdtwaerts aen erven Dingenman Jansse, westwaerts Jan Ferdinandus ende noortwaerts des heeren straet.
Item alsnoch de gerechticheijt die de voirst. erffgenaemen in prasers acker hebben. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse hebben de voirst. andere mede deelderen helmelinge vertegen
inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Lambert Claessen ende Bastiaen Jansse daer vuijt gelden ende betaelen sullen aen Denissen ende Jenneke 86 gld. eens binnen sjaers. Item alsnoch een renthe van drij gld. jaerlijcx tot Vlijmen te betaelen. Item noch eenen daelder jaerlijcx aen den stommen tot Tilborch. Ende des heeren chijns met conditien ut infra.

2. Overmits welcker etc. den voirst. Denis ende Jenneke te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is een stuck hoijlandt gelegen in Besoijen onbedeelt met de erfgenaemen Peter den ouden Jans. Item een rentken van twee gld. jaerlijcks dewelcke Jan Sacharias ende Cornelis Willem Wertz geldende ende betaelende zijn.
Item soo sullen de voirst. Denis ende Jenneke binnen sjaers ontfanghen van Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse 86 gld. ende van Hendrick hennen broeder 50 gld. eens. Op welcke parceelen tot behoeff van den voirst. Denis ende Jenneke hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen innen manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Denis ende Jenneke daer vuijt gelden ende betaelen sullen den chijns met recht daer vuijt gaende. Met conditien ut supra.

3. Overmits welcker etc. den voirst. Jan Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een stuck landts geleghen binnen der heerlich. Loon opt Craenven genoempt den dickbier, tusschen erffenis Gerit Geritsse de Groot aen deen zijde ende Mechtelt Arien Stevens aen den westenzijde, streckende van des heeren straet noortwaerts tot erven Jo. Floris van Grevenbroeck.
Item noch een ackerken geleghen tusschen een gemeijn steechsken aen deen sijde ende erven Jan Stevens aen den westenzijde, streckende van Jan Melis heij noortwaerts tot Gerit Bethen erven.
Item noch de gerechicheijt in een heijke daer Jan Stevens mede in gerecht is ende halff toebehoirt. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Jan Dominicus hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Jan Dominicus daer vuijt sal betaelen des heeren chijns. Met conditien ut infra.

4. Overmits welcker etxc. Peter Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen zijn twee parceelen saeilandt geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. opt Craenven tusschen een steghe aen deen zijde ende Dingeman Jansse ende meer anderen aen dander zijde, streckende van erven Peter den ouden Jans westwaerts totten gemeijne bodems.
Item noch een heijveldeken met den eenen hoeck daer aen geleghen genaempt den heij horst.

Op welcke parceelen van erffenis tot behoeff van den voirst. Peter Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelinge verteghen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat de voirst. Peter Dominicus daer vuijt gelden ende betaelen sal des heeren chijns. Met conditien ut infra.

5. Overmits welcker etc. Is den voirst. Handrick Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen twee parceelen landts met een kleijn heijken geleghen binnen der heerlich. Loon aen den rechte heirstraet tusschen erffenisse Dirck Quijrijnen aen den oostenzijde ende erven Jan Wijnen aen den westenzijde, streckende van des heeren straset, suijdtwaerts tot Hans Dircken erven.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Handrick Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Handrick Dominicus daer vuijt sal gelden ende binnen sjaers betaelen 50 gld. eens aen Denis ende Jenneke zijnen broeder ende suster ende des heeren chijns.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voirst. deelderen een iegelijck zijnen chijns ende lasten alsoo sullen betaelen dat deen van den anderen hinder off schade en komen, ende malcanderen weghen ende steghen ten naeste velde ende minste schade.

Ende dat het opgaende eijcken houdt dwelck bijsonder gepaert ende gedeelt is noch sal mogen blijven staen drij jaeren van nu aen beginnende ende langer nijet. Ende off naderhandt eenige lasten meer op bevonden worden dan men tegenwoirdich weet dat de voirst. deelderen die malcanderen gelijck sullen helpen draghen. Gelovende die voirst. deelderen onder verbijntenisse van hennen persoonen ende goederen, present ende toekomende dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge dit vertijen ende voirts alle andere conditien boven verhaelt malcanderen vast ende stendich te houwen ten eeuwige daghen.

Behoudelijck off ijemant dese lotinge inst... ende daer nijet mede te vrede ende waer sal gehouden wesen tzelven te doen van heden ende veerthien daghen ende in dijen gevallen verbonden wesen te betaelen de costen ten daghen van heden .... ende daerbeneffens noch een tonnen biers.

Testes Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den lesten meij 1614.


RAT. Loon op Zand. R 62 d 140v d.d. 31-5-1614.
Den 13 junij wesende den 14e dach partijen vergadert ende versaemt zijnde is bij oirdonatieen van dezen Heer gheen eindtken van eender berander kersse ontstecken ende is het zelven vuijtgegaan sonder dat ijemandt van partijen de voirst. delingen wederroepen oft ingesmact heeft. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 62 f. 139v t/m 140v]
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
Getuigenverklaring:
08-1581     Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
08-1581     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar) (beperkt aangepast)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)
Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde
van … soldaten alsd.. binnen de stadt Bryde (Hryde, .. ?) <Sint Geertruydenbergh is doorgestreept) onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen,
heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.

N.B. er staan nog 2 verklaringen boven, kijken hoever ik die vertaald krijg:

Aryaen Joosten, uyt zijn huys gehaelt zijnde met gewelt,
heeft gegeven 4 daelders t stuck tot 26 stuyvers geldt,
met 2 oude Geldersche Rijders.
Behalve te coscen (?) aen tien soldaten,
binnen de stadt van den capiteijn Senscref (?) onder .raef (Graef) geleghen,
onder andere geheijten
Frans Jonckbloet van Berghe op den Zoom,
Peer Bloethont,
Claes Peeterssen van Loon,
met noch eenre,
oock eenre Claes genaempt
ende Voost (?)
met noch eene Wael
ende de andere onbekent.

Joost Claes ene Ben zijn zoon uit zijn scuere, aldaer hij cooren afgepacken hadde gehaelt sijnde,
heeft vijf soldaten binnen voorsete Geertruydenberche gelegen onder Capitain Nicolai,
moet gheeven 53 carolus gulden.
in de marge: eenre genoempt Toenis van Wijck, alias Boercen. (Boerken)


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
Overeenkomst:
23-02-1607     Samenvatting:
----------------

Er is een geschil tussen Arien Aertssen Oermans alias Clerck en de regeerders ov er de liquidatie van zekere landsettingen van hem. Zijn zoon is aanwezig, en die woont daar ook op.
Het geschil is bij de Hove van Brabant besproken.

Ze komen overeen: het zelfde goed zal gestaen, mits in elk boek 3 gulden betaald wordt.
Aldus gedaan in aanwezigheid van partijen, die het ondertekend hebben.

Daarin herken ik links:
Aert Aryaanse Oermans (de zoon)
Dirck Buenen
Antonis Hendricx Oermans
Cornelis Cornelisse Oermans

Rechts:
J. van Delft
........
Jan Wouter ...
Hendrick Arien Aertsse


Toelichting:
-------------
De Cornelis Cornelisse Oermans is waarschijnlijk de oude, maar helemaal zeker is dat niet.

De alias de Clerck zou kunnen betekenen dat hij Secretaris was.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 94j d.d. 23-2-1607.

Alsoo over veel jaeren seeckere geschil, proces ende .. van recht geresen was voor den Hove van Brabant

tusschen Arien Aertsse Oerman alias Clerck met sijne consorten als i.... ter eenre
ende schoutet, scepenen, regeerders en setters van des dorps lasten tot Venloon als gedaagde ter andere sijden.

Beroerende de liquidatie van seeckere landtsettingen des voirst. Arien Aertsse Oerman toebehoirende.
Ende in voirst. saecke soo verre geprocedeert dat bij den Hove van Brabant is geweesen het voirst. geschil onder arbitrage van goede mannen.

Soo sijn op huijden date van deesen de voirst. gedaechde met Aert Arijaensse Oerman soone van den voirst. Ariaen Aertsse Oerman, vervanghende ende hem fort ende sterck maeckende voor sijnen voirst. vader ende consorten veraccordeert

dat belanghende alsulcken goet offte landt als de voirst. Ariaen Aertsse Oerman binnen den voirst. dorpe heeft liggende ende dat de voirst. Aert Arijaensse tegenwoirdelijck op woondt ende waerom geschil geweest is,

dat het selven goet sal gestaen mits betalende in elcke boeck de somma van drij gulden off gelijck ander goet offte hoeven als namentlijck Jo. Boshuijens hoeff de ... daer tegenwoirdelijck Arijaen Schalcken op woont, daer Jan Aert Schouten op woont, die van den selven duer.. ende valeur sijn nu tegenwoirdelijck geven ende ... sullen.

Behoudelijck dat dit voirst. accoirdt geschiet ende gedaen is bij provisie ende onder protestatie ter tijt ende ... toe dat men eenichssins anders souden bevijnden moghen te bes....

Aldus gedaen in presentie van partijen die dit mede onderteckent hebben op huijden den 23e februari int jaer ons heere duijsentseshondert ende seven, mij present,
Aert Arijaensse Oermans. Dirck Buenen, Antonis Hendricx Oermans, Hendrick Arijaen Aertsse, Cornelis Cornelisse Oermans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 133 en 134]
Schuld:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden

Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse
metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen.
Testes ut supra.


In marge bijgeschreven:

deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen.
Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.

Toelicihting:
-------------
Adriaen en Cornelis hebben de schuld overgenomen van Henrick Gerit Oirlmans.
Het zal met de bewoning van de erfenisse met timmeringe te maken hebben.
Hoe het dan bij deze 2 zwagers gekomen is?

Op 6 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 27 maart 1553. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 2r en v]
van 27-03-1554 tot 06-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 218v d.d. 27-3-1554.

Henrick Gerit Oirlmans heeft gelooft jaerlijcks te vergelden
Claessen Peeter Adriaensse
eene jaerlijckse ende erffelijcke pacht van zes mudde rogs ofte de waerde van dien in gelden alzoo Claessen gelieven zal,
allen jaeren tot Oisterwijck te leveren
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal opten 12e dach april naestcomende over een jaer

uit ende van zijnder erffenisse metter timmeringen daerop staende in de parochie van Venloon opten Ketshoevel

metter oisten zijde neffen erffenis Peeter Geldens
metter westen zijde neffen Claes Petersse
streckende van sheerenstraete aen mijn heer van Loon alzoo hij zeede.

Ende heeft hem opgedragen ende gelooft te waren etc.

Daar waerborg voor is geworden Geridt Oirlmans.
Testes, Joist Peetersse ende Adriaen Nouwen.
Actum anno 1554 den 27e maart.

Dese erfpacht mag Henrick altijt lossen met 50 carolus guldens eens ende metten verschenen pachten ende een half jaer te voren op te zeggen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
dese brief is geheel afgequeten ende gelost bij handen van Adriaen Petersse Verdiesen ende Cornelis Cornelis Oirlman als gelders in handen van Steven Thomassen.

Testes, Willem Cornelisse ende Gelden Aert Henricxsse.
Actum den 6e juni 1584.

Toelichting:
------------
Op 5 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 1547. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 218v]
van 11-03-1614 tot 20-08-1615     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Cornelisse belooft zijn vader Cornelis Cornelisse 192 gulden en 5 stuivers te betalen voor 2 perceeltjes moer.

Zijn vader heeft nog meer percelen verkocht.

Toelichting:
------------
De akten zijn van dezelfde dag, en hoewel in de akte van de zoon geen Oerlman genoemd is, zal het hier wel om gaan, gezien de vernoemingen in de akten ervoor.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r d.d. 11-3-1614.
Geraert Hendricxen ende met hem Ariaen Jan Ariaens ende Ariaen Jansse van Hemert als borghen hebben geloift
Cornelis Cornelisse Oerlman de somme van 145 gld. 8 st.
te betaelen in vier termijnen elcke termijn 36 gld. 7 st. waer aff den iersten termijn verschijnen sal paesschen 1615, ende soo van paesschen tot paesschen tot volder betalingen.

Ende dat ter causen van coop van een luepensaet 4 roijen 5 voeten moeren, gelegen in den wagenmoer van den Egmont.

Daer voor verbijnende die voirst. gelovende hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, roerende ende onroerende, ende stellen den selven moer, torven daer aff komende tot hypotheecq ende waerborch.
Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 11e mert 1614.
Jan Jansse voor Aentken Faessen zijn moeder.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r/130v d.d. 11-3-1614.
Thuenis Thuenisse heeft geloift Cornelis Cornelis Oerlman

de somme van 115 gld. 19 st. te betaelen ut sup. in vier termijnen, elcken termijn 28 gld. 19 st. 3 oirt
ter causen van een luepensaet en 2 roijen moers,
wesende ter oirsaecken van den dijck hen 2 roijen min gereckent, daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Jan Fransse Vrindt ende met hem Handrick Goossen als borge hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 126 gld. 13 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcken termijn 31 gld. 13 st. 6 penningen,
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijnende ut sup.
Testes et actum ut sup.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Steven Meeusse ende met hem Handrick Thonis ende Cornelis Jacops als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman
de somma van 142 gld. 7 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcke termijn 35 gld. 11 st. 3 oirt 2 penningen
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra.


In marge: bevonnist ter goeder rekening in judictie den 20e augusti 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.

Jan Cornelis Cornelisse heeft geloift Cornelis Cornelisse zijnen vader
de somma van 192 gld. 5 st.
te betaelen in vier termijnen, elcke termijn 48 gld. 1 st. 1 oirt,
waer aff den ierste termijn verschijnen sal paesschen 1615

ter causen van twee parceelkens moers,
het een groot 36 roijen, 5 voet, 10 duijm,
het andere 37 1/2 roijen.

Daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 130v]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
04-12-1598     Samenvatting:
----------------

Joncker Dierick van Immerselle, heer tot Loon opt Sandt verkoopt aan

Willem Martensse van Gilse,
Dirck Claessen Bunnen,
Henrick Arijaen Aertsse ende
Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende
Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock.

Toelichting:
-------------
Dit kan zowel Cornelis de oude, danwel de jonge betreffen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 58a f 10v en 11r d.d. 4-12-1598.

Wij Andries Gheritsse van Broechoven, Jan Wouter Claes Beertensse de Bont, Willem Martens van Gilse ende Jan Lauwrijs Dircxssen,
schepenen der heerlijckheijt Venloon dat men noempt Loon opt Sandt in de meijerije van ’s Hertogenbosch onder ’t quartier van Oijsterwijck geleegen

doen condt en maecken kennelijck eenen ijegelijcken, die deesen tegenwoordige letteren sullen sien ende hooren leesen, dat wij in onse handen hebben gehadt ende gesien ende hooren leesen eenen brief geheel gesont, ongecasseert ende ongecancelleert in franchijn geschreven met drije groote seegels in groenen wasschen uithangende, inhoudende van woorden tot woorden gelijck als hiernae volght: Johannes dei gratia duc Lotharingen et Brabantia etc.

RAT. Loon op Zand. R 58a f 11r d.d. 4-12-1598.

Joncker Dierick van Immerselle heer tot Loon opt Sandt heeft verkocht
Willem Martensse van Gilse, Dirck Claessen Bunnen, Henrick Arijaen Aertsse ende Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock

teijnde aen de noordensijde van de rechte vaert gelegen,
oostwaerts aen sheerendellen,
suijtwaerts aen ’t lanthooft van de rechte vaert voorschr.
westwaerts aen de meergrippe streckende noortwaerts totter moer van Jan Arijaensse wonende op Sprang.

Ende Thoenis Henricxsse ende Thomas Arijaen Joosten ¼ part, Jan Aertsse ende Willem Arijaense oock ¼ part in de voorschr. moer. Ende heeft hen opgedragen ende overgegeven etc.
Ende gelooft te waren, vrij en los.

Testes scabini, Peeter Arijaen Thomas ende Peeter Arijaen Cornelis.
Actum den 4e november 1598.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58a f 10v-11r]
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
20-07-1600     RAT. Loon op Zand. R 59 f 36r d.d. 20-7-1600.

Cornelis Cornelisse Oeremans heeft gelooft te betalen
Jacob Gerit Oeremans
de somme van 125 gld. tot 20 st. brabants,

tot paesschen toecomende als men schrijft 1601,
dat ter cause van eenen acker lants die den selven van Jacob Gerit Oeremans gecocht heeft.

Aermede de voorschr. acker ten vollen betaelt sijn sal stelt hier door ten onderpant den acker ende voorts allen sijnen goederen, haef etc. waer dat het self bevonden mag worden ’t sij in Hollant ofte Brabant.

Testes, Adriaen Adriaen Oeremans ende Willem Martens van Gilse den 20e juli 1600.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f 36r]
van 24-11-1605 tot 28-02-1607     Samenvatting:
-----------------
Erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen verkopen een erfenisse met timmeringen op te Vaert, gelegen aan de zuidkant van de Vaert tegen de oude Dreijer over gelegen,
die zij bewoond heeft tijdens haar leven,
aan Cornelis Cornelisse Oerlemans en Jannen Hendricxsen voor de prijs van 399 gulden.

Daarvan betalen ze prompt 75 gulden en met Pasen 1606 75 gulden, en zo elk jaar door totdat volledig betaald is.

Jaarlijks te betalen:
4 vaten rogge aan de Heilige Geest van Loon, elk vat met 5 stuivers te mogen betalen
een halve capuijn en 1 stuiver aan de heer van Loon
Ten Bosch 8 stuivers en 1 1/2 oort

De koop is door Meeus Aertssen door recht van naerdering gecasseert op 28 februari 1607.


Toelichting:
-------------
Het is niet duidelijk of het Cornelis de oude of de jonge is, vandaar dat ik deze akte bij beide heb toegevoegd.
De relatie van Cornelis en Jan Hendricx is niet bekend.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 17v en f 18r d.d. 24-11-1605.
Ghijsbert Ghijsbertssen, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemssen, Pauwels Janssen, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsen,

allen als erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen, hebben verkocht aan
Jannen Hendricxsen ende Cornelis Cornelis Oerlemans

een erffenisse metten timmeringen, zoals de voirschr. Hilleke Jan Meeussen die selven bewoont ende gebruijckt heeft,
gelegen in de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt op die Vaert,

oostwaerts, westwaerts ende noortwaerts, Aert Jan Meeussen,
suijtwaerts, Jan Trippen.

Ende hebben het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende dit opdraghen ende overgeven, afdoen ende vertijden altijt vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen jaerlijcks daer uit te vergelden
vier vaet rogghen den heijlighen gheest tot Loon elck vat met vijff st. te moghen betaelen,
in des heer van Loons chijns eenen halven capuijn ende eenen stuijver jaerlijcks, ende
Ten Bosch acht stuijver ende anderhalf oirt stuijver jaerlijcks.

Getuijghen waeren hier over schepenen in Venloon, Andries Geritsse van Broechoven ende Jan Wouter Claessen de Bont den 24e november 1605.

In de kantlijn: gecasseert doir dijen Meeus Aertssen, die recht vernaedert heeft en hem den 28e februari 1607 gevest is.


Inv.nr. 60, folio 18r d.d. 24-11-1605.
Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse Oerman hebben ghelooft ende gheloven mits deesen
een voor all wel ende duechdelijcken te betaelen

Ghijsbert Ghijsberden, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemsse, Pauwels Jansse, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsse
allen erfgenaemen van Hilleke Jan Meeussen,
de somma van 399 gulden, waer af sij lieden promptelijck betaelen sullen 75 gulden ende te paesschen tot paesschen,
elcke paesschen 75 gld. tot dat den ierste penninck met den lesten betaelt sal wesen ende dat ter causen van coop van erfgoet.

Hier voor stellen Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse voirst. haere persoon ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, ende het selfte erfgoet tot waerborch.
Testes et actum ut supra.

Inv.nr. 60, folio 59v den lesten augustus 1606.
Meeus Aertsse heeft vernaedert ende vernaerdert mits deesen

alsulckeerffenisse metter timmeringen daerop staende aen de suijdensijde van de Vaert teghen den ouden dreijer over gelegen,

van Hilleke Jan Meeuse gecomen,
als Lenaert Michielsen, Ghijsbrecht Aertssen, Arijaen Willem Gijben, Pauwels Jansse ende Barbara Aertsse onlancx verkocht hebben gehadt

aan Cornelis Cornelisse Oerlemans ende Jan Hendricxsen.

Ende heeft blijckende penninghe geleijt die hij seijde sijn eijgen toe te comende etc.
Testes, Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten augustij 1606.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 17v en 18r]
van 13-02-1608 tot 22-09-1619     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman verkoopt een akker op de Efterlingh aan Jan Willemse voor 232 gulden en 20 stuivers. Aan de zuidkant is land van de weeskinderen van Adriaen Verdiesen.
Cornelis heeft deze verkregen van .... Claessen de Bont.
De koper zal jaarlijks de grondcijns voldoen, te weten 1 1/2 stuiver en een smal hoen.
De koper zal de wegen en stegen naar de akker vanaf de weeskinderen van Adriaen Verdiesen mogen gebruiken, zoals afgesproken bij de vorige koopcedule.

Jan Willemse zal 1/4 deel direct betalen, dan 1/4 deel met Pasen 1609, en zo door.
Cornelis Cornelisse bekent op 22 september 1619 dat betaald is.

Toelichting:
-------------
Cornelis heeft de akker gekocht van ... Claessen de Bont. Een deel van het blad is er niet meer, vandaar de puntjes.
Ik heb een Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, getrouwd met Anneken Anthonis Hendricx Oirlemans. Haar zus Hendricxken was getrouwd met Dierck Cornelis Oerlemans.
Cornelis is de broer of de vader van Dierck.

Om welke Cornelis het gaat, is niet zeker. Daarom heb ik de akte bij beide opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 82v en f 83r d.d. 13-2-1608.
Cornelis Cornelisse Oerlman heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Willemse
eenen acker landts gelegen in de heerlijckheijt Venloon
ter plaetse genaempt op d’Efterlingh
tussen erffenisse noortwaerts die weduwe Adriaen Basters,
suijden de weeskinderen van Adriaen Verdiesen,
streckende van de selven weeskinderen tot de erffenis van Peter Vrancken.

Welcke erffenisse Cornelis Cornelisse in coop vercregen hadden van ….. Claessen de Bont zo men verclaerden.

Ende heeft se hem overgegeven ende opgedragen met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlemans onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willemsse altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende alle commer af te doen.

Uitgenomen den grontchijns daer met recht vuijtgaende,
wesende anderhalve stuijver ende een smael hoen
ende oick metten conditie dat den coper naer den selven acker sal mogen wegen ende stegen ter naesten plaetsen ende minste quetsinge daer de goederen der selver weeskinderen Adriaensse Verdiessen in alle manieren als den copers het selven bij voirgaende coopcedulle velooft was.

Scabini, Jan Wouters en Cornelis Dirckssen den 13 februari 1608.

Bijgeschreven: dies geloift Jan Willemsse den voirst. Cornelis Cornelisse van den contributie int landt gelt aff te nemen vijff hondt landts.


Inv.nr. 60, folio 83r d.d. 13-2-1608.
Jan Willemse heeft gelooft Cornelis Cornelisse Oerman
de som van 232 gld. tot 20 st. te betalen in vier termijnen ofte jaeren.

Een vierde part gereet opte vesten
ende van Paesschen ierstcomende over een jaer 1609,
een ander vierde part tot Paesschen.
Ende so van paesschen tot paesschen tot volder betalingen

ende dat ter causen van coop van eenen acker, daervoor verbijndende die voirschr. Jan Willemsse sijnen persoon ende goederen,
hebbende ende vercrijgende, ende stellende dezelfde acker tot waerborg. Testes et actum ut supra.

In de kantlijn: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese gelofte betaelt ende voldaen te sijn den 22e september 1619.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 83v en 83r]
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
07-02-1609     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman koopt een perceel land op de Vaert van jan Aryaense Oerlman, eertijds gekocht van Roel Driessen.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, kan ik zo niet bepalen. Daarom bij beide heb ik deze akte opgenomen.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 37r d.d. 7-2-1609.

Jan Arijaensse Oerlman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman
een parceel landts soo groot ende kleijn als het selven geleghen is in de heerlijkheijt Venloon op de Vaert,
oostwaerts aen sheerenstraet,
suijdtwaerts Lenaert Michielsse,
westwaerts de erfgenaemen Aerden Jan Meeussen ende
noortwaerts Rob Geritsse,
eertijden van de erfgenaemen Roel Driessen gecocht zoo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Dies dat hij daer over sal laeten weghen ende steghen uijtwijsens de oude brieven daer aff sijnde.

Gelovende die voirst. Jan Arijaensse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelis Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende tee vrijen ende te waeren.
Uitgenomen des heeren van Loon grontchijns met recht daer uijt gaende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 37r]
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
01-02-1615     Samenvatting:
-----------------
Jan Claes Trip verkoopt 2 gedeelten land op de Heikant aan Cornelis Cornelis Oerlemans.
Ten westen ligt land van Cornelis Cornelis Oerlemans.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 63 f 37v d.d. 1-2-1615.

Jan Claes Trip heeft twee gedeelte land hem aanbestorven sijn van wijlen Aerdt Jan Meeuse,
gelegen binnen de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt de Heijcant,

oistwaerts de wed. Meeus Aert Jansse,
suijtwaerts de weduwe wijlen Meeus Aert Jansse,
westwaerts Cornelis Cornelis Oerlemans en
noirtwaerts de voorschr. Jan Claes Trip,

heeft hij wettelijck ende erffelijck overgedragen ende overgegeven aan de voorst. Cornelis Cornelis Oerlemans

ende gelooft te vrijen ende te waren voor elf duijts in des heeren van Loons chijns,
het sesde part van vier vaten rogge jaerlijcks den heijlige geest tot Loon ende het sesde part van 28 stuijvers lossrente ’s Hertogenbosch te betalen.

Testes, Jan Wouters ende Anthonis Hendricks.
Actum den 1e februari 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 37v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 05-04-1617 tot 27-04-1618     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een erfenisse op de Vaert voor 150 gulden, aan de noordkant grenzend aan zijn eigen grond.

Toelichting:
------------
Of dit Cornelis de oude of de jonge is, kan ik zo niet vaststellen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.
Peter Claessen ende Jan Joosten als voichden ende momboirs van de nagelaten kijnderen wijlen Jan Claesse Trip ende de voirst Jan Claessen weduwe der kijnderen moeder ende met consent van de heer,

hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Cornelis Cornelis Oerlmans

eene erffenisse gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oostwaerts Jan Lauris Dircksse,
suijdtwaerts des heerenstraet,
westwaerts die weeskijnderen van Ariaen Thonis Segers huijsvrouw en noortwaerts de voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans copere,

ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. momboirs op de verbintenissen van der voirst. kijnderen personen ende goederen, present ende toecomende ende de voirst. weduwe onder gelijcke verbintenissen dit opdragen ende overgeven

den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende de voirst. erffenisse te vrijen ende te waren voor des heeren chijns het sesde gedeelte van vijfenhalve stuijvers.

Item het sesde gedeelte van eenen daelder jaerlijcks ten Bossche te betalen. Ende het sesde gedeelte van eenen vierendeel roggen jaerlijcks die met eenen daelder aen Aert Clercx betaelt wordt.

Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse, den 5e april 1617.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.

Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft gelooft
de weduwe ende momboirs van den kijnderen wijlen Jan Claessen Trip
de somme van 150 gld. te betalen in twee termijnen,

den iersten tot paesschen ierstcomende ende den tweede ende lesten tot paesschen 1618 ter causen van coop van een erffenisse daer voor verbindende voirst. Cornelis Cornelisse zijnen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellende de voirst. erffenisse tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: de weduwe metten momboirs hebben bekent deen helft den ierste termijn ontfangen te hebben, actum ut supra.
De weduwe metten momboirs hebben bekent ten vollen van dese gelofte voldaen te zijn, den 27e april 1618
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 46v]
04-01-1620     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een akker op de Vaert van Jan Willem Symons, die de akker eertijds gekocht heeft van Jacop Gerit Oerlmans.

Toelichting:
-------------
Cornelis de oude of de jonge? Is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 110r d.d. 4-1-1620.

Jan Willem Sijmons heeft wettelijck ende erffelijcke vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlmans
eenen acker landts gelegen binnen der heerlich. Venloon opte Vaert

tusschen erffernisse des heeren vaertcant aen den suijdenzijde,
ende de weduwe Jan Willemsse Grootswagers aen den noordensijde, streckende van Hens Leijten steech westwaerts,
tot erffenisse des vercopers eertijts van Jacop Gerit Oerlmans gekomen soo men verclaerden.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende die voirst. Jan Willem Sijmons onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen, overgeven, vertijen ende afgaen den voirst. Cornelis Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.

Ende den voirst. acker te vrijen ende te waeren ende alle calangie aff te doen gehelijcken.

Testes scabini Cornelis Dirckse ende Dingenman Jansse den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 63r]
Kinderen van De oude uit onbekende relatie:
I. Jan Cornelis Cornelis Oirlemans (zie 768).
oerlmans_cornelis_dierck__koopt_3_akkertjes_op_de_vaert_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._72v.jpg oerlmans_cornelis_dierck__koopt_3_akkertjes_op_de_vaert_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73r.jpg oermans_theodorus_cornely__overleden_op_30_juli_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.162v.jpg henrici_henrica_anthony__echtgenote_van_theodorus_cornely_oermans__overleden_op_2_september_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.164.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_53v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_54r.jpg
619 Oerlmans Cornelis Dierck, koopt 3 akkertjes op de Vaert op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 72v
620 Oerlmans Cornelis Dierck, koopt 3 akkertjes op de Vaert op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73r
621 Oermans Theodorus Cornely, overleden op 30 juli 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.162v
622 Henrici Henrica Anthony, echtgenote van Theodorus Cornely Oermans, overleden op 2 september 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.164
623 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v
624 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 54r
oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_54v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_55r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_55v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_56r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_56v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_57r.jpg
625 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 54v
626 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 55r
627 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 55v
628 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 56r
629 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 56v
630 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 57r
II. Dierck Cornelis Oirlemans (afb. 619 t/m 621). Dierck is overleden op woensdag 30 juli 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.162v scan 162].
Notitie bij overlijden van Dierck: In deze periode 1624-1625 is de naam Oerlemans geschreven als Oermans. Theodorus ofwel Dierck komt als overleden voor in de akte van 22 januari 1626.

Op 15 oktober 1623 is genoemd Dirck Cornelis Oerlmans genoemd bij een scheiding en deling: hij heeft land ten noorden van een akker Den Hogen Akker op de Vaertkant. Dit komt overeen met het gegeven dat hij pas op 22 januari 1626 overlijdt.
Adres:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
Verkoop:
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 12-07-1611 tot 16-07-1611     Samenvatting:
----------------
Dirck Cornelisse Oirlmans koopt met 6 anderen 20 lopensaet moer in den Egmont van de Vrouwe van Immerzeel.

Toelichting:
-------------
Thonis Henricxsen is waarschijnlijk Anthonis Henricxsen Oirlmans, zijn schoonvader.
Op 9 september vindt er nog een verkoping plaats. Dan koopt Cornelis Cornelisse Oerlemans samen met 3 anderen 13 lopensaat moerdellen, genaamd de Quaartalen dellen. Dit zal zijn broer of zijn vader zijn.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 26v en f 27r d.d. 12-7-1611.
Alsoo wijlen Heer Dirck van IJmmerseel doen hij leefdden Heere tot Loon etc. ende Vrouwe Marie van Renesse dochtere wijlen Heeren Willems van Renesse, Riddere, Visconte van Monteracxs etc. wettige beddegenoten,

voor Aerden Petersse van Hees als openbaer notaris ende getuijghen gemaeckt hebben hen testament, lesten ende vuijstersten wille

ende daer bij onder ander was geordineert dat de lancxtlevende tot voldoeninge ende affquitinge van
omtrent duisent ende tseventich gld. erffelijck gaende uit hender testateuren goederen, metten momboiren van hennen kinderen terstondt naer het scheijden van den bedde
soude moghen vercoopen vijfftich buenderen moerdellen met noch sommige moeren daer op liggende,
onder Dongen geleghen,

met oijck noch vier merghen, lanthooffden van diepe moeren genoempt den Egmont onder Loon geleghen.

Ende twelff merghen moerdellen van den gereetste die men sall connen vijnden, oick binnen der heerlich. van Loon geleghen.

Soo heeft Jeronimus Benedictus als mede executeur van den selven testamenten ende mede vuijt cracht van procuratie hem gegeven bij de voirst. vrouwe Marie van Renesse naergelaeten weduwe wijlen Heer Dirck van IJmerselle voirst. Heere Engelbert van IJmerselle, Vrijheer tot Bochoven etc., Heere Thomas de Thiennes, Heer tot Huerkelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens, licentiaat der rechten
als mede executeurs van den voirst. testamenten volgens twee distracte procuratien deene gepasseert voor schepenen tot Loon den 10e dach julij 1610 ende dandere voor schepenen van Bochoven den 2e dach meij 1611, ons schepenen gethoont ende gebleken.

Naer verscheijden veijlinge vercofft Jan Wouter Claesse, Robbrecht Geraertsse, Thonis Hendricxen, Dirck Cornelisse Oerlmans, Jan Aentken Aertsse, Aerdt Geraertsse ende Thuenis Dingenmans,

twintich luepensaet, sevenenveertich roijen, vierhalve voet moers, wesende landthooffden genaempt den Egmont,

waerinne gelegen is westwaert een cleijn vaertken daer achter aen compt een cleijn lootken dat hier mee in begrepen is mette helfft vant voirst. vaertken ende lanthoofft naest de moeren van Corst Thonis,

om eens ende al van den gront te steecken voor den prijs volgens de geloiften hier naer te geschieden.

Vuijtgesceden die lanthooffden geleghen noortwaerts aen den rechte vaert aen beijde sijden als oick de landthooffden aen den suijdtvaert,
streckende naer den cattendarm blijven alsnoch tot behoeff van Mevrouwe van Loon aen den suijdtsijde van den Egmont liggen
ende die vaert met 23 wisselingen zoo goet ende quaet als die in toekomende tijde nae dat die landthooffden sullen wesen vuijtgedelft bevonden sullen worden.

Ende is gecondioneert ende besproocken dat de voirst. lanthooffden geleghen aen den suijdtsijde sullen blijven liggen tot dienst van den gemoerde den tijt van vier jaeren naer datum van desen,
ende aent noorden eijnde vijff jaeren. In sulcker vueghen dat de gemoerde den selven tijt ende jaeren in vaert ... vercoct offte verhuurdert sullen wesen.
Daer voor verbijndende die voirst. copers hunnen persoonen ende goederen, present ende toecomende, ende stellende de selven lanthooffden ende torven daer aff comende tot hypotheecq ende waerborch.

Actum in presentie van schepenen Jan Wouters ende Cornelis Dircksse den 12e julij 1611.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 27r en f 27v d.d. 12-7-1611.

Jeronimus Benedictus in de qualiteijt ende vuijt macht voirst. heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Wouter Claessen, Robbrecht Geraertsse, Thuenis Hendricxen, Dirck Cornelisse Oerlmans, Jan Aentken Aerts, Aerdt Geraertsse ende Thuenis Dingenmans
twintich luepensaten, drie en veertich roijen, vier en een halve voet moers, wesende lanthooffden genaempt den Egmont.

Ende heeft se hen opgedragen ende overgegeven ende dat met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Om de selven te gebruijcken ende eens al van den gronden te steccken ende volgens voirderen conditien benevens verhaelt.

Gelovende die voirst. Jeronimus Benedictus onder verbijntenisse van des voirst. Vrouwe van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven den voirst. coperen altois vast ende van waerden te houden ende den voirst. moer te vrijen ende te waren als men moer schuldich is te waeren. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 26v, 27r en 27v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 30-10-1626 tot 17-09-1627     Samenvatting:
----------------
Dierck Adriaen Quirijnen is de man van Marie Anthonis Hendricx. Zij heeft de helft van een stede lants op de Vaert bij de Oude Dreijer geërfd bij het overlijden van Dierck Cornelis Oirlemans, getrouwd met haar zus Hendricxske.
De helft van de stede verkopen ze aan Adriaen Willems voor 1000 gulden op 30 oktober 1626.

Op 2 november 1626 doet Lambert Janssen Rommen de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.

Op diezelfde dag verkoopt Lambert een perceel hei, genaamd de Colenhei, aan Marten Peeters.
Op 17 september 1627 heeft Marten betaald.

Toelichting:
------------

Lambert Janssen Rommen doet de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.
Dan is het zoeken naar de familierelatie.

Hij is getrouwd met een dochter van Jan Wouter Claessen de Bondt, maak ik op uit deze akten.
Een zus van Marie en Hendricxsken is Anneken, en die is getrouwd met Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt.
Wouter is dan een broer van zijn vrouw.

Transcryptie:
--------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r d.d. 30-10-1626.

Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis Hendricx,

de hellicht van eene stede lants met haere toebehoirten, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaert omtrent den ouden dreijer,

soe ende gelijck de selve hellicht der voorst. Marie bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge
tusschen de gemeijne erffgenaemen van wijlen Dierck Cornelis Oerlemans ende Hendricxken zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis voorst.

voor schepenen der voorst. heerlicheijt gemaeckt ende gedaen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen is, soe men verclaerden heeft hij wettelijck ende erffelijck vercocht Adriaen Willemssen.
Om bij den selven in een erffrecht te hebben ende te besitten.

Gelovende de voorst. Dierck Adriaen Quirijnen op hem ende allen zijnen ende zijnen huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende, de stede voorst. den voorst. Adriaen Willemssen te waeren als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer ende calangien daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck vuijtgenomen des heeren chijns met recht daer vuijt gaende.
Testes, Dingeman Janssen ende Sijmon Diercxssen den 30e october 1626.


In marge:
Lambert Janssen Rommen heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naederschappe te lossen de hellicht der stede alhier geruert, ende heeft geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.

Ende heeft de voorst. Lambert op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, geloeft den voorst. Adriaen Willems van geloefte bij hem ter saecken van de coop van de hellicht der voorst. stede gedaen te indempneren ende costeloos ende schadeloos te houden.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r/v d.d. 30-10-1626.
Adriaen Willemsse heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

den bovengeschr. Dierck Adriaen Quirijnen te geven ende te betaelen de somme van thien hondert ca. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootte vlaems het stuck gereckent off de weirde daer voor in anderen goeden ganckbaere gelde.

Ende dat in dese naervolgende termijnen, te weten vijffhondert ca. guldens tot paesschen 1627 ende de resterende vijff hondert ka. gulden tot paesschen daer naest volgende.

Procederende de selven somme ter causen van coop van de hellicht der stede bovengeschreven.
Stellende de selve hellicht der betaelinge van de voorst. somme tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

Item: den wijncoop die int vercoopen van de hellicht der bovengeschr. stede geresen is bedraeght volgende de bekentenissen van Dierck Adriaen ende Adriaen Willems ter somme van 16 ca. gld. die de voorst. Adriaen Willems geheel heefft verschoten, ende sal de helft van de selven somme aen de 1e termijn der voorst. geloefte cortten.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Lambert Janssen Rommen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Marten Peeters een parceel heijevelts gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt in de Colenheije,

oistwaerts den onmondige kinde van Andries Janssen van Broechoven, zuijtwaert de straete,
westwaert Theunis Hens Theunen ende
noirtwaert de heije van den Horst.

Welck parcheel heijevelts wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt van Jannen van Delft bij coope vercregen heeft.

Ende den voorst. Lambert bij de erffgenaemen van den Jan Wouters in plaetse van sijn houwelijcx goet is toegevuecht, als hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Ende geloefft te vrijen ende te waeren.
Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Marten Peeters heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Lamberden Janssen de somme van 25 ka. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grootte claems het stuck gereckent.
Ende de selven somme te betaelen int hoochtijt van paesschen toecomende, wesende de selve somme reste van cooppenningen van het voorst. stuck heijvelts.
Testes et actum ut supra.

In marge: Lambert Janssen heeft bekent dese geloefte voldaen te zijn den 17e september 1627.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 79r/v]
Dierck trouwde met Hendricxken Anthonius Hendricx Oirlemans (afb. 622 t/m 630). Hendricxken is een dochter van Anthonis Henrick Geeridt (Thonis) Oirlemans en Maria Arnoldi Clerx. Hendricxken is overleden op dinsdag 2 september 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.164 scan 163].
Deling van goederen:
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 67v-68r-68v]
Verkoop:
van 30-10-1626 tot 17-09-1627     Samenvatting:
----------------
Dierck Adriaen Quirijnen is de man van Marie Anthonis Hendricx. Zij heeft de helft van een stede lants op de Vaert bij de Oude Dreijer geërfd bij het overlijden van Dierck Cornelis Oirlemans, getrouwd met haar zus Hendricxske.
De helft van de stede verkopen ze aan Adriaen Willems voor 1000 gulden op 30 oktober 1626.

Op 2 november 1626 doet Lambert Janssen Rommen de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.

Op diezelfde dag verkoopt Lambert een perceel hei, genaamd de Colenhei, aan Marten Peeters.
Op 17 september 1627 heeft Marten betaald.

Toelichting:
------------

Lambert Janssen Rommen doet de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.
Dan is het zoeken naar de familierelatie.

Hij is getrouwd met een dochter van Jan Wouter Claessen de Bondt, maak ik op uit deze akten.
Een zus van Marie en Hendricxsken is Anneken, en die is getrouwd met Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt.
Wouter is dan een broer van zijn vrouw.

Transcryptie:
--------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r d.d. 30-10-1626.

Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis Hendricx,

de hellicht van eene stede lants met haere toebehoirten, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaert omtrent den ouden dreijer,

soe ende gelijck de selve hellicht der voorst. Marie bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge
tusschen de gemeijne erffgenaemen van wijlen Dierck Cornelis Oerlemans ende Hendricxken zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis voorst.

voor schepenen der voorst. heerlicheijt gemaeckt ende gedaen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen is, soe men verclaerden heeft hij wettelijck ende erffelijck vercocht Adriaen Willemssen.
Om bij den selven in een erffrecht te hebben ende te besitten.

Gelovende de voorst. Dierck Adriaen Quirijnen op hem ende allen zijnen ende zijnen huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende, de stede voorst. den voorst. Adriaen Willemssen te waeren als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer ende calangien daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck vuijtgenomen des heeren chijns met recht daer vuijt gaende.
Testes, Dingeman Janssen ende Sijmon Diercxssen den 30e october 1626.


In marge:
Lambert Janssen Rommen heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naederschappe te lossen de hellicht der stede alhier geruert, ende heeft geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.

Ende heeft de voorst. Lambert op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, geloeft den voorst. Adriaen Willems van geloefte bij hem ter saecken van de coop van de hellicht der voorst. stede gedaen te indempneren ende costeloos ende schadeloos te houden.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r/v d.d. 30-10-1626.
Adriaen Willemsse heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

den bovengeschr. Dierck Adriaen Quirijnen te geven ende te betaelen de somme van thien hondert ca. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootte vlaems het stuck gereckent off de weirde daer voor in anderen goeden ganckbaere gelde.

Ende dat in dese naervolgende termijnen, te weten vijffhondert ca. guldens tot paesschen 1627 ende de resterende vijff hondert ka. gulden tot paesschen daer naest volgende.

Procederende de selven somme ter causen van coop van de hellicht der stede bovengeschreven.
Stellende de selve hellicht der betaelinge van de voorst. somme tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

Item: den wijncoop die int vercoopen van de hellicht der bovengeschr. stede geresen is bedraeght volgende de bekentenissen van Dierck Adriaen ende Adriaen Willems ter somme van 16 ca. gld. die de voorst. Adriaen Willems geheel heefft verschoten, ende sal de helft van de selven somme aen de 1e termijn der voorst. geloefte cortten.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Lambert Janssen Rommen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Marten Peeters een parceel heijevelts gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt in de Colenheije,

oistwaerts den onmondige kinde van Andries Janssen van Broechoven, zuijtwaert de straete,
westwaert Theunis Hens Theunen ende
noirtwaert de heije van den Horst.

Welck parcheel heijevelts wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt van Jannen van Delft bij coope vercregen heeft.

Ende den voorst. Lambert bij de erffgenaemen van den Jan Wouters in plaetse van sijn houwelijcx goet is toegevuecht, als hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Ende geloefft te vrijen ende te waeren.
Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Marten Peeters heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Lamberden Janssen de somme van 25 ka. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grootte claems het stuck gereckent.
Ende de selven somme te betaelen int hoochtijt van paesschen toecomende, wesende de selve somme reste van cooppenningen van het voorst. stuck heijvelts.
Testes et actum ut supra.

In marge: Lambert Janssen heeft bekent dese geloefte voldaen te zijn den 17e september 1627.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 79r/v]
oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_20r.jpg oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_20v.jpg oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_21r.jpg
631 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r
632 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20v
633 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 21r
III. Cornelis Cornelis (De jonge) Oirlemans (afb. 631 t/m 633). De jonge is overleden vóór donderdag 22 januari 1626.
Notitie bij overlijden van De jonge: Op 17 januari 1623 (Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 157v) is een Cornelis Cornelis de jonge aanwezig bij het sterfbed van Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers, en zij was eerder getrouwd met Jan Denisse.
Dit is vrijwel zeker Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge, aangezien niemand anders op deze manier aangeduid is in deze periode. Op 10 maart 1627 kom ik wel tegen: een de erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis de jonge Leest, waarbij ’t gaat om een ligging bij de Rechte Heirstraete.

.
Op 15 oktober 1623 is genoemd Cornelis Cornelis de jonge bij een scheiding en deling: hij heeft land ten zuiden van een perceel op de Vaertkant.
Hij zal na die datum overleden zijn, en voor 22 januari 1626
Adressen:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
16-12-1626     Op de Vaerte, Loon op Zand (In deze akte van deling is genoemd erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge:


3. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge,
soe is der voorst. Burchtken dochtere Jan Lauwen voorgen. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
een stuck eckerlants gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte,

oistwaert ende zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erfgenaemen wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge, ende noirtwaert de erffgenaemen Lenaert Michiels.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 88v-91v]
Functie:
van 04-10-1609 tot 07-06-1617     Schepen (15-07-1609 f 48r: Testes scabini Dingeman Janse, Cornelis Cornelisse Oerlman en Thuenis Henricxsen
4-10-1609 f 66v: Testes scabini Cornelis Cornelisse Oerlman en Anthonis Henricxsen Oerlman
13-08-1614 f 142v: Wij Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Anthonis Hendricxen schepenen etc. doen condt ..
30-11-1616 f 32r en v: van de eersaeme Jan Wouter Claesse de Bont, Cornelis Dirck Franssen, Dingeman Jansse, Anthonis Hendricx, Cornelis Cornelis Oerlemans, schepenen der voorst. heerlijckheijt Loon ende Aerdt Ariaen Oerlemans Hl. Geestmeester
07-06-1617 f. 52r: van den eersame Cornelis Cornelisse Oerlmans, Cornelis Dirck Franssen, Dirck Raessen, schepenen der heerlickheijt Loon ende Jan van Delft, schouth aldaer als arbiteren ende arbitrateurs.


Er is niet te bepalen nog of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, vandaar dat ik bij beide dit heb opgenomen.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 48r - 66v Inv 62 f. 142v - Inv. 63 f 32r/v]
Betaling:
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
van 04-02-1605 tot 19-03-1618     Samenvatting:
----------------
In 5 akten van 4 februari 1605:
Cornelis Cornelis Oerlemans en Gijsberden Henricx zullen betaald krijgen voor de onmondige kinderen van wijlen Dominicus den ouden Janszoon:

1. Jan Willem Aertse Boom 66 gulden, 3 stuivers, 2 oort voor Pasen dit jaar voor geleverd turf
2. Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot 31 gulden, 18 stuivers
3. Denis Janse en Berthout Henricx 8 gulden, 18 1/2 stuivers
4. Daneel Willem Peeters van Gorcum, met voogd Jan Stevensse, 53 gulden, 10 stuivers voor Maria Lichtmis dit jaar.
Gijs Hendricksse bekent op 1 juli 1608 dat het bedrag betaald is.
5. Jan wijlen Quirijn Geritsse van Spaendonck 53 gulden, 10 stuivers op Maria Lichtmis dit jaar voor geleend geld.
Gijsbert Hendricx verklaart op 19 maart 1618 dat het geld ontvangen is.




Toelichting:
------------
De relatie van Cornelis en Ghijsbert tot Dominicus Jansse den ouden is me niet bekend.

Of dit Cornelis de jonge of de oude is, kan ik zo niet bepalen, vandaar dat ik bij beide deze akten heb toegevoegd.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 1-2-1606.
Jan Willem Aertse Boom belooft te betalen op allen sijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
Cornelis soone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henricx
tot behoef van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 66 gld. 3 st. 2 oort ten paesschen nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van coop van torff bij den voorst. momboirs, den gelovende vercocht ende gelevert.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 31 gld. 18st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Denis Jansse en Berthout Henricx beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 8 gld. 18 ½ st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 5-2-1605.
Daneel Willem Peeters (v.Gorkum) en Jan Stevensse sijnen borgen, beloven te betalen aan
Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henricx
ten behoeve van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 53 gld. 10 st. te gelden te lichtmisse nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen ende dat ter saecken van goede geleenden ….. bij den voorst.

Gelovende van den voorgen. momboirs in reckeninghe ontvangen.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.

In marge: Gijs Hendricksse bekent van dese geloifte voldaen te sijn, den 1e julij 1608.


Inv.nr. 60, folio 3r d.d. 5-2-1605.
Jan soone wijlen Quirijn Geritsse (v. Spaendonck) belooft te betalen aan Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henric
tot behoef van de onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.

de som van 53 gld. 10 st. bosch gelt te lichtmis ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van goeden geleende gelden bij den voorst. geleenden van de voors. genoemde momboirs in leningen ontvangen.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse, actum ut supra.

In marge: Gijsbert Hendricx heeft bekent dat Jan Quijrijnen dese geloifte voldaen heeft ende alzoo geroijeert.
Actum den 19e mert 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 2v-3r]
08-02-1612     Samenvatting:
----------------
Jan Janse Dominicus belooft 98 gulden en 17 stuivers te betalen op 8 februari 1613
aan Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voogden van hemzelf en zijn broers en zussen.

Toelichting:
------------
In de akte van 31 mei 1614 zijn Cornelis en Ghijsbert voogden van de kinderen van Dominicus Janse en Neeltje Handrick Gijsbrechts.
Dan zijn genoemd als kinderen: Jan, Maeike, Lijntken, Handrick, Jenneke, Denis, en Peter.
In deze akte staat Jan Jansse Dominicus.
Gezien er in de akten sprake is van dezelfde voogden, is het zeer waarschijnlijk dat het om hetzelfde voogdijschap gaat.
Of de vader nu Jan Dominicus is of Dominicus Janse?

Als ik naar de voogden kijk, lijkt Gijsbert Handrick een oom van moederskant, en dan zou Cornelis aan vaderskant familie kunnen zijn.

Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 58v d.d. 8-2-1612.

Jan Jansse Dominicus heefft geloift
Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voochden ende momboiren van des voirst. Jan Jansse, broeders ende susters,
tot behoeff der selver de somme van 98 gld. 17 st. te betaelen
den 8e februari 1613 ende dat met behoirlijcken intrest teghens ses ten hondert, ter causen hij bij affreckeningen soo veel schuldich is bleven, daer voor verbijndende sijnen persoon ende goederen.

Testes, Sallen ende Dries Jansse den 8e februarij 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 58v]
van 17-05-1617 tot 14-02-1618     Samenvatting:
----------------
Jan Adriaen Rijcken zal Cornelis Cornelis Oerlmans betalen voor de 50 geleende guldens.
Hij heeft die op 14 februari 1618 voldaan.

Toelichting:
-------------

De Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 50v d.d. 17-5-1617.

Jan Arijaen Rijcken heeft bekent wel ende duechdelijcken schuldich te wesen Cornelis Cornelis Oerlmans
acht halve rijers tot vijf gulden elf stuijvers stuck ende voirts in penement tot de somme van vijftich gulden die hem geleent heeft.

Gelovende die selven in gelijcke spetie ende valent te restitueren ende wederom te gheven tot korsmis ierstcomende, daer voor verbindende die voirst. Jan Ariens zijnen persoon ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse, den 17e meij 1617.

In marge: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese geloifte betaelt ende voldaen te zijn den 14e februari 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 50v]
28-04-1621     Samenvatting:
----------------

De kerkmeester Dirck Raeesen van Grevenbroeck heeft van Cornelis Cornelisse Oerlmans 50 gulden ontvangen, die Neeltken Wijnen nog moest betalen, volgens testament van Willem Martens zaliger.
De pastoor heeft de 50 gulden van de kerkmeester ontvangen.

Toelichting:
------------
Hoe Cornelis in relatie staat tot Neeltken, dan wel Willem Martens, is niet duidelijk. Misschien alleen als ontvanger en doorgever van het geld.
Of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.

Transcryptie:

RAT. Loon op Zand. R 63 f 133v d.d. 28-4-1621.
Dirck Raessen van Grevenbroeck kerckemeester deser heerlich. Loon heeft bekent
van Cornelis Cornelisse Oerlmans ontfangen te hebben
de somme van vijfftich gld.

mette welcke ende nog hondert gulden die Neeltken Wijnen der kercke van Loon moet betaelen ofte rentgewijs verseeckeren voldaen ende betaelt,
in alsulcke legaat van hondert vijfftich gld. als Willem Martens zaliger der kercke van Loon bij testamente gelegateert ende gemaect hadden.

Ende sijn de voirst. vijfftich gld. gestelt in handen van den pastoir tot dat men de selven op solvente onderpanden sal weten te beleggen.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Janssen den 28e april 1621.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 133v]
17-01-1623     Samenvatting:
----------------

Heer Huijbrecht Verhoeven, priester en kapelaan, legt een verklaring af over wat bij het sterfbed van Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers zij gezegd heeft.

In aanwezigheid van haar 2 dochters en haar zwager Peter Wouters heeft zij gewild:

Haar dochter Maeike Jan, verwekt bij Jan Denisse, krijgt 6 pond eens.


Marijke heeft verklaart, in aanwezigheid van Cornelis Cornelis de jonge, dat haar man Cornelis Thonis Zegers, bij zijn sterfbed wilde, dat het kind, dat hij verwekt heeft bij Grietken Stoopkens, 50 gulden en een malder rogge zou krijgen.

Toelichting:
------------
Waarom Cornelis Cornelis de jonge aanwezig was, samen met de kapelaan? Familie of als goede buurman?

Dit is vrijwel zeker Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge. Bij niemand anders heb ik namelijk eenzelfde aanduiding gevonden.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 157v d.d. 17-1-1623.

Comp. Heer Huijbrecht Verhoeven, priester ende capellaen deser heerlich. Loon
ende verclaerden dat soo hij comparant omtrent alderheijligen lestleden is geroepen geweest
bij Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers om haer te biechten ende haer heijlich sacrement te gheven.

Dat de voirst. Marijken in presentie van het eerw. Heijlige sacrement ende int bijwese van haer beide haere dochters ende Peter Wouters haeren swager
heeft gewilt ende begeirt dat
Maeike Jan haere dochter die sij bij Jan Denisse gehadt heeft soude voor uijt hebben de somma van ses pondt eens,
ende dat ter saecke van den penningen die Cornelis Thonis Zegers van Aerdt Jansse tot Tilborch ontfanghen heeft.

Ende de penningen die den voirst. Cornelis haer mede ten houwelijck hadde geloift ende inde schaer ende clederen de voorkijnder, ende het voirst. Maeiken een kijnderen soude wesen.

Ende dat voirder de voirst. Marij in presentie van
Cornelis Cornelisse de jonge verclaerden

ende te kennen gaf dat de voirst. Cornelis Thonis Zegers in sijnen sterfbedde hadde gewilt ende begeirt,
dat het natuerlijcke kijndt de welck hij bij Griet Stoopkens dochter verwect heeft
van sijne gereetse goederen soude ontfanghen de somma van 50 gld. eens ende een malder roggen eens ende dat om Godts wille ende puerder aelmisse.

Testes, Dirck Franssen ende Dries Jansse. Actum den 17e januari 1623.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 157v]
Deling van goederen:
31-05-1614     Samenvatting:
----------------
Jan Dominicus Janse,
Maeike Dominus Janse, getrouwd met Lambert Claesse van Oort,
Lijntken Dominicus Janse, getrouwd met Bastiaen Jan Bastiaensse,
Onmondige Handrick, Jenneke, Denis, Peter Dominicus Janse, vertegenwoordigd door Gijsbert Handricx en Cornelis Cornelisse Oerlmans


allen broers en zussen, kinderen van Dominicus Janse en Neeltken Handrick Gijsbrechts,

maken een erfdeling.


Toelichting:
------------

De Cornelis Cornelisse Oerlmans kan de oude of de jonge zijn. Vandaar dat ik dit bij beide heb toegevoegd.
Hoe Cornelis als voogd familie is langs vaders of moeders kant, weet ik niet.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 139v t/m 140v d.d. 31-5-1614.
Jan Dominicus Jansse,
Lambert Claesse van Oirt als man ende momboir van Maeike Dominicus dochter zijne huijsvrouw,
Bastiaen Jan Bastiaensse als man ende momboir van Lijntken Dominicus dochter zijne huijsvrouw, ende
Gijsbert Handricx ende Cornelis Cornelisse Oerlmans als voochden ende momboirs van den onmondige Handrick, Jenneke, Denis ende Peter,

gebroeders ende gesusteren kijnder wijlen Dominicus Jansse bij den zelven ende wijlen Neeltken Handrick Gijsberts in houwelijcke staet verweckt,

hebben bekent aengegaen ende gemaeckt te hebben erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen hun van voirst. hunnen ouders aenbestorven, geleghen binnen der heerlich. Loon ende tot Besoijen, ende hebben daer omme gelooth met des heeren lotinge.

1. Overmits welcker erffscheijdinge, erffdeijlinge ende lotinge den voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een huijs ende schuer metten saeijlandt daer aen liggende, geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. ter plaetsen genoempt opt Craenven, oostwaerts aen erffenis wijlen Peter den ouden Jans kijnderen, suijdtwaerts aen erven Dingenman Jansse, westwaerts Jan Ferdinandus ende noortwaerts des heeren straet.
Item alsnoch de gerechticheijt die de voirst. erffgenaemen in prasers acker hebben. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse hebben de voirst. andere mede deelderen helmelinge vertegen
inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Lambert Claessen ende Bastiaen Jansse daer vuijt gelden ende betaelen sullen aen Denissen ende Jenneke 86 gld. eens binnen sjaers. Item alsnoch een renthe van drij gld. jaerlijcx tot Vlijmen te betaelen. Item noch eenen daelder jaerlijcx aen den stommen tot Tilborch. Ende des heeren chijns met conditien ut infra.

2. Overmits welcker etc. den voirst. Denis ende Jenneke te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is een stuck hoijlandt gelegen in Besoijen onbedeelt met de erfgenaemen Peter den ouden Jans. Item een rentken van twee gld. jaerlijcks dewelcke Jan Sacharias ende Cornelis Willem Wertz geldende ende betaelende zijn.
Item soo sullen de voirst. Denis ende Jenneke binnen sjaers ontfanghen van Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse 86 gld. ende van Hendrick hennen broeder 50 gld. eens. Op welcke parceelen tot behoeff van den voirst. Denis ende Jenneke hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen innen manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Denis ende Jenneke daer vuijt gelden ende betaelen sullen den chijns met recht daer vuijt gaende. Met conditien ut supra.

3. Overmits welcker etc. den voirst. Jan Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een stuck landts geleghen binnen der heerlich. Loon opt Craenven genoempt den dickbier, tusschen erffenis Gerit Geritsse de Groot aen deen zijde ende Mechtelt Arien Stevens aen den westenzijde, streckende van des heeren straet noortwaerts tot erven Jo. Floris van Grevenbroeck.
Item noch een ackerken geleghen tusschen een gemeijn steechsken aen deen sijde ende erven Jan Stevens aen den westenzijde, streckende van Jan Melis heij noortwaerts tot Gerit Bethen erven.
Item noch de gerechicheijt in een heijke daer Jan Stevens mede in gerecht is ende halff toebehoirt. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Jan Dominicus hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Jan Dominicus daer vuijt sal betaelen des heeren chijns. Met conditien ut infra.

4. Overmits welcker etxc. Peter Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen zijn twee parceelen saeilandt geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. opt Craenven tusschen een steghe aen deen zijde ende Dingeman Jansse ende meer anderen aen dander zijde, streckende van erven Peter den ouden Jans westwaerts totten gemeijne bodems.
Item noch een heijveldeken met den eenen hoeck daer aen geleghen genaempt den heij horst.

Op welcke parceelen van erffenis tot behoeff van den voirst. Peter Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelinge verteghen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat de voirst. Peter Dominicus daer vuijt gelden ende betaelen sal des heeren chijns. Met conditien ut infra.

5. Overmits welcker etc. Is den voirst. Handrick Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen twee parceelen landts met een kleijn heijken geleghen binnen der heerlich. Loon aen den rechte heirstraet tusschen erffenisse Dirck Quijrijnen aen den oostenzijde ende erven Jan Wijnen aen den westenzijde, streckende van des heeren straset, suijdtwaerts tot Hans Dircken erven.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Handrick Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Handrick Dominicus daer vuijt sal gelden ende binnen sjaers betaelen 50 gld. eens aen Denis ende Jenneke zijnen broeder ende suster ende des heeren chijns.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voirst. deelderen een iegelijck zijnen chijns ende lasten alsoo sullen betaelen dat deen van den anderen hinder off schade en komen, ende malcanderen weghen ende steghen ten naeste velde ende minste schade.

Ende dat het opgaende eijcken houdt dwelck bijsonder gepaert ende gedeelt is noch sal mogen blijven staen drij jaeren van nu aen beginnende ende langer nijet. Ende off naderhandt eenige lasten meer op bevonden worden dan men tegenwoirdich weet dat de voirst. deelderen die malcanderen gelijck sullen helpen draghen. Gelovende die voirst. deelderen onder verbijntenisse van hennen persoonen ende goederen, present ende toekomende dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge dit vertijen ende voirts alle andere conditien boven verhaelt malcanderen vast ende stendich te houwen ten eeuwige daghen.

Behoudelijck off ijemant dese lotinge inst... ende daer nijet mede te vrede ende waer sal gehouden wesen tzelven te doen van heden ende veerthien daghen ende in dijen gevallen verbonden wesen te betaelen de costen ten daghen van heden .... ende daerbeneffens noch een tonnen biers.

Testes Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den lesten meij 1614.


RAT. Loon op Zand. R 62 d 140v d.d. 31-5-1614.
Den 13 junij wesende den 14e dach partijen vergadert ende versaemt zijnde is bij oirdonatieen van dezen Heer gheen eindtken van eender berander kersse ontstecken ende is het zelven vuijtgegaan sonder dat ijemandt van partijen de voirst. delingen wederroepen oft ingesmact heeft. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 62 f. 139v t/m 140v]
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
Verkoop:
04-12-1598     Samenvatting:
----------------

Joncker Dierick van Immerselle, heer tot Loon opt Sandt verkoopt aan

Willem Martensse van Gilse,
Dirck Claessen Bunnen,
Henrick Arijaen Aertsse ende
Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende
Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock.

Toelichting:
-------------
Dit kan zowel Cornelis de oude, danwel de jonge betreffen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 58a f 10v en 11r d.d. 4-12-1598.

Wij Andries Gheritsse van Broechoven, Jan Wouter Claes Beertensse de Bont, Willem Martens van Gilse ende Jan Lauwrijs Dircxssen,
schepenen der heerlijckheijt Venloon dat men noempt Loon opt Sandt in de meijerije van ’s Hertogenbosch onder ’t quartier van Oijsterwijck geleegen

doen condt en maecken kennelijck eenen ijegelijcken, die deesen tegenwoordige letteren sullen sien ende hooren leesen, dat wij in onse handen hebben gehadt ende gesien ende hooren leesen eenen brief geheel gesont, ongecasseert ende ongecancelleert in franchijn geschreven met drije groote seegels in groenen wasschen uithangende, inhoudende van woorden tot woorden gelijck als hiernae volght: Johannes dei gratia duc Lotharingen et Brabantia etc.

RAT. Loon op Zand. R 58a f 11r d.d. 4-12-1598.

Joncker Dierick van Immerselle heer tot Loon opt Sandt heeft verkocht
Willem Martensse van Gilse, Dirck Claessen Bunnen, Henrick Arijaen Aertsse ende Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock

teijnde aen de noordensijde van de rechte vaert gelegen,
oostwaerts aen sheerendellen,
suijtwaerts aen ’t lanthooft van de rechte vaert voorschr.
westwaerts aen de meergrippe streckende noortwaerts totter moer van Jan Arijaensse wonende op Sprang.

Ende Thoenis Henricxsse ende Thomas Arijaen Joosten ¼ part, Jan Aertsse ende Willem Arijaense oock ¼ part in de voorschr. moer. Ende heeft hen opgedragen ende overgegeven etc.
Ende gelooft te waren, vrij en los.

Testes scabini, Peeter Arijaen Thomas ende Peeter Arijaen Cornelis.
Actum den 4e november 1598.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58a f 10v-11r]
20-07-1600     RAT. Loon op Zand. R 59 f 36r d.d. 20-7-1600.

Cornelis Cornelisse Oeremans heeft gelooft te betalen
Jacob Gerit Oeremans
de somme van 125 gld. tot 20 st. brabants,

tot paesschen toecomende als men schrijft 1601,
dat ter cause van eenen acker lants die den selven van Jacob Gerit Oeremans gecocht heeft.

Aermede de voorschr. acker ten vollen betaelt sijn sal stelt hier door ten onderpant den acker ende voorts allen sijnen goederen, haef etc. waer dat het self bevonden mag worden ’t sij in Hollant ofte Brabant.

Testes, Adriaen Adriaen Oeremans ende Willem Martens van Gilse den 20e juli 1600.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f 36r]
van 24-11-1605 tot 28-02-1607     Samenvatting:
-----------------
Erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen verkopen een erfenisse met timmeringen op te Vaert, gelegen aan de zuidkant van de Vaert tegen de oude Dreijer over gelegen,
die zij bewoond heeft tijdens haar leven,
aan Cornelis Cornelisse Oerlemans en Jannen Hendricxsen voor de prijs van 399 gulden.

Daarvan betalen ze prompt 75 gulden en met Pasen 1606 75 gulden, en zo elk jaar door totdat volledig betaald is.

Jaarlijks te betalen:
4 vaten rogge aan de Heilige Geest van Loon, elk vat met 5 stuivers te mogen betalen
een halve capuijn en 1 stuiver aan de heer van Loon
Ten Bosch 8 stuivers en 1 1/2 oort

De koop is door Meeus Aertssen door recht van naerdering gecasseert op 28 februari 1607.


Toelichting:
-------------
Het is niet duidelijk of het Cornelis de oude of de jonge is, vandaar dat ik deze akte bij beide heb toegevoegd.
De relatie van Cornelis en Jan Hendricx is niet bekend.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 17v en f 18r d.d. 24-11-1605.
Ghijsbert Ghijsbertssen, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemssen, Pauwels Janssen, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsen,

allen als erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen, hebben verkocht aan
Jannen Hendricxsen ende Cornelis Cornelis Oerlemans

een erffenisse metten timmeringen, zoals de voirschr. Hilleke Jan Meeussen die selven bewoont ende gebruijckt heeft,
gelegen in de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt op die Vaert,

oostwaerts, westwaerts ende noortwaerts, Aert Jan Meeussen,
suijtwaerts, Jan Trippen.

Ende hebben het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende dit opdraghen ende overgeven, afdoen ende vertijden altijt vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen jaerlijcks daer uit te vergelden
vier vaet rogghen den heijlighen gheest tot Loon elck vat met vijff st. te moghen betaelen,
in des heer van Loons chijns eenen halven capuijn ende eenen stuijver jaerlijcks, ende
Ten Bosch acht stuijver ende anderhalf oirt stuijver jaerlijcks.

Getuijghen waeren hier over schepenen in Venloon, Andries Geritsse van Broechoven ende Jan Wouter Claessen de Bont den 24e november 1605.

In de kantlijn: gecasseert doir dijen Meeus Aertssen, die recht vernaedert heeft en hem den 28e februari 1607 gevest is.


Inv.nr. 60, folio 18r d.d. 24-11-1605.
Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse Oerman hebben ghelooft ende gheloven mits deesen
een voor all wel ende duechdelijcken te betaelen

Ghijsbert Ghijsberden, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemsse, Pauwels Jansse, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsse
allen erfgenaemen van Hilleke Jan Meeussen,
de somma van 399 gulden, waer af sij lieden promptelijck betaelen sullen 75 gulden ende te paesschen tot paesschen,
elcke paesschen 75 gld. tot dat den ierste penninck met den lesten betaelt sal wesen ende dat ter causen van coop van erfgoet.

Hier voor stellen Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse voirst. haere persoon ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, ende het selfte erfgoet tot waerborch.
Testes et actum ut supra.

Inv.nr. 60, folio 59v den lesten augustus 1606.
Meeus Aertsse heeft vernaedert ende vernaerdert mits deesen

alsulckeerffenisse metter timmeringen daerop staende aen de suijdensijde van de Vaert teghen den ouden dreijer over gelegen,

van Hilleke Jan Meeuse gecomen,
als Lenaert Michielsen, Ghijsbrecht Aertssen, Arijaen Willem Gijben, Pauwels Jansse ende Barbara Aertsse onlancx verkocht hebben gehadt

aan Cornelis Cornelisse Oerlemans ende Jan Hendricxsen.

Ende heeft blijckende penninghe geleijt die hij seijde sijn eijgen toe te comende etc.
Testes, Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten augustij 1606.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 17v en 18r]
van 13-02-1608 tot 22-09-1619     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman verkoopt een akker op de Efterlingh aan Jan Willemse voor 232 gulden en 20 stuivers. Aan de zuidkant is land van de weeskinderen van Adriaen Verdiesen.
Cornelis heeft deze verkregen van .... Claessen de Bont.
De koper zal jaarlijks de grondcijns voldoen, te weten 1 1/2 stuiver en een smal hoen.
De koper zal de wegen en stegen naar de akker vanaf de weeskinderen van Adriaen Verdiesen mogen gebruiken, zoals afgesproken bij de vorige koopcedule.

Jan Willemse zal 1/4 deel direct betalen, dan 1/4 deel met Pasen 1609, en zo door.
Cornelis Cornelisse bekent op 22 september 1619 dat betaald is.

Toelichting:
-------------
Cornelis heeft de akker gekocht van ... Claessen de Bont. Een deel van het blad is er niet meer, vandaar de puntjes.
Ik heb een Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, getrouwd met Anneken Anthonis Hendricx Oirlemans. Haar zus Hendricxken was getrouwd met Dierck Cornelis Oerlemans.
Cornelis is de broer of de vader van Dierck.

Om welke Cornelis het gaat, is niet zeker. Daarom heb ik de akte bij beide opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 82v en f 83r d.d. 13-2-1608.
Cornelis Cornelisse Oerlman heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Willemse
eenen acker landts gelegen in de heerlijckheijt Venloon
ter plaetse genaempt op d’Efterlingh
tussen erffenisse noortwaerts die weduwe Adriaen Basters,
suijden de weeskinderen van Adriaen Verdiesen,
streckende van de selven weeskinderen tot de erffenis van Peter Vrancken.

Welcke erffenisse Cornelis Cornelisse in coop vercregen hadden van ….. Claessen de Bont zo men verclaerden.

Ende heeft se hem overgegeven ende opgedragen met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlemans onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willemsse altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende alle commer af te doen.

Uitgenomen den grontchijns daer met recht vuijtgaende,
wesende anderhalve stuijver ende een smael hoen
ende oick metten conditie dat den coper naer den selven acker sal mogen wegen ende stegen ter naesten plaetsen ende minste quetsinge daer de goederen der selver weeskinderen Adriaensse Verdiessen in alle manieren als den copers het selven bij voirgaende coopcedulle velooft was.

Scabini, Jan Wouters en Cornelis Dirckssen den 13 februari 1608.

Bijgeschreven: dies geloift Jan Willemsse den voirst. Cornelis Cornelisse van den contributie int landt gelt aff te nemen vijff hondt landts.


Inv.nr. 60, folio 83r d.d. 13-2-1608.
Jan Willemse heeft gelooft Cornelis Cornelisse Oerman
de som van 232 gld. tot 20 st. te betalen in vier termijnen ofte jaeren.

Een vierde part gereet opte vesten
ende van Paesschen ierstcomende over een jaer 1609,
een ander vierde part tot Paesschen.
Ende so van paesschen tot paesschen tot volder betalingen

ende dat ter causen van coop van eenen acker, daervoor verbijndende die voirschr. Jan Willemsse sijnen persoon ende goederen,
hebbende ende vercrijgende, ende stellende dezelfde acker tot waerborg. Testes et actum ut supra.

In de kantlijn: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese gelofte betaelt ende voldaen te sijn den 22e september 1619.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 83v en 83r]
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
07-02-1609     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman koopt een perceel land op de Vaert van jan Aryaense Oerlman, eertijds gekocht van Roel Driessen.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, kan ik zo niet bepalen. Daarom bij beide heb ik deze akte opgenomen.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 37r d.d. 7-2-1609.

Jan Arijaensse Oerlman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman
een parceel landts soo groot ende kleijn als het selven geleghen is in de heerlijkheijt Venloon op de Vaert,
oostwaerts aen sheerenstraet,
suijdtwaerts Lenaert Michielsse,
westwaerts de erfgenaemen Aerden Jan Meeussen ende
noortwaerts Rob Geritsse,
eertijden van de erfgenaemen Roel Driessen gecocht zoo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Dies dat hij daer over sal laeten weghen ende steghen uijtwijsens de oude brieven daer aff sijnde.

Gelovende die voirst. Jan Arijaensse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelis Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende tee vrijen ende te waeren.
Uitgenomen des heeren van Loon grontchijns met recht daer uijt gaende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 37r]
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
01-02-1615     Samenvatting:
-----------------
Jan Claes Trip verkoopt 2 gedeelten land op de Heikant aan Cornelis Cornelis Oerlemans.
Ten westen ligt land van Cornelis Cornelis Oerlemans.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 63 f 37v d.d. 1-2-1615.

Jan Claes Trip heeft twee gedeelte land hem aanbestorven sijn van wijlen Aerdt Jan Meeuse,
gelegen binnen de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt de Heijcant,

oistwaerts de wed. Meeus Aert Jansse,
suijtwaerts de weduwe wijlen Meeus Aert Jansse,
westwaerts Cornelis Cornelis Oerlemans en
noirtwaerts de voorschr. Jan Claes Trip,

heeft hij wettelijck ende erffelijck overgedragen ende overgegeven aan de voorst. Cornelis Cornelis Oerlemans

ende gelooft te vrijen ende te waren voor elf duijts in des heeren van Loons chijns,
het sesde part van vier vaten rogge jaerlijcks den heijlige geest tot Loon ende het sesde part van 28 stuijvers lossrente ’s Hertogenbosch te betalen.

Testes, Jan Wouters ende Anthonis Hendricks.
Actum den 1e februari 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 37v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 05-04-1617 tot 27-04-1618     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een erfenisse op de Vaert voor 150 gulden, aan de noordkant grenzend aan zijn eigen grond.

Toelichting:
------------
Of dit Cornelis de oude of de jonge is, kan ik zo niet vaststellen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.
Peter Claessen ende Jan Joosten als voichden ende momboirs van de nagelaten kijnderen wijlen Jan Claesse Trip ende de voirst Jan Claessen weduwe der kijnderen moeder ende met consent van de heer,

hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Cornelis Cornelis Oerlmans

eene erffenisse gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oostwaerts Jan Lauris Dircksse,
suijdtwaerts des heerenstraet,
westwaerts die weeskijnderen van Ariaen Thonis Segers huijsvrouw en noortwaerts de voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans copere,

ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. momboirs op de verbintenissen van der voirst. kijnderen personen ende goederen, present ende toecomende ende de voirst. weduwe onder gelijcke verbintenissen dit opdragen ende overgeven

den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende de voirst. erffenisse te vrijen ende te waren voor des heeren chijns het sesde gedeelte van vijfenhalve stuijvers.

Item het sesde gedeelte van eenen daelder jaerlijcks ten Bossche te betalen. Ende het sesde gedeelte van eenen vierendeel roggen jaerlijcks die met eenen daelder aen Aert Clercx betaelt wordt.

Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse, den 5e april 1617.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.

Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft gelooft
de weduwe ende momboirs van den kijnderen wijlen Jan Claessen Trip
de somme van 150 gld. te betalen in twee termijnen,

den iersten tot paesschen ierstcomende ende den tweede ende lesten tot paesschen 1618 ter causen van coop van een erffenisse daer voor verbindende voirst. Cornelis Cornelisse zijnen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellende de voirst. erffenisse tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: de weduwe metten momboirs hebben bekent deen helft den ierste termijn ontfangen te hebben, actum ut supra.
De weduwe metten momboirs hebben bekent ten vollen van dese gelofte voldaen te zijn, den 27e april 1618
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 46v]
04-01-1620     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een akker op de Vaert van Jan Willem Symons, die de akker eertijds gekocht heeft van Jacop Gerit Oerlmans.

Toelichting:
-------------
Cornelis de oude of de jonge? Is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 110r d.d. 4-1-1620.

Jan Willem Sijmons heeft wettelijck ende erffelijcke vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlmans
eenen acker landts gelegen binnen der heerlich. Venloon opte Vaert

tusschen erffernisse des heeren vaertcant aen den suijdenzijde,
ende de weduwe Jan Willemsse Grootswagers aen den noordensijde, streckende van Hens Leijten steech westwaerts,
tot erffenisse des vercopers eertijts van Jacop Gerit Oerlmans gekomen soo men verclaerden.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende die voirst. Jan Willem Sijmons onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen, overgeven, vertijen ende afgaen den voirst. Cornelis Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.

Ende den voirst. acker te vrijen ende te waeren ende alle calangie aff te doen gehelijcken.

Testes scabini Cornelis Dirckse ende Dingenman Jansse den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 63r]
De jonge trouwde met Aleijtken Adriaen Diercxssen de Bie.
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ico Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Marie Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door Thomas en Jan.
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akte van 8 nov. 1642 waarin zijn zus Cathalijn Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
oerlemans_cathelijn_cornelis__weeskinderen_verwekt_bij_iwen_dielissen_en_claes_jansse__verkrijgen_goederen_op_9_juli_1626_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.104v.jpg oerlemans_cathelijn_cornelis__weeskinderen_verwekt_bij_iwen_dielissen_en_claes_jansse__verkrijgen_goederen_op_9_juli_1626_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.105r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfgenamen_verkopen_een_stede_en_een_akker_de_nagtegaal_op_de_ketshoevel_op_8_januari_1629_voor_1810_gulden_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_68r-cath.corn.corn.oirl..jpg oerlemans_cathelijn__weeskinderen_verwekt_bij_juen_dielis_en_nicolaes_jansse__kopen_op_4_nov._1630_een_deel_van_een_weiland_aan_de_crommendijk_van_aert_caerlse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.184r.jpg oerlemans_cathelijn_cornelis__weesk._verwekt_bij_juen_dielis_en_claes_jansse_hagen_kopen_op_9_mei_1631_land_aan_de_crommendijk_van_huybert_en_floris_florisse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.201v.jpg juens_dielis_en_jan__en_halfbroer_jan_claese_hagen_verkopen_de_helft_van_een_weiland_aan_de_crommendijk_voor_475_gulden_op_8_april_1640__-_besoyen_dorpsbestuur_inv._656_van_1634-1644_f._76r.jpg
634 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weeskinderen verwekt bij Iwen Dielissen en Claes Jansse, verkrijgen goederen op 9 juli 1626 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v
635 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weeskinderen verwekt bij Iwen Dielissen en Claes Jansse, verkrijgen goederen op 9 juli 1626 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.105r
636 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfgenamen verkopen een stede en een akker de Nagtegaal op de Ketshoevel op 8 januari 1629 voor 1810 gulden - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 68r-Cath.Corn.Corn.Oirl.
637 Oerlemans Cathelijn, weeskinderen verwekt bij Juen Dielis en Nicolaes Jansse, kopen op 4 nov. 1630 een deel van een weiland aan de Crommendijk van Aert Caerlse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r
638 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weesk. verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen kopen op 9 mei 1631 land aan de Crommendijk van Huybert en Floris Florisse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v
639 Juens Dielis en Jan, en halfbroer Jan Claese Hagen verkopen de helft van een weiland aan de Crommendijk voor 475 gulden op 8 april 1640 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r
oerlemans_cateljn_kinderen__dielis_en_jan_juensse__en_onmondig_jan_claes_hagen_nemen_percelen_over_op_21_april_1642__van_erven_ariaen_juensse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.102v.jpg oerlemans_cateljn_kinderen__dielis_en_jan_juensse__en_onmondig_jan_claes_hagen_nemen_percelen_over_op_21_april_1642__van_erven_ariaen_juensse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.103r.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_40v-dl.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_40v.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_41r.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_41v.jpg
640 Oerlemans Cateljn kinderen, Dielis en Jan Juensse, en onmondig Jan Claes Hagen nemen percelen over op 21 april 1642 van erven Ariaen Juensse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v
641 Oerlemans Cateljn kinderen, Dielis en Jan Juensse, en onmondig Jan Claes Hagen nemen percelen over op 21 april 1642 van erven Ariaen Juensse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.103r
642 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v-dl
643 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v
644 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 41r
645 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 41v
dielis_juwen__heemraad_van_het_ambacht_van_besoyen_in_1621_-_besoyen_-_dorpsbestuur_inv._655_-_1621-1649_-_f._0_-_voorblad.jpg dielissen_jeuwen__en_andere_heemraden_en_schout_van_het_ambacht_van_besoyen_zetten_hun_handtekening_onder_een_akte_van_17_augustus_1622_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.21v.jpg dielissen_jeuwen__als_heemraad_van_het_ambacht_van_besoyen_zet_zijn_handtekening_onder_een_akte_van_17_augustus_1622_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.21v.jpg
646 Dielis Juwen, heemraad van het Ambacht van Besoyen in 1621 - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad
647 Dielissen Jeuwen, en andere heemraden en schout van het Ambacht van Besoyen zetten hun handtekening onder een akte van 17 augustus 1622 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.21v
648 Dielissen Jeuwen, als heemraad van het Ambacht van Besoyen zet zijn handtekening onder een akte van 17 augustus 1622 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.21v
IV. Cathelijn Cornelis Cornelis Oirlemans (afb. 634 t/m 645). Cathelijn is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
van 08-11-1642 tot 09-03-1643     Toelichting:
-------------
Op 19 november 1631 hebben de kinderen van Catharina de stede en de percelen gekocht van hun neven, de kinderen van hun oom Jan. Met recht van naerderschap deden ze de koop door Adriaen Willemsen teniet.

Blijkbaar heeft Jan bij de deling tussen hem en zijn broer en halfbroer deze stede en de percelen gekregen. Jan woont in Besoyen, en misschien is daar de deling terug te vinden.

Op 8 november 1642 wil hij verkopen aan Adriaen Willem Adriaen Wouters, waarschijnlijk dezelfde koper als in 1631.
Op 9 maart 1643 komen ze overeen de koop teniet te doen.

Verder: in de akte staat als zijn vader Iewaen Gielissen, terwijl dat in andere akten Juen Dielissen is.

Bijzonder is dat zijn moeder als Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd staat, met ook haar opa’s naam erbij. Het is tot nu toe de enige akte, die ik gevonden heb, waarin dat gebeurd is.
Misschien speelt mee dat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans is.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.

Jan sone wijlen Iewaen Gielissen
bij den selven wijlen Iewaen
ende Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans
tsaemen verweckt,

de helft hem als hij seijde, onbedeijlt toebehoirende in het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,

beginnende ’t selve woonhuijs van den caemere aff metten helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daer bij staende,

mitsgaeders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daer aen ende omme liggende,
oistwaert aen eene stege aldaer loopende,
zuijtwaerts ende westwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Robbrecht Geeridts ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker
beginnende vuijtten westen,
’t selve geheel loth gelegen aldaer oistweaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops,
zuijtwaerts aen het ijerste loth toecomende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters,
westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het 4e loth in den voorst. Hoogen acker,
’t selve geheel 4e loth oistwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt,
zuijtwaerts aen Adriaen Willemssen voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. vaerte,

ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen den noirdenzijde van de voorst. vaerte.


Allen de voorst. parceelen van erffenisse soe groot ende cleijn als hem de selve bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de voor ende naekinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans zijnen moedere gemaeckt onbedeijlt zijn aengecomen, soe hij insgelijcx seijde,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters voorgenoempt.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportant als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, de voirgeruerde parceelen van erffenisse den voirn. Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters te waeren, als men erve schuldich is te waeren ende allen comer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen des dorpscommer.
Ende oft hier naemaels met wege van recht bevonden wordden hier vuijt meer commers ’t sij van renten, chijnsen oft pachten te gaen, daer men ’t deser tijdt nijet aff en weet, den selven sal men den cooper moegen aencoopen ’t gene lossbaer is naer vuijtwijsens de lossbrieven daer aff zijnde,
ende ’t gene onlossbaer is naer arbitraige van twee schepenen bij partijen oft henne naecomelingen daer toe te assumeren.

Oijck wordt besproken ende geconditioneert als dat de voornoempden Adriaen coopere sal hebben te houden ende onderhouden alle gebuerlijcke lasten ende rechten totte voorst. parceelen van erffenisse behoirende, ende daer toe oijck te wegen ende te stegen allen den ghene die men van rechts ende gewoonte schuldich is te wegen ende te stegen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Compareerden etc.
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen ter eenre
ende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters ter andere zijden.

Ende hebben verclaert als dat zij met hender beijde consent ende wille doot ende te nijet gedaen hebben, gelijck zij doot ende ten nijet doen midts desen den coop van de helft van het groot woonhuijs, brouwhuijs ende verckenskoeije in desen vermelt ende oijck den coop van allen andere parceelen van erffgoederen in desen breeder verhaelt.

Consenterende daeromme dat dit tegenwoirdich transporte mette geloefte daerop gevolght, ende allen andere bescheeden ’t sij coopcele oft andere hier van gepasseert sullen wordden, gecasseert ende gecanseleert.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen den 9e martij 1643.


RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 41r/v d.d. 8-11-1642.

Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters heeft geloeft
als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Jannen sone wijlen Iewaen Gielissen woonende in den ambachte van Besoijen
de somme van vier hondert ende seventich ca. gld. den ca. gld. tot 20 stuijvers ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent te geven
ende te betaelen in drije termijnen, elcken termijn een gerecht dorde part, waeraff den ijersten termijn betaelt sal wordde alsnu gereet, den 2e int hoochtijt van alderheijligen 1643 ende den 3e oft lesten int hoochtijt van alderheijligen 1644 daeraen volgende sonder langer dilaije.

Op pene van prompte ende parate executie sonder in contradictie, oppositie oft appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ijerst ende voor al sal wesen gescheidt.

Procederende de voorst. somme van vier hondert ende 70 ca. guldens over coop van seeckere parceelen van erffenissen hem gelover bij ende van wegen des voorst. Jan sone wijlen Iewaen Gielissen op heden date deser voor schepenen van Venloon opgedraegen ende overgegeven.

De welcke hij gelover midts desen voir de voorst. somme is stellende tot speciael hypotheecq.
Testes ut supra.

In marge:
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen bekent den 1e termijn deser geloefte, die gereet betaelt moet wordden van de geloever ten vollen ontfangen te hebben.
Actum den 8e november 1642.

Item:
Alsoe Jan Iewaens den 9 martij 1643 geloefte gedaen heeft van 156 gld. 13 st. 1 oirt,
soe bekent Adriaen Willemssen dat den voorst. betaelden 1e termijn deser geloefte hem daer mede is gerestitueert ende voldaen.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen.
Actum 9 martij 1643.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41r/41v scan 43-44]
Verkoop:
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Cathelijn:
(1) trouwde met Juen (Iewaen) Dielis (afb. 646 t/m 648). Iewaen is een zoon van Gijsbertken Lamberts. Iewaen is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Notitie bij Iewaen: Zijn naam is geschreven als:

1621: Juwen Dielis (Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad)
17-08-1622: Jeuwen Dielissen (Handtekening onder een akte - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 21v)
22-01-1626: Ivo Gielissen (RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.)
09-07-1626: Iwen Dielis
08-11-1642: Iewaen Gielissen (zoon Jan akte over de verkoop van een stede - RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.)
Functie:
van 1621 tot 17-08-1622     Heemraad (Juwen is heemraad van het Ambacht van Besoyen, zols vermeld op het voorblad van het register, opgesteld door Anthonis Aertsen van Andel, schout en secretaris van het Ambacht van Besoyen.

Ondertekeningen op 5 juni 1621 (folio 5r), 22 dec. 1621 (folio 10v), en op 16 april 1622 (folio 18v)
De laatst gevonden ondertekening is van 17 augustus 1622.)
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad en f.5r, 10v, 18v en 21v]
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
van 08-11-1642 tot 09-03-1643     Toelichting:
-------------
Op 19 november 1631 hebben de kinderen van Catharina de stede en de percelen gekocht van hun neven, de kinderen van hun oom Jan. Met recht van naerderschap deden ze de koop door Adriaen Willemsen teniet.

Blijkbaar heeft Jan bij de deling tussen hem en zijn broer en halfbroer deze stede en de percelen gekregen. Jan woont in Besoyen, en misschien is daar de deling terug te vinden.

Op 8 november 1642 wil hij verkopen aan Adriaen Willem Adriaen Wouters, waarschijnlijk dezelfde koper als in 1631.
Op 9 maart 1643 komen ze overeen de koop teniet te doen.

Verder: in de akte staat als zijn vader Iewaen Gielissen, terwijl dat in andere akten Juen Dielissen is.

Bijzonder is dat zijn moeder als Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd staat, met ook haar opa’s naam erbij. Het is tot nu toe de enige akte, die ik gevonden heb, waarin dat gebeurd is.
Misschien speelt mee dat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans is.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.

Jan sone wijlen Iewaen Gielissen
bij den selven wijlen Iewaen
ende Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans
tsaemen verweckt,

de helft hem als hij seijde, onbedeijlt toebehoirende in het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,

beginnende ’t selve woonhuijs van den caemere aff metten helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daer bij staende,

mitsgaeders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daer aen ende omme liggende,
oistwaert aen eene stege aldaer loopende,
zuijtwaerts ende westwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Robbrecht Geeridts ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker
beginnende vuijtten westen,
’t selve geheel loth gelegen aldaer oistweaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops,
zuijtwaerts aen het ijerste loth toecomende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters,
westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het 4e loth in den voorst. Hoogen acker,
’t selve geheel 4e loth oistwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt,
zuijtwaerts aen Adriaen Willemssen voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. vaerte,

ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen den noirdenzijde van de voorst. vaerte.


Allen de voorst. parceelen van erffenisse soe groot ende cleijn als hem de selve bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de voor ende naekinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans zijnen moedere gemaeckt onbedeijlt zijn aengecomen, soe hij insgelijcx seijde,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters voorgenoempt.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportant als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, de voirgeruerde parceelen van erffenisse den voirn. Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters te waeren, als men erve schuldich is te waeren ende allen comer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen des dorpscommer.
Ende oft hier naemaels met wege van recht bevonden wordden hier vuijt meer commers ’t sij van renten, chijnsen oft pachten te gaen, daer men ’t deser tijdt nijet aff en weet, den selven sal men den cooper moegen aencoopen ’t gene lossbaer is naer vuijtwijsens de lossbrieven daer aff zijnde,
ende ’t gene onlossbaer is naer arbitraige van twee schepenen bij partijen oft henne naecomelingen daer toe te assumeren.

Oijck wordt besproken ende geconditioneert als dat de voornoempden Adriaen coopere sal hebben te houden ende onderhouden alle gebuerlijcke lasten ende rechten totte voorst. parceelen van erffenisse behoirende, ende daer toe oijck te wegen ende te stegen allen den ghene die men van rechts ende gewoonte schuldich is te wegen ende te stegen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Compareerden etc.
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen ter eenre
ende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters ter andere zijden.

Ende hebben verclaert als dat zij met hender beijde consent ende wille doot ende te nijet gedaen hebben, gelijck zij doot ende ten nijet doen midts desen den coop van de helft van het groot woonhuijs, brouwhuijs ende verckenskoeije in desen vermelt ende oijck den coop van allen andere parceelen van erffgoederen in desen breeder verhaelt.

Consenterende daeromme dat dit tegenwoirdich transporte mette geloefte daerop gevolght, ende allen andere bescheeden ’t sij coopcele oft andere hier van gepasseert sullen wordden, gecasseert ende gecanseleert.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen den 9e martij 1643.


RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 41r/v d.d. 8-11-1642.

Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters heeft geloeft
als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Jannen sone wijlen Iewaen Gielissen woonende in den ambachte van Besoijen
de somme van vier hondert ende seventich ca. gld. den ca. gld. tot 20 stuijvers ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent te geven
ende te betaelen in drije termijnen, elcken termijn een gerecht dorde part, waeraff den ijersten termijn betaelt sal wordde alsnu gereet, den 2e int hoochtijt van alderheijligen 1643 ende den 3e oft lesten int hoochtijt van alderheijligen 1644 daeraen volgende sonder langer dilaije.

Op pene van prompte ende parate executie sonder in contradictie, oppositie oft appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ijerst ende voor al sal wesen gescheidt.

Procederende de voorst. somme van vier hondert ende 70 ca. guldens over coop van seeckere parceelen van erffenissen hem gelover bij ende van wegen des voorst. Jan sone wijlen Iewaen Gielissen op heden date deser voor schepenen van Venloon opgedraegen ende overgegeven.

De welcke hij gelover midts desen voir de voorst. somme is stellende tot speciael hypotheecq.
Testes ut supra.

In marge:
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen bekent den 1e termijn deser geloefte, die gereet betaelt moet wordden van de geloever ten vollen ontfangen te hebben.
Actum den 8e november 1642.

Item:
Alsoe Jan Iewaens den 9 martij 1643 geloefte gedaen heeft van 156 gld. 13 st. 1 oirt,
soe bekent Adriaen Willemssen dat den voorst. betaelden 1e termijn deser geloefte hem daer mede is gerestitueert ende voldaen.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen.
Actum 9 martij 1643.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41r/41v scan 43-44]
(2) trouwde met Claes Jansse Hagen. Claes is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
oerlmans_claes_cornelis_cornelisse__koopt_op_22_dec._1615_via_vernadering_1_lot_moer_bij_de_egmont_over__verkocht_door_zijn_vader_cornelis_cornelisse_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._182v.jpg oerlmans_claes_cornelis_cornelisse__koopt_op_23_dec._1615_via_vernadering_2_perceeltjes_moer_over__verkocht_door_zijn_broers_cornelis__jan_en_dirck_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._183r_scan_210.jpg
649 Oerlmans Claes Cornelis Cornelisse, koopt op 22 dec. 1615 via vernadering 1 lot moer bij de Egmont over, verkocht door zijn vader Cornelis Cornelisse - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v
650 Oerlmans Claes Cornelis Cornelisse, koopt op 23 dec. 1615 via vernadering 2 perceeltjes moer over, verkocht door zijn broers Cornelis, Jan en Dirck - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 183r scan 210
V. [waarschijnlijk] Claes Cornelis Cornelissen Oirlemans (afb. 649 en 650). Claes is overleden na woensdag 23 december 1615.
Verkoop:
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
1538 Matheeus Janse Berchmans.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
Getuige bij:
26-01-1606     kerkelijk huwelijk Willem Matheeus Janse Berchmans en Maria Jan Wouters Aertssen Broechoven [zie 1538,II]    [vader bruidegom]   [bron: Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 88]
Hij trouwde [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 65r] met
1539 Jenneke Lenaert aen ’t Sant.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adriana Matheus Jansse (Ariaentken) Berchmans (zie 769).
II. Willem Matheeus Janse Berchmans (afb. 502).
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
Willem trouwde op donderdag 26 januari 1606 in Oisterwjk [bron: Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 88] met Maria Jan Wouters Aertssen Broechoven. Bij het kerkelijk huwelijk van Willem en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Matheeus Janse Berchmans [zie 1538] [vader bruidegom] en Andrea Janssen.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Maria: Matheeus Janse is getuige, zeer waarschijnlijk is dat zijn vader.
corstiaens_adrianus_janssen_en_marij_van_son_trouwen_op_zondag_23_november_1603_in_oisterwijck.jpg snoerman_adrianus_christianus_overlijden_op_woensdag_8_januari_1648_in_loon_op_zand.jpg
651 Corstiaens Adrianus Janssen en Marij van Son trouwen op zondag 23 november 1603 in Oisterwijck
652 Snoerman Adrianus Christianus overlijden op woensdag 8 januari 1648 in Loon op Zand
1696 Adriaen Janssen Corstiaens Snoermans (afb. 651 en 652). Adriaen is overleden op woensdag 8 januari 1648 in Loon op Zand [bron: aantekeningen van overlijden 1624-1650 (RK), Loon op Zand, p.178].
Notitie bij Adriaen: -
Oisterwijk
23-11-1603: Adriaen Janssen Corstiaens
17-04-1604: Adriaen Jan Corsten
08-01-1606: Adriani Jansse
01-12-1613: Adriani Jansse
20-11-1616: Adriani Joannis

Loon op Zand
06-11-1646: Adriani Snoermans
08-01-1648: Adrianus Christianus Snoerman
Hij trouwde op zondag 23 november 1603 in Oisterwijk [bron: trouwboek 1597-1610 - rk - p.82] met Marij Adriaen Janssen van Son. Bij het kerkelijk huwelijk van Adriaen en Marij waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Janssen Corstiaen [zie 3392,IV] [broer bruidegom] en Jan Adriaen Martens.
snoermans_adriani_overlijden_van_zijn_vrouw_maria_op_dinsdag_6_november_1646_in_loon_op_zand.jpg
653 Snoermans Adriani overlijden van zijn vrouw Maria op dinsdag 6 november 1646 in Loon op Zand
1697 Marij Adriaen Janssen van Son (afb. 651 en 653). Marij is overleden op dinsdag 6 november 1646 in Loon op Zand [bron: aantekeningen van overlijden 1624-1650 (RK), Loon op Zand, p.177v].
Kinderen uit dit huwelijk:
corsten_jan_adriaen_janssen_doop_op_zaterdag_17_april_1604_in_oisterwijk.jpg
654 Corsten Jan Adriaen Janssen doop op zaterdag 17 april 1604 in Oisterwijk
I. Jan Adriaen Janssen (Jan) Corsten (afb. 654). Hij is gedoopt op zaterdag 17 april 1604 in Oisterwijk [bron: 01 doopboek 1597-1610 - rk - p.35]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Anthonis en Dingen Martens.
Notitie bij Jan: 16-09-1646: Joannis Adriani (bij de doop van neefje Henricus, zoon van zijn broer Jan de Jonge)
Getuige bij:
16-09-1646     doop [waarschijnlijk] Hendrik Snoeren (1646-1729) [zie 424]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 98]
snoermans_adrianus_adriani_gedoopt_op_zondag_8_januari_1606_in_oisterwijck.jpg snoermans_adrianus_adriani__in_ondertrouw_met_aleijdis_henrici_op_10_januari_in_venloon.jpg snoermans_adrianus_adriani_trouwt_op_dinsdag_3_februari_1632_met_aleijdis_henrici_in_loon_op_zand__ondertrouw_op_10_januari.jpg
655 Snoermans Adrianus Adriani gedoopt op zondag 8 januari 1606 in Oisterwijck
656 Snoermans Adrianus Adriani, in ondertrouw met Aleijdis Henrici op 10 januari in Venloon
657 Snoermans Adrianus Adriani trouwt op dinsdag 3 februari 1632 met Aleijdis Henrici in Loon op Zand, ondertrouw op 10 januari
II. Adrianus Adriani Snoermans (afb. 655 t/m 657). Hij is gedoopt op zondag 8 januari 1606 in Oisterwijk [bron: 01 doopboek 1597-1610 - rk - p.44]. Bij de doop van Adrianus waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelia Jacops en Christiani Marcelli.
Notitie bij Adrianus: -
10-01-1632: Adrianus Adriani (bij de doop van Nicolaa)
24-04-1644: Adrianus Snoermans (bij de doop van Sebastianus)
30-11-1644: Adrianus Adriani (bij de doop van neefje Adrianus, zoon van zijn broer Jan de Jonge)
08-10-1647: Joannis Adrianus Snoermans (waarschijnlijk foute notatie, moeder was Aleijdis Henrici namelijk)
Getuige bij:
30-11-1644     doop Adrianus Joannes Snoermans (geb. 1644) [zie 848,III]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 87v]
Adrianus trouwde, 26 jaar oud, op dinsdag 3 februari 1632 in Loon op Zand [bron: trouwboek 1624-1651 rk - p.128] met Aleijdis Henricus, nadat zij op zaterdag 10 januari 1632 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: trouwboek 1624-1651 rk - p.128].
Notitie bij Aleijdis: -
24-04-1644: Aleijdis Henricus
Getuige bij:
30-11-1644     doop Adrianus Joannes Snoermans (geb. 1644) [zie 848,III]    [aangetrouwde tante vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 87v]
III. Johannes Adriani (Jan (de Jonge)) Snoermans, gedoopt omstreeks 1611 in Loon op Zand (zie 848).
corsten_anna_adriaen_jan_doop_op_zondag_1_december_1613_in_oisterwijk.jpg snoeren_anneke_adriaensse__is_gestorven_op_2_februari_1658_in_loon_op_zand.jpg
658 Corsten Anna Adriaen Jan doop op zondag 1 december 1613 in Oisterwijk
659 Snoeren Anneke Adriaensse, is gestorven op 2 februari 1658 in Loon op Zand
IV. Anna Adraen Jan Corsten (Anneke) Snoeren (afb. 658 en 659). Zij is gedoopt op zondag 1 december 1613 in Oisterwijk [bron: 02 doopboek 1612-1627 - rk - p.10]. Bij de doop van Anneke waren de volgende getuigen aanwezig: Christinus Ariensse en Johanna Henrici. Anneke is overleden op zaterdag 2 februari 1658 in Loon op Zand, 44 jaar oud [bron: Inv.nr. 37 - Loon op Zand - lijst van overledenen 1657 (schepenbank), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 37, blad [g3].
Notitie bij overlijden van Anneke: De vermelding staat onder een vermelding van 2 februari. De volgende datumvermelding is van maart. De juiste datum is
Ze is gestorven, jonge dochter (=ongehuwd), achterlatende broeders. Als ik het goed lees, was zij kreupel.
Notitie bij Anneke: 02-02-1658: Anneke Adriaense Snoeren (bij haar overlijden)
Anneke bleef ongehuwd.
corsten_anthonius_adriaen_jan_doop_op_20_november_1616_in_oisterwijk.jpg corsten_anthony_adriani_trouwt_met_johanne_anthony_op_dinsdag_25_februari_1642_in_loon_op_zand.jpg
660 Corsten Anthonius Adriaen Jan doop op 20 november 1616 in Oisterwijk
661 Corsten Anthony Adriani trouwt met Johanne Anthony op dinsdag 25 februari 1642 in Loon op Zand
V. Anthonis Adriaen Jan Snoermans (afb. 660). Hij is gedoopt op zondag 20 november 1616 in Oisterwijk. Bij de doop van Anthonis waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Adriani en Petra Joannis.
Notitie bij Anthonis: 01-01-1645: Anthonis Adriani Snoermans (bij de doop van Johanna)
Getuige bij:
05-02-1640     kerkelijk huwelijk [waarschijnlijk] Jan (de Jonge) Snoermans (geb. ±1611) en Jenneke Guilielmi [zie 849]    [broer bruidegom]   [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 140v]
25-11-1640     doop [waarschijnlijk] Martinus Joannes Snoeren (geb. 1640) [zie 848,I]    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 02 - Loon op Zand - doopboek 1624-1648, trouwboek 1624-1651 en aantekeningen van overlijden 1624-1650 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken van Loon op Zand 1608 – 1810, inventarisnummer 2, blad 63]
Anthonis trouwde, 25 jaar oud, op dinsdag 25 februari 1642 in Loon op Zand [bron: trouwboek 1624-1651 rk - p.145] met Johanne Anthony (afb. 661).
dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._98r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._98v.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._99r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._99v.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._100r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._100v.jpg
662 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r
663 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98v
664 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 99r
665 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 99v
666 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 100r
667 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 100v
dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._101r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._101v.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._102r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._102v.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._103r.jpg dielissen_marten__en_heijlken_michiels_in_den_arrent__erfdeling_door_hun_kinderen_en_erfgenamen_op_9_febr._1650_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_f._103v.jpg
668 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 101r
669 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 101v
670 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 102r
671 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 102v
672 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 103r
673 Dielissen Marten, en Heijlken Michiels In den Arrent, erfdeling door hun kinderen en erfgenamen op 9 febr. 1650 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 103v
boxtel_-_lennisheuvel_-_tussen_kruispunt_en_runmolen_was_het_bongstraatje_-_schermopname_3-7-2024_20027_www.google.nl_.jpeg boxtel_-_kruispunt_lennisheuvel_met_recht_vooruit_voorheen_het_bongstraatje_-_schermopname_3-7-2024_201418_www.google.nl.jpeg boxtel_-_kadaster_1811-1831_minuutplan_lennisheuvel_min10026f01_fragment_met_bongstraatje_.jpg boxtel_-_kadaster_1811-1831_minuutplan_klein_liempde_min10026e03_fragment_met_verlengde_van_bongstraatje_op_f1_-_midden_links.jpg boxtel_-_kadaster_1811-1831_minuutplan_lennisheuvel_min10026f01_fragment_met_bongstraatje_en_aangeschoven_deel_van_e03.jpg.png
674 Boxtel - Lennisheuvel - tussen kruispunt en Runmolen was het Bongstraatje - Schermopname 3-7-2024 20027 www.google.nl
675 Boxtel - kruispunt Lennisheuvel met recht vooruit voorheen het Bongstraatje - Schermopname 3-7-2024 201418 www.google.nl
676 Boxtel - Kadaster 1811-1831 Minuutplan Lennisheuvel MIN10026F01 fragment met Bongstraatje
677 Boxtel - Kadaster 1811-1831 Minuutplan Klein Liempde MIN10026E03 fragment met verlengde van Bongstraatje op F1 - midden links
678 Boxtel - Kadaster 1811-1831 Minuutplan Lennisheuvel MIN10026F01 fragment met Bongstraatje en aangeschoven deel van E03.jpg
1968 Martinus (Marten) Dielissen (afb. 662 t/m 678). Marten is overleden vóór vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Verkoop:
25-07-1658     Samenvatting:
----------------

Meriken Hens Joordens verkoopt aan Jan Hens Joordens

een stuk akkerland groot ca. een lopenzaad,
gelegen te Boxtel onder Lennesheuvel genoemd het Cloottien,

belendend de kinderen van Marten Dielissen, de koper zelf en diens broer, Adam Peter Santegoets, de weduwe van Franck Janssen.

De verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, behalve een stuiver als chijns aan de heer van Boxtel.
Het perceel is aflosbaar tegen betaling van 100 gulden, mits er
een half jaar vooraf wordt opgezegd.
Datum 25 juli 1658, getuigen Hugens en van Aken als schepenen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 139r]
Hij trouwde met
1969 Heijlwigis Michiels (Heijlken) in den Arend. Heijlken is overleden vóór vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Lambert Marten Dielissen van der Meijs (zie 984).
dielissen_willem_martten__verklaart_op_5_mei_1660_dat_hij_over_een_jaar_160_gulden_en_rente_zal_betalen_aan_adriaen_arien_hendricks_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_bl._195v.jpg dielissen_willem_marten__verklaart_op_4_mei_1661_dat_hij_over_een_jaar_160_gulden_en_10_gulden_rente_zal_betalen_aan_jan_jan_lamberts_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_bl._238r.jpg dielissen_willem_marten__verklaart_op_4_mei_1661_dat_hij_over_een_jaar_160_gulden_en_10_gulden_rente_zal_betalen_aan_jan_jan_lamberts_-_boxtel_-_schepenbank_inv._99_bl._238v.jpg
679 Dielissen Willem Martten, verklaart op 5 mei 1660 dat hij over een jaar 160 gulden en rente zal betalen aan Adriaen Arien Hendricks - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 195v
680 Dielissen Willem Marten, verklaart op 4 mei 1661 dat hij over een jaar 160 gulden en 10 gulden rente zal betalen aan Jan Jan Lamberts - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 238r
681 Dielissen Willem Marten, verklaart op 4 mei 1661 dat hij over een jaar 160 gulden en 10 gulden rente zal betalen aan Jan Jan Lamberts - Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 238v
II. Willem Marten (Willim) Dielissen (afb. 679 t/m 681).
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Schuldbekentenis:
van 05-05-1660 tot 04-05-1661     Willem Marten Dielissen belooft aan Adriaen Arien Hendricks

die per heden datum over een jaar de som van 160 gulden te betalen, met
onderwijl een rente van 7 gulden 10 stuivers.
Als er dan niet wordt
betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan.
Datum 5 mei 1660, getuigen Erven en van Dijck als schepenen.

Op 4 mei 1661 verklaart Ariaen dat de schuld dood verklaard mag worden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 195v]
04-05-1661     Willem Marten Dielissen belooft aan Jan Jan Lamberts
die per heden datum over een jaar de som van 160 gulden te betalen met onderwijl een rente van 10 gulden.

Als er dan niet wordt betaald, zal de rente
blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan.
Datum 4 mei 1661,
getuigen van Lill en van de Graaff, schepenen.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 Bl. 238r scan 261]
Verkoop:
04-01-1654     Samenvatting:
----------------

Adam Arien Adams en Thomis Bartholomeussen als man en momboir van Neesken Arien Adams verkopen een stuk akkerland, gelegen in de herdgang onder Lennisheuvel, 2 loopensaet groot,

tussen erve Coenraet Adams en Jacob Joordens met meer andere,
strekkende van erve Willem Martten Dielissen
tot op de erve weduwe Micgiel Segers,

aan Roelof Bartholomeeusen,

met een stuiver en een duit chijns aan de Heer van Boxtel,
en zal wegen over erve der weduwe Micgiel Segers
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 174v]
Willim trouwde met Maria Vr. van Wilhelmus (Maeijke) Dilissen.
III. Jan Marten Dielissen.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Jan trouwde met Gertrudis Andreas vr. van Jan Marten (Geretruijt) Dielissen.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Geretruijt: Er zijn nog wel dopen, die mogelijk bij dit gezin horen, maar die zijn een combinatie van Joannes Martini en Gerarda. Behoorlijk onzeker met de informatie die ik nu heb. Die heb ik daarom niet toegevoegd.
dielissen_michiel_marten__en_maeyken_lambert_matthijssen_erfdeling_door_hun_3_kinderen_op_14_aug._1653_van_hun_grootouders_lambert_matthijssen_en_joostien_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_f._136r.jpg dielissen_michiel_marten__en_maeyken_lambert_matthijssen_erfdeling_door_hun_3_kinderen_op_14_aug._1653_van_hun_grootouders_lambert_matthijssen_en_joostien_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_f._136v.jpg dielissen_michiel_marten__en_maeyken_lambert_matthijssen_erfdeling_door_hun_3_kinderen_op_14_aug._1653_van_hun_grootouders_lambert_matthijssen_en_joostien_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_f._137r.jpg dielissen_michiel_marten__en_maeyken_lambert_matthijssen_erfdeling_door_hun_3_kinderen_op_14_aug._1653_van_hun_grootouders_lambert_matthijssen_en_joostien_-_boxtel_-_schepenbank_inv._98_f._137v.jpg
682 Dielissen Michiel Marten, en Maeyken Lambert Matthijssen erfdeling door hun 3 kinderen op 14 aug. 1653 van hun grootouders Lambert Matthijssen en Joostien - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 F. 136r
683 Dielissen Michiel Marten, en Maeyken Lambert Matthijssen erfdeling door hun 3 kinderen op 14 aug. 1653 van hun grootouders Lambert Matthijssen en Joostien - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 F. 136v
684 Dielissen Michiel Marten, en Maeyken Lambert Matthijssen erfdeling door hun 3 kinderen op 14 aug. 1653 van hun grootouders Lambert Matthijssen en Joostien - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 F. 137r
685 Dielissen Michiel Marten, en Maeyken Lambert Matthijssen erfdeling door hun 3 kinderen op 14 aug. 1653 van hun grootouders Lambert Matthijssen en Joostien - Boxtel - Schepenbank Inv. 98 F. 137v
IV. Michiel Marten Dielissen (afb. 682 t/m 685). Michiel is overleden vóór vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
14-08-1653     Samenvatting:
----------------

Erfdeling van de kinderen van Michiel Martten Dielissen en Maeyken Lambert Matthijssen: Lambert, de onmondige kinderen van wijlen Jan en moeder Aeltien Diercx, en Barbara.
Het gaat om de goederen van hun grootvader en grootmoeder Lambert Matthjssen en Joostien (of Joostjen).

Zoon Lambert loot:
* een akker, het Hofakker, in de herdgang van Lennisheuvel, ter plaatse genoemd Boseijnde
* akker, ook daar, tussen de erve van Matthijs Lambert Matthijssen en Lambert Janssen van Haeren
* 1/9e deel van een hooiland, de Dorsinge, ook daar gelegen
* een stuk hei, genoemd Steijnsencamp

Onder last van 2 loopen rogge, 1/4 deel van een dorssel anont hoen (?) aan de Heer van Boxtel, en het 1/3 deel van 5 stuivers,
jaarlijks in een meerdere rente en chijns, volgens de brieven daarvan wesende

De onmondige kinderen van wijlen zoon Jannen en Aeltien Diercx loten (vertegenwoordigd door hun voogden Thijs Lamberts en Michiel Diercx):
* een akker met een graefveldje daar tegenaan gelegen in de herdgang van Lennisheuvel, tussen de erfve Matthijs Lamberts, en de erfven Lambert Ghielen en Anthonis Diercx, strekkend op de Gemeijnstraet
* het 1/9e deel in een hooiland, de Dorsinter
* het 1/3e deel in een stuk hei, genaamd Steijnsencamp
* een 1/2 bueteren (of vueteren?) turfrecht op de gemeijnte van Kempen

Onder last van 1 stuiver chijns aan de Heer van Boxtel en 3 loopen rogge aan Jonckheer Rouckop (?), mits te wegen Anthonis Diercx en Lambert Ghielen voor het graefveldje, en 1/5e part van 5 stuivers jaarlijks, alles volgens de brieven

Anthonis Diercx (Tuenis Diercx, man van Barbara, dochter van Michiel Marten Dielissen) loot:
* een akker, genoemd de Edele (?) Heer met het hoel (?) van de graef, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel, strekkend van de Blockstraet tot op de Gemeijnstraet
* een weiland tussen Lambert Ghielen en Matthijs Lamberts
* het 1/9e deel van een hooiland, de Dorsinge
* het 1/3e deel in een stuk hei, genaamd Steijnsencamp
* een 1/2 buyteren turfrecht van Martten Dielis op de gemeijnte van Kempen

Onder last van 1 stuiver chijns aan de Heer van Boxtel, 3 loopen rogge aan de Joncheer Rouckop en het 1/3e deel van 5 stuivers, jaarlijks, als volgens de brieven.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl.136r, 136v, 137r, 137v scan 140-141-142]
Michiel trouwde met Maeyken Lambert Matthijssen. Maeyken is een dochter van Lambert Matthijssen en Joostien Vr. van Lambert Matthijssen. Maeyken is overleden vóór donderdag 14 augustus 1653.
Erfdeling:
14-08-1653     Samenvatting:
----------------

Erfdeling van de kinderen van Michiel Martten Dielissen en Maeyken Lambert Matthijssen: Lambert, de onmondige kinderen van wijlen Jan en moeder Aeltien Diercx, en Barbara.
Het gaat om de goederen van hun grootvader en grootmoeder Lambert Matthjssen en Joostien (of Joostjen).

Zoon Lambert loot:
* een akker, het Hofakker, in de herdgang van Lennisheuvel, ter plaatse genoemd Boseijnde
* akker, ook daar, tussen de erve van Matthijs Lambert Matthijssen en Lambert Janssen van Haeren
* 1/9e deel van een hooiland, de Dorsinge, ook daar gelegen
* een stuk hei, genoemd Steijnsencamp

Onder last van 2 loopen rogge, 1/4 deel van een dorssel anont hoen (?) aan de Heer van Boxtel, en het 1/3 deel van 5 stuivers,
jaarlijks in een meerdere rente en chijns, volgens de brieven daarvan wesende

De onmondige kinderen van wijlen zoon Jannen en Aeltien Diercx loten (vertegenwoordigd door hun voogden Thijs Lamberts en Michiel Diercx):
* een akker met een graefveldje daar tegenaan gelegen in de herdgang van Lennisheuvel, tussen de erfve Matthijs Lamberts, en de erfven Lambert Ghielen en Anthonis Diercx, strekkend op de Gemeijnstraet
* het 1/9e deel in een hooiland, de Dorsinter
* het 1/3e deel in een stuk hei, genaamd Steijnsencamp
* een 1/2 bueteren (of vueteren?) turfrecht op de gemeijnte van Kempen

Onder last van 1 stuiver chijns aan de Heer van Boxtel en 3 loopen rogge aan Jonckheer Rouckop (?), mits te wegen Anthonis Diercx en Lambert Ghielen voor het graefveldje, en 1/5e part van 5 stuivers jaarlijks, alles volgens de brieven

Anthonis Diercx (Tuenis Diercx, man van Barbara, dochter van Michiel Marten Dielissen) loot:
* een akker, genoemd de Edele (?) Heer met het hoel (?) van de graef, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel, strekkend van de Blockstraet tot op de Gemeijnstraet
* een weiland tussen Lambert Ghielen en Matthijs Lamberts
* het 1/9e deel van een hooiland, de Dorsinge
* het 1/3e deel in een stuk hei, genaamd Steijnsencamp
* een 1/2 buyteren turfrecht van Martten Dielis op de gemeijnte van Kempen

Onder last van 1 stuiver chijns aan de Heer van Boxtel, 3 loopen rogge aan de Joncheer Rouckop en het 1/3e deel van 5 stuivers, jaarlijks, als volgens de brieven.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl.136r, 136v, 137r, 137v scan 140-141-142]
V. Geertruyt Marten (Truijken) Dielissen. Truijken is overleden na vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
VI. Merijken Marten Dielissen. Merijken is overleden na vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Merijken trouwde met Corstiaan Jan van Roij. Corstiaan is overleden na vrijdag 11 februari 1650.
Notitie bij Corstiaan: Van Roij komt van Van Sint-Oedenrode.
VII. Barbara Marten Dielissen. Barbara is overleden na vrijdag 11 februari 1650.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Barbara trouwde met Henrick Herberts. Henrick is overleden na vrijdag 11 februari 1650.
aegidii_aegidius_martini__rk_gedoopt_op_13_april_1612__zoon_van_aegidius_martini_en_heijlwigis_-_boxtel_-_rk_doopboek_inv._1_bl._9r.jpg dielissen_dielis_martens__en_gijsselken_peeter_henrick_jans__hun_onmondige_kinderen_kopen_via_hun_voogden_een_akker_in_lennisheuvel_op_28_april_1651_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_bl_4l_scan_218.jpg dielissen_dielis_martens__en_gijsselken_peeter_henrick_jans__hun_onmondige_kinderen_kopen_via_hun_voogden_een_akker_in_lennisheuvel_op_28_april_1651_-_boxtel_-_schepenbank_inv._97_bl_4r_scan_218.jpg dielissen_dielis_marten__de_erven_van_zijn_kinderen_liggen_in_de_baronie_van_boxtel__onder_lennisbroek_in_de_bonghstraat_-_bij_een_verkoop_op_12_dec._1671_-__boxtel_-_schepenbank_inv._103_f._29r.jpg
686 Aegidii Aegidius Martini, RK gedoopt op 13 april 1612, zoon van Aegidius Martini en Heijlwigis - Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 9r
687 Dielissen Dielis Martens, en Gijsselken Peeter Henrick Jans, hun onmondige kinderen kopen via hun voogden een akker in Lennisheuvel op 28 april 1651 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 Bl 4L scan 218
688 Dielissen Dielis Martens, en Gijsselken Peeter Henrick Jans, hun onmondige kinderen kopen via hun voogden een akker in Lennisheuvel op 28 april 1651 - Boxtel - Schepenbank Inv. 97 Bl 4R scan 218
689 Dielissen Dielis Marten, de erven van zijn kinderen liggen in de Baronie van Boxtel, onder Lennisbroek in de Bonghstraat - bij een verkoop op 12 dec. 1671 - Boxtel - Schepenbank Inv. 103 f. 29r
VIII. Dielis Marten Dielissen (afb. 686 t/m 689). Hij is gedoopt op vrijdag 13 april 1612 in Boxtel [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 1 Bl. 9r]. Bij de doop van Dielis waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Egidii en Maria Vr. van Henricus Henrici.
Notitie bij de geboorte van Dielis: De maand en jaar zijn niet zeker. De doop ligt tussen 3 oktober 1611 en 1 mei 1612. Er lijkt een blad tussenuit te zijn. Hiervoor en hierna zijn alle dopen vermeld per maand. Daarom hier aangenomen dat het om de maand voor mei 1612 gaat, dus april 1612.
Egidius is de Latijnse naam voor Dielis.
Joannes Egidii is te lezen als Dielissen, een broer van Martinus.
Dielis is overleden vóór zaterdag 12 december 1671, ten hoogste 59 jaar oud.
Erfdeling:
09-02-1650     Samenvatting:
----------------

Erfelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen van wijlen Marten Dielis

Jan, Lambert, Willem en Dielis, gebroederen, zonen wijlen Marten Dielissen en wijlen Heijlken dochter wijlen Michiels In den Arrent.

Arien Ariens, man van Geertruyt
Corstiaen Jan van Roy, man van Merijken
Henrick Herberts, man van Barbara
Alle dochteren wijlen Marten en Heijlken

Lambert soone wijlen Michiel, ook soone wijlen Marten en Heijlken
Anthonis Dierck Michiels, man van Barbara, dochtere Michiel
Lambert Michiels en Anthonis Diercx voor de onmondige kinderen van wijlen Jan, soone Michiel

zijn gekomen tot erfelijke scheiding en deling van erfgoederen, hun deijlderen van voorsegde hunne ouders aanbestorven en achtergebleven.

Jan is met het 1e lootje ten deel gevallen:
=========================
* een stuk akkerland, gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Willem Martens (=de zoon) hiertegen afgedeeld en Aert Jan Wouters met meer andere,
strekkend van erfve Henrick Herberts (=man van dochter Barbara) tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* het 1/5e deel in een stuk hooiland, genaamd de Wors, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve Tafele der H. Geest met meer andere, en de rivier daar voorbij vlietende,
strekkende de erfve Wouter Matijssen tot op erfve Jenneke, weduwe Jan Schellekens met meer andere scherp uit
* het 1/5e deel van een hooiweide, met een heiken daaraan gelegen, met Dijck daartoe comende, genoemd De Sweelders,
tussen erfve het geheel van Jan Ariens en Willem Huijberts met meer andere,
strekkende erfve Jan Craens met meer andere tot op erfve Heeren Barons van Boxtel

Onder laste van te betaelen 10 guldens eens en 3 looten in de weij gerecht


Lambert Martens is te loote en te deele gevallen:
=============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel.
tussen erfve Michiel Willems van den Broeck met meer andere, en Herbert Herberts voorsegd (= man van dochter Barbara) hiertegens afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot op erfve Adriaen Adams
* het 1/5e gedeelte in een voorsegd hooiveld, genoemd de Wors en Sweelders als bovengenoemd
Onder last van 15 gulden eens te betaelen,
als voor

Willem Martens is te loote en te deele gevallen:
============================
* een stuk akkerland, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen Arien Adriens met meer andere, en Jan Martens voorsegd (= de zoon) hiertegens afgedeeld,
strekkende van de erfve Anthonis Jan Jaspers tot op erfve Herbert Herberts hier afgedeeld (= man van dochter Barbara)
* een stuk akkerland, gemeijnlijcken genoemd Het Hoefken, ter plaatse voorsegd gelegen,
tussen erfve Aert Jan Wouters en Willem Huijberts met meer andere, Corstiaen Janssen hiertegen afgedeeld,
strekkende op de Gemeijnstraete metten anderen eijnde (met een aantal doorhalingen en een bijschrijving in de marge, wat vreemde zin)
* 36 guldens eens te ontvangen
* het 1/5e deel in bovengeschreven hooibeemd, genaamd de Wors en Sweelders als boven
Onder last van 10 guldens eens.
Als voor.

Dielis Martens is te loote en te deele gevallen:
============================

* huis, hofstad, hof en aangelegen erfenisse, alles gestaan en gelegen binnen de Baronie van Boxtel in de hertganck van Lennisheuvel in de Bongstraete,
tussen erfve Marten Peeters en Henrick Gerart Fransen,
strekkende van We. daer achter aan liggende tot op de Gemeijnstrate
* een stuk akkerland, ter plaatse voorschreven, genoemd het Bong akkerken,
tussen erfve Faes Willem Faessen en voorts rontomme in de hooiweide
* het 1/3e deel van een hooiweide,
de gehele hooiweide ter plekke voorsegd,
gelegen tussen erfve Jacob Gerart Fransse met meer andere, en Faes Willem Faessen,
strekkende van erfve Heeren Barons tot op het voorsegde aengelach ( ?) met meer andere
Onder laste van aen de gelijcke te betalen de somme van 95 carolus guldens eens.

Arien Ariens (= man van dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
============================================
* huijs, hofstad, hof en aangelegen erfenisse,
alle gestaen en gelegen binnen dese Baronie van Boxtel, in de hertgangck van Lennisheuvel,
tussen de Gemeijnstraete en de kinderen Cornelis Geverts,
strekkende van de erfve Anthonis Henricx tot op de erfve Lambert Janssen met meer andere
* 1/3e deel van een weide bovengeschreven loote gereen genoot
Onder last van daer uit te vergelden 2 loopen rogge aan de Tafele der Heiligen Geest alhier.
Item aan de gelijke te betalen de somme van 250 guldens.

Corstiaen Janssen ten behoeve van zijn huisvrouw te loote en te deele (= dochter Merijken) is gevallen:
============================================
* een stuk akkerland, genoempt Roelen akker, gelegen in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Henrick Renricx van der Laerschot en de Gemeijnstraete,
strekkende van Michiel Willems van den Broek tot op erfve Anthonis Jan Jaspers
* een stuk akkerland, genoempt het Hopveld, gelegen in de hertganck voorschreven,
tussen erfve der weduwe Adams Adriaenssen en Willem Martens (= zoon) hiertegen afgedeeld,
strekkende van erfve Jan Quinten tot op de Gemeijnstraete
* het 1/5e deel in een beempt Den Wors en Sweelders, als voor
Onder last van 10 guldens eens te betaelen voort.

Henrick Herberts ten behoeve van zijn huisvrouw voorschreven (= dochter Barbara) is te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Martens (= zoon) hiertegens afgedeeld en Jan Martens cum suis (= zoon) hiertegens ook afgedeeld,
strekkende van erfve Goyaert Jan Matijssen tot met een hoek schep op uit erfve Aert Jan Wouters
* het 1/5e deel in een hooiweide met hei, genoempt De Sweelders en een hooibeemd, genoemd De Wors als voor
Onder last 10 guldens te betaelen eens
Als voor.

Voor de kinderen en kindskinderen van wijlen Michiel Martens te loote en te deele gevallen:
=============================================
* een stuk akkerland, den Schuerakker, in de hertganck van Lennisheuvel,
tussen erfve Lambert Janssen Conincx en de Gemeijnstraete,
strekkende van erfve Aert Janssen Wouters tot op erfve Arien Ariens voorschreven (= man van dochter Geertruyt) hiertegens afgedeeld
Onder last van te draegen den halven wech op de misse en dan voorts heel.
* 1/3e deel van een weij, in de loote van Dielis voorschreven genoemd
* het 1/3 deel van 50 gulden



Op alle welke goederen het delinge recht hen deijlderen competerende in enige brieven, instrumenten of munimenten daer van mentioneren of spiecken hebben zij de ene tot behoeve des anders helmelinghe vertegen met manieren inne dier gewoonlijk sijnde.
Geloovende (=Belovende) onder verband van henne respectieve personen ende goeden, present en toecomende,
deze voorschreven erfelijke scheiding en deling
met L. vertijden altijd te houden voor goed vast, stedich en van waarde en of daar aan of dange van parcelen hun deijlderen als voor te loote en te deele egen allen met wegen van recht werden ontwaert of dat er enigen andere commer op quaeme meer dan sij malcanderen hetzelfde zullen lijden en naar behoren dat ook eenieder zal moeten lijden en de wegens de chijnsen an hetgene daaraan zij verpanden is hebben, midts voor iederen stuiver genietende 3 guldens op den heeren daar van men geene minste hebben moeten aannemen ten prijse als voor dat ook de voorsegde dochteressen sullen moeten wegen ten naesten velde en minsten aen lijden alle wegen van recht.

Actum den 9e februari 1650
Getuigen: Ter Aa en (Peter Cornelis) Seumeren, schepenen.

Kantlijn: # schader (?)

Onder de akte:
# Item is geconditioneert dat Jan Martens en Hendrick Herberts de erfve van Willem Martens moeten wegen half half


Toelichting:
------------
Het gezin kende (in ieder geval) 5 zonen en 3 dochters. Zoon Michiel is overleden. Die had 3 kinderen, waarvan Jan overleden is. Hij laat wel onmondige kinderen na.

Alle goederen zijn gelegen onder Lennisheuvel.

De kinderen Willem, Lambert, Jan, Barbara (man Herbert Herberts) en Geertruyt (man Arien Ariens) hebben grond grenzend aan de genoemde percelen.

Er zijn 2 hoeven genoemd. Over de plaats waar zij stonden:

1. In de Bongstraat (voor Dielis Martens): die staat op de kadasterkaart van 1811-1832 op sectie F Blad 01 Lennisheuvel met panden op perceel 438 en 469.
De Bongstraat maakt anno 2024 deel uit van de straat Lennisheuvel, tussen de kruising Hole Eik/Arme Hoefstraat en naar het noorden toe, tot waarschijnlijk kruising Bossche (op sectie E01, Klein Liempde)

2. Tussen de Gemeijnstraet (=Gemeentestraat, of straat langs de Gemeijnte, de gemeenschappelijke grond?) en grond van Cornelis Geverts. Die kan ik zo niet plaatsen op de kaart.

Ten noorden van de Bongstraat ligt De Zweelders. Hierboven meerdere keren genoemd als hooiweide De Wors en Sweelders.
Het Hoefke kom ik tegen op Sectie G01, aan de westkant.

Ook genoemd zijn: Roelen akker, en het Hopveld. Die heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 F. 98r t/m 104r Scan 103 t/m 110]
Koop:
28-04-1651     Samenvatting:
========

De onmondige kinderen van Dielis Marten Dielissen en Gijsselken Peeter Henrick Jans, vertegenwoordigd door Cornelis Jan Goossen en Arien Ariaensse Stoopen, geassisteert met Dielissen, voorsegden ombejaerde vader,

lossen met penningen de verkoop door hun oom Lambert Marten Dielissen aan Mathijs Jan Mathijssen van een akker in de hertganck van Lennisheuvel,
op basis van naderschap (=het recht van familie om een verkoop teniet te doen, en over te kopen)

Toelichting:
-------------
De kinderen zijn van Elisabeth, gedoopt 1638, tot Cornelius, gedoopt 1644 nog niet volwassen. In hun naam kopen de voogden de akker, die eerst door hun oom verkocht is, over op basis van het recht van naderschap.

Hun vader is er ook bij. Waarschijnlijk is hun moeder overleden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 Bl 4*L en 4*R Scan 218]
Verkoop:
21-07-1651     Anthonis Dierckx van de Sande, als man en momboir van zijn huisvrouw Barbara dochtere Michiel Marttens, draagt over 1/3e deel van een akker, gelegen binnen de herdgang van Lennisheuvel,
tussen de erve Lambert Janssen Co...x met meer andere,
en de Gemeijnstraet,
strekkende van de erve Arien Ariens tot op de erve Aert Jan Wouters.

Item 1/3e gedeelte in een weiland ter plaatse genoemd (de herdgang van Lennisheuvel), Dielis Martten Dielis aan beide zijden,
tot op de erve der kinderen Willem Faessen.

En heeft hij deze wettelijk overgedragen en verkocht aan Aeltjen, dochtere Dierck Michielssen vande Sande.

Toelichting:
------------
Dielis Martten Dielis is hier genoemd. Hij is waarschijnlijk een oom van Barbara, dochter van Michiel Martten Dielis.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 F. 8v]
12-12-1671     Op 12 december 1671 verkoopt Hendrick van Bleeck een hooi- of weiland, gelegen binnen de Baronie onder Lennisheuvel in de Bonghstraat,
tussen de erve van de kinderen Dielis Marten Dielissen aan beide zijden,
strekkende van de erve Servaes Willem Servaessen cum suis,
tot op de erve van de weduwe Arien Arien Stoops, enz.


Toelichting:
-------------
Lennisheuvel bestaat anno 2024 nog steeds, als een kerkdorp in het zuiden van de gemeente Boxtel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 102 f. 29r]
Dielis trouwde met Gijsberta Peeter Henrick (Gijsselken) Jans.
Koop:
28-04-1651     Samenvatting:
========

De onmondige kinderen van Dielis Marten Dielissen en Gijsselken Peeter Henrick Jans, vertegenwoordigd door Cornelis Jan Goossen en Arien Ariaensse Stoopen, geassisteert met Dielissen, voorsegden ombejaerde vader,

lossen met penningen de verkoop door hun oom Lambert Marten Dielissen aan Mathijs Jan Mathijssen van een akker in de hertganck van Lennisheuvel,
op basis van naderschap (=het recht van familie om een verkoop teniet te doen, en over te kopen)

Toelichting:
-------------
De kinderen zijn van Elisabeth, gedoopt 1638, tot Cornelius, gedoopt 1644 nog niet volwassen. In hun naam kopen de voogden de akker, die eerst door hun oom verkocht is, over op basis van het recht van naderschap.

Hun vader is er ook bij. Waarschijnlijk is hun moeder overleden.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 97 Bl 4*L en 4*R Scan 218]
1970 Willem Elias.
Kinderen van Willem uit onbekende relatie:
I. Aleijdis Willem (Aelken, Aleken, Aeltien) Elias (zie 985).
II. Gerit Willem (Geraert) Elias.
Koop:
04-04-1659     Gerit Willem Elias verkoopt aan Lambert Marten Dielissen
een stuk akkerland genoemd de Corte Streepen, gelegen te Boxtel onder
Tongeren,
belendend de weduwe van Arien van Berendonck, de
verkoper zelf, de gemeijnte van Zelissel.

De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van 5 gulden aan Willem Dierck Rutten aflosbaar met 100 gulden, over te nemen met een vervallen en de lopende termijn, nog 2 stuivers chijns aan de heer van Boxtel.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 99 F. 167r]
Verkoop:
21-04-1653     Samenvatting:
-----------------

Geraert Willem Elias,
Lambert Martten Dielissen, als man en momboir van Aeltien Willem Elias,
lossen door de wettelijke verkoop aan Jan Jacobsen,
de 3 gulden jaarlijks,
als hiervoor Claes Driessen, heeft geheven uit huys, hof en aengelegen erfenissen met landerijen in de herdgang van Gemonde,
voor desen toebehoort aan Peeter Peeters en na hem Jenneken zijn dochter,

welke 3 gulden jaarlijks de Tafel van de Heilige Geest van de proggie (=parochie) van Gemonde tegenwoordig heft.
  [bron: Boxtel - Schepenbank Inv. 98 Bl. 124v en 125r]
Getuige bij:
24-06-1636     doop Adriaen Lamberts Martini Dielissen van der Meijs (1636-1719) [zie 984,VI]    [oom moederszijde]   [bron: Boxtel - RK Doopboek Inv. 3 Bl. 1r]

Generatie 12 (stamovergrootouders)

meren_cornelis_peter_cornelis_jan__verklaart_op_12_aug._1567__schuldig_te_zijn_4_gulden_erfchijns_aan_cornelis__wijlen_peter_peter_wagemaeckers_zoon_met_2_onderpanden_te_ulvenhout_-_ginneken_r683_f192.jpg meren_cornelis_peter_cornelis_jan__verklaart_op_12_aug._1567__schuldig_te_zijn_4_gulden_erfchijns_aan_cornelis__wijlen_peter_peter_wagemaeckers_zoon_met_2_onderpanden_te_ulvenhout_-_ginneken_r683_f193.jpg
690 Meren Cornelis Peter Cornelis Jan, verklaart op 12 aug. 1567, schuldig te zijn 4 gulden erfchijns aan Cornelis, wijlen Peter Peter Wagemaeckers zoon met 2 onderpanden te Ulvenhout - Ginneken R683 f192
691 Meren Cornelis Peter Cornelis Jan, verklaart op 12 aug. 1567, schuldig te zijn 4 gulden erfchijns aan Cornelis, wijlen Peter Peter Wagemaeckers zoon met 2 onderpanden te Ulvenhout - Ginneken R683 f193
2048 Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren (afb. 690, 691 en 594), geboren na dinsdag 9 november 1535.
Notitie bij de geboorte van Cornelis: Op 9 november 1560 was hij nog onbejaerd. Dan was hij nog geen 25 jaar. Teruggerekend moet hij geboren zijn na 1535 en voor 9 november 1560
Cornelis is overleden na dinsdag 12 augustus 1567 [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192].
Notitie bij overlijden van Cornelis: Cornelis is aanwezig bij de akte van 1567. Op 16 april 1610 lossen zijn kinderen de vestbrief af. Voor die tijd is hij overleden.
Vestbrief:
12-08-1567     Samenvatting:

Cornelis Peter Cornelis Jan Meren verklaart op 12 augustus 1567
voor de schepenen van Ginneken
jaarlijks op Lichtmis (2 februari)
uit te reiken aan de broers Wouter en Peter zonen van wijlen Peter Peter Wagemaeckers tot behoef van hun broer Cornelis
4 Karolus guldens erfchijns.

Als onderpand geeft hij dit land. Hij heeft het gekocht van de zonen en dochters van Peter Peter Wagemaeckers op 12 mei 1562 volgens de schepenbrief van Ginneken.
Het is 4 1/2 bunder groot, hei en wei, en ligt te Ulvenhout, aan het einde van het Buijsbosch.
Ten oosten ligt land van wijlen Cornelis Laureijs Meren zoons weduwe en kinderen. (Waarschijnlijk is dit Cornelis Laureijs Jan Bouden Meren)
Ten zuiden en westen ligt land van Cornelis zelf.
Ten noorden ligt ’s Heeren straat.

Als onderpand geeft Cornelis nog een stuk land, ook 4 1/2 bunder groot.

Cornelis belooft al het goed netjes te onderhouden, de 4 Karolus gulden jaarlijks te betalen, onder de voorwaarde dat voor 50 Karolus guldens de erfchijns te lossen is.

Het is mij niet duidelijk waarom de 2 broers de erfchijns uitgereikt zullen krijgen, en niet hun broer Cornelis zelf.

Op 16 april 1610 blijkt uit een bijschrift, dat dat laatste dan pas gebeurt.
Dan verklaren zijn kleinzoons Andries en Denys Peter Cornelis Meren dat zij de 4 karolus gulden zullen betalen namens de kinderen van wijlen hun broer Peter , en dat de brief gelost is, ofwel zij hebben de 50 karolus gulden betaald, op de secretarie van Breda (ofwel Stadserf, aan de Markt).



De tekst van het bijschrift heb ik apart opgenomen.

----------------------------------------------------------------------------------------------

Ghijsbrecht Jan Jacops zone ende Jan Jan Lips zone, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis Peter Cornelis Jan Meren
kende ende lijde dat hij Rechter erfvoirwaerde schuldich is jaerlycx te gelden ende uijt te reijcken
Wouteren ende Peteren, gebroederen, wijlen Peter Peters Wagemaeckers zoons zone, tot behoef van Cornelissen, des voirschreven wijlen Peter Peter Wagemaeckers zoons zone, honne brueder,
  [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192]
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wjlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4 ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f 278]
16-04-1610     Bijschrift bij vestbrief van 12 augustus 1567 van Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren:

Peeter Wouter Peeter Wagemaeckers zone heeft verclaert ende bekent dat

Andries Cornelis Peeter Meeren zone voor hem selven, ende
Denys Cornelis Peeter Meeren zone als voicht ende in den name van achtergebleven kynderen wijlen Peeter Cornelis Peeter Meeren, sijnen broeder,
was hem wettelijck afgelost ende gequeten hebben de 4 karolus guldens t jaers erfchijns in desen brieve begrepen,
ende dat hem de lospenningen met alle verschenen chijnsen der selver 4 karolus guldens deugdelijck voldaen ende betaelt zijn.

Alsoo dat desen brieve . geheel doot ende te niet is.

Actum den 16e april 1610 in presentie van Niclaes Williaerts ende Daniel Buycx, clercken in de Secretarye tot Breda als getuygen ende van mij, J. Dyrven.

---------------------------------------------------------------------------------------
In de secretarie van Breda komen Andries en Denys. De laatste uit naam van de kinderen van zijn overleden broer Peter.
Ze verklaren de jaarlijkse erfchijns betaald te hebben en lospenningen om de vestbrief dood te kunnen verklaren.

Het land waar het om gaat moet ik nog ontcijferen uit de lastig te lezen vestbrief van 1567.
  [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192 bijschrift op 16 april 1610]
Kinderen van Cornelis uit onbekende relatie:
I. Andries Cornelis Peeter Meeren.
Vestbrief:
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f 278]
16-04-1610     Bijschrift bij vestbrief van 12 augustus 1567 van Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren:

Peeter Wouter Peeter Wagemaeckers zone heeft verclaert ende bekent dat

Andries Cornelis Peeter Meeren zone voor hem selven, ende
Denys Cornelis Peeter Meeren zone als voicht ende in den name van achtergebleven kynderen wijlen Peeter Cornelis Peeter Meeren, sijnen broeder,
was hem wettelijck afgelost ende gequeten hebben de 4 karolus guldens t jaers erfchijns in desen brieve begrepen,
ende dat hem de lospenningen met alle verschenen chijnsen der selver 4 karolus guldens deugdelijck voldaen ende betaelt zijn.

Alsoo dat desen brieve . geheel doot ende te niet is.

Actum den 16e april 1610 in presentie van Niclaes Williaerts ende Daniel Buycx, clercken in de Secretarye tot Breda als getuygen ende van mij, J. Dyrven.

---------------------------------------------------------------------------------------
In de secretarie van Breda komen Andries en Denys. De laatste uit naam van de kinderen van zijn overleden broer Peter.
Ze verklaren de jaarlijkse erfchijns betaald te hebben en lospenningen om de vestbrief dood te kunnen verklaren.

Het land waar het om gaat moet ik nog ontcijferen uit de lastig te lezen vestbrief van 1567.
  [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192 bijschrift op 16 april 1610]
II. Peeter Cornelis Peeter Meeren. Peeter is overleden vóór maandag 5 april 1604.
Vestbrief:
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f 278]
16-04-1610     Bijschrift bij vestbrief van 12 augustus 1567 van Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren:

Peeter Wouter Peeter Wagemaeckers zone heeft verclaert ende bekent dat

Andries Cornelis Peeter Meeren zone voor hem selven, ende
Denys Cornelis Peeter Meeren zone als voicht ende in den name van achtergebleven kynderen wijlen Peeter Cornelis Peeter Meeren, sijnen broeder,
was hem wettelijck afgelost ende gequeten hebben de 4 karolus guldens t jaers erfchijns in desen brieve begrepen,
ende dat hem de lospenningen met alle verschenen chijnsen der selver 4 karolus guldens deugdelijck voldaen ende betaelt zijn.

Alsoo dat desen brieve . geheel doot ende te niet is.

Actum den 16e april 1610 in presentie van Niclaes Williaerts ende Daniel Buycx, clercken in de Secretarye tot Breda als getuygen ende van mij, J. Dyrven.

---------------------------------------------------------------------------------------
In de secretarie van Breda komen Andries en Denys. De laatste uit naam van de kinderen van zijn overleden broer Peter.
Ze verklaren de jaarlijkse erfchijns betaald te hebben en lospenningen om de vestbrief dood te kunnen verklaren.

Het land waar het om gaat moet ik nog ontcijferen uit de lastig te lezen vestbrief van 1567.
  [bron: Ginneken 1564-1568 R683 f192 bijschrift op 16 april 1610]
III. Denis Cornelis Peter Meeren, gedoopt in 1555 (zie 1024).
2050 Cornelis Jan Cornelis Mertens, geboren [bron: BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50]. Cornelis is overleden vóór donderdag 5 september 1602 [bron: BHIC Legger van cijnzen Ginneken en Bavel 1634-1698 inv 91 - 118 blad 39 scanpag.50].
Notitie bij overlijden van Cornelis: in de cijnsakte staat dat het erf met de huijsinge van wijlen Cornelis Jan Cornelis Martens geweeset is. Zeer waarschijnlijk woont zij in het ouderlijk huis.
Kinderen van Cornelis uit onbekende relatie:
I. Odelia Cornelis Jan (Delie) Mertens (zie 1025).
mertens_jacopmijne_cornelis_jan__en_haar_man_gijsbrecht_henricx_van_strijp__borduurwerker__op_29_mrt_1602_gaan_voor_de_100_gulden_schuld__eiken_bij_de_leegen_eikberch_in_bavel_verkopen-_breda_501-49r.jpg mertens_jacopmijne_cornelis_jan__en_haar_man_gijsbrecht_henricx_van_strijp__borduurwerker__op_29_mrt_1602_gaan_voor_de_100_gulden_schuld__eiken_bij_de_leegen_eikberch_in_bavel_verkopen-_breda_501-49v.jpg mertens_jacopmijne_cornelis_jan__huisvrouw_van_ghijsbrecht_henricx_verstrijp_verklaart_de_105_gulden_ontvangen_te_hebben_van_laureijs_wolfaert_jans_op_30_dec._1604-_breda_501_f_138r_bijschrift.jpg verstrijp_ghijsbrecht_henricx__verkoop_de_hofstad__den_haenscorst_aan_de_haechdijck_te_breda__aan_laureijs_wolfaert_jans_op_25_januari_1602_-_breda_vestbrieven_501_-_f._137r.jpg verstrijp_ghijsbrecht_henricx__verkoop_de_hofstad__den_haenscorst_aan_de_haechdijck_te_breda__aan_laureijs_wolfaert_jans_op_25_januari_1602_-_breda_vestbrieven_501_-_f._137v.jpg verstrijp_ghijsbrecht__heeft_tegoed_van_laureijs_wolfaert_jans_105_gulden_voor_de_verkoop_van_de_hofstad_met_hove_ende_erve_op_de_haechdijck_in_breda_op_25_januari_1602_-_vestbrieven_501_f_138r.jpg
692 Mertens Jacopmijne Cornelis Jan, en haar man Gijsbrecht Henricx van Strijp, borduurwerker, op 29 mrt 1602 gaan voor de 100 gulden schuld, eiken bij de Leegen Eikberch in Bavel verkopen- Breda 501-49r
693 Mertens Jacopmijne Cornelis Jan, en haar man Gijsbrecht Henricx van Strijp, borduurwerker, op 29 mrt 1602 gaan voor de 100 gulden schuld, eiken bij de Leegen Eikberch in Bavel verkopen- Breda 501-49v
694 Mertens Jacopmijne Cornelis Jan, huisvrouw van Ghijsbrecht Henricx Verstrijp verklaart de 105 gulden ontvangen te hebben van Laureijs Wolfaert Jans op 30 dec. 1604- Breda 501 f 138r Bijschrift
695 Verstrijp Ghijsbrecht Henricx, verkoop de hofstad, den Haenscorst aan de Haechdijck te Breda, aan Laureijs Wolfaert Jans op 25 januari 1602 - Breda Vestbrieven 501 - f. 137r
696 Verstrijp Ghijsbrecht Henricx, verkoop de hofstad, den Haenscorst aan de Haechdijck te Breda, aan Laureijs Wolfaert Jans op 25 januari 1602 - Breda Vestbrieven 501 - f. 137v
697 Verstrijp Ghijsbrecht, heeft tegoed van Laureijs Wolfaert Jans 105 gulden voor de verkoop van de hofstad met hove ende erve op de Haechdijck in Breda op 25 januari 1602 - Vestbrieven 501 f 138r
II. Jacopmijntken Cornelis Jan Mertens (afb. 692 t/m 694), geboren [bron: Notarieel Breda - Notaris Dyrven 1622 - N26, folio 90 (voorheen Rechterlijk archief N1133)]. Jacopmijntken is overleden na dinsdag 21 juni 1622.
Adres:
21-06-1622     ’s Gravenhage   [bron: Notarieel Breda - Notaris Dyrven 1622 - N26, folio 90 (voorheen Rechterlijk archief N1133)]
Akte:
21-06-1622     Peeter, wonend onder Bavel, huurt zaai- en weiland onder Ginneken tot Bavel van Jacomijntken Cornelis Jan Martens (zij woont in ’s Gravenhage) voor 8 jaar voor 27 Rijns guldens per jaar   [bron: Notarieel Breda - Notaris Dyrven 1622 - N26, folio 90 (voorheen Rechterlijk archief N1133)]
Deling van goederen:
15-09-1602     -
Quam Delie Cornelis Jan Mertens dochter,
met Denys Cornelis Peeter Meren, heuren man ende voight in den parthye,
ende Jacopmijne Cornelis Jan Mertens dochter, met Gijsbrecht Henricx zone Verstrijp, heuren man ende voight in de andere.

Verclaerden ende bekenden midts desen van ende aengaende de stede ende erfenissen bij hen ouders achtergelaten ten geschijden ende gedeelt te sijn in manieren naebeschreven.

Dat is te weten dat de voorgenoemde Delie Cornelis Jan Mertens dochter metten voorschreven Denysen, heuren man ende voight, bevallen en de gedeelt is op te

huysinge, schuere, backhuys, hovinge ende alle erfenisse met alle hare toebehoorte ende metten erven daer aen liggende , soo onder lants als weijde houdende, tesamen omtrent anderhalft buynder oft seven quaert buynders, gestaen ende gelegen op ten Leegen Eijckberch tot Bavel.

Item noch op t heijvelt genaempt Schoutethsheijninge, groot omtrent een buynder, gelegen tusschen Chaem ende den Aert,
Daer op de voorschreven Delie jaerlicx uijtreijcken sal moeten 6 karolus gulden t stuck . t jaers den erfgenamen Adriaen Aertsen van Heel.
Noch eener karolus gulden ende 15 stuyvers t sjaers Matheeus Matheeus Claessen erfgenamen.
Noch 30 stuyvers t sjaers Geert Cornelissen.

Item noch is de voorgenoemde Delie gedeelt op te helft aen de westzijde naest de Bavelse Kercke van een stuck lants, groot in t geheel 5 loopensaet, gelegen tot Bavel op de acker aen Leegen Wech.
Daer op jaerlycx uijt gaat de helft van 3 veertelen rogs erfpachts de Tafele Heijliche Geests tot Bavel.

Ende noch op te helft aen de westzijde van de Bosschen ende de helft van de stuck lants daer neven liggende, oock aen de westzjde daer van den zijde 20 voeten langs door den acker.
Mede sal moeten wesen van deze helft daer op dese parthije jaerlicx uijtreijcken 2 veertelen erfpachts der Tafele Heiliche Geests bynnen Breda.

Item noch is de voornoemde Delie bevallen ende gedeelt op t stuck genaempt Deeschot, groot 2 buynder, tusschen Lijndonck ende den Bolberch gelegen.
Daer op zij jaerlicx zal moeten uijtreijcken 3 veertelen rogs erfpachts der Tafele Geiliche Geests van Bavel.
Ende noch 5 Rijns gulden ende 14 stuyvers die Adriaen Jan Naggers heffende is.


Ende hier tegens is de voorgenoemde Jacopmijne metten voorschreven Gijsbrecht, heuren man ende voight, bevallen ende gedeelt op te 3 parcheelen erfs, soo onder lant als weijde, houdende te samen omtrent anderhalft buynder oft zeven quaert, gelegen tegen de huysinghe voorschreven, aen de oostzijde over de waterlaet aldaer, welcken waterlaet de voorschreven parthijen halft ende halft sullen onderhouden.

De 3 voorschreven parcheelen, genamept de Vilbraeck, vrij wesende.

Item is de voorschreven Jacopmijne noch gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van t stuck lants groot in t geheel omtrent 5 loopensaet bovengeruert.
Daer op de voorschreven Jacopmijne jaerlycx uytreijcken sal moeten de wederhelft der 3 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Bavel heffende, gelegen tot Bavel op de acker aen den Leegen Wech voorschreven.

Ende noch is sij gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van een stuck bosch ende lants, groot in t geheel omtrent 5 loopensaet met 20 voeten breeder oft meede als de wederhelft van den voorschreven stuck lants is soo bovengeschreven staet.
Belast wesende met 2 veertelen rogs erfpachts in mindernisse van de 4 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Breda daerop is heffende, ende
elck metten gerechten heeren chijns.

Ende het is voorwaert dat enichlyck van de voorschreven parthijen sijn cavel sal aenvaerden 8 daegen nae Bamisse nu naestcomende anno 1602 sonder enige huere, alsoo de hueren van voorschreven goeden als dan vervallen tusschen de voorschreven parthijen afgerekent zijn (ofwel Delie huurde de stede en misschien ook ander percelen).

Is noch voorwaert dat de voorschreven goeden pant medepandt ende bijpant blijven sullen daer se met recht schuldich sijn etc.

Ende het is voorwaert dat eenyegel van de voorschreven parthijen van de rogpachten ende renten hen aengenoempt, sijnde voorschreven, sal moeten betalen de pachten ende chijnsen die daer af alnu tegenwoordelen sijn loopende sonder meer.

Ende gelovende voorschreven parthijen elck den commer hem aengenoempt zijnde voorschreven, jaerlycs vuegen ende manieren dat de een voor des anders commers nyet gemaent, gemaeyt, belast noch beschadicht en sal worden in eniger manieren.

Verbyndende daer voor de naementlyck ende speciael de erfgoeden daer elck op gedeelt is voorschreven ende voorts generael hen selven ende alle honne goeden, ruerende ende onruerende putra et futura.

Ende in der manieren bovengeschreven bedanckten hen de parthijen voorgenoemd goede scheijdinghe ende der deelinghe van de goeden voorschreven.

Vennichurende (?) ende verthyende midts desen de een op des anders gedeelt zoo dat behoort zonder argelist.

Actum ut supra (15 september 1602)
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f246v en 247r]
Schuldbekentenis:
29-03-1602     -
Jacopmijne Cornelis Jan Mertens, en haar man Gijsbrecht Henricx van Strijp, borduerwecrker,
geassisteerd met Adriaen Dyrven, haar gekozen voogd in dese zaak,

verklaren 100 gulden schuld te hebben bij Jan Adriaen Rombout Sgraeuwen.

Ze willen in mindering hierop brengen de verkoop van eiken, staand bij de Leegen Eikberch in BavelBreda 501-49r
  [bron: Breda Vestbrieven 501-49r en v]
Vestbrief:
25-01-1602     -
Ghijsbrecht verkoopt de hofstad, genaamd den Haenscorst, gelegen aan de Haagdijk in Breda aan Laureijs Wolfaerts Jans op 25 januari 1602.

In de daaropvolgende schuldbrief verklaart Laureijs 105 karolus guldens schuldig te zijn.

Bijschrift van 30 december 1604 bij de schuldbrief:

Jacopmijne Cornelis Jan Mertens, huisvrouw van Ghijsbrecht Henricx Verstrijp verklaart de 105 gulden van de schuldbrief ontvangen te hebben van Laureijs Wolfaert Jans op 30 dec. 1604 in de secretarie van Breda, in aanwezigheid van de klerken Jan Naggers en Adriaen van Ghilse en J. Dyrven.
  [bron: Breda Vestbrieven 501 - 137v, 138r en bijschrift]
Jacopmijntken trouwde met Ghijsbrecht Henricx van Strijp (afb. 695 t/m 697). Ghijsbrecht is overleden na donderdag 5 september 1602.
Notitie bij overlijden van Ghijsbrecht: Op 5 september 1602 was Gijsbrecht erbij toen de akte opgemaakt werd. (R686 f 246v). Overleden voor 21-06-1622, in de akte van 1622 is Jacopmijntken weduwe.
Notitie bij Ghijsbrecht: Ook als Verstrijp komt Gijsbrecht voor, bijvoorbeeld in de akte Ginneken R686 f 246v.
Beroep:
29-03-1602     Borduerwercker   [bron: Breda Vestbrieven 501-49r en v]
Deling van goederen:
15-09-1602     -
Quam Delie Cornelis Jan Mertens dochter,
met Denys Cornelis Peeter Meren, heuren man ende voight in den parthye,
ende Jacopmijne Cornelis Jan Mertens dochter, met Gijsbrecht Henricx zone Verstrijp, heuren man ende voight in de andere.

Verclaerden ende bekenden midts desen van ende aengaende de stede ende erfenissen bij hen ouders achtergelaten ten geschijden ende gedeelt te sijn in manieren naebeschreven.

Dat is te weten dat de voorgenoemde Delie Cornelis Jan Mertens dochter metten voorschreven Denysen, heuren man ende voight, bevallen en de gedeelt is op te

huysinge, schuere, backhuys, hovinge ende alle erfenisse met alle hare toebehoorte ende metten erven daer aen liggende , soo onder lants als weijde houdende, tesamen omtrent anderhalft buynder oft seven quaert buynders, gestaen ende gelegen op ten Leegen Eijckberch tot Bavel.

Item noch op t heijvelt genaempt Schoutethsheijninge, groot omtrent een buynder, gelegen tusschen Chaem ende den Aert,
Daer op de voorschreven Delie jaerlicx uijtreijcken sal moeten 6 karolus gulden t stuck . t jaers den erfgenamen Adriaen Aertsen van Heel.
Noch eener karolus gulden ende 15 stuyvers t sjaers Matheeus Matheeus Claessen erfgenamen.
Noch 30 stuyvers t sjaers Geert Cornelissen.

Item noch is de voorgenoemde Delie gedeelt op te helft aen de westzijde naest de Bavelse Kercke van een stuck lants, groot in t geheel 5 loopensaet, gelegen tot Bavel op de acker aen Leegen Wech.
Daer op jaerlycx uijt gaat de helft van 3 veertelen rogs erfpachts de Tafele Heijliche Geests tot Bavel.

Ende noch op te helft aen de westzijde van de Bosschen ende de helft van de stuck lants daer neven liggende, oock aen de westzjde daer van den zijde 20 voeten langs door den acker.
Mede sal moeten wesen van deze helft daer op dese parthije jaerlicx uijtreijcken 2 veertelen erfpachts der Tafele Heiliche Geests bynnen Breda.

Item noch is de voornoemde Delie bevallen ende gedeelt op t stuck genaempt Deeschot, groot 2 buynder, tusschen Lijndonck ende den Bolberch gelegen.
Daer op zij jaerlicx zal moeten uijtreijcken 3 veertelen rogs erfpachts der Tafele Geiliche Geests van Bavel.
Ende noch 5 Rijns gulden ende 14 stuyvers die Adriaen Jan Naggers heffende is.


Ende hier tegens is de voorgenoemde Jacopmijne metten voorschreven Gijsbrecht, heuren man ende voight, bevallen ende gedeelt op te 3 parcheelen erfs, soo onder lant als weijde, houdende te samen omtrent anderhalft buynder oft zeven quaert, gelegen tegen de huysinghe voorschreven, aen de oostzijde over de waterlaet aldaer, welcken waterlaet de voorschreven parthijen halft ende halft sullen onderhouden.

De 3 voorschreven parcheelen, genamept de Vilbraeck, vrij wesende.

Item is de voorschreven Jacopmijne noch gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van t stuck lants groot in t geheel omtrent 5 loopensaet bovengeruert.
Daer op de voorschreven Jacopmijne jaerlycx uytreijcken sal moeten de wederhelft der 3 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Bavel heffende, gelegen tot Bavel op de acker aen den Leegen Wech voorschreven.

Ende noch is sij gedeelt op te helft aen de oostzijde in ende van een stuck bosch ende lants, groot in t geheel omtrent 5 loopensaet met 20 voeten breeder oft meede als de wederhelft van den voorschreven stuck lants is soo bovengeschreven staet.
Belast wesende met 2 veertelen rogs erfpachts in mindernisse van de 4 veertelen rogs erfpachts die de Tafele Heiliche Geests tot Breda daerop is heffende, ende
elck metten gerechten heeren chijns.

Ende het is voorwaert dat enichlyck van de voorschreven parthijen sijn cavel sal aenvaerden 8 daegen nae Bamisse nu naestcomende anno 1602 sonder enige huere, alsoo de hueren van voorschreven goeden als dan vervallen tusschen de voorschreven parthijen afgerekent zijn (ofwel Delie huurde de stede en misschien ook ander percelen).

Is noch voorwaert dat de voorschreven goeden pant medepandt ende bijpant blijven sullen daer se met recht schuldich sijn etc.

Ende het is voorwaert dat eenyegel van de voorschreven parthijen van de rogpachten ende renten hen aengenoempt, sijnde voorschreven, sal moeten betalen de pachten ende chijnsen die daer af alnu tegenwoordelen sijn loopende sonder meer.

Ende gelovende voorschreven parthijen elck den commer hem aengenoempt zijnde voorschreven, jaerlycs vuegen ende manieren dat de een voor des anders commers nyet gemaent, gemaeyt, belast noch beschadicht en sal worden in eniger manieren.

Verbyndende daer voor de naementlyck ende speciael de erfgoeden daer elck op gedeelt is voorschreven ende voorts generael hen selven ende alle honne goeden, ruerende ende onruerende putra et futura.

Ende in der manieren bovengeschreven bedanckten hen de parthijen voorgenoemd goede scheijdinghe ende der deelinghe van de goeden voorschreven.

Vennichurende (?) ende verthyende midts desen de een op des anders gedeelt zoo dat behoort zonder argelist.

Actum ut supra (15 september 1602)
  [bron: Ginneken Vestbrieven R686 f246v en 247r]
Schuldbekentenis:
29-03-1602     -
Jacopmijne Cornelis Jan Mertens, en haar man Gijsbrecht Henricx van Strijp, borduerwecrker,
geassisteerd met Adriaen Dyrven, haar gekozen voogd in dese zaak,

verklaren 100 gulden schuld te hebben bij Jan Adriaen Rombout Sgraeuwen.

Ze willen in mindering hierop brengen de verkoop van eiken, staand bij de Leegen Eikberch in BavelBreda 501-49r
  [bron: Breda Vestbrieven 501-49r en v]
Vestbrief:
25-01-1602     -
Ghijsbrecht verkoopt de hofstad, genaamd den Haenscorst, gelegen aan de Haagdijk in Breda aan Laureijs Wolfaerts Jans op 25 januari 1602.

In de daaropvolgende schuldbrief verklaart Laureijs 105 karolus guldens schuldig te zijn.

Bijschrift van 30 december 1604 bij de schuldbrief:

Jacopmijne Cornelis Jan Mertens, huisvrouw van Ghijsbrecht Henricx Verstrijp verklaart de 105 gulden van de schuldbrief ontvangen te hebben van Laureijs Wolfaert Jans op 30 dec. 1604 in de secretarie van Breda, in aanwezigheid van de klerken Jan Naggers en Adriaen van Ghilse en J. Dyrven.
  [bron: Breda Vestbrieven 501 - 137v, 138r en bijschrift]
3072 Cornelis Oirlemans.
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Kinderen van Cornelis uit onbekende relatie:
I. Adriaenke Cornelis Oirlemans. Adriaenke is overleden vóór dinsdag 5 januari 1588.
Notitie bij overlijden van Adriaenke: Haar man Floris staat in 1588 als weduwnaar, hertrouwd met Magdalena.
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
Adriaenke trouwde vóór dinsdag 6 januari 1568 met Floris Henrick Reijnen. Floris is overleden vóór woensdag 20 maart 1613.
Notitie bij overlijden van Floris: Hij is nog in leven op 26 juli 1608, en is in de akte van 20 maart 1613 als wijlen genoemd.
Floris trouwde later vóór dinsdag 5 januari 1588 met Magdaleen Willem Cornelissen de Pruijser (±1548-1635).
Deling van goederen:
07-12-1635     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 67 f 56r d.d. 7-12-1635.

Wij Ghijsbert Claes Buennen ende Lambert Janssen Rommen, schepenen in Venloon, doen condt eenen ijegelijcken als dat

Jan Floren de jonge ter eenre,

ende de kinderen wijlen Geeridt Jan Geerits verweckt bij Maijken Jan Peter Faessen
ende de kinderen van Hendrick Jan Peter Faessen ter andere zijden,

met malcanderen veraccordeert zijn zijn in deser vuegen,

te weten als dat zij malcanderen nijet meer en sullen quellen en moijen oft molesteren ter causen van de goederen bij wijlen Magdaleen Willemssen ende Jan Peterssen ende Floris Hendrick Reijnen achtergelaeten,

maer bekennen zij de selve wel ende te dancke gedeijlt te hebben, ende daer aff vernueght te zijn.

Scheldende malcanderen daer aff tenemael quijt sonder eenige reserve op malcanderen meer te houden.

Vuijtgenomen 20 gld. capitaels die de voorst. Jan Floris de jonge ten behoeve der kinderen Hendrick Jan Peter Faessen voorst. sal tellen tot lichtmis ierstcomende, metten intrest zedert der doot van de voorst. Magdaleene verschenen.

Ende des toirconden ende etc. 7 december 1635.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 52r]
Testament:
van 05-01-1588 tot 20-03-1613     Inv.nr. 61, folio 52r d.d. 19-10-1609.

Wij Cornelis Dirck Franssen ende Dingenman Jansse, schepenen der heerl. Venloon dat men noempt Loon opt Sandt,
doen condt eenen iegelijcke dat wij

ten versoecke van Magdaleen Willemsdochter

gesien ende gelesen hebben seckere bezegelden brieff in parchemin geschreven met twee uithangende zegelen in groenenwasse ongecasseert mochten ge.... den selven brief beginnende:

Henrick Reijnen heeft geloift hem te geven ende te vergelden Jan Wouter Geritsse
eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van 3 ca. gld. en 8 st. alle jaer tot Loon te betalen op onse liever vrouwen lichtmisavont
ende wesende gedateert int jaer ons heeren 1546 op den 20e dach van februari.

Op den rugge van welcke brieff stont geschreven van woirde tot woirde gelijck hier volgende:

Jan Jan Jansse heeft de helft van desen brieff te weten 34 stuijvers sjaers getransporteert ende overgedragen
Magdaleenen Willemsse dochter,
haer ter tochten ende haere voirkijnderen ter erven.

Welcke helfft nu Floris Hendrick Reijnen jaerlijcks uijt sijn goet vergelden moet.

Testes, Willem Cornelisse de Pruijser ende Ghelden Aert Hendricxsen, schepenen.
Actum den 5e januari 1588 en was onderteckent P. Sallen.

Welcke voirst. origneelen brieff ons bij de voirn. Magdaleen Willemsse is gehantreijct ende tot haeren versueck hebben wij dit vidimus daer van gemaeckt.
Ende des toirconden etc.
Actum den 19e october 1609.


Inv.nr. 61, folio 52r d.d. 20-3-1613.

Jan Floris Hendricxen heeft over hem genomen ende geloift naer doot van Floris Hendricx zijnen vader ende Magdaleen Willemsse sijnen stiefmoeder te betalen
aen den voirkijnderen van den voirst. Magdaleen alsulcke renthen van 34 stuijvers jaerlijcx te lossen met 25 gulden eens,

als Jan Jan Jansse getransporteert ende opgedragen heeft de voirst. Magdaleen Willemsse haer ter tochten ende haere voirkijnderen ten erven volgens den brieff hier boven geschreven.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse den 20e mert 1613.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 52r]
20-11-1607     Inv.nr. 60, folio 92r t/m 93r d.d. 20-11-1607. (beschadigd stuk)

In den naem ons Heeren .......................... bij den inhouden van desen tegenwoordigen...... van
testamente sij kennelijcken eenen iegelijcke .... in den jaere desselfs ons heeren ende salichmaecker (sestien hondert en) seven den 20e dach,

compareerden voor ons schepenen hier onder genoempt
de eersaeme en wettige bedgenoten Floris Hendrick Reijnen ende Magdalena Willem Cornelisse de Pruijsers
voortijts weduwe van Jan Peter Faessen,

beiden gesont ende welvaerende, gaende ende staende ende haer verstandt ende memorie in alles seer wel machtich wesende ende gebruijckende
als ons claerlijck scheen ende bleeck.

Bekennende de selven comparanten dat sij aenmerckende de broosheijt der menscherlijcker natuere de seeckerheijt des doots ende de onseckerheijt der uhren der selven.
Ende daeromme wel bedacht sijnde ende onbe... ende onverleijdt, deen van den anderen offte ijemanden anders, in eenige manieren soo sij seijden ende verclaerden hebben gesamenderhandt ende deene met volcomen
consent, wil ende wete des anders gemaeckt, geordineert ende gesloten, maecken, ordineren ende sluijten bij dese
hunnen testament, lesten ende uijterste wille in der forme, vuegen ende manieren ...
wederroepen, casserende, doot ende te nijet doende desen alle anderen voorgaende testamenten, codicillen ende maeckingen bij hen ofte elcke van hun besond, er eenichssints gemaeckt, bekent
ende gepasseert, willende ende begerende uijterlijcken dat dit hun testament ende uijterste wille sal stadt grijpen, van waerden gehouden worden ende effect sorteren het sij bij forme van testament,
codicille, gifte offte maeckingen die men heet ter saecke van den oft anderssins het iemandts testament ende uijterste .... geestelijcken ende wereltlijcke rechten andere ..... niet tegenstaende dat
alle en .................... solemniteiten van recht hier inne ge..... off volcomenen geobserveert offt
onderhouden ... waeren oijck nijet tegenstaende eenige stadt, stede, muncipale statuten offte landtrechten ter contrarien.

In den ierste bevelen sij testateuren huere sielen soo die uijt haere
lichamen sceijden sullen Godt Almachtich, Marie sijnder benedijder moeder ende allen den hemel geselscappen ende heure dode lichamen der gewijder aerden.

Ende hier mede komende tot de dispositie van hennen tijtelijcke goederen hen bij Godt Almachtich op deser werelt verleendt,

hebben sij testateurs gewilt ende willen mits desen dat alsulcke goet als
Magdalena testatrice voirst. haer aenbestorven is geweest van Robbrecht Arijaensse van Grevenbroeck, haeren oom,
waervoor sij testateurs heijlant tot Capel hebben gecocht,
dat het selven naer doot van de langstlevende van hun beijde sal hebben houden en besitten ten erffrechten als sijn vrij eijgen goet

Jan hunder beider naerkijndt met nog eene acker lants
aent eijnde van de straet gelegen, eertijts gecomen van Goiaert Lambertssen, die sij testateurs gecocht hebben gehadt voor het goet dat haer aengecomen is geweest van Willem Cornelisse haere testateurs vader.

En aengaende de vercregen goederen in desen houwelijck bij hun beider vercregen te weten een stuck moers in de Egmont gelegen,

hebben sij testateurs gewilt naer hunder beider doot dat hun
voirst. naerkijndt den voirschr. moer half voor aff hebben ende deijlen sal ende als dan tesamen in de voirschr. moer mede deijlen hooft voor hooft,
soo wel hun beider voirkijnder als het naerkijndt.

En indien dit voirschr. naekijndt quame te sterven sonder echte geboirte achter te laten dat alsdan de selven voirschr. naerkijndts goederen sullen comen en succederen op haer testateuren voirkijnder bij
name Henrick Jansse ende Marike sijn suster ofte hunner kijnder.

Ende ....... vlees en bloet van daer
de ..... hebben sij testateurs nae de ................... voorkijnderen gemaeckt ende gegeven .....................
behouden.
De voorkijnderen elcke ten ... metter timmerinmgen daer op staende die ..... int hun nu in tochten besittende sijn .................... als hennen universele erffgenaemen ....

Dewelcke de voirst. testateuren verclaerden te weesen hen testament, lesten ende uijterste willen.
Begerende hier aff gemaeckt ende gepasseert te hebben een offte meer instrumenten in der be...formen in oirconden van welck wij Peter Sallen ende Balthasar Ferdinandus, schepenen in Venloon
als wettige getuijgen daer toe geroepen ende gebeden onse segelen hjier aen hebben doen hanghen ten dage ende maent voirn.

Toelichting:
-------------
Als voorkinderen van Magdalena zijn genoemd Henrick en Marike. Hier had ik als voorkinderen Peter en Mayken.
Nog na te kijken hoe dit zit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 92r t/m 93r]
verdiesen_adriaen_peter__verklaart_gevangen_te_zijn_door_soldaten_van_de_stad_van_de_graaf__en_heeft_12_gulden_moeten_betalen_-_aug._1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg
698 Verdiesen Adriaen Peter, verklaart gevangen te zijn door soldaten van de stad van de graaf, en heeft 12 gulden moeten betalen - aug. 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
II. Lijsken Cornelis Oirlemans. Lijsken is overleden vóór zaterdag 26 juli 1608.
Adres:
12-01-1610     De Efteling, Loon op Zand (De Efterlingh is het gebied genoemd in die tijd.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Deling van goederen:
12-01-1610     RAT. Loon op Zand. R 62 f 194r d.d. 12-1-1610.

Willem Arijaensse Verdiesen met het derden part,
met Ariaen Arijaensse Verdiesen sijnen broeder voor een derden

als erfgenaemen ende kijnderen van Arijaen Petersse Verdiesen ende Lijsken Cornelis Oerlmansdochtere hennen moeder,

ende Adriaen Jansse van Hemert als gecocht hebbende een derden deel van Wouter Geritsse als man ende momboir van Heijlke Arijaens Verdiesen,

hebben onderlinge met malcanderen gedaen ende gemaect eenen erffdeijlnge ende erffscheijdinge van
een stede, huijs, schuer, scob, saeilandt ende heijlandt geleghen binnen der heerlich. Venloon op de Effterlingh daer hennen
ouders lange tijt gewoont hebben.

Overmits welcke erffscheijdinge ende erffdeijlinge den voirst. Ariaen Arijaensse Verdiesen te deel ende te loote gevallen is, de
vuijt kamer.

Item de schuer met het weijveldeke daer achter met allen de grachten metten vuerhoofft rontsom, behalven den grafft aen den westense sijde.

Item alsnoch het oostense lot in den grote acker streckende tot de paelen toe. Met allen de grafften daer toe behoirende.

Item in eenen acker genaempt den Cleijnen acker gelegen affter den hoff, sall hij hebben de suijdense sij metten graft.

Ende alsnoch de oostense sijde in eenen acker genaempt den Affterschen heijacker metten grafft.

Toelichting:
------------
De akte is niet volledig. Het is de laatste uit het register.
In een akte van 10 maart 1614 is wel een verdere deling gemaakt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
Lijsken trouwde vóór dinsdag 6 januari 1568 met Adriaen Peter Verdiesen (afb. 698). Adriaen is een zoon van Peter Janssen Verdiesen en Heijlke N.N.. Adriaen is overleden vóór woensdag 4 maart 1598.
Notitie bij overlijden van Adriaen: In de akte van 4 maart 1598 staat: noordwaarts aan de kinderen van Aryaen Verdiesen, dus dan is hij zelf er niet meer. Augustus 1581 legt hij een verklaring af, dus dan is hij er nog. Op 5 juni 1584 lost hij samen met zwager Cornelis een schuld af van 1547.
Tussen 5 juni 1584 en 4 maart 1598 zal hij overleden zijn.
Adres:
12-01-1610     De Efteling, Loon op Zand (De Efterlingh is het gebied genoemd in die tijd.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Deling van goederen:
08-1581     RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, gevangen is van zeven soldaten so… binnen de voorschr. stadt van Geertruidenberch onder den zelven capiteijn Nicolai gelegen,

onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom, heeft hij moeten geven 12 car. gld.

Ook:
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)

Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde van … soldaten binnen de stadt onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen, heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r]
12-01-1610     RAT. Loon op Zand. R 62 f 194r d.d. 12-1-1610.

Willem Arijaensse Verdiesen met het derden part,
met Ariaen Arijaensse Verdiesen sijnen broeder voor een derden

als erfgenaemen ende kijnderen van Arijaen Petersse Verdiesen ende Lijsken Cornelis Oerlmansdochtere hennen moeder,

ende Adriaen Jansse van Hemert als gecocht hebbende een derden deel van Wouter Geritsse als man ende momboir van Heijlke Arijaens Verdiesen,

hebben onderlinge met malcanderen gedaen ende gemaect eenen erffdeijlnge ende erffscheijdinge van
een stede, huijs, schuer, scob, saeilandt ende heijlandt geleghen binnen der heerlich. Venloon op de Effterlingh daer hennen
ouders lange tijt gewoont hebben.

Overmits welcke erffscheijdinge ende erffdeijlinge den voirst. Ariaen Arijaensse Verdiesen te deel ende te loote gevallen is, de
vuijt kamer.

Item de schuer met het weijveldeke daer achter met allen de grachten metten vuerhoofft rontsom, behalven den grafft aen den westense sijde.

Item alsnoch het oostense lot in den grote acker streckende tot de paelen toe. Met allen de grafften daer toe behoirende.

Item in eenen acker genaempt den Cleijnen acker gelegen affter den hoff, sall hij hebben de suijdense sij metten graft.

Ende alsnoch de oostense sijde in eenen acker genaempt den Affterschen heijacker metten grafft.

Toelichting:
------------
De akte is niet volledig. Het is de laatste uit het register.
In een akte van 10 maart 1614 is wel een verdere deling gemaakt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Getuigenverklaring:
08-1581     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar) (beperkt aangepast)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)
Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde
van … soldaten alsd.. binnen de stadt Bryde (Hryde, .. ?) <Sint Geertruydenbergh is doorgestreept) onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen,
heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.

N.B. er staan nog 2 verklaringen boven, kijken hoever ik die vertaald krijg:

Aryaen Joosten, uyt zijn huys gehaelt zijnde met gewelt,
heeft gegeven 4 daelders t stuck tot 26 stuyvers geldt,
met 2 oude Geldersche Rijders.
Behalve te coscen (?) aen tien soldaten,
binnen de stadt van den capiteijn Senscref (?) onder .raef (Graef) geleghen,
onder andere geheijten
Frans Jonckbloet van Berghe op den Zoom,
Peer Bloethont,
Claes Peeterssen van Loon,
met noch eenre,
oock eenre Claes genaempt
ende Voost (?)
met noch eene Wael
ende de andere onbekent.

Joost Claes ene Ben zijn zoon uit zijn scuere, aldaer hij cooren afgepacken hadde gehaelt sijnde,
heeft vijf soldaten binnen voorsete Geertruydenberche gelegen onder Capitain Nicolai,
moet gheeven 53 carolus gulden.
in de marge: eenre genoempt Toenis van Wijck, alias Boercen. (Boerken)


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
Schuld:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden

Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse
metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen.
Testes ut supra.


In marge bijgeschreven:

deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen.
Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.

Toelicihting:
-------------
Adriaen en Cornelis hebben de schuld overgenomen van Henrick Gerit Oirlmans.
Het zal met de bewoning van de erfenisse met timmeringe te maken hebben.
Hoe het dan bij deze 2 zwagers gekomen is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 2r en v]
van 27-03-1554 tot 06-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 218v d.d. 27-3-1554.

Henrick Gerit Oirlmans heeft gelooft jaerlijcks te vergelden
Claessen Peeter Adriaensse
eene jaerlijckse ende erffelijcke pacht van zes mudde rogs ofte de waerde van dien in gelden alzoo Claessen gelieven zal,
allen jaeren tot Oisterwijck te leveren
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal opten 12e dach april naestcomende over een jaer

uit ende van zijnder erffenisse metter timmeringen daerop staende in de parochie van Venloon opten Ketshoevel

metter oisten zijde neffen erffenis Peeter Geldens
metter westen zijde neffen Claes Petersse
streckende van sheerenstraete aen mijn heer van Loon alzoo hij zeede.

Ende heeft hem opgedragen ende gelooft te waren etc.

Daar waerborg voor is geworden Geridt Oirlmans.
Testes, Joist Peetersse ende Adriaen Nouwen.
Actum anno 1554 den 27e maart.

Dese erfpacht mag Henrick altijt lossen met 50 carolus guldens eens ende metten verschenen pachten ende een half jaer te voren op te zeggen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
dese brief is geheel afgequeten ende gelost bij handen van Adriaen Petersse Verdiesen ende Cornelis Cornelis Oirlman als gelders in handen van Steven Thomassen.

Testes, Willem Cornelisse ende Gelden Aert Henricxsse.
Actum den 6e juni 1584.

Toelichting:
------------
Op 5 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 1547. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 218v]
Transport:
van 12-05-1569 tot 18-05-1572     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 445r d.d. 12-5-1569.

Heijlke weduwe Peeter Janssoon Verdiesen cum tutore,

haer tochten ende rechten wegen dat sij hebbende in alsulcke erffenisse metten timmeringe daerop staende,
uitgenomen die westen caemer en oock te mogen gaen ende comen int heel huijs opt Efterlingh gelegen,

oostwaerts aen een steege ende aen Arnt Wouters met meer anderen, suijtwaerts aen de erfgenamen van Loijen Gijsbrechtsse ende anderen, westwaerts aen Gijb Jan Henricx ende meer anderen, ende
noortwaerts aen sheerenstraet ende Peter Lambertsse met meer anderen,

alsoo sij seede, heeft sij opgedragen ende overgegeven met den erffelijckheijt die sij van de voorschr. erffenisse hebbende aan

Adriaen Peetersse Verdiesen haere soon ende
Diricke Goessenszn. haere swager ende
Jenneke haerder dochter.

Ende heeft voorts op vertegen etc. Dus hebben Adriaen ende Dirick gelooft den voorgen. Heijlkens haerder moeder jaerlijcx haer leven lang gedurende ende niet langer, uit voorschr. erffenisse metter timmeringen te vergelden des lichtmis twee mudden roggen, twintig gulden ende twee lopen boeckweijts.

Ende die chijnsen met recht daer van uitgaende ende pachten, waeraff den eersten dach van betaelingen zijn zal van lichtmis over een jaer. Gelovende te waeren.
Testes, Meeus en Goessen.Actum den 12e meij 1669.


RAT. Loon op Zand. R 58 f 445r en 445v d.d. 12-5-1569.

Wij Bartolomeus Janssoon ende Goessen Henrickszn. van Bezauwen, schepenen in Venloon doen condt dat voor ons gecomen sijn

Adriaen Peetersse Verdiesen ende Dirick Goessenszn. zijne zwager

ende hebben hen bekent een erfscheiding gemaeckt te hebben van haer luijden beijder erffenisse op’t Erfterlingh gelegen.

Overmits der welcke Adriaenen metten lot gevallen is d’oude stede aldaer gelegen

oostwaerts aen een steege ende aen Arnt Wouters,
suijtwaerts aen de erfgenamen van Loij Gijsbertssen ende meer anderen, westwaerts aen Diricken voorn. en meer anderen ende
noortwaerts aen sheerenstraet ende aen Peeter Josten met meer anderen.

Nog een ackerlants oock aldaer gelegen
oostwaerts metten graft aen de steege,
suijtwaerts aen Adriaenen voorn.
westwaerts aen Diricken voorgen. en
noortwaerts aen Peeter Pauwels

alsoo dat dije voorschr. erffenisse ende deen acker lants nu ter tijt bepaelt is, alsoo sij seeden.

Ende heeft Diricken voorn. Adriaen dat lot opgedragen etc. ende gelooft te waren.
Uitgenomen dat Adriaen daer uit vergelden sal sheeren grontchijns en vijf loopen roggen onser liever vrouwen autair jaarlijcx binnen Loon.
Noch den pastoir een loopen roggen, te lossen met 32 gld.
Noch twee gld. jaerlijcx aen Diricken voorn. lossrente.
Noch Heijlken zijnder moeder een mudden roggen, een loop boeckweijt ende tien gld. jaerlijcx des lichtmis over een jaer.

Dus sal Adriaen erffenis over Dirick lot mogen wegen ende steegen ten naesten velden ende ter naesten scaeden met voorwaerden.
Actum den 12 meij 1569.

Bijgeschreven in de kantlijn:
dat oock Adriaen sijne heijningen zal maecken ende onderhouden dat Dirick onbeschadigt blijft ende metten ge… beesten neffen magf gaen ende schouwen.
Ondergeschreven: Dirick voorn. heeft bekent dat Adriaen voorn. hem die voorschr. twee gld. gelost ende aff gequeten is. Actum den 18e meij 1572.

Overmits welcker delinge Diricken Goessenszn. metten lot te deele gevallen is die nieuwe stede metter timmeringhe daerop staende oock aldaer opt Efterlinge gelegen,

oostwaerts aen erf. Adriaen voorn.
suijtwaerts aen de genoemde Adriaensse,
suijtwaerts aen gen. Adriaensse ende aen Loij Gijsberts erfgenamen, westwaerts aen de gemeijnte ende meer anderen en
noortwaerts aen Peter Lamberts ende meer anderen.

Nog eenen acker geheijten den Leegen hoff oock aldaer gelegen
oostwaerts aen erf. Adriaens voorn. suijtwaerts aen een steege,
westwaerts Gijb Wouters ende meer anderen ende
noortwaerts aen Peeter Josten ende meer anderen.

Alsoo die erffenisse ende ackerlants nu ter tijt bepaelt is alsoo sij seeden.
Ende heeft Adriaen voorn. het voorschr. lot opgedragen ende gelooft te waren etc.

Uitgenomen dat Dirck daer uit sal vergelden sheeren grontchijns.
Nog acht loopen erf roggen aen Peeterken Adriaens wed.
Nog vier geld. sjaers aen den erfgenamen van Gerret van de Wiel.
Nog Heijlke Peters Verdiesen een mud rog, een loopen boeckwijt ende thien gld ’s jaers haeren leven lang, verschenen van lichtmis naestcomende.

Met voirden te mogen wegen ende steegen ende voorts als voor.
Dat ook Dirick zijn heijninge zal maecken dat Adriaen onbeschaedigt blijft ende metten ges… beesten neffen mach stouwen ende gaen

Maer ofte gebeurde dat die geerfde westwaerts ende noortwaerts daer aen gelegen zijnde enige actie daerop pretendeerden ofte eijsten, dat heeft Dirick gelooft op sijnen costen ende alleene te weeren.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.58 f. 445r en v]
Verkoop:
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
III. Claesken Cornelis Oirlemans. Claesken is overleden vóór vrijdag 1 maart 1619.
Erfdeling:
01-03-1619     RAT. Loon op Zand. R 63 f 90v/91r d.d. 1-3-1619.

Alsoo naer datum van den 15e december lestleden noch anderen questien ende verschillen opgestaen ende geresen waeren

tusschen Jan Arien Hendricksse Langen
voirsoone wijlen Arien Hendricksse, bij den selven ende Claeske Cornelis dochter in echte bedde verweckt ter eenre,

ende Jan Jansse Stevens metten zijnen erfgenaemen
wijlen Huijbert Jan Wouters in iersten houwelijck met Grietken Gerit Geldens dochter gehijlict,

ende de voorschr. Grietke naederhandt in tweede houwelijck metten voirst. Ariaen Hendrick Pauwels versaemt zijne naegelaeten weduwe ter andere zijde.


Aengaende de sceijdinge ende deijlinge van seeckere
erffgoederen, te weten

een parceel hoijlandts tot Capel gelegen, ende een ackerken opt de Efterlingh, gekomen van Jan Gijben Stoop.

Soo zijn partijen doir tusschen spreecken van goede mannen onderlingen veraccordeert ende overkomen in vuegen ende manieren
hier naer beschreven.

Te weten dat de on.... erffgoederen soo in Hollandt als in Brabant gelegen sullen keeren, blijven ende toebehoiren de gene van dijen
sijde sij gekomen sijnde.

Dies sal den voirst. Jan Arijensse Langen de voirst. Jan Jansse Stevens mette sijne vuijtreijcken de somma van 220 gld. hollandts gelt te betaelen in twee termijnen,
deen helft tot paesschen iertstcomende deses jaers 1619, ende
dander helft ende lesten termijn tot paesschen 1620.

De costen gecompenseert voor ijeder ende sijne dragen sal ende hier mede alle questien ende verschillen tusschen de voirst.
partijen neder geleet, ende te nijet sullen wesen voor nu ende altois.

Noch in toecomende tijden eenige meer te moveren ofte op te
haelen in eeniger manieren.

Daer voor verbijndende de voirst. partijen reciprore deen den anderen hunnen persoonen ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Dingeman Jansse den iersten maert 1619.


In marge: Jan Jansse Stevens ende Wouter Geritsse hebben bekent van dese geloifte voldaen te zijn, Testes, Jan Wouters. Actum
den 5 meij 1620.

Item: Verder verclaeren de voirst. partijen met malcanderen getracteert ende gehandelt ende
den voirst. Jan Arijensse Langen vercocht te hebben
een parceel hoijlandts gelegen tot Capel in den Suijdenwijnt benevens het Labbegat metten jongen Jan Meeusse gelant,

daer questie ende verschil in geweest was voor de somme van 355 gld. hollants gelt, te betaelen in twee termijnen, den iersten termijn tot paesschen ierstcomende deses jaers 1619, ende de tweede ende lesten tot paesschen 1620.

Dies sal de voirst. Jan Ariens aen den voirst. cooppenningen valuderen, elcke termijn de helft van 135 gld. die Jan Jansse Stevens mette sijnen in de
bovengescreven accoirde geloift hebben, daer voor verbijndende die voirst. Jan Ariensse etc. ende stellende etc.

Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 90v/91r]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
Claesken trouwde vóór zaterdag 26 juli 1608 met Arien Hendricksse Pauwels. Arien trouwde later met Grietken Gerit (Margriet) Geldens.
Erfdeling:
01-03-1619     RAT. Loon op Zand. R 63 f 90v/91r d.d. 1-3-1619.

Alsoo naer datum van den 15e december lestleden noch anderen questien ende verschillen opgestaen ende geresen waeren

tusschen Jan Arien Hendricksse Langen
voirsoone wijlen Arien Hendricksse, bij den selven ende Claeske Cornelis dochter in echte bedde verweckt ter eenre,

ende Jan Jansse Stevens metten zijnen erfgenaemen
wijlen Huijbert Jan Wouters in iersten houwelijck met Grietken Gerit Geldens dochter gehijlict,

ende de voorschr. Grietke naederhandt in tweede houwelijck metten voirst. Ariaen Hendrick Pauwels versaemt zijne naegelaeten weduwe ter andere zijde.


Aengaende de sceijdinge ende deijlinge van seeckere
erffgoederen, te weten

een parceel hoijlandts tot Capel gelegen, ende een ackerken opt de Efterlingh, gekomen van Jan Gijben Stoop.

Soo zijn partijen doir tusschen spreecken van goede mannen onderlingen veraccordeert ende overkomen in vuegen ende manieren
hier naer beschreven.

Te weten dat de on.... erffgoederen soo in Hollandt als in Brabant gelegen sullen keeren, blijven ende toebehoiren de gene van dijen
sijde sij gekomen sijnde.

Dies sal den voirst. Jan Arijensse Langen de voirst. Jan Jansse Stevens mette sijne vuijtreijcken de somma van 220 gld. hollandts gelt te betaelen in twee termijnen,
deen helft tot paesschen iertstcomende deses jaers 1619, ende
dander helft ende lesten termijn tot paesschen 1620.

De costen gecompenseert voor ijeder ende sijne dragen sal ende hier mede alle questien ende verschillen tusschen de voirst.
partijen neder geleet, ende te nijet sullen wesen voor nu ende altois.

Noch in toecomende tijden eenige meer te moveren ofte op te
haelen in eeniger manieren.

Daer voor verbijndende de voirst. partijen reciprore deen den anderen hunnen persoonen ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Dingeman Jansse den iersten maert 1619.


In marge: Jan Jansse Stevens ende Wouter Geritsse hebben bekent van dese geloifte voldaen te zijn, Testes, Jan Wouters. Actum
den 5 meij 1620.

Item: Verder verclaeren de voirst. partijen met malcanderen getracteert ende gehandelt ende
den voirst. Jan Arijensse Langen vercocht te hebben
een parceel hoijlandts gelegen tot Capel in den Suijdenwijnt benevens het Labbegat metten jongen Jan Meeusse gelant,

daer questie ende verschil in geweest was voor de somme van 355 gld. hollants gelt, te betaelen in twee termijnen, den iersten termijn tot paesschen ierstcomende deses jaers 1619, ende de tweede ende lesten tot paesschen 1620.

Dies sal de voirst. Jan Ariens aen den voirst. cooppenningen valuderen, elcke termijn de helft van 135 gld. die Jan Jansse Stevens mette sijnen in de
bovengescreven accoirde geloift hebben, daer voor verbijndende die voirst. Jan Ariensse etc. ende stellende etc.

Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 90v/91r]
Transport:
15-12-1618     RAT. Loon op Zand. R 63 f 83r d.d. 15-12-1618.

Margriet Gerit Geldens dochter naegelaeten weduwe wijlen Adriaen Hendrick Pauwels,
haere tochten ende recht van tochten
weghen die sij is hebbende in de helft van den goederen die sij staende haeren tweede houwelijck
metten voirst. wijlen Ariaen Hendricxen Pauwels geconquesteert ende vercregen heeft,

te weeten het seste gedeelte van den goederen gecocht ende gekomen
van wijlen Engel Gerit Geldens, gelegen binnen der heerlich. Venloon opt de Efterlingh,

heeft sij wettelijck ende erffelijck opgedragen
ende overgegeven Jan soone Adriaen Hendrick Pauwels ende dat etc.

Gelovende etc. Testes, Jan Wouters ende Ariaen Hendrick
Vos den 15e december 1618.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 83v d.d. 5-12-1618.

Alsoo seeckere questien ende verschillen geresen waeren tusschen

Jan Arien Hendricxen Langen ter eenre

ende Jan Jansse Stevens als man ende voicht van Digna Huijbert Jan Wouters dochter
ende Wouter Gerit Aertsse als man ende voicht van Jenneke
Huijberts voor hen selven
ende in den naem ende van weghen Lambert Anthonissen als man ende voicht van Peterken Huijberts,
ende den onmondige Joostken Jan Joosten bij wijlen Jan Joosten ende wijlen Neeltken Huijberts in echte bedde verwect,
die welcke sij vervingen ende daer voor sij hen fort ende sterck maecten ter andere sijden.

Sijnde de selven questie gesproten ter oirsaecken
van de betalingen van de crediten ende schulden wijlen Ariaen Hendrick Pauwels Wijens sterffhuijs Margriet Gerit Geldens zijnen
naegelaeten weduwe,

die voortijts in iersten houwelijck met wijlen Huijbert Jan Wouters gehoudt was geweest aengeverdt hadde.

Soo eeft dat partijen door tusschen spreecken van goede mannen onderlingen zijn veraccordeert ende overkomen in vuegen hier
naer bescreven, te weten dat de voirst. Jan Arien Hendricxen van de schulden staende den houwelijck van den voirst. Ariaen
Hendrickse ende Margriet Geritsse gemaect,
die men tegenwoirdich weet ende binnen den tijt van drij weecken maer dat nu van desen noch bevonden mochten worden,
sal betaelen het gerechte vierde paert ende de drij andere deelen die men tegenwoirdich weet ende naer datum voirst. noch meer bevonden mochten worden sullen staen ende blijven tot last van den voirst. Jan Jansse
Stevens metten zijnen, ende bij hen lieden betaelt sullen worden.

Ende een moerken liggende in den Egmont partijen in twee deelen
halff ende halff sullen deelen.

Dies is geconstitueert ende besproocken dat de voirst. Margriet Gerit Geldens tot behoeff des voirst. Jan Ariaen Hendricxsse sal
cederen ende opdragen haere tochten ende recht van tochten, de helft die sij is hebbende inne de goederen bij den voirst. wijlen
Ariaen Henrick Pauwels staende hunnen voirst. houwelijck vercregen ende geconquesteert.

Ende de voirst. Jan Ariens oick de hueren het seste paert sal genieten end ontfanghen ende de costen ten beijden zijden geresen
sullen blijven gecompenseert,

waer mede partijen en hier in de gelooven malcanderen van dese ende alle anderen questien dijen aengaende te quteren gelijck sij malcanderen quteren mits desen sonder dat deen oft dander dijen thalven eenige questien meer sal
mogen moveren, daer voor verbijndende hennen respectieve persoonen ende goederen, hebbende ende vercrijgende.

Actum in collegio van schepenen den 5e december 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 83renv]
IV. Cornelis Cornelis (De oude) Oirlemans (zie 1536).
3392 Jan Corsten.
Kinderen van Jan uit onbekende relatie:
I. Adriaen Janssen Corstiaens Snoermans (zie 1696).
corsten_dimpna_jan_trouwt_met_anthony_ariens_op_woensdag_27_januari_1599_in_oisterwijk.jpg corsten_dimpna_jan_overleden_op_12_maart_1629_in_berkel.jpg
699 Corsten Dimpna Jan trouwt met Anthony Ariens op woensdag 27 januari 1599 in Oisterwijk
700 Corsten Dimpna Jan overleden op 12 maart 1629 in Berkel
II. Dimpna Jan Corsten (afb. 699 en 700). Dimpna is overleden op maandag 12 maart 1629 in Berkel (Oisterwijk).
Notitie bij Dimpna: -
27-01-1599: Dimpna Jan Corsten
12-03-1629: Dympna Anthonis Cruysen
Dimpna trouwde op woensdag 27 januari 1599 in Oisterwijk [bron: trouwboek 1597-1610 - rk - p.76] met Anthony Ariens Cruysen.
corsten_cornelia_jan_trouwt_op_15_mei_1607_met_joannes_joannis_van_pasch_in_oisterwijk.jpg
701 Corsten Cornelia Jan trouwt op 15 mei 1607 met Joannes Joannis van Pasch in Oisterwijk
III. Cornelia Joannis Corsten. Cornelia trouwde op dinsdag 15 mei 1607 in Oisterwijk [bron: trouwboek 1597-1610 - rk - p.92] met Joannes Joannis van Pasch (afb. 701), nadat zij op woensdag 9 mei 1607 in Oisterwijk in ondertrouw zijn gegaan [bron: trouwboek 1597-1610 - rk - p.92].
IV. Jan Janssen Corstiaen.
Getuige bij:
23-11-1603     kerkelijk huwelijk Adriaen Janssen Corstiaens Snoermans (ovl. 1648) en Marij Adriaen Janssen van Son (ovl. 1646) [zie 1697]    [broer bruidegom]   [bron: trouwboek 1597-1610 - rk - p.82]

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

meren_peter_cornelis_jan__en_zus_marie_als_erfgenamen_van_jaspare_jan_henricx_smoleneren_op_17_juni_1539_over_de_verkoop_van_2_veertelen_rogs_erfpacht_aan_peter_cornelis_meren_-_ginneken_inv_676_f_56v.jpg meren_peter_cornelis_jan__en_zus_marie_als_erfgenamen_van_jaspare_jan_henricx_smoleneren_op_17_juni_1539_over_de_verkoop_van_2_veertelen_rogs_erfpacht_aan_peter_cornelis_meren_-_ginneken_inv_676_f_56r.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_april_1539_als_mede-erfgenamen_bij_de_verkoop_van_het_huis_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f93v_scan_207.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_april_1539_als_mede-erfgenamen_bij_de_verkoop_van_het_huis_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f94r_scan_208.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_april_1539_als_mede-erfgenamen_bij_de_verkoop_van_het_huis_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f94v_scan_209.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_juni_1539_als_mede-erfgenamen_over_erfpacht_en_schulden_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f94r_scan_209.jpg
702 Meren Peter Cornelis Jan, en zus Marie als erfgenamen van Jaspare Jan Henricx Smoleneren op 17 juni 1539 over de verkoop van 2 veertelen rogs erfpacht aan Peter Cornelis Meren - Ginneken inv 676 f 56v
703 Meren Peter Cornelis Jan, en zus Marie als erfgenamen van Jaspare Jan Henricx Smoleneren op 17 juni 1539 over de verkoop van 2 veertelen rogs erfpacht aan Peter Cornelis Meren - Ginneken inv 676 f 56r
704 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 april 1539 als mede-erfgenamen bij de verkoop van het huis van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f93v scan 207
705 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 april 1539 als mede-erfgenamen bij de verkoop van het huis van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f94r scan 208
706 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 april 1539 als mede-erfgenamen bij de verkoop van het huis van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f94v scan 209
707 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 juni 1539 als mede-erfgenamen over erfpacht en schulden van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f94r scan 209
meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_juni_1539_als_mede-erfgenamen_over_erfchijns_van_2_rijns_gl_en_15st._van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f94v_scan_209.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_juni_1539_als_mede-erfgenamen_over_erfchijns_van_2_rijns_gl_en_15st._van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f95r_scan_209.jpg moleneren_jaspare_jan_henricx__los_briefje_bijgevoegd_bij_de_schepenbrieven_over_haar_erfenis_op_18_juni_1539_-_breda_inv_444_f94a-r_scan_210.jpg moleneren_jaspare_jan_henricx__los_briefje_bij_de_schepenbrieven_over_haar_erfenis_op_18_juni_1539_over_vesten_van_hei_en_wei_bij_teteringen_door_joos_peters_van_gils_-_breda_inv_444_f94a-v_scan_211.jpg meren_marie_cornelis_jan__zussen_cornelie__margriet__marie_en_broer_peter_op_18_juni_1539_als_mede-erfgenamen_over_erfpenning_3_rijns_gl_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f95r_scan_212.jpg meren_marie_cornelis_jan__haar_man_claes_janssen_van_der_molen_koopt_op_10_dec._1539_de_erfpenning_van_3_rijns_gl_van_de_erfgenamen_van_jaspare_moleneren_-_breda_inv_444_f95r_scan_212_bijschrift.jpg
708 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 juni 1539 als mede-erfgenamen over erfchijns van 2 Rijns gl en 15st. van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f94v scan 209
709 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 juni 1539 als mede-erfgenamen over erfchijns van 2 Rijns gl en 15st. van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f95r scan 209
710 Moleneren Jaspare Jan Henricx, los briefje bijgevoegd bij de schepenbrieven over haar erfenis op 18 juni 1539 - Breda inv 444 f94a-r scan 210
711 Moleneren Jaspare Jan Henricx, los briefje bij de schepenbrieven over haar erfenis op 18 juni 1539 over vesten van hei en wei bij Teteringen door Joos Peters van Gils - Breda inv 444 f94a-v scan 211
712 Meren Marie Cornelis Jan, zussen Cornelie, Margriet, Marie en broer Peter op 18 juni 1539 als mede-erfgenamen over erfpenning 3 Rijns gl van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f95r scan 212
713 Meren Marie Cornelis Jan, haar man Claes Janssen van der Molen koopt op 10 dec. 1539 de erfpenning van 3 Rijns gl van de erfgenamen van Jaspare Moleneren - Breda inv 444 f95r scan 212 bijschrift
meren_peter_cornelis_jan__op_14_januari_1575_verklaart_hij_erfpacht_schuldig_te_zijn_en_heeft_de_erfpacht_van_de_schepenbrief_van_25_sept._1455_gelost_-_ginneken_r684_f192v.jpg meren_peter_cornelis_jan__op_14_januari_1575_verklaart_hij_erfpacht_schuldig_te_zijn_en_heeft_die_van_de_schepenbrief_van_25_sept._1455_gelost_-_ginneken_r684_f193r.jpg meren_bastiaen_peter_cornelis_jan__lost_op_13_april_1584_de_erfpacht_af_die_zijn_vader_op_14_januari_1575_aangegaan_is_-_ginneken_r684_f192v_bijschrift_linkse_deel.jpg vestbrieven_ginneken_1601-1604_-_inv.686_-_bezoek_aan_stadsarchief_op_21_mei_2022_na_corona_en_tijdens_de_verbouwing_-_met_de_vondst_van_de_akte_op_f._214_van_peter_cornelis_jan_meeren_en_zijn_zonen.jpg vestbrieven_ginneken_1601-1604_-_inv.686_-_bezoek_aan_stadsarchief_op_21_mei_2022_na_corona_en_tijdens_de_verbouwing_-_met_de_vondst_van_de_akte_op_f._214_van_peter_cornelis_jan_meeren_en_de_zonen.jpg meren_peter_cornelis__zijn_kinderen_bastiaen__cornelis__laureijs__jan_en_maeyken_verkopen_o.a._de_stede_aan_de_regtestraat_aan_cornelie__wed._henrick_peeter_meren_op_2_jan._1601_-_ginneken_r686_f_214r.jpg
714 Meren Peter Cornelis Jan, op 14 januari 1575 verklaart hij erfpacht schuldig te zijn en heeft de erfpacht van de schepenbrief van 25 sept. 1455 gelost - Ginneken R684 f192v
715 Meren Peter Cornelis Jan, op 14 januari 1575 verklaart hij erfpacht schuldig te zijn en heeft die van de schepenbrief van 25 sept. 1455 gelost - Ginneken R684 f193r
716 Meren Bastiaen Peter Cornelis Jan, lost op 13 april 1584 de erfpacht af die zijn vader op 14 januari 1575 aangegaan is - Ginneken R684 f192v bijschrift linkse deel
717 Vestbrieven Ginneken 1601-1604 - inv.686 - bezoek aan Stadsarchief op 21 mei 2022 na corona en tijdens de verbouwing - met de vondst van de akte op f. 214 van Peter Cornelis Jan Meeren en zijn zonen
718 Vestbrieven Ginneken 1601-1604 - inv.686 - bezoek aan Stadsarchief op 21 mei 2022 na corona en tijdens de verbouwing - met de vondst van de akte op f. 214 van Peter Cornelis Jan Meeren en de zonen
719 Meren Peter Cornelis, zijn kinderen Bastiaen, Cornelis, Laureijs, Jan en Maeyken verkopen o.a. de stede aan de Regtestraat aan Cornelie, wed. Henrick Peeter Meren op 2 jan. 1601 - Ginneken R686 f 214r
meren_peter_cornelis__zijn_kinderen_bastiaen__cornelis__laureijs__jan_en_maeyken_verkopen_o.a._de_stede_aan_de_regtestraat_aan_cornelie__wed._henrick_peeter_meren_op_2_jan._1601_-_ginneken_r686_f_214v.jpg meren_peter_cornelis__zijn_kinderen_bastiaen__cornelis__laureijs__jan_en_maeyken_verkopen_o.a._de_stede_aan_de_regtestraat_aan_cornelie__wed._henrick_peeter_meren_op_2_jan._1601_-_ginneken_r686_f_215r.jpg
720 Meren Peter Cornelis, zijn kinderen Bastiaen, Cornelis, Laureijs, Jan en Maeyken verkopen o.a. de stede aan de Regtestraat aan Cornelie, wed. Henrick Peeter Meren op 2 jan. 1601 - Ginneken R686 f 214v
721 Meren Peter Cornelis, zijn kinderen Bastiaen, Cornelis, Laureijs, Jan en Maeyken verkopen o.a. de stede aan de Regtestraat aan Cornelie, wed. Henrick Peeter Meren op 2 jan. 1601 - Ginneken R686 f 215r
4096 Peter Cornelis Jan Meren (afb. 702, 703, 704, 705, 706, 707, 708, 709, 710, 711, 712, 713, 593, 714, 715, 716, 717, 718, 719, 720, 721 en 584). Peter is overleden vóór vrijdag 13 april 1584 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560; Ginneken 1569-1578 R684 f212v en 213r].
Notitie bij overlijden van Peter: Op 9 november 1560 is hij aanwezig bij de opmaak van de akte namens zijn kinderen voor hun moeders erfgenamen. Dan leeft hij dus nog.
Op 13 april 1584 lost zijn zoon de schuld van zijn vader af. Dan mag ik aannemen dat hij overleden is.
Vestbrief:
17-06-1539     De (directe) erfgenamen van wijlen Jaspare Jan Henricx Smoleners (in andere brieven Moleners en Moleneren gebruikt), Jan Andries Willems huisvrouw:

- Godert Aert Stevens uit ten Hout (Den Hout)
- Yde Willem Smoleners, huisvrouw van wijlen Henrick Jan Stevens kinderen
- wijlen Adriaen Willem Smoleners kinderen, door Peter Adriaen Stevens uit Made
- Yde Severijn Wilbraecx, huisvrouw van Peter Henricx Wagemaekers uit Hoesenout (Heusdenhout?)
- Peter Cornelis Jan Meren uit Ulvenhout, ook voor:
- Jan Jan Snijders erfgenamen, en
- Claes Godertsen huisvrouw
- Marie Cornelis Jan Meren, door haar man Claes Jans van der Molen

(hoe zij familie zijn van Jaspere, is mij niet duidelijk)

hebben verkocht aan Peter Cornelis Meren 2 veertelen rogs erfpacht, hun aanbestorven van Jaspere.
(Dit is mogelijk Peter Cornelis Peter Meren, maar helaas is zijn opa niet genoemd)
Hij reikte jaarlijks 3 veertelen uit, blijft over nog 1 veertel (=86,4l)

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wouter Cornelis Schelckens sone ende Jacop Jan Lips zone, schepenen in Ghinneken,

Quamen Goodert Aert Steves zone, woonend ten Hout voor hem selven, ende
in de name van wijlen Henrick Jan Stevens soons kynderen, daer moeder af was Yde Willem Smoleners, die hij hier inne vervinck.

Peter Ariaen Merten sone, woonende op de Made, voor hem selven ende in den name van Adriaen Willem Smoleners zoon kynderen, die hij vervinck.

Peter Henrick Wagemaeckers sone, te Hoesenout, als man ende voight van Yde Wilbraecx dochter, zijn huysfrou, die hij vervinck.

Peter Cornelis Jan Meren zone, te Ulvenhout woonende, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriaen Nijs Adriaens soons kynderen.
Noch in den name van Jan Jan Snijders erfgenaemen.
Noch in den name van Claes Godertsen huysfrou, die hij alle hier inne vervinck.

Ende Claes Jans van der Molen sone, als man ende voight ende in den name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinck.


Kenden ende lijden, dat in den name als voir wel ende wettelic vercoft hebben, ende laten lossen

Peteren Cornelis Merensone, ende dat deselven Peter Cornelis Meren afgecoft met sijne gerede penningen, vol ende al betaelt sijne, hen gelost heeft 2 veertelen rogs erfpacht,
die hen na de doot van wijlen Jaspare Jan henric Smoleneren dochter, Jan Andries Willems huysfrou, wat aenbestorven sijn ende hen competeren alsoo sij seijden,

in mindernisse van den 3 veertelen rogs erfpacht, in desen doorstoken schepenbrieve begrepen, die de voirschreven Peter Cornelis Meren sone selve jaerlicx uytreijckt.
Daer af dan de veertel rogs efpacht den anderen erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henrick Smoleneren den voirschreven toebehoort, soo sij seijden.

Ende de vercooperen voorgenoemd, elck in den name vals voir, bedancken hen goeder lossinge ende afroep ende goeder betalingen van de cooppenningen of lospenningen de 2 veertelen rogs erfpacht voirschreven.

Geldende (?) daer af gelycelic ende al quyt den voorschreven Peter Cornelis Meren sone sijne nacomelingen ende alle andere dit quiten behoevende.

Ende zij geloofden oick de 2 veertelen rogs erfpacht voirschreven, den voirschreven Peteren Cornelis Meren sone te vrijen ende te waeren vrij ende onbelast van alle commer ende calaengie.

Actum Anno 1539, 17 dagen in juni.
  [bron: Ginneken inv 678 f 56v en 57r]
18-06-1539     Het gaat over 4 vestbrieven, 2 bijschriften en 2 losse strookjes.

Ze hebben allemaal te maken met het overlijden van Jaspare Moleneren.
Alleen voor wat de strookjes betreft: ze zijn bij het scannen genummerd als 94a-R en 94a-V, maar een relatie met de vestbrieven of bijschriften heb ik niet kunnen leggen.
De afbeeldingen van alle documenten zijn te zien bij Peter Cornelis Jan Meren.

De 1e vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner. Gisteren waren ze met 5 en nog 2 schepenen, met 7 dus.

Vandaag zijn er van vaders zijde 4 erfgenamen en van moeders zijde 5, samen met de man Jan Andries Willems. Dus met 10 met nog 2 schepenen, in het betreffende huis. Een flinke club.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Het zijn in totaal 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550. De 4e heeft een bijschrift van 10 december 1539.

De 1e vestbrief is door mij nog goed te lezen, en hoe verder t gaat, hoe moeilijker ze te lezen zijn. De hand van de schrijvende schepen zal vermoeid geraakt zijn, of onzeker door het nuttigen van wat drank.

De datum bij de 2e brief is 18 april, en is een verschrijving.

Misschien later met wat meer vertaal-ervaring van mijn kant, dat ik meer open stukken kan invullen en vraagtekens weghalen.


----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief
--------------------------------------------------------------------------------------------
Deze vestbrief gaat over de jaarlijkse ontvangsten van 4 veertelen rogs en 3 Rijns guldens, en over de schulden en wederschulden die achtergebleven zullen zijn. De man van Jaspare zal die voldoen.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden

dat metten pacht van 4 veertelen rogs eerstgenoemde te Lichtmisse anno 39 (ofwel 2 februari 1539) lestlich daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die hen Jan Andries Willemsen voirschreven, heeft laten volgen.

. . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft van de 3 Rijns gulden t stuck ter 40 groten Vlaems eens. die hen de voirgenoemde Jaspare Jan Hendricx den bij testament te b. hadden ende hebben.

Voorst de erfgenaemen Jaspare voirgenoemd elck in den name als voir getemdoneert (?) ende vertogen ende mede in den . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uutrichten voldoen.

Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
-----------------------------------------------------------------------------------------------

De weduwnaar van Jaspare zal jaarlijks 2 Rijns gulden en 15 stuivers uitreiken aan de erfgenamen op Sint Jansdag (24 juni) vanuit zijn huis.
Daarna volgt een gedeelte over de chijns en perceel te Valkenberg dat ik niet begrijp.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone kende ende lijde dat hij in recht erf.ier waerde is jaerlicx te Gelden ende Ontvangsten den erfgenaemen Jaspare Jan Henricx Moleneren, sijnre huysfrou, ende honne nacomelingen
2 Rijns gulden ende 15 stuyvers, elck tegen tot 40 Groten Vlaems t stuck erfchijns.

Desen alle uut op Sint Jansdach Baptisten in Junio (= Johannes de Doper op 24 juni) ende de yerste Sint Jansdach sal zijn op anno 1540 uut ende op sijn huys.

Ende nu met Sinte . ende v te houden als in liggende t welc hij van den erfgenaemen voirschreven vercregen heeft, gestaen ende gelegen . . perceel . . houden.

Te vrijen met chijns d erfgenaemen die de voirschreven Jaspare daer op vercregen heeft den . ter Valckenberge tot Breda met 2 Rijns gulden erfchijns die Rasmus (?) Henric Peters sone nu eerst ende metter weerden van 10 stuyvers erfchijns daer jaerlicx uutgaen met voorwaerde dat men de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers de erfgenaemen voirschreven altijt lossen sal moeten elcken penninc met 16 gel.ck penningen eens te gaen op ten chijnsen voirschreven ende metten voirschreven chijnsen.

Actum Anno 1539 18 dage in Junio.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift van deze akte is van 29 januari (of juni) 1550. Hierin verklaart Marie Cornelis Jan Meren dat Jan Andries Willemen de 2 Rijns gulden en 15 stuivers goed betaald heeft en de erfchijns gelost heeft. Haar wijlen man had de erfchijns op 10 december 1539 gekocht.
Het bijschrift is opgenomen bij de beschrijving van Marie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
4e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Jan zal de 3 Rijns gulden erfrecht, den penning 16 betalen op Bamisse (St. Bavo, 1e zaterdag na 1 oktober)

----------------------------------------------------------------------------------------------
Quamen Jan Andries Willemsen sone,
ende geloofden den erfgenaemen wijlen Jaspare Jan Hendricx Moleneren, sijnre huysfrou was,

de erfpenning van 3 Rijns gulden erfrecht, de penning 16, te betalen in penningen op Bamisse op 1539 naestcomende.

Soo de oirconde (?) of p. ter schepenbrieve.
Actum 18 dagen in junio

----------------------------------------------------------------------------------------------
In het bijschrift verkopen de erfgenamen dit recht aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is deze vestbrief doot ende teniet verklaard.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v, 95r van 18 juni 1539]
14-01-1575     -
Quam Peter Cornelis Jan Meren zone,
kende ende lijde dat hij alnu schuldich is jaerlicx ende erffelick te gelde ende uit te reyken

Laurensen Nout Wouters zone, als oom ende voight tot behoef van Marie ende Adrianie Anthonis Wout Aerts zoons dochteren,
daer moeder af was Lysbeth Nout Wouters dochter,

3 loopensaets rogs sjaers erfpachts
goet ende onstbaer(?) van de 5 veertelen rogs die hij Peter Cornelis Jan Meren zone tot noch toe schuyldich is geweest jaerlicx uit te reyken
ende daer af hij de andere 17 loopensaets rogs erfpachts, die Frans Wouter Nouts zone te heffen plach.
de selven Frans aen gelost oft afgecoft heeft/

De 3 loopensaets rogs erfpachts voorschreven, den 2 dochteren Anthonis Jan Aerts zoons voorschreven en honnen nacomelingen
erfelick ende alle jaer tot alsulcke stede met alsulcke mate op alsulcken pachtdach te leveren uit alsulcke onderpande met alsulcke waernisse.

Ende voirt ende gelijck de originale schepenenbrief luydende van de 5 veertelen rogs erfpachts voorschreven, den welcken wij, schepenen voorgenoemd, aengesien hebben ende hoiren lesen breeder inhoudt ende verclaert daer af teneur h. naebescreven volcht luydende van woorde tot woorde aldus
Wij, Henrik Jans Zone van den Vlaspoel ende Lambrecht Rombouts zone van den Eijssel, schepenen in Ghinneken,
Connis date est 1455, 25 dagen in september.
Gevest, actum ut supra (=14 januari 1575)

-----------------------------------------------------------------------------------------
25 september 1455 zal de datum van de genoemde vervallen vestbrief zijn.

In 1584 zal zoon Bastiaen de nieuwe vestbrief aflossen.
  [bron: Ginneken 1569-1578 inv684 f212v en 213r]
13-04-1584     Bijschrift op f212v (Links van de schepenbrief en eronder):

Adrianie Anthonis Jan Aerts zoons dochtere, Joris Anssems heeft bekent dat

Bastiaen Peteren Cornelis Jan Meren in 3 lossen Rg erfrechts in desen brief begrepen

heur Adrianie voorgenoemd, mits de doot ende af einigt van Marie heur zuster, was alles Peteren voorgenoemd dat de lospenningen of de cooppenningen ende daer af met alle verschenen pichten heur volcomen voldaen ende betalet zijn, zoo dat dese brief aen rechten doot ende te nyet is.

Actum 13 april 1584 Cornelis Joossen ende Jan Cornelissen als getuygen.
  [bron: Ginneken 1569-1578 inv 684 f212v en 213r]
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 686 f 278]
Hij trouwde met
ghijben_lysbeth_anthonis_wijlen__erfgenamen_verkopen_2_huysen_tot_ginneken_bij_de_watermolen_op_9_november_1560_-_ginneken_r682_f_117v_en_118r.jpg ghijben_lysbeth_anthonis_wijlen__erfgenamen_verkopen_2_huysen_tot_ginneken_bij_de_watermolen_op_9_november_1560_-_ginneken_r682_f_117v.jpg ghijben_lysbeth_anthonis_wijlen__erfgenamen_verkopen_2_huysen_tot_ginneken_bij_de_watermolen_op_9_november_1560_-_ginneken_r682_f_118r.jpg ghijben_lysbeth_anthonis_wijlen__erfgenamen_verkopen_2_huysen_tot_ginneken_bij_de_watermolen_op_9_november_1560_-_ginneken_r682_f_118v.jpg
722 Ghijben Lysbeth Anthonis wijlen, erfgenamen verkopen 2 huysen tot Ginneken bij de watermolen op 9 november 1560 - Ginneken R682 f 117v en 118r
723 Ghijben Lysbeth Anthonis wijlen, erfgenamen verkopen 2 huysen tot Ginneken bij de watermolen op 9 november 1560 - Ginneken R682 f 117v
724 Ghijben Lysbeth Anthonis wijlen, erfgenamen verkopen 2 huysen tot Ginneken bij de watermolen op 9 november 1560 - Ginneken R682 f 118r
725 Ghijben Lysbeth Anthonis wijlen, erfgenamen verkopen 2 huysen tot Ginneken bij de watermolen op 9 november 1560 - Ginneken R682 f 118v
4097 Agneese Anthonis Ghijben (afb. 722 t/m 725). Agneese is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Maeijken Peter Cornelis Jan Meren.
Notitie bij de geboorte van Maeijken: Zij is niet genoemd in de akte van 9 november 1560. De andere 4 broers wel, die waren toen onbejaerd. Misschien was zij al wel bejaerd, ofwel volwassen. Waarom zou zij dna niet genoemd zijn als erfgename?
Een andere mogelijkheid is dat zij toen nog niet geboren was.

In de acte van 1601 zijn haar 3 kinderen genoemd, en dat zij overleden is.
Maeijken is overleden vóór dinsdag 2 januari 1601.
Vestbrief:
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
Maeijken trouwde met Cornelis Geerts. Cornelis is overleden op dinsdag 2 januari 1601.
Vestbrief:
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, J. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken R686 f 214 r en v, f215r - 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
II. Cornelis Peeter Cornelis Jan Meeren, geboren na dinsdag 9 november 1535 (zie 2048).
meren_bastiaen_peter_cornelis__en_broer_jan_kopen_het_goed_van_wijlen_broer_laureijs__die_gevangen_zat_in_herenthals__en_stede_huurde_op_couwelaer_-_ginneken_r686_f11r-1_juli_1587.jpg meren_bastiaen_peter_cornelis__en_broer_jan_kopen_het_goed_van_wijlen_broer_laureijs__die_gevangen_zat_in_herenthals__en_stede_huurde_op_couwelaer_-_ginneken_r686_f11v-1_juli_1587.jpg
726 Meren Bastiaen Peter Cornelis, en broer Jan kopen het goed van wijlen broer Laureijs, die gevangen zat in Herenthals, en stede huurde op Couwelaer - Ginneken R686 f11r-1 juli 1587
727 Meren Bastiaen Peter Cornelis, en broer Jan kopen het goed van wijlen broer Laureijs, die gevangen zat in Herenthals, en stede huurde op Couwelaer - Ginneken R686 f11v-1 juli 1587
III. Bastiaen Peter Cornelis Jan Meren (afb. 716, 726 en 727), geboren na dinsdag 9 november 1535.
Notitie bij de geboorte van Bastiaen: Op 9 november 1560 was hij nog onbejaerd. Dan was hij nog geen 25 jaar. Teruggerekend moet hij geboren zijn na 1535 en voor 9 november 1560
Bastiaen is overleden na woensdag 1 juli 1587.
Notitie bij Bastiaen: In de vestbrief van 1587 ook wel in de 1e regel Sebastiaen genoemd, daarna steeds Bastiaen. in alle andere akten Bastiaen.
Vestbrief:
14-01-1575     -
Quam Peter Cornelis Jan Meren zone,
kende ende lijde dat hij alnu schuldich is jaerlicx ende erffelick te gelde ende uit te reyken

Laurensen Nout Wouters zone, als oom ende voight tot behoef van Marie ende Adrianie Anthonis Wout Aerts zoons dochteren,
daer moeder af was Lysbeth Nout Wouters dochter,

3 loopensaets rogs sjaers erfpachts
goet ende onstbaer(?) van de 5 veertelen rogs die hij Peter Cornelis Jan Meren zone tot noch toe schuyldich is geweest jaerlicx uit te reyken
ende daer af hij de andere 17 loopensaets rogs erfpachts, die Frans Wouter Nouts zone te heffen plach.
de selven Frans aen gelost oft afgecoft heeft/

De 3 loopensaets rogs erfpachts voorschreven, den 2 dochteren Anthonis Jan Aerts zoons voorschreven en honnen nacomelingen
erfelick ende alle jaer tot alsulcke stede met alsulcke mate op alsulcken pachtdach te leveren uit alsulcke onderpande met alsulcke waernisse.

Ende voirt ende gelijck de originale schepenenbrief luydende van de 5 veertelen rogs erfpachts voorschreven, den welcken wij, schepenen voorgenoemd, aengesien hebben ende hoiren lesen breeder inhoudt ende verclaert daer af teneur h. naebescreven volcht luydende van woorde tot woorde aldus
Wij, Henrik Jans Zone van den Vlaspoel ende Lambrecht Rombouts zone van den Eijssel, schepenen in Ghinneken,
Connis date est 1455, 25 dagen in september.
Gevest, actum ut supra (=14 januari 1575)

-----------------------------------------------------------------------------------------
25 september 1455 zal de datum van de genoemde vervallen vestbrief zijn.

In 1584 zal zoon Bastiaen de nieuwe vestbrief aflossen.
  [bron: Ginneken 1569-1578 inv684 f212v en 213r]
13-04-1584     Bijschrift op f212v (Links van de schepenbrief en eronder):

Adrianie Anthonis Jan Aerts zoons dochtere, Joris Anssems heeft bekent dat

Bastiaen Peteren Cornelis Jan Meren in 3 lossen Rg erfrechts in desen brief begrepen

heur Adrianie voorgenoemd, mits de doot ende af einigt van Marie heur zuster, was alles Peteren voorgenoemd dat de lospenningen of de cooppenningen ende daer af met alle verschenen pichten heur volcomen voldaen ende betalet zijn, zoo dat dese brief aen rechten doot ende te nyet is.

Actum 13 april 1584 Cornelis Joossen ende Jan Cornelissen als getuygen.
  [bron: Ginneken 1569-1578 inv 684 f212v en 213r]
01-07-1587     Jan Jan Lips sone ende Adriaen Aertsse van Heel, schepenen in Ghinneken, doen condt, dat

Bastiaen ende Jan, gebroederen Peter Cornelis Meren sonen,
en hon medeconsorten bij besettinge recht,
bedingt, opgewonnen en gecoft hebben uit ’s heeren hant alle de goeden,
haefelijcke ende erfelick, die

de weduwe ende de kynderen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren sijn hebbende ende besittende onder de Vierschaer van Ghinneken,

ende speciaelyck hen gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte als hon nae de aflijvigheijt van wijlen Peter Cornelis aengecomen ende verstorven sijn,

Eerstens voor de somme van 82 karolus gulden eens, wesende verschoten penningen voor het rantsoen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren, de voorsegde weduwe ende kynderen man, ene vader respective was.
In sijn gevangenisse tot Herentals,

Andersins voor de ontlastinge van de borchtochte ende restitutie van de penningen bij den voorgenoemde Bastiaen gedaen ende verschoten.

Ende noch te verschieten aen Cornelis Joos zoon, de leemsteker, aengaende de hueringe van de stede op Couwelaer.

Ende derdesins voor 40 karolus gulden eens, die de voorschreen Bastiaen voor de voornoemde weduwe ende kynderen in verscheijden manieren verschoten ende gedevoorfeert heeft, al volgende de obligatie, specifiatie ende ander bescheet daeraf zijnde, soo wij verstonden,
ende voor de costen van recht ende op gewoonlijcke protestatie, in de dat dyen achtervolgende, de voorgenoemde Bastiaen Peter Cornelis Meren soon, soo voor hem selven, soo in den name ende tot behoef van den voorgenoemde Jannen, sijnen broeder, ende medeconsorten in de opgewonnen erfelijcke goeden, ende spetialyck in t gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte voorschreven geest is .

Actum anno 1587 op een eersten dach van Juli
  [bron: Ginneken R686 f11r en v]
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 686 f 278]
IV. Laureijs Peter Cornelis Jan Meren, geboren na dinsdag 9 november 1535 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Notitie bij de geboorte van Laureijs: Op 9 november 1560 was hij nog onbejaerd. Dan was hij nog geen 25 jaar. Teruggerekend moet hij geboren zijn na 1535 en voor 9 november 1560
Laureijs is overleden vóór woensdag 1 juli 1587, ten hoogste 51 jaar oud.
Adres:
01-07-1587     Couwelaer, Ginneken (De broers Bastiaen en Jan hebben de huur betaald voor de stede op Couwelaer.)   [bron: Ginneken R686 f11r en v]
Gevangenis:
voor 01-07-1587     In de akte staat dat borgtocht betaald is door zijn broer Bastiaen op hem vrij te krijgen uit de gevangenis van Herentals.

Er staat ook dat het besettingen recht van toepassing is, ofwel: het is oorlog. Al bijna 20 jaar.

Waarom hij daar gevangen zat, staat er niet bij. We weten niet of dit te maken heeft met de opstand, de zoals later zal blijken de 80 jarige oorlog.
  [bron: Ginneken R686 f11r en v]
Vestbrief:
01-07-1587     Jan Jan Lips sone ende Adriaen Aertsse van Heel, schepenen in Ghinneken, doen condt, dat

Bastiaen ende Jan, gebroederen Peter Cornelis Meren sonen,
en hon medeconsorten bij besettinge recht,
bedingt, opgewonnen en gecoft hebben uit ’s heeren hant alle de goeden,
haefelijcke ende erfelick, die

de weduwe ende de kynderen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren sijn hebbende ende besittende onder de Vierschaer van Ghinneken,

ende speciaelyck hen gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte als hon nae de aflijvigheijt van wijlen Peter Cornelis aengecomen ende verstorven sijn,

Eerstens voor de somme van 82 karolus gulden eens, wesende verschoten penningen voor het rantsoen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren, de voorsegde weduwe ende kynderen man, ene vader respective was.
In sijn gevangenisse tot Herentals,

Andersins voor de ontlastinge van de borchtochte ende restitutie van de penningen bij den voorgenoemde Bastiaen gedaen ende verschoten.

Ende noch te verschieten aen Cornelis Joos zoon, de leemsteker, aengaende de hueringe van de stede op Couwelaer.

Ende derdesins voor 40 karolus gulden eens, die de voorschreen Bastiaen voor de voornoemde weduwe ende kynderen in verscheijden manieren verschoten ende gedevoorfeert heeft, al volgende de obligatie, specifiatie ende ander bescheet daeraf zijnde, soo wij verstonden,
ende voor de costen van recht ende op gewoonlijcke protestatie, in de dat dyen achtervolgende, de voorgenoemde Bastiaen Peter Cornelis Meren soon, soo voor hem selven, soo in den name ende tot behoef van den voorgenoemde Jannen, sijnen broeder, ende medeconsorten in de opgewonnen erfelijcke goeden, ende spetialyck in t gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte voorschreven geest is .

Actum anno 1587 op een eersten dach van Juli
  [bron: Ginneken R686 f11r en v]
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]
05-04-1604     Doen condt eenenygelijcken alsoo

Andries ende Peeter Cornelis Meren sonen
op ten 3e juni 1598 gecoft hebben uyt ’s heeren hant alzulcke 50 Rijns gulden t stuck ets. eens als
der weduwe ende kynderen of erfgenaemen van wijlen Laureijs Peeter Meren aengecomen ende verstorven zijn
nae de doot van wijlen Gijsbrecht Jan Pauwels,
de weelcke schuldich is Matheeus Gabriels
ter zaecken van den coop van den stede
bij hem gecoft van Adriaen Geeryts zone ende sijne kynderen

als deselve 50 Rijns gulden
uyt de voorschreven stede ende erfenissen den voogenoemden Jan Pauwels schuldich geweest hebbende

ende voorts het gerechtich contingent den voorschreven erfgenaemen competerende in de stede ende erfenissen daer wijlen Peeter Jan Meren sone uytgestorven is (zal bedoeld zijn opa Peeter Cornelis Jan Meren of oom Peeter Cornelis Peeter Meren),

midtsgaders de goeden die den selven noch aencomen ende versterven sullen na de doot van Bastiaen Peeter Jan Meren zone, heurlieden oom,
ende voorts alle honne goeden onder Ginneken gelegen

Ende voorts dat voor de somme van gelijcke 50 Rijns gulden met noch 40 Rijns gulden ter saecken van intrest,
die de voorschreven Andries ende Peeter Cornelis Meren en de honne ouders voor den voorgenoemden Laureijs Peeter Meren aen Peter Gabriels hebben verschoten ende betaelt,
ende voor de costen van recht, schaeden ende intresten gelijck dit al blijckt bij de acte daer van zijnde.

Ende dat de voorgenoemden Andries ende Peeter hebben doen doen alle publicatien ende solemniteijten tot dese volgende de 4e ende 5e ordonnantie van zijne .. op t stuck van de opwinnen der goederen in de Stadt ende Lande van Breda gelegen en .ceforteren gemaeckt ende gepubliceerd van daye den 25e februari anno 1597 gerequireert ende vereijscht.

Soo bij ons wettich bescheit is gebleken dat dyen achtervolgende de voorgenoemde Andries voor hem selven ende Denys Cornelis Meren zone, als oom ende voight in den naeme ende tot behoef van voorschreven Peeter Cornelis Meren kynderen in t opgenomen contingent der stede ende erfenissen ende andere erfelijcke goeden voorschreven.

Gevest is, Actum ut supra.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 686 f 278]
V. Jan Peter Cornelis Jan Meren, geboren na dinsdag 9 november 1535.
Notitie bij de geboorte van Jan: Op 9 november 1560 was hij nog onbejaerd. Dan was hij nog geen 25 jaar. Teruggerekend moet hij geboren zijn na 1535 en voor 9 november 1560
Jan is overleden na woensdag 1 juli 1587.
Vestbrief:
01-07-1587     Jan Jan Lips sone ende Adriaen Aertsse van Heel, schepenen in Ghinneken, doen condt, dat

Bastiaen ende Jan, gebroederen Peter Cornelis Meren sonen,
en hon medeconsorten bij besettinge recht,
bedingt, opgewonnen en gecoft hebben uit ’s heeren hant alle de goeden,
haefelijcke ende erfelick, die

de weduwe ende de kynderen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren sijn hebbende ende besittende onder de Vierschaer van Ghinneken,

ende speciaelyck hen gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte als hon nae de aflijvigheijt van wijlen Peter Cornelis aengecomen ende verstorven sijn,

Eerstens voor de somme van 82 karolus gulden eens, wesende verschoten penningen voor het rantsoen van wijlen Laureijs Peter Cornelis Meren, de voorsegde weduwe ende kynderen man, ene vader respective was.
In sijn gevangenisse tot Herentals,

Andersins voor de ontlastinge van de borchtochte ende restitutie van de penningen bij den voorgenoemde Bastiaen gedaen ende verschoten.

Ende noch te verschieten aen Cornelis Joos zoon, de leemsteker, aengaende de hueringe van de stede op Couwelaer.

Ende derdesins voor 40 karolus gulden eens, die de voorschreen Bastiaen voor de voornoemde weduwe ende kynderen in verscheijden manieren verschoten ende gedevoorfeert heeft, al volgende de obligatie, specifiatie ende ander bescheet daeraf zijnde, soo wij verstonden,
ende voor de costen van recht ende op gewoonlijcke protestatie, in de dat dyen achtervolgende, de voorgenoemde Bastiaen Peter Cornelis Meren soon, soo voor hem selven, soo in den name ende tot behoef van den voorgenoemde Jannen, sijnen broeder, ende medeconsorten in de opgewonnen erfelijcke goeden, ende spetialyck in t gerechtich aenpaert in ofte van de stede ende erfenisse met alle heure toebehoorte voorschreven geest is .

Actum anno 1587 op een eersten dach van Juli
  [bron: Ginneken R686 f11r en v]
02-01-1601     Ghinneken Pro Anno 1601

Jan Michiel Mercelissen van der Anvort ende Cornelis Peterssen van der Corput, schepenen in t Ghinneken,

Quam
Sebastiaen Peeter Cornelis Meren zone
Denys Cornelis Peeter Cornelis Meren zone
Cornelis, Ghijsbrecht ende Adriaen gebroederen wijlen Cornelis Geerts zonen (in het bijschrift staat dat hun moeder was Maeyken Peeter Cornelis Meren)
Agneese desselven Cornelis Geerts dochter met Peeter Jan Floris zone, heuren man ende voight voor hen selve, ende
de voorgeschreven Bastiaen noch als gemechtich ende in den naeme van Cornelisen ende Peeteren Laureijs Peeter Cornelis Meren zone . zijde welcke soo voor hen selven als voorts vervangende henne andere susters (geen namen genoemd), alnoch ongehouwd zijnde, daer zij hen voor sterck maeckten,
met oock Cathelijnen haere suster ende
Jacob Michielsen als man ende voight van Agneese Laureijs Meren dochter,
de voorgenoemde Bastiaen ende Jan, zijn broeder, mechtich gemaect sijn om te doen t gene naebescreven volght nae uytwijsen van de acte van procuratie daer af voor schepenen der Vrijheit van Hogstraten gepasseert ende met honnen segelen besegelt, ondergeteeckent JWaechmans wesen van date op . . . . (datum niet ingevuld) anno 1600, de welcke zij thoonde ende
Hendrik de Weert als gemechtich ende in den naemne van Gielisen Buysen als d actie (?) hebbende bij opwinninge van t contingent Jannen Peeter Cornelis Meren zone, gecompeteert hebbende, soo wij verstonden, volgende de procuratie daer af zijnde, soo hij seijde, ende voor dne welcken hij hem des niettemin sterck maecte

ende den selven hier in verenig, hebben vercoft

Cornelien Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe van wijlen Henrick Peeter Meren zoons, stede ende erfenisse naebescreven, te weeten

Huysinghe, hove, hovinge ende erfenissen met heure toebehoort ende metten erve daer aen liggende soo onder lant als weijde, houdende tesamen omtrent derdalft (?) buynder,
gelegen onder Ghinneken in de Rechte Strate,
suytwaert aen Adriaen Peeter Jacobs erve,
ende voorts omgaens aen s Heeren strate.

Item noch een stuck lants, genaemt den Langacker, groot omtrent 2 loopensaet,
Met noch een stuck beemden, genaemt Hansen beemdt, groot omtrent een halft buynder, gelegen aen malcanderen op te Grootacker,
oostwaert aen den dijck aldaer,
suytwaet aen Anthonis Cornelis Halderberch erfgenaemen erve,
westwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
noortwaert aen Lambrecht Cornelis Vermolen erve

Item noch een stuck beemden, groot omtrent 2 weijde hoymaden, gelegen tusschen de Daesdoncksche vonder ende de moeren,
oostwaert aen Daniel de Loeckers erfgenaemen oft hon actie hebbende erve,
suytwaert aen Adriaen van der Daesdoncx erfgenaemen erve ,
westwaert aende de Marck, ende
noortwaert aen de voorschreven Cornelien, cooperesse ander erve heur van e voren toebehoorende.

Item noch een stuck erfs, zoo onder heijde als weijde, houdende tesamen omtrent een halft buynder, gelegen teijnden de Couwelaersche strate,
noortwaert ende oostwaert aen Jan Mathijs Meren erve, ende
suytwaert ende westwaert aen Marten Janssen weduwe ende kynderen erve.

Item noch een stuck heijvelts, groot omtrent 2 buynder, gelegen tusschen de beke ende de strate, loopende aen het Geertbroeck,
oostwaert ende westwaert aen Jan Mathijs Meren erve,
suytwaert aen de beke ende
noortwaert aen s Heeren strate.

En noch Vijftienstedeken in en van het Goor, gelegen tot Notselt, alsoo groot ende cleijn als de erfenisse voorschreven gelegen zijn.


Te vrijen ende te waeren de vercofte stede ende erfenissen voorscreven,
met 4 veertelen rogs t jaers erfpachts der Tafele Heijlichen Geests tot Breda,
Met noch 13 loopenen rogs erfpachts den Capittele oft Capellanen bynnen Breda,
Met nog een loopen rogs t jaers Adriaenken Lambrecht Hulshouts weduwe.
Met noch 6 loopenen rogs erfpachts die de vercooperen voorgenoemd en rechter erfvorwaerde daer op blijven heffen alle Jaer op Lichtmisse.
Met noch 3 karolus gulden t stuck erfpacht ’s jaers Sebastiaen Rombout Schrauwen.
Met noch 30 stuyvers r stuck van 2 Grooten Vlaems t jaers de Kerkcke tot Ghilse.
Met noch 14 stuyvers ende 2 oort t jaers Anneken Montens, weduwe wijlen .ans van Esch, ende
Met noch 4 stuyvers ende 3 penningen t jaers erfchijns te heeren chijns.

Behoude. dat se medepandt ende bijpandt blijven daer se met recht schuldich zijn .

Orconde anno 1601, twee daege in Januari

----------------------------------------------------------------------------------------------

In deze acte komen 3 takken van de Meeren’s in voor: de Kees Meeren tak, de Jos Meeren tak en de Mathijs Meeren tak. Zie daarvoor de website meeren.org.

Ze komen samen in het gebied te Ulvenhout, de zogenoemde Beekhoek. In het artikel in de Paulus van Daesdonck, nr 138, pagina 123 e.v. is de geschiedenis er van beschreven. Daar staat in de dat de hoeve (Strijbeekseweg 11) gekocht is door Cornelis van Peter Cornelis Laureijs Meren. Dat is niet correct. In de acte koopt zij het van de kinderen en kleinkinderen van Peter Cornelis Meren. Uit de namen van de kinderen Cornelis, Bastiaen, Laureijs, Jan en Maeyken blijkt dat het gaat om Peter Cornelis Jan Meren.

In de volgende akte van dezelfde datum geeft Cornelis aan wat ze al betaald heeft aan de erfgenamen, en wat nog volgt. Ze doet dat samen met haar zoon Peter Henrick Peeter Meren, die ook schepen is.
In het bijschrift van 2 mei 1602 staat dat zij dat ook betaald heeft. Denys Cornelis Peeter Meren en Gijsbrecht Cornelis Geerts, namens zijn moeder Maeyken Peeter Cornelis Meren verklaren dit.
----------------------------------------------------------------------------------------------

Hieronder de akte:

Quam Cornelie Huych Mercelis Conincx dochter, weduwe wijle Henrick Peeter Meren,
geassisteert met Peeteren desselfs Henricx ende heur zone ende mede-schepen als heuren gekoren voight,
tot dese saecke kende ende lijde dat boven de 230 karolus guldens stuck e. een die sij alnu gereet betaelt heeft, zij noch wettelijck schuldich is heur ende op alle heure goeden den kynderen ende erfgenamen van wijlen Peter Cornelis Meren zoons, gelijcke somme van 230 karolus guldens eens,
toecomende ter saecken van coop oft baete van sekere stede ende erfenissen tot Ghinneken in de Rechte Strate daeromtrent gelegen,
dewelcke heur bij den crediteuren voorschreven, vercoft ende overgevest zijn.

Te betalen den voorschreven kynderen ende erfgenamen wijlen Peeter Cornelis Meeren zoons oft hon actie hebbende thoonder van desen als erfpenningen te Lichtmisse anno 1602.
Date te weten van Lichtmisse anno 1601 naercomende over ende daer verbyndende daer voor specialyck de gecofte stede ende erfenissen voorschreven noch heur comparente andere stede ende erfenissen die zij heeft liggende onder Ghinneken in de Hoek (= de Beekhoek).

In vaegen ende manieren, gelijck Jan des voorschreven wijlen Henrick Peeter Meren zone die in huer dat is gebruickende al naest alsulcken commer als daer . ter tijt met rechts schuldich is voor uyt te gaen ende voorts generalyck heur selven ende alle heur andere goeden ruerende ende onruerende putra et futura, met pande en ten tijd ende termijne voorschreven.

Actum 2 dagen in Januari.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Als ik het goed lees, huurt nu haar zoon Jan de hoeve aan de Beekhoek (nu Beekhoek 5).

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hieronder het bijschrift van 2 mei 1602:

Denys Cornelis Peter Meren zone ende
Ghijsbrecht Cornelis Geerts sone, daer moeder af was Maeyken Peeter Cornelis Meren dochter,

zoo voor hen selven als in den naeme van heuren mede erfgenamen van Peter Cornelis Meren zone voor den welcke zij hen sterck maeckten ende degene hier in verenigen onder de verbyntenisse van honne persoon ende alle t honne goeden ruerende ende onruerende putra et futura,

hebben verclaert ende bekent van dat Cornelie Huych Mercelis dochter hen voldaen ende betaelt heeft de 230 karolus guldens eens in desen schultbrieve begrepen, sulcx dat dezelve schultbrieft alnu geheel doot ende te nuet is.

Actum 2 mei 1602

Putra Jan Naggers ende Cornelis van Ghilse, clercken in de Secretarije tot Breda als getuygen ende ick, A. Dyrven

---------------------------------------------------------------------------------------
Denys en Ghijsbrecht, 2 neven, verklaren dat Cornelie alles betaald heeft.
  [bron: Ginneken inv 686 f214 r en v, F215r d.d. 2 januari 1601 en 2 mei 1602]

Generatie 14 (stamoudouders)

ginneken_inv_679_-_vestbrieven_1544-1549_met_daarin_cornelis_jan_jan_meren_de_oude_en_de_jonge_-_het_overlijden_van_hun_moeder_-_stede_te_hoodonc_bij_strijbeek_-_f._24r_en_v_-_jac_meeren_4_juni_2022.jpg meren_cornelis_jan_de_oude_en_de_jonge__met__aert_en_ghijsel_andries_de_wrijters_krijgen__na_de_dood_van_hun_moeder__erfpacht_van_hun_2_broers_matheus_en_jan_-_ginneken_679__f_24r_-_18_maart_1544.jpg meren_cornelis_jan_de_oude_en_de_jonge__met__aert_en_ghijsel_andries_de_wrijters_krijgen__na_de_dood_van_hun_moeder__erfpacht_van_hun_2_broers_matheus_en_jan_-_ginneken_679__f_24v_-_18_maart_1544.jpg
728 Ginneken inv 679 - Vestbrieven 1544-1549 met daarin Cornelis Jan Jan Meren de oude en de jonge - het overlijden van hun moeder - stede te Hoodonc bij Strijbeek - f. 24r en v - Jac Meeren 4 juni 2022
729 Meren Cornelis Jan de oude en de jonge, met Aert en Ghijsel Andries de Wrijters krijgen, na de dood van hun moeder, erfpacht van hun 2 broers Matheus en Jan - Ginneken 679, f 24r - 18 maart 1544
730 Meren Cornelis Jan de oude en de jonge, met Aert en Ghijsel Andries de Wrijters krijgen, na de dood van hun moeder, erfpacht van hun 2 broers Matheus en Jan - Ginneken 679, f 24v - 18 maart 1544
8192 Cornelis Jan Jan "de oude" Meren (afb. 728 t/m 730).
Vestbrief:
15-06-1535     Samenvatting:

Cornelis de oude en Cornelis de jonge zjn de 2 kinderen van t huwelijk van Jan Jan Meren en Margriet Aert Ghijsels.
Jan, Ghijsel (of Ghysel), Aert en Matheeus zijn de 4 kinderen uit het huwelijk van Andries Wrijters met Margriet Ghijsels.

Zowel Jan Jan Meren als Andries Wrijters zijn overleden. Hun moeder Margriet leeft nog.

Cornelis de oude en Cornelis de jonge krijgen de helft van de stede te Hoodonc bij Strijbeek, die in t geheel 6 a 7 bunder groot is.
Ook de helft van een stuk hei te Cleijn IJssel bij Hoogstraten, 4 tot 4 /2 bunder groot.

Cornelis en Cornelis dragen de helft over aan de kinderen Wrijters. Met de voorwaarde dat bij de dood van hun (gezamenlijke) moeder, de andere helft ook bij hun terechtkomt. (Ik maak er uit op dat de kinderen Wrijters daar gebruik van mogen maken, ze hoeven er niet weg)

Zolang hun moeder nog in leven is, mag zij een halster rogs erfpacht heffen (= de helft van een sester = 172,8 liter). De erfpacht is oud goed van Jan Jan Meren.
Als zij dood is, komt de erfpacht weer bij Cornelis de oude en Cornelis de oude.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wie is nu eerst overleden: Jan Jan Meren of Andries Wrijters? Wie is de reden dat nu de scheiding gemaakt wordt?

Ieder van de kinderen is blijkbaar mondig, ofwel ouder dan 25 jaar, anders had dat er wel bij gestaan. Anders had dat namelijk een indicatie kunnen zijn van welke partij de oudste was. Dat geldt dus niet.

De erfpacht van de stede hoort in ieder geval bij het oud goed van Jan Jan Meren. Dat lijkt ook te gelden voor de boerderij en het land.
Dan zou het logisch zijn dat Jan Jan Meren er samen met Margriet woonde, en dat zij na zijn dood hertrouwd is.
En dat de kinderen van Jan Jan Meren het goed vinden dat de kinderen van Andries, hun halfbroers, de boerderij gebruiken.


Een andere optie is, dat Margriet eerst getrouwd was met Andries, 4 kinderen kreeg, en daarna hertrouwde met Jan en op zijn boerderij ging wonen, en nog 2 kinderen kreeg.
Deze optie sluit minder goed aan op de vestbrief.

Maar misschien als ik beter leer om de vestbrief te vertalen en te begrijpen, of als ik andere informatie vind, dat ik dan meer duidelijkheid vind.

-----------------------------------------------------------------------------------------------

Cornelis Godschalx sone van de Hoelt ende Wouter Cornelis Scholtens sone, schepenen in t Ghinneken.

Quamen
Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Jan Meren sonen, kende ende lijde,
dat Jan Andries Wrijters zone, hon brueder, voir hem selven ende in den name van Ghyselen, Aerden, ende Matheeus, sijn gebruederen, wijlen Andries Wrijters sonen.

Hon sijden al nu wel ende deugdelic vermecht ende te vreden gestelt hebben van alsulcken . ende gedeelt.

Te weten van de helft van de stede ende erfenisse nabeschreven, die wijlen Jan Jan Meren ende Margriet Aert Ghijsels, zijn huijsfrou, bynne erfelijke vercregen hebben, soo sij seijden.

Te weten van de ene helft van de huysinge, schuer so koye, hovinge ende erfenisse met hunne toebehoort ende alle erve, daeraan liggende hoven, in t geheel omtrent 6 of 7 buynder of alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen zijn te Hoodonc bij Strijbeek.

Noortwaerts aen Adriaen Cornelis Dijks zone erve, ende
Suytwaerts aen Henric Godert Thijs zone erve.

Ende noch van de helft van een stuck heijvelts houdende in t geheel omtrent 4 buynder of vyrdalf buynder,
gelegen tot Cleijn Eijssel over Hoochstraten

Met al sulcken . als . helft van de huysinge ende erfenisse en van de ander erve voirscheven, schuldich is uut te gaen,
.de den welcken de voirschreven Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zoons sonen de helft ende alle t recht dat hen aen de huysinge ende aen de andere erven voirschreven,
na hons vader sijn doot aenbestorven was, ende . aen . opgedragen ende overgegeven hebben, drouge op ende gaven over met behoirlicken .rthij. den voirschreven Jan Andries Wrijters zone tot behoef van de voirschreven Ghijselen, Aerden, ende Matheeus, zijne brueders, ende honne nacomelingen sone . . . aen te beloven.

Wel verst. dat de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen behouden hon recht . ende versterft na hons moeders doot van de wederhelft van de stede ende erfenisse voirschreven, die de voirschreven Margriet Aet Ghijsels ende heurde (?) moeder toebehoirt.

Dus is het wet, dat deselve Margriet Aert Ghijsels op te gehele stede ende erfenisse voirschreven, heffende is een halfter rogs (=172, 8l) jaerlicx in tochten, welc des voirschreven Jan Jan Meren zone out goet was, van welcken halfster erfpacht voirschreven, de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen hen oic bekenden wel vermecht ende voldaen te sijn, soo dat t selve een halfster rogs erfpacht op te gehele stede ende erfenisse voirschreven den kynderen Andries Wrijters voirschreven, volgen na hons moeders doot volgen ende bliven sal.

Voort bedancten hen de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren sone voir de goede sceijdinge ende deijlinge van alle goeden hen na de doot hons vaders aenbestorven van de have ende erve.

Actum 1535 vijftien dagen in Juni.
  [bron: Ginneken inv 677 f 135v en 136r]
18-03-1544     Samenvatting:

Cornelis Jan Meren de oude en de jonge, komen voor de schepenen met Aert en Ghijsel de Wrijters, hun halfbroers.

Na hun vaders dood (= die van Andries de Wrijters) is gedeeld op:
- de stede en alles wat erbij hoort, op Hoodonck
- 3 percelen hooiland op Strijbeek
- 1 bunder beemden onder Hoogstraten
- 1 hooiveld op Cleijn Eijssel onder Hoogstraten, 6 a 7 bunder, de Ghoor

Cornelis en Cornelis zijn door Margriet, hun moeder uitgekocht.

Matheeus en Jan zullen jaarlijks 2700 liter rogge moeten uitreiken aan Cornelis, Cornelis, Aert en Ghijsel, ieder zoveel als het hun aangaat, en de heeren chijns betalen.

Opgemaakt op 18 maart 1544.

Het lijkt er op dat Matheus en Jan de boerderij runnen, en van de oogst flink wat rogge aan hun 4 broers als erfpacht uitreiken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Henrick Woutersse van Keessel ende Peter Cornelis Meren sone, schepenen in Ghinneken.

Quamen Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Meren sonen,
Aert ende Ghijsel, gebruederen, wijlen Andries de Wrijters sonen,

kenden ende lijden, dat Matheeus ende Jan, gebrueders, den voorschreven wijlen Andries de Wrijters sone, honne kinderen na de doot van wijlen Margrieten Aert Ghijsels dochter, hon alder moeder was,

ende oick eens de als na de doot van wijlen Andries de Wrijter als voirschreven, Aerts, Ghijsels, Matheeus ende Jans vader was,
tegens honluijden gescheijden ende gedeelt zijn op te geheele stede, huijsinge, schuer, kooye, hovinge ende erfenisse met haere toebehoirte, ende op te erve, daeraenliggende,

in verscheijden perceelen ende landt, hoy ende weijde landt ende bosch, tesamen houdende omtrent 8 buynder,
gestaen ende gelegen tot Ghinneken op Hoodonck,
westwaerts aen ’s Heeren stroom (=de Mark),
noortwaerts aen Adriaen Cornelis De Pels soons erve,
oostwaerts aen ’s Heeren strate ende Vroente,
zuytwaert aen Henrik Godert Mathijssen erfgenaemen erve.

Item noch op omtrent 3 hoipercelen landt, gelegen op Strijbeek,
zuytwaert ende noortwaert aen Jan Ruelens soons van den Verspoel erve.

Item noch op omtrent een buynder beemden, gelegen onder Hoogstraten,
oostwaert aen ’s Heeren stroom, ende
westwaert aen de Keessels Acker.

Item noch op een stuck hoyvelts, houdende omtrent zest of zeven buynder, gelegen te Cleijn Eijssel, oick onder Hoogstraeten ,
oostwaert aen ’s Heeren Strate, ende
westwaert aen Merten Verdeels erfgenaemen erve, genaempt den Ghoor.

Alsoo groot ende cleijn als de stede ende erfenisse ende alle andere erven voirschreven, gestaen ende gelegen zijn, ende gelijckt wijlen Andries de Wrijter ende Margriet Aert Ghijsels als sijn huysfrou was voirschreven, die gelijckerhant te besetten plagen, ende

daer zij de heur sonen, wijlen Jan Meren voorgenoemd, derselven Margrieten voirschreven, als van alsulcken erven als den selven voirschreven, na de hons vader voirschreven doot, daer inne competeert ende aenbestorven was eertijts uutgecoft ende bevruecht hadden, nae uutweijsen der brieve ende bescheijdt aer af zijnde, soo wij verstonden.

Uut welcke stede ende erfenissen, bovengescreven ende voirgenoemde Matheeus ende Jans, gebruederen, Andries de Wrijters sonen, jaerlicx uutreijcken zullen moeten 7 sesteren, 3 veertelen, 1 loopensaet Rogs erfpacht (ofwel 7x345,6 liter, 3x86,4l en 21,6l in totaal 2700l) ende ’s Heeren chijnse, al outs commers in verscheijden percheelen daer jaerlicx uutgaande.

Tegens welcke stede ende alle de erfenisse oirschreven de voirgenoemde Cornelis de oude ene Cornelis de jonge, Jan Meren sonen, ende Aert ende Ghijsel, wijlen Andries de Wrijters sonen, gebruederen,
te weten de elck van hen voir soo veel alsthoen aengaet,
bekenden verlict (?) te zijn, zoo met pachte oft penningen den voirschreven Matheeus ende Jan, honne brueders daer af uutreijcken sullen, soo met andere pachten ende renten die sij dan tegens hebben sullen andersins dan sij moeten te doen zijn.

Parthijen mits dien gehoirlick ende al op te selve stede ende erfenissen boven geschreven tot behoeft van den voirgenoemde Matheeus ende Jan, honne brueders ende honne nacomelingen, sonder eenich recht te behoiren.

Actum Anno 1544, 18 dage in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 679 f 24 r en v]
Hij trouwde met
8193 N.N..
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Peter Cornelis Jan Meren (zie 4096).
meren_marie_cornelis_jan__verklaart_op_29_januari_1550_dat_jan_andries_willems_alles_betaald_heeft_-_breda_inv_444_f_94v_scan_211.jpg meren_marie_cornelis_jan__koopt_beemden_op_heestaden_in_ginneken_op_8_januari_1558_van_de_erven_wijlen_jan_mathijs_meren_-_ginneken_inv_682_f_6r.jpg
731 Meren Marie Cornelis Jan, verklaart op 29 januari 1550 dat Jan Andries Willems alles betaald heeft - Breda inv 444 f 94V scan 211
732 Meren Marie Cornelis Jan, koopt beemden op Heestaden in Ginneken op 8 januari 1558 van de erven wijlen Jan Mathijs Meren - Ginneken inv 682 f 6r
II. Marie Cornelis Jan Meren (afb. 731 en 732). Marie is overleden na zaterdag 8 januari 1558 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 94v bijschrift van 29 januari 1550; Ginneken Vestbrieven 682 f6r van 8 januari 1558].
Notitie bij overlijden van Marie: In het bijschrift van 1550 verklaart Marie, huisvrouw van Claes Jan van der Molen dat betaald is door Jan Andries Willems. Op 8 januari 1558 koopt Maria, weduwe, beemden op Heestaden in Ginneken.
Verkoop:
08-01-1558     Gielis Aert Lippens sone ende Ghijsbrecht Jan Jacops sone, schepenen in Ghinneken,

Quamen Cornelis, Mathijs, Jan, Peter ende Adriaen, gebroederen wijlen Jan Mathijs Meren zoons zonen,
Hillegonde Jan Mathijs Meren dochter met Henricken Cornelis zone van Zonzeel, heuren man ende voight, ende
Marie Jan Mathijs Meren dochter met Adriaen Mathijs Meren zone, heuren oom ende voight.

Hebben vercoft Marie Cornelis Jan Meren dochter, weduwe wijlen Claes Janszoon Vermolen,

een stuck beemden geheijten den Eeckel, houdende omtrent een half buynder of alzoo groot ende cleijn alst gelegen is tot Ghinneken op Heestaden.

Oostwaert aen Anthonis Adriaen Nijs zone erve,
zuytwaert aen Jan Pauwels Backers kynder erve,
westwaert aen wijlen Peter Jacobs kynder erve, ende
noortwaert aen den voirgenoemde Marie Claes Jans zoons Vermolen weduwe erve, hare van te voren toebehorende.

Te vrijen met 2 loopensaet rogs erfpachts ende met ’s heeren chijns, daer jaerlicx uutgaen, zonder eenigen commer.

Gevest, Actum Anno 1558, acht dagen in Januari.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 682 f6r]
Vestbrief:
17-06-1539     De (directe) erfgenamen van wijlen Jaspare Jan Henricx Smoleners (in andere brieven Moleners en Moleneren gebruikt), Jan Andries Willems huisvrouw:

- Godert Aert Stevens uit ten Hout (Den Hout)
- Yde Willem Smoleners, huisvrouw van wijlen Henrick Jan Stevens kinderen
- wijlen Adriaen Willem Smoleners kinderen, door Peter Adriaen Stevens uit Made
- Yde Severijn Wilbraecx, huisvrouw van Peter Henricx Wagemaekers uit Hoesenout (Heusdenhout?)
- Peter Cornelis Jan Meren uit Ulvenhout, ook voor:
- Jan Jan Snijders erfgenamen, en
- Claes Godertsen huisvrouw
- Marie Cornelis Jan Meren, door haar man Claes Jans van der Molen

(hoe zij familie zijn van Jaspere, is mij niet duidelijk)

hebben verkocht aan Peter Cornelis Meren 2 veertelen rogs erfpacht, hun aanbestorven van Jaspere.
(Dit is mogelijk Peter Cornelis Peter Meren, maar helaas is zijn opa niet genoemd)
Hij reikte jaarlijks 3 veertelen uit, blijft over nog 1 veertel (=86,4l)

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wouter Cornelis Schelckens sone ende Jacop Jan Lips zone, schepenen in Ghinneken,

Quamen Goodert Aert Steves zone, woonend ten Hout voor hem selven, ende
in de name van wijlen Henrick Jan Stevens soons kynderen, daer moeder af was Yde Willem Smoleners, die hij hier inne vervinck.

Peter Ariaen Merten sone, woonende op de Made, voor hem selven ende in den name van Adriaen Willem Smoleners zoon kynderen, die hij vervinck.

Peter Henrick Wagemaeckers sone, te Hoesenout, als man ende voight van Yde Wilbraecx dochter, zijn huysfrou, die hij vervinck.

Peter Cornelis Jan Meren zone, te Ulvenhout woonende, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriaen Nijs Adriaens soons kynderen.
Noch in den name van Jan Jan Snijders erfgenaemen.
Noch in den name van Claes Godertsen huysfrou, die hij alle hier inne vervinck.

Ende Claes Jans van der Molen sone, als man ende voight ende in den name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinck.


Kenden ende lijden, dat in den name als voir wel ende wettelic vercoft hebben, ende laten lossen

Peteren Cornelis Merensone, ende dat deselven Peter Cornelis Meren afgecoft met sijne gerede penningen, vol ende al betaelt sijne, hen gelost heeft 2 veertelen rogs erfpacht,
die hen na de doot van wijlen Jaspare Jan henric Smoleneren dochter, Jan Andries Willems huysfrou, wat aenbestorven sijn ende hen competeren alsoo sij seijden,

in mindernisse van den 3 veertelen rogs erfpacht, in desen doorstoken schepenbrieve begrepen, die de voirschreven Peter Cornelis Meren sone selve jaerlicx uytreijckt.
Daer af dan de veertel rogs efpacht den anderen erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henrick Smoleneren den voirschreven toebehoort, soo sij seijden.

Ende de vercooperen voorgenoemd, elck in den name vals voir, bedancken hen goeder lossinge ende afroep ende goeder betalingen van de cooppenningen of lospenningen de 2 veertelen rogs erfpacht voirschreven.

Geldende (?) daer af gelycelic ende al quyt den voorschreven Peter Cornelis Meren sone sijne nacomelingen ende alle andere dit quiten behoevende.

Ende zij geloofden oick de 2 veertelen rogs erfpacht voirschreven, den voirschreven Peteren Cornelis Meren sone te vrijen ende te waeren vrij ende onbelast van alle commer ende calaengie.

Actum Anno 1539, 17 dagen in juni.
  [bron: Ginneken inv 678 f 56v en 57r]
18-06-1539     De 1e vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner. Gisteren waren ze met 5 en nog 2 schepenen, met 7 dus.

Vandaag zijn er van vaders zijde 4 erfgenamen en van moeders zijde 5, samen met de man Jan Andries Willems. Dus met 10 met nog 2 schepenen, in het betreffende huis. Een flinke club.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Na deze vestbrief volgen nog 3 vestbrieven, die te maken hebben met de dood van Jaspare. Het zijn in totaal 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550. Die zal ik apart opnemen.

De 1e vestbrief is door mij nog goed te lezen, en hoe verder t gaat, hoe moeilijker ze te lezen zijn. De hand van de schrijvende schepen zal vermoeid geraakt zijn, of onzeker door het nuttigen van wat drank.
De datum bij de 2e brief is 18 april, en is een verschrijving.
De 3e en de 4e vat ik zo goed mogelijk samen, en geef ik niet vertaald weer omdat ik die vrijwel niet kan lezen.
Vind ik frustreren, maar het is niet anders. Misschien later met een frisse blik en wat meer vertaal-ervaring.

----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief
--------------------------------------------------------------------------------------------
Deze vestbrief gaat over de jaarlijkse ontvangsten van 4 veertelen rogs en 3 Rijns guldens, en over de schulden en wederschulden die achtergebleven zullen zijn. De man van Jaspare zal die voldoen.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden

dat metten pacht van 4 veertelen rogs eerstgenoemde te Lichtmisse anno 39 (ofwel 2 februari 1539) lestlich daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die hen Jan Andries Willemsen voirschreven, heeft laten volgen.

. . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft van de 3 Rijns gulden t stuck ter 40 groten Vlaems eens. die hen de voirgenoemde Jaspare Jan Hendricx den bij testament te b. hadden ende hebben.

Voorst de erfgenaemen Jaspare voirgenoemd elck in den name als voir getemdoneert (?) ende vertogen ende mede in den . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uutrichten voldoen.

Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
-----------------------------------------------------------------------------------------------

De weduwnaar van Jaspare zal jaarlijks 2 Rijns gulden en 15 stuivers uitreiken aan de erfgenamen op Sint Jansdag (24 juni) vanuit zijn huis.
Daarna volgt een gedeelte over de chijns en perceel te Valkenberg dat ik niet begrijp.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone kende ende lijde dat hij in recht erf.ier waerde is jaerlicx te Gelden ende Ontvangsten den erfgenaemen Jaspare Jan Henricx Moleneren, sijnre huysfrou, ende honne nacomelingen
2 Rijns gulden ende 15 stuyvers, elck tegen tot 40 Groten Vlaems t stuck erfchijns.

Desen alle uut op Sint Jansdach Baptisten in Junio (= Johannes de Doper op 24 juni) ende de yerste Sint Jansdach sal zijn op anno 1540 uut ende op sijn huys.

Ende nu met Sinte . ende v te houden als in liggende t welc hij van den erfgenaemen voirschreven vercregen heeft, gestaen ende gelegen . . perceel . . houden.

Te vrijen met chijns d erfgenaemen die de voirschreven Jaspare daer op vercregen heeft den . ter Valckenberge tot Breda met 2 Rijns gulden erfchijns die Rasmus (?) Henric Peters sone nu eerst ende metter weerden van 10 stuyvers erfchijns daer jaerlicx uutgaen met voorwaerde dat men de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers de erfgenaemen voirschreven altijt lossen sal moeten elcken penninc met 16 gel.ck penningen eens te gaen op ten chijnsen voirschreven ende metten voirschreven chijnsen.

Actum Anno 1539 18 dage in Junio.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift van deze akte is van 29 januari (of juni) 1550. Hierin verklaart Marie Cornelis Jan Meren dat Jan Andries Willemen de 2 Rijns gulden en 15 stuivers goed betaald heeft en de erfchijns gelost heeft. Haar wijlen man had de erfchijns op 10 december 1539 gekocht.
Het bijschrift is opgenomen bij de beschrijving van Marie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
4e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539]
10-12-1539     In het bijschrift verkopen de erfgenamen van Jaspare Jan Hendrix Moleneren het erfrecht van 3 Rijns gulden volgens de penning 16 aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is de vestbrief van 18 juni 1539 doot ende teniet verklaard.

-------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift staat naast en onder de vestbrief, eigenlijk tussen de vestbrief van 18 juni en de volgende vestbrief.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f95r van 18 juni 1539 - bijschrift]
29-01-1550     Dit is het bijschrift van de schepenbrief van 18 juni 1539 in Breda over de erfchijns die Jan Andries Willemsen, weduwnaar van Jaspare Jan Henricx Moleneren aan haar erfgenamen moet gaan betalen.

Haar man heeft op 10 december 1539 de erfchijns gekocht, en vanaf die datum betaalt Jan de 2 Rijns gulden en 15 stuivers aan haar man.

Op 29 januari 1550 verklaart Marie Cornelis Jan Meeren dat de erfchijns betaald is, en dat hij deze afgelost heeft.

-----------------------------------------------------------------------------------------

Marie, wijlen Claes Jansse van der Molen, weduwe,
geassisteerd met Laureijsen Noyt Woutersen, haeren voight,

bekent dat Jan Andries Willemsen wel ende wettelic gelost ende afgequit heeft de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers t sjaers . in desen brieve begrepen,

die hij, den voirgenoemde wijlen Claes Janssen van der Molen, heuren man, eertijts gecoft ende vercrijgen waeren, nae uutwijs des scepenbriefs in Breda af zijnde in date op 1539, 10 dage in December.

Ende de lastpenningen met alle erfchijnsen af heur . voirscheven . voldaen ende betaelt zijn.
Al soo dat die brief doot ende te nyet is.

Actum 29 Januari 1550 . .
Present Claes . Rijen zone, . Anthonis .
  [bron: Breda Vestbrieven inv 444 f 94v bijschrift]
Marie trouwde met Claes Jan van der Molen (afb. 713). Claes is overleden vóór woensdag 29 januari 1550 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 94v bijschrift van 29 januari 1550].
Notitie bij overlijden van Claes: In het bijschrift van 1550 verklaart Marie, huisvrouw van wijlen Claes Jan van der Molen dat betaald is.
Vestbrief:
10-12-1539     In het bijschrift verkopen de erfgenamen van Jaspare Jan Hendrix Moleneren het erfrecht van 3 Rijns gulden volgens de penning 16 aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is de vestbrief van 18 juni 1539 doot ende teniet verklaard.

-------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift staat naast en onder de vestbrief, eigenlijk tussen de vestbrief van 18 juni en de volgende vestbrief.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f95r van 18 juni 1539 - bijschrift]
29-01-1550     Dit is het bijschrift van de schepenbrief van 18 juni 1539 in Breda over de erfchijns die Jan Andries Willemsen, weduwnaar van Jaspare Jan Henricx Moleneren aan haar erfgenamen moet gaan betalen.

Haar man heeft op 10 december 1539 de erfchijns gekocht, en vanaf die datum betaalt Jan de 2 Rijns gulden en 15 stuivers aan haar man.

Op 29 januari 1550 verklaart Marie Cornelis Jan Meeren dat de erfchijns betaald is, en dat hij deze afgelost heeft.

-----------------------------------------------------------------------------------------

Marie, wijlen Claes Jansse van der Molen, weduwe,
geassisteerd met Laureijsen Noyt Woutersen, haeren voight,

bekent dat Jan Andries Willemsen wel ende wettelic gelost ende afgequit heeft de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers t sjaers . in desen brieve begrepen,

die hij, den voirgenoemde wijlen Claes Janssen van der Molen, heuren man, eertijts gecoft ende vercrijgen waeren, nae uutwijs des scepenbriefs in Breda af zijnde in date op 1539, 10 dage in December.

Ende de lastpenningen met alle erfchijnsen af heur . voirscheven . voldaen ende betaelt zijn.
Al soo dat die brief doot ende te nyet is.

Actum 29 Januari 1550 . .
Present Claes . Rijen zone, . Anthonis .
  [bron: Breda Vestbrieven inv 444 f 94v bijschrift]
III. Cornelie Cornelis Jan Meren. Cornelie is overleden vóór woensdag 18 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
Vestbrief:
18-06-1539     Het gaat over 4 vestbrieven, 2 bijschriften en 2 losse strookjes.

Ze hebben allemaal te maken met het overlijden van Jaspare Moleneren.
Alleen voor wat de strookjes betreft: ze zijn bij het scannen genummerd als 94a-R en 94a-V, maar een relatie met de vestbrieven of bijschriften heb ik niet kunnen leggen.
De afbeeldingen van alle documenten zijn te zien bij Peter Cornelis Jan Meren.

De 1e vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner. Gisteren waren ze met 5 en nog 2 schepenen, met 7 dus.

Vandaag zijn er van vaders zijde 4 erfgenamen en van moeders zijde 5, samen met de man Jan Andries Willems. Dus met 10 met nog 2 schepenen, in het betreffende huis. Een flinke club.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Het zijn in totaal 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550. De 4e heeft een bijschrift van 10 december 1539.

De 1e vestbrief is door mij nog goed te lezen, en hoe verder t gaat, hoe moeilijker ze te lezen zijn. De hand van de schrijvende schepen zal vermoeid geraakt zijn, of onzeker door het nuttigen van wat drank.

De datum bij de 2e brief is 18 april, en is een verschrijving.

Misschien later met wat meer vertaal-ervaring van mijn kant, dat ik meer open stukken kan invullen en vraagtekens weghalen.


----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief
--------------------------------------------------------------------------------------------
Deze vestbrief gaat over de jaarlijkse ontvangsten van 4 veertelen rogs en 3 Rijns guldens, en over de schulden en wederschulden die achtergebleven zullen zijn. De man van Jaspare zal die voldoen.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden

dat metten pacht van 4 veertelen rogs eerstgenoemde te Lichtmisse anno 39 (ofwel 2 februari 1539) lestlich daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die hen Jan Andries Willemsen voirschreven, heeft laten volgen.

. . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft van de 3 Rijns gulden t stuck ter 40 groten Vlaems eens. die hen de voirgenoemde Jaspare Jan Hendricx den bij testament te b. hadden ende hebben.

Voorst de erfgenaemen Jaspare voirgenoemd elck in den name als voir getemdoneert (?) ende vertogen ende mede in den . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uutrichten voldoen.

Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
-----------------------------------------------------------------------------------------------

De weduwnaar van Jaspare zal jaarlijks 2 Rijns gulden en 15 stuivers uitreiken aan de erfgenamen op Sint Jansdag (24 juni) vanuit zijn huis.
Daarna volgt een gedeelte over de chijns en perceel te Valkenberg dat ik niet begrijp.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone kende ende lijde dat hij in recht erf.ier waerde is jaerlicx te Gelden ende Ontvangsten den erfgenaemen Jaspare Jan Henricx Moleneren, sijnre huysfrou, ende honne nacomelingen
2 Rijns gulden ende 15 stuyvers, elck tegen tot 40 Groten Vlaems t stuck erfchijns.

Desen alle uut op Sint Jansdach Baptisten in Junio (= Johannes de Doper op 24 juni) ende de yerste Sint Jansdach sal zijn op anno 1540 uut ende op sijn huys.

Ende nu met Sinte . ende v te houden als in liggende t welc hij van den erfgenaemen voirschreven vercregen heeft, gestaen ende gelegen . . perceel . . houden.

Te vrijen met chijns d erfgenaemen die de voirschreven Jaspare daer op vercregen heeft den . ter Valckenberge tot Breda met 2 Rijns gulden erfchijns die Rasmus (?) Henric Peters sone nu eerst ende metter weerden van 10 stuyvers erfchijns daer jaerlicx uutgaen met voorwaerde dat men de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers de erfgenaemen voirschreven altijt lossen sal moeten elcken penninc met 16 gel.ck penningen eens te gaen op ten chijnsen voirschreven ende metten voirschreven chijnsen.

Actum Anno 1539 18 dage in Junio.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift van deze akte is van 29 januari (of juni) 1550. Hierin verklaart Marie Cornelis Jan Meren dat Jan Andries Willemen de 2 Rijns gulden en 15 stuivers goed betaald heeft en de erfchijns gelost heeft. Haar wijlen man had de erfchijns op 10 december 1539 gekocht.
Het bijschrift is opgenomen bij de beschrijving van Marie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
4e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Jan zal de 3 Rijns gulden erfrecht, den penning 16 betalen op Bamisse (St. Bavo, 1e zaterdag na 1 oktober)

----------------------------------------------------------------------------------------------
Quamen Jan Andries Willemsen sone,
ende geloofden den erfgenaemen wijlen Jaspare Jan Hendricx Moleneren, sijnre huysfrou was,

de erfpenning van 3 Rijns gulden erfrecht, de penning 16, te betalen in penningen op Bamisse op 1539 naestcomende.

Soo de oirconde (?) of p. ter schepenbrieve.
Actum 18 dagen in junio

----------------------------------------------------------------------------------------------
In het bijschrift verkopen de erfgenamen dit recht aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is deze vestbrief doot ende teniet verklaard.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v, 95r van 18 juni 1539]
Cornelie trouwde met Adriaen Nijs Adriaens. Adriaen is overleden na woensdag 18 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
Verkoop:
18-06-1539     Deze vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan de Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner, dan vandaag.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Het zijn 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550.

----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
--------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden
dat metten pacht van 4 veertelen rogs erfchijns te Lichtmisse ende 39 lostlich (?) daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric,(?) Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die Jan Andries Willemsen voirschreven, . . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft.
Verder 3 Rijns gulden t stuck tegen 40 groten Vlaems . die hen de voirschreven Jaspare Jan Hendricx bij testament te . ende hebben voirschreven de erfgenaemen noch af pare(?) voirgenoemd elck in den name als voir . ende . mede noch . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uut,richten voldoen.
Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone
-----------------------------------------------------------------------------------------------
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539]
IV. Margriet Cornelis Jan Meren. Margriet is overleden vóór woensdag 18 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
Vestbrief:
18-06-1539     Het gaat over 4 vestbrieven, 2 bijschriften en 2 losse strookjes.

Ze hebben allemaal te maken met het overlijden van Jaspare Moleneren.
Alleen voor wat de strookjes betreft: ze zijn bij het scannen genummerd als 94a-R en 94a-V, maar een relatie met de vestbrieven of bijschriften heb ik niet kunnen leggen.
De afbeeldingen van alle documenten zijn te zien bij Peter Cornelis Jan Meren.

De 1e vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner. Gisteren waren ze met 5 en nog 2 schepenen, met 7 dus.

Vandaag zijn er van vaders zijde 4 erfgenamen en van moeders zijde 5, samen met de man Jan Andries Willems. Dus met 10 met nog 2 schepenen, in het betreffende huis. Een flinke club.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Het zijn in totaal 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550. De 4e heeft een bijschrift van 10 december 1539.

De 1e vestbrief is door mij nog goed te lezen, en hoe verder t gaat, hoe moeilijker ze te lezen zijn. De hand van de schrijvende schepen zal vermoeid geraakt zijn, of onzeker door het nuttigen van wat drank.

De datum bij de 2e brief is 18 april, en is een verschrijving.

Misschien later met wat meer vertaal-ervaring van mijn kant, dat ik meer open stukken kan invullen en vraagtekens weghalen.


----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief
--------------------------------------------------------------------------------------------
Deze vestbrief gaat over de jaarlijkse ontvangsten van 4 veertelen rogs en 3 Rijns guldens, en over de schulden en wederschulden die achtergebleven zullen zijn. De man van Jaspare zal die voldoen.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden

dat metten pacht van 4 veertelen rogs eerstgenoemde te Lichtmisse anno 39 (ofwel 2 februari 1539) lestlich daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die hen Jan Andries Willemsen voirschreven, heeft laten volgen.

. . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft van de 3 Rijns gulden t stuck ter 40 groten Vlaems eens. die hen de voirgenoemde Jaspare Jan Hendricx den bij testament te b. hadden ende hebben.

Voorst de erfgenaemen Jaspare voirgenoemd elck in den name als voir getemdoneert (?) ende vertogen ende mede in den . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uutrichten voldoen.

Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
-----------------------------------------------------------------------------------------------

De weduwnaar van Jaspare zal jaarlijks 2 Rijns gulden en 15 stuivers uitreiken aan de erfgenamen op Sint Jansdag (24 juni) vanuit zijn huis.
Daarna volgt een gedeelte over de chijns en perceel te Valkenberg dat ik niet begrijp.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone kende ende lijde dat hij in recht erf.ier waerde is jaerlicx te Gelden ende Ontvangsten den erfgenaemen Jaspare Jan Henricx Moleneren, sijnre huysfrou, ende honne nacomelingen
2 Rijns gulden ende 15 stuyvers, elck tegen tot 40 Groten Vlaems t stuck erfchijns.

Desen alle uut op Sint Jansdach Baptisten in Junio (= Johannes de Doper op 24 juni) ende de yerste Sint Jansdach sal zijn op anno 1540 uut ende op sijn huys.

Ende nu met Sinte . ende v te houden als in liggende t welc hij van den erfgenaemen voirschreven vercregen heeft, gestaen ende gelegen . . perceel . . houden.

Te vrijen met chijns d erfgenaemen die de voirschreven Jaspare daer op vercregen heeft den . ter Valckenberge tot Breda met 2 Rijns gulden erfchijns die Rasmus (?) Henric Peters sone nu eerst ende metter weerden van 10 stuyvers erfchijns daer jaerlicx uutgaen met voorwaerde dat men de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers de erfgenaemen voirschreven altijt lossen sal moeten elcken penninc met 16 gel.ck penningen eens te gaen op ten chijnsen voirschreven ende metten voirschreven chijnsen.

Actum Anno 1539 18 dage in Junio.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift van deze akte is van 29 januari (of juni) 1550. Hierin verklaart Marie Cornelis Jan Meren dat Jan Andries Willemen de 2 Rijns gulden en 15 stuivers goed betaald heeft en de erfchijns gelost heeft. Haar wijlen man had de erfchijns op 10 december 1539 gekocht.
Het bijschrift is opgenomen bij de beschrijving van Marie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
4e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Jan zal de 3 Rijns gulden erfrecht, den penning 16 betalen op Bamisse (St. Bavo, 1e zaterdag na 1 oktober)

----------------------------------------------------------------------------------------------
Quamen Jan Andries Willemsen sone,
ende geloofden den erfgenaemen wijlen Jaspare Jan Hendricx Moleneren, sijnre huysfrou was,

de erfpenning van 3 Rijns gulden erfrecht, de penning 16, te betalen in penningen op Bamisse op 1539 naestcomende.

Soo de oirconde (?) of p. ter schepenbrieve.
Actum 18 dagen in junio

----------------------------------------------------------------------------------------------
In het bijschrift verkopen de erfgenamen dit recht aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is deze vestbrief doot ende teniet verklaard.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v, 95r van 18 juni 1539]
Margriet trouwde met Jan Jan Snijders. Jan is overleden na woensdag 18 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
Notitie bij overlijden van Jan: In de vestbrief van 18 juni 1539 met de toevoeging "de Jonge". Dit zal bedoel zijn in verband met zijn vader Jan Jan Aert Symons Snijders (bron: Peter Diepstraten op Geneanet, ook een Jan Jan Snijders dus.
V. Marie Cornelis Jan Meren. Marie is overleden na donderdag 19 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
Vestbrief:
18-06-1539     Het gaat over 4 vestbrieven, 2 bijschriften en 2 losse strookjes.

Ze hebben allemaal te maken met het overlijden van Jaspare Moleneren.
Alleen voor wat de strookjes betreft: ze zijn bij het scannen genummerd als 94a-R en 94a-V, maar een relatie met de vestbrieven of bijschriften heb ik niet kunnen leggen.
De afbeeldingen van alle documenten zijn te zien bij Peter Cornelis Jan Meren.

De 1e vestbrief is opgemaakt door de schepenen van Breda op zondag18 juni 1539, en gaat over de verkoop van huijs en goeden te Ginneken van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren door haar erfgenamen.
De helft was al aenbestorven bij de dood van haar zus Marie.

Ze verkopen het huis en de goeden aan Jan Andries Willems, de man van Jaspare.
Het huis staat in Breda aan t Ghinnekens Eijndt.

Een dag eerder, op de zaterdag, is door de schepenen van Ginneken een vestbrief opgemaakt over de erfpacht van 2 veertelen rogs die zij verkopen aan Peter Cornelis Meren. Er staat niet bij waar de erfpacht over geheven wordt. Het zal wel in Ginneken zijn, aangezien de vestbrief daar opgemaakt wordt. Het gezelschap was die dag een stuk kleiner. Gisteren waren ze met 5 en nog 2 schepenen, met 7 dus.

Vandaag zijn er van vaders zijde 4 erfgenamen en van moeders zijde 5, samen met de man Jan Andries Willems. Dus met 10 met nog 2 schepenen, in het betreffende huis. Een flinke club.

De 5 kinderen van Cornelis Jan Meren zijn erfgenamen van de zijde van vaders kant, dus van Jan Henricx Moleneren. Hoe de kinderen familie zijn? Dat zou dan zijn vader/moeder moeten zijn. Henrick Moleneren, getrouwd met een Meren, of zoon van een moeder Meren?

Het zijn in totaal 4 vestbrieven, met dezelfde datum. De 3e heeft een bijschrift van 22 juni 1550. De 4e heeft een bijschrift van 10 december 1539.

De 1e vestbrief is door mij nog goed te lezen, en hoe verder t gaat, hoe moeilijker ze te lezen zijn. De hand van de schrijvende schepen zal vermoeid geraakt zijn, of onzeker door het nuttigen van wat drank.

De datum bij de 2e brief is 18 april, en is een verschrijving.

Misschien later met wat meer vertaal-ervaring van mijn kant, dat ik meer open stukken kan invullen en vraagtekens weghalen.


----------------------------------------------------------------------------------------------
1e Vestbrief
----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten (=Meester Jan van Hoelten), Byestraten (=Jacop van de Byestraten, zoals op de 1e pagina van het register staat), scepenen in Breda, doen condt, dat op te 18e dach in april 1939 voor ons gecomen sijn:

Peter Henricx Wagmaekers, als man ende voight ende met name van Yde Severijn Wilbraecx, sijn huysfrou, die hij hier verving.
Noch met name van Henrick Willem Moleneren sone, wonende ten Hout, ende vandesselven Henricx bruederen, susteren, brueder ende susters kynderen, die hij over alle hier inne vervinck.

Claes Jans sone van der Molen, als man ende voight van Marie Cornelis Jan Meren dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Adriaen Nijs Adriaens sone, in den name van sijne kynder, daer moeder af was wijlen Cornelie Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

Jan Jan Snijders de Jonge, wonende op Koekelberch, in den name van sijn kynderen, daer moeder af was wijlen Margriet Cornelis Jan Meren dochter, die hij vervinc.

De voirschreven Claes Janse van der Molen ende Jan Jan Snijders sone de Jonge over in de name van Marie Cornelis Jan Meren dochter, Claes Aert Goderts huysfrou, die van pas (?) oic tegenwoordich stont ende welcke sij bij haeren consent hen inne vervinc.

Noch met name van Peteren Cornelis Jan Meren sone, die beijde oic hier inne vervingen.

Alle als erfgenaemen van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, wettige huysfrou van Jan Andries Willems van heurs vaders zijde.


Adriaen Jan Gheryts sone van Langdonc voor hem selve

Denys Aert Fraeys (?) sone voir hem selven, ende oic in den name van Berthelmeus Aert Fraeys sone, sijn brueder, die hij vervinc.

De voirscheven Adriaen Jan Gheryts sone oock met name van Cornelis, Marie ende Jenneken, sijne susteren,
noch mede in name van de kynderen wijlen Henrick Gheryts Adriaen, ende Kathelijn (?) ende Engele sijnre kinderen ende suster waren, die de voirschreven Adriaen hier inne vervinc.

Marie Meus Adriaenssen dochter, weduwe wijlen Matheus Jan Aertssen, metten voirschreven Adriaen Jan Gheryts zone, voight, voor heur selven en oock met name van Engele, wijlen Bartholomeus Meus Adriaenssen dochter,
van den kynder ende kyntskinderen wijlen Gherit Meurs Adriaenssen, van de kyntskinderen wijlen Mathijs Meus Adriaenssen, van wijlen Adriaen Meus Adriaenssen desselfs kynderen, die sij hier in alle vervinc.

Cornelis Peter Naessens, woonende ten Rijen, voor hem selven, ende oic in de name van Lisbeth ende Marie, sijn susteren ende van wijlen Gherit Peter Naessens, zijns broeders kynderen, die hij hier inne vervinc.

De voirschreven Cornelis Peter Naessens ende met hem Henric Gielis sone van Vlymme,
beijde tesamen ooc in den name van Pauwelsch Anhonis Peter Naessens sone, woonende op Standtdaerbuyten, daer de voirschreven Henric van Vlijmen macht ende consent af heeft, so hij seijde, ende welcke Pauwelsch de voirschreven Cornelis Peter Naessens ende Henric van Vlymme hier inne vervinc.

Henrick ende Joost, gebruederen wijlen Gielis van Vlymen sone voir hen selven.

Adriaen Mertens sone van de Perre (?), als man ende voight en met name van Jenneken Gielis dochter van Vlijmen, sijn huysfrou, die hij vervinc.

De voirschreven Henrick en de Joost van Vlymmen beijde ooc met name van Lysbeth Wouters Goverts dochter, daer moeder af was wijlen Lysbeth Gielis dochter van Vlijmen, die sij vervingen.

Adriaen Peter Oerlemans sone, woonende op te Swaluw, voor hem selven.

Pieter Anthonis Gheryts sone ooc op te Swaluw woonende, als man ende voight van Lysbeth Peter Oerlemans dochter, sijn huysfrou, die hij vervinc.

Alle als erfgenaemne van wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van heurs moeders zijde.


Ende lijden, dat sij in den name als voir, vercoft hebben Jannes Andries Willems sone voirgenoemd,
huys ende erve met sijne toebehoirte, geh. (?) de karscorf (of storf) ende met den hove daer achter aen liggend,

daer af den helft den vercooperen, met honne mede-erfgenaemen voirschreven na de doot van wijlen Marie Jan Henricx Moleners dochter aenbestorven is,
ende de andere helft na de doot van de voirschreven Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter, soo sij seijden.

Behoudens dat de voirschreven Jan Andries Willems sone aen de selve leste een helft zijn tocht competeerde uut machte van derselve Jaspare, sijne huysfrou, estamente, nae verwijsen des schepensbriefs daer af.

Ende gestaen ende gelegen tot Breda op t Ghinnekens Eijndt,
neven Kathelijn Cornelis Betten dochter, Jaspar Willems huysfrou huys ende erve op te noortsijde, ende
Jan Harmans zone van Rijswijc juys ende erve op te suytsijde,
achter comende aen Har Jans van de Wijngaerde.
Verders soo tot binnen hovinge ende erfenisse.

Te vrijen met alsulcken commer als daer met recht schuldich is, uut te gaen welck huys ende erve voirschreven, de vercooperen voirschreven ten dage vorengeschreven voir ons, schepenen ende borchemeester opgedragen ende overgegeven hebben.

Drongen op en gaven over, daer op geloven ende al voirschreven met vonnissen ende met Recht tot behoef van de voirschreven Jan Andries Willems sone ende sijne noch d.ter welck deselver Jan Andries Willemsen na dien hier af 3 sondachen ter proclamatie gedaen in t .

Alsoo ons bij .clatie (?) ende gesweren, sorgdragen is gebleken op ten dach der Jaer o.de gister gevest is in t huys, hof ende erve voirschreven.

Actum Anno 1539, 18 dagen in Juni.

--------------------------------------------------------------------------------------------
2e Vestbrief
--------------------------------------------------------------------------------------------
Deze vestbrief gaat over de jaarlijkse ontvangsten van 4 veertelen rogs en 3 Rijns guldens, en over de schulden en wederschulden die achtergebleven zullen zijn. De man van Jaspare zal die voldoen.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Anwezig alle de erfgenamen wijlen Jaspare Jan Henricx Moleneren dochter van s vaders ende s moeders zijde,
elck in den name pront (? nabescreven in p.en ende bekenden

dat metten pacht van 4 veertelen rogs eerstgenoemde te Lichtmisse anno 39 (ofwel 2 februari 1539) lestlich daer af
Peter Cornelis Meren sone 3 veertelen ende Henric Peters sone tot Notselt, een veertel rogs jaerlicx uutreicken, die hen Jan Andries Willemsen voirschreven, heeft laten volgen.

. . . Jan Hendricsen wel voldaen heeft van de 3 Rijns gulden t stuck ter 40 groten Vlaems eens. die hen de voirgenoemde Jaspare Jan Hendricx den bij testament te b. hadden ende hebben.

Voorst de erfgenaemen Jaspare voirgenoemd elck in den name als voir getemdoneert (?) ende vertogen ende mede in den . met de achter volgende testamente van de selve Jaspare op alle haeffelick ende gereede goeden sculdich ende weder sculdich die de voirgenoemde Jaspare achtergelaten heeft soo de en noch . daer aen te behouden ende so de hen enichsins daer af . ter .
Dus soo geloofden de voirschreven Jan Andries Willems alle de uutsculden die hij ende wijlen Jaspare, sijn huijsfrou sculdich sijn geweest ende sculdich sijn wel ende daerselver uutrichten voldoen.

Soo der erfgenamen voirschreven cost ende last al volgende de . van de testamente van Jaspare voirschreven W. van de . Anno 1539 2 dage in .

Actum 1539 18 dage in april (lijkt me een verschrijving)

-----------------------------------------------------------------------------------------------
3e Vestbrief (met helaas nogal wat onleesbaars voor mij)
-----------------------------------------------------------------------------------------------

De weduwnaar van Jaspare zal jaarlijks 2 Rijns gulden en 15 stuivers uitreiken aan de erfgenamen op Sint Jansdag (24 juni) vanuit zijn huis.
Daarna volgt een gedeelte over de chijns en perceel te Valkenberg dat ik niet begrijp.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoelten, Byestraten.

Quam Jan Andries Willems sone kende ende lijde dat hij in recht erf.ier waerde is jaerlicx te Gelden ende Ontvangsten den erfgenaemen Jaspare Jan Henricx Moleneren, sijnre huysfrou, ende honne nacomelingen
2 Rijns gulden ende 15 stuyvers, elck tegen tot 40 Groten Vlaems t stuck erfchijns.

Desen alle uut op Sint Jansdach Baptisten in Junio (= Johannes de Doper op 24 juni) ende de yerste Sint Jansdach sal zijn op anno 1540 uut ende op sijn huys.

Ende nu met Sinte . ende v te houden als in liggende t welc hij van den erfgenaemen voirschreven vercregen heeft, gestaen ende gelegen . . perceel . . houden.

Te vrijen met chijns d erfgenaemen die de voirschreven Jaspare daer op vercregen heeft den . ter Valckenberge tot Breda met 2 Rijns gulden erfchijns die Rasmus (?) Henric Peters sone nu eerst ende metter weerden van 10 stuyvers erfchijns daer jaerlicx uutgaen met voorwaerde dat men de 2 Rijns gulden ende 15 stuyvers de erfgenaemen voirschreven altijt lossen sal moeten elcken penninc met 16 gel.ck penningen eens te gaen op ten chijnsen voirschreven ende metten voirschreven chijnsen.

Actum Anno 1539 18 dage in Junio.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Het bijschrift van deze akte is van 29 januari (of juni) 1550. Hierin verklaart Marie Cornelis Jan Meren dat Jan Andries Willemen de 2 Rijns gulden en 15 stuivers goed betaald heeft en de erfchijns gelost heeft. Haar wijlen man had de erfchijns op 10 december 1539 gekocht.
Het bijschrift is opgenomen bij de beschrijving van Marie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
4e Vestbrief
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Jan zal de 3 Rijns gulden erfrecht, den penning 16 betalen op Bamisse (St. Bavo, 1e zaterdag na 1 oktober)

----------------------------------------------------------------------------------------------
Quamen Jan Andries Willemsen sone,
ende geloofden den erfgenaemen wijlen Jaspare Jan Hendricx Moleneren, sijnre huysfrou was,

de erfpenning van 3 Rijns gulden erfrecht, de penning 16, te betalen in penningen op Bamisse op 1539 naestcomende.

Soo de oirconde (?) of p. ter schepenbrieve.
Actum 18 dagen in junio

----------------------------------------------------------------------------------------------
In het bijschrift verkopen de erfgenamen dit recht aan Claes Janssen van der Molen, de man van Marie Cornelis Jan Meren op 10 december 1539.
Hierdoor is deze vestbrief doot ende teniet verklaard.
  [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v, 95r van 18 juni 1539]
Marie trouwde met Claes Aert Goderts. Claes is overleden na woensdag 18 juni 1539 [bron: Breda Vestbrieven 444 f 93v, 94r, 94v van 18 juni 1539].
8194 Anthonis Ghijben. Anthonis is overleden vóór dinsdag 23 december 1533 [bron: Breda Vestbrieven 438 f 165 van 23 december 1533].
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Hij trouwde met
ghijben_anthonis_wijlen__zijn_weduwe_hillegonde_verkoopt_op_23_dec._1533_het_huis_aan_de_haeghdijck_te_breda_aan_zoon_aert_in_aanwezigheid_van_zoons_jan_en_cornelis_en_dochter_petere_-_breda_r438_f165.jpg ghijben_anthonis_wijlen__weduwe_hillegondt_is_op_19_april_1534__3_jaar_chijns_schuldig_te_zijn_aan_de_tafele_der_heilige_geest_voor_het_huis_aan_de_haeghdijck_verkocht_aan_zoon_aert_-_breda_r439_f118r.jpg ghijben_anthonis_wijlen__weduwe_hillegondt_is_op_19_april_1534__3_jaar_chijns_schuldig_te_zijn_aan_de_tafele_der_heilige_geest_voor_het_huis_aan_de_haeghdijck_verkocht_aan_zoon_aert_-_breda_r439_f118v.jpg
733 Ghijben Anthonis wijlen, zijn weduwe Hillegonde verkoopt op 23 dec. 1533 het huis aan de Haeghdijck te Breda aan zoon Aert in aanwezigheid van zoons Jan en Cornelis en dochter Petere - Breda R438 f165
734 Ghijben Anthonis wijlen, weduwe Hillegondt is op 19 april 1534 3 jaar chijns schuldig te zijn aan de Tafele der Heilige Geest voor het huis aan de Haeghdijck,verkocht aan zoon Aert - Breda R439 f118r
735 Ghijben Anthonis wijlen, weduwe Hillegondt is op 19 april 1534 3 jaar chijns schuldig te zijn aan de Tafele der Heilige Geest voor het huis aan de Haeghdijck,verkocht aan zoon Aert - Breda R439 f118v
8195 Hillegonde N.N. (afb. 733 t/m 735), geboren [bron: Breda Vestbrieven 438 f 165 van 23 december 1533]. Hillegonde is overleden na dinsdag 23 december 1533.
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
19-04-1534     Hillegondt, de weduwe van Anthonis Ghijben, verklaart dat ze erfchijns schuldig is aan de Tafele der Heilige Geest van Breda, over het huis op de Haagdijk in Breda, dat zij verkocht heeft aan zoon Aert.

Het heeft betrekking op 3 jaar aan erfchijns.

Ze is er samen met haar voogd Adriaen de Cock.
  [bron: Breda Vestbrieven 439 f 118 van 19 april 1534]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Agneese Anthonis Ghijben (zie 4097).
II. Lysbeth Anthonis Ghijben. Lysbeth is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Lysbeth trouwde met Gherit Gherit van Keessel. Gherit is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560; Breda Vestbieven 455, f9v en 10r van 10 januari 1550].
Notitie bij overlijden van Gherit: In de akte van 1550 is Gheryd present, en in die van 1560 staat dat hij overleden is.
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Vestbrief:
10-01-1550     Margriet verklaart in aanwezigheid van haar man en van haar vader, dat Severijn Montens, namens de mede-erfgenamen van zijn vader Henrick Montens deugdelijk betaald heeft de 100 karolus gulden, en de 2 zesteren rogs erfpachts gelost heeft.

Zijn vader heeft zijn hoeve De Lochtenberch onder Ginneken en andere goeden als borg gegeven.

Severijn zal de erfpacht blijven voldoen.

Actum 10 januari 1550.
  [bron: Breda Vestbrieven 455 f 9v en 10r van 10 januari 1550]
III. Laureijse Anthonis Ghijben. Laureijse is overleden na zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Laureijse trouwde met Henrick Henricx de Hoen. Henrick is overleden na zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
IV. Cornelis Anthonis Ghijben. Cornelis is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
V. Jan Anthonis Ghijben. Jan is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
VI. Cathelijn Anthonis Ghijben. Cathelijn is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Cathelijn trouwde met Adriaen Jan de Hoen. Adriaen is overleden na zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
VII. Adriane Anthonis Ghijben. Adriane is overleden vóór zaterdag 9 november 1560 [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560].
Verkoop:
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
Adriane trouwde met Adriaen van Ghilze.
VIII. Petere Anthonis Ghijben. Petere is overleden na dinsdag 23 december 1533.
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]
IX. Aert Anthonis Ghijben, geboren [bron: Breda Vestbrieven 438 f 165 van 23 december 1533]. Aert is overleden na dinsdag 23 december 1533 [bron: Breda Vestbrieven 438 f 165 van 23 december 1533].
Verkoop:
23-12-1533     -
De weduwe Hillegonde komt samen met haar kinderen Jan, Cornelis en Petere om het huis aan de Haagdijk in Breda te verkopen aan zoon Aert.

Tot de erfchijns hoort ook het betalen van 2 carolus gulden aan de erfgenamen van Cornelis Meren.

----------------------------------------------------------------------------------------------
Welke Cornelis Meren hier bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.

Het zou te maken kunnen hebben met Hillegonde’s schoonzoon Peter, als zoon van Cornelis Jan Meren. Maar wanneer Peter Cornelis Jan Meren getrouwd is met Agneese Anthonis Ghijben, weet ik ook nog niet.
  [bron: Vestbrieven Breda R438 f165 scan 378]
09-11-1560     -
Henrick van Etten ende Henrick Ghijsbrechts Broxcx, schepenen in Ghinneken.

Quam Cornelis, wijlen Gherit Gherits sone van Keessel,
Margriet, des voorschreven wijlen Gherit Gherits van Keessel dochter, sijn suster, met Joost Joos van Coudelaer, heuen man ende voight voor hen zelven.
De voorgenoemde Cornelis Gherit Gherits sone van Keessel, als oom ende voight ende Jan Cornelis Pauwels als toesienders, samentlyck in den naeme van Gheritken ende Mariken, wijlen Jacob Gherit Gherits zoons van Keessel, onbejaerde kynderen,
Als erfgenamen van den voorgenoemde Gherit Gherits zone van Keessel, honnen vader ende der kynderen voorschreven oudevader was.

Ende Henrick Henricx zone de Hoen, als man ende voight in den naeme van Laureijse Anthonis Ghijben dochter, zijn huysfrou, voir de welcke hij hem sterck maect ende dese verving.

Willem, wijlen Cornelis Anthonis Ghijben zoons, voir hem selven, ende oock in den name van
Quirijn Cornelis Anthonis Ghijben zoon, zijnen brueder, voir den welcken hij hem sterck maecte en deselven verving.

Aert, wijlen Jan Anthonis Ghijben zone, voor hem selven, ende oock in den name van
Adriane Jan Anthonis Ghijben dochter, sijn suster voor de welcke hij hem sterk maecte ende deselve verving.

Peter Cornelis Jan Meren sone, als vader ende voight in den name van Cornelisen, Bastiaenen, Laureijsen, Jannen, sijn onbejaerde sonen, daer moeder af was, wijlen Agneese Anthonis Ghijben, voor welcke sijn kynderen voorschreven, de voornoemde Peter Cornelis Jan Meren sone hem sterck maecte ende deselve verving.

Jan Peter Adriaens zone van den Broeck als man en de voight in den name van Heijlwygen, Adriaen Jan de Hoens dochte, zijn huisfrou, daer moeder af was, wijlen Cathelijn Anthonis Ghjben dochter, voir welcke hij hem steck maecte ende deselve verving, ende

Cornelis Henrick Henricx sone de Hoen, als voight ende Adriaen Jan Noyten sone, als vader ende toesiender samente in den naem van Adriaenken ende Jacopken des voorschreven Adriaen Jan Noyten zoon onbejaerde kynderen, daer moeder af was wijlen Cornelie Adriaens dochte an Ghilze, van welcke wijlen Cornelie Adriaens dochter van Ghilze moeder was, wijlen Adriane Anthonis Ghijben dochter.


Alle als erfgenaemen van wijlen Lysbeth Anthonis Ghijen, desvoorschreven Gherit Gherits zone van Keessel zijn huijsfrou was, hebben samentlyck vercoft
Jannen Anthonis Jan Haerden zone ende Quirijne Peter Willems dochter, sijne huysfrou,
2 huysen, hovinge, bogaert ende erfenisse met alle heure toebehoorte, houdende 2 loopensaet oft alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen sijn to Ghinneken omtrent de Watermolen,
oostwaert aen ’s heerenstrate,
suytwaert aen wijlen Mr. Willem Montens kynder erve,
westwaert aen de Molenvloet, ende
noortwaert aen Harman Henrick Aerts zone van Beek erve.

Te vrijen met 28 stuyvers ende 3 oirstuyvers elcken stuyver tot 3 grooten Brabants erfchijns den nonnen clooster van Vredenberch tot Boeymer.
Met noch 2 stuyvers en de 2 oirstuyvers erfchijns den Hoogen Altaer in de kercke van Ghinneken.
Met noch een 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers, elcken Rijns gulden tot 40 grooten Vlaems efchijns.
Ter quytinge tot 2 malen de penning 16, die de voorschrevenHenrick Henricx sone de hoen daer op heffende ende blijft heffende, daer jaerlicx uytgaende sonner eenigen anderen commer.

Behoudelyck dat se medepant ende bijpant blijven sullen. daer ie met recht schuldich sijn.

Ende de voorgenoemde Henrick Henricx sone de Hoen heeft voor de waer insse van de vercofte huysen, hovinge, bovaert ende efenisse voirst verbonden en te waerborge ende te verhalen, geset ende set met desen, namelick ende perceel sin 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers efchijns ter quitinge die hij daer op heffende is voorschreven.

Dus geloofden de andere vercooperen voornoemd elck voir sijn quote ende aandeel, den voorgenoemde HenrickHenricx sone de Hoen ende sijn nacomelingen aen sijn 3 Rijns gulden ende 5 stuyvers erfchijns ter quitinge bij hem hier af te waerborgen, geset sijnde voorschreven, van de selve waerborchschap, altijt schadeloos, vrij ende onbelast te houden.

Verbyndende daervoor ende settende deselve Henrick Henricx zone de Hoen ende sijne nacomelingen daer af te waerborgen ende te verjhale elck voir sijn quote ende aendeel hem selven ende allevsijn goeden ruerende ende onruerende, presentia et futura,

Voirt soo hebben de voighden ende toesienders van de onbejaerde kynderen voorschreven, bij honnen eede voorsfirmeert, dat in hier in gedaen ende gescoht hebben den moesten oirbaer ende profijt van deselve kynderen nae honnen besten sinnen ende verstande.

Gevest, de voorgenoemde Quirijne Jan Anthonis Jan Haerden zone huysfrouw, hem selven ende tot behoef van den selve Jannen, heuren man.

Actum anno 1560, negen dagen in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven R682 f117v, f118r en v - 9 november 1560]

Generatie 15 (stamoudgrootouders)

ginneken_inv_677_-_vestbrieven_1532-1537_met_daarin_o.a._jan_jan_meren__cornelis_jan_jan_meren_de_oude_en_de_jonge_-_stede_te_hoodonc_bij_strijbeek_-_f._135v_en_136r.jpg meren_cornelis_jan_jan_de_oude_en_de_jonge__delen_met_hun_4_halfbroers_wrijters_en_moeder_margriet_aert_ghijsels_op_15_juni_1535_het_huis_te_hoodonck_bij_strijbeek_en_hei__-_ginneken_inv_677_f_135v.jpg meren_cornelis_jan_jan_de_oude_en_de_jonge__delen_met_hun_4_halfbroers_wrijters_en_moeder_margriet_aert_ghijsels_op_15_juni_1535_het_huis_te_hoodonck_bij_strijbeek_en_hei__-_ginneken_inv_677_f_136r.jpg
736 Ginneken inv 677 - Vestbrieven 1532-1537 met daarin o.a. Jan Jan Meren, Cornelis Jan Jan Meren de oude en de jonge - stede te Hoodonc bij Strijbeek - f. 135v en 136r
737 Meren Cornelis Jan Jan de oude en de jonge, delen met hun 4 halfbroers Wrijters en moeder Margriet Aert Ghijsels op 15 juni 1535 het huis te Hoodonck bij Strijbeek en hei - Ginneken inv 677 f 135v
738 Meren Cornelis Jan Jan de oude en de jonge, delen met hun 4 halfbroers Wrijters en moeder Margriet Aert Ghijsels op 15 juni 1535 het huis te Hoodonck bij Strijbeek en hei - Ginneken inv 677 f 136r
16384 Jan Jan Meren (afb. 736 t/m 738). Jan is overleden vóór dinsdag 15 juni 1535.
Vestbrief:
15-06-1535     Samenvatting:

Cornelis de oude en Cornelis de jonge zjn de 2 kinderen van t huwelijk van Jan Jan Meren en Margriet Aert Ghijsels.
Jan, Ghijsel (of Ghysel), Aert en Matheeus zijn de 4 kinderen uit het huwelijk van Andries Wrijters met Margriet Ghijsels.

Zowel Jan Jan Meren als Andries Wrijters zijn overleden. Hun moeder Margriet leeft nog.

Cornelis de oude en Cornelis de jonge krijgen de helft van de stede te Hoodonc bij Strijbeek, die in t geheel 6 a 7 bunder groot is.
Ook de helft van een stuk hei te Cleijn IJssel bij Hoogstraten, 4 tot 4 /2 bunder groot.

Cornelis en Cornelis dragen de helft over aan de kinderen Wrijters. Met de voorwaarde dat bij de dood van hun (gezamenlijke) moeder, de andere helft ook bij hun terechtkomt. (Ik maak er uit op dat de kinderen Wrijters daar gebruik van mogen maken, ze hoeven er niet weg)

Zolang hun moeder nog in leven is, mag zij een halster rogs erfpacht heffen (= de helft van een sester = 172,8 liter). De erfpacht is oud goed van Jan Jan Meren.
Als zij dood is, komt de erfpacht weer bij Cornelis de oude en Cornelis de oude.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wie is nu eerst overleden: Jan Jan Meren of Andries Wrijters? Wie is de reden dat nu de scheiding gemaakt wordt?

Ieder van de kinderen is blijkbaar mondig, ofwel ouder dan 25 jaar, anders had dat er wel bij gestaan. Anders had dat namelijk een indicatie kunnen zijn van welke partij de oudste was. Dat geldt dus niet.

De erfpacht van de stede hoort in ieder geval bij het oud goed van Jan Jan Meren. Dat lijkt ook te gelden voor de boerderij en het land.
Dan zou het logisch zijn dat Jan Jan Meren er samen met Margriet woonde, en dat zij na zijn dood hertrouwd is.
En dat de kinderen van Jan Jan Meren het goed vinden dat de kinderen van Andries, hun halfbroers, de boerderij gebruiken.


Een andere optie is, dat Margriet eerst getrouwd was met Andries, 4 kinderen kreeg, en daarna hertrouwde met Jan en op zijn boerderij ging wonen, en nog 2 kinderen kreeg.
Deze optie sluit minder goed aan op de vestbrief.

Maar misschien als ik beter leer om de vestbrief te vertalen en te begrijpen, of als ik andere informatie vind, dat ik dan meer duidelijkheid vind.

-----------------------------------------------------------------------------------------------

Cornelis Godschalx sone van de Hoelt ende Wouter Cornelis Scholtens sone, schepenen in t Ghinneken.

Quamen
Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Jan Meren sonen, kende ende lijde,
dat Jan Andries Wrijters zone, hon brueder, voir hem selven ende in den name van Ghyselen, Aerden, ende Matheeus, sijn gebruederen, wijlen Andries Wrijters sonen.

Hon sijden al nu wel ende deugdelic vermecht ende te vreden gestelt hebben van alsulcken . ende gedeelt.

Te weten van de helft van de stede ende erfenisse nabeschreven, die wijlen Jan Jan Meren ende Margriet Aert Ghijsels, zijn huijsfrou, bynne erfelijke vercregen hebben, soo sij seijden.

Te weten van de ene helft van de huysinge, schuer so koye, hovinge ende erfenisse met hunne toebehoort ende alle erve, daeraan liggende hoven, in t geheel omtrent 6 of 7 buynder of alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen zijn te Hoodonc bij Strijbeek.

Noortwaerts aen Adriaen Cornelis Dijks zone erve, ende
Suytwaerts aen Henric Godert Thijs zone erve.

Ende noch van de helft van een stuck heijvelts houdende in t geheel omtrent 4 buynder of vyrdalf buynder,
gelegen tot Cleijn Eijssel over Hoochstraten

Met al sulcken . als . helft van de huysinge ende erfenisse en van de ander erve voirscheven, schuldich is uut te gaen,
.de den welcken de voirschreven Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zoons sonen de helft ende alle t recht dat hen aen de huysinge ende aen de andere erven voirschreven,
na hons vader sijn doot aenbestorven was, ende . aen . opgedragen ende overgegeven hebben, drouge op ende gaven over met behoirlicken .rthij. den voirschreven Jan Andries Wrijters zone tot behoef van de voirschreven Ghijselen, Aerden, ende Matheeus, zijne brueders, ende honne nacomelingen sone . . . aen te beloven.

Wel verst. dat de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen behouden hon recht . ende versterft na hons moeders doot van de wederhelft van de stede ende erfenisse voirschreven, die de voirschreven Margriet Aet Ghijsels ende heurde (?) moeder toebehoirt.

Dus is het wet, dat deselve Margriet Aert Ghijsels op te gehele stede ende erfenisse voirschreven, heffende is een halfter rogs (=172, 8l) jaerlicx in tochten, welc des voirschreven Jan Jan Meren zone out goet was, van welcken halfster erfpacht voirschreven, de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen hen oic bekenden wel vermecht ende voldaen te sijn, soo dat t selve een halfster rogs erfpacht op te gehele stede ende erfenisse voirschreven den kynderen Andries Wrijters voirschreven, volgen na hons moeders doot volgen ende bliven sal.

Voort bedancten hen de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren sone voir de goede sceijdinge ende deijlinge van alle goeden hen na de doot hons vaders aenbestorven van de have ende erve.

Actum 1535 vijftien dagen in Juni.
  [bron: Ginneken inv 677 f 135v en 136r]
18-03-1544     Samenvatting:

Cornelis Jan Meren de oude en de jonge, komen voor de schepenen met Aert en Ghijsel de Wrijters, hun halfbroers.

Na hun vaders dood (= die van Andries de Wrijters) is gedeeld op:
- de stede en alles wat erbij hoort, op Hoodonck
- 3 percelen hooiland op Strijbeek
- 1 bunder beemden onder Hoogstraten
- 1 hooiveld op Cleijn Eijssel onder Hoogstraten, 6 a 7 bunder, de Ghoor

Cornelis en Cornelis zijn door Margriet, hun moeder uitgekocht.

Matheeus en Jan zullen jaarlijks 2700 liter rogge moeten uitreiken aan Cornelis, Cornelis, Aert en Ghijsel, ieder zoveel als het hun aangaat, en de heeren chijns betalen.

Opgemaakt op 18 maart 1544.

Het lijkt er op dat Matheus en Jan de boerderij runnen, en van de oogst flink wat rogge aan hun 4 broers als erfpacht uitreiken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Henrick Woutersse van Keessel ende Peter Cornelis Meren sone, schepenen in Ghinneken.

Quamen Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Meren sonen,
Aert ende Ghijsel, gebruederen, wijlen Andries de Wrijters sonen,

kenden ende lijden, dat Matheeus ende Jan, gebrueders, den voorschreven wijlen Andries de Wrijters sone, honne kinderen na de doot van wijlen Margrieten Aert Ghijsels dochter, hon alder moeder was,

ende oick eens de als na de doot van wijlen Andries de Wrijter als voirschreven, Aerts, Ghijsels, Matheeus ende Jans vader was,
tegens honluijden gescheijden ende gedeelt zijn op te geheele stede, huijsinge, schuer, kooye, hovinge ende erfenisse met haere toebehoirte, ende op te erve, daeraenliggende,

in verscheijden perceelen ende landt, hoy ende weijde landt ende bosch, tesamen houdende omtrent 8 buynder,
gestaen ende gelegen tot Ghinneken op Hoodonck,
westwaerts aen ’s Heeren stroom (=de Mark),
noortwaerts aen Adriaen Cornelis De Pels soons erve,
oostwaerts aen ’s Heeren strate ende Vroente,
zuytwaert aen Henrik Godert Mathijssen erfgenaemen erve.

Item noch op omtrent 3 hoipercelen landt, gelegen op Strijbeek,
zuytwaert ende noortwaert aen Jan Ruelens soons van den Verspoel erve.

Item noch op omtrent een buynder beemden, gelegen onder Hoogstraten,
oostwaert aen ’s Heeren stroom, ende
westwaert aen de Keessels Acker.

Item noch op een stuck hoyvelts, houdende omtrent zest of zeven buynder, gelegen te Cleijn Eijssel, oick onder Hoogstraeten ,
oostwaert aen ’s Heeren Strate, ende
westwaert aen Merten Verdeels erfgenaemen erve, genaempt den Ghoor.

Alsoo groot ende cleijn als de stede ende erfenisse ende alle andere erven voirschreven, gestaen ende gelegen zijn, ende gelijckt wijlen Andries de Wrijter ende Margriet Aert Ghijsels als sijn huysfrou was voirschreven, die gelijckerhant te besetten plagen, ende

daer zij de heur sonen, wijlen Jan Meren voorgenoemd, derselven Margrieten voirschreven, als van alsulcken erven als den selven voirschreven, na de hons vader voirschreven doot, daer inne competeert ende aenbestorven was eertijts uutgecoft ende bevruecht hadden, nae uutweijsen der brieve ende bescheijdt aer af zijnde, soo wij verstonden.

Uut welcke stede ende erfenissen, bovengescreven ende voirgenoemde Matheeus ende Jans, gebruederen, Andries de Wrijters sonen, jaerlicx uutreijcken zullen moeten 7 sesteren, 3 veertelen, 1 loopensaet Rogs erfpacht (ofwel 7x345,6 liter, 3x86,4l en 21,6l in totaal 2700l) ende ’s Heeren chijnse, al outs commers in verscheijden percheelen daer jaerlicx uutgaande.

Tegens welcke stede ende alle de erfenisse oirschreven de voirgenoemde Cornelis de oude ene Cornelis de jonge, Jan Meren sonen, ende Aert ende Ghijsel, wijlen Andries de Wrijters sonen, gebruederen,
te weten de elck van hen voir soo veel alsthoen aengaet,
bekenden verlict (?) te zijn, zoo met pachte oft penningen den voirschreven Matheeus ende Jan, honne brueders daer af uutreijcken sullen, soo met andere pachten ende renten die sij dan tegens hebben sullen andersins dan sij moeten te doen zijn.

Parthijen mits dien gehoirlick ende al op te selve stede ende erfenissen boven geschreven tot behoeft van den voirgenoemde Matheeus ende Jan, honne brueders ende honne nacomelingen, sonder eenich recht te behoiren.

Actum Anno 1544, 18 dage in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 679 f 24 r en v]
Hij trouwde met
wrijters_margriet_weduwe_van_andries_de__koopt_samen_met_adriaen_dyels__ook_voor_haar_zonen__5_percelen_hei__wei_en_bos__te_hoodonck_op_12_april_1533_-_ginneken_inv._676_f_53v.jpg wrijters_margriet_weduwe_van_andries_de__koopt_samen_met_adriaen_dyels__ook_voor_haar_zonen__5_percelen_hei__wei_en_bos__te_hoodonck_op_12_april_1533_-_ginneken_inv._676_f_54r.jpg
739 Wrijters Margriet weduwe van Andries de, koopt samen met Adriaen Dyels, ook voor haar zonen, 5 percelen hei, wei en bos, te Hoodonck op 12 april 1533 - Ginneken inv. 676 f 53v
740 Wrijters Margriet weduwe van Andries de, koopt samen met Adriaen Dyels, ook voor haar zonen, 5 percelen hei, wei en bos, te Hoodonck op 12 april 1533 - Ginneken inv. 676 f 54r
16385 Margriet Aert Ghijsels (afb. 739 en 740). Margriet is overleden na dinsdag 15 juni 1535 [bron: Ginneken inv 677 f 135v en 136r van 15 juni 1535, en Ginneken Vestbrieven inv 679 f 24 r en v, van 18 maart 1544].
Vestbrief:
12-04-1533     Samenvatting:

Margriet (Aert Ghijsels), weduwe van Andries de Wrijters,
koopt samen met Adriaen de Pels (of Dyels), ook van haar 4 kinderen, die ze heeft van wijlen Andries de Wrijters
4 of 5 percelen hei, wei en bos, groot 4 1/2 bunder, gelegen op Hoodonck, met ten westen de Mark.

Ze koopt die van Laureijs Roelofs, die getrouwd is met Kathelijn Gherits van Mer.
Jan Jan Roelofs, de neef van Laureijs vertelt de schepenen, dat hij vroeger gedeeld is op die erven. Zijn neef Laureijs heeft hem met geld en anderszins voldaan.

Kathelijn vertelt de schepenen dat bij het scheiden en delen van haar vaders bedde, zij de erven in tocht zou hebben, en dat zij dit samen met haar man als heilige voorwaarde gesteld heeft bij haar trouwen. De schepenen bepalen dat zij geen recht meer hierop kan doen gelden. De reden is mij niet duidelijk.

Margriet en Adriaen hebben de percelen samen gekocht. Waarom zouden ze dat samen doen?
De percelen die Margriet koopt sluiten aan op grond, die al van haar is. Dat is een goede reden voor Margriet om dat land te kopen. Maar Adriaen is in de beschrijving van de ligging niet genoemd. Als hij ook aansluitend land zou hebben, is dat een goede reden.
Ik kan er geen uitsluitsel over geven.

Ze verdelen de percelen. Margriet krijgt er 2 van.
Ook de erfpacht verdelen ze.

--------------------------------------------------------------------------------------------

f. 53v
Cornelis Godschalcx sone van den Hoelt ende Joost Adriaens sone van Hoodonc, schepenen in Ghinneken.

Quam Laureijs Roelofs sone, heeft vercoft

Adriaen Cornelis de Pels sone ende
Margrieten, weduwe wijlen Andries de Wrijters, voir heur selven, ende oic tot behoef van Jan, Ghijsel, Aert ende Matheeus, heure sonen, die sij heeft bij den voirschreven Andries de Wrijters,

zekere erve, in vyer ofte vijf parcelen gelegen, tesamen houdende onder heijde, ende weijde ende bosch.
omtrent vyerdalf buynder,
met oic den erve, aldaer dewelc den heide voirschreven .. noch .. of in gegraven en is, soo verre als de voirscheven Laureijs Roelofs zone daer inne gerecht is.
Alsoo groot ende cleijn als voirbegrepen de maten, aen een gelegen zijn op Hoodonck met brantheijde.

suytwaerts aen Andries de Wrijters weduwe ende erfgenaemen voirschreven ander erve,
westwaerts aen ’s Heeren stroom (=de Mark),
noortwaerts aen Michiel Ghorys zone erve, ende
oostwaerts aen ’s Heeren vroente van Breda.

Te vrijen met een zester rogs erfpachts de Tafelen Heiliche Geests van Breda,
met noch een halster rogs erfpachts Cornelissen Godschalx zone van den Hoelt (= de schepen),
ende met ’s Heeren chijns
daer jaerlicx uutgaende, sonder anderen commer.

Voirt soo is voir ons Schepenen voirschreven, gecomen Jan Jan Roelofs sone, ende bekendedat de voirgenoemde Laureijs Roelofs sone, sijn neve, eertijts tegen hem op te vercofte erven, houdende omtrent vyerdalf buynder bovenbeschreven, gedeelt is ende dat hij voirtijts daer tegens met penningen ende andersins verlict (?) is, soo dat hij, Jan Jan Roelofs sone voirschreven daer aen t geen Recht, actie of toesegging heeft in enige manieren.

Oic is voor ons, Schepenen, gecomen Kathelijn Gheryts dochter van Mer met ten voirschreven Laureijsse Roelofs sone, heuren man ende voight,
kende ende lijde hoe wel bij sekere

f54r
heijliche voirwaerde eertijts tusschen heur ende den Laureijsse voirschreven, heuren man,
gemaect besproken was, dat indien sij de lantstucken wie in t scheijden vaders bedde quam wittich oic ende hadden .. zij alle de vercoft erve voirschreven,
in tocht soude hebben .. haer kinderen lant.
Na uutwijsen van den bescheijde, daer af sijnde, soo wij verstonden, dat sij, Kathelijn voirschreven, nochtans geen Recht ende actie, dat sij daeraen hadde off naemaals oft p.delen souden moghen.

Voirt soo sijn voir ons Schepenen voirgenoemd, gecomen
de voirgenoemde Adriaen Cornelis de Pels sone in den parthijen ,

ende voirgenoemde Margriet Andries de Wrijters weduwe, met Jan, heur soon ende voight ende met heur desselve Jan .. soon voor hen selven, ende oic de voorgenoemd Margriet ende Jan, heuren soon, in den name van Ghijselen, Aerden ende Matheeus Andries de Wrijters sonen in de andere.

Kenden ende lijden dat zij beijde de vercofte erven voirschreven, gedeelt hebben in dese manieren:

te weten dat de voirgenoemde Margriet, Andries de Wrijters weduwe, met heur kinderen voir hen ende voir honne nacomelingen van den erven voirschreven, sal hebben 2 stucken erfs, daer af den heijde is, de ander een bosch, tesamen houdende omtrent anderhalf buynder, ombegrepen de maten, soo groot ende cleijn als aen een gelegen sijn,

suytwaerts aen de voirschreven Margrieten ende heur de sonen de andere erven, hen vader voren .. is,
oostwaerts aen ’s Heeren vroente,

ende voirt omgaens aen de voirschreven Adriaen Cornelis de Pels zone erven daer hij op gedeelt is.
Hier tegens sal deselve Adriaen Cornelis de Pels zone, voir hem selve en voir sijne nacomelingen, hebben alle de andere vercofte erven voirschreven, behalve de 2 stucken erfs, d ie de voirschreven Margriet ende heuren sonen hebben sullen.

Ende het is voirwaert dat de gracht oft heijninghe tusschen hen beijden erven liggende, met alle den houtbosch (of houtwasch) daer op staende, beijde parthijen half ende half toebehoren sal en sullen die gelijckerhant onderhouden en sullen de voirschreven parthijen, dese gecofte erven aengaende, de een omme des anders erven, voirtaen nyet meer wegen in eniger manieren.

Item het is nog voirwaert, dat de voirschreven Margriet, Andries de Wrijters weduwe, met heur sonen, uut hun 2 stucken erfs voirschreven, daer sij op gedeelt sijn, jaerlicx erfpacht gelden uutreijcken sullen moeten.
Een halster rogs erfpachts in minderingen van de 1 zester rogs erfpachts der Tafelen Heilichen Geests van Breda voirschreven,

Ende dat de voirgenoemde Adriaen Cornelis de Pels zone oic andere erven daer hij op gedeelt is voirschreven, jaerlicx den erfpachts gelden uutreijcken sal moeten van de halster rogs erfpachts voirschreven, een zester rogs erfpachts de Tafelen Heilichen Geests van Breda,

Ende daer toe den halster rogs erfpachts, dewelc de voirgenoemde Cornelis Godschalx zone heft.
Ende aengaende des Heeren chijns op te vercofte erven voirschreven staende, dat de voirschreven Margriet met heure kynderen daerinne

Om der.. ende de voirschreven Adriaen Cornelis de Pels sone de andere 2 ..delen af jaerlicx betalen sullen moeten ende oft enich van hen gebrecklich .. sijn soude, voirgenoemden jaerlicx uutreijcken ende de ander daer bij .list oft beschadicht werde, soo sal die hem daer af op des gebrecklich erven voirschreven, verhalen mogen met pant als gereet gelt.

Ende desen achtervolgende zo is de voirschreven Adriaen Cornelis de Pels zone in den vercoften erven, daer hij op gedeelt is.
Voirst gevest, actie desen achtervolgende, is de voirgenoemde Margriet, Andries de Wrijters weduwe voir heur selven ende tot behoef van Jannen , Ghijselen, Aerden ende Matheeussen heur sonen, met 2 stucken erfs daer zij op gedeelt sijn.

Voirschreven gevest actum anno 1533, 12 dagen in april.
  [bron: Ginneken inv 676 f 53v en 54r]
15-06-1535     Samenvatting:

Cornelis de oude en Cornelis de jonge zjn de 2 kinderen van t huwelijk van Jan Jan Meren en Margriet Aert Ghijsels.
Jan, Ghijsel (of Ghysel), Aert en Matheeus zijn de 4 kinderen uit het huwelijk van Andries Wrijters met Margriet Ghijsels.

Zowel Jan Jan Meren als Andries Wrijters zijn overleden. Hun moeder Margriet leeft nog.

Cornelis de oude en Cornelis de jonge krijgen de helft van de stede te Hoodonc bij Strijbeek, die in t geheel 6 a 7 bunder groot is.
Ook de helft van een stuk hei te Cleijn IJssel bij Hoogstraten, 4 tot 4 /2 bunder groot.

Cornelis en Cornelis dragen de helft over aan de kinderen Wrijters. Met de voorwaarde dat bij de dood van hun (gezamenlijke) moeder, de andere helft ook bij hun terechtkomt. (Ik maak er uit op dat de kinderen Wrijters daar gebruik van mogen maken, ze hoeven er niet weg)

Zolang hun moeder nog in leven is, mag zij een halster rogs erfpacht heffen (= de helft van een sester = 172,8 liter). De erfpacht is oud goed van Jan Jan Meren.
Als zij dood is, komt de erfpacht weer bij Cornelis de oude en Cornelis de oude.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wie is nu eerst overleden: Jan Jan Meren of Andries Wrijters? Wie is de reden dat nu de scheiding gemaakt wordt?

Ieder van de kinderen is blijkbaar mondig, ofwel ouder dan 25 jaar, anders had dat er wel bij gestaan. Anders had dat namelijk een indicatie kunnen zijn van welke partij de oudste was. Dat geldt dus niet.

De erfpacht van de stede hoort in ieder geval bij het oud goed van Jan Jan Meren. Dat lijkt ook te gelden voor de boerderij en het land.
Dan zou het logisch zijn dat Jan Jan Meren er samen met Margriet woonde, en dat zij na zijn dood hertrouwd is.
En dat de kinderen van Jan Jan Meren het goed vinden dat de kinderen van Andries, hun halfbroers, de boerderij gebruiken.


Een andere optie is, dat Margriet eerst getrouwd was met Andries, 4 kinderen kreeg, en daarna hertrouwde met Jan en op zijn boerderij ging wonen, en nog 2 kinderen kreeg.
Deze optie sluit minder goed aan op de vestbrief.

Maar misschien als ik beter leer om de vestbrief te vertalen en te begrijpen, of als ik andere informatie vind, dat ik dan meer duidelijkheid vind.

-----------------------------------------------------------------------------------------------

Cornelis Godschalx sone van de Hoelt ende Wouter Cornelis Scholtens sone, schepenen in t Ghinneken.

Quamen
Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Jan Meren sonen, kende ende lijde,
dat Jan Andries Wrijters zone, hon brueder, voir hem selven ende in den name van Ghyselen, Aerden, ende Matheeus, sijn gebruederen, wijlen Andries Wrijters sonen.

Hon sijden al nu wel ende deugdelic vermecht ende te vreden gestelt hebben van alsulcken . ende gedeelt.

Te weten van de helft van de stede ende erfenisse nabeschreven, die wijlen Jan Jan Meren ende Margriet Aert Ghijsels, zijn huijsfrou, bynne erfelijke vercregen hebben, soo sij seijden.

Te weten van de ene helft van de huysinge, schuer so koye, hovinge ende erfenisse met hunne toebehoort ende alle erve, daeraan liggende hoven, in t geheel omtrent 6 of 7 buynder of alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen zijn te Hoodonc bij Strijbeek.

Noortwaerts aen Adriaen Cornelis Dijks zone erve, ende
Suytwaerts aen Henric Godert Thijs zone erve.

Ende noch van de helft van een stuck heijvelts houdende in t geheel omtrent 4 buynder of vyrdalf buynder,
gelegen tot Cleijn Eijssel over Hoochstraten

Met al sulcken . als . helft van de huysinge ende erfenisse en van de ander erve voirscheven, schuldich is uut te gaen,
.de den welcken de voirschreven Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zoons sonen de helft ende alle t recht dat hen aen de huysinge ende aen de andere erven voirschreven,
na hons vader sijn doot aenbestorven was, ende . aen . opgedragen ende overgegeven hebben, drouge op ende gaven over met behoirlicken .rthij. den voirschreven Jan Andries Wrijters zone tot behoef van de voirschreven Ghijselen, Aerden, ende Matheeus, zijne brueders, ende honne nacomelingen sone . . . aen te beloven.

Wel verst. dat de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen behouden hon recht . ende versterft na hons moeders doot van de wederhelft van de stede ende erfenisse voirschreven, die de voirschreven Margriet Aet Ghijsels ende heurde (?) moeder toebehoirt.

Dus is het wet, dat deselve Margriet Aert Ghijsels op te gehele stede ende erfenisse voirschreven, heffende is een halfter rogs (=172, 8l) jaerlicx in tochten, welc des voirschreven Jan Jan Meren zone out goet was, van welcken halfster erfpacht voirschreven, de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen hen oic bekenden wel vermecht ende voldaen te sijn, soo dat t selve een halfster rogs erfpacht op te gehele stede ende erfenisse voirschreven den kynderen Andries Wrijters voirschreven, volgen na hons moeders doot volgen ende bliven sal.

Voort bedancten hen de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren sone voir de goede sceijdinge ende deijlinge van alle goeden hen na de doot hons vaders aenbestorven van de have ende erve.

Actum 1535 vijftien dagen in Juni.
  [bron: Ginneken inv 677 f 135v en 136r van 15 juni 1535]
18-03-1544     Samenvatting:

Cornelis Jan Meren de oude en de jonge, komen voor de schepenen met Aert en Ghijsel de Wrijters, hun halfbroers.

Na hun vaders dood (= die van Andries de Wrijters) is gedeeld op:
- de stede en alles wat erbij hoort, op Hoodonck
- 3 percelen hooiland op Strijbeek
- 1 bunder beemden onder Hoogstraten
- 1 hooiveld op Cleijn Eijssel onder Hoogstraten, 6 a 7 bunder, de Ghoor

Cornelis en Cornelis zijn door Margriet, hun moeder uitgekocht.

Matheeus en Jan zullen jaarlijks 2700 liter rogge moeten uitreiken aan Cornelis, Cornelis, Aert en Ghijsel, ieder zoveel als het hun aangaat, en de heeren chijns betalen.

Opgemaakt op 18 maart 1544.

Het lijkt er op dat Matheus en Jan de boerderij runnen, en van de oogst flink wat rogge aan hun 4 broers als erfpacht uitreiken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Henrick Woutersse van Keessel ende Peter Cornelis Meren sone, schepenen in Ghinneken.

Quamen Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Meren sonen,
Aert ende Ghijsel, gebruederen, wijlen Andries de Wrijters sonen,

kenden ende lijden, dat Matheeus ende Jan, gebrueders, den voorschreven wijlen Andries de Wrijters sone, honne kinderen na de doot van wijlen Margrieten Aert Ghijsels dochter, hon alder moeder was,

ende oick eens de als na de doot van wijlen Andries de Wrijter als voirschreven, Aerts, Ghijsels, Matheeus ende Jans vader was,
tegens honluijden gescheijden ende gedeelt zijn op te geheele stede, huijsinge, schuer, kooye, hovinge ende erfenisse met haere toebehoirte, ende op te erve, daeraenliggende,

in verscheijden perceelen ende landt, hoy ende weijde landt ende bosch, tesamen houdende omtrent 8 buynder,
gestaen ende gelegen tot Ghinneken op Hoodonck,
westwaerts aen ’s Heeren stroom (=de Mark),
noortwaerts aen Adriaen Cornelis De Pels soons erve,
oostwaerts aen ’s Heeren strate ende Vroente,
zuytwaert aen Henrik Godert Mathijssen erfgenaemen erve.

Item noch op omtrent 3 hoipercelen landt, gelegen op Strijbeek,
zuytwaert ende noortwaert aen Jan Ruelens soons van den Verspoel erve.

Item noch op omtrent een buynder beemden, gelegen onder Hoogstraten,
oostwaert aen ’s Heeren stroom, ende
westwaert aen de Keessels Acker.

Item noch op een stuck hoyvelts, houdende omtrent zest of zeven buynder, gelegen te Cleijn Eijssel, oick onder Hoogstraeten ,
oostwaert aen ’s Heeren Strate, ende
westwaert aen Merten Verdeels erfgenaemen erve, genaempt den Ghoor.

Alsoo groot ende cleijn als de stede ende erfenisse ende alle andere erven voirschreven, gestaen ende gelegen zijn, ende gelijckt wijlen Andries de Wrijter ende Margriet Aert Ghijsels als sijn huysfrou was voirschreven, die gelijckerhant te besetten plagen, ende

daer zij de heur sonen, wijlen Jan Meren voorgenoemd, derselven Margrieten voirschreven, als van alsulcken erven als den selven voirschreven, na de hons vader voirschreven doot, daer inne competeert ende aenbestorven was eertijts uutgecoft ende bevruecht hadden, nae uutweijsen der brieve ende bescheijdt aer af zijnde, soo wij verstonden.

Uut welcke stede ende erfenissen, bovengescreven ende voirgenoemde Matheeus ende Jans, gebruederen, Andries de Wrijters sonen, jaerlicx uutreijcken zullen moeten 7 sesteren, 3 veertelen, 1 loopensaet Rogs erfpacht (ofwel 7x345,6 liter, 3x86,4l en 21,6l in totaal 2700l) ende ’s Heeren chijnse, al outs commers in verscheijden percheelen daer jaerlicx uutgaande.

Tegens welcke stede ende alle de erfenisse oirschreven de voirgenoemde Cornelis de oude ene Cornelis de jonge, Jan Meren sonen, ende Aert ende Ghijsel, wijlen Andries de Wrijters sonen, gebruederen,
te weten de elck van hen voir soo veel alsthoen aengaet,
bekenden verlict (?) te zijn, zoo met pachte oft penningen den voirschreven Matheeus ende Jan, honne brueders daer af uutreijcken sullen, soo met andere pachten ende renten die sij dan tegens hebben sullen andersins dan sij moeten te doen zijn.

Parthijen mits dien gehoirlick ende al op te selve stede ende erfenissen boven geschreven tot behoeft van den voirgenoemde Matheeus ende Jan, honne brueders ende honne nacomelingen, sonder eenich recht te behoiren.

Actum Anno 1544, 18 dage in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 679 f 24 r en v]
Margriet trouwde (2) met Andries de Wrijters (ovl. vóór 1533).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cornelis Jan Jan "de oude" Meren (zie 8192).
meren_anthonis_cornelis_jan__en_zussen_marie__kathalijne__adriane_en_jenneken_verklaren_op_29_febr._1564_de_erfpacht_jaarlijks_te_voldoen_uit_hun_goederen_in_galder_te_keersel_-_ginneken_r683_f11v.jpg meren_anthonis_cornelis_jan__en_zussen_marie__kathalijne__adriane_en_jenneken_verklaren_op_29_febr._1564_de_erfpacht_jaarlijks_te_voldoen_uit_hun_goederen_in_galder_te_keersel_-_ginneken_r683_f11r.jpg
741 Meren Anthonis Cornelis Jan, en zussen Marie, Kathalijne, Adriane en Jenneken verklaren op 29 febr. 1564 de erfpacht jaarlijks te voldoen uit hun goederen in Galder te Keersel - Ginneken R683 f11v
742 Meren Anthonis Cornelis Jan, en zussen Marie, Kathalijne, Adriane en Jenneken verklaren op 29 febr. 1564 de erfpacht jaarlijks te voldoen uit hun goederen in Galder te Keersel - Ginneken R683 f11r
II. Cornelis Jan Jan "de jonge" Meren (afb. 741 en 742). Cornelis is overleden vóór dinsdag 29 februari 1564 [bron: Ginneken Vestbrieven inv 683 f 11 van 29 februari 1564].
Notitie bij overlijden van Cornelis: In de vestbrief staat wijlen Cornelis Jan Meren. Zijn kinderen nemen de schuld over, die hij heeft achtergelaten.
Vestbrief:
15-06-1535     Samenvatting:

Cornelis de oude en Cornelis de jonge zjn de 2 kinderen van t huwelijk van Jan Jan Meren en Margriet Aert Ghijsels.
Jan, Ghijsel (of Ghysel), Aert en Matheeus zijn de 4 kinderen uit het huwelijk van Andries Wrijters met Margriet Ghijsels.

Zowel Jan Jan Meren als Andries Wrijters zijn overleden. Hun moeder Margriet leeft nog.

Cornelis de oude en Cornelis de jonge krijgen de helft van de stede te Hoodonc bij Strijbeek, die in t geheel 6 a 7 bunder groot is.
Ook de helft van een stuk hei te Cleijn IJssel bij Hoogstraten, 4 tot 4 /2 bunder groot.

Cornelis en Cornelis dragen de helft over aan de kinderen Wrijters. Met de voorwaarde dat bij de dood van hun (gezamenlijke) moeder, de andere helft ook bij hun terechtkomt. (Ik maak er uit op dat de kinderen Wrijters daar gebruik van mogen maken, ze hoeven er niet weg)

Zolang hun moeder nog in leven is, mag zij een halster rogs erfpacht heffen (= de helft van een sester = 172,8 liter). De erfpacht is oud goed van Jan Jan Meren.
Als zij dood is, komt de erfpacht weer bij Cornelis de oude en Cornelis de oude.

---------------------------------------------------------------------------------------------
Wie is nu eerst overleden: Jan Jan Meren of Andries Wrijters? Wie is de reden dat nu de scheiding gemaakt wordt?

Ieder van de kinderen is blijkbaar mondig, ofwel ouder dan 25 jaar, anders had dat er wel bij gestaan. Anders had dat namelijk een indicatie kunnen zijn van welke partij de oudste was. Dat geldt dus niet.

De erfpacht van de stede hoort in ieder geval bij het oud goed van Jan Jan Meren. Dat lijkt ook te gelden voor de boerderij en het land.
Dan zou het logisch zijn dat Jan Jan Meren er samen met Margriet woonde, en dat zij na zijn dood hertrouwd is.
En dat de kinderen van Jan Jan Meren het goed vinden dat de kinderen van Andries, hun halfbroers, de boerderij gebruiken.


Een andere optie is, dat Margriet eerst getrouwd was met Andries, 4 kinderen kreeg, en daarna hertrouwde met Jan en op zijn boerderij ging wonen, en nog 2 kinderen kreeg.
Deze optie sluit minder goed aan op de vestbrief.

Maar misschien als ik beter leer om de vestbrief te vertalen en te begrijpen, of als ik andere informatie vind, dat ik dan meer duidelijkheid vind.

-----------------------------------------------------------------------------------------------

Cornelis Godschalx sone van de Hoelt ende Wouter Cornelis Scholtens sone, schepenen in t Ghinneken.

Quamen
Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Jan Meren sonen, kende ende lijde,
dat Jan Andries Wrijters zone, hon brueder, voir hem selven ende in den name van Ghyselen, Aerden, ende Matheeus, sijn gebruederen, wijlen Andries Wrijters sonen.

Hon sijden al nu wel ende deugdelic vermecht ende te vreden gestelt hebben van alsulcken . ende gedeelt.

Te weten van de helft van de stede ende erfenisse nabeschreven, die wijlen Jan Jan Meren ende Margriet Aert Ghijsels, zijn huijsfrou, bynne erfelijke vercregen hebben, soo sij seijden.

Te weten van de ene helft van de huysinge, schuer so koye, hovinge ende erfenisse met hunne toebehoort ende alle erve, daeraan liggende hoven, in t geheel omtrent 6 of 7 buynder of alsoo groot ende cleijn, als gestaen ende gelegen zijn te Hoodonc bij Strijbeek.

Noortwaerts aen Adriaen Cornelis Dijks zone erve, ende
Suytwaerts aen Henric Godert Thijs zone erve.

Ende noch van de helft van een stuck heijvelts houdende in t geheel omtrent 4 buynder of vyrdalf buynder,
gelegen tot Cleijn Eijssel over Hoochstraten

Met al sulcken . als . helft van de huysinge ende erfenisse en van de ander erve voirscheven, schuldich is uut te gaen,
.de den welcken de voirschreven Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zoons sonen de helft ende alle t recht dat hen aen de huysinge ende aen de andere erven voirschreven,
na hons vader sijn doot aenbestorven was, ende . aen . opgedragen ende overgegeven hebben, drouge op ende gaven over met behoirlicken .rthij. den voirschreven Jan Andries Wrijters zone tot behoef van de voirschreven Ghijselen, Aerden, ende Matheeus, zijne brueders, ende honne nacomelingen sone . . . aen te beloven.

Wel verst. dat de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen behouden hon recht . ende versterft na hons moeders doot van de wederhelft van de stede ende erfenisse voirschreven, die de voirschreven Margriet Aet Ghijsels ende heurde (?) moeder toebehoirt.

Dus is het wet, dat deselve Margriet Aert Ghijsels op te gehele stede ende erfenisse voirschreven, heffende is een halfter rogs (=172, 8l) jaerlicx in tochten, welc des voirschreven Jan Jan Meren zone out goet was, van welcken halfster erfpacht voirschreven, de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren zonen hen oic bekenden wel vermecht ende voldaen te sijn, soo dat t selve een halfster rogs erfpacht op te gehele stede ende erfenisse voirschreven den kynderen Andries Wrijters voirschreven, volgen na hons moeders doot volgen ende bliven sal.

Voort bedancten hen de voirgenoemde Cornelis ende Cornelis Jan Jan Meren sone voir de goede sceijdinge ende deijlinge van alle goeden hen na de doot hons vaders aenbestorven van de have ende erve.

Actum 1535 vijftien dagen in Juni.
  [bron: Ginneken inv 677 f 135v en 136r]
18-03-1544     Samenvatting:

Cornelis Jan Meren de oude en de jonge, komen voor de schepenen met Aert en Ghijsel de Wrijters, hun halfbroers.

Na hun vaders dood (= die van Andries de Wrijters) is gedeeld op:
- de stede en alles wat erbij hoort, op Hoodonck
- 3 percelen hooiland op Strijbeek
- 1 bunder beemden onder Hoogstraten
- 1 hooiveld op Cleijn Eijssel onder Hoogstraten, 6 a 7 bunder, de Ghoor

Cornelis en Cornelis zijn door Margriet, hun moeder uitgekocht.

Matheeus en Jan zullen jaarlijks 2700 liter rogge moeten uitreiken aan Cornelis, Cornelis, Aert en Ghijsel, ieder zoveel als het hun aangaat, en de heeren chijns betalen.

Opgemaakt op 18 maart 1544.

Het lijkt er op dat Matheus en Jan de boerderij runnen, en van de oogst flink wat rogge aan hun 4 broers als erfpacht uitreiken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Henrick Woutersse van Keessel ende Peter Cornelis Meren sone, schepenen in Ghinneken.

Quamen Cornelis de oude ende Cornelis de jonghe, gebruederen, wijlen Jan Meren sonen,
Aert ende Ghijsel, gebruederen, wijlen Andries de Wrijters sonen,

kenden ende lijden, dat Matheeus ende Jan, gebrueders, den voorschreven wijlen Andries de Wrijters sone, honne kinderen na de doot van wijlen Margrieten Aert Ghijsels dochter, hon alder moeder was,

ende oick eens de als na de doot van wijlen Andries de Wrijter als voirschreven, Aerts, Ghijsels, Matheeus ende Jans vader was,
tegens honluijden gescheijden ende gedeelt zijn op te geheele stede, huijsinge, schuer, kooye, hovinge ende erfenisse met haere toebehoirte, ende op te erve, daeraenliggende,

in verscheijden perceelen ende landt, hoy ende weijde landt ende bosch, tesamen houdende omtrent 8 buynder,
gestaen ende gelegen tot Ghinneken op Hoodonck,
westwaerts aen ’s Heeren stroom (=de Mark),
noortwaerts aen Adriaen Cornelis De Pels soons erve,
oostwaerts aen ’s Heeren strate ende Vroente,
zuytwaert aen Henrik Godert Mathijssen erfgenaemen erve.

Item noch op omtrent 3 hoipercelen landt, gelegen op Strijbeek,
zuytwaert ende noortwaert aen Jan Ruelens soons van den Verspoel erve.

Item noch op omtrent een buynder beemden, gelegen onder Hoogstraten,
oostwaert aen ’s Heeren stroom, ende
westwaert aen de Keessels Acker.

Item noch op een stuck hoyvelts, houdende omtrent zest of zeven buynder, gelegen te Cleijn Eijssel, oick onder Hoogstraeten ,
oostwaert aen ’s Heeren Strate, ende
westwaert aen Merten Verdeels erfgenaemen erve, genaempt den Ghoor.

Alsoo groot ende cleijn als de stede ende erfenisse ende alle andere erven voirschreven, gestaen ende gelegen zijn, ende gelijckt wijlen Andries de Wrijter ende Margriet Aert Ghijsels als sijn huysfrou was voirschreven, die gelijckerhant te besetten plagen, ende

daer zij de heur sonen, wijlen Jan Meren voorgenoemd, derselven Margrieten voirschreven, als van alsulcken erven als den selven voirschreven, na de hons vader voirschreven doot, daer inne competeert ende aenbestorven was eertijts uutgecoft ende bevruecht hadden, nae uutweijsen der brieve ende bescheijdt aer af zijnde, soo wij verstonden.

Uut welcke stede ende erfenissen, bovengescreven ende voirgenoemde Matheeus ende Jans, gebruederen, Andries de Wrijters sonen, jaerlicx uutreijcken zullen moeten 7 sesteren, 3 veertelen, 1 loopensaet Rogs erfpacht (ofwel 7x345,6 liter, 3x86,4l en 21,6l in totaal 2700l) ende ’s Heeren chijnse, al outs commers in verscheijden percheelen daer jaerlicx uutgaande.

Tegens welcke stede ende alle de erfenisse oirschreven de voirgenoemde Cornelis de oude ene Cornelis de jonge, Jan Meren sonen, ende Aert ende Ghijsel, wijlen Andries de Wrijters sonen, gebruederen,
te weten de elck van hen voir soo veel alsthoen aengaet,
bekenden verlict (?) te zijn, zoo met pachte oft penningen den voirschreven Matheeus ende Jan, honne brueders daer af uutreijcken sullen, soo met andere pachten ende renten die sij dan tegens hebben sullen andersins dan sij moeten te doen zijn.

Parthijen mits dien gehoirlick ende al op te selve stede ende erfenissen boven geschreven tot behoeft van den voirgenoemde Matheeus ende Jan, honne brueders ende honne nacomelingen, sonder eenich recht te behoiren.

Actum Anno 1544, 18 dage in meerte.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv 679 f 24 r en v]
29-02-1564     Samenvatting:

Vader Cornelis Jan Meren heeft een schuld van 45 karolus gulden achtergelaten aan Cornelis Aert Cornelis Ghijsels, 20 jaar.
Deze laatste wordt bijgestaan door Matheeus Andries Wrijters (een halfbroer van Cornelis Jan) en Jacoppen Jan Jacops.

De kinderen Anthonis, Marie, Kathelijne, Adriane en Jenneken nemen de schuld over, en betalen de erfpacht van 14 1/2 loopenen rogge, totdat de schuld afgelost is. Anthonis en Marie zijn aanwezig. Anthonis is ook de voogd van Marie (die is dan nog geen 25, geboren na 1539).
Zij vervangen de 3 zussen.

Als onderpand geven zij:
- de stede met schuur en hovinge en erf tot Galder te Keessel (Keersel)
- land De Heijninge
- wei De Reijt
- land Bedrijfshof
- land Het Dijkstuck (deze 4 ook daeromtrent, ofwel bij Keessel)
- land De Steijger tot Galder op het Hoogeinde

Te vrijen met 4 zesteren rogge erfpacht en 5 Rijns gulden.


--------------------------------------------------------------------------------------------
Gijsbrecht Jan Jacops zone ende Anthonis Mathijs Schelckens, schepenen in Ghinneken

Quamen
Anthonis Cornelis Jan Meren zone ende
Marie Cornelis Jan Meren dochtere, zijn zuster, metten voorschreven Anthonissen, heuren brueder, ende voight voor hen zelven, ende samentlick in den name van
Kathelijne, Adriane ende Jenneken, des voirschreven wijlen Cornelis Jan Merens zoons dochteren, hon zusters, voir de welck zij samentlick hen sterck maecten ende deselve vervingen.

Kenden ende lijden dat in voldoeninge van alsulcke 45 Karolus gulden t stuck tot 40 Grooten Vlaems eens, als de voirgenoemde Cornelis Jan Meren zonen, hon vader bij slote van Rekeninge schuldich is bleven,
Cornelis wijlen Aert Cornelis Ghijsels zoone zoone zij schuldich zijn, ende gelooft (of geloost) hebben ende gelooven met desen jaerlicx te gelden ebde uyt te reijcken den selven Cornelisen Aert Cornelis Ghijsel zoons zone ende zijnen nacomelingen:
14 1/2 loopenen rogs t jaers erfpachts, goet ende custbaer te leveren alle jaer bynnen Breda ende op Lichtmisse uut ende op hun

huysinge, schuere, hovinge ende erfenisse met heure toebehoirte ende hen erve daer aen liggende, houdende omtrent 2 loopensaet, gestaen ende gelegen tot Galder te Keessel.
oostwaert ende westwaert aen Aert Gherit Ghijsels zoons erve,
zuytwaert aen Wouter Cornelis Wagemaeckers zoons erve, ende
noortwaert aen ’s Heeren strate.

Item noch op een stuck lant, geheijten De Heijninge, houdende omtrent 2 loopensaet, gelegen daer omtrent.
noortwaert ende oostwaert aen Cornelis Adriaen Thiels zoons erve, ende
zuytwaert ende westwaert aen des voirgenoemde Wouter Cornelis Wagemaeckers zoons erve.

Item noch op een stuck weijden, geheijten De Rijt, houdende omtrent een buynder, gelgen oick daeromtrent.
oostwaert aen des voirgenoemde Wouter Cornelis Wagemaeckers zoons erve, ende
voirt omgaende aen ’s Heeren strate.

Item noch op een stuck, geheijten Bedrijfs Hof, houdende omtrent een half buynder, gelgen oick daer omtrent.
oostwaert ende zuytwaert aen ’s Heeren strate,
westwaert aen Laureijs Peter Schoemaeckers zoons erve, ende
noortwaert aen des voirgenoemde Wouter Cornelis Wagemaeckers zoons erve.

Item noch op een stuck lants, geheijten Het Dijckstuck, houdende omtrent een veertelsaet, gelegen oick daer omtrent.
oostwaert ende westwaert aen Aert Gherit Ghijsels zoons erve.
zuytwaert aen ’s Heeren strate, ende
noortwaert aen de Gebuerwech.

Item noch op een stuck lants, geheijten De Steijger, houdende omtrent 1 loopensaet, gelegen tot Galder op t Hoogeijnde.
oostwaert aen ’s Heeren strate,
westwaert aen Cornelis Adriaen Coremans zoons erve, ende
noortwaert aen Ghijsbrecht Jan Jacops zoons erve.

Alzoo groot ende cleijn, als de erfenisse ende onderpanden voirschreven gelegen zijn.

Te vrijen den zelven onderpanden met omtrent 4 zesteren rogs erfpacht in verscheijden parcheelen eensdeel erfelick ende eensdeels ter quytinge, ende
Noch 5 Rijns gulden t stuck tot 40 Grooten Vlaems erfchijns, oick eensdeels erfelick ende eensdeels ter quytinge der jaerlicx voir uutgaende.

Ende voirts geloofden de voirgenoemden Anthonis Cornelis Jan Meren zone ende Marie Cornelis Jan Meren cohter, zijn zuster, samentlick in den naem voir de onderpande voirschreven, altijt goet genoech te houden ende te maecken voir de 14 1/2 loopensaets rogs erfpachts voirschreven met alle hon andere goeden, ruerende ende onruerende, presentativus et futura,
die zij oick daer voir verbynden met vorwaerde dat men de 14 1/2 loopenen Rogs erfpachts voirschreven altijt lossen ende afquyten zal mogen mette voirschreven 45 Karolus gulden t stuck tot 40 Grooten Vlaems, eens te geven op ten pachtdach voirschreven,
ende metten verschenen pachte in weerde 14 1/2 loopenen Rogs erfpachts ter quytinge voirwschreven de voirgenoemde Cornelis wijlen Aert Cornelis Ghijsels zoons zone, oudt omtrent 20 jaeren, geassisteert met Matheeusen Andries Wrijters zone, zijnen voight oft curator, ende oick met Jacoppen Jan Jacops zone, zijnen toesiender oft curator.

Gevest. Actum Anno 1564 op ten 29en ende lesten dach in februari.
  [bron: Ginneken Vestbrieven inv. 683 f.11 van 29 februari 1564]

Index (1089 personen)

Aarden, Jacoba van [Schoonmoeder van dochter van 6 en 7]  6,II
Adriaansen, Petronella (~24-05-1800, †07-01-1886) [Nummer 11]  11; 10,I
Adriaens, Adriaen Nijs (†>18-06-1539) [Schoonzoon van 8192 en 8193]  8192,III
Adriaens, Jan [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VII
Adriaens, Maria [Getuige bij doop van dochter van 246 en 247]  246,I
Adriaensen, Joannis (Jan) (†29-06-1806) [Nummer 22]  22
Adriana, Henrica [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,III
Adriani, Adriana [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,VI
Adriani, Adrianus [Getuige bij doop van dochter van 256 en 257]  256,I
Adriani, Adrianus [Getuige bij doop van zoon van 492 en 493]  492,IV
Adriani, Adrianus [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,III
Adriani, Dympna [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,I
Adriani, Elisabeth [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,IV
Adriani, Geretrudis [Getuige bij doop van 246]  246
Adriani, Hermannus [Getuige bij doop van 246]  246
Adriani, Johannes [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,V
Adriani, Leonardus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 520 en 521]  520
Adriani, Maria [Schoonmoeder van zoon van 256 en 257]  256,VI
Adriani, Maria [Nummer 257]  257
Adriani, Maria [Getuige bij doop van 130]  130
Adriani, Mattheus Dionisy [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,III
Adriany, Johanna [Getuige bij doop van dochter van 384 en 385]  384,V
Aerten, Commerken (†<26-01-1679) [Schoondochter van 770 en 771]  770,V
Aertsen, Gertrudis Claes (Geertruyt) [Partner van 258]  258
Akkermans, Catharina [Schoonmoeder van zoon van 6 en 7]  6,IV
Akkermans, Catharina [Schoonmoeder van dochter van 6 en 7]  6,VI
Akkermans, Johannes [Getuige bij overlijdensaangifte van 11]  11
Alphen, Johanna van (~04-03-1715)  256,VI
Ambrosij, Margaretha [Getuige bij doop van dochter van 424 en 425]  424,X
Anthonii, Adriana [Getuige bij doop van dochter van 256 en 257]  256,V
Anthonij, Elisabetha [Getuige bij doop van dochter van 848 en 849]  848,V
Anthonij, Johanna [Getuige bij doop van dochter van 848 en 849]  848,V
Anthonis, Jan [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,I
Anthony, Johanne [Schoondochter van 1696 en 1697]  1696,V
Antonii, Cornelia [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,IX
Antonii, Joanna [Nummer 269]  269
Antony, Henricus Judoci [Getuige bij doop van dochter van 384 en 385]  384,IV
Arend, Heijlwigis Michiels (Heijlken) in den (†<11-02-1650) [Nummer 1969]  1969
Ariaens, Heijlwigus Cornelisse (Heltjen) [Schoonmoeder van dochter van 492 en 493]  492,VI
Ariensse, Christinus [Getuige bij doop van dochter van 1696 en 1697]  1696,IV
Arnoldi, Catharina [Getuige bij doop van zoon van 260 en 261]  260,VIII
Arnoldi, Dympna [Nummer 521]  260,VII; 521
Arnoldi, Ida [Getuige bij doop van 130]  130
Arnoldi, Maria [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,V
Asvelt, Jan Janssen van [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 984 en 985]  984,II
Avoirt, Adriana Michielsen van der (~16-12-1665) [Dochter van 268 en 269]  268,II
Avoirt, Adrianus Michielsen van der (~09-08-1674) [Nummer 134]  134
Avoirt, Anna Adriani van der (~27-12-1705) [Dochter van 134 en 135]  134,III
Avoirt, Joannis Adriani van der (~24-04-1712) [Zoon van 134 en 135]  134,VI
Avoirt, Josephus Adriani van der (~20-08-1718) [Zoon van 134 en 135]  134,VIII
Avoirt, Maria Adriani van der (~06-09-1710) [Dochter van 134 en 135]  134,V
Avoirt, Maria Adriani van der (~09-02-1721) [Dochter van 134 en 135]  134,IX
Avoirt, Maria Catharina Adriani van der (~23-04-1714) [Dochter van 134 en 135]  134,VII
Avoirt, Maria Michielsen van der (~09-07-1667) [Dochter van 268 en 269]  268,III
Avoirt, Michael Adriani van der (~23-04-1702) [Zoon van 134 en 135]  134,I
Avoirt, Wilhelmus Adriani van der (~15-01-1704) [Zoon van 134 en 135]  134,II
Avoirt [Avort] [Avert] [Havert], Joanna [Johanna] Adriani [Adriaensse] van der (~20-10-1707) [Nummer 67]  67; 66,III
Avort, Adrianus van der [Nummer 536]  536
Avort, Gertrudis Michielsen van der (~06-03-1671) [Dochter van 268 en 269]  268,IV
Avort, Joannes Michielsen van der (~12-09-1677) [Zoon van 268 en 269]  268,VI
Avort [Avoort], Johanna Michielsen van der [Dochter van 268 en 269]  268,I
Avort [Avoort], Michael Adriani van der (~02-11-1643) [Nummer 268]  268
Backer, Anna Maria Godefridus de (~12-04-1705)  492,IV
Backer, Godefridus Gosen Matthijssen (Goyaert) de (~19-10-1672, []14-01-1712) [Schoonzoon van 492 en 493]  492,VIII
Backer, Gosuinus Mathijs (Goos) de (~01-08-1649) [Schoonvader van dochter van 492 en 493]  492,VIII
Backer, Martinus Godefridus de (~09-10-1707)  492,I; 492,VI
Backer, Mathias Godefridus de (~03-02-1700)  492
Baeckels, Willem [Getuige bij doop van zoon van 770 en 771]  770,II
Bakx, Antonij [Schoonzoon van 18 en 19]  18,VII
Basters, Maria [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,V
Basters, Maria Peeter [Schoondochter van 96 en 97]  96,III
Basters, Petrus Adrianus [Schoonzoon van 192 en 193]  96,V; 192,IV
Bayens, Adamus Joannis [Getuige bij doop van zoon van 978 en 979]  978,II
Beeck, Joannes van (~22-02-1713)  256,VI
Beeck, Petrus van [Getuige bij burgerlijk huwelijk van dochter van 256 en 257]  256,I
Beers, Anna Maria Leendert (Emmerents) van (~10-03-1678, []28-10-1736) [Nummer 241]  241
Beers, Annemaria Leonardi van [Getuige bij doop van 60]  60
Beers, Henrica Leonardi van [Getuige bij doop van 120]  120
Beers, Leonardus Henricus van [Nummer 482]  482
Beersmans, Jacob Gerrit [Schoonzoon van 488 en 489]  488; 488; 488,II
Berchmans, Adriana Matheus Jansse (Ariaentken) (†19-09-1625) [Nummer 769]  769
Berchmans, Matheeus Janse [Nummer 1538]  1538; 1538,II
Berchmans, Willem Matheeus Janse [Zoon van 1538 en 1539]  1538; 1538,II
Bervoets, Joanna Maria [Schoonmoeder van dochter van 16 en 17]  16,VIII
Bie, Aleijtken Adriaen Diercxssen de [Schoondochter van 1536]  1536,III
Biekekaes, Adrianus van [Getuige bij doop van zoon van 122 en 123]  122,III
Biestraten, Elisabeth Petri (Sysken) [van der] (~1595, †28-11-1637) [Schoondochter van 1024 en 1025]  1024,II; 1024,III
Biestraten, Petrus Jacobs Aerts (~1550, †>1623) [Schoonvader van zoon van 1024 en 1025]  1024,II
Boer, Anna Maria den (*25-12-1880, †21-04-1941) [Schoondochter van 6 en 7]  6,IV
Boer, Antonie den [Schoonvader van zoon van 6 en 7]  6,IV
Boer, Antonie den [Schoonvader van dochter van 6 en 7]  6,VI
Boer, Thomas den (*11-07-1878) [Schoonzoon van 6 en 7]  6,VI
Bol, Karel (*04-06-1844, †06-01-1895)  8,III
Bont, Maria de [Schoonmoeder van zoon van 18 en 19]  18,VI
Borsten, Maria Huberti Christiani [Schoondochter van 848 en 849]  848,I
Bosch, Dingena van den [Schoonmoeder van zoon van 6 en 7]  6,I
Bosmans, Francus [Schoonvader van dochter van 14 en 15]  14,VII
Bosmans, Jacobus (*01-08-1837) [Schoonzoon van 14 en 15]  14,VII
Bove, Maria Cornely Joannis [Getuige bij doop van dochter van 384 en 385]  384,V
Boxel, Adriana van (~17-07-1731) [Dochter van 66 en 67]  66,II
Boxel, Adrianus Petri [Peeters] van (~04-04-1704) [Nummer 66]  16; 66
Boxel, Anna van (~19-12-1734) [Dochter van 66 en 67]  16; 66,IV
Boxel, Maria Adriani van (~27-03-1733) [Dochter van 66 en 67]  32,III; 67; 66,III
Boxel, Petrus van (~26-02-1730) [Zoon van 66 en 67]  66,I
Boxel [Boxtel], Dympna [Digna] Adriani van (~23-11-1736) [Nummer 33]  33
Boxtel, Antonia Petri van (~27-02-1687) [Dochter van 132 en 133]  132,I
Boxtel, Cornelia Petri van (~07-03-1697) [Dochter van 132 en 133]  132,V
Boxtel, Dymphna Petri van (~24-09-1710) [Dochter van 132 en 133]  132,VIII
Boxtel, Dympna van (~16-10-1689) [Dochter van 132 en 133]  132,II
Boxtel, Joanna Petri van (~04-07-1694) [Dochter van 132 en 133]  132,IV
Boxtel, Joannes Petri [Nummer 264]  264
Boxtel, Margaetha Petri van (~16-12-1691) [Dochter van 132 en 133]  132,III
Boxtel, Paulina Petri van (~26-10-1701) [Dochter van 132 en 133]  132,VI
Boxtel, Petrus Jansen van (~10-10-1654) [Nummer 132]  132
Brauwer, Adriana Adriani (de) [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,VI
Brocken, Joanna [Getuige bij doop van zoon van 246 en 247]  246,IV
Broechoven, Andries Jan Wouter Aert van [Schoonvader van zoon van 768 en 769]  768,III
Broechoven, Johannis Gerardi de [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,II
Broechoven, Magdalena Andries Jan Wouters van (~20-11-1618, †<16-01-1671) [Schoondochter van 768 en 769]  768,III
Broechoven, Maria Jan Wouters Aertssen [Schoondochter van 1538 en 1539]  1538; 1538,II
Broeckhove, Joannes Theodori [Getuige bij doop van zoon van 212 en 213]  212,II
Broeders, Leendert [Nummer 102]  102
Broeders, Maria (*±1745, †03-10-1818) [Nummer 51]  51
Broeders, Paulus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 52 en 53]  52
Broeders, Willem Paulussen (*±1782) [Schoonzoon van 54 en 55]  26; 26; 27; 27; 54,I
Broekhove, Theodorus van (~15-02-1715) [Zoon van 213]  106,III
Brosen, Joanna [Getuige bij doop van partner van zoon van 256 en 257]  256,VI
Broukhove, Marte van [Partner van 213]  213
Brox, Petronella Laureijs [Getuige bij doop van 66]  66
Bruers, Adrianus Petri de oude [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,V
Bruers, Barbara Gerardus (Berbera) (~18-05-1723, []17-03-1794) [Nummer 61]  61
Bruers, Barbara Henricus (~19-08-1688) [Dochter van 244 en 245]  244,I
Bruers, Barbara Joannes Henricus (Berbera) (~04-12-1618, †<30-01-1676) [Nummer 489]  489
Bruers, Cornelia Nicolai (~13-08-1602) [Dochter van 976 en 977]  976,IV
Bruers, Egidius Nicolaus Petrus (Dielis) [Nummer 488]  488; 488,II; 488,II
Bruers, Elisabeth [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,IV
Bruers, Elisabeth Joannis Henrici [Getuige bij doop van zoon van 488 en 489]  488,IV; 488,VI
Bruers, Elisbeth wed. van .. [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,III
Bruers, Elizabet (~14-12-1658) [Dochter van 488 en 489]  488,VII
Bruers, Gerardus Henrici (Gerart, Gerridt) (~16-11-1690) [Nummer 122]  122; 491
Bruers, Hendricus Nicolai (~17-10-1598) [Zoon van 976 en 977]  976,III
Bruers, Henricus [Getuige bij doop van 61]  61
Bruers, Henricus Egidius (Hendrick) (~20-04-1655, []08-10-1727) [Nummer 244]  244; 488,I
Bruers, Henricus Gerardi [Getuige bij doop van 30]  30
Bruers, Henricus Gerardus (~10-10-1729) [Zoon van 122 en 123]  122,III
Bruers, Henricus Joannes Henricus (~03-03-1620) [Zoon van 978 en 979]  978,II
Bruers, Joanna Egidius Nicolai (Jenneken) [Dochter van 488 en 489]  488; 488; 488,II
Bruers, Joannes Henricus (Jan) [Nummer 978]  978
Bruers, Joannes Nicolai (~06-09-1604) [Zoon van 976 en 977]  976,V
Bruers, Margareta Gerardi (~?-09-1711) [Dochter van 122]  244
Bruers, Maria Egidius (~16-03-1651) [Dochter van 488 en 489]  488,III
Bruers, Maria Egidius (~31-05-1656) [Dochter van 488 en 489]  488,VI
Bruers, Maria Nicolai (~06-09-1606) [Dochter van 976 en 977]  976,VI
Bruers, Nicolaus Petri Wilhelmus [Nummer 976]  976
Bruers, Petrus Egidius (~?-07-1653) [Zoon van 488 en 489]  488,IV
Bruers, Petrus Gerardus (~09-09-1727) [Zoon van 122 en 123]  122,II
Bruers, Petrus Nicolai (~27-08-1597) [Zoon van 976 en 977]  976,II
Bruers, Wilhelmus Nicolai (~16-10-1607) [Zoon van 976 en 977]  976,VII
Bruurs, Cornelia [Schoondochter van 14 en 15]  14,VI
Bruurs, Hendrina [Nummer 57]  57
Bruurs, Niclaes Dielis (†24-03-1710) [Zoon van 488 en 489]  244; 488,I
Bruyn, Adrianus Corneli (Adriaen) de (~1595)  1024,II
Bunnen, Martina Henricus Martinus [Getuige bij doop van zoon van 490 en 491]  490,I
Caters, Joannes [Getuige bij doop van 49]  49
Cauwelaer, Adriana Laureijssen van den [Schoondochter van 258 en 259]  258,IV
Cauwenberch, Adriaen Geeridt Cornelis [Schoonzoon van 768 en 769]  768,II; 768,III
Cauwenberchs, Maria Petri [Schoondochter van 384 en 385]  384,III
Cauwenbergh [Couwenberg], Angla [Petronilla) Adriani Jansen (Engeltien) [Nummer 133]  133
Christani, Maria [Getuige bij doop van zoon van 848 en 849]  848,I
Christiani, Anthonius [Getuige bij doop van 192]  192
Christiani, Joannes [Getuige bij doop van dochter van 984 en 985]  984,IV
Christianus, Adriana Cornelii [Schoondochter van 848 en 849]  848,II
Christianus, Judoco [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 848 en 849]  848
Clerx, Maria Arnoldi (†03-11-1624) [Schoonmoeder van zoon van 1536]  1536,II
Coertiens, Cornelis [Schoonvader van zoon van 16 en 17]  16,VII
Coertjens [Coertiens], Isabella (*25-05-1816, †08-04-1884) [Schoondochter van 16 en 17]  16,VII
Cok, Anna [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XIII
Cokx, Adriana [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XI
Cokx, Adrianus [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XII; 48,XIII
Corneli, Lambertus [Getuige bij ondertrouw van zoon van 768 en 769]  768,III
Cornelii, Dypmna [Getuige bij doop van zoon van 770 en 771]  770,II
Cornelii, Petrus [Getuige bij doop van dochter van 384 en 385]  384,V
Cornelii, Theodorus [Getuige bij ondertrouw van 384 en 385]  384
Cornelij, Johanna [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,IV
Cornelisse, Cathalijn [Getuige bij doop van zoon van 848 en 849]  848,II
Cornelisse, Cornelia [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 104 en 105]  104
Cornelisse, Joost [Getuige bij doop van zoon van 848 en 849]  848,II
Cornely, Henrica [Getuige bij doop van dochter van 768 en 769]  768,II
Cornely, Paulus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 520 en 521]  520
Corsten, Cornelia Joannis [Dochter van 3392]  3392,III
Corsten, Dimpna Jan (†12-03-1629) [Dochter van 3392]  3392,II
Corsten, Jan [Nummer 3392]  3392
Corsten, Jan Adriaen Janssen (Jan) (~17-04-1604) [Zoon van 1696 en 1697]  424; 1696,I
Corsten, Wilhelma Joannis [Getuige bij doop van 492]  492
Corstiaen, Jan Janssen [Zoon van 3392]  1696; 3392,IV
Crabbe, Anna van der [Getuige bij doop van dochter van 246 en 247]  246,VI
Crijnen, Petronilla Henrici [Getuige bij doop van dochter van 488 en 489]  488,III
Cromvoirt, Anna Gijsbertus (Anneke) van (~28-04-1688) [Nummer 213]  106,II; 106,IV; 213
Cromvoort, Maria Gijsberti van [Getuige bij doop van 106]  106; 212,IV
Croot, Christianus [Getuige bij doop van dochter van 106 en 107]  106,II
Croot, Engelberta Gijsbert (Engeltje) (†15-02-1790) [Nummer 107]  107
Croot, Gisbertus [Getuige bij doop van zoon van 106 en 107]  106,VI
Croot, Joanna [Getuige bij doop van 53]  53; 106,III
Cruysen, Anthony Ariens [Schoonzoon van 3392]  3392,II
Cuijck, Marten Joosten van [Schoonzoon van 770 en 771]  770,VI
Cuijpers, Gulielmi Johannes [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,III
Cuijpers, Huijbert Jan [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VI
Cuypers, Johannes Andreas [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 192 en 193]  192
Damen, Nicolaus Petri [Getuige bij doop van zoon van 60 en 61]  60,III
Daniels [Daeneels], Geertruida [Gertrudis] Adriani [Nummer 41]  41
Deckers, Joanna [Getuige bij doop van dochter van 106 en 107]  106,V
Dekkers, Adriana Maria (Jeanne [Sjaan]) (*02-11-1924, †26-05-2008) [Partner van 1]  1
Dekkers, Adrianus Johannes (Janus) (*07-08-1896, †19-04-1961) [Schoonvader van 1]  1
Dekkers, Maria (†<1844) [Nummer 55]  55
Dekkers, Maria [Nummer 103]  103
Dielis, Juen (Iewaen) (†<09-07-1626) [Schoonzoon van 1536]  1536,IV
Dielissen, Andreas Jan Marten (Andries) (~12-10-1636)  984
Dielissen, Anna Lambertus Martini (~25-07-1631) [Dochter van 984 en 985]  984,IV
Dielissen, Barbara Marten (†>11-02-1650) [Dochter van 1968 en 1969]  1968,VII
Dielissen, Dielis Marten (~13-04-1612, †<12-12-1671) [Zoon van 1968 en 1969]  1968,VIII
Dielissen, Geertruyt Marten (Truijken) (†>11-02-1650) [Dochter van 1968 en 1969]  1968,V
Dielissen, Geretruijt Lambert Marten (~21-12-1642) [Dochter van 984 en 985]  984,VII
Dielissen, Gertrudis Andreas vr. van Jan Marten (Geretruijt) [Schoondochter van 1968 en 1969]  1968,III
Dielissen, Jan Marten [Zoon van 1968 en 1969]  1968,III
Dielissen, Martinus (Marten) (†<11-02-1650) [Nummer 1968]  1968
Dielissen, Merijken Marten (†>11-02-1650) [Dochter van 1968 en 1969]  1968,VI
Dielissen, Michael Lambertus Martinus (~28-01-1629) [Zoon van 984 en 985]  984,III
Dielissen, Michiel Marten (†<11-02-1650) [Zoon van 1968 en 1969]  1968,IV
Dielissen, Wilhelmus Lamberts Martini (~14-05-1621) [Zoon van 984 en 985]  984,I
Dielissen, Willem Marten (Willim) [Zoon van 1968 en 1969]  1968,II
Diessen, Hendriena van [Schoondochter van 60 en 61]  60,IV
Dijk, Anna Catharina van [Schoonmoeder van dochter van 14 en 15]  14,VII
Dilisen, Gijsselken [Getuige bij doop van dochter van 984 en 985]  984,VII
Dilissen, Maria Vr. van Wilhelmus (Maeijke) [Schoondochter van 1968 en 1969]  1968,II
Dingemannus [Digman], Adrianus [Getuige bij geboorteaangifte van zoon van 40 en 41]  40,VII; 40,VIII
Dionisy, Dionisy Petrus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,II
Dionysen, Clemens Joannis [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 976 en 977]  976
Dominikens, Willemijn [Schoondochter van 212 en 213]  212,II
Donckers, Antonia (~24-01-1704)  256,I
Donckers, Catharina (~13-09-1705)  256,IV
Donckers, Cornelius van [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,III
Donckers, Joanna (~13-11-1709)  256,I
Dongen, Apollonia van [Schoondochter van 18 en 19]  18,II
Dongen, Elisabeth van (~26-11-1714)  256,VI
Dongen, Marie van (†22-12-1798) [Schoonmoeder van dochter van 48 en 49]  48,XI
Donghen, Adrianus van (~19-10-1713)  256,VI
Dridoucx, Frans [Getuige bij ondertrouw van dochter van 488 en 489]  488,II
Driesen, Adriaan  6,I
Dun, Anna Jan van [Partner van 122]  122
Dun, Henricus van [Nummer 94]  94
Dun, Joanna Joannis van [Getuige bij doop van 244]  244
Dun, Maria Hendrici van (~26-09-1728, †24-02-1799) [Nummer 47]  47
Duppen, Godefridus van [Getuige bij doop van partner van zoon van 768 en 769]  768,III
Dutten, Godefridus van [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 768 en 769]  768,II
Eelens, Gerit Willim [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,VI
Eersel, Adrianus van [Getuige bij doop van partner van dochter van 492 en 493]  492,VI
Egidii, Joannes [Getuige bij doop van zoon van 1968 en 1969]  1968,VIII
Egidii, Maria [Getuige bij doop van dochter van 984 en 985]  984,IV
Eijk, Jacobus van (*04-05-1848) [Schoonzoon van 14 en 15]  14,VII
Eijk, Jan van [Schoonvader van dochter van 14 en 15]  14,VII
Elia, Guilielmus [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,I
Elia, Johanna [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 770 en 771]  770,I; 770,I
Elias, Aleijdis Willem (Aelken, Aleken, Aeltien) (†>09-04-1677) [Nummer 985]  985
Elias, Gerit Willem (Geraert) [Zoon van 1970]  984,VI; 1970,II
Elias, Willem [Nummer 1970]  1970
Eligii, Angela Henrici Gerardi [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,I
Esch, Adrianus Cornelii van [Getuige bij doop van 96]  96; 192,I; 192,II
Esch, Angelina Cornelii van [Getuige bij doop van 96]  96; 192,II; 192,IV
Esch, Anna Cornelii (Anneke) van (~30-11-1644, †<24-12-1714) [Nummer 193]  193
Esch, Arie van [Zoon van 386 en 387]  386,II
Esch, Arnolda van [Getuige bij doop van partner van dochter van 492 en 493]  492,VI
Esch, Cornelia van [Zoon van 386 en 387]  386,V
Esch, Cornelia Joannes van (~01-11-1702)  247
Esch, Cornelis Ariens van [Nummer 386]  386
Esch, Francone van [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 492 en 493 en kerkelijk huwelijk van dochter van 494 en 495]  492,IV; 494,III
Esch, Gelden van [Zoon van 386 en 387]  386,IV
Esch, Heijlwigus Cornelis (Heijltje) van [Dochter van 386 en 387]  384,II; 386,I
Esch, Jenneke van [Zoon van 386 en 387]  386,III
Esch, Joanna Cornelii van [Getuige bij doop van zoon van 192 en 193]  192,I
Esch, Joannes Symons (Jan) van (~05-05-1663) [Schoonzoon van 492 en 493]  492,VI
Esch, Martina Joannes (Martijn) van (~04-01-1707)  492,I
Esch, Sijmen van [Getuige bij doop van zoon van 246 en 247]  246,VII
Esch, Simon Jansen Gommers van [Schoonvader van dochter van 492 en 493]  492,VI
Esche, Henrica Hermanni de [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,III
Franssen, Mechtildis Jan (Mechel) [Schoondochter van 984 en 985]  984,II
Freijsen, Waltera Geeret [Nummer 99]  99
Freijsse, Gerardus Cornelii [Getuige bij doop van dochter van 104 en 105]  104,I
Freijsse, Gertrudis Cornelis [Nummer 105]  105; 208,IV
Freijsse, Henrici Cornelii [Getuige bij doop van 52]  52
Frijsen, Catharina Geert [Getuige bij doop van 49]  49
Gasparis, Joanna Petri [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,IV
Geerts, Cornelis (†02-01-1601) [Schoonzoon van 4096 en 4097]  4096,I
Geerts, Cornelius [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,IV
Geerts, Joanna Jacobi [Nummer 495]  495
Geffen, Petronilla van [Getuige bij doop van 66]  66
Geldens, Grietken Gerit (Margriet)  3072,III
Gerardi, Adriana [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,III
Gerardi, Cornelia Nicolai [Getuige bij doop van zoon van 978 en 979]  978,II
Gerardi, Maria [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,II
Ghijben, Adriane Anthonis (†<09-11-1560) [Dochter van 8194 en 8195]  8194,VII
Ghijben, Aert Anthonis (†>23-12-1533) [Zoon van 8194 en 8195]  8194,IX
Ghijben, Agneese Anthonis (†<09-11-1560) [Nummer 4097]  4097
Ghijben, Anthonis (†<23-12-1533) [Nummer 8194]  8194
Ghijben, Cathelijn Anthonis (†<09-11-1560) [Dochter van 8194 en 8195]  8194,VI
Ghijben, Cornelis Anthonis (†<09-11-1560) [Zoon van 8194 en 8195]  8194,IV
Ghijben, Jan Anthonis (†<09-11-1560) [Zoon van 8194 en 8195]  8194,V
Ghijben, Laureijse Anthonis (†>09-11-1560) [Dochter van 8194 en 8195]  8194,III
Ghijben, Lysbeth Anthonis (†<09-11-1560) [Dochter van 8194 en 8195]  8194,II
Ghijben, Petere Anthonis (†>23-12-1533) [Dochter van 8194 en 8195]  8194,VIII
Ghijsels, Margriet Aert (†>15-06-1535) [Nummer 16385]  16385
Ghilze, Adriaen van [Schoonzoon van 8194 en 8195]  8194,VII
Giele, Petronilla [Getuige bij doop van zoon van 212 en 213]  212,I
Gijben, Maria Jan Jan (Maeijken) (†<20-02-1675) [Nummer 259]  259
Gijps, Cornelia Antonii [Getuige bij doop van 32]  32
Gijps, Maria Antonii [Getuige bij doop van 65]  65
Gijsbreghts, Adrianus Arnoldi [Schoonvader van zoon van 64 en 65]  64,IV
Gijsbreghts, Anna Adriani (Annie) (~13-02-1746, †01-02-1817) [Schoondochter van 64 en 65]  16,VIII; 64,IV
Gils, Joanna Martinus van (*±1762, †13-07-1839) [Nummer 31]  31
Gils, Maria van [Getuige bij doop van zoon van 30 en 31]  30,II
Gils, Marten van (†<1838) [Nummer 62]  62
Gilsemans, Adriana Cornelii (~01-02-1659) [Dochter van 260 en 261]  260,I
Gilsemans, Adrianus Cornelii (~12-11-1709) [Zoon van 130 en 131]  130,IV
Gilsemans, Adrianus Cornelii (~25-11-1714) [Zoon van 130 en 131]  130,VI
Gilsemans, Adrianus Cornely [Nummer 520]  520
Gilsemans, Anna Cornelii (~18-06-1660) [Dochter van 260 en 261]  260,II
Gilsemans, Catharina Cornelii (~19-10-1670) [Dochter van 260 en 261]  260,VII; 521
Gilsemans, Cornelia Cornelii (~22-02-1665) [Dochter van 260 en 261]  260,IV
Gilsemans, Cornelia Cornelii (~29-10-1704) [Dochter van 130 en 131]  130,II
Gilsemans, Cornelius Adriani (†<1721) [Nummer 260]  260
Gilsemans, Cornelius Cornelii [Getuige bij doop van dochter van 64 en 65]  64,III
Gilsemans, Cornelius Cornelii (~14-01-1712) [Zoon van 130 en 131]  130,V
Gilsemans, Cornelius Cornelisse (~30-06-1668, †<1721) [Nummer 130]  130
Gilsemans, Dympna Cornelii (~25-08-1666) [Dochter van 260 en 261]  260,V
Gilsemans, Joanna Cornelii (~20-02-1663) [Dochter van 260 en 261]  260,III
Gilsemans, Johanna Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,I; 130,II; 130,V
Gilsemans, Magdalena Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,I
Gilsemans, Maria Cornelii (~29-11-1675) [Dochter van 260 en 261]  260,IX
Gilsemans, Martinus Cornelii [Getuige bij geboorteaangifte van zoon van 64 en 65]  64,IV
Gilsemans, Petrus (~14-08-1746)  64
Gilsemans, Petrus (~09-09-1747)  64
Gilsemans, Petrus Cornelii (~18-03-1673) [Zoon van 260 en 261]  260,VIII
Gilsemans, Petrus Cornelii (~25-09-1702) [Zoon van 130 en 131]  130,I
Gilsemans, Stephanus (~22-09-1736)  64
Gilsemans [Hesemans], Catharina Cornelii (~07-01-1707, []12-12-1748) [Nummer 65]  65
Ginneken, Adriaan van (~±1806, †06-04-1883) [Zoon van 18 en 19]  18,I
Ginneken, Adriaan Adriaanse van (†26-05-1811) [Nummer 36]  36
Ginneken, Adriana van (*24-12-1821, †29-10-1895) [Dochter van 18 en 19]  18,VII
Ginneken, Arnoldus van (*28-12-1800) [Schoonvader van zoon van 8 en 9]  8,III
Ginneken, Hendrik van (*13-07-1813, †27-11-1887) [Zoon van 18 en 19]  18,IV
Ginneken, Joanna van (*22-11-1810, †03-07-1887) [Nummer 9]  9
Ginneken, Johannes van (*20-08-1818, †14-02-1884) [Zoon van 18 en 19]  18,VI
Ginneken, Johannes [Jan] Baptist van (~02-03-1780, †01-04-1829) [Nummer 18]  18
Ginneken, Maria van (*07-09-1815, †24-02-1877) [Dochter van 18 en 19]  18,V
Ginneken, Maria van (*09-01-1844, †31-12-1903) [Schoondochter van 8 en 9]  8,III
Ginneken, Petrus van (~10-06-1808, †02-04-1878) [Zoon van 18 en 19]  18,II
Gisberti, Engelberta [Nummer 537]  537
Goderts, Claes Aert (†>18-06-1539) [Schoonzoon van 8192 en 8193]  8192,V
Goirle, Joannes Walterii van [Getuige bij doop van 122]  122
Goosens, Hendrina [Henrica] Andriesse [Nummer 59]  59
Goossens, Adriana Alexander [Nummer 491]  122; 491
Gorcum, Petrus Adriaensse van (~±1675) [Schoonzoon van 192 en 193]  96,VI; 192,II
Goverde, Cornelia J. (*±1768, †02-03-1847) [Nummer 21]  21
Goverde, Govert Jan [Nummer 42]  42
Goverden, Goverdinus [Getuige bij doop van 10]  10
Graeff, Domicilla Catharina de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 984 en 985]  984,II
Grahame, Robertus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 384 en 385]  384,III
Groen, Petrus Antonius in ’t (*14-04-1924, †17-10-2021)  1
Gualteri, Adriana [Getuige bij doop van partner van zoon van 1024 en 1025]  1024,III
Gualteri, Cornelia [Schoonmoeder van zoon van 1024 en 1025]  1024,III
Guilielmi, Johanna (Jenneke) [Nummer 849]  849; 1696,V
Guilielmij, Agnes [Getuige bij doop van 424]  424
Guilielmy, Mr. [Getuige bij doop van dochter van 384 en 385]  384,IV
Gulielmi, Dimpna [Getuige bij doop van zoon van 492 en 493]  492,IV
Gulielmi, Maria [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,III
Haan, Anthonis de [Schoonvader van dochter van 256 en 257]  256,I
Haan, Christianus Anthonissen (Corstiaan) de [Schoonzoon van 256 en 257]  256,I
Haansbergen, Jacobus [Schoonzoon van 96 en 97]  48,IX; 96,VI
Haemers, Adrianus [Nummer 98]  98
Haen, Helena Petrus de (~02-06-1709)  256,I
Haen, Rijnsburgh de (†>19-01-1710) [Schoondochter van 256 en 257]  256,IV
Hagen, Claes Jansse (†<09-07-1626) [Schoonzoon van 1536]  1536,IV
Hagen, Johanna [Schoondochter van 14 en 15]  14,II
Hamers, Adriana [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,IX
Hamers, Adrianus Peeter (Adriaan) [Nummer 194]  48; 194
Hamers, Anna [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XII
Hamers, Anna (Anneke) (~07-02-1727, †30-12-1782) [Nummer 49]  49
Hamers, Bernardus [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,X
Hamers, Helena [Getuige bij doop van 24]  24
Hamers, Henricus [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,V
Hamers, Henricus Adriaan Peeter [Zoon van 194 en 195]  96,II; 194,I
Hamers, Joannes [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,VI
Hamers, Johanna Adriaan [Getuige bij doop van zoon van 96 en 97]  96,III
Hamers, Maria [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,VII
Hamers, Robertus [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,III
Hamers, Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) (~17-12-1687, †<03-06-1761) [Nummer 97]  97
Hees, Adrianus van [Nummer 58]  58
Hees, Anna Maria [Maria] van (*13-03-1765, †<1851) [Nummer 29]  29
Heijmans, Henricus Walteri [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,IV
Hendericks, Gertrudis [Getuige bij doop van zoon van 128 en 129]  128,II
Hendrickx, Gertrudis [Nummer 95]  95
Hendrix, Engeltie [Nummer 387]  387
Henrici, Adrianus Stephani [Getuige bij doop van 244]  244
Henrici, Elisabeth vr. van Petri [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,II
Henrici, Guilielmus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 768 en 769]  768,III
Henrici, Johanna [Getuige bij doop van dochter van 1696 en 1697]  1696,IV
Henrici, Maria [Getuige bij doop van 192]  192
Henrici, Maria Vr. van Henricus [Getuige bij doop van zoon van 1968 en 1969]  1968,VIII
Henricus, Aleijdis [Schoondochter van 1696 en 1697]  848,III; 1696,II
Herbers, Handerick [Getuige bij doop van dochter van 984 en 985]  984,VII
Herberts, Henrick (†>11-02-1650) [Schoonzoon van 1968 en 1969]  1968,VII
Hesselmans, Adriana Adriaan Hendrik [Schoondochter van 60 en 61]  60,I
Hesselmans, Petronella [Schoonmoeder van dochter van 14 en 15]  14,VII
Heuvel, Henricus van den [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,II
Hoeijdonck, Lambertus Henrici van [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,VI
Hoen, Adriaen Jan de (†>09-11-1560) [Schoonzoon van 8194 en 8195]  8194,VI
Hoen, Henrick Henricx de (†>09-11-1560) [Schoonzoon van 8194 en 8195]  8194,III
Hoeven, Laurentia van den [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 246 en 247]  246
Hoijdonck, Catharina Janssens van [Getuige bij doop van zoon van 128 en 129]  128,II; 130,IV
Hoof, Jacoba van [Schoondochter van 14 en 15]  14,I
Hove, Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den (†<10-02-1651) [Schoonzoon van 768 en 769]  384; 768,II
Hove, Agneesken Lenderts (Agnes) van den (~11-10-1609, †<15-03-1669) [Nummer 385]  385
Hove, Cornelis Diercxssen van den [Schoonvader van dochter van 768 en 769]  768,II
Hove, Elisabeth Leonardi Gosuini (Lijsken) van den (~07-02-1627) [Dochter van 770 en 771]  770,VIII
Hove, Gosuinis Leonardus Gosuini van den (~11-05-1608) [Zoon van 770 en 771]  770,II
Hove, Gosuinus Leonardus Gosuini (Goos) van den (~19-02-1617, †<26-01-1679) [Zoon van 770 en 771]  770,V
Hove, Jacobus Goswini Leonardi van den (~31-08-1642)  771
Hove, Johannes Leonardus Gosuini van den (~12-11-1623, †<27-03-1669) [Zoon van 770 en 771]  770,VII
Hove, Leonardus Gosuinus (Leendert, Lenaert) van den (†29-01-1630) [Nummer 770]  770
Hove, Maria Leonardi Gosuini de jonge van den (~09-08-1620) [Dochter van 770 en 771]  770,VI
Hove, Maria Leonardi Gosuini de oude van den [Dochter van 770 en 771]  770,I; 770,IV; 770,IV
Hove, Stephanus Leonardus Gosuini (Steven) van den (~29-06-1614, †>23-03-1676) [Zoon van 770 en 771]  770,I; 770,I; 770,IV
Hoydonck, Adrianus Wouters (Adriaen) van (~1668) [Zoon van 258 en 259]  258,III
Hoydonck, Cornelia Wouters van (~08-06-1664) [Nummer 129]  129
Hoydonck, Cornelius Wouter Adriaan van (~1671, †>30-10-1731) [Zoon van 258 en 259]  32; 258,IV
Hoydonck, Joannes Wouters (Jan) van (~23-07-1660, †<01-12-1701) [Zoon van 258 en 259]  258,I
Hoydonck, Laurentius Cornelii van (~03-08-1711)  129
Hoydonck, Wouter Adriaensen Thomae van [Nummer 258]  258
Hozemans, Joannes [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 48 en 49]  48,VII
Huberti, Adrianus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,II
Huberti, Maria [Getuige bij doop van dochter van 424 en 425]  424,II
Huijben, Maria [Schoonmoeder van zoon van 6 en 7]  6,VII
Huygens, Anthonette [Schoondochter van 256 en 257]  256,IV
Jacobi, Adrianus [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,III
Jacobi, Adrianus [Getuige bij doop van dochter van 770 en 771]  770,VIII
Jacobi, Jacoba [Getuige bij doop van dochter van 256 en 257]  256,I
Jacobi, Petrus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 976 en 977]  976
Jacobs, Adrianus [Getuige bij doop van dochter van 16 en 17]  16,III
Jacobs, Adrianus [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,V
Jacobs, Cornelius [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,II
Jacobs, Heijliigis [Getuige bij doop van 247]  247
Jacops, Cornelia [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,II
Jan, Barbara [Getuige bij doop van zoon van 246 en 247]  246,VII
Jans, Gijsberta Peeter Henrick (Gijsselken) [Schoondochter van 1968 en 1969]  1968,VIII
Jansen, Adriaan Robbert (†31-01-1772) [Nummer 46]  46
Jansen, Anneken Jan  256,I
Jansen, Catharina Sebastianus [Nummer 243]  243
Jansen, Handrick [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VIII
Jansen, Henricus (~28-03-1757) [Zoon van 46 en 47]  46,II
Jansen, Joanna Sebastianus [Getuige bij doop van 121]  121
Jansen, Joannes (~18-07-1755) [Zoon van 46 en 47]  46,I
Jansen, Maria Adriani Rubbens (~29-10-1758, †25-09-1806) [Nummer 23]  23
Janssen, Andrea [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1538 en 1539]  1538,II
Janssen, Antonia (~07-01-1761) [Dochter van 46 en 47]  46,IV
Janssen, Catharina [Schoonmoeder van dochter van 256 en 257]  256,I
Jaspers, Anna Theodori [Schoonmoeder van zoon van 64 en 65]  64,IV
Joannes, Andrea [Getuige bij ondertrouw van zoon van 768 en 769]  768,III
Joannis, Adrianus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,III; 1024,III
Joannis, Catharina [Getuige bij doop van zoon van 260 en 261]  260,VIII
Joannis, Christianus [Getuige bij doop van 492]  492
Joannis, Clara [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,VI
Joannis, Cornelius [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,II
Joannis, Gerardus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,III; 1024,III
Joannis, Joannes [Getuige bij doop van dochter van 424 en 425]  424,VIII
Joannis, Joannis [Getuige bij doop van dochter van 768 en 769]  768,II
Joannis, Jodoca [Getuige bij doop van zoon van 770 en 771]  770,IV
Joannis, Maria [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,II
Joannis, Petra [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,V
Johannis, Margareta [Getuige bij doop van dochter van 770 en 771]  770,VI
Johannis, Maria [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,II
Johannis, Maria [Getuige bij doop van dochter van 770 en 771]  770,VIII
Jong, Maria de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 48 en 49]  48,VII
Jong, Petronella de [Schoonmoeder van dochter van 52 en 53]  52,II
Joossens, Merijken Roelof (†<12-05-1678) [Nummer 987]  987
Josephi, Laurentia [Getuige bij doop van dochter van 976 en 977]  976,VI
Judoci, Adrianus [Getuige bij doop van zoon van 768 en 769]  768,III
Keessel, Gherit Gherit van (†<09-11-1560) [Schoonzoon van 8194 en 8195]  8194,II
Kennekens, Anna Joannes (*±1764, †16-01-1844) [Nummer 27]  27; 54,I; 54,I; 54,I; 54,I
Kennekens, Joannes (Jan) (†<1844) [Nummer 54]  54
Kennekens, Willemijne Janse [Dochter van 54 en 55]  26; 26; 27; 54,I
Ketelaers, Jacobus Huberti [Getuige bij doop van zoon van 490 en 491]  490,I
Kieboom, Catharina Egidii van der [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,I
Koks, Anna Maria (*23-06-1823) [Partner van 12]  12
Koks, Petronella (*25-06-1874, †31-12-1933) [Schoonmoeder van zoon van 2 en 3]  2,IV
Koockx, Joannus Dionisius Joannis [Getuige bij doop van 121]  121
Koremans, Johanna (†04-05-1809) [Nummer 37]  37
Kuijk, Cornelia Maria van (*02-04-1881) [Schoonmoeder van dochter van 2 en 3]  2,V
Kuijpers, Adriaan (*21-11-1861, †09-02-1929) [Schoonzoon van 6 en 7]  6,II
Kuijpers, Peter Adriaan [Schoonvader van dochter van 6 en 7]  6,II
Laarhoven, Antonius Petri van (~?-03-1711) [Zoon van 240 en 241]  240,III
Laarhoven, Barbara Joannes van (*02-10-1799, †17-04-1865) [Nummer 15]  15; 60,I
Laarhoven, Cornelius Petri van (~23-04-1768, []13-05-1768) [Zoon van 60 en 61]  60,III
Laarhoven, Cornelius Theodorus van (~?-10-1738) [Zoon van 120 en 121]  120,V
Laarhoven, Henricus Theodorus van (~11-05-1730) [Zoon van 120 en 121]  120,II
Laarhoven, Joannes van [Getuige bij doop van zoon van 30 en 31]  30,II
Laarhoven, Joannes Petri van (~08-10-1769, †12-07-1826) [Zoon van 60 en 61]  60,IV
Laarhoven, Joannes Petrus van (~14-10-1708) [Zoon van 240 en 241]  240,II
Laarhoven, Joannes Pieter (Jan) van (~04-08-1761, []04-09-1802) [Nummer 30]  30; 123
Laarhoven, Joannes Theodorus van (~23-05-1728) [Zoon van 120 en 121]  120,I
Laarhoven, Laurentius Petri van (~?-05-1714) [Zoon van 240 en 241]  240,IV
Laarhoven, Laurentius Theodorus van (~20-11-1741) [Zoon van 120 en 121]  120,VI
Laarhoven, Lucas Peter van (~17-10-1756, †23-02-1823) [Zoon van 60 en 61]  60,I
Laarhoven, Martinus Joannes van (~25-09-1798) [Zoon van 30 en 31]  30,II
Laarhoven, Nicolaus Petri van [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,V
Laarhoven, Paulus Theodorus van (~23-10-1734) [Zoon van 120 en 121]  120,IV
Laarhoven, Petrus Dirck van (~±1684) [Nummer 240]  240
Laarhoven, Petrus Dirk (Peter) van (~?-09-1732, []22-01-1794) [Nummer 60]  60
Laarhoven, Petrus Joannes van (~11-01-1796) [Zoon van 30 en 31]  30,I
Laarhoven, Theodorus Petrus (Dirk) van (~04-06-1705, []22-07-1778) [Nummer 120]  120
Laer, Joanna Jans van de [Getuige bij doop van dochter van 246 en 247]  246,V
Laerhooven, Marinus Jan (van) [Getuige bij doop van 120]  120
Laerhoven, Joannes van [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,II
Laerhoven, Magdalena van [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,III
Laerhoven, Petrus van [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,I
Laerhoven, Sophia Everardi [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,III
Laerschot, Henrica Petri van den [Schoondochter van 984 en 985]  984,II
Lambers, Aleken [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VI
Lambers, Maria Ariaen [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VII
Lamberti, Johannes [Getuige bij doop van 385]  385
Lamberti, Nicolaa [Getuige bij burgerlijk huwelijk van dochter van 256 en 257]  256,I
Lamberts, Gijsbertken [Schoonmoeder van dochter van 1536]  1536,IV
Lambooij, Johannes [Schoonvader van zoon van 6 en 7]  6,V
Lambooij, Maria Wilhelmina (*17-04-1882, †12-01-1949) [Schoondochter van 6 en 7]  6,V
Langerwerf, Cornelis (*±1808) [Schoonzoon van 18 en 19]  18,V
Laureijssen, Cornelia Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,I
Laurentii, Adriana [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,VII
Laurentii, Elisabeth [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,VI
Lauwereijsen, Catharina [Getuige bij doop van zoon van 16 en 17]  16,VII
Leemput, Anna Antonia (*07-05-1914, †18-01-1997) [Schoondochter van 2 en 3]  2,III
Leemput, Marinus (*11-09-1884, †02-07-1966) [Schoonvader van zoon van 2 en 3]  2,III; 2,III
Leeuwe, Egidius Peeters (Dielis) van (~01-06-1685, †30-09-1750) [Schoonvader van zoon van 212 en 213]  212,II
Leeuwe, Joannes (Jan) van (~18-10-1733, †28-05-1791) [Getuige bij burgerlijk huwelijk van zoon van 212 en 213]  212,II
Leeuwe, Leonardus van (~23-11-1753)  212,II
Leeuwe, Maria van (~27-12-1777)  212,II
Leeuwe, Nicolaa van (~09-10-1711) [Getuige bij doop van partner van zoon van 212 en 213]  212,II
Leeuwen, Digna van (~29-03-1754, †28-10-1819)  212,II
Lemans, Joanna Henrici [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,I
Leuw, Nicolaa Christhophorus de [Nummer 209]  209
Leuwe, Joanna (Jenneke) van (~19-01-1731, †30-12-1785) [Schoondochter van 212 en 213]  212,II
Leuwe, Joannes (Jan) van (~16-10-1713, †22-03-1768) [Getuige bij burgerlijk huwelijk van zoon van 212 en 213]  212,II; 212,II
Leuwen, Anna van (~06-05-1766, †01-07-1817)  212,II
Lier, Anna van (~20-01-1759, †11-09-1803)  96,VI
Lier, Cornelia van (~29-09-1754, †07-06-1785)  48
Lier, Cornelia Godefridi van (~01-01-1716) [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 96 en 97]  96,V
Lier, Godefridus Janse (Goijert) van (~05-10-1751, †14-04-1801) [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XIV; 96,III
Lier, Godefridus Peters (Gojert) van (~03-09-1680, []24-10-1739) [Schoonvader van dochter van 96 en 97]  96,V
Lier, Joannes van (~29-12-1755)  96,V
Lier, Joannes Goverse (Jan) van (~03-07-1718, †30-01-1778) [Schoonzoon van 96 en 97]  48,VII; 96,V
Lier, Joannes Janse (Jan) van (~07-04-1763, †19-02-1780)  96,VI
Lier, Joannes Peterse (Jan) van (~26-11-1738, †01-10-1795)  96,V
Lier, Maria van (~21-11-1740, †16-01-1741)  96,V
Lier, Wilhelma van (~23-07-1753, †24-01-1791) [Getuige bij doop van dochter van 48 en 49]  48,XIV; 96,VI
Lips, Johanna Roberti Jan (~1560, †10-04-1624) [Schoonmoeder van zoon van 1024 en 1025]  1024,II
Loo, Lucas van [Getuige bij doop van zoon van 30 en 31]  30,I
Loo, Mechgelina de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 246 en 247]  246
Marcelis, Cornelis [Schoonzoon van 28 en 29]  28,III
Marcelli, Christiani [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,II
Marcelli, Johanna [Getuige bij doop van zoon van 768 en 769]  768,III
Martens, Dingen [Getuige bij doop van zoon van 1696 en 1697]  1696,I
Martens, Jan Adriaen [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 1696 en 1697]  1696
Martens, Maeijke Willim [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,VI
Martens, Maria [Nummer 43]  43
Martini, Christianus [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,IX; 424,X
Matthei, Guilelmus [Getuige bij ondertrouw van 384 en 385]  384
Matthijssen, Joostien Vr. van Lambert (†<14-08-1653) [Schoonmoeder van zoon van 1968 en 1969]  1968,IV
Matthijssen, Lambert (†<14-08-1653) [Schoonvader van zoon van 1968 en 1969]  1968,IV
Matthijssen, Maeyken Lambert (†<14-08-1653) [Schoondochter van 1968 en 1969]  1968,IV
Meeren, Adriaan (*15-06-1836, †22-06-1836) [Zoon van 8 en 9]  8,I
Meeren, Adriaan (*30-08-1839, †09-01-1889) [Zoon van 8 en 9]  8,III
Meeren, Adriana Adriani (~28-02-1796, †27-02-1804) [Dochter van 16 en 17]  16,IV; 32,I
Meeren, Adrianus (~30-08-1778, †02-12-1849)  64,IX
Meeren, Adrianus Adriani (~07-04-1800, †05-09-1859) [Zoon van 16 en 17]  16,VI
Meeren, Adrianus Cornelis (Adriaan (Corneel)) (~09-04-1763, †10-09-1831) [Nummer 16]  16; 66; 66,IV
Meeren, Adrianus Peeter (~07-09-1642) [Zoon van 256 en 257]  256,II
Meeren, Andries Cornelis Peeter [Zoon van 2048]  2048,I
Meeren, Catharina Cornelii (~06-01-1762, †27-06-1800) [Dochter van 32 en 33]  16,I; 32,I
Meeren, Catharina Helena Anna (Toos) (*20-07-1913, †28-04-1988) [Dochter van 2 en 3]  2,V
Meeren, Cornelis Denis Cornelis (†<1630) [Nummer 512]  512
Meeren, Cornelis Joannis (Kees [Nellis]) (*11-12-1918, †24-05-1986) [Nummer 1]  1
Meeren, Cornelis Peeter Cornelis Jan (*>09-11-1535, †>12-08-1567) [Nummer 2048]  2048
Meeren, Cornelius [Cornelis] Petri [Getuige bij doop van dochter van 16 en 17]  16,VIII
Meeren, Cornelius Adriani (~04-11-1789, †24-05-1815) [Zoon van 16 en 17]  16,I; 32,I
Meeren, Cornelius Petri (~30-10-1731) [Nummer 32]  32; 258,IV
Meeren, Denis Cornelis Peter (~1555, †07-12-1618) [Nummer 1024]  1024
Meeren, Digna Adriani (Dingena [Dimphna]) (~16-07-1792, †12-08-1853) [Dochter van 16 en 17]  16,II
Meeren, Hendrik (*12-03-1841, †11-06-1842) [Zoon van 8 en 9]  8,IV
Meeren, Hendrik (*20-09-1842, †23-07-1844) [Zoon van 8 en 9]  8,V
Meeren, Henrica Peeter (~22-11-1650) [Dochter van 256 en 257]  256,V
Meeren, Henricus (*02-06-1916, †02-01-1919) [Zoon van 2 en 3]  2,VI
Meeren, Henricus Adriani (~15-07-1802, †24-08-1869) [Zoon van 16 en 17]  16,VII
Meeren, Henricus Franciscus (Frans) (*19-10-1907, †26-04-1992) [Zoon van 2 en 3]  2,I; 2,III
Meeren, Henricus Peeter (~13-05-1645) [Zoon van 256 en 257]  256,III
Meeren, Jacobus Denis Cornelis (Jacob) (~1590, †<1628) [Zoon van 1024 en 1025]  1024,II; 1024,III; 1024,III
Meeren, Jacobus Jacob (~02-01-1699, †<?-12-1701) [Zoon van 128 en 129]  128,II
Meeren, Jacobus Peeter (Jacob) (†<06-11-1700) [Nummer 128]  128
Meeren, Jacobus Petri (Jaques) (~20-03-1735, †10-07-1808) [Zoon van 64 en 65]  64,IV; 131
Meeren, Jan Baptist (Jan) (*24-02-1838, †30-12-1907) [Nummer 4]  4
Meeren, Joanna (~29-09-1785, †03-04-1787)  32,I
Meeren, Joanna Peeter Cornelis Denis (Jenneken) (~25-02-1641) [Dochter van 256 en 257]  256,I
Meeren, Joannes Adriani (~06-05-1798, †02-05-1852) [Nummer 8]  8
Meeren, Joannes Jacobus (Koos) (*11-09-1871, †05-01-1953) [Nummer 2]  2
Meeren, Joannes Peeter (Jan) (~26-04-1648, †1716) [Zoon van 256 en 257]  256,IV
Meeren, Johanna (*12-05-1868, †24-07-1868) [Dochter van 4 en 5]  4,I
Meeren, Johannes (Jan) (*10-06-1869, †10-05-1964) [Zoon van 4 en 5]  4,II
Meeren, Johannes Adrianus (Jan) (*24-04-1911, †02-07-1991) [Zoon van 2 en 3]  2,IV
Meeren, Laurentius Peeter (Ary) (~14-12-1653, †13-12-1723) [Zoon van 256 en 257]  256,VI
Meeren, Maria (~16-02-1784, †05-07-1829)  64,VI; 64,IX
Meeren, Maria Adriani (~18-05-1794, †21-08-1797) [Dochter van 16 en 17]  16,III
Meeren, Maria Petronella (Marie) (*14-06-1904, †01-04-1996) [Dochter van 2 en 3]  2,I; 2,III
Meeren, Marinus Petri (~02-02-1744) [Zoon van 64 en 65]  64,VIII; 131
Meeren, Martijntken Cornelis Denis [Dochter van 512 en 513]  512,II
Meeren, N.N. (levenloos *04-10-1844) [Zoon van 8 en 9]  8,VI
Meeren, N.N. (levenloos *16-07-1846) [Zoon van 8 en 9]  8,VII
Meeren, N.N. (levenloos *17-11-1872) [Dochter van 4 en 5]  4,IV; 10,I
Meeren, N.N. (levenloos *07-10-1906) [Zoon van 2 en 3]  2,II
Meeren, Peeter Cornelis Denis [Nummer 256]  256
Meeren, Peeter Cornelis Peeter (†<05-04-1604) [Zoon van 2048]  2048,II
Meeren, Petrus Denis Cornelis (~1590, †29-07-1625) [Zoon van 1024 en 1025]  1024,II; 1024,II; 1024,III
Meeren, Petrus Jacob (~07-03-1696) [Nummer 64]  64
Meeren, Walterus Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,IV
Meeren [Meeren [Meiren], Adriana Adriani (~20-07-1805, †26-02-1857) [Dochter van 16 en 17]  16,VIII; 64,IV
Meeren [Vermeeren], Jacobus Petri [Getuige bij geboorteaangifte van dochter van 32 en 33]  16,VII; 32,I
Meeus, Bartholomeus Corneli [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,II
Meeuwes, Anna Maria [Schoondochter van 18 en 19]  18,IV
Meijs, Adriaen Lamberts Martini Dielissen van der (~24-06-1636, †12-10-1719) [Zoon van 984 en 985]  984,VI; 1970,II
Meijs, Adrianus Lambert van der [Getuige bij doop van zoon van 246 en 247]  246,IV
Meijs, Adrianus Willems (Adriaen) van der (~27-09-1665, †17-05-1712) [Zoon van 492 en 493]  246; 492,IV; 494,III
Meijs, Alegonde Willems (Ale, Aletha, Aleit, Aelet) van der (~15-01-1671, []27-03-1742) [Dochter van 492 en 493]  492,VII; 494,IV
Meijs, Anna Willems van der (~30-09-1663) [Dochter van 492 en 493]  492,III
Meijs, Anneken Willems van der (~12-10-1672) [Dochter van 492 en 493]  492,VIII
Meijs, Antonia van der [Getuige bij doop van 61]  61
Meijs, Antonia Martini (Anthoneth) van der (~23-09-1695) [Dochter van 246 en 247]  246,VI; 494,II
Meijs, Berbera Willems van der (~03-12-1667) [Dochter van 492 en 493]  492,V
Meijs, Berbera Willems (Barbara) van der (~09-09-1668) [Dochter van 492 en 493]  492,VI
Meijs, Catharina Adriaen van der (~01-05-1692, []13-08-1701)  492,VI; 494,II
Meijs, Catharina Adriani van der [Getuige bij doop van dochter van 246 en 247]  246,V
Meijs, Catharina Corstiaen van der (~18-04-1709)  492,IV
Meijs, Catharina Martini van der (~20-01-1684) [Dochter van 246 en 247]  246,I
Meijs, Catharina Martini (Catalijn) van der (~08-10-1687) [Nummer 123]  30; 123; 494,III
Meijs, Cornelius Martini van de [Getuige bij doop van zoon van 122 en 123]  122,II
Meijs, Cornelius Martini van der (~13-08-1698) [Zoon van 246 en 247]  246,VII
Meijs, Corstianus Adriaen (Corstiaen) van der (~10-04-1689, †30-11-1741)  494,IV
Meijs, Henricus Christianus van der (~28-04-1710)  492,IV
Meijs, Henricus Martini van der (~07-02-1690) [Zoon van 246 en 247]  246,IV
Meijs, Joanna Martini (Jenneken) van der (~03-09-1693) [Dochter van 246 en 247]  246,V
Meijs, Joannes Lamberts Martini (Jan) van der (~10-09-1626, []02-12-1691) [Zoon van 984 en 985]  984,II
Meijs, Joannes Martini van der (~21-01-1685) [Zoon van 246 en 247]  246,II; 492; 492,I
Meijs, Lambert Marten Dielissen van der (†<25-01-1677) [Nummer 984]  984
Meijs, Maria (~25-12-1715) [Dochter van 123]  492
Meijs, Maria Henricus van der (~22-07-1709)  984,VI
Meijs, Maria Vr.van Adriaen Lambert Martini Dielissen (Maeijken, Mari) [Schoondochter van 984 en 985]  984,VI
Meijs, Maria Willems van der (†>15-11-1724) [Dochter van 492 en 493]  246,II; 492,I
Meijs, Martinus Willems (Marten) van der (~27-04-1657, []29-09-1706) [Nummer 246]  246; 492,IV
Meijs, Remigius Peter [Partner van 123]  123
Meijs, Willem Lamberti Martini (Willem) van der (~12-02-1634, []13-12-1723) [Nummer 492]  246,II; 492
Meiren, Adrianus Petri (~16-09-1738) [Zoon van 64 en 65]  32,III; 64,VI; 131
Meiren, Catharina Petri (~04-07-1746) [Dochter van 64 en 65]  64,IX
Meiren, Jacobus Petri (~06-02-1730, †<1735) [Zoon van 64 en 65]  64,I; 131
Meiren, Joannes Petri (~26-10-1740) [Zoon van 64 en 65]  64,VII; 131
Meiren, Maria Petri (~13-05-1733) [Dochter van 64 en 65]  64,III
Meiren, Marinus Petri (~17-12-1736, †<1744) [Zoon van 64 en 65]  64,V
Merckx, Cornelius [Getuige bij doop van 247]  247
Meren, Bastiaen Peter Cornelis Jan (*>09-11-1535, †>01-07-1587) [Zoon van 4096 en 4097]  4096,III
Meren, Cornelie Cornelis Jan (†<18-06-1539) [Dochter van 8192 en 8193]  8192,III
Meren, Cornelis Jan Jan "de jonge" (†<29-02-1564) [Zoon van 16384 en 16385]  16384,II
Meren, Cornelis Jan Jan "de oude" [Nummer 8192]  8192
Meren, Jan Jan (†<15-06-1535) [Nummer 16384]  16384
Meren, Jan Peter Cornelis Jan (*>09-11-1535, †>01-07-1587) [Zoon van 4096 en 4097]  4096,V
Meren, Laureijs Peter Cornelis Jan (*>09-11-1535, †<01-07-1587) [Zoon van 4096 en 4097]  4096,IV
Meren, Maeijken Peter Cornelis Jan (†<02-01-1601) [Dochter van 4096 en 4097]  4096,I
Meren, Margriet Cornelis Jan (†<18-06-1539) [Dochter van 8192 en 8193]  8192,IV
Meren, Marie Cornelis Jan (†>08-01-1558) [Dochter van 8192 en 8193]  8192,II
Meren, Marie Cornelis Jan (†>19-06-1539) [Dochter van 8192 en 8193]  8192,V
Meren, Peter Cornelis Jan (†<13-04-1584) [Nummer 4096]  4096
Merkx, Wilhelmus [Getuige bij doop van 15]  15
Mertens, Adriana Willem [Nummer 135]  135
Mertens, Anna [Getuige bij doop van 8]  8
Mertens, Catharina (~01-12-1795)  32,I; 32,I
Mertens, Cornelis Jan Cornelis (†<05-09-1602) [Nummer 2050]  2050
Mertens, Dingna [Getuige bij doop van zoon van 16 en 17]  16,VI
Mertens, Jacoba (*19-04-1788, †16-11-1842)  16,VIII
Mertens, Jacopmijntken Cornelis Jan (†>21-06-1622) [Dochter van 2050]  2050,II
Mertens, Joanna (~08-03-1793)  17
Mertens, Maria [Getuige bij doop van 10]  10
Mertens, Odelia Cornelis Jan (Delie) (†>1634) [Nummer 1025]  1025
Mertens [Meertens], Henricus Joannis [Schoonzoon van 32 en 33]  16,IV; 32,I
Meyvis, Catharina [Schoonmoeder van zoon van 16 en 17]  16,VII
Moergestel, Joannis Joannis van [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,I
Molemans, Walterus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 194 en 195]  194
Molen, Claes Jan van der (†<29-01-1550) [Schoonzoon van 8192 en 8193]  8192,II
Moonen, Cornelie Cornelis ([]11-03-1766) [Partner van 240]  240
Mortiers, Jan Baptist (*12-12-1791, †14-10-1874) [Schoonzoon van 16 en 17]  16,VIII
Mortiers, Joannes Petrus [Schoonvader van dochter van 16 en 17]  16,VIII
Mouwen, Magdalena Cornelii (~12-10-1630) [Nummer 261]  261
Musters, Louwereijs (†30-06-1774) [Schoonvader van dochter van 48 en 49]  48,XI
Musters, Rut (†26-04-1811) [Schoonzoon van 48 en 49]  48,XI
N.N. [Nummer 8193]  8193
N.N., Elsabeth [Nummer 979]  979
N.N., Heijlke [Schoonmoeder van dochter van 3072]  3072,II
N.N., Hillegonde (†>23-12-1533) [Nummer 8195]  8195
N.N., Maria [Schoondochter van 770 en 771]  770,VII
Nauwen, Petrus [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 488 en 489]  488,II
Net, Joanna Peeterse (Jenneke) (~28-06-1692) [Schoonmoeder van zoon van 212 en 213]  212,II
Nicolai, Jacoba [Getuige bij doop van partner van zoon van 256 en 257]  256,VI
Nicolai, Maria Hendrik Peter [Nummer 977]  977
Nieuwenhuijse, Adriana Wouters (Aerjaentje) (~13-04-1682) [Schoonmoeder van dochter van 96 en 97]  96,V
Noijens, Cornelis (†07-02-1851) [Nummer 28]  28
Noijens, Gerardus (*29-08-1838) [Zoon van 14 en 15]  14,VIII
Noijens, Hendrina (Hendrien) (*06-01-1841, †22-07-1906) [Nummer 7]  7
Noijens, Henrica [Hendrika] (~17-08-1797) [Dochter van 28 en 29]  28,III
Noijens, Henricus (~02-10-1792) [Zoon van 28 en 29]  28,I
Noijens, Henricus (*26-02-1824, †20-04-1909) [Zoon van 14 en 15]  14,II
Noijens, Johanna (*24-10-1831, †01-11-1832) [Dochter van 14 en 15]  14,V
Noijens, Johanna (*08-11-1836, †03-01-1911) [Dochter van 14 en 15]  14,VII
Noijens, Johannes (Jan) (*09-12-1794, †09-04-1860) [Nummer 14]  14
Noijens, Johannes (Jan) (*02-02-1822) [Zoon van 14 en 15]  14,I
Noijens, Lambertus (~28-12-1800) [Zoon van 28 en 29]  28,IV
Noijens, Maria (~16-04-1804) [Dochter van 28 en 29]  28,V
Noijens, Maria (*21-12-1826) [Dochter van 14 en 15]  14,III
Noijens, Petrus (*04-04-1845, †01-01-1924) [Zoon van 14 en 15]  14,X
Noijens, Wilhelmus (*11-12-1833, †06-12-1901) [Zoon van 14 en 15]  14,VI
Noijens, Willem (*26-05-1829, †01-11-1832) [Zoon van 14 en 15]  14,IV
Nooijens, Jacobus [Nummer 56]  56
Noort, Catharina van der [Schoonmoeder van zoon van 6 en 7]  6,V
Noort, Franciscus van den (*28-09-1878, †15-03-1939) [Schoonvader van zoon van 2 en 3]  2,IV
Noort, Petronella Johanna (Pieta) van den (*07-12-1916, †31-12-1988) [Schoondochter van 2 en 3]  2,IV
Nouwens, Arnolda Jooste (Aartje) [Schoondochter van 208 en 209]  208,V
Nouwens, Joanna [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,VI
Noyens, Gerardus Hubertus [Nummer 490]  490
Noyens, Hubertus Gerardus (~23-11-1662) [Zoon van 490 en 491]  490,I
Noyens, Joanna Jacobi Gerardi [Getuige bij doop van 245]  245
Noyens, Margareta Gerardus (Margriet) (~30-03-1665) [Nummer 245]  245; 488,I
Noyens, Nicoalus Gerardi Petri [Getuige bij doop van 245]  245
Noyens, Peter Huijbrechts [Getuige bij burgerlijk huwelijk van 244 en 245]  244
Nuyten, Anna (~11-04-1807, †10-02-1828) [Schoondochter van 16 en 17]  16,VI
Oerlemans (†10-12-1723) [Kind van 96 en 97]  96,I
Oerlemans, Adriana (~20-08-1764, †12-11-1819) [Dochter van 48 en 49]  48,XI; 96,III
Oerlemans, Adriana (~08-10-1802) [Dochter van 24 en 25]  24,II
Oerlemans, Adrianus (Adriaan) (~11-06-1715) [Zoon van 96 en 97]  48,II; 48,IV; 48,XI; 96,III; 192
Oerlemans, Agnes (Neeske) (~13-12-1728, †01-03-1793) [Dochter van 96 en 97]  48,IV; 48,X; 96,VI; 192,II; 192,II
Oerlemans, Agnes Leenders (Neeske) (~01-09-1677, †<20-02-1729) [Dochter van 192 en 193]  96,II; 96,VI; 192,II
Oerlemans, Anna (~09-08-1713, †<03-06-1761) [Dochter van 96 en 97]  96,II; 192,II; 194,I
Oerlemans, Anna (~30-07-1810) [Dochter van 24 en 25]  24,V
Oerlemans, Antonius (~17-01-1761) [Zoon van 48 en 49]  48,IX; 96,VI
Oerlemans, Antonius Chrysostimus (*30-09-1917, †17-03-1991)  6,IV
Oerlemans, Barbara Elisabeth (Beth) (*05-12-1873, †21-01-1961) [Nummer 3]  3
Oerlemans, Bernardus (~16-01-1757, †09-03-1813) [Zoon van 48 en 49]  48,VII; 96,V
Oerlemans, Catharina Maria (*30-01-1881, †25-01-1965) [Dochter van 6 en 7]  6,VI
Oerlemans, Cornelis (*07-12-1882, †05-09-1976) [Zoon van 6 en 7]  6,VII
Oerlemans, Cornelis Adriaan (~24-11-1751)  48; 96,VI
Oerlemans, Cornelius (~04-12-1747) [Zoon van 48 en 49]  48,II; 96,III
Oerlemans, Cornelius (~23-02-1763) [Zoon van 48 en 49]  48,X; 96,VI
Oerlemans, Cornelius Leenders (~09-08-1680, †<07-11-1736) [Nummer 96]  96
Oerlemans, Francis (Francis) (*05-01-1836, †02-06-1922) [Nummer 6]  6
Oerlemans, Franciscus (Francis) (*07-06-1878, †15-04-1961) [Zoon van 6 en 7]  6,V
Oerlemans, Franciscus Antonie (*14-02-1910, †29-07-1973) [Getuige bij overlijdensaangifte van partner van zoon van 6 en 7]  6,IV
Oerlemans, Geerdina (†31-03-1768) [Dochter van 48 en 49]  48,I
Oerlemans, Helena (*30-10-1870, †>04-05-1931) [Dochter van 6 en 7]  6,II
Oerlemans, Hendrikus (*16-03-1869, †29-01-1944) [Zoon van 6 en 7]  6,I
Oerlemans, Henrica Leendertse (Hendrien) (~18-10-1684, †>13-03-1751) [Dochter van 192 en 193]  192,IV; 384,II
Oerlemans, Henricus (~04-06-1755) [Zoon van 48 en 49]  48,VI
Oerlemans, Joanna (Jenneke) (~24-09-1721, †30-12-1771) [Dochter van 96 en 97]  48,III; 96,V; 192,IV
Oerlemans, Joanna (~17-01-1772) [Dochter van 48 en 49]  48,XIV
Oerlemans, Joannes Leendertse (Jan) (~21-09-1672, †<09-05-1718) [Zoon van 192 en 193]  192,I
Oerlemans, Johannes (*29-11-1875, †02-11-1950) [Zoon van 6 en 7]  6,IV
Oerlemans, Laurentius Leonardus (~18-03-1759, †25-03-1825) [Nummer 24]  24
Oerlemans, Leonardus (~14-08-1801, †<1804) [Zoon van 24 en 25]  24,I
Oerlemans, Leonardus (~07-09-1804, †20-01-1870) [Nummer 12]  12
Oerlemans, Leonardus Cornelis (Leendert) (~02-07-1718, †02-09-1786) [Nummer 48]  48; 194
Oerlemans, Maria (~28-09-1749) [Dochter van 48 en 49]  48,III; 96,V
Oerlemans, Maria (~19-01-1752) [Dochter van 48 en 49]  48,V
Oerlemans, Maria (~07-04-1807) [Dochter van 24 en 25]  24,IV
Oerlemans, Thomas Henricus (*18-07-1920, †02-08-1920)  6,IV
Oerlemans, Waltera (~28-01-1767) [Dochter van 48 en 49]  48,XII
Oerlemans, Waltera (~04-04-1769) [Dochter van 48 en 49]  48,XIII
Oerlemans, Wilhelma [Getuige bij doop van zoon van 48 en 49]  48,II
Oerlemans, Wilhelmus (~15-09-1750) [Zoon van 48 en 49]  48,IV; 96,III; 96,VI
Oerlemans, Wouterina (*19-11-1837, †08-02-1838) [Dochter van 12 en 13]  12,II
Oers, Hendrik van (~24-01-1791, †03-10-1855) [Schoonzoon van 16 en 17]  16,II
Oirlemans, Adriaenke Cornelis (†<05-01-1588) [Dochter van 3072]  3072,I
Oirlemans, Adriaentken Jan Cornelis (†>16-03-1633) [Dochter van 768 en 769]  768,IV
Oirlemans, Agnes Heyligerus (~29-11-1667) [Getuige bij doop van 48]  48
Oirlemans, Anthonis Henrick Geeridt (Thonis) (*<03-02-1561, †03-08-1625) [Schoonvader van zoon van 1536]  1536,II
Oirlemans, Cathelijn Cornelis Cornelis (†<09-07-1626) [Dochter van 1536]  1536,IV
Oirlemans, Claes Cornelis Cornelissen (†>23-12-1615) [Zoon van 1536]  1536,V
Oirlemans, Claesken Cornelis (†<01-03-1619) [Dochter van 3072]  3072,III
Oirlemans, Cornelis [Nummer 3072]  3072
Oirlemans, Cornelis Cornelis (De oude) (†>26-07-1608) [Nummer 1536]  1536
Oirlemans, Cornelis Cornelis (De jonge) (†<22-01-1626) [Zoon van 1536]  1536,III
Oirlemans, Cornelis Jan (~02-09-1640) [Zoon van 384 en 385]  384,III
Oirlemans, Dierck Cornelis (†30-07-1625) [Zoon van 1536]  1536,II
Oirlemans, Elisabeth Jan Cornelis (Lijsbeth) (~30-09-1613) [Dochter van 768 en 769]  384; 768,II; 768,III
Oirlemans, Elisabeth Joannis Joannis (~15-05-1646, †<15-03-1669) [Dochter van 384 en 385]  384,V
Oirlemans, Heijligerus Joannes (Heijliger) (~15-11-1634) [Zoon van 384 en 385]  192,IV; 384,II; 386,I
Oirlemans, Hendricxken Anthonius Hendricx (†02-09-1625) [Schoondochter van 1536]  1536,II
Oirlemans, Jan Cornelis Cornelis (†19-08-1625) [Nummer 768]  768
Oirlemans, Jan Jan Cornelis (†<12-03-1669) [Nummer 384]  384; 768,II
Oirlemans, Johannes Johannis (~21-04-1632) [Zoon van 384 en 385]  384,I
Oirlemans, Lenaert Jan Cornelis (Leendert) (~17-03-1619, †<16-01-1671) [Zoon van 768 en 769]  768,II; 768,III
Oirlemans, Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) (~07-06-1649, †<03-05-1718) [Nummer 192]  96,III; 192
Oirlemans, Lijsken Cornelis (†<26-07-1608) [Dochter van 3072]  3072,II
Oirlemans, Maria Johannis (~10-04-1643, †<15-03-1669) [Dochter van 384 en 385]  384,IV
Oirt, Henricus Adriani van [Getuige bij doop van zoon van 770 en 771]  770,IV
Oomen, Wilhelmina (*21-02-1808) [Schoonmoeder van zoon van 8 en 9]  8,III
Ostaeyen, Christianus Goyers van [Getuige bij ondertrouw van 246 en 247]  246; 246,I
Otten, Iken Jan [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,VII
Otten, Joannes Johannes [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,III
Pasch, Joannes Joannis van [Schoonzoon van 3392]  3392,III
Pasmans, Jacomina [Getuige bij doop van zoon van 122 en 123]  122,III
Pauli, Henrica [Getuige bij doop van 385]  385
Pauwels, Arien Hendricksse [Schoonzoon van 3072]  3072,III
Paymans, Quirinus [Getuige bij doop van 24]  24
Peerens, Maria [Getuige bij doop van zoon van 256 en 257]  256,III
Peeters, Antonij [Schoonzoon van 14 en 15]  14,III
Peeters, Dimpna [Dingena] [Nummer 265]  265
Peeters, Petronella Meijs [Getuige bij doop van zoon van 60 en 61]  60,III
Peijnenborgh, Jan Peeters [Schoonzoon van 986 en 987]  986,V
Peters, Jenneken [Getuige bij doop van dochter van 492 en 493]  492,VIII
Peters, Petronella [Getuige bij doop van zoon van 60 en 61]  60,IV
Petri, Antonia [Getuige bij doop van dochter van 424 en 425]  424,VIII
Petri, Christiana [Getuige bij doop van dochter van 976 en 977]  976,VI
Petri, Cornelius [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,I
Petri, Gerardus [Getuige bij doop van dochter van 424 en 425]  424,II
Petri, Gerardus [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,VI
Petri, Henricus [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,III
Petri, Henricus [Getuige bij doop van zoon van 424 en 425]  424,V
Petri, Joanna [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,II
Petri, Joanna [Getuige bij doop van dochter van 96 en 97]  96,V
Petri, Laurentia vr. van [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,V
Petri, Maria [Getuige bij doop van 97]  97
Petri, Nicolaus [Getuige bij doop van zoon van 60 en 61]  60,IV
Philippi, Adrianus [Schoonvader van zoon van 1024 en 1025]  1024,III
Philippi, Barbara Adriani (~16-01-1586) [Schoondochter van 1024 en 1025]  1024,II; 1024,III
Philippi, Guilhelmus [Getuige bij doop van partner van zoon van 1024 en 1025]  1024,III
Philipsen, Willem Willemsen  256,IV
Pierman, ... Peetersen (†<1630) [Nummer 513]  513
Pierman, Peeter [Nummer 1026]  1026
Pols, Antonij [Schoonvader van zoon van 18 en 19]  18,VI
Pols, Johanna (Anna) (*29-11-1814, †12-11-1884) [Schoondochter van 18 en 19]  18,VI
Priems, Adriana [Getuige bij doop van 26]  26
Priems, Adrianus Henrici (Ari) (~07-12-1697) [Zoon van 208 en 209]  208,V
Priems, Anna (~20-12-1779, †09-05-1834) [Dochter van 52 en 53]  13; 52,II; 106,III
Priems, Anna Henrici (~17-07-1700) [Dochter van 208 en 209]  52; 208,VI
Priems, Christophor Henricus (Stoffel) (~20-11-1691, []05-05-1732) [Nummer 104]  104; 208,IV
Priems, Henrica (*08-06-1810, †15-01-1838) [Nummer 13]  13; 52,II
Priems, Henricus (Hendrik) (~06-01-1731, []07-01-1781) [Nummer 52]  52; 106,III; 208,VI
Priems, Henricus Petrus [Nummer 208]  208
Priems, Joanna Petri [Nummer 195]  195
Priems, Maria Henrici (~?-03-1694) [Dochter van 208 en 209]  208,III
Priems, Nicolaa (~21-03-1729) [Dochter van 104 en 105]  104,I; 208,I
Priems, Petronilla Henri (~17-09-1690) [Dochter van 208 en 209]  104,I; 208,I
Priems, Walterus Henrici (~16-11-1695) [Zoon van 208 en 209]  104; 208,IV
Priems, Waltherus Henricus (Wouter) (*17-01-1778, †17-06-1821) [Nummer 26]  26; 54,I; 54,I; 54,I; 106,IV
Prinsen, Anna Maria Adrianus (Jennemaria) ([]21-01-1801) [Schoondochter van 60 en 61]  15; 60,I
Prinsen, Maria (†<1839) [Nummer 63]  63
Prinsens, Maria [Getuige bij doop van zoon van 30 en 31]  30,I
Pruijser, Magdaleen Willem Cornelissen de (*±1548, †17-01-1635)  3072,I
Quirini, Lambertus [Getuige bij doop van 97]  97
Raaijmakers, Petronella (Pietje) (*19-08-1850, †02-08-1918) [Partner van 4]  4
Rademakers, Anneken Arien Roelof (†>27-12-1669) [Dochter van 986 en 987]  986,VI
Rademakers, Arien Arien Ariens de jonge (*>1642) [Zoon van 986 en 987]  986,X
Rademakers, Arien Arien Ariens de oude (*>1642) [Zoon van 986 en 987]  986,IX
Rademakers, Arien Ariens de jonge (†<06-03-1664) [Nummer 986]  986
Rademakers, Barbara Arien Ariens (Barbel) [Dochter van 986 en 987]  986,II
Rademakers, Catelijn Ariens Ariens (†<12-05-1678) [Nummer 493]  493
Rademakers, Hendrik Arien Arien [Zoon van 986 en 987]  986,VIII
Rademakers, Jan Arien Roelof [Zoon van 986 en 987]  986,VII
Rademakers, Maeijke Arien Ariens de jonge [Dochter van 986 en 987]  986,V
Rademakers, Maeijke Arien Ariens de oude [Dochter van 986 en 987]  986,IV
Rademakers, Roelof Arien Ariens (Roel) [Zoon van 986 en 987]  986,III
Raeymakers, Adrianus [Getuige bij doop van 123]  123
Reijnen, Floris Henrick (†<20-03-1613) [Schoonzoon van 3072]  3072,I
Reinaldis, Margarita [Getuige bij doop van partner van zoon van 768 en 769]  768,III
Riel, Petronella van [Schoonmoeder van zoon van 14 en 15]  14,X
Rijthoven, Maria van [Nummer 39]  39
Robemont, Guilielmus de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 768 en 769]  768,II
Robemont, Guillaume de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 192 en 193]  192
Robemont, Mr. Guilielmo de [Getuige bij doop van zoon van 848 en 849]  384,III; 384,V; 848,III
Roey, Maria Janssen [Getuige bij doop van 64]  64
Roij, Corstiaan Jan van (†>11-02-1650) [Schoonzoon van 1968 en 1969]  1968,VI
Roij, Joanna Cornelis de [Getuige bij doop van zoon van 246 en 247]  246,IV
Rombouts, Antonius Laureijs [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,VI
Roosen, Catharina Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,IV
Roosen, Catharina Cornelii (~±1666, []21-04-1704) [Dochter van 494 en 495]  123; 492,IV; 494,III
Roosen, Catharina Petri (~26-02-1711)  492,VI
Roosen, Cornelia [Getuige bij doop van zoon van 240 en 241]  240,II
Roosen, Cornelia Petrus (~15-07-1699)  492
Roosen, Cornelis Peters [Nummer 494]  494
Roosen, Cornelius Petri (Cornelis) (~17-02-1706)  492
Roosen, Elisabet [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,II
Roosen, Elisabeth Petri Jan [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,IV
Roosen, Henricus Petri (~19-09-1716)  492
Roosen, Joannes Petri (Jan) (~29-08-1701)  492,I; 492,IV
Roosen, Maria Cornelius (~03-02-1660, †>01-11-1702) [Nummer 247]  247; 492,IV
Roosen, Maria Joannes Antonius [Nummer 483]  483
Roosen, Maria Petri (~13-10-1708)  123; 492
Roosen, Petrus Cornelis (Peter) (~20-02-1669, †19-09-1727) [Zoon van 494 en 495]  492,VII; 494,IV
Roosen, Silvestrus Cornelis (Silvester) (~31-12-1663, †11-08-1728) [Zoon van 494 en 495]  246,VI; 494,II
Roosen, Wilhelmus Petri (Willem) (~08-02-1704)  492
Roovers, Maria Marini [Getuige bij doop van zoon van 64 en 65]  64,V
Rovers, Marijnus Joost Peter [Partner van 129]  129
Roy, Joanna Jacops van [Partner van 492]  492
Rubbens, Gerardus (~08-05-1765) [Zoon van 46 en 47]  46,V
Rubbens, Gerardus (~08-11-1770) [Zoon van 46 en 47]  46,VII
Rubbens, Petronilla (~24-07-1766) [Dochter van 46 en 47]  46,VI
Rutges, Elisabetha [Getuige bij doop van dochter van 848 en 849]  848,VII
Sande, Magdalena van der [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,III; 260,V
Sant, Jenneke Lenaert aen ’t [Nummer 1539]  1539
Scherders, Elisabeth (~12-12-1782, †08-01-1822) [Nummer 19]  19
Scherders, Petri (Pieter) [Nummer 38]  38
Schilders, Gerardus [Getuige bij doop van zoon van 984 en 985]  984,II
Schoenmakers, Cornelis (*10-02-1782) [Schoonzoon van 52 en 53]  52,II
Schoenmakers, Corstiaan [Schoonvader van dochter van 52 en 53]  52,II
Schoonus, Waltera (Woutje) (*05-03-1896, †09-08-1958) [Schoonmoeder van 1]  1
Schoot, Elisabeth Adriani van der [Partner van 34]  34
Sips, Cornelia (~14-04-1708)  256,VI; 256,VI
Sips, Joannes Cornelii (Jan) [Schoonvader van zoon van 256 en 257]  256,VI
Sips, Maria Jan (Mary) (~13-09-1660) [Schoondochter van 256 en 257]  256,VI
Smit, Johannes de [Schoonvader van zoon van 6 en 7]  6,VII
Smit, Wilhelmina Johanna de (*20-04-1887, †21-06-1962) [Schoondochter van 6 en 7]  6,VII
Smits, Adriana (~20-05-1755) [Dochter van 40 en 41]  40,III
Smits, Adrianus (~03-03-1753) [Zoon van 40 en 41]  40,II
Smits, Antonius (~30-01-1757) [Zoon van 40 en 41]  40,IV
Smits, Gertrudo (~16-12-1801) [Dochter van 20 en 21]  20,III
Smits, Godefridus (~09-04-1804) [Zoon van 20 en 21]  20,IV
Smits, Jacobus Jansse (~20-06-1764, †22-02-1830) [Nummer 20]  20
Smits, Jacobus Joannis (*22-03-1831, †31-05-1886) [Zoon van 10 en 11]  4,IV; 11; 10,I
Smits, Joannes (*14-06-1794, †02-12-1866) [Nummer 10]  10
Smits, Joannes Adriani (Jan) [Nummer 40]  40
Smits, Joannes Franciscus (~13-05-1759) [Zoon van 40 en 41]  40,V
Smits, Johannis (*30-09-1833, †06-10-1833) [Zoon van 10 en 11]  10,II
Smits, Johannis (*22-08-1834, †14-06-1862) [Zoon van 10 en 11]  10,III
Smits, Josephus (~05-10-1766) [Zoon van 40 en 41]  40,VII
Smits, Josephus (~28-05-1769) [Zoon van 40 en 41]  40,VIII
Smits, Maria (~29-10-1751) [Dochter van 40 en 41]  40,I
Smits, Maria (~13-10-1798) [Dochter van 20 en 21]  20,II
Smits, Maria (Maria) (*18-10-1837, †19-11-1872) [Nummer 5]  5
Smits, Maria Antonia (*11-02-1889, †15-03-1986) [Schoonmoeder van zoon van 2 en 3]  2,III
Snelders, Jan Dielis [Schoonzoon van 986 en 987]  986,II
Snijders, Jan Jan (†>18-06-1539) [Schoonzoon van 8192 en 8193]  8192,IV
Snoere, Adriana Joannes [Getuige bij doop van 212]  212; 424,I
Snoere, Anna (~05-04-1760) [Dochter van 106 en 107]  106,V
Snoere, Cornelia (~13-01-1748)  96,V
Snoere, Cornelia (~15-07-1763)  96,V
Snoere, Gijsberdina (~30-10-1750) [Dochter van 106 en 107]  106,II; 213
Snoere, Gisberta [Getuige bij doop van zoon van 106 en 107]  106,VII
Snoere, Gisbertus (~10-07-1769) [Zoon van 106 en 107]  106,VII
Snoere, Joanna [Getuige bij doop van zoon van 106 en 107]  106,VI
Snoere, Joanna (~13-04-1741)  96,V
Snoere, Joanna (~12-03-1748, †22-08-1829) [Nummer 53]  53; 106,III
Snoere, Joannes (~19-03-1761)  96,V
Snoere, Joannes (~10-07-1769) [Zoon van 106 en 107]  106,VI
Snoere, Joannes Petri (~13-01-1725) [Zoon van 212 en 213]  212,IV; 424,V
Snoere, Martinus [Getuige bij doop van zoon van 106 en 107]  106,IV; 106,VII
Snoere, Martinus Petri (Maarte) (~21-04-1721, †<30-12-1785) [Zoon van 212 en 213]  212,II
Snoere, Michael Petri (~14-10-1719) [Zoon van 212 en 213]  212,I; 424,IV
Snoere, Petronilla (~25-10-1753) [Dochter van 106 en 107]  52; 52,II; 106,III
Snoere, Petrus [Getuige bij doop van 53]  53
Snoere, Petrus [Getuige bij doop van dochter van 106 en 107]  106,V
Snoere, Petrus Wilhelmus (~03-12-1756) [Zoon van 106 en 107]  26; 106,IV; 213
Snoere, Wilhelmus [Getuige bij burgerlijk huwelijk van zoon van 212 en 213]  212,II
Snoeren, Anna Adraen Jan Corsten (Anneke) (~01-12-1613, †02-02-1658) [Dochter van 1696 en 1697]  1696,IV
Snoeren, Arnoldus Henrici (~17-05-1682) [Zoon van 424 en 425]  424,VI
Snoeren, Gerardus Henrici (~17-10-1679) [Zoon van 424 en 425]  212,IV; 424,V; 848,VII
Snoeren, Henricus Henrici (Hendrik) (~30-05-1677, []06-09-1727) [Zoon van 424 en 425]  212,I; 424,IV; 848,I
Snoeren, Henricus Joannes (Hendrik) (~16-09-1646, []16-11-1729) [Nummer 424]  424; 1696,I
Snoeren, Joanna Henrici (~?-01-1692) [Dochter van 424 en 425]  424,X
Snoeren, Laurentius Henrici (Laureijs) (~28-11-1671, []17-11-1741) [Zoon van 424 en 425]  424,I
Snoeren, Magdalena Henrici (~16-05-1673) [Dochter van 424 en 425]  424,II
Snoeren, Martinus Henrici (~04-12-1688) [Zoon van 424 en 425]  106; 424,IX; 848,VII
Snoeren, Martinus Joannes (~25-11-1640) [Zoon van 848 en 849]  212; 424,IV; 848,I; 1696,V
Snoeren, Petronilla Henrici (~07-02-1687) [Dochter van 424 en 425]  424,VIII
Snoeren, Petrus Henricus (Peter) (~01-10-1684, []19-04-1770) [Nummer 212]  212; 848,I
Snoeren, Pieternella (*25-08-1867, †15-03-1948) [Schoonmoeder van dochter van 2 en 3]  2,I
Snoeren, Wilhelmus [Getuige bij doop van dochter van 52 en 53]  52,II
Snoeren, Wilhelmus Henrici (~28-07-1675) [Zoon van 424 en 425]  424,III
Snoeren, Wilhelmus Petri (Willem) (~13-11-1722, []04-02-1803) [Nummer 106]  106; 424,IX
Snoerman, Magdalena Joannes (~30-07-1649) [Dochter van 848 en 849]  848,V
Snoermans, Adriaen Janssen Corstiaens (†08-01-1648) [Nummer 1696]  1696; 3392,IV
Snoermans, Adriana Joannes (~06-12-1653) [Dochter van 848 en 849]  848,VI
Snoermans, Adrianus Adriani (~08-01-1606) [Zoon van 1696 en 1697]  848,III; 1696,II
Snoermans, Adrianus Joannes (~30-11-1644) [Zoon van 848 en 849]  848,III; 1696,II; 1696,II
Snoermans, Aleijdis Adrianij [Getuige bij doop van dochter van 848 en 849]  848,VI
Snoermans, Anthonis Adriaen Jan (~20-11-1616) [Zoon van 1696 en 1697]  848; 848,I; 1696,V
Snoermans, Gerardus Joannes (~21-09-1642) [Zoon van 848 en 849]  848,II
Snoermans, Johanna Joannes (~29-03-1656) [Dochter van 848 en 849]  424,V; 424,IX; 848,VII
Snoermans, Johannes Adriani (Jan (de Jonge)) (~±1611) [Nummer 848]  848; 1696,V
Son, Marij Adriaen Janssen van (†06-11-1646) [Nummer 1697]  1697; 3392,IV
Spaandonck, Willem Eelants van [Partner van 771]  771
Spaandonk, Adri (Adri) van (†02-05-1786) [Nummer 50]  50
Spaandonk [Spaendonk], Adriana Adrianus van (*±1773, †28-10-1813) [Nummer 25]  25
Speeck, Catharina Peeter [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,IV
Speeck, Sepherinus [Getuige bij doop van 65]  65
Sprangers, Maria [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,VI
Spreeuwel, Joannes Adriani (van) [Getuige bij doop van 489]  489
Spreeuwen, Adrianus Joannes [Getuige bij doop van dochter van 488 en 489]  488,III
Sprewel, Elisabeth wed. van Gerardus [Getuige bij doop van dochter van 976 en 977]  976,IV
Stephany, Angela [Getuige bij doop van zoon van 770 en 771]  770,V
Stevens, Antonetta Johannis (Anthonisken) (†<21-03-1652) [Nummer 771]  771
Strijp, Ghijsbrecht Henricx van (†>05-09-1602) [Schoonzoon van 2050]  2050,II
Sub, Antonius Adriani [Getuige bij doop van partner van dochter van 96 en 97]  96,V
Sup, Johannes Wilhelmus (Jan) (*12-11-1911, †13-09-2000) [Schoonzoon van 2 en 3]  2,V
Sup, Pieter (*31-03-1876) [Schoonvader van dochter van 2 en 3]  2,V
Sweep, Cornelius (~13-06-1803)  16
Sweep, Daniel [Getuige bij doop van zoon van 16 en 17]  16,VI
Sweep, Danielis [Schoonzoon van 34 en 35]  34,VI
Swemers, Rijnsburgh (~19-01-1710)  256,IV
Theuns, Adrianus (*31-07-1814) [Schoonzoon van 18 en 19]  18,V
Tielemans, Adrianus Joannis [Getuige bij doop van dochter van 488 en 489]  488,VI
Timmermans, Anna Maria Jan (Annamarie) (~?-01-1699, []31-10-1771) [Nummer 121]  121
Timmermans, Bartholomeus Joannis [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,II
Timmermans, Ida Bartholomeus [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,V
Timmermans, Joanna Joannes [Getuige bij doop van zoon van 60 en 61]  60,I
Timmermans, Joannis [Getuige bij doop van 60]  60
Timmermans, Joannis Joannis (Jan) [Nummer 242]  242
Timmermns, Joanna Joannis [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,II
Trier, Maria Pauli van [Getuige bij doop van zoon van 120 en 121]  120,IV
Velden, Engelbertus (Bart) van der (*18-04-1905, †07-07-1991) [Schoonzoon van 2 en 3]  2,I; 2,III
Velden, Marinus van der (*11-12-1869, †22-08-1942) [Schoonvader van dochter van 2 en 3]  2,I
Ven, Cornelia van der [Schoondochter van 48 en 49]  48,VII
Verdiesen, Adriaen Peter (†<04-03-1598) [Schoonzoon van 3072]  3072,II
Verdiesen, Gertrudis Guilelmi [Getuige bij doop van zoon van 384 en 385]  384,I
Verdiesen, Guilielmo [Getuige bij doop van 424]  424
Verdiesen, Peter Janssen [Schoonvader van dochter van 3072]  3072,II
Verhaeren, Elisabeth [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 194 en 195]  194
Verhoeven, Henrick Henricx [Schoonzoon van 770 en 771]  770,VIII
Verhoeven, Wilhelmina [Schoondochter van 14 en 15]  14,VIII
Vermeeren, Maria Cornelii (~02-10-1764) [Dochter van 32 en 33]  32,III; 64,VI; 66,III
Vermeulen, Anna Maria [Getuige bij doop van dochter van 16 en 17]  16,II
Vermeulen, Anna Maria Pauli [Nummer 35]  35
Vermeulen, Cornelia [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,II
Vermeulen, Gertrudis [Getuige bij doop van zoon van 34 en 35]  34,I
Vingerhouts, Adriana Cornelia (*09-02-1852) [Schoondochter van 14 en 15]  14,X
Vingerhouts, Laurens [Schoonvader van zoon van 14 en 15]  14,X
Visschers, Maria Christiani [Getuige bij doop van partner van dochter van 96 en 97]  96,V
Vissers, Maria (*05-05-1858, †12-05-1934) [Schoondochter van 6 en 7]  6,I
Vissers, Pieter [Schoonvader van zoon van 6 en 7]  6,I
Vlaminxs, Anna Cornelii [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,VI
Vos, Johanna [Partner van 28]  28
Vos, Nicolaus de [Getuige bij kerkelijk huwelijk van 520 en 521]  520
Vreijsen, Catharina Petri (Catelijn) ([]19-12-1731) [Nummer 425]  425
Wagemaeckers, Adrianus [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,I
Wagemaeckers, Anna Judoci [Getuige bij doop van dochter van 64 en 65]  64,III
Wagemaeckers [Waegemaeckers] [Wagemakers], Catharina Adriani [Nummer 131]  64,I; 64,IV; 64,VI; 64,VII; 64,VIII; 131
Wagemaeckers [Wagemakers], Adrianus Adriani [Getuige bij doop van zoon van 64 en 65]  64,I; 64,V
Waghemaeckers, Judocus Adriani [Getuige bij doop van zoon van 130 en 131]  130,V
Walschots, Godefrida Wilm Mathia [Getuige bij doop van zoon van 494 en 495]  494,IV
Walteri, Cornelia [Getuige bij doop van dochter van 256 en 257]  256,V
Wauters, Adriana [Getuige bij doop van 64]  64
Wesel, Antonia [Anthonet] Joannes van [Getuige bij doop van 17]  17; 34,III
Wesel, Catharina Cornelii van (~22-04-1763, †<17-11-1764) [Dochter van 34 en 35]  34,III
Wesel, Catharina Cornelis van (~17-11-1764, †<02-04-1852) [Nummer 17]  17
Wesel, Christina van [Getuige bij doop van dochter van 34 en 35]  34,V
Wesel, Cornelius van [Getuige bij doop van zoon van 16 en 17]  16,I
Wesel, Cornelius Joannis Gerardi van [Nummer 34]  34
Wesel, Elisabeth van [Getuige bij doop van dochter van 16 en 17]  16,IV
Wesel, Gerardus van [Getuige bij doop van 8]  8; 16,II
Wesel, Gerardus van [Getuige bij doop van zoon van 34 en 35]  34,I
Wesel, Gerardus Cornelii van (~19-01-1759) [Zoon van 34 en 35]  34,I
Wesel, Joanna Cornelii van (~25-04-1761) [Dochter van 34 en 35]  34,II
Wesel, Joannes van [Getuige bij doop van 17]  17; 34,III
Wesel, Maria van [Getuige bij doop van dochter van 16 en 17]  16,III
Wesel, Maria Cornelii van (~27-10-1769) [Dochter van 34 en 35]  34,VI
Wesel, Petronilla Cornelii van (~13-02-1767) [Dochter van 34 en 35]  34,V
Wezenbeek, Engelbertus van (~18-01-1785) [Zoon van 53]  53
Wezenbeek, Jacobus van (~25-07-1721, †30-04-1808) [Partner van 53]  53
Wijs, Elias Joannis de [Getuige bij doop van dochter van 488 en 489]  488,VII
Wijten, Henricus Mathias Henrici [Getuige bij doop van dochter van 976 en 977]  976,IV
Wijten, Mattijs [Getuige bij doop van zoon van 976 en 977]  976,VII
Wijters, Joannes [Getuige bij kerkelijk huwelijk van dochter van 96 en 97]  96,V
Wilhelmi, Johannis Cornely Johannis [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 1024 en 1025]  1024,II
Willibrordus, Margarita Huijberts [Getuige bij doop van zoon van 122 en 123]  122,II
Winnincx, Joanna [Getuige bij kerkelijk huwelijk van zoon van 984 en 985]  492,IV; 494,III
Witlockx, Adriana Gisbertus (Adriaentje) (~27-03-1648, []08-11-1734) [Schoonmoeder van dochter van 492 en 493]  492,VIII
Witlocx, Margareta Gijsbert [Getuige bij doop van partner van dochter van 492 en 493]  492,VIII
Woestenberchs, Joanna Christiani [Getuige bij doop van 489]  489
Wouters, Wouter Loureijs [Schoonzoon van 770 en 771]  770,I; 770,IV; 770,IV
Wrijters, Andries de (†<13-04-1533) [Partner van 16385]  16385
Zacharia, Petronella [Getuige bij doop van 193]  193
Zips, Joanna Antonii [Getuige bij doop van dochter van 260 en 261]  260,IV
Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 09-07-2024 18:48:11 door Jac Meeren