Stamreeks van Johannes Gijsbertus (Bart) Oerlemans

Generatie 1 (proband)

oerlemans_johannes_gijsbertus__geb._op_31_jan._1891_om_10.00u_in_wijk_moer_399__aangifte_op_die_dag_door_vader_hendrikus__landbouwer__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.reg._1891__akte_18.jpg oerlemans_bart.jpg oerlemans_bart_voor_zijn_boerderij_aan_de_paalstraat_19_in_de_moer.jpg oerlemans_johannes_gijsbertus__en_petronella_klijn_begraven_op_de_moer_op_20_juli_1972_en_op_6_juli_1957.jpg klijn_petronella.jpg klijn_petronella_johanna__geb._op_11_okt._1889_in_moer_364_om_acht_uur__s_morgens__dochter_van_cornelis_klijn__38_jr.__landbouwer_en_johanna_van_rijswijk_-_loon_op_zand_geb._reg._1889_ake_173.jpg
1 Oerlemans Johannes Gijsbertus, geb. op 31 jan. 1891 om 10.00u in wijk Moer 399, aangifte op die dag door vader Hendrikus, landbouwer, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18
2 Oerlemans Bart
3 Oerlemans Bart voor zijn boerderij aan de Paalstraat 19 in de Moer
4 Oerlemans Johannes Gijsbertus, en Petronella Klijn begraven op de Moer op 20 juli 1972 en op 6 juli 1957
5 Klijn Petronella
6 Klijn Petronella Johanna, geb. op 11 okt. 1889 in Moer 364 om acht uur ’s morgens, dochter van Cornelis Klijn, 38 jr., landbouwer en Johanna van Rijswijk - Loon op Zand Geb. reg. 1889 ake 173
1 Johannes Gijsbertus (Bart) Oerlemans (afb. 1 t/m 4), geboren op zaterdag 31 januari 1891 om 10:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]. Van de geboorte is aangifte gedaan op zaterdag 31 januari 1891 [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]. Bart is overleden op donderdag 20 juli 1972, 81 jaar oud. Hij is begraven in St Joachimsmoer.
Adres:
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Beroep:
Landbouwer (Bart had een 6-7 koeien, 1 paard, geit, en verbouwde ...
Een kleine boer, een keuterboer zouden we nu zeggen. Maar zeker hard werken voor de kost.)
Bart trouwde, 40 jaar oud, op dinsdag 1 september 1931 in Loon op Zand met Petronella Johanna Klijn (afb. 5 en 6), 41 jaar oud. Petronella is geboren op vrijdag 11 oktober 1889 om 08:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geboorteregister 1889, archiefnummer 911, aktenummer 173], dochter van Cornelis Klijn en Johanna van Rijswijk. Van de geboorte is aangifte gedaan op vrijdag 11 oktober 1889 [bron: Loon op Zand Geboorteregister 1889, archiefnummer 911, aktenummer 173]. Petronella is overleden op zaterdag 6 juli 1957, 67 jaar oud. Zij is begraven in St Joachimsmoer.

Generatie 2 (ouders)

oerlemans_hendrikus__en_maria_van_den_hove_trouwen_in_loon_op_zand_op_1_mei_1879_met_zijn_moeder_anna_maria_koks_en_haar_vader_gijsbertus_erbij_-_loon_op_zand__huw.reg._1879__archief_911__akte_15.jpg oerlemans_hendrikus__en_maria_van_den_hove_trouwen_in_loon_op_zand_op_1_mei_1879_met_zijn_moeder_anna_maria_koks_en_haar_vader_gijsbertus_erbij_-_loon_op_zand__huw.reg._1879__akte_15_handtek..jpg oerlemans_hendrikus__weduwnaar_van_maria_van_den_hove__62_jaar_oud__is_overleden_op_14_jan._1909_in_loon_op_zand__aangifte_door_zijn_zoon_leonardus__27_jr_-_loon_op_zand_overl._reg._1909_akte_5.jpg
7 Oerlemans Hendrikus, en Maria van den Hove trouwen in Loon op Zand op 1 mei 1879 met zijn moeder Anna Maria Koks en haar vader Gijsbertus erbij - Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15
8 Oerlemans Hendrikus, en Maria van den Hove trouwen in Loon op Zand op 1 mei 1879 met zijn moeder Anna Maria Koks en haar vader Gijsbertus erbij - Loon op Zand Huw.reg. 1879, akte 15 handtek.
9 Oerlemans Hendrikus, weduwnaar van Maria van den Hove, 62 jaar oud, is overleden op 14 jan. 1909 in Loon op Zand, aangifte door zijn zoon Leonardus, 27 jr - Loon op Zand Overl. reg. 1909 akte 5
2 Hendrikus (Heintje) Oerlemans (afb. 7 t/m 9), geboren op maandag 9 februari 1846 in Loon op Zand. Heintje is overleden op donderdag 14 januari 1909 om 02:00 in Loon op Zand, 62 jaar oud [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1909, archiefnummer 911, aktenummer 5]. Van het overlijden is aangifte gedaan op vrijdag 15 januari 1909 [bron: Met de puzzel ben ik bezig geweest, en ik denk hem opgelost te hebben.].
Adressen:
01-05-1879     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15]
12-08-1880     Wijk Moer 365, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170]
07-07-1881     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]
14-11-1882     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239]
25-12-1883     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Beroepen:
01-05-1879     Landbouwer   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15]
31-01-1891     Landbouwer   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Heintje trouwde, 33 jaar oud, op donderdag 1 mei 1879 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15] met Maria Cornelia van den Hove, 29 jaar oud. Maria is geboren op woensdag 26 september 1849 in Udenhout, dochter van Gijsbertus van den Hove en Adriana de Vos. Maria is overleden op zaterdag 16 november 1901 om 10:00 in Loon op Zand, 52 jaar oud [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1901, archiefnummer 911, aktenummer 201]. Van het overlijden is aangifte gedaan op zaterdag 16 november 1901 [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1901, archiefnummer 911, aktenummer 201].
Adressen:
01-05-1879     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15]
12-08-1880     Wijk Moer 365, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170]
07-07-1881     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]
14-11-1882     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239]
25-12-1883     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Kinderen van Heintje en Maria:
oerlemans_adriana__geboren_op_12_aug._1880_om_elf_uur_in_de_moer_365__aangifte_op_13_aug._door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1880__akte_170.jpg
10 Oerlemans Adriana, geboren op 12 aug. 1880 om elf uur in de Moer 365, aangifte op 13 aug. door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1880, akte 170
I. Adriana Oerlemans (afb. 10), geboren op donderdag 12 augustus 1880 om 11:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170]. Van de geboorte is aangifte gedaan op vrijdag 13 augustus 1880 [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170]. Adriana is overleden op zondag 12 maart 1882 om 14:00 in Loon op Zand, 1 jaar oud [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1882, archiefnummer 911, aktenummer 41].
Adressen:
12-08-1880     Wijk Moer 365, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1880, archief 911, akte 170]
07-07-1881     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
oerlemans_leonardus__geboren_op_7_juli_1881_om_7_uur_in_wijk_moer_375__aangifte_op_die_dag_door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1881__archief_911__akte_148.jpg oerlemans_leonardus__29_jr__landbouwer__trouwt_anna_maria_berthout__32jr__in_loon_op_zand__getuige_is_zijn_broer_johannes__27_jr__alle_ouders_overleden_-_loon_op_zand_huw._reg._1911__akte_14_pag._1.jpg oerlemans_leonardus__29_jr__landbouwer__trouwt_anna_maria_berthout__32jr__in_loon_op_zand__getuige_is_zijn_broer_johannes__27_jr__alle_ouders_overleden_-_loon_op_zand_huw._reg._1911__akte_14_pag._2.jpg oerlemans_leonardus__29_jr__landbouwer__trouwt_anna_maria_berthout__32jr__in_loon_op_zand__getuige_is_zijn_broer_johannes__27_jr__alle_ouders_overleden_-_loon_op_zand_huw._reg._1911__akte_14_handtek..jpg
11 Oerlemans Leonardus, geboren op 7 juli 1881 om 7 uur in wijk Moer 375, aangifte op die dag door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148
12 Oerlemans Leonardus, 29 jr, landbouwer, trouwt Anna Maria Berthout, 32jr, in Loon op Zand, getuige is zijn broer Johannes, 27 jr, alle ouders overleden - Loon op Zand Huw. reg. 1911, akte 14 pag. 1
13 Oerlemans Leonardus, 29 jr, landbouwer, trouwt Anna Maria Berthout, 32jr, in Loon op Zand, getuige is zijn broer Johannes, 27 jr, alle ouders overleden - Loon op Zand Huw. reg. 1911, akte 14 pag. 2
14 Oerlemans Leonardus, 29 jr, landbouwer, trouwt Anna Maria Berthout, 32jr, in Loon op Zand, getuige is zijn broer Johannes, 27 jr, alle ouders overleden - Loon op Zand Huw. reg. 1911, akte 14 handtek.
II. Leonardus (Leen) Oerlemans (afb. 11 t/m 14), geboren op donderdag 7 juli 1881 om 07:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]. Van de geboorte is aangifte gedaan op donderdag 7 juli 1881 [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]. Leen is overleden op donderdag 15 maart 1951 om 01:00 in Tilburg, 69 jaar oud [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1951, archiefnummer 911, aktenummer 34]. Van het overlijden is aangifte gedaan op woensdag 21 maart 1951 [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1951, archiefnummer 911, aktenummer 34].
Adressen:
07-07-1881     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]
14-11-1882     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239]
25-12-1883     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
11-03-1912     Wijk Land van Kleef nummer 40   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1912, akte 54]
van 24-06-1914 tot 24-05-1914     Moer 388, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914, akte 131]
14-09-1915     Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1915, akte 206]
06-06-1917     Moer 394, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1917 Akte 105]
04-08-1942     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Huw. reg. 1942, akte 65]
02-06-1943     Loon op Zand   [bron: Udenhout, Huw. reg. 1943, akte 13]
Beroepen:
11-03-1912     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1912, akte 54]
24-05-1914     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914, akte 131]
14-09-1915     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1915, akte 206]
06-06-1917     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1917 Akte 105]
15-03-1951     Landbouwer   [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1951, archiefnummer 911, aktenummer 34]
Leen trouwde, 29 jaar oud, op maandag 8 mei 1911 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Huw. reg. 1911, akte 14] met Anna Maria Berthout, ongeveer 32 jaar oud. Anna is geboren omstreeks 1879 in Loon op Zand, dochter van Norbertus Berthout en Elisabeth Longepee. Anna is overleden op vrijdag 16 mei 1947 om 19:00 in Loon op Zand, ongeveer 68 jaar oud [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1947, akte 65]. Van het overlijden is aangifte gedaan op zaterdag 17 mei 1947 [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1947, akte 65].
Adressen:
11-03-1912     Wijk Land van Kleef nummer 40   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1912, akte 54]
van 24-06-1914 tot 24-05-1914     Moer 388, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1914, akte 131]
14-09-1915     Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1915, akte 206]
06-06-1917     Moer 394, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1917 Akte 105]
04-08-1942     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Huw. reg. 1942, akte 65]
02-06-1943     Loon op Zand   [bron: Udenhout, Huw. reg. 1943, akte 13]
oerlemans_adriana__geboren_op_14_nov._1882_om_half_3_in_de_moer_375__aangifte_op_die_dag__door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1882__archief_911__akte_239.jpg brabers_hendrikus__en_adriana_oerlemans__zoon_wim__geb._15_okt._1926__overl._10_jan._2008__dochter_keeke_brabers__geb._7_febr._1917__overl._25_sept._2002__begr._in_de_moer_-_eigen_opname_18_mei_2024.jpg brabers_hendrik__geb._16_april_1881_om_4.00u_in_hil_nr._698_in_loon_op_zand__zoon_van_antonie_hubertus_brabers__43jr__landbouwer_en_cornelia_johanna_zijlmans_-_loon_op_zand_-_geb._reg._1881__akte_84.jpg brabers_hendrik__landbouwer__woont_van_29_mei_1911_tot_7_november_1912_in_tilburg_aan_de_lijnschstraat_6_-_tilburg_-_bevolkingsregister_1910-1920_deel_67_blad_91.jpg brabers_hendrik__34_jr.__landbouwer__trouwt_met_adriana_oerlemans__32_jr._in_loon_op_zand_op_26_april_1915_met_als_getuige_broer_johannes_oerlemans_-_loon_op_zand_huw.reg_1915__akte_11__pag._1.jpg brabers_hendrik__34_jr.__landbouwer__trouwt_met_adriana_oerlemans__32_jr._in_loon_op_zand_op_26_april_1915_met_als_getuige_broer_johannes_oerlemans_-_loon_op_zand_huw.reg_1915__akte_11__pag._2.jpg
15 Oerlemans Adriana, geboren op 14 nov. 1882 om half 3 in de Moer 375, aangifte op die dag door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239
16 Brabers Hendrikus, en Adriana Oerlemans, zoon Wim, geb. 15 okt. 1926, overl. 10 jan. 2008, dochter Keeke Brabers, geb. 7 febr. 1917, overl. 25 sept. 2002, begr. in De Moer - eigen opname 18 mei 2024
17 Brabers Hendrik, geb. 16 april 1881 om 4.00u in Hil nr. 698 in Loon op Zand, zoon van Antonie Hubertus Brabers, 43jr, landbouwer en Cornelia Johanna Zijlmans - Loon op Zand - Geb. reg. 1881, akte 84
18 Brabers Hendrik, landbouwer, woont van 29 mei 1911 tot 7 november 1912 in Tilburg aan de Lijnschstraat 6 - Tilburg - Bevolkingsregister 1910-1920 deel 67 blad 91
19 Brabers Hendrik, 34 jr., landbouwer, trouwt met Adriana Oerlemans, 32 jr. in Loon op Zand op 26 april 1915 met als getuige broer Johannes Oerlemans - Loon op Zand Huw.reg 1915, akte 11, pag. 1
20 Brabers Hendrik, 34 jr., landbouwer, trouwt met Adriana Oerlemans, 32 jr. in Loon op Zand op 26 april 1915 met als getuige broer Johannes Oerlemans - Loon op Zand Huw.reg 1915, akte 11, pag. 2
brabers_hendrik__landbouwer__en_adriana_oerlemans_wonen_in_moer_394_met_hun_zoon_antonius_tot_25_november_1916_-_loon_op_zand_-_bevolkingsregister_1890-1920_-_archief_910_-_letters_a-c_-_blad_139.jpg brabers_hendrik__adriana_oerlemans_en_antonius_brabers_worden_ingeschreven_in_waalwijk_op_26_nov._1916_-_waalwijk_reg._van_ingekomen_personen_inv._214_blad_1032_0214_00129_periode_1907-1918.jpg brabers_hendrik__adriana_oerlemans_en_antonius_brabers_worden_ingeschreven_in_waalwijk_op_26_nov._1916_-_waalwijk_reg._van_ingekomen_personen_inv._214_blad_1032_0214_00129_periode_1907-1918_deel.jpg brabers_hendrik__landbouwer__en_adriana_oerlemans_wonen_in_waalwijk_in_wijk_b_nr_30_vanaf_25_nov._1916_tot_22_jan._1918_-_waalwijk_bevolkingsreg._1910-1920_inv._147_blad_17.jpg brabers_hendrik__landbouwer__en_adriana_oerlemans_wonen_in_moer_391__later_genoemd_galgeneind_86_vanaf_22_januari_1918_-_loon_op_zand_-_bevolkingsreg._1890-1920_-_letters_a-c_-_inv._36_blad_142.jpg brabers_hendrik__landbouwer__en_adriana_oerlemans_wonen_met_hun_7_kinderen_galgeneind_62_-_loon_op_zand_-_bevolkingsregister_1920-1939_-_archief_054_-_letters_a-c_-_blad_3438.jpg
21 Brabers Hendrik, landbouwer, en Adriana Oerlemans wonen in Moer 394 met hun zoon Antonius tot 25 november 1916 - Loon op Zand - Bevolkingsregister 1890-1920 - Archief 910 - Letters A-C - Blad 139
22 Brabers Hendrik, Adriana Oerlemans en Antonius Brabers worden ingeschreven in Waalwijk op 26 nov. 1916 - Waalwijk Reg. van ingekomen personen Inv. 214 Blad 1032 0214 00129 Periode 1907-1918
23 Brabers Hendrik, Adriana Oerlemans en Antonius Brabers worden ingeschreven in Waalwijk op 26 nov. 1916 - Waalwijk Reg. van ingekomen personen Inv. 214 Blad 1032 0214 00129 Periode 1907-1918 deel
24 Brabers Hendrik, landbouwer, en Adriana Oerlemans wonen in Waalwijk in Wijk B nr 30 vanaf 25 nov. 1916 tot 22 jan. 1918 - Waalwijk Bevolkingsreg. 1910-1920 Inv. 147 Blad 17
25 Brabers Hendrik, landbouwer, en Adriana Oerlemans wonen in Moer 391, later genoemd Galgeneind 86 vanaf 22 januari 1918 - Loon op Zand - Bevolkingsreg. 1890-1920 - Letters A-C - Inv. 36 Blad 142
26 Brabers Hendrik, landbouwer, en Adriana Oerlemans wonen met hun 7 kinderen Galgeneind 62 - Loon op Zand - Bevolkingsregister 1920-1939 - Archief 054 - Letters A-C - Blad 3438
III. Adriana (Jaon) Oerlemans (afb. 15 en 16), geboren op dinsdag 14 november 1882 om 02:30 in De Moer [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239]. Van de geboorte is aangifte gedaan op dinsdag 14 november 1882 [bron: Loon op Zand Geb.register 1881, archief 911, akte 148]. Jaon is overleden op vrijdag 10 november 1961 om 20:00 in De Moer, 78 jaar oud [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1961, akte 75]. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 13 november 1961 [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1961, akte 75]. Zij is begraven in De Moer [bron: Tilburg - Bidprentje - Letter O - Archief 410].
Adressen:
14-11-1882     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1882, archief 911, akte 239]
25-12-1883     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
26-04-1915     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg 1915, akte 11, pag. 2]
van 06-05-1915 tot 25-11-1916     Moer 394, Loon op Zand (In het Bevolkingsregister staat 6 mei 1894 als begindatum. Dat kan niet kloppen. Ze trouwen op 26 april 1915. Vanaf die datum zal het geweest zijn, mogelijk 6 mei 1915.)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1890-1920 - Archief 910 - Letters A-C - Blad 139]
29-02-1916     Moer 394, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1916 - akte 45]
van 25-11-1916 tot 22-01-1918     Waalwijk (Waalwijk als bestemming opgegeven in het bevolkingsregister van Loon op Zand.)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1890-1920 - Archief 910 - Letters A-C - Blad 139; Waalwijk Bevolkingsreg. 1910-1920 Inv. 147 Blad 17]
vanaf 22-01-1918     Galgeneind 86, Loon op Zand (Was eerst Moer 391)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsreg. 1890-1920 - Letters A-C - Inv. 36 Blad 142]
07-02-1918     Moer 391, Loon op Zand   [bron: Geb. reg. 1918 - akte 109]
16-05-1919     Moer 391, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1919, akte 118]
van 1920 tot 1939     Galgeneind 62, Loon op Zand (Was Wijk A nr 86)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1920-1939 - Archief 054 - Letters A-C - Blad 3438]
03-02-1921     Galgeneind A86, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1921 - akte 29]
09-09-1946     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Huw. reg. 1946, akte 87]
Jaon trouwde, 32 jaar oud, op maandag 26 april 1915 met Hendrik (Driekske) Brabers (afb. 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 16), 34 jaar oud. Driekske is geboren op zaterdag 16 april 1881 in Kaatsheuvel [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1881, akte 84], zoon van Antonie Hubertus Brabers en Cornelia Johanna Zijlmans. Driekske is overleden op zondag 7 maart 1948 om 07:00 in Tilburg, 66 jaar oud [bron: Tilburg - Overl. reg. 1948 Akte 210 en Loon op Zand - Overl. reg. 1948 Akte 26]. Hij is begraven op woensdag 10 maart 1948 in De Moer [bron: Tilburg - Bidprentje - Letter B - Archief 410].
Notitie bij overlijden van Driekske: Driekske en zijn vrouw Jaon zijn begraven in De Moer, en hebben een gemeenschappelijk graf met 2 van hun kinderen, Keeke en Wim.
Adressen:
16-04-1881     Hil 698, Loon op Zand (Hil is een wijk in Kaatsheuvel, in het centrum.)   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1881, akte 84]
van 29-05-1911 tot 07-11-1912     Lijnschstraat 6, Tilburg (Hendrik was 30 jaar oud, toen hij in Tilburg als landbouwer ging werken. Toen hij het jaar daarop vertrok, was hij 31 jaar.)   [bron: Tilburg - Bevolkingsregister 1910-1920 deel 67 blad 91]
26-04-1915     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg 1915, akte 11, pag. 2]
van 06-05-1915 tot 25-11-1916     Moer 394, Loon op Zand (In het Bevolkingsregister staat 6 mei 1894 als begindatum. Dat kan niet kloppen. Ze trouwen op 26 april 1915. Vanaf die datum zal het geweest zijn, mogelijk 6 mei 1915.)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1890-1920 - Archief 910 - Letters A-C - Blad 139]
29-02-1916     Moer 394, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1916 - akte 45]
van 25-11-1916 tot 22-01-1918     Waalwijk (Waalwijk als bestemming opgegeven in het bevolkingsregister van Loon op Zand.)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1890-1920 - Archief 910 - Letters A-C - Blad 139; Waalwijk Bevolkingsreg. 1910-1920 Inv. 147 Blad 17]
vanaf 22-01-1918     Galgeneind 86, Loon op Zand (Was eerst Moer 391)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsreg. 1890-1920 - Letters A-C - Inv. 36 Blad 142]
07-02-1918     Moer 391, Loon op Zand   [bron: Geb. reg. 1918 - akte 109]
16-05-1919     Moer 391, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1919, akte 118]
van 1920 tot 1939     Galgeneind 62, Loon op Zand (Was Wijk A nr 86)   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1920-1939 - Archief 054 - Letters A-C - Blad 3438]
03-02-1921     Galgeneind A86, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1921 - akte 29]
09-09-1946     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Huw. reg. 1946, akte 87]
Beroepen:
van 29-05-1911 tot 07-11-1912     Landbouwer   [bron: Tilburg - Bevolkingsregister 1910-1920 deel 67 blad 91]
van 1920 tot 1939     Landbouwer   [bron: Loon op Zand - Bevolkingsregister 1920-1939 - Archief 054 - Letters A-C - Blad 3438]
07-03-1948     Landbouwer   [bron: Tilburg - Overl. reg. 1948 Akte 210]
Getuige bij:
17-03-1920     geboorteaangifte N.N. Oerlemans (1920-1920)    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1920, akte 45]
oerlemans_johannes_martinus__geboren_op_25_dec._1883_om_18u_in_wijk_moer_375__aangifte_op_27_dec._door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1883__archief_911__akte_248.jpg
27 Oerlemans Johannes Martinus, geboren op 25 dec. 1883 om 18u in wijk Moer 375, aangifte op 27 dec. door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248
IV. Johannes Martinus Oerlemans (afb. 27), geboren op dinsdag 25 december 1883 om 18:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]. Van de geboorte is aangifte gedaan op donderdag 27 december 1883 [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]. Johannes bleef ongehuwd.
Adressen:
25-12-1883     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1883, archief 911, akte 248]
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Beroep:
Veekoopman   [bron: Corrie Oerlemans-Brabers en Kees Oerlemans]
oerlemans_gerdina__geboren_op_9_febr._1885_om_20.00u_in_wijk_moer_375__aangifte_op_10_febr._door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1885__archief_911__akte_18.jpg hultermans_cornelis__41_jr._landbouwer__trouwt_op_16_okt._1913_met_gerdina_oerlemans__28_jr._in_loon_op_zand__met_zijn_moeder_erbij_-_loon_op_zand__huw.reg._1913__archief_911__akte_51_-_pag._1.jpg hultermans_cornelis__41_jr._landbouwer__trouwt_op_16_okt._1913_met_gerdina_oerlemans__28_jr._in_loon_op_zand__met_zijn_moeder_erbij_-_loon_op_zand__huw.reg._1913__archief_911__akte_51_-_pag._2.jpg
28 Oerlemans Gerdina, geboren op 9 febr. 1885 om 20.00u in wijk Moer 375, aangifte op 10 febr. door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18
29 Hultermans Cornelis, 41 jr. landbouwer, trouwt op 16 okt. 1913 met Gerdina Oerlemans, 28 jr. in Loon op Zand, met zijn moeder erbij - Loon op Zand Huw.reg. 1913, archief 911, akte 51 - pag. 1
30 Hultermans Cornelis, 41 jr. landbouwer, trouwt op 16 okt. 1913 met Gerdina Oerlemans, 28 jr. in Loon op Zand, met zijn moeder erbij - Loon op Zand Huw.reg. 1913, archief 911, akte 51 - pag. 2
V. Gerdina (Bet) Oerlemans (afb. 28), geboren op maandag 9 februari 1885 om 20:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]. Van de geboorte is aangifte gedaan op dinsdag 10 februari 1885 [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18].
Adressen:
09-02-1885     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1885, archief 911, akte 18]
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
16-10-1913     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1913, archief 911, akte 51]
Bet trouwde, 28 jaar oud, op donderdag 16 oktober 1913 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1913, archief 911, akte 51] met Cornelis (Kiske) Hultermans (afb. 29 en 30), 40 of 41 jaar oud. Kiske is geboren in 1872 in Loon op Zand, zoon van Cornelis Hultermans en Pieternella Dingemans.
Adres:
16-10-1913     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1913, archief 911, akte 51]
oerlemans_wilhelmus__geboren_op_24_febr._1887_om_2_uur_in_de_moer_375__aangifte_op_die_dag__door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1887__archief_911__akte_39.jpg oerlemans_wilhelmus__39_jr.__landbouwer__en_joanna_mols__33_jr.__trouwen_op_29_april_1926__beide_wonen_in_dongen__haar_moeder_is_nog_in_leven_-_dongen_-_huw._register_1926_akte_6.jpg
31 Oerlemans Wilhelmus, geboren op 24 febr. 1887 om 2 uur in de Moer 375, aangifte op die dag door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 39
32 Oerlemans Wilhelmus, 39 jr., landbouwer, en Joanna Mols, 33 jr., trouwen op 29 april 1926, beide wonen in Dongen, haar moeder is nog in leven - Dongen - Huw. register 1926 akte 6
VI. Wilhelmus (Willeke) Oerlemans (afb. 31 en 32), geboren op donderdag 24 februari 1887 om 02:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 39]. Van de geboorte is aangifte gedaan op donderdag 24 februari 1887 [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 39]. Willeke bleef kinderloos.
Adressen:
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
Willeke trouwde, 39 jaar oud, op donderdag 29 april 1926 in Dongen [bron: Dongen - Huw. register 1926 akte 6] met Joanna (Jans) Mols, ongeveer 33 jaar oud. Jans is geboren omstreeks 1893 in Dongen, dochter van Joannes Mols en Pietronella Brouwers.
oerlemans_johanna__geboren_op_15_okt._1888_om_21.30u_in_wijk_moer_375__aangifte_op_16_okt._door_vader_hendrikus__moeder_is_maria_van_den_hove_-_loon_op_zand_geb.register_1887__archief_911__akte_203.jpg
33 Oerlemans Johanna, geboren op 15 okt. 1888 om 21.30u in wijk Moer 375, aangifte op 16 okt. door vader Hendrikus, moeder is Maria van den Hove - Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203
VII. Johanna Oerlemans (afb. 33), geboren op maandag 15 oktober 1888 om 21:30 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]. Van de geboorte is aangifte gedaan op dinsdag 16 oktober 1888 [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]. Johanna is overleden op zondag 23 februari 1890 om 12:00 in Loon op Zand, 1 jaar oud [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1890, archiefnummer 911, aktenummer 33]. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 24 februari 1890 [bron: Loon op Zand Overlijdensregister 1882, archiefnummer 911, aktenummer 41].
Adressen:
15-10-1888     Wijk Moer 375, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.register 1887, archief 911, akte 203]
31-01-1891     Wijk Moer 399, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Geb.reg. 1891, akte 18]
VIII. Johannes Gijsbertus (Bart) Oerlemans, geboren op zaterdag 31 januari 1891 in Loon op Zand (zie 1).

Generatie 3 (grootouders)

oerlemans_leonardus__trouwt_met_hendriena_priems_op_11_februari_1835_in_loon_op_zand__handtekeningen.jpg priems_henrica_walteri__rk_gedoopt_op_8_juni_1810_in_loon_op_zand.jpg
34 Oerlemans Leonardus, trouwt met Hendriena Priems op 11 februari 1835 in Loon op Zand, handtekeningen
35 Priems Henrica Walteri, RK gedoopt op 8 juni 1810 in Loon op Zand
4 Leonardus Oerlemans (afb. 34). Hij is gedoopt op vrijdag 7 september 1804 in Kaatsheuvel. Leonardus is overleden op donderdag 20 januari 1870 in Loon op Zand, 65 jaar oud.
Adres:
18-05-1868     Loon op Zand
Beroep:
18-05-1868     Landbouwer
Leonardus:
(1) trouwde, 30 jaar oud, op woensdag 11 februari 1835 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand / BS / tienjarentafels inv 911] met Henrica Priems (afb. 35), 24 jaar oud. Henrica is geboren op vrijdag 8 juni 1810 in Loon op Zand, dochter van Waltherus Henricus (Wouter) Priems en Anna Joannes Kennekens. Zij is gedoopt op vrijdag 8 juni 1810 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 09 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1795-1810 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 9, blad 34v]. Bij de doop van Henrica was de volgende getuige aanwezig: Anna Priems (1779-1834) [tante vaderszijde]. Henrica is overleden op maandag 15 januari 1838 in Loon op Zand, 27 jaar oud [bron: Memories van successie (Overledene] Loon op Zand inv 47 memorie 111].
Notitie bij Henrica: 08-06-1810: Henrica Priems (bij haar doop)
11-02-1835: Hendrica Priems (bij haar trouwen)
15-01-1838: Hendrika Priems (bij haar overlijden)
(2) trouwde, 40 jaar oud, op donderdag 10 april 1845 in Loon op Zand met Anna Maria Koks, 21 jaar oud. Anna is geboren op maandag 23 juni 1823, dochter van Willem Koks en Adriana Dingemans.
Adres:
01-05-1879     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15]
Beroep:
01-05-1879     Landbouwster   [bron: Loon op Zand Huw.reg. 1879, archief 911, akte 15]
Kinderen van Leonardus en Henrica:
oerlemans_francis__en_hendrina_noyens_wonen_met_hun_gezin_in_de_moer_br_1860-1890.jpg oerlemans_francis__en_hendrina_noijens_trouwen_op_18_mei_1868_in_hilvarenbeek__handtekeningen.jpg
36 Oerlemans Francis, en Hendrina Noyens wonen met hun gezin in de Moer BR 1860-1890
37 Oerlemans Francis, en Hendrina Noijens trouwen op 18 mei 1868 in Hilvarenbeek, handtekeningen
I. Francis (Francis) Oerlemans (afb. 36), geboren op dinsdag 5 januari 1836 in Loon op Zand. Francis is overleden op vrijdag 2 juni 1922 in Loon op Zand, 86 jaar oud.
Adres:
van 17-03-1869 tot 05-12-1873     Galgeneind 286, De Moer (Loon op Zand)
Beroep:
van 28-05-1868 tot 05-12-1873     Bouwman
Nation. Militie:
van ca. 1854 tot ca. 1859    
Francis trouwde, 32 jaar oud, op maandag 18 mei 1868 in Hilvarenbeek [bron: Huwelijksregister 1868, archiefnummer 908, inventarisnummer 16, aktenummer 14] met Hendrina (Hendrien) Noijens (afb. 37), 27 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Francis en Hendrien: Francis komt uit Loon op Zand en Hendrien uit Hilvarenbeek. Hoe en waar ze elkaar ontmoet hebben?
Ze gaan na hun trouwen wonen aan het Galgeneind in de Moer en krijgen 7 kinderen. Alle kinderen trouwen en dat maken ze beide allemaal mee. Ook de geboorte van aardig wat kleinkinderen.
Dat is wat anders dan bij de ouders van Francis. Daar overleed zijn moeder al toen ze 27 jaar was, kort na de geboorte van zijn zusje, dat ook nog eens 2 maanden oud overleed.
Hendrien is geboren op woensdag 6 januari 1841 in Hilvarenbeek, dochter van Johannes (Jan) Noijens en Barbara Joannes van Laarhoven. Hendrien is overleden op zondag 22 juli 1906 in Loon op Zand, 65 jaar oud.
Adressen:
tot 18-05-1868     Hilvarenbeek
05-12-1873     Galgeneind, De Moer (Loon op Zand)
Beroep:
1868     Landbouwster
II. Wouterina Oerlemans, geboren op zondag 19 november 1837 in Loon op Zand. Wouterina is overleden op donderdag 8 februari 1838 in Loon op Zand, 2 maanden oud.
Notitie bij overlijden van Wouterina: 11 weken oud geworden
Kind van Leonardus en Anna:
III. Hendrikus (Heintje) Oerlemans, geboren op maandag 9 februari 1846 in Loon op Zand (zie 2).

Generatie 4 (overgrootouders)

oerlemans_laurentius__rk_gedoopt_op_18_maart_1759__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_132_.jpg oerlemans_lauwerens_en_adriana_spaandonk_doen_ondertrouw_op_10_mei_1800_en_trouwen_op_het_raadhuis_van_loon_op_zand_op_25_mei_1800_-_loon_op_zand_trouwboek_schepenbank_inv_29_1799-1806_blad_33.jpg
38 Oerlemans Laurentius, rk gedoopt op 18 maart 1759, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 132
39 Oerlemans Lauwerens en Adriana Spaandonk doen ondertrouw op 10 mei 1800 en trouwen op het raadhuis van Loon op Zand op 25 mei 1800 - Loon op Zand Trouwboek Schepenbank inv 29 1799-1806 blad 33
8 Laurentius Leonardus Oerlemans (afb. 38 en 39). Hij is gedoopt op zondag 18 maart 1759 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 132]. Bij de doop van Laurentius waren de volgende getuigen aanwezig: Helena Hamers en Quirinus Paymans.
Notitie bij de geboorte van Laurentius: Vermelding Franciscus Oerlemans bij de doop van het oudste kind Leonardus, daarna steeds Laurentius Oerlemans
Laurentius is overleden op vrijdag 25 maart 1825 in Loon op Zand, 66 jaar oud. Laurentius trouwde, 41 jaar oud, op zondag 25 mei 1800 in Loon op Zand [bron: Inv. 29 trouwboek 1799-1806 (schepenbank) Loon op Zand] met Adriana Adrianus van Spaandonk [Spaendonk], ongeveer 27 jaar oud, nadat zij op zaterdag 10 mei 1800 in ondertrouw zijn gegaan. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op zondag 25 mei 1800 in Loon op Zand. Adriana is geboren omstreeks 1773 in Loon op Zand, dochter van Adri (Adri) van Spaandonk en Maria Broeders. Adriana is overleden op donderdag 28 oktober 1813 in Loon op Zand, ongeveer 40 jaar oud.
Kinderen van Laurentius en Adriana:
I. Leonardus Oerlemans. Hij is gedoopt op vrijdag 14 augustus 1801 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg25)]. Leonardus is overleden vóór 1804, ten hoogste 3 jaar oud.
II. Adriana Oerlemans. Zij is gedoopt op vrijdag 8 oktober 1802 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg30)].
III. Leonardus Oerlemans, gedoopt op vrijdag 7 september 1804 in Kaatsheuvel (zie 4).
IV. Maria Oerlemans. Zij is gedoopt op dinsdag 7 april 1807 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, ph50v)].
V. Anna Oerlemans. Zij is gedoopt op maandag 30 juli 1810 in Kaatsheuvel [bron: Kaatsheuvel RK dopen 1796-1810 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 42, pg67)].

Generatie 5 (betovergrootouders)

oerlemans_leonardus__rk_gedoopt_op_2_juli_1718__zoon_van_cornelis_leonardus_oerlemans_en_wi_helma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_39v.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._107_-_scan_130.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._107v_-_scan_133.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._108_-_scan_133.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._108v_-_scan_134.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._109_-_scan_134.jpg
40 Oerlemans Leonardus, rk gedoopt op 2 juli 1718, zoon van Cornelis Leonardus Oerlemans en Wi;helma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 39v
41 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 - scan 130
42 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107v - scan 133
43 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 108 - scan 133
44 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 108v - scan 134
45 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 109 - scan 134
oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_loon_op_zand_ra_inv._101_f._109v_-_scan_135.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_oerlemans_maken_een_deling_op_3_juni_1761_-_nota_-_loon_op_zand_ra_inv._101_na_f._107_-_scan_131_.jpg oerlemans_adriaan__leendert__jan_goyertze_van_lier_voor_jenneke_en_jacobus_haansbergen_voor_angeneeske_deling_op_3_juni_1761_-_15_dec._1755_is_maandag_-_loon_op_zand_ra_inv._101_na_f._107_-_scan_132_.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_153.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_154.jpg oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_155.jpg
46 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Loon op Zand RA Inv. 101 f. 109v - scan 135
47 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske Oerlemans maken een deling op 3 juni 1761 - Nota - Loon op Zand RA Inv. 101 na f. 107 - scan 131
48 Oerlemans Adriaan, Leendert, Jan Goyertze van Lier voor Jenneke en Jacobus Haansbergen voor Angeneeske deling op 3 juni 1761 - 15 dec. 1755 is maandag - Loon op Zand RA Inv. 101 na f. 107 - scan 132
49 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153
50 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 154
51 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 155
oerlemans_leendert__circa_55_jr_en_zoon_willem_circa_15_jr__wonend_in__t_moer_leggen_op_31_okt._1771_een_verklaring_af_over_een_inbraak_-_loon_op_zand_schepenbank_inv_105_scan_156.jpg oerlemans_leendert__is_450_gulden_schuldig_aan_wouter_olieviers_op_24_nov._1777_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_122_register_van_ongeroyeerde_verbanden_of_schepengeloften_binnen_venloon_-_scan_30.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_239.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_240l.jpg oerlemans_leendert_cornelis__koopt_op_6_nov._1779_huysinge_en_erven_te_loon_op_zand_in_naam_van_adriana_maria_de_rooy_-_tilburg_-_not._cornelis_bles_minuutakten_1778-1779_inv._103__akte_70__scan_240r.jpg oerlemans_leenderd__overleden_op_2_sept._en_begraven_op_6_sept._1786__als_huisvader__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand_ng_doodboek_1757-1786_inv.16__pg113.jpg
52 Oerlemans Leendert, circa 55 jr en zoon Willem circa 15 jr, wonend in ’t Moer leggen op 31 okt. 1771 een verklaring af over een inbraak - Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 156
53 Oerlemans Leendert, is 450 gulden schuldig aan Wouter Olieviers op 24 nov. 1777 - Loon op Zand - Schepenbank inv 122 Register van ongeroyeerde verbanden of schepengeloften binnen Venloon - scan 30
54 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 239
55 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 240l
56 Oerlemans Leendert Cornelis, koopt op 6 nov. 1779 huysinge en erven te Loon op Zand in naam van Adriana Maria de Rooy - Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 240r
57 Oerlemans Leenderd, overleden op 2 sept. en begraven op 6 sept. 1786, als huisvader, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113
haemers_anna__rk_gedoopt_op_7_febr._1717_in_loon_op_zand__dochter_van_adrianus_haemers_en_waltera_geert_freijsen_-_loon_op_zand__-_inv._6_doopboek_1711-1732__blad_84.jpg hamers_anneke__overleden_op_30_december_1782__huisvrouw_van_leenderd_oerlemans__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand_-_inv._38_lijst_der_begravenen_1753-1783__blad_68__scan_92.jpg
58 Haemers Anna, rk gedoopt op 7 febr. 1717 in Loon op Zand, dochter van Adrianus Haemers en Waltera Geert Freijsen - Loon op Zand - Inv. 6 Doopboek 1711-1732, blad 84
59 Hamers Anneke, overleden op 30 december 1782, huisvrouw van Leenderd Oerlemans, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand - Inv. 38 Lijst der begravenen 1753-1783, blad 68, scan 92
16 Leonardus Cornelis (Leendert) Oerlemans (afb. 40 t/m 57). Hij is gedoopt op zaterdag 2 juli 1718 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 39v]. Bij de doop van Leendert waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Peeter (Adriaan) Hamers [grootvader moederszijde] en Agnes Heyligerus Oirlemans (geb. 1667) [nicht van vader]. Leendert is overleden op zaterdag 2 september 1786 in Loon op Zand, 68 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 22 Tafel op overledenen 1761-1786 NG, blad 40; Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113]. Hij is begraven op woensdag 6 september 1786 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 Inv.16, pg113].
Adressen:
1747     Loon op Zand   [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1731-1760 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 7, pg160v)]
21-04-1778     In t Moer, Loon op Zand (Bij de staat en inventaris van de akte staat dat het halve huis, gelegen in t Moer, ligt ten oosten van Leendert Oerlemans.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Akte van verkoop:
06-11-1779     Samenvatting:
----------------

Hendrikus Jan de Rooy, uit Tilburg, en Cornelis Adriaan Oerlemans zijn als getuigen present bij notaris Bles om volmacht te geven
aan Leendert Cornelis Oerlemans, uit Loon op Zand,

om in naam van juffrouw Adriana Maria de Rooy, om zowel van vaders als moeders kant,

met recht van naarderschap, de huysinge en erven, te Loon op Zand staande,
door haar gemachtigde Christiaan, verkocht aan Johannes van Amelsvoort, te naasten.

Toelichting:
------------

Het recht van naarderschap ofwel van naasting bestond vanaf de middeleeuwen tot aan de Franse tijd. Degene die het recht van naasting bezat, had het recht om een verkocht pand over te kopen (Bron: nl.wikipedia.org/wiki/Naasting).
Op basis hiervan heb ik deze akt egeplaatst onder de Categorie Akte van verkoop.

Hendrikus Jan de Rooy is de broer van Adriana Maria. Ze zijn kinderen van Christiaan van Rooy en Catharina van de Ven, rk gedoopt in Tilburg op 9 juli 1714 en 24 november 1715.
Ze zijn ten tijde van deze akte 65 en 63 jaar.
Adriana Maria woont in Aalst, als ze op 30 mei 1778 haar testament maakt (Tilburg, Inv. 103, blad 37)

Leendert is dan 61 jaar.

Cornelis Adriaan Oerlemans zal de zoon van zijn broer Adriaan zijn, en van Maria Peter Basters, gedoopt 24 nov. 1751 in Loon op Zand. Die is dan 27 jaar.

Tussen Van Rooy en Oerlemans heb ik (tot nu toe) geen bloedverwantschap gevonden.

Transcryptie:
---------------

Compareerde voor mij, Cornelis Bles, Notars openbaarbij de Ed: Mog: Rade en Leenhoove van Brabant, en Landen van Overmase in ’s Hage geadmitteerd, binnen de Heerlijkheidt van Tilborgh resideerende, ter presentie van de getuygens, nagenoemt

Hendricus Jan de Rooy, woonagtig te Tilborgh en
Cornelis Adriaan Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant,
de welken verclaarden zoo te saamen als ieder afsonderlyk te Constitueeren, en volmagtig te maaken, Zoo zijn doende bij deesen,

Leendert Cornelis Oerlemans, woonagtig te Loon op Sant, specialyk omme in Naamen van hun constituanten als vrinden en Bloetverwanten van

Juffrouw Adriana Maria de Rooy, zoo van der zelver vader als moeder zijde, met den Regten van naarderschappen ’t onlossen vrijen ende quijten, zoodaanige Huijsingen ende Erven, geleegen onder Loon op Zant,
als de gemelde Juffrouw Adriana Maria de Rooy, of wel haaren gemagtigden, Christiaan, momboirs in haare Naame voor Heeren Scheepenen van Loon op Zand nu onlangs heeft getransporteerd en in Coop overgegeeven aan Johannes van Amelsvoort;

Doende zulcx des noods en versogt wordende onder Expur
gatie van Eeden dat deese Naastinge geschiet ten haaren Eijgen profeijt, met hun Eijgen gelt, zonder eenige inductie der Contrarie, tot ’t presteren van welken Eet zij Constituanten hem geconstitueerde zijn Committeerende en authoriseerende bij deesen dan oft mogte gebeuren dat een of ander haarder Constituanten niet wierde erkent aan de verkooperde naarder in bloedverwantschap te bestaan,
dan hij Cooper, of dat men zoude pretesceeren nog naarder in bloeden te zijn, in dien gevallede naarderschappe met prestatie van alle vereijste solemniteijten als voorschreven te doen in Naame en alleen ten behoeven van die haarder beijde welke als naaste in Bloede sal worden Erkent, in welken gevalle den geene die van haar Constituanten tot die Naasting niet wort erkent,
van nie voor als dan daar dan is renuntieerende bij deesen, ten dien Eijnde te compareeren ten Raadhuysen voor Heeren Scheepenen in Loon op Sant voornoemd en aldaar de vereijst werdende actens te passeeren den voornoemde Cooper <ten Eijnde voorschreven> te citeeren en voorts te presteeren wat den Cas Subject et Stile Localie zal werden gerequireert,

mitsgaders den gemelden Cooper in blinckende penningen aanbieden en daadelijk restitueeren den vollen Coopschat bij hem voorgemelde Huysinge en Ervan uytgelooft met den veertigsten penning en alle verdere onkosten welke hij ter Zaake des koops eenigsten te mogte hebben uytgeschooten < en hem na regten competeerende is>.

Met belofte allen t geenen den koooer te zaake voorschreven aan de verkoopperse verder mogte hebben belooft kost, en schaadeloos over te neemen, en hem kooper daar van te indemneeren,

en bij aldien gemelden kooper weijgerde de koopschat en alle verdere onkosten als voorschreven te ontfangen of deese naastinge niet accepteerde als dan die penningen te Secretarije van Loon op Zand onder de Heeren Scheepenen of Secretaris te Consigneeren < onder protestatie als na stijl>

en voorts generaalijk te Zaake voorschreven alles verder voorder (?) of anders te doen en verrigten wat zij constituanten zelfs present en voor oogen zijnde.

Zoo te saamen als ider afsonderlyk zouden komen moogen en moeten doen, alwaar t ook zoo dat hier toe eenige spesiaalder ofte ampelder magt dan voorschreven staat wierde vereijst de zelve versoeken zij constituanten dat alhier mogen werden gehouden voor geinsereert.
Alles onder belofte van approbatie Ratificatie mitsgaders indemniteijt en verbant als na Regten.

Aldus gedaan ende gepasseert binnen de Heerlijkheijdt Tilborgh ten Comptoire Mijns, Notaris ter presentie en ten overstaan van Isaak Blesen Hendrick van Voorts als getuygens hier toe versogt, die .. heeden den sesden November 1700 Negen en Seventigh

<Handtekeningen van:>
Hendrickus de Roij
Cornelis Oerlemans
Isaak Bles
H. v. Voorst
Corn. Bles
  [bron: Tilburg - Not. Cornelis Bles Minuutakten 1778-1779 Inv. 103, akte 70, scan 239-240]
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuigenverklaring:
30-10-1771     Samenvatting:

Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar,
Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar,
Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar,
Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar,
wonend in ’t Moer,

leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af.

Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans.
Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar?
Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft.
In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug.

Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten.

Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is.
Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette.

Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft.

Toelichting:

Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd.

Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil.

Van de familie Nette heb ik gevonden:

Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59).
Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156]
Schuldbekentenis:
24-11-1777     Leendert Oerlemans is schuldig 450 gulden aan Wouter Olieviers   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 122 Register van ongeroyeerde verbanden of schepengeloften binnen Venloon - scan 30]
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
24-11-1751     doop Cornelis Adriaan Oerlemans (geb. 1751)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 96v]
29-09-1754     doop Cornelia van Lier (1754-1785)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 111]
Leendert trouwde, 28 jaar oud, op zondag 29 januari 1747 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1731-1760 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 7, pg160v)] met Anna (Anneke) Hamers (afb. 58 en 59), 19 jaar oud, nadat zij op zaterdag 14 januari 1747 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg74)]. Anneke is een dochter van Adrianus Haemers en Waltera Geeret Freijsen. Zij is gedoopt op vrijdag 7 februari 1727 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doopboek 1711-1732, blad 84]. Bij de doop van Anneke waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Caters en Catharina Geert Frijsen. Anneke is overleden op maandag 30 december 1782 in Loon op Zand, 55 jaar oud [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg68, scan 92) en Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg78)].
Notitie bij overlijden van Anneke: Als huisvrouw, laat kinderen en vastgoed na.
Kinderen van Leendert en Anneke:
oerlemans_geerdina__overleden_op_31_maart_1768__kind_van_leendert_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv_38_lijst_van_begravenen_1757-1783_blad_28.jpg
60 Oerlemans Geerdina, overleden op 31 maart 1768, kind van Leendert Oerlemans - Loon op Zand - Inv 38 Lijst van begravenen 1757-1783 Blad 28
I. Geerdina Oerlemans (afb. 60). Zij is gedoopt in Loon op Zand. Geerdina is overleden op donderdag 31 maart 1768 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg28) en NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg31v); Loon op Zand - Inv 38 Lijst van begravenen 1757-1783 Blad 28].
Notitie bij overlijden van Geerdina: Overleden als kind. De vader is Leendert Oerlemans. Zeer waarschijnlijk is dit Waltera, dan 1 jaar en 2 maanden oud. Aangezien daarna in 1769 weer een Waltera gedoopt wordt.
II. Cornelius Oerlemans. Hij is gedoopt op maandag 4 december 1747 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 82v]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelma Oerlemans en Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 32,III] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Cornelius: Wilhelma Oerlemans is waarschijnlijk Wilhelma Hamers, ofwel oma.
oerlemans_maria__rk_gedoopt_op_28_sept._1749__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_87v.jpg
61 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 28 sept. 1749, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v
III. Maria Oerlemans (afb. 61). Zij is gedoopt op zondag 28 september 1749 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Robertus Hamers en Jenneke Oerlemans (1721-1771) [zie 32,V] [tante vaderszijde]. Maria is overleden [bron: Loon op Zand NG doodboek 1739-1757 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 15, pg43)].
Notitie bij overlijden van Maria: Overleden als jong kind. aangezien er geen naam genoemd is, zal het kind dood geboren zijn.
oerlemans_wilhelmus__rk_gedoopt_op_15_sept._1750__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_92.jpg
62 Oerlemans Wilhelmus, rk gedoopt op 15 sept. 1750, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92
IV. Wilhelmus Oerlemans (afb. 62). Hij is gedoopt op dinsdag 15 september 1750 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]. Bij de doop van Wilhelmus waren de volgende getuigen aanwezig: Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 32,III] [oom vaderszijde] en Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI] [tante vaderszijde].
Getuigenverklaring:
30-10-1771     Samenvatting:

Adriaan Van Gorkom, omtrent 25 jaar,
Teuntje van Gorkom, omtrent 20 jaar,
Leendert Oerlemans, omtrent 55 jaar,
Willem Oerlemans, zijn zoon, omtrent 15 jaar,
wonend in ’t Moer,

leggen voor drossaard Bernardus Oerlemans een verklaring af.

Adriaan van Gorkom, woont in bij zijn moeder Geertruy in de Weij, weduwe van Paulus van Gorkom. Hij ging in de nacht van 28 op 29 september 1771 zijn paard inspannen om toemaat te halen, samen met Leendert en Willem Oerlemans.
Toen Adriaan terugkwam om 3 uur in de nacht, hoorde hij geluid in huis, waar zijn moeder en zus nog te bed lagen, en vroeg: Wie is daar?
Uit het antwoord "Ik" , hoorde hij dat het Martinus Nette was. Als Martinus probeert het huis te verlaten, houdt Adriaan hem tegen, en ziet dat Martinus de mantel van zijn moeder, die bij haar bed op de stoel lag, om heeft.
In presentie van Leendert en Willem geeft Martinus de mantel terug.

Daarna maakt hij zijn zus (=Teuntje) wakker en zegt de deuren rondom het huis goed te sluiten.

Toen Adriaan van het erf afreed en 2 huizen verder was, een slag met een stok heeft gekregen en in de kar viel. Waarna zijn zus riep: "Adriaan, Adriaan, er zijn er zo veel", en hij paard en kar heeft verlaten en terug het huis in is gegaan om te kijken of er personen in huis waren. Dat was niet zo, maar rondom het huis waren verscheidene personen, welke sterk waren slaande naar hem, waarna hij gevlucht is.
Hij herkende Tomas Nette, Barbera Criool (?), huisvrouw van Tomas Nette, zijnde de vader en moeder van Martinus Nette.

Zijn zus, en Leendert en Willem leggen ook hun verklaring af. Zo houdt Willem Martinus vast bij het verlaten van het huis, welke de mantel aan heeft.

Toelichting:

Leendert zou omtrent 55 jaar zijn. Vanuit 1771 gerekend zou hij rond 1716, 1717 geboren zijn. Dat sluit redelijk aan op de doop in 1718, en hij zou dan 53 jaar zijn. Geen groot verschil, gezien het gegeven, dat leeftijd geen grote rol speelde, vergeleken bij deze tijd.

Willem zou 15 jaar zijn. Gerekend vanaf 15 september 1750 kom je op 21 jaar. Dat is best een verschil.

Van de familie Nette heb ik gevonden:

Tomas Wouterse Netten trouwt op 16 februari 1741 met Berber Martese Briool (Loon op Zand, trouwboek N.G. inv. 13, akte 59).
Op 26 april 1744 dopen Tomas Net en Barbara Briool hun zoon Martinus. (Loon op Zand, rk doopboek, inv 7, blad 66). Die zal dan 27 jaar geweest zijn.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 105 scan 153 t/m 156]
oerlemans_maria__rk_gedoopt_op_19_jan._1752__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_97v.jpg
63 Oerlemans Maria, rk gedoopt op 19 jan. 1752, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 97v
V. Maria Oerlemans (afb. 63). Zij is gedoopt op woensdag 19 januari 1752 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 97v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Basters en Henricus Hamers.
oerlemans_henricus__rk_gedoopt_op_4_juni_1755__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_114.jpg
64 Oerlemans Henricus, rk gedoopt op 4 juni 1755, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 114
VI. Henricus Oerlemans (afb. 64). Hij is gedoopt op woensdag 4 juni 1755 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 114]. Bij de doop van Henricus waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Hamers en Joanna Nouwens.
oerlemans_bernardus__rk_gedoopt_op_16_jan.1757__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv._7_doop-_en_trouwboek_1731-1760_-_blad_122_.jpg oerlemans_bernardus__en_cornelia_van_der_ven_trouwen_voor_de_rk_kerk_van_loon_op_zand_op_28_mei_1809_-_loon_op_zand__-__rk_doop-_en_trouwboek_1795-1810__inv._9_blad_173__scan_49.jpg oerlemans_bernardus__landbouwer__54_jaar__overleden_op_9_maart_1813_in_de_moer_om_2.00u_-_loon_op_zand__-__overl._reg._1813__blad_14.jpg
65 Oerlemans Bernardus, rk gedoopt op 16 jan.1757, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Oerlemans - Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122
66 Oerlemans Bernardus, en Cornelia Van der Ven trouwen voor de rk kerk van Loon op Zand op 28 mei 1809 - Loon op Zand - RK Doop- en trouwboek 1795-1810, inv. 9 blad 173, scan 49
67 Oerlemans Bernardus, landbouwer, 54 jaar, overleden op 9 maart 1813 in de Moer om 2.00u - Loon op Zand - Overl. reg. 1813, blad 14
VII. Bernardus Oerlemans (afb. 65 t/m 67). Hij is gedoopt op zondag 16 januari 1757 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122]. Bij de doop van Bernardus waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Hamers en Joannes Goverse (Jan) van Lier (1718-1778) [aangetrouwde oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Bernardus: In de doopakte staat als naam van de moeder Anna Oerlemans.
Bernardus is overleden op dinsdag 9 maart 1813 in Loon op Zand, 56 jaar oud [bron: Loon op Zand - OVerl. reg. 1813, blad 14]. Van het overlijden is aangifte gedaan op woensdag 10 maart 1813 [bron: Loon op Zand - OVerl. reg. 1813, blad 14]. Bernardus trouwde, 52 jaar oud, op zondag 28 mei 1809 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Doop- en trouwboek 1795-1810, inv. 9 blad 173, scan 49] met Cornelia van der Ven. Bij het kerkelijk huwelijk van Bernardus en Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Hozemans en Maria de Jong.
VIII. Laurentius Leonardus Oerlemans, gedoopt op zondag 18 maart 1759 in Loon op Zand (zie 8).
oerlemans_antonius__rk_gedoopt_op_17_jan._1761__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_3.jpg
68 Oerlemans Antonius, rk gedoopt op 17 jan. 1761, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3
IX. Antonius Oerlemans (afb. 68). Hij is gedoopt op zaterdag 17 januari 1761 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3]. Bij de doop van Antonius waren de volgende getuigen aanwezig: Jacobus Haansbergen [aangetrouwde oom vaderszijde] en Adriana Hamers. Antonius is overleden [bron: Loon op Zand SCH doodboek 1757-1778 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 38, pg50) en Loon op Zand NG doodboek 1757-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 16, pg11v)].
Notitie bij overlijden van Antonius: Overleden als jong kind. aangezien er geen naam genoemd is, zal het kind dood geboren zijn.
oerlemans_cornelius__rk_gedoopt_op_23_febr._1763__zoon_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-blad_15_.jpg
69 Oerlemans Cornelius, rk gedoopt op 23 febr. 1763, zoon van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 -blad 15
X. Cornelius Oerlemans (afb. 69). Hij is gedoopt op woensdag 23 februari 1763 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 15]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Bernardus Hamers en Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI] [tante vaderszijde].
oerlemans_adriana__rk_gedoopt_op_20_aug._1764__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_23.jpg
70 Oerlemans Adriana, rk gedoopt op 20 aug. 1764, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Hamers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23
XI. Adriana Oerlemans (afb. 70). Zij is gedoopt op maandag 20 augustus 1764 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana Cokx en Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 32,III] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriana: Adrianus is een broer van Leonardus.
Adriana is overleden op vrijdag 12 november 1819 in Loon op Zand, 55 jaar oud. Adriana trouwde met Rut Musters. Rut is een zoon van Louwereijs Musters en Marie van Dongen. Rut is overleden op vrijdag 26 april 1811 in Dongen.
oerlemans_waltera__rk_gedoopt_op_28_jan._1767__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_36v.jpg
71 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 28 jan. 1767, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 36v
XII. Waltera Oerlemans (afb. 71). Zij is gedoopt op woensdag 28 januari 1767 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 36v]. Bij de doop van Waltera waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cokx en Anna Hamers.
oerlemans_waltera__rk_gedoopt_op_4_april_1769__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_50.jpg
72 Oerlemans Waltera, rk gedoopt op 4 april 1769, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 50
XIII. Waltera Oerlemans (afb. 72). Zij is gedoopt op dinsdag 4 april 1769 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 50]. Bij de doop van Waltera waren de volgende getuigen aanwezig: Anna Cok en Adrianus Cokx.
oerlemans_joanna__rk_gedoopt_op_17_jan._1772__dochter_van_leonardus_oerlemans_en_anna_haemers_-_loon_op_zand_-_inv._8_doop-en_trouwboek_1760-1795_-_blad_66.jpg
73 Oerlemans Joanna, rk gedoopt op 17 jan. 1772, dochter van Leonardus Oerlemans en Anna Haemers - Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 66
XIV. Joanna Oerlemans (afb. 73). Zij is gedoopt op vrijdag 17 januari 1772 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 66]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus Janse (Goijert) van Lier (1751-1801) [neef vaderszijde] en Wilhelma van Lier (1753-1791) [nicht vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Joanna: Godefridus en Wilhelma zijn kinderen van Joanna Oerlemans, zijn zus, en van Joannes Goverse van Lier, ofwel neef en nicht.

Generatie 6 (oudouders)

oerlemans_cornelius__rk_gedoopt_op_9_aug._1680__zoon_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_50.jpg oerlemans_cornelis_leendertse__jongeman__en_willemein_adriaan_hamers__jongedame__beide_van_loon__doen_ondertrouw_op_23_jan._en_trouwen_op_7_febr._1712_-_loon_op_zand_inv._13_1679-1789_ng_blad_32v.jpg oerlemans_cornelis_leendert__en_p._a._bastert__man_van_hendrien_l._oerlemans_contract_met_peter_adr._van_gorcum__wed._van_agnees_l._oerlemans_op_20_febr._1729_-_loon_op_zand__schepenbank_inv_90_f_240v.jpg hamers_wilhelma._rk_gedoopt_op_17_dec._1687__dochter_van_adrianus_petri_en_joanna_petri_-_loon_op_zand_-_inv._5_rk_doopboek_1687-1711_-_blad_8.jpg
74 Oerlemans Cornelius, rk gedoopt op 9 aug. 1680, zoon van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 50
75 Oerlemans Cornelis Leendertse, jongeman, en Willemein Adriaan Hamers, jongedame, beide van Loon, doen ondertrouw op 23 jan. en trouwen op 7 febr. 1712 - Loon op Zand Inv. 13 1679-1789 NG blad 32v
76 Oerlemans Cornelis Leendert, en P. A. Bastert, man van Hendrien L. Oerlemans contract met Peter Adr. van Gorcum, wed. van Agnees L. Oerlemans op 20 febr. 1729 - Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v
77 Hamers Wilhelma. rk gedoopt op 17 dec. 1687, dochter van Adrianus Petri en Joanna Petri - Loon op Zand - Inv. 5 RK Doopboek 1687-1711 - Blad 8
32 Cornelius Leenders Oerlemans (afb. 74 t/m 76). Hij is gedoopt op vrijdag 9 augustus 1680 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 50]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Angelina Cornelii van Esch. Cornelius is overleden vóór woensdag 7 november 1736, ten hoogste 56 jaar oud.
Notitie bij Cornelius: Akten van deling in 1718, contract 1729 Loon op Zand in Tilburg aanwezig
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
07-11-1736     Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis
van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v]
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Cornelius trouwde, 31 jaar oud, op zondag 7 februari 1712 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg32v)] met Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) Hamers (afb. 77), 24 jaar oud, nadat zij op zaterdag 23 januari 1712 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg32v)]. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op maandag 8 februari 1712 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK Trouwboek 1685-1715 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 5, pg144v)]. Willemein is een dochter van Adrianus Peeter (Adriaan) Hamers en Joanna Petri Priems. Zij is gedoopt op woensdag 17 december 1687 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 5 RK Doopboek 1687-1711 - Blad 8]. Bij de doop van Willemein waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Petri en Lambertus Quirini. Willemein is overleden vóór woensdag 3 juni 1761, ten hoogste 73 jaar oud.
Deling van goederen:
07-11-1736     Henderik Haamers, ook voor zijn zuster Teuntje Hamers, Peeter Hamers, Willemijn Hamers, wed.v. Cornelis Leendersz Oerlemans, en Jasper van Vught als voogd van het kind van Adriaan Haamers en Eeltje Cornelis
van Gorkum, ook voor Maria Adriaansz Hamers, maken en boedelscheiding van de goederen van hun moeder en grootmoeder Jenneke Peetersz Prims.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 94 f 34v]
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Kinderen van Cornelius en Willemein:
oerlemans__overleden_op_10_dec._1713__kind_van_cornelus_leendertse_oerlemans_-_loon_op_zand_-_inv._14_reg._van_overledenen_1700-1731_ng__blad_51_.jpg
78 Oerlemans, overleden op 10 dec. 1713, kind van Cornelus Leendertse Oerlemans - Loon op Zand - Inv. 14 Reg. van overledenen 1700-1731 NG, blad 51
I. Oerlemans (afb. 78). Hij of zij is overleden op vrijdag 10 december 1723 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 14 Reg. van overledenen 1700-1731 NG, blad 51].
Notitie bij overlijden: Zeer waarschijnlijk is dit Anna, aangezien de andere kinderen later getrouwd zijn, ik geen andere kinderen gevonden heb.
oerlemans_anna__rk_gedoopt_op_9_aug._1713__dochter_van_cornelius_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_peeter_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_rk_doopboek_1711-1731_blad_14.jpg
79 Oerlemans Anna, rk gedoopt op 9 aug. 1713, dochter van Cornelius Oerlemans en Wilhelma Adrianus Peeter Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 RK Doopboek 1711-1731 blad 14
II. Anna Oerlemans (afb. 79). Zij is gedoopt op woensdag 9 augustus 1713 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)]. Bij de doop van Anna waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Adriaan Peeter Hamers [oom moederszijde] en Neeske Oerlemans (1677-vóór 1729) [zie 64,II] [tante vaderszijde]. Anna is overleden vóór woensdag 3 juni 1761, ten hoogste 47 jaar oud.
oerlemans_adrianus__rk_gedoopt_op_11_juni_1715__zoon_van_cornelius_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_rk_doopboek_1711-1731_blad_23.jpg oerlemans_adriaen__en_maria_peter_basters_doen_ondertrouw_op_30_jan._en_trouwen_14_febr._1751_-_loon_op_zand__-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng__akte_85.jpg
80 Oerlemans Adrianus, rk gedoopt op 11 juni 1715, zoon van Cornelius Oerlemans en Wilhelma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 RK Doopboek 1711-1731 blad 23
81 Oerlemans Adriaen, en Maria Peter Basters doen ondertrouw op 30 jan. en trouwen 14 febr. 1751 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85
III. Adrianus (Adriaan) Oerlemans (afb. 80 en 81). Hij is gedoopt op dinsdag 11 juni 1715 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg23)]. Bij de doop van Adriaan waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Adriaan Hamers en Leendert, Lenaert Oirlemans (1649-vóór 1718) [zie 64] [grootvader vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Adriaan: Joanna Adriaan Hamers heb ik als kind niet kunnen vinden. Waarschijnlijk is zij Joanna Priems, de vrouw van Adriaan Hamers.
Deling van goederen:
01-03-1749     Peter Adriaan Hamers, Claasina Sup, wed.v. Hendrik Adriaan Hamers, en Adriaan Oerlemans, als gelastigde van zijn moeder Willemijn Adriaan Hamers, wed.v. Cornelis Oerlemans, maken een boedelscheiding van de goederen van hun zuster Theuntie Adriaan Hamers.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 97 f 155v]
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuige bij:
04-12-1747     doop Cornelius Oerlemans (geb. 1747) [zie 16,II]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 82v]
15-09-1750     doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 16,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]
05-10-1751     doop Godefridus Janse (Goijert) van Lier (1751-1801)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 96]
20-08-1764     doop Adriana Oerlemans (1764-1819) [zie 16,XI]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 23]
Adriaan trouwde, 35 jaar oud, op zondag 14 februari 1751 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85] met Maria Peeter Basters, nadat zij op zaterdag 30 januari 1751 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, akte 85].
IV. Leonardus Cornelis (Leendert) Oerlemans, gedoopt op zaterdag 2 juli 1718 in Loon op Zand (zie 16).
oerlemans_joanna__rk_gedoopt_op_24_sept._1721__dochter_van_cornelius_leonardus_oerlemans_en_wilhelma_adrianus_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_57.jpg lier_joannes_godefridus_petri_van__rk_gedoopt_op_3_juli_1718_in_loon_op_zand.jpg lier_joannes_godefridus_van__trouwt_voor_de_rk_kerk_met_joanna_oerlemans_op_8_februari_1750_in_loon_op_zand.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._1.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._2.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._3.jpg
82 Oerlemans Joanna, rk gedoopt op 24 sept. 1721, dochter van Cornelius Leonardus Oerlemans en Wilhelma Adrianus Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57
83 Lier Joannes Godefridus Petri van, RK gedoopt op 3 juli 1718 in Loon op Zand
84 Lier Joannes Godefridus van, trouwt voor de RK kerk met Joanna Oerlemans op 8 februari 1750 in Loon op Zand
85 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 1
86 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 2
87 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 3
lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._4.jpg lier_jan_goyertse_van__wijlen__staat_en_inventaris_voor_voogden_arie_van_lier__en_leendert_oerlemans__op_21_april_1778_-_loon_op_zand_-_schepenbank_voogdijrekeningen_1751-1796_inv_2865_pag._5.jpg
88 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 4
89 Lier Jan Goyertse van, wijlen, staat en inventaris voor voogden Arie van Lier en Leendert Oerlemans, op 21 april 1778 - Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865 pag. 5
V. Joanna (Jenneke) Oerlemans (afb. 82). Zij is gedoopt op woensdag 24 september 1721 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57]. Bij de doop van Jenneke waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus Adrianus Basters [aangetrouwde oom vaderszijde] en Joanna Petri. Jenneke is overleden op maandag 30 december 1771 in Loon op Zand, 50 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Jenneke: Huisvrouw van Jan van Lier, laat kinderen na
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
28-09-1749     doop Maria Oerlemans (geb. 1749) [zie 16,III]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 87v]
Jenneke trouwde, 28 jaar oud, op zondag 8 februari 1750 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, aktenummer 164v] met Joannes Goverse (Jan) van Lier (afb. 83 t/m 89), 31 jaar oud, nadat zij op zaterdag 17 januari 1750 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan. Bij het kerkelijk huwelijk van Jenneke en Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes Wijters en Cornelia Godefridi van Lier (geb. 1716) [zus bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Jenneke en Jan: Willemina en Maria trouwen op dezelfde dag: 11 mei 1783. Het is een populaire trouwdag in Loon op Zand, er zijn 8 trouwpartijen.
Jan is een zoon van Godefridus Peters (Gojert) van Lier en Adriana Wouters (Aerjaentje) Nieuwenhuijse. Hij is gedoopt op zondag 3 juli 1718 in Loon op Zand [bron: Inv.nr. 06 - Loon op Zand - doopboek 1711-1731 en trouwboek 1715-1731 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 6, blad 39v]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Antonius Adriani Sub en Maria Christiani Visschers. Jan is overleden op vrijdag 30 januari 1778 in Loon op Zand, 59 jaar oud.
Notitie bij Jan: 26-11-1738: Joannes Godefridi van Lier (bij de doop van zijn neefje Joannes, van broer Petrus)
08-02-1750: Joannes van Lier (bij zijn trouwen)
05-10-1751: Joannis van Lier (bij de doop van zijn oudste kind Godefridus)
23-07-1753: Joannis van Lier (bij de doop van Wilhelma)
29-09-1754: Joannis van Lier (bij de doop van Cornelia)
28-11-1756: Joannis van Lier (bij de doop van Maria)
20-01-1759: Joannis van Lier (bij de doop van Anna)
07-04-1763: Joannis van Lier (bij de doop van Joannes)
Voogdij:
21-04-1778     Arie van Lier en Leendert Oerlemans als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Goyartse van Lier.

Op 20 april 1778 is de staat en inventaris opgemaakt.

O.a. een half huis met een hond weiland eromheen, gelegen in ’t Moer, oost Leendert Oerlemans, ook daar een zaailand van 4 honden en een weiland van 2 hond, en 2 heibodems, waarvan de grootte niet bekend is.

De inboedel is beschreven, o.a. een eiken bed met 2 dekens, 4 paar slaaplakens, een linde bed, 2 linden sakken, een kast, een kist, een toog, een ijzeren pot, een moespot, 2 koperen handketels, een koperen seijgschotel (?), een emmer, 3 tinnen schotels, ..., een waskuip, een spinnenwiel.

Meerderjarige zoon Goyert van Lier bevestigt de inventaris als oprecht gemaakt.

Toelichting:
-------------

Leendert Oerlemans is de broer van hun moeder Jenneke Oerlemans, dus hun oom.
Arie van Lier is de broer van hun overleden vader Jan Goyerts van Lier, dus ook hun oom.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Voogdijrekeningen 1751-1796 inv 2865]
Getuige bij:
26-11-1738     doop Joannes Peterse (Jan) van Lier (1738-1795)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 38v]
21-11-1740     doop [waarschijnlijk] Maria van Lier (1740-1741)    [oom vaderszijde]
13-04-1741     doop Joanna Snoere (geb. 1741)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 52]
13-01-1748     doop Cornelia Snoere (geb. 1748)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 82v]
29-12-1755     doop Joannes van Lier (geb. 1755)    [oom vaderszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 116v]
16-01-1757     doop Bernardus Oerlemans (1757-1813) [zie 16,VII]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 122]
19-03-1761     doop Joannes Snoere (geb. 1761)    [oom moederszijde]
15-07-1763     doop Cornelia Snoere (geb. 1763)    [oom moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 16v]
haansbergen_jacobus__en_neeske_oerlemans_doen_ondertrouw_op_10_mei_en_trouwen_op_26_mei_1760_-_loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng__blad_100v.jpg orlemans_agnes__rk_gedoopt_op_13_dec._1728__dochter_van_cornelius_orlemans_en_wilhelma_adriaen_peeter_hamers_-_loon_op_zand_-_inv._6_doop-_en_trouwboek_1711-1731_-_blad_92.jpg oerlemans_neeske__overleden_op_1_maart_1793__begraven_op_4_maar_t1793__weduwe_van_jacobus_haansbergen__laat_kinderen_en_vastgoed_na_-_loon_op_zand__-__inv._18_kerkerechten_begr.1787-1805_ng_blad_54.jpg
90 Haansbergen Jacobus, en Neeske Oerlemans doen ondertrouw op 10 mei en trouwen op 26 mei 1760 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v
91 Orlemans Agnes, rk gedoopt op 13 dec. 1728, dochter van Cornelius Orlemans en Wilhelma Adriaen Peeter Hamers - Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 92
92 Oerlemans Neeske, overleden op 1 maart 1793, begraven op 4 maar t1793, weduwe van Jacobus Haansbergen, laat kinderen en vastgoed na - Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54
VI. Agnes (Neeske) Oerlemans (afb. 90 t/m 92). Zij is gedoopt op maandag 13 december 1728 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]. Bij de doop van Neeske waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus Adriaensse van Gorcum (geb. ±1675) [aangetrouwde oom vaderszijde] en Neeske Oerlemans (1677-vóór 1729) [zie 64,II] [tante vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Neeske: Agnes Orlemans als meter genoemd. Ik verwacht dat het hier om zijn zus gaat. Als naam van de vader is Cornelius Orlemans geschreven.
Neeske is overleden op vrijdag 1 maart 1793 in Loon op Zand, 64 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54]. Zij is begraven op maandag 4 maart 1793 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 18 Kerkerechten begr.1787-1805 NG blad 54].
Notitie bij overlijden van Neeske: Als weduwe, laat kinderen na en vastgoed
Deling van goederen:
03-06-1761     Samenvatting:
----------------

Adriaan Oerlemans, Leendert Oerlemans, Jan Goijertze van Lier, getrouwd met Jenneke Oerlemans, en Jacobus Haansbergen, getrouwd met Angeneeske Oerlemans, maken een deling en scheiding.

Adriaan krijgt bedeeld:
* in ’t Kraanven 3 stukken zaailand en 2 stukken weiland
* in ’t Moer: 2 stukken heide

Leendert krijgt:
* Achter in t Loonse Moer een half huis ten oosten en erve, met zijn aanpand de Steeg ten zuiden en ten noorden’zuid de Straat, noord de Baan.
* Ook daar een perceel zaai- en weiland, een perceel zaailand en heide

Jan Goyertze van Lier, voor Jenneke:
* een half huys en erve ten westen, de wederhelft van het half huys van Leendert
* Ook daar een zaailand en een perceeltje heide

Jacobus Haansbergen, voor Angeneeske:
* Huys, stal en hof op t Craanven, noorden de Straat
* Ook daar 3 percelen zaailand, 1 perceel weiland en hout, en 1 weiland, en 1 stuk hei
* In t Moer een peceel hei.

Toelichting:
-------------

De ouders zijn niet met name genoemd. Het gaat om Cornelius Leenders Oerlemans en Wilhelma Adriaan Peeter van Esch.

Adriaan is 45 jaar, Leendert 42, Angeneeske 39 en Jenneke 32.

Ze verdelen een huis, stal en hof in het Kraanven, een huis achter in t Moer, meerder percelen zaaland, weiland en heide, gelegen in ’t Kraanven en in ’t Moer.

Als aanduidingen zijn genoemd de Straat, de Baan en de Steeg.


Als maat is de hond gebruikt. Die was 100 roeden, 1/6 morgen. Een Rijnlandse hond was 0,14 hectare (Wikipedia).
Zo krijgt Adriaan in totaal 7 1/4 hond ofel 1 hectare, verdeeld over 7 stukjes grond. Gemiddeld is elk perceel dan 32 bij 32 meter.

Als drossaard is Bernardus Oerlemans aanwezig. is hij familie? Hij stamt af van de tak uit Sprang, en is niet direct familie.Die tak komt van voor 1500 uit Loon op Zand. Mogelijk is daar nog een verbinding te vinden.

Bijgevoegd is op scanpagina 131 een nota voor de akte, in totaal 5 Carolus gulden en 10 stuivers.
Er staat ook dat Hendrik Priems bij Aantje Verbiessen in t Craanven woont. De relatie met de akte ontgaat me.

Dat geldt ook voor scanpagina 132: dat 15 december 1755 op een maandag valt (wat trouwens klopt).

Transcryptie:
---------------

Van scanpagina’s 130, 133, 134 en 135:

Compareerde voor ons Bernardus Oerlemans Drossaart, en Adriaan de Bruyn, Scheepen deezer Grond Heerlijkheit Venloon

Adriaan Oerlemans,
Leendert Oerlemans,
Jan Goyertze van Lier, als in Huwelijk hebbende Jenneke Oerlemans, en
Jacobus Haansbergen, als in Huwelijk hebbende Angeneeske Oerlemans,

dewelke verklaarde met elkanderen te hebben aangegaan deeze nvaolgende Scheijdingen en Deelingen.

Als Eerstelijk werd den voornoemden Adriaan Oerlemans aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben,

Een perceel zayland, groot omtrent een half hond, gelegen alhier op ’t Craanven,
belent ten oosten Willemijn Borsten,
west den laasten bedeelden,
zuyden Jan van Duppen,
en Noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayand gelegen als voor, groot omtrent een en een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en noorden Mijnes Dominicus,
zuyden Maria Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel honds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden den laasten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel weijland met houdt, gelegen als voor groot omtrent een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west Wouter Bastert,
zuyden Adriaan Bastert,
en Noorden den laasten bedeelden.

Item een perceel weijland, gelgen als voor groot omtrent een hond,
belent oost Cornelis Oerlemans,
west Juffrouw van de Ven,
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord den laasten bedeelden.

Iem een perceel heijde, gelegen int Moer, groot omtrent een hond,
belent oost den laasten bedeelden,
west . . . <opengelaten>
zuyden Peter Kouwenberg,
en Noord . . . <opengelaten>

En laastelijk een perceel heijde, gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost Wouter Bastert,
west den laasten bedeelden,
Noord de gemeijnte wijden.


En is meede aanbedeelt deb tweeden comparant Leendert Oerlemans, en zal in vollen eijgendom bezitten:

Een half huys ten oosten, en erve, staande ende gelgen acher in ’t Loonse Moer met zijn aanpant de Steeg gelegen ten zuyden en Noorden van t gemelde Huys,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden de Straat,
en Noorden de Baan

Item een perceel zay- en weijland groot omtrent twee en een half hond, gelegen alsvoor,
belent oost het kind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan Hamers,
en Noorden Nicolaas Hamers.

Item een perceel zayland en heijde, gelegen, en groot als voor,
belent oost Paulus van Gorcum,
zuyden het weeskind van Engelbert Wezenbeek,
west Peter Hamers,
en Noorden het weestkind van Engelbert Weezenbeek.


En is verders aan den derden comparant Jan Goyertze van Lier, aanbedeelt, en zal in vollen eijgendom bezitten

Een half huys en erve ten westen, staande en gelegen als voorschreven staat, onder de wederhelft van ’t halve huys van Leendert Oerlemans,
belent als daar bij verders staat uytgedrukt,

Met een perceel weijland daar aan gelegen, groot omtrent een hondt.

Item een perceel zayland. gelgen als voor groot omtent vier honten,
belent oost Paulus van Gorkum,
west Peter Hamers,
zuyden Adriaan hamers,
en Noorden denzelven.

En laastelijk een perceeltie heijland, gelgen alsvoor met den tweeden bedeelten Jacobus Haansbergen, zijnde den laasten comparant,
aanbedeelt en zal in vollen eijgendom hebben en bezitten

Een huys, stal en hof, staande ende gelegen alhier op ’t Craanven,
belent oost een waterlaat,
west Ariaan Bastert,
zuyden Peter Kouwenberg,
en noorden de Straat

Item een perceel zayland, gelegen als voor,
belent oost den eeesten bedeelden,
west Peter Kouwenberg
zuyden Jan van Duppen
en noorden Anneke Visser.

Item een perceel zayland gelegen als voor groot omtrent vijf vierendeel houds,
belent oost Mijnes Dominicus,
west Wouter Bastert,
zuyden Maria Visser,
en Noord den Eersten bedeelden.

Item een perceel weijland en hout, gelegen als voor, groot omtrent een half hond,
belent oost Wouter Bastert,
west de heijde,
zuyden den eersten bedeelden,
en Noorden Adriaan Bastert.

Item een perceel zayland, gelgen als voor, groot een half hond,
belent oost Adriaan Bastert,
west en Noorden Wouter Bastert,
en zuyden de Straat.

Item een perceel weijland, gelgen als voor, groot omrent een hond,
belent oost en zuyden Juffrouw van de Ven,
west Willemijn Borsten,
en Noorden Peter van der Ven.

Item een perceel heijde, gelegen alhier in t Moer, groot omtrent een half hond,
belent oost den eersten bedeelden,
west Melis Dominicus, zuyden . . . <opengelaten>,
en Noorden de gemeijnten.

Item een perceel heijde gelegen als voor, groot omtrent een hond,
belent oost . . . <opengelaten>,
west den Eersten bedeelden,
zuyden Peter Kouwenberg, en Noorden . . . . . <opengelaten>.

En Laastelijk een perceel heijde, gelegen op t Craanven, groot omtrent een hond,
belent oost Anneke Visser,
west Cornelis Oerlemans,
zuyden . . . . <opengelaten>,
en Noorden Adriaan Bastert.


Aldus tussen de voornoemde comparanten in voegen voorschreven gescheijden ende gedeelt, belovende elkanderen over geen anderen of nadere deelingen, moeyelijk te zullen vallen, maar ieder zijn aanbedeelde zuserlijk en vreedelijk t zullen laeten behouden en bezitten,
cedeerende overzulx elk zijn regt, actie en aandeel, als een ieder van hun daar in is competeerende, belovende overzulx deeze ten allen tijden te zullen houden, en doen houden voor goed ende van waarden, onder verband als na regten.

Aldus gedaan en gepasseert beinnen deeze Heerlijkheit Venloon,
den derden Juny zeventien hondert Een en Sestigh.

Dit + stelt Adriaan Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Leendert Oerlemans, verklaart niet te konnen schrijven.
Dit + stelt Jan Goyertze van Lier, verklaart niet te konnen schrijven.
Jacobus Haansbergen

B. Oerlemans, drossaard.
Adriaan de Bruyn.
mij present H. Tusselman, secretaris.


Transcryptie van scan 131:
--------------------------------
Drossaart 1:10:0
Scheepenen 1:10:0
Secretaris 2:10:0
<totaal> 5:10:0

Hendrik Priems woonachtig op t Craanven woont bij Aantje Verbiessen.


Transcryptie van scan 132:
--------------------------------

Mijn Heere

volgens de tafel van de Sondagse letter blijckt claer als dat in den jaere 1755 den 15 december is gevalle op maendag.
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 101 f. 107 t/m 109v - scan 130 t/m 135]
Getuige bij:
15-09-1750     doop Wilhelmus Oerlemans (geb. 1750) [zie 16,IV]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 92]
24-11-1751     doop Cornelis Adriaan Oerlemans (geb. 1751)    [tante vaderszijde]   [bron: Inv. 7 Doop- en trouwboek 1731-1760 - blad 96v]
23-07-1753     doop Wilhelma van Lier (1753-1791)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 104v]
20-01-1759     doop Anna van Lier (1759-1803)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 07 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1731-1760, akten van doop van onwettige kinderen 1742-1757 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 7, blad 131]
23-02-1763     doop Cornelius Oerlemans (geb. 1763) [zie 16,X]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 15]
07-04-1763     doop Joannes Janse (Jan) van Lier (1763-1780)    [tante moederszijde]   [bron: Inv.nr. 08 - Loon op Zand - doop- en trouwboek 1760-1795 (rooms-katholieke parochie), archiefnummer 491, Doop-, trouw- en begraafboeken Loon op Zand 1608-1810, inventarisnummer 8, blad 15v]
Neeske trouwde, 31 jaar oud, op maandag 26 mei 1760 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v] met Jacobus Haansbergen, nadat zij op zaterdag 10 mei 1760 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG, blad 100v].
Getuige bij:
17-01-1761     doop Antonius Oerlemans (geb. 1761) [zie 16,IX]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 8 Doop-en trouwboek 1760-1795 - blad 3]

Generatie 7 (oudgrootouders)

oerlemans_leonardus__rk_gedoopt_op_7_juni_1649_in_loon_op_zand__zoon_van_joannis_joannis_cornelii_en_agnetis_leonardi_-_loon_op_zand_inv._3_doopboek_1648-1671_f._7.jpg oirlemans_cornelis_jan__en_broer_heijliger_en_lendert_kopen_van_jan_wouter_de_oude_zaailanden_in__t_craenven_op_29_mei_1668_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_f_72_scan_88.jpg oirlemans_leonardus_johannis__en_adriana_cornelii_van_esch_trouwen_rk_op_10_mei_1671_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_trouwboek_1671-1685_-_blad_97.jpg oerlemans_leendert_jansen__en_anneke_van_esch__deling_door_hun_3_kinderen_cornelis__angneta_en_hendrina_op_3_mei_1718_-_loon_op_zand_schepenbank_inv._89_f_232v_scan_242.jpg oerlemans_leendert_jansen__en_anneke_van_esch__deling_door_hun_3_kinderen_cornelis__angneta_en_hendrina_op_3_mei_1718_-_loon_op_zand_schepenbank_inv._89_f_233_scan_242.jpg oerlemans_heijliger_jan__leendert_jan__wed._cornelis_jan__cornelis_leendert_jan_verpondingen_-_datum_eind_17e_eeuw_-_begin_18e_eeuw_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_inv._797_f._51v_.jpg
93 Oerlemans Leonardus, rk gedoopt op 7 juni 1649 in Loon op Zand, zoon van Joannis Joannis Cornelii en Agnetis Leonardi - Loon op Zand Inv. 3 Doopboek 1648-1671 f. 7
94 Oirlemans Cornelis Jan, en broer Heijliger en Lendert kopen van Jan Wouter de Oude zaailanden in ’t Craenven op 29 mei 1668 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88
95 Oirlemans Leonardus Johannis, en Adriana Cornelii van Esch trouwen rk op 10 mei 1671 - Loon op Zand - Inv. 4 RK Trouwboek 1671-1685 - Blad 97
96 Oerlemans Leendert Jansen, en Anneke van Esch, deling door hun 3 kinderen Cornelis, Angneta en Hendrina op 3 mei 1718 - Loon op Zand Schepenbank Inv. 89 f 232v scan 242
97 Oerlemans Leendert Jansen, en Anneke van Esch, deling door hun 3 kinderen Cornelis, Angneta en Hendrina op 3 mei 1718 - Loon op Zand Schepenbank Inv. 89 f 233 scan 242
98 Oerlemans Heijliger Jan, Leendert Jan, wed. Cornelis Jan, Cornelis Leendert Jan verpondingen - datum eind 17e eeuw - begin 18e eeuw - Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v
esch_anna__rk_gedoopt_op_30_november_1644_in_loon_op_zand__dochter_van_cornelius_adriani_ab_esch_en_angela_henrici_-_loon_op_zand_-_inv._2_doopboek_1624-1648_blad_87.jpg
99 Esch Anna, rk gedoopt op 30 november 1644 in Loon op Zand, dochter van Cornelius Adriani ab Esch en Angela Henrici - Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 87
64 Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) Oirlemans (afb. 93 t/m 98). Hij is gedoopt op maandag 7 juni 1649 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 3 Doopboek 1648-1671 f. 7]. Bij de doop van Leendert, Lenaert waren de volgende getuigen aanwezig: Anthonius Christiani en Maria Henrici.
Notitie bij de geboorte van Leendert, Lenaert: In het doopboek 1624-1648 staan 2 dopen van voor die tijd, 1 van 1618 en die van 17 maart 1619, op blad 2. Bij de laatste is een Leonardo gedoopt als zoon van Johannis Oirlemans en Adriana Matthei.
In het doopboek 1648-1671 staat op 7 juni 1649 een Leonardus, zoon van Joannis Joannis Cornelii en Agnetis Leonardi.

Leendert trouwt op 10 mei 1671. Bij de 1e doop zou hij 52 jaar zijn, bij de 2e zou hij 22 jaar zijn.
Op 3 mei 1718 is er deling door hun kinderen. Beide ouders zijn voor die tijd overleden. Hoeveel eerder is lastig te zeggen. De vader of de moeder zal kort voor die datum overleden zijn. in geval an Leendert zou hij bij de 1e doop 99 jaar zijn, en bij de 2e doop 68 jaar.

Dit afwegende lijkt de 2e doop de grootste kanshebber. Ik hoop nog meer bewijs te vinden.

Dat heb ik gevonden: bij de deling tussen de 3 broers op 15 maart 1669 is Leendert vertegenwoordigd door zijn voogd. Hij is dus jonger dan 25 jaar. Dat klopt met de 2e. Bovendien zijn bij de deling als ouder genoemd Jan Jansen Oirlemans en Agneesken Lenderts van den Hove.

De doop van 1619 blijkt na verder gepuzzel de oom van deze Leendert of Lenaert te zijn. Waarschijnlijk is hij daarnaar vernoemd.
Leendert, Lenaert is overleden vóór dinsdag 3 mei 1718, ten hoogste 68 jaar oud.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Getuige bij:
11-06-1715     doop Adriaan Oerlemans (geb. 1715) [zie 32,III]    [grootvader vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg23)]
Leendert, Lenaert trouwde, 21 jaar oud, op zondag 10 mei 1671 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Trouwboek 1671-1685 - Blad 97] met Anna Cornelii (Anneke) van Esch (afb. 99), 26 jaar oud. Bij het kerkelijk huwelijk van Leendert, Lenaert en Anneke waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Andreas Cuypers en Guillaume de Robemont.
Notitie bij het huwelijk van Leendert, Lenaert en Anneke: Ze is hier Adriana genoemd. Bij de dopen is het steeds Anna.
Anneke is een dochter van Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix. Zij is gedoopt op woensdag 30 november 1644 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 87]. Bij de doop van Anneke was de volgende getuige aanwezig: Petronella Zacharia. Anneke is overleden vóór maandag 24 december 1714, ten hoogste 70 jaar oud.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Kinderen van Leendert, Lenaert en Anneke:
oerlemans_joannes__rk_gedoopt_op_21_sept._1672__zoon_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_8.jpg
100 Oerlemans Joannes, rk gedoopt op 21 sept. 1672, zoon van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 8
I. Joannes Leendertse (Jan) Oerlemans (afb. 100). Hij is gedoopt op woensdag 21 september 1672 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 8]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Joanna Cornelii van Esch. Jan is overleden vóór maandag 9 mei 1718, ten hoogste 45 jaar oud [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v].
Notitie bij overlijden van Jan: Jan is niet genoemd in de ake van scheiding en deling van 9 mei 1718. Hij zal voor die tijd overleden zijn.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
oerlemans_agnes__rk_gedoopt_op_1_sept._1677__dochter_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_33.jpg gurkom_peeter_adriaense_van__27_jr__en_neeske_leenders_oerlemans__24_jr__beide_van_loon__trouwen_op_den_26e_febr._1702_-__loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng_blad_26.jpg
101 Oerlemans Agnes, rk gedoopt op 1 sept. 1677, dochter van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 33
102 Gurkom Peeter Adriaense van, 27 jr, en Neeske Leenders Oerlemans, 24 jr, beide van Loon, trouwen op den 26e febr. 1702 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 26
II. Agnes Leenders (Neeske) Oerlemans (afb. 101 en 102). Zij is gedoopt op woensdag 1 september 1677 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 33]. Bij de doop van Neeske waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Cornelii van Esch en Angelina Cornelii van Esch. Neeske is overleden vóór zondag 20 februari 1729, ten hoogste 51 jaar oud.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
Getuige bij:
09-08-1713     doop Anna Oerlemans (1713-vóór 1761) [zie 32,II]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg14)]
13-12-1728     doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]
Neeske trouwde, 24 jaar oud, op zondag 26 februari 1702 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 26] met Petrus Adriaensse van Gorcum, ongeveer 27 jaar oud. Hij is gedoopt omstreeks 1675 in Loon op Zand.
Deling van goederen:
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
Getuige bij:
13-12-1728     doop Neeske Oerlemans (1728-1793) [zie 32,VI]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand RK dopen 1711-1731 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 6, pg92)]
III. Cornelius Leenders Oerlemans, gedoopt op vrijdag 9 augustus 1680 in Loon op Zand (zie 32).
oerlemans_henrica__rk_gedoopt_op_18_okt._1684__dochter_van_leonardus_joannis_en_anna_cornelii_-_loon_op_zand_-_inv._4_rk_doopboek_1671-1686_-_blad_78.jpg basters_peter_adriaanse__en_hendrien_oerlemans__beide_van_loon_sijn_getrouwd_den_17e_jan._1706_-_loon_op_zand_-_inv._13_trouwboek_1679-1786_ng_blad_28.jpg
103 Oerlemans Henrica, rk gedoopt op 18 okt. 1684, dochter van Leonardus Joannis en Anna Cornelii - Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78
104 Basters Peter Adriaanse, en Hendrien Oerlemans, beide van Loon sijn getrouwd den 17e jan. 1706 - Loon op Zand - Inv. 13 Trouwboek 1679-1786 NG Blad 28
IV. Henrica Leendertse (Hendrien) Oerlemans (afb. 103 en 104). Zij is gedoopt op woensdag 18 oktober 1684 in Loon [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78]. Bij de doop van Hendrien waren de volgende getuigen aanwezig: Angelina Cornelii van Esch en Heijliger Oirlemans (geb. 1634) [zie 128,II] [oom vaderszijde]. Hendrien is overleden na zaterdag 13 maart 1751, minstens 66 jaar oud.
Deling van goederen:
09-05-1718     Samenvatting:
----------------
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum, gehuwd met Angneta Leendertsen Oerlemans, en Peter Ariensse Bastert, gehuwd met Hendrina Leendertse Oerlemans,

kinderen van Leendert Janssen Oerlemans en Anneke van Esch, maken een boedelscheiding.

Toelichting:
-------------
Jan Leendert Oerlemans is niet genoemd in deze akte. Hij zal voor die tijd overleden zijn.



Transcryptie:
---------------

Compareerden
Cornelis Leendertsen Oerlemans,
Peter Adriaensse van Gurcum als in huwder hebbende Angneta Leendertsen Oerlemans, ende
Peter Ariensse Bastert, als in huwder hebbende Hendrina Leendertse Oerlemans,
alle kinderen ende erfgenamen van Leendert Janssen Oerlemans ende Anneke van Esch, in haer leven echteluyden,

ende hebben onder den anderen aengegaen den erfscheijding ende deelingh van alle soodanige erfgoederen als de voorschreven hare ouders met de doot ontruymt ende achtergelaten hebben.


Als eersteer is Cornelis Leendertsen Oerlemans bij blinde lote ten deel gevallen het oostelijke gedeelte van t huys tot den Middelweeght ende den stijl daer inbegrepen, staende alhier op t Craenven.
Item het oostelijke. gedeelte van den hof, so als die nu afgepaelt is.
Item de westenzijde van t hoogh met den verloren kost.
Item noch den zijn. den kant van den grooten acker.
Noch het westelijke gedeelte van het waeijke.
Item noch den acker, genaemt de Korte Vooren,
Als mede noch het waeijke op de loop.
Item noch het zuijdelijk gedeelte in t perceel, genaemt den Bergh.
Noch het oostelijk gedeelte van den heij bodem ende
Noch eenen heijbodem gelegen in persoons.

Vorder is Peter Adriaense van Gurcum, nomine uxoris (= in naam van de echtgenote), bedeelt ende sal in vollen eijgendom blijven besitten de helft van de hoeve met de landerijen gelegen alhier op de Efterling, soo als den voorschreven haren vader seselve uyt den boedel van sijne vrouwen ouder te deele is bevallen ende gelijk die nu bij den bedeelden wort bewoont, waer toe om kortheijts wille wert gerefereert.

Vorders is PeterAriense Bastert nomine uxoris bij blinde lote bedeelt en sal in vollen eijgendom blijven besitten en behouden het westelijk gedeelte van voorschreven huys tot den Middelweeght toe met het westelijk gedeelte van den hof, staende alhier op t Craenven.

Item de oostenzijde van den Hoogen Acker ende de noordenzijde van den Grooten Acker, als mede de oostenzijde van het waeyke ende het lant, genaemt De Achterstewaey ende de noordenkant van den Bergh het westeneijndt van den bodem, gelegen in t Moer.

Item noch twee kleijne heijbodemkens, het eene teijnde de Moerstraet ende het ander bij den Kraenvensen Bergh.


Vorders is bij de condividenten (=deelgenoten) geconditioneert ende besproken dat ider sijne aenbedeelde goederen nu sullen aenvaerden met soodanige lasten ende servituten (= rechten, zoals van overpad) waermede deselve belast sijn ende dat alle achterstaende lasten uit den gelijcken boedel sullen bijbetaelt worden tot Juli aenstaende 1719 ende het gedeelde te houden ende doen houden voor goet vastbondigh ende van waerde onder verbant als naer rechten.

Actum den negenden meij 1718.

<ondertekend>
mij present
Gijs Verwiel
Lambert Nouwen
A. Hoven 1718
  [bron: Loon op Zand RA Inv. 89 f 232v-233 scan 242]
20-02-1729     Cornelis Leendert Oerlemans en Peeter Ariens Bastert, geh.m. Hendrien Leendert Oerlemans, sluiten een overeenkomst met Peter Adr. van Gorcum, wed.v. Agnees Leendert Oerlemans.


Cornelis en Peeter dragen over aan de weduwnaar alle hafelijke en meubele goederen, die Agnees van hun vader Leendert Oerlemans zijn aanbestorven.
De vaste goederen blijven in eigendom van Cornelis en Peeter.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 240v]
29-03-1729     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arienssen Bastert, geh.m. Henderien Leendertsen Oerlemans,

allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritsse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Cornelis van der Schoot, wonende te Tilburg, Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi
de Roos, ook voor haar twee afwezige broers Peeter en Peeter van der Schoot, en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse
van der Schoot.

Er was een geschil ontstaan over de nalatenschap van Jenneken van Esch, haar broer Arien van Esch en
haar man Peeter van der Schoot.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 90 f 243v]
31-01-1730     Gelden van Esch,
Joost Huijberts Vermutsert, als vader van zijn kinderen, ook voor het deel van Larens
Hendrick Snoeren,
Cornelis Leendertsen Oerlemans en
Peeter Arissen Bastert, geh.m. Henderien Leendert Oerlemans,
allen erfgenamen van Jenneken van Esch, wed. Peeter Geeritse van der Schoot, overleden te Tilburg,

sluiten een overeenkomst met Elisabeth van der Schoot, wed.v. Glaudi de Roos,
Peeter en Peeter van der Schoot, genoemde Peeter van der Schoot jr. en Wouter Nouwens als voogden van de kinderen van Cornelis van der Schoot en Maria Nouwens, en
genoemde Peeter van der Schoot en Peeter Bouwens, als
voogd van de kinderen van Geerit van der Schoot en
Cornelia Bouwens, kinderen van Peeter Geeritsse van
der Schoot.

Toelichting:
-------------
Broer Jan en zus Neeske zijn niet genoemd in de akte. Jan en Neeske zijn al eerder overleden.
in de overeenkomst met de weduwnaar van Neeske is bepaald dat de vaste goederen niet overgaan naar de weduwnaar, wel de hafelijke ende meubele goederen.
Misschien vind ik nog een dergelijke overeenkomst t.a.v. broer, mocht die getrouwd zijn en kinderen hebben.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 91 f3v]
13-03-1751     Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Hendrien trouwde, 21 jaar oud, op zondag 17 januari 1706 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand NG Trouwboek 1679-1786 (RHC Tilburg) 491 - Collectie doop-, trouw- en begraafboeken Lz (inv.nr. 13, pg28)] met Petrus Adrianus Basters.
Deling van goederen:
13-03-1751     Eeltie van Gorkum, wed.v. Willem Bastert, en Hendrina Oerlemans, wed.v. Peter Bastert, maken een boedelscheiding van goederen van Peeter Ariese van Gorkum.   [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 98 f 23]
Obligatie:
08-10-1714     Peter Ariensse Bastert en Jan Ariensse Bastert verklaren schuldig te zijn aan Leendert Jansse Oerlemans een bedrag van 100 gulden.
In de marge staat aangetekend dat deze schuld op 13 december 1735 ingelost is.

Toelcihting:
Peter Bastert is getrouwd met Hendrien Oerlemans, de dochter van Leendert. Hij en zijn broer lenen dus geld van zijn schoonvader.

Als Peeter Arienszoon Bastaart het bedrag en de intrest aflost op 13 dcember 1735, wordt de helft betaald aan de weduwe van Cornelis Oerlemans, ofwel aan zijn schoonzus.
Leendert is intussen overleden en de erfgenamen zijn hijzelf en zijn schoonzus.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 100v]
Getuige bij:
24-09-1721     doop Jenneke Oerlemans (1721-1771) [zie 32,V]    [aangetrouwde oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 6 Doop- en trouwboek 1711-1731 - blad 57]

Generatie 8 (oudovergrootouders)

oirlemans_johannis_johannis__en_agnes_leonardi_doen_ondertrouw_op_27_dec._1628_en_trouwen_op_13_jan._1629_voor_de_kerk_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_trouwboek_1624-1648_blad_123.jpg oirlemans_jan_janssen__is_250_gulden_schuldig_op_12_april_1638_aan_jannen_geerdit_jan_geeritssen__en_zijn_zwager_adriaen_c.d._van_den_hove_is_zijn_borg_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_73r.jpg oirlemans_jan_janssen__is_250_gulden_schuldig_op_12_april_1638_aan_jannen_geerdit_jan_geeritssen__en_zijn_zwager_adriaen_c.d._van_den_hove_is_zijn_borg_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_74v.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_146r.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_146v.jpg oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_147r.jpg
105 Oirlemans Johannis Johannis, en Agnes Leonardi doen ondertrouw op 27 dec. 1628 en trouwen op 13 jan. 1629 voor de kerk - Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123
106 Oirlemans Jan Janssen, is 250 gulden schuldig op 12 april 1638 aan Jannen Geerdit Jan Geeritssen, en zijn zwager Adriaen C.D. van den Hove is zijn borg - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 73r
107 Oirlemans Jan Janssen, is 250 gulden schuldig op 12 april 1638 aan Jannen Geerdit Jan Geeritssen, en zijn zwager Adriaen C.D. van den Hove is zijn borg - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 74v
108 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146r
109 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146v
110 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 147r
oerlemans_jan_jan_cornelis__als_schepen_of_regeerder_van_venloon_in_een_kwestie_met_de_heere_van_loon_over_de_thiende_op_molens_op_20_febr._1641_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_69_f_147r_handtekening.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21r.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21v.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._22r.jpg oirlemans_jan_jan_cornelis__kohier_van_1648_voor_nieuw_land_op__t_craenven._blijft_staen_op_1_stuiver_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_-_inv._647_blad_5_kohier_voor_nieuw_ontgonnen_land.jpg oirlemans_jan_janssen__heeft_de_eed_als_bedeheffer_afgelegd_op_7_januari_1649_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._72_f_128v.jpg
111 Oerlemans Jan Jan Cornelis, als schepen of regeerder van Venloon in een kwestie met de Heere van Loon over de thiende op molens op 20 febr. 1641 - Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 147r handtekening
112 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r
113 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21v
114 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 22r
115 Oirlemans Jan Jan Cornelis, kohier van 1648 voor nieuw land op ’t Craenven. blijft staen op 1 stuiver - Loon op Zand - Dorpsbestuur - Inv. 647 Blad 5 Kohier voor nieuw ontgonnen land
116 Oirlemans Jan Janssen, heeft de eed als bedeheffer afgelegd op 7 januari 1649 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 128v
oirlemans_jan_jan_cornelis__en_lenaert__zonen_wijlen_jan_cornelis__transporteren_met_anderen_een_heiveld__gelegen_aan_t_craenven_bij_de_waterlaet_op_6_nov._1652_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f.__81r.jpg oirlemans_jan_jan_cornelis__en_lenaert__zonen_wijlen_jan_cornelis__transporteren_met_anderen_een_heiveld__gelegen_aan_t_craenven_bij_de_waterlaet_op_6_nov._1652_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f.__81v.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_10_jan._1657_aan_lambert_lambert_claessen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op_9_febr._1663_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._1.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._19r.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._19v.jpg oirlemans_jan_wijlen_jan_cornelis_sone__bekent_op_20_febr._1657_aan_claes_buennen_100_gulden_schuldig_te_zijn___betaald_op14_april_1660_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20r.jpg
117 Oirlemans Jan Jan Cornelis, en Lenaert, zonen wijlen Jan Cornelis, transporteren met anderen een heiveld, gelegen aan t Craenven bij de Waterlaet op 6 nov. 1652 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r
118 Oirlemans Jan Jan Cornelis, en Lenaert, zonen wijlen Jan Cornelis, transporteren met anderen een heiveld, gelegen aan t Craenven bij de Waterlaet op 6 nov. 1652 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81v
119 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 10 jan. 1657 aan Lambert Lambert Claessen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op 9 febr. 1663 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 1
120 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19r
121 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19v
122 Oirlemans Jan wijlen Jan Cornelis sone, bekent op 20 febr. 1657 aan Claes Buennen 100 gulden schuldig te zijn , betaald op14 april 1660 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20r
hove_steven_lenaertsen_van_den__en_goossen_stellen_jan_jan_cornelis_oirlemans_schadeloos_voor_de_schuld_van_100_gulden_aan_claes_buennen_op_20_febr._1657_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20r.jpg hove_steven_lenaertsen_van_den__en_goossen_stellen_jan_jan_cornelis_oirlemans_schadeloos_voor_de_schuld_van_100_gulden_aan_claes_buennen_op_20_febr._1657_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._77f._20v.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._86r_scan_102.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._86v_scan_103.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._87r_scan_103.jpg oirlemans_jan_jansen__en_agneesken_lenderts_van_den_hove__overleden__deling_door_de_kinderen_cornelis__heijliger__en_lendert__op_15_maart_1669_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._80_pag._87v_scan_104.jpg
123 Hove Steven Lenaertsen van den, en Goossen stellen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos voor de schuld van 100 gulden aan Claes Buennen op 20 febr. 1657 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20r
124 Hove Steven Lenaertsen van den, en Goossen stellen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos voor de schuld van 100 gulden aan Claes Buennen op 20 febr. 1657 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 20v
125 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 86r scan 102
126 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 86v scan 103
127 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 87r scan 103
128 Oirlemans Jan Jansen, en Agneesken Lenderts van den Hove, overleden, deling door de kinderen Cornelis, Heijliger, en Lendert op 15 maart 1669 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pag. 87v scan 104
hove_agnes_leonardi_van_den__rk_gedoopt_op_11_oktober_1609_in_oisterwijk__dr_van_leonardus_gosuini_en_anthonia_-_oisterwijk__inv._1_doopboek_1597-1610_f._66.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._39r.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._39v.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._40r.jpg hove_lenaerts_goossen_van_den_hove__en_anthonisken_jan_stevens__wijlen__hun_kinderen_op_21_maart_1652_overeenkomst_met_willem_van_spaendonck__wed._van_anth.-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._74_f._40v.jpg
129 Hove Agnes Leonardi van den, rk gedoopt op 11 oktober 1609 in Oisterwijk, dr van Leonardus Gosuini en Anthonia - Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 66
130 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39r
131 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39v
132 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 40r
133 Hove Lenaerts Goossen van den Hove, en Anthonisken Jan Stevens, wijlen, hun kinderen op 21 maart 1652 overeenkomst met Willem van Spaendonck, wed. van Anth.- Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 40v
128 Jan Jan Cornelis Oirlemans (afb. 105 t/m 128). Jan is overleden vóór dinsdag 12 maart 1669.
Notitie bij overlijden van Jan: Hij is overleden na 9 februari 1663. Toen heeft Lambert Lambert Claessen uit Dongen bij de schepenbank verklaard, dat Jan sone, wijlen Jan Cornelis Oirlemans sone, zijn schuld gelost heeft.
Jan is overleden voor 15 maart 1669, want dan maken de kinderen de deling en scheiding.
Adressen:
03-02-1634     Craenven, Loon op Zand (Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 48v d.d. 3-2-1634.

Jan sone Jan Adriaen Zuenen de helft hem als hij seijde toebehoirende in eenen sloot gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen zijnen Jans erffenisse aen deene
zijde
ende tusschen erffenisse Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans etc. sHeerenstraete ende Duijcxe Hoeve etc.

Supportavit Jan sone Jan Cornelis Oirlemans voorn.

Dies soe heeft de selve Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans geloift ut debitor etc. dat hij den gemeijne waterlaet door den selven sloot
tegenwoirdich loopende ten eeuwige dagen alsoe sal onderhouden, dat den transportant zijne oiren, erven ofte naecomelingen egeen hinder oft schaede ten sij van boeten, breucken, schaede, intresten oft anderssins nijets ter werelt, ende sal overcomen in eeniger manieren etc.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 3e februarij 1634.

Toelichting:
------------
De stede is hier niet genoemd. De sloot ligt tussen de Heerenstraat en de Duiksche Hoeve in t Craenvan, ofwel het gebied, zoals dat in 1641 (onder Adres) beschreven is.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 48v]
08-12-1639     Craenven, Loon op Zand (Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans geeft als onderpand zijn stede op t Craenven.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v]
04-04-1641     Craenven, Loon op Zand (Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans belooft chijns te betalen
uijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Hij betaalt ook uit een akker van 10 lopensaet, ofwe l 2,1 ha.
Alles bij elkaar een gebied van 6,3 hectaren, een gebied van 800x800m.

Toelichting: de stede met land is 20 lopensaten groot, ofwel 20x 0,21ha = 4,2 hectaren.
Voor de ligging: het gebied de Duikse Hoeve is er nog steeds.
Van ’s Heerenstraete in het zuiden tot de hei van de Duikse Hoeve in t noorden.
Ik denk dan aan de Bergstraat/Middelstraat in het zuiden tot de Duikse Hoeve. Het gebied ertussenin is deel van het Craenven.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
09-05-1648     Craenven, Loon op Zand (Jan Jan Cornelis Oirlemans staat voor zijn schuld in met zijn stede lants alhier op t Craenven.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v]
Functies:
van 11-01-1642 tot 13-05-1642     Schepen (Jan Janssen Oirlemans, schepen der Heerlicheijt van Venloon.
In de akte van 13 mei 1642 is ook Jan Cornelis Peter Oirlemans als schepen genoemd.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 6r/v dd. 11 jan. 1642, Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r dd. 13 mei 1642]
07-01-1649     Bedeheffer (Op heden den 7e januarij 1649 soe hebben Jan Janssen Oirlemans ende Wouter
Adriaens als bedeheffer hennen eedt gedaen. Testes ut supra.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 128v]
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Chijns:
20-02-1641     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 146r/147r d.d. 20-2-1641.

Alsoe geschaepen was defterent en questie op te staen tusschen Mijn Genaedige Heere Mijn heere den Grave van Bochoven, Borchgraeff van Aelst, Heere van Loon ter eenre.

Ende schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon weghen der
selver gemeijnte in dijer qualiteijt ter andere zijden.

Ter saecken van de contributien, lasten ende ongelden, soe van oudts als naer het overgaen der Stadt van ’s Hsertogenbossche op de Landen, thienden ende moelens gestelt, ende onder andere over een taux van 30 st. op ijeder mud gerstcorens van de thienden ende eenen gulden op het mud van het het coren van de moelens, ende dooffcoren naer advenant.

Midtsgaeders van den achterstel van den voorst. taux t sedert den jaere 1630 tot desen daege ten laste van Sijne Gen. thienden ende
moelens verschenen vuijt wijsens de acte van heeren staeten van Hollant
vuijtgesouden ende tot betaelinghe van welcke de ontfanger van dijen mijns
welgemelte Heere thiende ende moelens interpelleerden ende praemden ende van alle welcke voorst. lasten sijne welgemelte Gen. sustineerden dat die regeerderen van Loon achtervolgens de geloefte bij henne voorsaeten in de hulinge van sijnen welgemelte heer vader gedaen hem souden affdraeghen ende soe betaelen dat sijn Gen. thienden ende moelens daer over nijet voirder en worden gemolesteert.

Waer tegens soe van weghen de voorst. regeerders wordde geseeght het selve hen nijet aen te gaen.
Noch hen werck oft seijt twesen.

Waeromme soe er over swaerder proces stonde te verwachten.
Eerst dat partijen over desen int minnelijck zijn veraccordeert ende overdraeghen in manieren naervolgende.


Ierst dat sijne welgemelte Gen. sonder preindicie van sijne geallegeerde vrijheijt ende acte van hullinghe tot soulagement van de voorst. lasten, achterstel van dijen ende gemeijnte jaerlijcx sal contribueren ende geven aen de regeerders voorst. eene somme van vijffenseventich guldens, alle jaer den 25e decembris ende voor den ijersten termijn den 25e decembris deses jaers 1641 ijerstcomende, ende daertoe eene somme van hondert ca. guldens eens te betaelen tot paesschen toecomende

ende dat boven het prouffijt ende genoth van weijen der gronden ende andere gerechticheijden aen de gemeijnte bij de voorst. acte van hulinge in voortijden gegunt ende gegeven.

Alle dweclke de voorst. gemeijnte sal hebben ende behouden als tot
date deser is geschiedt, daer en boven soe sullen de voorst. regeerderen alnoch moeghen stellen des heeren moelens tot voldoeninge van den voorst. taux wegen de hoochgemelte heeren staeten gedaen ijeder moelen in ijeder boeck van dorpslasten 37 st. 2 oirt, ende voirder nijet.

De welcke sullen beginnen den ijersten januarij deses
jaers 1641 lestelden, aer tegens de voorst. schouteth, schepenen ende regeerders van Venloon sullen mijn genaedighe heere zijnen casteele, hoven ende drije ackers daeraenliggende te weten den acker aen de Doelen ende twee ackers achter den hoff gelegen sijne Gen. persoon, familie ende huijsgenoten,
midtsgaeders deselffs peerden ende beesten, thienden ende moelens van alle ongelden, lasten, contributien, beden, redemptien ende imposten mede van den voorst. taux, ende alle andere lasten hoedanich die mochten genoempt wordden, vrije houden ende exempteren ende allen de selve midtsgaeders de achterstellen van dijen alsoe draeghen ende betaelen dat sijne gen. goedere, thienden ende moelens nijet en wordden gemolesteert oft geinterpelleert in eeniger manieren.

Behoudelijck nochtans dat ingevalle in toecomende tijden den impost van wegen de gemeijnte nijet en werdde gepacht oft gecollecteert dan bij particuliere persoonen sal alsdan mijn genaedighe heere zijnen impost gehouden zijn te draeghen ende te betaelen,
ende daertegens van de voorst. 75 guldens jaerlijcx bij sijne Gen. geloeft, afftrecken ende genieten vijfftich guldens jaerlijcx.

Daerenboven is mede besproken ende
gecondioneert dat ingevalle door veranderen van tijden de voorst. lasten ende
naementlijck den voorst. taux quaemen te cesseren oft de selve lasten op anderen voet ende manieren wordden gestelt oft gevonden dat alsdan desen accoirde sal wesen doot ende tenijet ende de voorst. contractanten sullen zijn ende blijven in hen geheel soe van henne oude gerechticheijden, prelegeijen als andere exemptien.

Ende dit alles promisiondelijcken tot ende ter wijlen sijne welgemelte Gen. oft de voorst. regeerders des in toecomende tijden wilden herroepen.

Behoudelijck dat in cas van herroepen sijne Gen. oft desselffs goederen, thienden ende moelens egheene vuijtgescheijden van allen de voorst. lasten ende achterstel van den beginne aff totten daege vaqn de renocatie verschenen nijet en sal oft en sullen wordden gemolesteert.

Gelovende de voorst. contractanten in henne respective
qualitiejt dese onderteeckent hebbende dit voorst. accoirdt, vast, steedich ende van weirden te houden ende doen ende laeten houden sonder daer tegens te comen in recht ofte daer buijten, in eeniger manieren alles op verbant van henne respective persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende.

Ende des toriconden dese bij hen onderteeckent, op ten 20e februarij anno 1641.

W.G. M. Cannaerts.
Ghijsbert Claessen Buennen.
Thomas Thomassen.
Dirck van Duppen.
Cornelis Hendrick Rombouts.
Jan Jan Cornelis Oerlemans.
Aerdt Janssen de Hooch, borgemeester.
Het hantmerck van Aert Jan Janssen Stevens.
Heijliger Dierck van Grevenbroeck.

Mij present D. Coomans
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 146r/147r]
van 04-04-1641 tot 04-04-1703     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 161v/162v d.d. 4-4-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jo. Matthijs Cannaerts, schouteth tot Venloon
eenen jaerlijcxen ende erffelijcke chijns van vijffthien ca. guldens den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijvers tot 2 grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent
te geven ende te vergelden alle jaer
erffelijck den derden dach aprilis vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten.

Soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels innegestelt te
wordden egeene vuijtgescheijden ende voorden 1e dach van betaelingen den derden aprilis des jaers 1642,

van ende vuijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Ende heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als
schuldenaer principael op hem ende op allen zijne goederen, hebbende ende
vercrijgende,
geloeft den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx den voirn. Joncker
Matthijs Cannaerts te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren
ende het voorst. onderpant voir de jaerlijckse betaelinge dese voorst. chijns altijt goet, seecker, genoch ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van 15 ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens in gelde ende munte ten tijde van aflossinge binnen der stadt van ’s Hertogenbossche cours
ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel in tijden van den aflossingen ten achter ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voorst. Jan den los een vierendeel jaers
te voirens rechtelijck opseggen ende vercondigen.

Ende heeft Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans hem borge ende cautionaris aen Jo. Mathijs Cannaerts als schuldenaer principael den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx hem oijck te waeren naer rechts behoiren

ende dat op verbintenissen van zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende ende
specialijcken op verbant van zijne stede lants met haere toebehoirten gelegen binnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse der erffgenaemen van Denijs Janssen ende meer anderen ex voto ende
tusschen erffenisse van Jan Cornelis Adriaens ex ali... westwaerts, streckende van sheerenstraete totte heije van den Duijcxse Hoeve voorst.

Dies soe heeft de voorst. Jan gelover op verbintenissen als
voor geloeft den voorn. Lenaerden zijnen borge te imdemneren, costeloos ende schadeloos te houden ende wel te quijten.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 3e aprilis 1641.

In marge: Joncker Matijs van Cannaert dese ondertekent hebben bekent ende
verclaert dat de capitale somme met den verschenen intersten van dien aen hem geschoten ende gerestitueert sijn oversulcx consenteren in de cassatie deses.

Actum Loon den 4 april 1703. W.G. M. van Cannart.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
07-12-1641     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 196r/v d.d. 7-12-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael

Jan Florissen de jonge, heijlige geestmeester tot Venloon tot van den taeffelen des heijlige geest alhier

eenen jaerl. ende erffel. chijns van sess ca. guldens, den ca.
gulden tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gereckent,
te geven ende te vergelden alle jaere erffelijcke den sesten dach der maent december vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten, soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels ingestelt te wordden egeene vuijtgescheijden
ende voor den 1e dach van betaelinge den 6e decembris 1642,

van ende vuijt eene stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schueren, hoff,
grondt ende lant daeraenliggende ende toebehoirende twintich loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aendeene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse van wijlen Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van
sheerenstraete zuijtwaerts aff aen tot aen den goederen van den Duijcxse hoeve noirtwaert.

Ende noch van ende vuijt eenen ackerlants thien loopensaeten oft daer
omtrent int geheel begrijpende gelegen aldaer over de straete tusschen erffenisse van Corstiaen Jan Borsten aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffgenaemen van de kinderen ende erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts aen dandere zijde westwaerts,
streckende metten eenen eijnde aen erffenisse Corstiaen voorgen. ende
metten andere eijnde den sheerenstraete, soe hij seede.

Ende heeft de voorst. Jan op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende geloeft den voorst. chijns van sess gld. jaerlijckx den voorn. heijlige geest te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren ende de voorst. onderpanden voor de jaerlijcxse betaelinge des voorst. chijns altijt goet seecker genoech ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan
Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van sess ca. gld. sjaers tseffens ende
tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van hondert ca. guldens in gelden ende munten ten tijden van de afflossinge binnen der Stadt van ’sHertogenbossche cours ende ganck hebbende metten jaerchijns ende achterstel ten tijde van de selve afflossinge ten achteren ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voors. Jan geloever den los een vierendeel jaers te voirens rechtelijcken opseggen ende vercondigen.

Testes Thomas Thomassen et Heijliger Diercxssen van Grevenbroeck den 7e december 1641
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 196r/v]
13-05-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 21r/22r d.d. 13-5-1642.

Wij schouteth, schepenen, raedtmannen, borgemeesteren, kerckmeesteren, heijlige geestmeesteren ende eensdeels van den gequalificeerste ende meest geguede innegesetenen der heerlicheijt van Venloon dat men noempt Loon op Sant,

representerende tgeheel corpus der selver heerlicheijt, als te weten wij Jo.r. Matthijs Cannaerts, schouteth,
Ghijsbert Claessen Buennen, Dierck Govaerts van Duppen,
Thomas Thomassen Egmonts, Aert sone Jan Janssen Stevens, Heijliger sone wijlen Dierck Raessen van Grevenbroeck, Jan Janssen Oirlemans, Cornelis Henrick Rombouts, Jan Eelens van Spaendonck, Dingeman Jan Joosten, Jan Cornelis Peter Oirlemans, Jan Willem Ghijsberts, Huijbert Joost Huijberts Verhaegen, Peter Janssen Bijster ende Adriaen Janssen Smidt,
altesaemen oude ende nijeuwe schepenen ten jaergedinge
lestleden ter vierschaere geseten hebbende.

Jan Geeridt Jan Geeritssen, Geeridt Cornelis Corstiaens ende Joost Aert Joosten, borgemeesters;

Willem Jan Adriaens ende Peter Cornelis van Esch, kerckmeesteren;

Jan Floris Hendricxssen de jonghe ende Andries Adriaen Aertssen van Besauwen heijlige geestmeesters;

Goijaert Geeritssen van Duppen, stadhouder;

Mr. Dierck Coomans, secretaris,

Aert sone wijlen Jan Diercxssen de Hooghe ende Sijmen Diercxssen Buennen,
naegebueren;

allen respective regeerderen ende innewoonderen deser voorst.
heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcke, certificeren voor de gerechte waerheijt dat wij in den naeme van ons selven ende van onser voirst. gemeijndere heerlicheijts wegen, ende elck van ons onverscheijden ende een voor al geloeft hebben


Heeren Engelbert van IJmmersele, Grave van Bouckhoven, Heere van Loon etc. als patroon ende collecteur van het beneficie van Ste. Lucie gefundeert op den casteele van Loon

ten behoeffne van den selven beneficie eenen jaerlijcxse ende erffelijcken chijns van drije gld. 10 st. den gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grooten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent,

te geven ende te vergelden alle jaer vrije van alle lasten, schattingen ende impositien soe ordinaris als extraordinaris innegestelt oft noch naemaels
innegestelt te wordden, egeene vuijtgescheijden, opten casteele van Loon den 8e dach der maent meije ende voorden 1e dach van betaelinge den 8e meije des jaers 1643.

Daar voor verbindende een voor alle onse persoonen ende goederen ende onse andere innegestenen persoonen ende goederen nu present ende toecomende, soe waer die gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, egheene vuijtgesondert.

Gelovende daerenboven een voor al op verbant als voor den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. sjaers mijn welgemelte heere Grave van Bouchoven ten behoeffne van het voorst. beneficie te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren.

Met conditien nochtans hier inne toegedaen, dat de regeerderen deser voorst. heerlicheijt den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx tseffens ende tenemael sullen mogen lossen ende affquijten metter somme van 60 ca. gld.
in gelde ten tijde van de lossinge binnen der stadt van sHertogenbossche
cours ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel alsdan ten achteren ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sullen de voorst. regeerderen den los een halff jaer
te voirens richtelijck opseggen ende vercondigen.


Ende staet te weten dat de capitaele penningen van desen chijns gecomen ende geprocedeert zijn van eenen gelijcke chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx, die wijlen Jan Willemssen Weerdt ten behoeffne van het voorst.
beneficie vuijt zijne stede lants opten Ketshoevel (=Kaatsheuvel) gelegen opten 6e october 1619 geloeft hadde
ende bij Adriaen Cornelis Oirlemans opten 8e october lestleden aen handen mijns welgemelte heere Grave in der qualiteijt als voor gelost is ende nu wedseromme ten behoeffne van het voorst. benefcie op het corpus deser heerlicheijt beleeght heeft.

Allet sonder argelist.
Ende want onse voorst. heerlicheijt egeenen gemeijnen dorps zegel en is
hebbende, soe hebben wij Ghijsbert Claessen Buennen ende Dierck van Duppen, schepenen voorgen. ten versuecke ende bij gemeijn consent van schouteth, schepenen ende andere respecterende het corpus der voorst. heerlicheijt onse propere zegelen etc.

Op ten 13e maij 1642. W.G. Ghijsbert Claessen Buennen. Dirck van Duppen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r]
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39]
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 03-04-1634 tot 12-04-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 70r/71r d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels
drije jaeren lanck te geven ende te betaelen elck jaer de somme van vijffthien ca. guldens,
waer aff den 1e betaeldach wesen sal den 3e aprilis 1635.

Ende dat ter causen van intrest eender somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens, die de voorn. gelover midts kent ende lijdt schuldich te wesen de voorn. Heijltken van goede opgenomen penningen ende welcke hij gelover haer insgelijcx gelooft wederomme te geven ende te restitueren van heden date deser over drije jaeren oft altijts daer naer ten simpelen vermaene der voorst. Heijltken.

Behoudelijck nochtans soe sal de selve Heijltken hem gelover sulcx een halff jaer te voorens vercondighen, ende oft de gelover de voorgemelde somme van twee hondert ende vijfftich ca. guldens
oijck wederomme begheirden te schieten oft te restitueren sal het selve oijck aen de voorst. Heijltken een half jaer te voirens denuncieeren.

Gelovende daerenboven de voorst. Jan Janssen Oirlemans als
dat hij de voorst. Heijltken altijt intrest betaelen ende voldoen sal jaerlijcx naer loop ende laps van den tijde gelijck hij de selve somme van twee hondert ende vijfftich ca. gld. langer sal comen onder te houden.

Ende specialijcken heeft de voorst. Jan gelover daer voor verbonden zijne stede lants ende goederen gelegen binnen deser heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

met allen haere rechten ende toebehoirten nijets daer aff ter werelt vuijtgescheijden om de voorst. somme metten
intrest daer aff te verschijnen daer aen te verhaelen. Actum ut supra.

In marge bijgeschreven:
Heijltken dochtere wijlen Adriaen Pauwels heeft bekent ende beleden als dat
dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen is. Consenterende oversulcx inde cassatie der selver geloefte.

Midtsgaders inde borchtochte van Adriaen Cornelis Diercx hier onder gedaen.
Testes G. Claessen ende Jan Denen den 12e aprilis 1638.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 71r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor Jan Janssen Oirlemans, zijnen swaeger

voor ende aengaende de voorst. geloefte van twee hondert ende vijfftich ca.
guldens ende tgene daer inne verhaelt staet gestelt, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen der selve gelegen zijn oft
bevonden sullen wordden.

Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans alhier present zijnde
zijnen voornoempden borge te indemneren, costeloos ende schadeloos te houden.
Op verbintenis van zijnen persoon ende goederen als boven.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 70r/71r]
van 12-04-1638 tot 02-02-1642     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 73v/74r d.d. 12-4-1638.

Jan Janssen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Jannen sone wijlen Geeridt Jan Geeritssen
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt, te geven ende te betaele van heden date deser over een jaer met vijfftien ca. gld. intrest.

Ende oft het gebeurde dat de voirn. gelover de voorst. somme van 250 ca. guldens
met consent des voorst. Jan sone wijlen Gerit Jan Gerits langer waer onderhouden soe geloeft hij intrest tegen sess ten hondert voor het jaer naer coop ende laps van den tijde, met conditien hier inne toegedaen, dat oft deen oft dandere van partijen dese somme wederomme begeerden te hebben, oft te restiueren, respective
dat zij malcanderen het selve sess weken te voirens sullen opseggen.

Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Geeridt Jan Geeritssen bekent dese geloefte metten intrest daer aff verschenen voldaen te zijn.
Consenterende daeromme in de cassatie deser ende de
borchtochten van Adriaen Cornelis.
Actum den 2e februarij 1642.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 74r d.d. 12-4-1638.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove heeft hem borge ende cautionaris voor
Jan Janssen Oirlemans sijnen swaeger voor ende aengaende de voorst. geloefte van tweehondert ende vijfftich ca. guldens ende het gene daer inne verhaelt staet,
gestelt, gelijck hij hem daer voor borge ende cautionaris stelt midts desen.

Daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen worden.

Dies soe geloeft de voorst. Jan Janssen Oirlemans zijnen borge te
indempneren, costeloos ende schadeloos te houden, op verbintenis van zijnen
persoon ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove is getrouwd met de Lijsbeth, de zus van Jan.
  [bron: Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 73v/74r]
van 12-03-1639 tot 03-12-1646     Pdf RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 33v d.d. 12-3-1639.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans
heeft geloeft als schulder principael op hen ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Margriete Evertsdochter lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter

de somme van vijfftich ca. gld.
goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen van heden over een jaer met drije gld. intrest.
Of soe hij gelover de voorst. somme met consent der voorst. Margriete langer
waer onder houden, soe geloeft hij intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde.

Behoudelijck oijck dat oft deen oft dandere de voorst. somme wederomme
begeerden te hebben oft wederomme wilde schieten dat zij het selve den anderen een vierendeel jaers te vorens sullen opseggen.

Testes, Claes et Corst Janssen. Actum 12e martij anno 1639.


In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck
Geerits Kool soe voor hen selven als voor de andere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca.guldens metten intrest ten vollen betaelt heeft.

Actum 3e december 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 33v]
van 08-12-1639 tot 03-12-1646     Pdf RAT. Loon op Zand. R 69 f 68v d.d. 8-12-1639.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Margriet Everts dochtere lest naegelaeten weduwe wijlen Geeridt Janssen Ruijter
de somme van vijfftich ca.guldens goet gancbaer gelt.
Te geven ende te betaelen St. Martensdach 1640 met drije ca. gld. intrest, sonder langer delaij.
Oft soe hij gelover met consent der voorst. Margriete de voorst. somme van 50 ca. gld. langer waer onderhoudende geloeft haer daer van intrest te betaelen naer loop ende laps van den tijde.

Met conditien hier inne oijck toegedaen, dat oft het gebeurden dat de voorst. Margriete oft Jan gelover de voorgemelde somme wederomme begeerden te hebben oft te restitueren respective,
dat zij malcanderen het selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen.

Ende specialijck heeft de voirn. Jan gelover daer voor verbonden
sijne stede lant met haere toebehoirten gelegen op het Craenven, soe ende gelijck hem de selve tegenwoirdich is toebehoirende.

Testes ut supra. Actum 8e december 1639.


In marge: Joost Cornelis Croot, Marten Janssen van den Kerckhoff ende Dierck
Geerits Kool soe voor hen selven als voor dandere kinderen ende erffgenaemen Margriete Everts bekennen
midts desen als dat Jan Janssen Oirlemans gelover hen dese 50 ca. gld. met allen den intrest ten vollen betaelt heeft.

Actum 3e december 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 68v]
van 10-04-1646 tot 13-03-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 105v d.d. 10-4-1646.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Jannen sone wijlen Denijs Janssen de somme van 50 ca. guldens te geven ende te betaelen van heden date deser over een jaer in silvere munte te weten ducatons tot 3 gld. 3 st. pattacons tot 2 gld. 10 st. ende andere silveren gelt naer advenant, met 3 gld. intrest.

Ende off het gebeurden, dat hij gelover met consent des voorst. Jan Denijs Janssen
de voorst. somme van 50 ca. guldens langer geraeckte onder te houden, soe geloeft hij ten behoeffne desselffs intrest te betaelen naer loop ende laps des tijdts hij de selve sal comen onder te hebben.

Met conditien hier inne toegedaen, dat off deen off
dandere van hen beijde de voorst. somme van 50 ca. gld. ten expireren van het voorst. jaer off daer naer wederomme begeerden te hebben off te restitueren, dat zij ’t selve malcanderen een halff jaer te voirens sullen opseggen ende vercondigen, ende sullen zij naer de gedaene opsegginge hen hebben te reguleren.
Alles in gelde gelijck voorst. is.
Testes Dierck van Duppen et Thomas Thomassen Egmonts.

Actum den 10e aprilis 1646.

In marge: Jan Denijs Janssen bekent deze geloefte voldaen te zijn. Actum 13e martij 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f.105v]
van 09-05-1648 tot 19-12-1656     Transcryptie in Pdf bij 781 Loon op Zand R 72 f 35r/v d.d. 9-5-1648.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
heeft bekent ende beleden, kent ende lijdt midts desen wel ende deuchdelijck schuldich te zijn Dingeman Jan Joosten
de somme van 250 ca. guldens goet ganckbaer gelt.

Gelovende de voorst. Jan als schuldenaer principael dat hij aen ende ten behoeffne des voorst. Dingeman Jan Joosten ende naer zijne doot aen deselffs erffgenaemen bij zijnen testamente geinstitueert van de voorst. somme van 250 ca. guldens rente off intrest jaerlijcx sal
gelden ende betaelen ter somme van twelff guldens 10 st. waer aff den iersten verschijndach wesen sal paesschen 1649, daer voor verbindende zijnen persoon ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende specialijcken zijne stede lants alhier op het Craenven gelegen met allen rechten ende toebehoirten van dijen.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan gelover ende zijne
naecomelingen de voorst. somme van 250 gld. ten allen tijden als het hem off hen gelieve sal, oft sullen moegen lossen ende quiten in drije termijnen te weten de twee iersten termijnen elck hondert gulden ende den lesten vijfftich gld. in gelde ten tijde van de voorst. afflossinge bijnnen der heerlicheijt van Venloon cours ende ganck hebbende metten intrest alsdan verschijnende ende metten achterstel alsdan ten achteren staende, gelijck oijck de voorst. Jan gelover de voorst. somme van 250 gld. in drije termijnen als voor ten allen tijden geloeft te voldoen ende te betaelen, als de voorst. Dingeman off naer zijne doot zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen
restitutie der voorst. capitaele somme metten verschenen intrest sullen
verseeckeren.

Behoudelijck nochtans soe sal deen ende dandere van partijen den
loss off afleggen van elcke termijn malcanderen een vierendeel jaers te voirens
rechtelijck off in presentie van twee wettige getuijgen opseggen ende vercondigen.

Ende staet te weten dat de voorst. somme van 250 ca. gld. geprocedeert is van coop van seecker erffgoet bij ende van wegen des voorst. Dingemans van zijnder zijde onder Suijthollant vercocht, ende wilt ende verclaert alsoe de voorst. Dingeman dat de selve somme in plaetse van ’t voorst. erffgoet aen zijne voorst. geinstitueerde erffgenaemen naer zijne doot ende afflijvicheijt met vollen rechte alleen sal blijven met exclusie zijnder voorst. huijsvr. ende haerder kinderen.

Testes Ghijsbert Claessen et Sebastiaen Christoffels. Actum 9 maij 1648.


In marge: Mr. Peter Donckers ende Mr. Willem Hendricx de Robbemont als
executeurs van de testamente van wijlen Dingeman Janssen int bij wesen van Jan Marten Janssen executeur, Jan Adriaens bekennen ende lijden midts desen als dat zij
met Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans gelover affgereckent hebben over de verteerde costen van de uijtvaert ten zijnen huijse gescheidt ende andere verteringen op den erffhuijse ende op den coopdach van de bodems geresen ende van gehaelde bieren ende drinckschulden, den voorst. Dingemans ende is bij somme rekeninge bevonden,
dat bij den voorst. Jan gelover hiermede voldaen ende betaelt is de
somme van 189 gld. 10 st. 8 pen.
Dies is den intrest van de geheele geloefte affgereckent tot paesschen 1654 toecomende incluijs. Actum 3e december 1653.

Idem: Alsoe op heden den 19 decembris 1656 Jan sone wijlen Jan Cornelis
Oirlemans ten behoeve de hl. geest eene rente van 2 gld. 10 st. sjaers
geconstitueert.
Soe bekent Mr. Willem Hendricx de Robemont als een van den
executeuren van den testamente van wijlen Dingeman Janssen, dat daermede ende mette peningen te voirens bij de executeuren ontfangen, dese geloefte is voldaen ende alsoe gecasseert. Actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35r en v]
van 10-01-1657 tot 09-02-1663     Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Lambert Lambert Claessen, wonende te Dongen, een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 9-2-1663 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 1]
van 20-02-1657 tot 14-04-1660     f.19
Jan Jan Cornelis Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 14-4-1660 ingelost is door Goossen Lenaerts van den Hove.

f.20
Steven Lenaertssen van den Hove en Goossen Lenaerts van den Hove bekennen Jan Jan Cornelis Oirlemans schadeloos te zullen stellen voor de schuldbekentenis van hem aan Claes Ghijsbert Claessen Buennen op heden.

Toelichting:
-------------
Steven en Goossen zijn 2 broers van zijn vrouw Agneesken Lenderts van den Hove.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 77f. 19 en 20]
Transport:
03-04-1634     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants
anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende,

gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het
Craenven,
oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen,
ende noirtwaert aen Vriendten stede.

Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete,
oistwaert aen erffenisse Corstiaen Jan Borsten,
zuijtwaert Cornelis Willemssen de Pruijser,
westwaert aen erffenis van Jan Janssen Oirlemans
ende noirtwaert de oude stede voorgeruert.

Ende noch de helft onbedeijlt in een parcheel lants groot anderhalff loopensaet ende seven roeden oft daeromtrent in den selven acker,
oistwaert aen erffenisse des voorst. Jan Janssen,
zuijtwaert Corstiaen
Jan Borsten,
westwaert ende noirtwaert aen erffenisse Jan Goijaerts kinderen.

Welcke helften van erffenisse voorst. hem transportant in de qualiteijt als voor bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn voor schepenen in Venloon opten 9e dach der maent junij int jaer ons heeren 1633,
gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begrepen staet,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven

den voorgen. Jan Janssen Oirlemans zijnen swaeger,
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte hem daer in der qualiteijt voorst. daer inne eenichssins competerende.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. Adriaen sone Cornelis Diercx van den Hove als
schulder principael op hem ende allen zijne ende zijnen voorst. huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdraegen ende overgeven den voorn. Jan Janssen Oirlemans vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich weder seggen. Ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken,

vuijtgenomen dat men hier vuijt naer grootte des lants naer luijdt der voorst. erfscheijdinge ende erffdeijlinge mede sal gelden in alle renten, chijnsen
ende pachten met recht daer van te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 73r/74v d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Adriaen Cornelis Diercx van den Hove, zijnen swaeger,
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens
goet gancbaer gelt gereet te betaelen,
ende dat ter causen van coop van seeckere parcheelen van erffenisse hem gelover bij den voorst. Adriaen op heden opgedraegen ende overgegeven.

Dies soe sal Jan Janssen ontfangen de huere der selver parcheelen
die daer aff ten oogst verschijnen sal.
Ende sal Jan de selve parcheelen aenveerden volgens de huurcedule met Geeridt Thonis gemaeckt. Testes et actum ut supra.

In marge:
Adriaen Cornelis bekent dese 250 gld. ten vollen ontfangen te hebben. Consenterende inde cassatie.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 71v/73 en f 73r/74v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
Verkoop:
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
03-07-1645     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 45v/46r d.d. 3-7-1645.

Jan Janssen Oirlemans heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschappe

te lossen alsulcke twee vierde gedeelten ombedeijlt in eene stede lants te weten een huijs, grondt, hoff ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende,
gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte
als Gielis ende Jan Iewaens gebroederen aen Joost Hermanssen vercocht ende opgedraegen hebben,
ende heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, alles te doen des een naederman is schuldich te doen.
Testes Dingeman Janssen et Ghijsbert Claessen. Actum 3e julij 1645.

Idem: Jan heeft op verbant als voor Joosten Hermanssen, coopere te indemneren,
costeloos ende schadeloos te houden ter saecken van den geloefte bij hem
overcoop van den voorst. vierde gedeelten inde stede lants voorst. gedaen. Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Jan Jansen Oirlemans koopt met recht van naasting de helft van een huis op de Vaert (in Kaatsheuvel).
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.45v]
van 24-04-1649 tot 21-01-1650     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 182v d.d. 24-4-1649.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans

heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naerderschap te lossen
dese parceelen van erffenisse met het huijsken daerop staende

ende heeft op hem ende allen zijnen goederen hebbende ende vercrijgende geloeft alles te doen des een naederman is schuldich te doen.

Alles sonder arglist.

Testes Dingeman Janssen er A. van den Hove.
Actum 21 januarij anno 1650.

Idem Joes promisit etc. Testes et actum ut supra.
Consig. eenen gouden philippus gl. met eenen schellinck sub. Dingeman Janssen

Toelichting:
-------------
Recht van naarderschap, recht van naasting = degene die dit recht bezit mag het verkochte goed overkopen.
Getuige A. van den Hove is Adriaen Cornelis van den Hove, getrouwd met zijn zus Lijsbeth.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 182v]
Getuige bij:
30-11-1630     kerkelijk huwelijk Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den Hove (ovl. vóór 1651) en Lijsbeth Oirlemans (geb. 1613) [zie 256,II]    [broer bruid]   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r]
Jan trouwde op zaterdag 13 januari 1629 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123] met Agneesken Lenderts (Agnes) van den Hove (afb. 129 t/m 133), 19 jaar oud, nadat zij op woensdag 27 december 1628 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Trouwboek 1624-1648 blad 123]. Bij de ondertrouw van Jan en Agnes waren de volgende getuigen aanwezig: Theodorus Cornelii en Guilelmus Matthei.
Notitie bij het huwelijk van Jan en Agnes: Bij het huwelijk zijn de getuigen voor mij slecht te lezen. Ik kom op Leonardus Geertolini (?) en Mr. Guilelmo Ludovicus Custade (?).
Agnes is een dochter van Leonardus Gosuinus (Leendert, Lenaert) van den Hove en Antonetta Johannis (Anthonisken) Stevens. Zij is gedoopt op zondag 11 oktober 1609 in Oisterwijk [bron: Oisterwijk Inv. 1 Doopboek 1597-1610 f. 66]. Bij de doop van Agnes waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Lamberti en Henrica Pauli. Agnes is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 59 jaar oud.
Afstand:
16-01-1654     Samenvatting:
----------------

De erfgenamen van Leendert Goossen van den Hove en Antonisken Jan Stevens doen afstand van een hooij- en weiland van 2 morgen groot in Baardwijk,
ten gunste van Adriaen Gerit Cornelissen Couwenberch op 16 januari 1654.

Zoon Goossen is present, ook namens zijn broers en zussen, zijn stiefvader Willem Eelants van Spaendonck, op basis van een procuratie, afgegeven op 6 mei 1653 door de schepenen van Venloon.

Toelichting:
------------

Wie is de begunstigde, heeft hij iets te maken te maken met de familie?

Adriaen Gerit van de Couwenberch is de 2e man van Lijsbeth Jan Cornelis Oerlemans.
Lijsbeth is een zus van Jan Jan Oerlemans, getrouwd met Agneesken van den Hoven.
Waarom de familie afstand doet, waarom ze hem dit gunnen, weet ik niet.

Over het stuk land:

Met een grootte van 2 morgens. De Bossche morgen was 9930 m2, dus bijna een hectare. Weet niet zeker of in Baardwijk ook met deze maateenheid gerekend is. Maar wel een behoorlijk stuk land.

De locatie van het hooi of weiland: over de Hoogeindse Wetering, tussen de Fra Camp en land van het convent van de Doncq, vanaf de Hoogeindse Wetering tot aan de Hool Graeve toe.
Helaas ben ik te weinig bekend met Baardwijk. De kaart van Baardwijk van 1866 geeft mij geen aanknopingspunten.

Transcriptie:
---------------

Compareerde voor de ondergeschreven Schepenen der Heerlicheijt van Baardwijck,

Goossen Lenaertsen van Hooff, woonende binnen de jurisdictie der heerlicheijt van Venloon, dat men noempt Loon op Zant, soo voor hemselve,
als mede voor soovele des noot sij last ende procuratie hebbende van

Willem Eelants van Spaendonck, naegelaten weduwer wijlen Antonisken Jan Stevens dochtere, die voortijts huijsvrouwe was van wijlen Lenaert Goossens van den Hove,

.. gedaen van Steven, ende Jan, gebroeders, zonen wijlen Lenaert ende Antonisken voorgenoempt,

oock van Jan Janssen Oerlemans, als man ende momboir van Agneesken (van den Hove), sijn huijsvrouwe,

ende Meerten joosten van Cuyck, als man ende momboir van Maeijken de jonge, sijnen huysvrouwe, gesusteren, dochteren des voorsegden wijle Lenaerts ende Antonisken,

mede van Wouter Laureijssen, naegelaten weduwer wijen Maeijken de Oude, oock dochtere des voorschreven Lenaerts ende Antonisken, soo in dien qualiteijt voor hen selven, als mede hen fort ende sterckmaeckende voor sijne vijf onmondige kinderen, bij hem ende de voorschreven wijlen Maeijken de Oude tesaemen verweckt,

ende van de voorschreven Steven Lenaerts van den Hove ende Gijsbrecht Hendricxsen, als wittige momboir van de onmondige kinde van wijlen Lijsken, insgelijcken, dochtere des meergenoemden wijlen Lenaerts ende Antonisken, verweckt bij Hendrick Hendrick Hendricxen,
int bij wesen ende overstaen van den selven Hendrick, vader van desselven onmondige kinde,
ende oock dieselve Hendrick als naegelaten weduwer van de voorschreven wijlen Lijsken voor hemselven,

wesende dieselve procuratie voor Peeter Corstiaenssen ende Cornelis Claessen Bastaers, Schepenen in Venloon gepasseert, ende door Koomans in absentie van de Secretaris als Substituyt gestipuleert, in date den sesten meij des voorleden Jaers 1653,

ons schepenen behoorlijcke geteeckent, ende besegelt gebleken,
ende heeft in dier qualiteijt wettelijck vetegen, bij maniere van pe..tatie ende erfmangelinge, sulcx hij doet bij desen

op seecker stuck hoy ofte weijlants, twee morgen of daeromtrent groot sijnde, gelegen onder de voorsegde van Baerdwijck over de Hoocheijntse Weteringe,
tusschen den fra camp (?) aende oistenzijde,
ende de erfenisse van t convent van de Doncq aen de westenzijde,
streckende van de voorsegde weteringe af noortwaert op totten hool graeve toe,

met alle dijcke, tuyen, sloot, maese ende weteringe, schouwen ende nabuerlijcke rechten daertoe ende over naer costume locael behooren, ende op alsulcke brieven ende voorwaerden
als daer egeen recht aen te behouden, of te vermeten in eniger manieren, soo geloofden den voorsegden comparant,
dese voorschreven erfenisse te vrijen gewaeren, nae de Rechte van de Lande,

als een vrij, eijgen erve ende een volboden,
op generael verbant daersijns comparants persoon ende goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende, soo in Hollant, Brabant als allonium elders gelegen, subjecten, dieselve alle Rechten ende Rechteren

om ofter naemales eenige pachten, renten, chijnssen, of andere calangien op quamen, bij den voornoemden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch in sulcken gevalle sijn guarand t’allertijt voor hem ende sijne naecomelingen daerachter verhaelen, als sijnde vrij lant,

uijtgenomen Dorps loop ende Commer ende Verpondinge,
die vandaer deses af voorthaen sullen blijven tot laste van den voorsegden Adriaen sone wijlen Gerit Cornelissen Couwenberch,
allen sonder arch oft list

ende in oirconde dese bij Schepenen van Baerdwijk.
Onderteeckent desen 16e Januari 1654,

Cornelis Peeterssen
Joost Janssen Kouenberch

getaxeert bij Schouth ende Gerechten op 450 f. (florijnen, guldens)
11 gulden - 5 stuijvers (40e penning)
  [bron: Baardwijk - Dorpsbestuur 1652-1667 Inv. 144 akte 47 f. 28v-29r scan 32]
Deling van goederen:
21-03-1652     Willem Eelants van Spaendonck, weduwnaar van Anthonisken Jan
Stevens,
sluit een overeenkomst met betrekking tot goederen met
Steven,
Goossen en
Jan,
Jan Jan Cornelis Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de oude,
Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de jonge, en
genoemde Steven met Ghijsbert Hendricxssen als voogden
over de onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en wijlen Lijsken,

allen zonen endochters van Lenaert Goossens van den Hove en genoemde Anthonisken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 39 en 40]
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
26-01-1679     Jan en Anthonij, tevens voor hun broer Marten, allen kinderen van Goossen Leenderts van den Hove en Commerken Jacobs, maken een boedelscheiding.   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 82 f. 68v - 69]
Transport:
van 11-04-1652 tot 20-10-1652     Folio 51
1. Steven,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen
Lenaert van den Hove,
3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met
Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Cornelis Janssen de Lepper.
11-4-1652

Folio 52
Cornelis Janssen Lepper bekent schuldig te zijn aan de kinderen van
Lenaert Goosens van den Hove en Anthonisken Jan Stevens een bedrag
van 83 gulden en 12 stuivers terzake van een transport op heden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 20-10-1652
ingelost is.
11-4-1652

Folio 52v
1. Steven en Jan,
2. mr Dierck Coomans, als gevolmachtigde van Goosen Lenaert van den Hove, 3. Maria Hendricxssen, gehuwd met Jan
Lenaerts,
4. Jan Janssen Oirlemans, gehuwd met Agneesken,
5. Wouter Laureijssen, gehuwd met Maijken de oude,
6. Marten Joosten van Cuijck, gehuwd met Maijken de jonge,
7. genoemde Steven en Ghijsbert Hendricxssen, als voogden over de
onmondige kinderen van Hendrick Hendricxssen en Lijsken,

allen kinderen van Lenaert Goossens van den Hoove en Anthonisken Jan Stevens, transporteren goederen aan Wouter Jan Wouterssen, wonende te Berkel.
11-4-1652
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 51 - 52 - 52v]
Kinderen van Jan en Agnes:
oirlemans_johannes_johannis__rk_gedoopt_op_21_april_1632_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_doopboek_1624-1648_blad_30v.jpg
134 Oirlemans Johannes Johannis, rk gedoopt op 21 april 1632 - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 30v
I. Johannes Johannis Oirlemans (afb. 134). Hij is gedoopt op woensdag 21 april 1632 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 30v]. Bij de doop van Johannes waren de volgende getuigen aanwezig: Guilielmus Elia en Gertrudis Guilelmi Verdiesen.
oirlemans_heijligerus_johannis__rk_gedoopt_op_15_november_1634_in_loon_op_zand_-_loon_op_zand_-_inv._2_rk_doopboek_1624-1648_blad_40.jpg
135 Oirlemans Heijligerus Johannis, rk gedoopt op 15 november 1634 in Loon op Zand - Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 40
II. Heijligerus Joannes (Heijliger) Oirlemans (afb. 135). Hij is gedoopt op woensdag 15 november 1634 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 RK Doopboek 1624-1648 blad 40]. Bij de doop van Heijliger waren de volgende getuigen aanwezig: Johannis Gerardi de Broechoven en Maria Johannis.
Notitie bij de geboorte van Heijliger: De naam van de moeder is er niet bij geschreven. Van de vader is Johannis Oirlemans geschreven. Andere ouders zijn ook nog mogelijk.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Lening:
05-01-1665     Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien
Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij
Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van
Esch, ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v]
06-02-1679     Peeter Joost Ghijsbrechts en Heijliger Janssen Oerlemans bekennen schuldig te zijn aan
de onmondige Jenneken, dochter van Henrick Willems Robemont en zijn 1e huisvrouw Lijsbeth Jans de Hert, een bedrag van 25 gulden en 10 stuivers terzake van geleend geld.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 10-2-1681 ingelost is
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 82 f70]
23-04-1680     Heijliger Jans Oerlemans bekent schuldig te zijn aan Peterken
Teunis, weduwe van Andries Jansen van Wijnsouwen, een bedrag van 50
gulden.
Lambert Bromani stelt zich borg.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f 34v]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
10-04-1673     Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Heijliger Jans
Oerlemans.

in de volgende akte:
Leendert Wouter Laureijs transporteert goederen aan Cornelis Jans
Oerlemans.

zijn zij broers? De vader van Cornelis Jans Oerlemans is Jan Cornelis Oerlemans (Schepenbank inv82 f 70 van 6 febr. 1679, waarin ook Gijsbert Jan Oerlemans als broer van Cornelis genoemd is)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 81 f 174]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Getuige bij:
18-10-1684     doop Hendrien Oerlemans (1684-na 1751) [zie 64,IV]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - Inv. 4 RK Doopboek 1671-1686 - Blad 78]
Heijliger trouwde met Heijlwigus Cornelis (Heijltje) van Esch. Heijltje is een dochter van Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix.
Deling van goederen:
24-12-1714     Arie van Esch,
Peter van der Schoot, geh.m. Jenneke van Esch,
Jan Gerit Claessen de oude, geh.m. Angenees (Heijligerus) Oerlemans, dochter van Heijltie van Esch,
Leendert Janssen Oerlemans, wed.v. Anneke van Esch,
Gelden van Esch,
Joost Vermutsert, wed.v. Cornelia van Esch,
kinderen van Gelden van Esch, allen

erfgenamen va Cornelis Ariens van Esch en Engeltie Hendrix, maken een boedelscheiding.
  [bron: Loon op Zand Schepenbank inv 89 f 113]
Lening:
05-01-1665     Aert Janssen de Meijer bekent schuldig te zijn aan Heijltien
Cornelis van Esch een bedrag van 100 gulden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 6-1-1668 bij
Heijliger Janssen Oirlemans, gehuwd met Heijltjen Cornelis van
Esch, ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 172v]
oirlemans_cornelius_johannis__rk_gedoopt_op_2_sept._1640_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._62.jpg oirlemans_cornelius_johannis__en_maria_petri_cauwenberchs_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_9_mei_1668_-_loon_op_zand_inv._3_trouwboek_1651-1671_f._117.jpg
136 Oirlemans Cornelius Johannis, rk gedoopt op 2 sept. 1640 - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 62
137 Oirlemans Cornelius Johannis, en Maria Petri Cauwenberchs trouwen voor de rk kerk op 9 mei 1668 - Loon op Zand Inv. 3 Trouwboek 1651-1671 f. 117
III. Cornelis Jan Oirlemans (afb. 136 en 137). Hij is gedoopt op zondag 2 september 1640 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 62]. Bij de doop van Cornelis waren de volgende getuigen aanwezig: Henrica Adriana en Adrianus Jacobi.
Deling van goederen:
15-03-1669     Samenvatting:
----------------
Heijliger en Cornelis, zonen van wijlen Jan Jans Oirlemans en
Agneesken Lenderts van den Hove, en Wouter Loureijs Wouters als
voogd van Lendert, ook zoon van voornoemd echtpaar, maken een
boedelscheiding.

Nummering:
-------------
In de pdf, horend bij dit inventarisnummer is de Oude nummering = 80 deel a 1-33, deel b 1-39v, deel c 1-52v gebruikt. Die staan er ook met potlood op, doorgestreept. Hier was dit folio 17-18.
De aktes hebben ook een originele nummering door de schrijver gemaakt. In dit geval is het akte 8.

Toelichting:
-------------
Wouter Loureijs Wouters is de zwager, de man van zus Maria Lenderts van den Hove de oude.

Transcryptie:
---------------
Kennende sij eenygenlijk dat op huyden dat deses voor schepenen onder genoemt in propere persoone is gecomen ende gecompareert,

Heijliger ende Cornelis gebroederen, sone wijlen Jan Jansen Oirlemans, waarvan moeder af was Agneesken Leenderts van Hove, ende
Wouter Loureijs Wouters als momboir van Lendert, sone wijlen Jan ende Agneesken voornoemt.
De Voorsegde Lendert alhier medepresent,

Diewelcke metten anderen hebben gemaect ende aengegaen seeckere erfdeeling ende scheijdinge ende deijlinge van de naervolgende erfelijcke goederen, mits het overlijden van gemelte voorsegde ouders eenichsints aengecomen sijn en der vuegen torme ende manieren hier naar beschreven volgende,

Overmits der welck die is de voornoemde Cornelis, den soone, te deele bevallen, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen:

* een stede, de huysinge ende gront vandien metten westens helft van den huysacker, in der vuegen ’t selve afgepaelt is, in ’t geheel 14 loopensaeten (3 hectaren) ofte . nochtans gestaen ende gelegen binnen de Heerlijckheijt van Venloon, ter plaetse genaempt het Craenven,
aldaer tusschen erfenisse Tomas Gerits Couwenberch cum suis westwaarts,
Wouter Loureijs Wouters noortwaerts,
Henrick Willem Meeus (cum suis oostwaerts, doorgestreept) ende ’t onmondich kindt van wijlen Teunis Jans Suenen oostwaerts,
ende de Heerenstraete suytwaerts.
* item noch ’t 4 weede ende 6 loth uijt ten westen is eenen acker saeylandts tegens over de huysinge, als suyt van de straete gelegen, in der vuegen groote deselve afgepaelt sijn, denselven acker in t geheel 12 loopensaeten (2,5 hectare) of . . nochtans .
aldaer tusschen erfenisse ’t weeskindt van Teunis Jans Suenen westwaerts,
’t hofken van deser erfgenaemen,
ende de erfenisse van erfgenaemen van den Corst Jan Borsten noortwaerts,
de erfgenamen Corst Jan Borsten cum suis suyt ende oostwaerts,

sijnde los ende vrij, uytgenoemn dat die oock Cornelis den soon, hier uyt saecke sal gelden ende voldaen het derde part van 30 gulden aen de H. Geest van Venloon, alsmede het derde part van des heeren chijns, die hier met recht is uytgaende.
Item noch te voldoen een schepenbrief van 250 gulden Capitael aen de erfgenamen Jan Engelbert Cannerts,
ende sal noch in vergelijckinge daerenboven noch moeten beealen aen Heijliger ende Lendert, sijne broeders ieder de somme van 175 . Ieder . van dien helft te betaelen 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse (1 oktober) daer naestvolgende, precies ende sonder interest.


Waertegens voornoemde Heijliger, den soon, bij blinde lothe, te deele bevallen is, ende sal deselve alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijck blijven possederen,

* eerstens de timmer van de Schuere ende de 2 suydenste eijcken boomen, staende op de grondt van het eerste loth, van Cornelis de soonstaende aen den westensijde van voorsegde schuere omme deselve schuere ende voorens te ruymen voor half meij eerstcoomende precies
* item noch de oostelijcke helft van den huysacker beneffens erfenisse van Henrick Willem Meeus ende ’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen
* item noch het 3e ende het 4e loth uyt westen, s. van den acker, in t geheel van omtrent 12 lopensaeten of ., gelegen tegens de voorgenoemde huysinge over aen suyt sijde van de straete, hier voorens in t 1e loth van Cornelis, den soon,

naer den uitgedruct sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Heijliger, den soon, hieruyt jaerlijks sal gelden ende voldoen is jaerlijks 30 gulden jaerlijks aen H. Geest van Venloon, als mede het 3e part van den heeren chijns die hier met recht is uytgaende.
item alnoch 200 gulden capitael aen de kinderen van Lendert Jans de Bont.
item 50 gulden capitael aen Bastiaen Peeter Jans.


Ende waertegens de voornoemde Lendert, den soon, in t bijwesen van voorsegde wouter, sijnen momboir, bij blinde lothe te deele bevallen is, ende sal deselven alsoo voor sijne portie hebben, houden ende erfelijk possederen:

* eerstens de timmer van ’t torfschop, verckenskoy ende brouwhuys, met noch de brouwerije gereetschap ende voorders toebehoort
* mitsgaders noch de noordensten eijcken boom, staende aen den westensijde van de schuere, met noch de eijcken boom , staende bij het brouwhuys, alle staende op de gronde van Cornelis, den soon. Hier voorens te deele bevallen omme deselve te ruymen voor half meij eerstcomende
* item een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 1 1/2 loopensaet of . Nochtans . gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voornoemt.
Aldaer tusschen de erfenisse Adriaen Peter van Gorcum westwaerts,
Cornelis Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen oostwaerts,
ende suytwaerts de heerestraete.
* item noch een parccheeltjen efenisse, genaempt de Corte Vooren, 1 1/2 loopensaet (0,3 hectare) of de . nochtans ., gelegen binnen de heerlijckheijt ende plaetse voorsegd,
aldaer tusschen de erfenisse de kinders Lendert Jans de Bont westwaerts,
de erfgenaemen van Denis Schelvischen suyt ende noortwaerts,
ende deser kinderen erfenisse oostwaerts.
* item noch een parcheeltjen erfenisse, genaempt de Corte Rugge, 2 lopensaet of . nochtans ,, gelegen binnen de Heerlijckheijt ende plaetse voorsegd
aldaer tusschen erfenisse de kinderen Lendert Jans de Bont westwaerts,
Adriaen Peter van Gorcum noortwaerts,
de erfenisse van deser kinderen oostwaerts,
ende de erfgenaemen van Denis Schelvisch suytwaerts.
* item noch het 1e ende het 5e loth uyt ten westen in den acker, eerste van 12 lopensaeten, gelegen aen den suytsijde van den straet, tegensover der voorgemelte huysinge, hier voorens int loth van Cornelis, den soon, doch staet te weten dat het 1e loth , maerder uytgedruct, van den acker, omtrent 1 1/2 hondt grooter is gelecht als de andere 5 lothen, ende dat om redenen.
* item noch een parcheeltjen erve, genamept de Hof, gelegen aen de suytsijde van de straete binnen de Heerlijcheijt ende plaetse voornoemt, aldaer tusschen erfenisse de kinderen van wijlen Cornelis Jan Borsten oostwaerts,
’t onmondich kindt van Teunis Jans Seunen westwaerts,
de erfenisse van deser deijlderen suytwaerts,
ende ’s Heerenstraete noortwaerts.

Sijnde los ende vrij, uytgenomen dat de voornoemde Lendert, den soon, hier uyt jaerlijks sal voldoen ende betaelen aen den H. Geest derde part in 30 gulden, als mede het 3e part van des Heeren chijns, die hier uyt met recht is gaende.
item noch 150 gulden capitael aen den H. Geest van Venloon.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Herman Aerdts tot Tilborch.
item noch 42 gulden capitael aen Wouter Loureijs Wouters.
item sal alnoch in vergelijckinge van cavelinge moeten betaelen aen Heijliger sijnen broeder, hier voorens bedeelt, de somme van 38 gulden, de ene helft te betalen van 1 april eerstcomende, ende de ander helft te Bamisse naestvolgende precies, sonder interest.
item 8 gulden aen Cornelis, sijnen broeder, den 1e april eerstcomende precis, sonder interest.

Voorts is tusschen de voorsegde condividenten wel expresseert, geconditioneert ende ondersproocken, dat ieder van sijn aengecaveld loth ofte parcheelen sal moeten onderhouden alle waterlaten soude mogen subject wesen.
Mede is tusschen de voorsegde deijlluyden ondersproocken, dat sij malcanderen sullen moeten wegen ende stegen ter naester velde ende minste schade.
Ende hebben de voorsegden condividenten hier mede de eene ten behoeve van den anderen aengecavelde deel, volcomente verstegen ende gerenuntieert met opdragen over geven, ende af gaen, daer toe behooren ende gewoonlijck sijnde.
Belovende de eerste 2 comparanten superse et omnia sua bonas habita et habenda (= boven en al zijn goederen worden vastgehouden),

ende de voornoemde Wouter Loureijs Wouters op verbintenisse van de goederen van Lendert, den onmondigen sone, dit .. opdragen, overgezet.

ende afgaen mitsgaders dese erfelijcke scheijdinge ende deijlinge altoos te houden in henne .. doen houden ende voor goet, vast ende onverbreckelijk van werden sonder eenich wederseggen ende allen Commer, Calangie ofte aentael hier voorens benoemt ieder op sijn engecavelde loth alsoo te voldoen ende betaelen dat de andere deijlsluyden daer van geen hinder ofte schade ende overcomen noch te worde gemaent ofte gemolesteert in eenige manieren.

uytgenomen dat de voornoemde deijlluyden sullen de achterstaende interesten der voorgemelte capitaele penningen malcanderen sullen helpen en afdragen ende voldoen tot 1e meij eerstcomende deses jaers ende alles verhalen commer hier voorens niet benoemt malcander ende pro rato te helpen afdoen ende betaelen sonder argelist.

Actum den 15e meert 1669.
Scabini Coomans ende Buemen
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 pg. 86-87 scan 102, 103, 104]
Transport:
29-05-1668     Jan Wouter de Oude, gehuwd met Leijsken Peters, transporteert
goederen aan Heijliger, Cornelis en Lendert Jans Oirlemans, broers.

Het gaat om 2 percelen zaailand op het Craenven. Het 1e perceel grenzend aan de broers.

Ze verplichten zich om jaarlijks 50 gulden te betalen aan de H. Geest van Venloon (ofwel voor de armenzorg), en nog 1 stuiver en 4 penningen in de Dorpslasten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 72 scan 88]
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
Cornelis trouwde, 27 jaar oud, op woensdag 9 mei 1668 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 3 Trouwboek 1651-1671 f. 117] met Maria Petri Cauwenberchs. Bij het kerkelijk huwelijk van Cornelis en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Robertus Grahame en Mr. Guilielmo de Robemont.
oirlemans_maria_johannis__rk_gedoopt_op_10_april_1643__dochter_van_johannis_oirlemans_en_agneesken_van_den_hove_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._79.jpg
138 Oirlemans Maria Johannis, rk gedoopt op 10 april 1643, dochter van Johannis Oirlemans en Agneesken van den Hove - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 79
IV. Maria Johannis Oirlemans (afb. 138). Zij is gedoopt op vrijdag 10 april 1643 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 79]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Judoci Antony en Mr. Guilielmy.
Notitie bij de geboorte van Maria: De meter kan ik niet goed lezen, eindigt op Goossens.
Maria is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 25 jaar oud.
oirlemans__elisabeth_joannis_joannis__rk_gedoopt_op_15_mei_1646__dochter_van_joannis_joannis_oirlemans_en_agnetis_leonardis_-_loon_op_zand_inv._2_doopboek_1624-1648_f._96_.jpg
139 Oirlemans Elisabeth Joannis Joannis, rk gedoopt op 15 mei 1646, dochter van Joannis Joannis Oirlemans en Agnetis Leonardis - Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 96
V. Elisabeth Joannis Joannis Oirlemans (afb. 139). Zij is gedoopt op dinsdag 15 mei 1646 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand Inv. 2 Doopboek 1624-1648 f. 96]. Bij de doop van Elisabeth waren de volgende getuigen aanwezig: Johanna Adriany, [waarschijnlijk] Maria Cornely Joannis Bove, Petrus Cornelii en Mr. Guilielmo de Robemont.
Notitie bij de geboorte van Elisabeth: Bij Meter Maria Cornely Joannis is alleen goed te zien Bo.. Dus niet zeker.
Elisabeth is overleden vóór vrijdag 15 maart 1669, ten hoogste 22 jaar oud.
Verponding:
van 1675 tot 1725     Samenvatting:
----------------
Jan Gerit Claessen de oude
van Heijliger Jansse Oerlemans
1/3 part uit een stede met land e akker, groot 16 loopensaet, 18 roeden
3 Pond 11 Stuivers 12 Penningen

Cornelis (zijn naam is er voorgezet) Leendert Jansse Oerlemans 1/3 part als den selven
van Geerit Cornelis Corstiaenssen
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

Peeter Adriaen Bastert
van Leendert Jansse Oerlemans en
Geerit Cornelis Corstiaenssen lant
noch van de erfgenamen Geerit Cornelis Corstiaensen nieuw lant
2 Pond 13 Stuivers 3 Penningen

De weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans 1/3 part
als noch van de weduwe Peeter Geeritse Couwenlaer
lant van de weduwe Corstiaen Jan Borsten
5 Pond 2 Stuivers 2 Penningen

De weduwe Peter Cornelis Oerlemans
van haar ouders oud en nieuw lant
en noch van de weduwe van Cornelis Jansse Oerlemans voor 1/2
3 Pond 15 Stuivers 9 Penningen

Toelichting:
------------
Een ordinair verpondingenboek werd voor langere tijd gebruikt, De waarden bleven gelijk.
Voor een precieze tijdbepaling dus niet echt geschikt.
Ik heb vanuit de omschrijving in het archief: Eind 17e eeuw - Begin 18e eeuw dit vertaald naar 1675-1725.
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 797 f. 51v]
VI. Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) Oirlemans, gedoopt op maandag 7 juni 1649 in Loon op Zand (zie 64).

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

oerlmans_jan_cornelis__koopt_een_hofstad_op_t_craenven_van_jan_fransse_vrindt_op_28_febr._1612_en_nog_3_percelen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._62r.jpg oerlemans_jan_cornelis__koopt_in_venloon_op_2_augustus_1615_een_moerbodem__en_van_denis_janssen_alle_heibodems__die_hem_aanbestorven_zijn_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._36r.jpg oerleman_jan_cornelis__koopt_van_jan_joosten_borsten_op_13_juni_1616_een_stuk_erfenis_op_het_craenven_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._35v.jpg oerlemans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_kopen_2_moerbodems__in_de_kerken_streek_op_3_november_1616_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._26r.jpg oerlemans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_kopen_2_moerbodems__in_de_kerken_streek_op_3_november_1616_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._26v.jpg oerlmans_jan_cornelis__en_willem_matheeus_jansse_zijn_106_gulden_schuldig_voor_de_koop_van_2_moerbodems_op_3_nov._1617_aan_jan_goiaerts_geritsse_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._27r.jpg
140 Oerlmans Jan Cornelis, koopt een hofstad op t Craenven van Jan Fransse Vrindt op 28 febr. 1612 en nog 3 percelen - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 62r
141 Oerlemans Jan Cornelis, koopt in Venloon op 2 augustus 1615 een moerbodem, en van Denis Janssen alle heibodems, die hem aanbestorven zijn - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 36r
142 Oerleman Jan Cornelis, koopt van Jan Joosten Borsten op 13 juni 1616 een stuk erfenis op het Craenven - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 35v
143 Oerlemans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse kopen 2 moerbodems in de Kerken streek op 3 november 1616 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26r
144 Oerlemans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse kopen 2 moerbodems in de Kerken streek op 3 november 1616 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26v
145 Oerlmans Jan Cornelis, en Willem Matheeus Jansse zijn 106 gulden schuldig voor de koop van 2 moerbodems op 3 nov. 1617 aan Jan Goiaerts Geritsse - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 27r
oerlmans_jan_cornelis_koopt_een_stede_met_huijs__schuur__schop__en_land_op_t_craenven_op_2_nov._1620_van_jan_fransse_vrindt_-__loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._121v.jpg oerlmans_jan_cornelis_koopt_een_stede_met_huijs__schuur__schop__en_land_op_t_craenven_op_2_nov._1620_van_jan_fransse_vrindt_-__loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._122r.jpg oerlmans_anthonisse_hendricksse__en_jan_cornelis_oerlmans__h._geestmeesters_tot_venloon_zeggen_op_6_juli_1622_peter_hendr._ameroijen_recht_op_dellen_toe_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._150v.jpg oerlmans_jan_cornelis__koopt_een_moer_of_heibodem_teneinde_het_crustat_op_15_oktober_1623_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f.169v.jpg oermans_joannes_cornely__overleden_op_19_augustus_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.163v.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._169v.jpg
146 Oerlmans Jan Cornelis koopt een stede met huijs, schuur, schop, en land op t Craenven op 2 nov. 1620 van Jan Fransse Vrindt - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 121v
147 Oerlmans Jan Cornelis koopt een stede met huijs, schuur, schop, en land op t Craenven op 2 nov. 1620 van Jan Fransse Vrindt - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 122r
148 Oerlmans Anthonisse Hendricksse, en Jan Cornelis Oerlmans, H. Geestmeesters tot Venloon zeggen op 6 juli 1622 Peter Hendr. Ameroijen recht op dellen toe - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 150v
149 Oerlmans Jan Cornelis, koopt een moer of heibodem teneinde het Crustat op 15 oktober 1623 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f.169v
150 Oermans Joannes Cornely, overleden op 19 augustus 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.163v
151 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v
oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._170r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._170v.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan__lijsken__lenaerden_en_adriaentken_op_27_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan_en_lijsken_van_hun_onverdeelde_deel_op_28_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171r.jpg oirlemans_jan_cornelis__overleden__deling_door_zijn_kinderen_jan_en_lijsken_van_hun_onverdeelde_deel_op_28_februari_1631_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f._171v.jpg oerlemans_jan_cornelis__en_ariaentken_mateus_-_hun_kinderen_en_willem_matheussen_verdelen_een_weiland_in_besoyen_op_19_febr._1630_-_besoyen_-_dorpsbestuur_inv._655_bl._174r_.jpg
152 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 170r
153 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 170v
154 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan, Lijsken, Lenaerden en Adriaentken op 27 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171r
155 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan en Lijsken van hun onverdeelde deel op 28 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171r
156 Oirlemans Jan Cornelis, overleden, deling door zijn kinderen Jan en Lijsken van hun onverdeelde deel op 28 februari 1631 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 171v
157 Oerlemans Jan Cornelis, en Ariaentken Mateus - hun kinderen en Willem Matheussen verdelen een weiland in Besoyen op 19 febr. 1630 - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r
besoijen_-_kadasterkaart_1832_-_minuutplan_-_gedeelte_blad_a_met_winterdijk__oude_straat__links_capelle__rechts_waalwijk.jpg joannis_adriana_matheus__overleden_op_19_sept._1625_in_loon_op_zand__echtgenote_van_johannis_cornelii_oermans_-_loon_op_zand_-_rk_overlijdens_1624-1650_f._165.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._64r.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._64v.jpg berchmans_matheus_jansse__over_rechten_en_erfdeling_door_zoon_willem_en_de_onm._kinderen_van_jan_cornelis_oirlemans_en_zus_adriaentken_op_20_juli_1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f._65r.jpg
158 Besoijen - Kadasterkaart 1832 - Minuutplan - gedeelte blad A met Winterdijk, Oude Straat, links Capelle, rechts Waalwijk
159 Joannis Adriana Matheus, overleden op 19 sept. 1625 in Loon op Zand, echtgenote van Johannis Cornelii Oermans - Loon op Zand - RK overlijdens 1624-1650 f. 165
160 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r
161 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64v
162 Berchmans Matheus Jansse, over rechten en erfdeling door zoon Willem en de onm. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans en zus Adriaentken op 20 juli 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 65r
256 Jan Cornelis Cornelis Oirlemans (afb. 140 t/m 156). Jan is overleden op dinsdag 19 augustus 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.163v scan 163].
Notitie bij overlijden van Jan: In deze periode 1624-1625 is de naam Oerlemans geschreven als Oermans. Joannes ofwel Jan komt als overleden voor in de akte van 22 januari 1626.
Notitie bij Jan: Hoe zit dat: wie is de vader van Jan, Lijsbeth en Lenaert, of eigenlijk, wie is hun opa?
===================================================

In de akten van 27 en 28 febr. 1631 is Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans genoemd, en ook Lijsken dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans, ook Lenaert en Adriaentken onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 12 maart 1639 heeft Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans geloeft als schulder principael
In de akte van 6 december 1639 geeft Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans als onderpand zijn stede op t Craenven.
In de akte van 16 januari 1642 is sprake van Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 10 april 1646 is sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 mei 1648 is ook sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 december 1648 ook Lenaerden wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 24 februari 1649 ook Lijsbeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 6 november 1652 van zijn zonen Jan en Lenaert, staat wijlen Jan Cornelis.


Later komt nog een Jan Cornelis (Peter) Oirlemans voor:

1. Op 27 januari 1651 leent Steven Lenaerts van den Hove 100 gulden aan Jan Cornelis Peeter Oirlemans, en die bekent op 28 jan. 1654 dat de schuld voldaan is.
2. Op 19 februari 1652 sluit Cathelijn Janssen Weerdt een overeenkomst ivm de nekslag, moord op haar man Adriaen Cornelis Oirlemans. De andere broers zijn genoemd, o.a. Jan Cornelis Oirlemans, ook zus Cathelijn Cornelis Oerlemans. Cathelijn is in andere akten genoemd als Cathelijn Cornelis Peter Oirlemans
3. Op 10 oktober 1654 transporteren de kinderen van Mayken Cornelis Peter Oirlemans een perceel akkerland met een streepje hei op ’t Craenven, en waarborgt Jan Cornelis Oirlemans de lasten op de akker. Op 26 augustus 1659 bekent hij, dat ook het geld voor 1 van de kinderen, Adriaentken, betaald is.
4. Op 21 november 1654 transporteert Jan Cornelissen Peter Oirlemans goederen.
5. Op 29 juli 1663 is Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, 100 gulden schuldig, en Jan Cornelis Oirlemans staat borg. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is. Er staat niet bij door wie.
6. Op 26 november 1647 is Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen. Verderop staat dat aanwezig zijn Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.
Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet. Aangezien er in de akte van 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.


Bij akte 1: Steven is een broer van Agneesken, met wie Jan Jan Cornelis Oirlemans getrouwd is. Geneigd om te denken dat er een familieband is met Jan Cornelis Peter Oirlemans, maar gezien bovenstaande vermeldingen van Jan wijlen Jan Cornelis Oerlemans, is dat twijfelachtig.
Bij akte 3: Mayken zou een zus kunnen zijn van Jan Cornelis (Peter), maar daar tot nu toe geen bewijs van gevonden. Bij akte 2 komt zij niet voor. Gevonden: Zij blijkt en halfzus te zijn.

Hoe zit dat, hoe kan dat?
Zou kunnen denken dat er nog een 2e Jan Cornelis Oirlemans is.

Gevonden: de 1e overlijdt op 19 aug. 1625, de 2e leeft nog lang daarna.
Dat is Jan Cornelis Peter Oirlemans, vaak afgekort tot Jan Cornelis Oirlemans of Jannen sone Cornelis Oirlemans. Dat gaf toen geen probleem, omdat er toen maar 1 was. Anders hadden de schrijvers wel steeds Peter, de opa’s naam, erbij gezet.
==================================================================================================================

Vervolg van de zoektocht:
-------------------------------

In een akte van 22 januari 1626 kom ik tegen:

Jan Cornelis Oirlemans, Cathalijn Cornelis Oirlemans, en Dierck Cornelis en Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, broers.

Het betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn.
In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en van 8 nov. 1642 waarin zijn zus Cathalijn Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt:

Jan zoon wijlen Iewaen Gielissen, verwekt bij dezelfde Iewaen en wijlen Catharina wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans (Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41).
Hier is niet alleen haar vader, maar ook haar grootvader genoemd.
Mogelijk is dat vermeld omdat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans voorkomt in die tijd.

Ik vind ook nog een Claes Cornelis Cornelissen Oirlemans, overleden na 1615. Mogelijk is hij ook nog een broer.

Daarmee is het antwoord op de vraag hierboven, wie de vader is van Jan , Lijsbeth en Lenaert: Jan Cornelis Cornelis Oirlemans.
En het antwoord op de vraag, wie hun opa is: Cornelis Cornelis Oirlemans de oude.

====================================================================================================================
Is er nog wat te vinden van Cornelis Cornelis Oirlemans de oude?
-----------------------------------------------------------------------------

In 3 opeenvolgende akten op 26 juli 1608 kom ik tegen:
Cornelis Cornelisse Oerlman: hij verkoopt zijn kindsdeel, 1/4 part in een erfenisse op de Efterlingh aan zijn zwager Adriaen Henrick Pauwels
Floris Hendrick Reijnen, als man van Ariaenke Claes Cornelisse Oerlman
Cornelis Cornelisse Oerlman als voogd van de weeskinderen van Ariaen Peter Verdiesen

In de akte van 6 januari 1568 kom ik tegen:
Floris Hendrickse, man van Anneke Cornelissen dochter
Adriaen Peter Verdiesen, man van Lijsken Cornelis dochter
Claesken Cornelissen met voogd
Cornelis Cornelissen absent

Claesken is getrouwd met Adriaen Henrick Pauwels.

Het is duidelijk dat de personen uit beide akten dezelfde zijn. Alleen in de akte van 1568 is de naam Oerlman of een variant daarop niet gebruikt.

Cornelis Cornelis Oerlemans de oude heb ik nergens aangetroffen met die toevoeging.
Wel Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge, namelijk op 22 januari 1626, bij de verdeling van zijn nalatenschap en die van zijn broer Dierck. Ook bij de verdeling op 29 september 1628, bij de verdeling van Anthonis Hendricx Oirlemans (de vader van Hendricxken, getrouwd met Dirck Cornelis Oirlemans).
Het lijkt er op, dat ter onderscheid alleen bij de zoon de toevoeging gemaakt is.

Van beide is geen overlijdensdatum bekend. Cornelis Cornelis Oirlemans de oude heeft bij de akte van 1608 nog een ontvangst van betaling gekregen op 4 januari 1620. Die lijkt dan nog in leven te zijn.
In de akte van 22 januari 1626 is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge overleden. In een akte van 16 december 1626 is bij de ligging van een akker op de Vaerte sprake van de erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge.


============================================================================================

Koppeling van deze 4 kinderen aan de groep aan de groep met Jan, Dierck, Cornelis en Cathelijn Cornelissen Oirlemans?
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het zou mooi geweest zijn als ze tesamen in een akte voor zouden komen. Ik heb die niet gevonden.

Via Cathelijn Cornelis Cornelissen is wel een verband te leggen, en ook door de erfenissen, goederen die verdeeld of verkocht worden, maar sluitend is het daarmee niet.

====================================================================================================================

Gebruik van de naam Oerlemans of een variant daarop?
-----------------------------------------------------------------

In de akte van 1568 is die naam niet gebruikt. Het zijn wel dezelfde personen als die in 1608, dan wel met Oerlman er bij.
Dan vraag ik mij af: is die aanduiding er ergens daar tussenin bijgekomen, of was die er al langer, alleen niet in de akte van 1568 vermeld?

Ik heb de akten in die tussenperiode bekeken, en de oudste is van augustus 1581. Toen werd Cornelis Cornelis Oirlemans 60 gulden afhandig gemaakt door Staatse soldaten.
Op 4 mei 1598 koopt Cornelis Cornelis Oirlemans moer van de jonkheer.
Op 26 mei 1600 is Cornelis Cornelis Oerlemans momboir van de kinderen van Adriaen Verdiesen.
Op 20 juli 1600 koopt Cornelis Cornelis Oerlmans een akker op de Vaertkant.
Ook in de vele akten daarna staat er steeds Oerlemans, Oerlmans, Oerlman, Oirlemans bij.


====================================================================================================================
Gebruik van de naam Oermans:
------------------------------------

De achternaam van Johannis (Jan Cornelis Oirlemans) bij het overlijden van zijn vrouw Adriana is Oermans.
Op de 20e september overlijdt Petrus, zoon van Corneli Oermans, ook zo geschreven.
Op 9 april 1633 overlijdt Adriana Johannis Oirlemans, dan weer zo geschreven.

In de jaren 1624 en 1625 gebeurt dat vaker, gezien bij dopen en bij overlijdens.
Functie:
06-07-1622     Heilige Geestmeester (Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 150v d.d. 6-7-1622.

Anthonis Hendricksse Oerlmans ende Jan Cornelisse Oerlmans Heijlige geestmeesters der heerlich. Venloon,

allen alsulcke actie, recht ende toeseggen als Peter Hendrickxsse Ameroijen is competerende ende toebehoirende

in seeckere dellen gelegen onder suijdt hollant, hebben de voirst. Heijlige Geestmeesters in voirst. qualiteijt wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven
Willem Arijenaaense Hoeijmeier, ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Antonis Hendricxsse ende Jan Cornelisse onder verbant van des voirst. Heijlige Geest goederen, dit opdragen, overgeven, vertijen ende affgaen den voirst. Willem Arijensse altois vast ende van waerden te houden.

Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse den 6e julij 1622.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 150v]
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Schuld:
van 11-03-1614 tot 20-08-1615     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Cornelisse belooft zijn vader Cornelis Cornelisse 192 gulden en 5 stuivers te betalen voor 2 perceeltjes moer.

Zijn vader heeft nog meer percelen verkocht.

Toelichting:
------------
De akten zijn van dezelfde dag, en hoewel in de akte van de zoon geen Oerlman genoemd is, zal het hier wel om gaan, gezien de vernoemingen in de akten ervoor.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r d.d. 11-3-1614.
Geraert Hendricxen ende met hem Ariaen Jan Ariaens ende Ariaen Jansse van Hemert als borghen hebben geloift
Cornelis Cornelisse Oerlman de somme van 145 gld. 8 st.
te betaelen in vier termijnen elcke termijn 36 gld. 7 st. waer aff den iersten termijn verschijnen sal paesschen 1615, ende soo van paesschen tot paesschen tot volder betalingen.

Ende dat ter causen van coop van een luepensaet 4 roijen 5 voeten moeren, gelegen in den wagenmoer van den Egmont.

Daer voor verbijnende die voirst. gelovende hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, roerende ende onroerende, ende stellen den selven moer, torven daer aff komende tot hypotheecq ende waerborch.
Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 11e mert 1614.
Jan Jansse voor Aentken Faessen zijn moeder.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r/130v d.d. 11-3-1614.
Thuenis Thuenisse heeft geloift Cornelis Cornelis Oerlman

de somme van 115 gld. 19 st. te betaelen ut sup. in vier termijnen, elcken termijn 28 gld. 19 st. 3 oirt
ter causen van een luepensaet en 2 roijen moers,
wesende ter oirsaecken van den dijck hen 2 roijen min gereckent, daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Jan Fransse Vrindt ende met hem Handrick Goossen als borge hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 126 gld. 13 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcken termijn 31 gld. 13 st. 6 penningen,
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijnende ut sup.
Testes et actum ut sup.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Steven Meeusse ende met hem Handrick Thonis ende Cornelis Jacops als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman
de somma van 142 gld. 7 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcke termijn 35 gld. 11 st. 3 oirt 2 penningen
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra.


In marge: bevonnist ter goeder rekening in judictie den 20e augusti 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.

Jan Cornelis Cornelisse heeft geloift Cornelis Cornelisse zijnen vader
de somma van 192 gld. 5 st.
te betaelen in vier termijnen, elcke termijn 48 gld. 1 st. 1 oirt,
waer aff den ierste termijn verschijnen sal paesschen 1615

ter causen van twee parceelkens moers,
het een groot 36 roijen, 5 voet, 10 duijm,
het andere 37 1/2 roijen.

Daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 130v]
van 03-11-1616 tot 13-11-1617     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 27r d.d. 3-11-1616.

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse (Berchmans)

hebben gelooft Jan Goiaerts (Geritsse) metten zijnen de som van 106 gld. en 11 st. tot 20 st. den gld. gereckent,
te betalen in twee termijnen,
den eene termijn gereet, den tweede ende lesten over een jaar den 3e november 1617
ter causen van coop van twee moerbodemen

daar voor verbindende die voorst. Jan Cornelis ende Willem Matheusse, hennen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellenden den voorst. bodemen tot hypotheecq ende waerborch.

Ende is Matheus Jansse (Berchmans) hunnen vader daer voor borgen gebleven, den welcke zij gelooft hebben costeloos ende schadeloos te houden. Onder gelijcke verbijntenissen.

Testes et actum ut supra.
In marge: Jan Goiaerts metten sijnen hebben bekent van dese gelofte voldaen ende betaelt te zijn, den 13e november 1617.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 27r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
Verkoop:
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
15-04-1610     Pdf Inv.nr. 61, folio 87v d.d. 15-4-1610.

Jan Arijensse Suenen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelisse Oerlmans
eenvierendeel in eenen heijbodem geleghen binnen der heerl. Venloon opt Craenven,
oostwaerts Jan Joosten Borsten,
suijdtwaerts den bodem,
westwaerts het Craemse sandt,
noorden Jan Joosten, Praser Willemse ende Jan Goorts cum suis, alsoo hij seede.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck enderecht is.
Gelovende etc. dit opdragen ende overgeven den voirn. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden.

Testes scabini, Dingenman Jansse ende Cornelis Cornelisse Oirlmans
den 15e april 1610.

Toelichting:
-------------
Jan Arijensse Suenen is later (na 19 augustus 1625) de voogd over de kinderen van Jan Cornelis Oerlemans, ook wel geschreven als Jan Adriaen Zuenen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 87v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 28-02-1612 tot 30-11-1620     Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 62r d.d. 28-2-1612.

Jan Fransse Vrindt heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
seeckere parceelen landts geleghen binnen de heerl. Venloon opt Craenven,

in den iersten een hoffstadt,
oostwaerts aen erffenisse Denis Jansse,
suijdtwaerts des heeren straet,
westwaerts Denis Jansse voirst. ende Jan Joosten Borsten ende
noorden aen erffenis Cornelis Ariaens.

Het tweede ende derden parceel
oostwaerts aen erffenisse Jan Cornelis Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende noortwaerts Denis Jansse voirst. ende
westwaerts den vercopere.

Het vierde ende lesten parceel
oostwaerts den copere,
suijdtwaerts Denis Jansse voirst.
westwaerts den vercopere ende
noortwaerts Cornelis Arijense voirst.

Te samen groot vier lueopensaet ende vijfentwintichhalf roeij.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven etc.

Gelovend die voirst. Jan Franssen Vrindt onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomene
etc. ende de voirst. parceelen landts te vrijen ende te waeren ende alle calangie van sijent weghen aff te doen gehelijck.

Uijtgenomen dat den copere jaerlijcks daer vuijt betaelen sal
elff penningen in des heeren van Loons chijns,
elffhalf kan rogghen aen den heijlige geest tot Loon,
vierenhalf kanne rogghen en een kan min offte meer onbegrepen, aen den kusterije tot Loon
ende vier stuijvers ende een halff blanck aen Ariaen Aert Arijaensse Oerlman.

Testes scabini Dingenman Jansse ende Cornelis Dircxen den 28e
februari 1612.


Item: Jan Cornelis Oerlmans heeft Jan Fransse Vrindt geloift volgens de coopcedule ende heeft gestelt het selven goet tot
waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te zijn den lesten november 1620.

Toelichting:
-------------
Op 27 februari 1631 verdelen de kinderen de goederen van hun vader Jan Cornelis Oerlemans. Dan is de Jan Vrients stede genoemd, en valt ten deel aan Lenaert en Adriaentken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 62r]
20-11-1612     Pdf RAT. Loon op Zand. R 62 f 121v/122r d.d. 20-11-1612.

Jan Joost Borsten ende Denis Jansse hebben gesamenderhant wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
twee en twintich roijen landts in twee parceelen binnen de heerlich. Venloon opt Craenven geleghen.

Het iersten parceelken
oostwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst.
suijdtwaerts des heeren straet,
westwaerts Jan Joost Borsten
voirst. ende noortwaerts Cornelis Arijens.

Het tweede parceelken
noortwaerts, oostwaerts ende suijtwaerts Jan Cornelis Oerlmans voirst. ende westwaerts Jan Fransse Vrindt.

Ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Joosten ende Denis Jansse onder verbant van hennen persoonen ende goederen, present ende
toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden.

Behoudelijck dat hij daer vuijt gelden ende betaelen sal de pachten ende chijnsen met recht daer vuijtgaende.

Testes, Cornelis Dircksse ende Ariaen Huijbertsse den 20e november 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 121v/122r]
02-08-1615     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615.

Dingeman Janssen, Denis Janssen, Jan Franssen en Jan Joosten Borsten hebben gesamenlijk verkocht aan
Jan Cornelis Oerlemans
een moerbodem, ca. 40 roeden gelegen in Venloon

aan de zuijdenzijde den custerboom,
oistwaerts de erfgename van Jan Peter Gijben,
suijtwaerts Jan Quirijn Geritssen, en Cornelis Arijaens,
westwaerts Willem ende Denis Everden en
noirtwaerts Gerrit Gerritse de Groot.

Idem folio 36r.
Denis Janssen heeft verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans

sijne gerechte helft in alle die heijbodems, gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn d.d. 2-8-1615.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 36r d.d. 2-8-1615.

Denis Janssen heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan Jan Cornelis Oerlemans sijne gerechte helft in alle die heijbodems,

gelegen in de heerlijkheijt Venloon, soo die hem van sijnen ouders aenbestorven sijn ende heeft ze hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voorst. Denis Jansse onder verbintenisse van zijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
in de 1e akte staat als datum 2 augustus 1615. De akte staat tussen allemaal akten van 1616. Mogelijk is het een verschrijving.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 36r]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
13-01-1616     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 35v d.d. 13-1-1616.

Jan Joosten Borst heeft wettelijck ende erffelijck verkocht Jan Cornelis Oerlemans

een stuck erffenis gelegen binnen der heerlijckheijt Venloen opt Craenven,

oostwaerts Jan Cornelisse copere,
suijtwaerts des heerenstraet,
westwaerts ende noortwaerts Cornelis Arijaensse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voorst. Jan Joosten onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelis altois vast ende van waerden te houden ende het voorst. stuck erffenisse te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangien af te doen gheelijck.

Testes, Cornelis Cornelisse ende Dingeman Jansse den 13e januari 1616.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 35v]
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 02-11-1620 tot 02-11-1621     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 121v/122r d.d. 2-11-1620.

Jan Fransse Vrindt als man ende momboir van Dirckxen Jans dochter sijne huijsvrouw heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans

eene stede, huijs, schuer, scob ende erffenisse soo groot ende kleijn als de selven gelegen is binnen de heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt opt Craenven

aen den noorden sijde van de straet tusschen erffenisse den voirst. Jan Cornelis Oerlmans copere mette sijnen aen den oostenzijde, ende
Cornelis Ariaen Cornelisse aen de westenzijde,
streckende van des heeren straet noortwaerts totte duijcxhoeve

waervan deen helft den vercopere bij versterff van sijnder voirst. huijsvrouwe wegen aengecomen is, ende dander helft bij coope van Adriaen Netten vercregen heeft soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gerwoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Fransse Vrindt onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Cornelisse altois vast ende van waerden te houden ende het voirst. goet van sijnen twegen te vrijen ende te waeren.

Behoudelijck dat den voirst. copere jaerlijcks daer vuijt gelden ende betaelen sal een smael hoen ende twee peningen in des heeren van Loon grontchijns.

Item drij vaten rogghe den h. geest tot Loon ende negen ende een halff kan der kusterijen aldaer.
Testes Dingenman Janssen ende Cornelis Cornelisse Oerlmans den 2e november 1620.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620.

Jan Cornelis Oerlmans heeft geloift Jan Fransse Vrindt
de penningen die sullen overschieten de wettige schulden betaelt sijnde, te voldoen ende te betaelen tot pincxteren ierstcomende.

Daer voor verbijndende etc. ende stellende etc.
Testes et actum ut supra.

In marge: Jan Fransse Vrindt heeft bekent van dese geloifte voldaen te wesen den lesten november 1621.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 122r d..d. 2-11-1620.

Dingenman Jan Joosten heeft het bovengeschreven goet dat Jan Cornelis Oerlmans van Jan Fransse Vrindt gecocht heeft vernaerdert ende heeft etc.

Testes, Cornelis Cornelisse ende Jan Wouters. Actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 121v/122r]
15-10-1623     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v d.d. 15-10-1623.

Jan Quirijn Geritsse ende Jan Wijnants hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Cornelis Oerlmans
eenen moer ofte heijbodem gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetse genoempt teijnden de Crustat,

oostwaerts aen erffenisse Cornelis Ariaen Cornelisse suijdtwaerts, … westwaerts Gerit Cornelis Arijens ende
noortwaerts aen erffenisse Peter Huijben kijnder.

Ende hebben het hem opgedragen ende geloift te waeren voor eenen penning in des heeren grontchijns.

Testes, Willem Jansse ende Dingenman Jansse.
Actum den 15 october 1623.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f.169v]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Jan trouwde met Adriana Matheus Jansse (Ariaentken) Berchmans (afb. 157 t/m 162). Ariaentken is een dochter van Matheeus Janse Berchmans en Jenneke Lenaert aen ’t Sant. Ariaentken is overleden op vrijdag 19 september 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK overlijdens 1624-1650 f. 165].
Notitie bij Ariaentken: De achternaam van Johannis is hier Oermans. Op de 20e september overlijdt Petrus, zoon van Corneli Oermans, ook zo geschreven. op 9 april 1633 overlijdt Adriana Johannis Oirlemans, dan weer zo geschreven.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Kinderen van Jan en Ariaentken:
I. Jan Jan Cornelis Oirlemans (zie 128).
oirlemans_elisabeth_johannis__en_adriany_cornelii_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_30_november_1630_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1524-1651_f._42r.jpg oirlemans_elisabeth_joannis_cornely__rk_gedoopt_op_30_september_1613_-_loon_op_zand_-__inv._1_doopboek_1608-1624_f._25v.jpg oirlemans_elisabeth_johannis__en_adrianus_gerardi_cauwenberch_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_25_januari_1651_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1524-1651_f._185v.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._77r.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._77v.jpg oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._78r.jpg
163 Oirlemans Elisabeth Johannis, en Adriany Cornelii trouwen voor de rk kerk op 30 november 1630 - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r
164 Oirlemans Elisabeth Joannis Cornely, rk gedoopt op 30 september 1613 - Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 25v
165 Oirlemans Elisabeth Johannis, en Adrianus Gerardi Cauwenberch trouwen voor de rk kerk op 25 januari 1651 - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v
166 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r
167 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77v
168 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 78r
oirlemans_elisabeth_jan_cornelis__ook_haar_7_kinderen_van_adr._corn._diericxssen_van_den_hove_en_adr._geeridt_corn._cauwenberchs_op_10_febr._1651_huw.voorw._-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._78v.jpg hove_adriaen_cornelis_diercx_van_den__ontvangt_de_belofte_van_henrick_cornelis_willem_weerts_voor_de_schuld_van_50_gulden_op_27_febr._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156v.jpg
169 Oirlemans Elisabeth Jan Cornelis, ook haar 7 kinderen van Adr. Corn. Diericxssen van den Hove en Adr. Geeridt Corn. Cauwenberchs op 10 febr. 1651 huw.voorw. - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 78v
170 Hove Adriaen Cornelis Diercx van den, ontvangt de belofte van Henrick Cornelis Willem Weerts voor de schuld van 50 gulden op 27 febr. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 63 f. 156v
II. Elisabeth Jan Cornelis (Lijsbeth) Oirlemans (afb. 163 t/m 169). Zij is gedoopt op maandag 30 september 1613 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 25v]. Bij de doop van Lijsbeth waren de volgende getuigen aanwezig: Henrica Cornely en Joannis Joannis.
Notitie bij de geboorte van Lijsbeth: Bij de doop is geen Oirlemans vermeld, ook niet de naam van de moeder. De doop is daarmee niet helemaal zeker.
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
Transport:
03-04-1634     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 71v/73r d.d. 3-4-1634.

Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

de helft onbedeijlt in een parcheel eckerlants
anderhalf loopensaet ende vijff roijen int geheel begrijpende,

gespleten van de oude stede gecomen van zijns transportants huijsvrouwe vader,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het
Craenven,
oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denijs Janssen ende haere kinderen,
ende noirtwaert aen Vriendten stede.

Noch de helft onbedeijlt van een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije lants in eenen acker lants gelegen aldaer aen de zuijdenzijde van sheerenstraete,
oistwaert aen erffenisse Corstiaen Jan Borsten,
zuijtwaert Cornelis Willemssen de Pruijser,
westwaert aen erffenis van Jan Janssen Oirlemans
ende noirtwaert de oude stede voorgeruert.

Ende noch de helft onbedeijlt in een parcheel lants groot anderhalff loopensaet ende seven roeden oft daeromtrent in den selven acker,
oistwaert aen erffenisse des voorst. Jan Janssen,
zuijtwaert Corstiaen
Jan Borsten,
westwaert ende noirtwaert aen erffenisse Jan Goijaerts kinderen.

Welcke helften van erffenisse voorst. hem transportant in de qualiteijt als voor bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn voor schepenen in Venloon opten 9e dach der maent junij int jaer ons heeren 1633,
gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begrepen staet,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven

den voorgen. Jan Janssen Oirlemans zijnen swaeger,
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte hem daer in der qualiteijt voorst. daer inne eenichssins competerende.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. Adriaen sone Cornelis Diercx van den Hove als
schulder principael op hem ende allen zijne ende zijnen voorst. huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdraegen ende overgeven den voorn. Jan Janssen Oirlemans vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich weder seggen. Ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken,

vuijtgenomen dat men hier vuijt naer grootte des lants naer luijdt der voorst. erfscheijdinge ende erffdeijlinge mede sal gelden in alle renten, chijnsen
ende pachten met recht daer van te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 66 f 73r/74v d.d. 3-4-1634.

Jan Janssen Oirlemans heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen,
hebbende ende vercrijgende,
Adriaen Cornelis Diercx van den Hove, zijnen swaeger,
de somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens
goet gancbaer gelt gereet te betaelen,
ende dat ter causen van coop van seeckere parcheelen van erffenisse hem gelover bij den voorst. Adriaen op heden opgedraegen ende overgegeven.

Dies soe sal Jan Janssen ontfangen de huere der selver parcheelen
die daer aff ten oogst verschijnen sal.
Ende sal Jan de selve parcheelen aenveerden volgens de huurcedule met Geeridt Thonis gemaeckt. Testes et actum ut supra.

In marge:
Adriaen Cornelis bekent dese 250 gld. ten vollen ontfangen te hebben. Consenterende inde cassatie.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 71v/73 en f 73r/74v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Lijsbeth:
(1) trouwde, 17 jaar oud, op zaterdag 30 november 1630 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 42r] met Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den Hove (afb. 170). Bij het kerkelijk huwelijk van Lijsbeth en Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus van Dutten en Jan Jan Cornelis Oirlemans (ovl. vóór 1669) [zie 128] [broer bruid].
Notitie bij het huwelijk van Lijsbeth en Adriaen: Johannes Johannis Oirlemans zal haar broer zijn.

Ze is met dispensatie getrouwd. Het woord na cum dispensatione kan ik niet lezen. moleijk heeft dat met haar leeftijd te maken. Als de doop klopt, is ze bij trouwen 17 jaar.
Adriaen is een zoon van Cornelis Diercxssen van den Hove. Adriaen is overleden vóór vrijdag 10 februari 1651.
Huwelijkscontract:
03-02-1630     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 157v/158v d.d. 3-12-1630.

Wij Dierck Raessen van Grevenbroeck ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen der heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcken, certificerende voor de gerechte waerheijt hoe dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in henne propere persoonen

de eersaeme Adriaen sone wijlen Cornelis Dierck Franssen,
geassisteert met Cornelis Sijmens ende Laureijs Jan Spijckers zijne oomen ende momboirs, ende
Lucas Caerl Willemsse de Pruijser zijnen swaeger ter eenre, ende

Elizabeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans geassisteert met
Jan Janssen Oirlemans haeren broeder ende
Jan Adriaen Zuenen ende Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans haere momboirs ter andere zijnden.

De voorst. Adriaen ende Elizabeth tegenwoich jonge oft ierstgehouwde beddegenoten, de welcke om te verhueden alle questien, cauillatien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen de vrienden van den ierst afflijvigen ende den lancxtlevende van hen beijde oft bij afflijvicheijt deselffs lancxtlevende tusschen zijne oft haere vrienden souden moegen opstaen ende gerijsen,

hebben naer rijpe deliberatie ende met volcomen consent ende advijs van den voorst. momboirs ende vrienden gemaeckt ende gesloten dit tegenwoirdich contract ende dat in vuegen, manieren ende onder de conditien hiernaer volgende.
In den iersten is gecontioneert dat elck de voorst. beddegenoten tot subsidie ende onderstandt van den houwelijck bij hen alreede aengevangen, sal innebrengen allen ende een ijegelijcken henne goederen, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn off bevonden sullen wordden, het sij in Brabant, Hollant oft elders.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Adriaen off Elizabeth deser werelt geraeckten te overlijden, sonder wettige levende geboirte staende desen houwelijck van hender beijde lijffne geprocreert te hebben, oft dat het kindt oft kinderen bij hen tsaemen verweckt voer zijne oft henne mondige daegen oft aleert tot wettige geapprobeerden staet te comen quamp oft quamen afflijvich te wordden,

soe sullen de voorst. erffelijcke goederen die deen oft dander bij versterff van vrienden staende desen houwelijck souden moegen aencomen,

succederen ende devolueren aen den zijde van daer zij gecomen zijn, dan de haeffelijcke goederen mette erffelijcke ende erffhaevelijcke goederen duerende desen houwelijck te conquesteren ende te veroveren sullen wesen ingevalle als voor halff ende halff.

Wel verstaende nochtans soe sal de lancxtlevende van de voorst. beddegenoten ingevalle van egeene blijvende geboirte als boven verbetert wesen ende aen hem oft haer van de gereetste goederen des ierststervende vuijt gereijckt wordden de somme van tweehondert ca. gld. eens goet gancbaer gelt,
ende sal de lancxtlevende alsdan daermede naer luijdt ende vermellens deser schuldich ende gehouden wesen affstandt te doen van de voorst. goederen des ierststervende.

Alle welcke poincten, conditien ende clausulen de voorst. comparanten malcanderen geloeft hebben ende geloven midts desen vast, steedich ende van weirden te houden, sonder daer tegens te doen oft comen doen doen, off doen comen het sij in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, renuncierende tot dijen de selve comparanten op alle beneficien ende rescissien oft andere die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen.

Allet sonder argelist.
Ende des toirconden etc. opten 3e decembris 1630.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 157v/158v]
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
Transport:
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
(2) trouwde, 37 jaar oud, op woensdag 25 januari 1651 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v] met Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberch, nadat zij op zaterdag 7 januari 1651 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v]. Bij het kerkelijk huwelijk van Lijsbeth en Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Guilielmus de Robemont en Leendert Oirlemans (1619-vóór 1671) [zie 256,III] [broer bruid].
Huwelijkscontract:
10-02-1651     Huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen
Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberchs en
Elizabeth Jan Cornelis Oerlemans, weduwe van Adriaen Cornelis
Diercxssen van den Hove.

Adriaen wordt geassisteerd met zijn vader Geeridt
en Elizabeth met Lambert Cornelissen van den Hove, Peter Poisson en
Jan Janssen Oirlemans, ooms van de zeven onmondige kinderen uit haar
eerste huwelijk.

Adriaen zal 1500 gulden inbrengen.

Toelichting:
-------------
Op 25 januari 1651 zijn Elisabeth en Adriaen getrouwd.
Voor zichzelf en haar 7 onmondige kinderen uit het 1e huwelijk stelt ze met haar nieuwe echtgenoot de huwelijkse voorwaarden op.

Ze is geassisteert door Lambert Cornelis van den Hove. Dat zal haar broer zijn, en daardoor oom van de kinderen.
Ook door Jan Jansen Oirlemans. Ze is dochter van wijlen Jan Cornelis Oerlemans, en daarmee is het dan ook Jan Jan Cornelis Oirlemans, haar broer en dus oom van de kinderen.
Ook nog door Peter Poisson. Die is getrouwd op 29 januari 1640 met Maria Cornelis van den Hove, haar zus, en zo is hij ook oom van de 7 kinderen.

De 7 kinderen: de oudste is Johannes, 18 jaar, en de jongste is Lambertus, 2 jaar.
Van de 8 gevonden dopen is er een 2e Adriana. Waarschijnlijk is de 1e jong overleden, waardoor het deze 7 kinderen geweest zullen zijn, als ze weer trouwt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 77r, 77v, 78r, 78v]
Schuld:
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
oirlemans_leonardus_johannis__rk_gedoopt_op_17_maart_1619__zoon_van_johannis_oirlemans_en_adriana_matthei_-_loon_op_zand_-_inv._2_doopboek_1624-1648_blad_2.jpg oirlemans_leonardus_johannis__en_magdalena_andrea_de_broechoven_ondertrouwen_op_9_nov._1639_en_trouwen_op_26_nov._1639_-_loon_op_zand_-__inv._2_trouwboek_1624-1651_f._140r.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._155v.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156r.jpg oirlemans_lenaert_jansen__ontvangt_op_28_juni_1642_50_gulden_als_aflossing_van_een_schuld_van_100_gulden_van_28_dec._1622_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._63_f._156r_handtekeningen.jpg oirlemans_lenaert_jan__kohier_van_1648_voor_nieuw_land_op__t_craenven._blijft_staen_op_3_oort_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_-_inv._647_blad_6_kohier_voor_nieuw_ontgonnen_land.jpg
171 Oirlemans Leonardus Johannis, rk gedoopt op 17 maart 1619, zoon van Johannis Oirlemans en Adriana Matthei - Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 2
172 Oirlemans Leonardus Johannis, en Magdalena Andrea de Broechoven ondertrouwen op 9 nov. 1639 en trouwen op 26 nov. 1639 - Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r
173 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 155v
174 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 156r
175 Oirlemans Lenaert Jansen, ontvangt op 28 juni 1642 50 gulden als aflossing van een schuld van 100 gulden van 28 dec. 1622 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 156r handtekeningen
176 Oirlemans Lenaert Jan, kohier van 1648 voor nieuw land op ’t Craenven. blijft staen op 3 oort - Loon op Zand - Dorpsbestuur - Inv. 647 Blad 6 Kohier voor nieuw ontgonnen land
oerlemans_leendert_janssen__koopt_op_13_maart_1652_in_besoyen_8_hond_weiland_voor_800_gulden_van_jan_adriaense_hamel_-_besoyen_dorpsbestuur_inv_658_van_1644-1660_f.16r.jpg oerlemans_leenaert__en_adriaen_janssen_van_buerden__wonend_tot_loon_kopen_een_hooi_of_weiland_in_besoyen_op_21_maart_1656_voor_800_gulden_-_besoyen_-_dorpsbestuur_1651-1660_inv._658_f._68r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._68v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._69r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._69v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._70r.jpg
177 Oerlemans Leendert Janssen, koopt op 13 maart 1652 in Besoyen 8 hond weiland voor 800 gulden van jan Adriaense Hamel - Besoyen Dorpsbestuur Inv 658 van 1644-1660 f.16r
178 Oerlemans Leenaert, en Adriaen Janssen van Buerden, wonend tot Loon kopen een hooi of weiland in Besoyen op 21 maart 1656 voor 800 gulden - Besoyen - Dorpsbestuur 1651-1660 Inv. 658 f. 68r
179 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v
180 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 69r
181 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 69v
182 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 70r
bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._70v.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._71r.jpg bont_lendert_janssen_de__en_maghdelena_andries_jans_van_broechoven__deling_door_hun_kinderen_op_17_januari_1671_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._81_f._71v.jpg broechoven__magdalena_andreas_joannis__rk_gedoopt_op_20_nov._1618_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._1_doopboek_1608-1624_f._45.jpg
183 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 70v
184 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 71r
185 Bont Lendert Janssen de, en Maghdelena Andries Jans van Broechoven, deling door hun kinderen op 17 januari 1671 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 71v
186 Broechoven, Magdalena Andreas Joannis, rk gedoopt op 20 nov. 1618 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 45
III. Lenaert Jan Cornelis (Leendert) Oirlemans (afb. 171, 172, 173, 174, 175, 170, 176, 177, 178, 179, 180, 181, 182, 183, 184 en 185). Hij is gedoopt op zondag 17 maart 1619 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Doopboek 1624-1648 blad 2]. Bij de doop van Leendert waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Judoci en Johanna Marcelli.
Notitie bij de geboorte van Leendert: Het is het doopboek vanaf 1624, maar op het 2e blad staan 2 dopen van voor die tijd.
Leendert is overleden vóór vrijdag 16 januari 1671, ten hoogste 51 jaar oud.
Functie:
07-01-1643     Borgemeester (Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 59r d.d. 7-1-1643.

Op ten 7e januarij 1643 soe hebben Lenaert Janssen Oirlemans,
Cornelis Cornelis Peter Oirlemans,
Frans Ghijsberts ende
Wouter Adriaens als borgemeesters tot Venloon voor
desen jaere 1643

ende Laureijs Cornelis Vreijssen ende Wouter Joosten Verhaegen als
bedeheffers

den eedt in handen des schouteths gedaen van henne offic.. wel ende
getrouwelijck te bedienen etc.
Actum in collegio scabininorum ut supra)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f59r]
Belening:
van 28-04-1640 tot 24-06-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 112v/113r d.d. 28-04-1640

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft bekent ende beleden,
als dat hij bij forme van beleeninge begeven heeft

aen Jannen Geeridtssen van Broechoven
woonende in Udenhout alhier present sijnde ende het selve accepterende,

een stucxken heije oft weijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen in den ambachte van Besoijen
achter den huijse van Claes Goijaertssen
tusschen erffenisse van Huijbert den Boer aen deene zijde, oistwaerts ende tusschen erffenisse van Anneke Faessen aen den andere zijde westwaerts
streckende van den dijck aff tot erffenisse van Willem Mattheeussen Berchmans.

Om het selve stucxken lants den tijdt van vier nu ijerstcomende jaeren te gebruijcken,
waer aff het ijerst jaer begonst ende innegegaen is nieuwe jaermisse deses jaers 1640 lestleden ende het lest sal vuijt gaen nijeuwe jaersmisse 1644.

Ende dat voor ende alomme de somme van drije hondert ende vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt,
die de voorst. Lenaert bekende hem bij ende van wegen des
voorst. Jan Geeritssen wel ende te dancke aengetelt te zijn.

Ende oft het gebeurden dat de voorst. Lenaert naer het expireren van de voorst. vier jaeren het voorst. stucxken lants wederomme begeirden aen te vaerden,
sal hij sulcx schuldich ende gehouden zijn den voorst. Jan Geeritssen van Broechoven als dan een vierendeel jaers te voirens hebben te denuncieren ende vercondigen ende
de voorst. somme van drije hondert ende 50 ca. gld. alsdan te weten te expireren van het voorst. lest jaer hebben te schieten ende te tellen aen handen des voorst. Jan Geeritssen van Broehoven
oft bij gebreke van dijene sal de voorst. Jan het voorst. stucxke lants noch een jaer daer van affstandt hebben te doen midts hebbende de
voorst. beleenpenningen.

Ende ingevalle de voorn. Jan Geeritssen van Broechoven teijnde de voorst. vier jaeren de voorst. somme van drijehondert ende vijfftich ca. guldens wederomme begeerden te hebben
sal hij insgelijcx het selve den voorst. Lenaert een vierendeel jaers te voirens hebben te denuncieren ende te kennen te geven
ende sulcx gedaen hebbende sal hij expireren van het lest jaer van het voorst. lant hebben te desisteren
ende sal Lenaert alsdan hem de voorst. somme hebben te schieten ende te furneren.

Ende soe verre teijnde de voorst. vier jaeren deen oft dandere in manieren als voer egeene denunciatie en hadden gedaen sal het voirst. gebruijck dueren ende gecontinueert wordden voir de jaeren daer men inne getreden sal wesen ter tijdt ende wijlen toe zij het gene voorst. is malcanderen sullen hebben geinfungueert.

Gelovende de voorst. Lenaert als schuldenaer principael op hem ende allen zijn
goederen,
hebbende ende vercrijgende hetgene voorst. is den voorst. Jan
Geeritssen van Broechoven vast ende steedich te houden ende doen houden.

Verbindende daerenboven voor de voorst. somme van 350 ca. gld. zijne stede lants op het Craenven gelegen met allen haere rechten ende toebehoirten.

Testes Ghijsbert Claessen ende Thomas Thomassen den 28e aprilis 1640.

In marge: Jan Geeridtssen van Broechoven bekent ende lijdt voldaen te zijn van
Lenaert Janssen Oirlemans van de somme van drije hondert ende vijfftich ca. gld. in desen scabiniaele acte vermelt volgens quitantie aen mij gebleken opten 24 junij 1642 ende hier aen gehecht zijnde.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 69 f112v/113r]
Chijns:
van 04-04-1641 tot 04-04-1703     RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 161v/162v d.d. 4-4-1641.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael Jo. Matthijs Cannaerts, schouteth tot Venloon
eenen jaerlijcxen ende erffelijcke chijns van vijffthien ca. guldens den ca. gulden tot 20 st. ende den stuijvers tot 2 grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent
te geven ende te vergelden alle jaer
erffelijck den derden dach aprilis vrije van alle beden, commeren, schattingen ende lasten.

Soe ordinaris als extraordinaris, innegestelt oft noch naemaels innegestelt te
wordden egeene vuijtgescheijden ende voorden 1e dach van betaelingen den derden aprilis des jaers 1642,

van ende vuijt eenen stede lants te weten huijs, brouwhuijs, schuere, hoff, grondt ende lant daer achter aenliggende ende toebehoirende 20
loopensaeten oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
tusschen erffenisse van Jan Janssen Zuenen aen deene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse Denijs Janssen erffgenaemen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts,
streckende van sheerenstraete zuijtwaert tot aen den heije van Duijcxe Hoeve noirtwaerts,
soe hij seijde.

Ende heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als
schuldenaer principael op hem ende op allen zijne goederen, hebbende ende
vercrijgende,
geloeft den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx den voirn. Joncker
Matthijs Cannaerts te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren
ende het voorst. onderpant voir de jaerlijckse betaelinge dese voorst. chijns altijt goet, seecker, genoch ende weldoegende te houden ende te maecken.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans den voorst. chijns van 15 ca. gld. sjaers tseffens ende tenemael sal moegen lossen ende quijten metter somme van tweehondert ende vijfftich ca. guldens in gelde ende munte ten tijde van aflossinge binnen der stadt van ’s Hertogenbossche cours
ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel in tijden van den aflossingen ten achter ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sal de voorst. Jan den los een vierendeel jaers
te voirens rechtelijck opseggen ende vercondigen.

Ende heeft Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans hem borge ende cautionaris aen Jo. Mathijs Cannaerts als schuldenaer principael den voorst. chijns van 15 ca. gld. jaerlijcx hem oijck te waeren naer rechts behoiren

ende dat op verbintenissen van zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende ende
specialijcken op verbant van zijne stede lants met haere toebehoirten gelegen binnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven tusschen erffenisse der erffgenaemen van Denijs Janssen ende meer anderen ex voto ende
tusschen erffenisse van Jan Cornelis Adriaens ex ali... westwaerts, streckende van sheerenstraete totte heije van den Duijcxse Hoeve voorst.

Dies soe heeft de voorst. Jan gelover op verbintenissen als
voor geloeft den voorn. Lenaerden zijnen borge te imdemneren, costeloos ende schadeloos te houden ende wel te quijten.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 3e aprilis 1641.

In marge: Joncker Matijs van Cannaert dese ondertekent hebben bekent ende
verclaert dat de capitale somme met den verschenen intersten van dien aen hem geschoten ende gerestitueert sijn oversulcx consenteren in de cassatie deses.

Actum Loon den 4 april 1703. W.G. M. van Cannart.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 161v/162v]
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
16-01-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 45r t/m 48v d.d. 16-1-1642.

Huijbert Janssen als man ende momboir van Engelken zijne huijsvrouwe
ende Jan Daniel Willemssen van Gorchum als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe,
gesusteren dochteren wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven,
soe in dijer qualiteijt voor hen selven als voor Maijken Wouters sijne schoonsustere, daer voor zij hen sterck maecken midts desen.
De voorst. Huijbert insgelijcx als momboir van Maijken onmondige dochtere wijlen Jan sone wijlen Wouter Janssen voirgenoempt. ende de selve Huijbert ende de voorst. Jan Daniel Willemssen als wettighe momboire van Cornelis oijck sone des voorst. wijlen Wouter Jan Wouters van Broechoven ter eerste.

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Andries Jan Wouters van Broechoven ter tweede.

Wouter sone wijlen Joost Hendrick Willemssen daer moeder aff was Jenneke dochtere wijlen des voorst. Jan Wouters van Broechoven soe voor hem selven als voor Willem ende Henricken zijne broeders ende Jan Aert Wijten als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Joost ende Jenneken voorgen. ter derden.

Jan Eelants van Spaendonck als man ende momboir van Anneke zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Wouter Aertsse van Broechoven ten vierde.
Andries Peter Andriessen als man ende momboir van Mechtelt zijne huijsvrouwe, ende Willem Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe, gesusteren dochteren ders voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen ende Magdaleen Andries dochtere de Weerdt ter vijffder ende 6e zijden.


Hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van seeckere parceelen van erffgoederen hen luijden ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven ende Magdaleen dochtere Andries de Weerdt, hennen
vader ende moeder, ende grootvader ende grootmoedere in der qualiteijt voorst. respective bij den rechte van successie erffelijck aengecomen soe men verclaerden.


Overmits welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is den voornoempden Huijberden Janssen ende Jan Daniel Willemssen soe tot hennen behoeffne, als ten behoeffne van d’andere voorgenoempde erffgenaemen wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven voor d’eene helft

ende Lenaerden sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft t’saemen onbedeijlt te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen eenen ackerlants met een heijeveldeken daer teijnde aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Helvoirt ter plaetsen genoempt het Eijnde,
oistwaerts aen sheerenstraete,
zuijtwaerts Herman Jacops,
westwaerts aen de gemeijnte van Haren ende
noirtwaerts aen erf. van Peter Peter Driessen.

Noch een ackerken lants daer tegens over de straete gelegen, oistwaerts aen het broeck,
zuijtwaerts aen erffenisse van Wouter Peter Franchois,
westwaerts aen sheerenstraete
ende noirtwaerts aen Herman Jacops.

Ende noch twee parceelen erffenisse deen teijnde den andere liggende, eensdeels weije ende eensdeels heije ende moergronden wesende, gelegen aen die Escher heije,
oistwaerts aen de gemeijnte der naebueren van Esch,
zuijtwaerts Laureijs Jan Wouters
ende zijne consoirten westwaerts aen de Leije ende
noirtwaerts aen erff. eertijts Wouter Peter Franchois.

Allen de voorst. parceelen soo groot ende cleijn als de selve ter voorst.
plaetsen gelegen zijn ende gelijck Jan Wouter Aerts de selve met zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achter gelaeten heeft.

Ende daerenboven sal dit loth ontfangen van Cornelis Joosten woonende in Udenhout de somme van hondert gld. de welcke de selve Cornelis aen ende ten behoeve van den gelijcke erffgenaemen wijlen Jan Wouters
voornt. met meer andere opgenomen penningen schuldich is.

Op welcke parceelen van goederen t’saemen op allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Huijberts ende Jan in de voorst. qualiteijt ende ten behoeve van henne bovengen. mede erffgenaemen voor de eene helft ende ten behoeffne des voorst.

Lenaerts als man ende momboir zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft hebben de voorst. andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat men vuijt desen lote te weten vuijt ’t voorst. parceel heije, weije ende moergronden bij die Esscher heije gelegen jaerlijcx sal
gelden ’s Hertoge van Brabant eenen chijns van 4 st. oft daeromtrent, ende vuijtte voorst. twee parceelen ackerlants een halff mud roggen ’sjaers aen den heijlige geest van Oisterwijck, de welck men jaerlijcx betaelt met twee guldens 10 st. ende off hier naemaels bevonden wordden eenige chijns vuijt ’t voorst. heijeveldeken met recht te gaen, den selven chijns sal wesen tot laste van desen lote.
Dies soe sal men allen den achterstel mette boeten ende gewinnen van dijen tot date deser tot gelijcke coste affdoen. Met
conditien ut supra.


Overmits etc. soe is den voornoempden Wouteren sone wijlen Joost Henrick Willemssen soe tot zijnen behoeffne, als ten behoeve van zijne voorst. broeders ende sustere te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen een halff stuck hoije oft weijelants gelegen binnen der Vrijheijt van Waelwijck over den achtersten hoijgraft, gemeijne ende onbedeijlt met Aert Martens tot Haren, ’t geheel stuck aldaer gelegen
oistwaerts aen erffenisse eertijts Geriken Boom, endewestwaerts aen de erffgenaemen Maij Goijaerts,
streckende zuijtwaerts metten eenen eijnde aen de voorst. hoijgraft ende metten anderen eijnde
noirtwaerts aen de Maese, soe groot binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt d’Achterste Hoeven gelegen is met allen haere rechten ende toebehoirten, ende in alder vuegen ende manieren als de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven de selve hoeve midts zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achtergelaeten heeft.
Op welcke hoeve lants met haere voirst. toebehoirten cum litteris et jure ten behoeve des voorst. Jan Eelants ende Andries Peter Andriessen in der voorst. qualiteijt hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen effectucando.

Behoudelijck dat men vuijt dese hoeve lants sal gelden ’t sjaers aen mijn heere van Loon de helft van acht stuijvers ende 6 penningen chijns.
Ende noch de helft van een smael hoen aen de selven heere.

Oijck soe wordt geconditioneert dat alsoe seeckere questie ende proces voor
schepenen van den Bossche onbeslicht is hangende tusschen Mr. Jan Laurentij ter eenre ende de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven ter andere zijden raeckende de reeninge =(grens/palen) van de heijevelden, heijevennen ende andere gronden totte voorst. hoeve behoirende, dat zij deijlderen op hennen gelijcken coste ’t saemenderhant de selve proceduere ten vuijteijnde van den saecke toe sullen vervolgen ende helpen vuijtvueren.

Ende allen ’t gene bij sententie (=vonnis/rechtelijke uitspraak) aengaende de
selve reeninge geseeght ende vuijtgesproken sal wordden, ’t selve sullen de voorst. Jan Eelants ende Andries henne oiren erffnen ende naecomelingen hebben te achtervolgen ende sullen hen daermede oijck gecontenteert ende te vreden moeten houden.

Dies soe hebben zij deijlderen malcanderen geloeft, gelijck zij geloven midts desen, dat elck zijn seste gedeelt van alle oncosten tot het procequeren ende vervolgen van de voorst. processe meedich ten allen tijden daer toe versocht wesende promptelijck sullen opleggen ende betaelen. Op pene dat men den defaillianten (=niet verschijnende partij) daer voor vuijt crachte deser door alle dienaren van justitie sal moegen vuijtpanden als sheeren verwonnen schult. Met conditen ut infra.


Overmits etc. soe sal de voorst. Willem sone wijlen Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van de voorst. Marie zijnen voorst. huijsvrouwe met expres consent ende gedoogen der voorst. deijlderen hebben ende besitten de helft van twee blocken hoije oft weijelants, soe groot ende cleijn als de selve twee blocken gelegen zijn in den Ambachte van Besoijen over d’Oude Straete
tusschen erffenisse van Wijtman Peter Wijten ende Peter Janssen notore aen de eene zijde oistwaerts ende
tusschen erffenisse van Adriaen Roossen aen dandere zijde westwaerts, streckende metten eenen eijnde aen den oude straete ende
metten andere eijnde aen erff. van Jan Adriaen Heijligers noirtwaerts
ende van welcke twee blocken lants de andere helft hem Willem te voirens onbedeijlt was toebehoirende, metten voorn. Jan Wouter Aertssen van Broechoven zijnen schoonvader,
Ende staet te weten dat onder de helft van de voorst. twee blocken lants begrepen is een hont leengoets leenrectich aen den huijse van Gansoijen, de welck de voorst. Willem verclaert op hem eertijts verschenen te zijn met noch een ander hont lants in zijne wederhelft begrepen.

Ende hebben de voorst. andere mededeijlderen elck in der qualiteijt
voor verhaelt ten behoeffne des voorst. Willem Mattheeus Janssen in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe op de helft des voorst. twee blocken lants wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Dies soe heeft de voorst. Willem reciprore vertegen ende gerenuntieert ten behoeve van voorst. andere deijlderen op allen actien ende pretensien de welcke hij vuijt crachte van den voorst. verheff op ende
ten laste der selver deijlderen in eeniger manieren soude moegen pretenderen ’t sij tot goetdoeninge van ’t voorst. hont leengoets oft anderssins, alsoe hij verclaert dat hij selve hont lants met goede kennisse ende deliberatie in desen mede heeft laeten deijlen sonder opsicht van ’t voorst. verheff. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen respective in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende gebuerlijcke lasten ende servituten soe van wegen, stegen, watergangen ende andere alsoe sullen houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schade aff en sal comen in eeniger manieren. Mede dat elck over zijn loth sal wegen ende stegen die men van
rechts ende gewoonte wegen oft andersins naer den rechte van den lande schuldich is te wegen ende stegen.

Oijck dat zij allen achterstallige pachten ende andere schulden malcanderen sullen helpen aff doen tot date deser toe.
Ende soe op ijemants portie oft gedeelte eenigen commer quamp daer men ten deser tijt nijet aff en weet, dat zij malcanderen den selven sullen helpen draegen.

Reserverende voirts zijn deijlderen tot hennen gelijcken behoeffne alle hueren ende pachten met allen verloopen intresten voor date deser verschenen.

Met allen andere vuijtstaende penningen in desen nijet gedeijlt.

Promittentes actum etc. Testes Ghijsbert Claessen et Heijliger Diercx.
Actum 16e januarij 1642.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 45r/48v]
17-01-1671     Pdf
Rechterlijk Archief Loon op Zand
inventarisnummer 81, 1670-1674
Bewerkt door: J.A.H.Boeren

Andries, zoon van Lendert Janssen de Bont en Maghdelena Andries
Jans van Broechoven,
maakt een boedelscheiding met Heijliger Janssen Oirlemans en Wouter Andries Cuijpers, als voogden over de
vijf onmondige kinderen (Johannes, Maria, Geertruijt, Adrana,
Jenneken) van Lendert en Machdelena.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v/71v]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Overeenkomst:
van 30-06-1609 tot 03-03-1644     Pdf Inv.nr. 61, folio 46v en f 47r d.d. 30-6-1609.

Andries Jan Wouter Aertsse heeft gelooift ende geloift mits desen de naergelaeten weeskijnderen
wijlen Niclaes Dirck Buenen daer moeder af is Geertruijt Ghijsbertsdochter tegenwoirdighe huijsvrouwe van den voirst. Andries Jansse

de somme van 457 gld. 3 st. en 3 oirt te betaelen St. Jansmisse

als men schrijfen sal 1615, ende dat ter causen van imboel ende meubelen vervallen in den sterfhuijs der voirst. kijnderen vader ende bij den voirst. Andries Jansse gecocht ende gemijnt

de selvinghe penningen den voirst. tijt te gebruijcken sonder intrest ter insien mede van den alimentatie ende onderhoudt dat de voirst. Andries Jansse de voirst. kijnderen is diende voor welcke betalinghe
de voirst. Andries Jan Aertsse verbijnt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, de selven stellende onder coertie, bedwanck ende indicatieve van allen heeren hoven bancken, recht ende richteren.

Testes, P. Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten junij 1609.

In marge: Ghijsbert Claessen Buenen bekent ende lijdt midts desen als dat Lenaert Jansse Oirlemans
als man ende momboir van Magdalena dochter Andries Jan Woutersse hem dese 457 gld. 3 st. 3 oirt ten vollen betaelt heeft met allen den intrest daer aff ter date deser onderschreven.

Testes, Dingeman Jansse en Dirck van Duppen. Actum 3e martij 1644.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 46v/47r]
Schuld:
van 28-12-1622 tot 27-02-1647     RAT. Loon op Zand. R 63 f 155v d.d. 24-6-1642.

Lenaert Jansse Oirlemans soo voor hem selven als mede hem fort ende sterck maeckende voor Willem Mattheeus Jansse Berchmans,
heeft bekent ende beleden, kent ende lijdt midts desen

vuijt handen van Hendrick Aertssen de Brabere als wettich momboir van Judith onmondige dochtere wijlen Cornelis Willem Werdts van wegen der selver Judith

ontfangen te hebben de somma van vijfftich ca. gld. wesende deene helft van alsulcke somme van hondert ca. gld. capitaels
als wijlen Cornelis Willem Weerdts haeren vader van Mattheeus Jansse in voirgaende jaeren opgenomen heeft volgens de lijste van den aengebrochte schulden hierboven voor schepenen van Venloon den 28 decembris 1622 gemaeckt ende gepasseert.

Gelovende de voirst. Lenaert Jansse als schuldenaer principael op hem ende allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voirst. Judith oft haere goederen ter saecke van deene helft, dat voirst. somme van hondert guldens nimmermeer en
sal eijschen oft molesteren in recht oft daer buijten in eeniger manieren.

Verclaerende hiermede te vreenen te zijn dat de helft van
den selven hondert gulden capitaels ten laste van den voirst. Judith gestaen hebbende op den besceede daer van gemaeckt vuijt
crachten deser sal wordengecasseert.

Betaelen staende ten laste van Henrick soone wijlen Cornelis Willem Weerts haeren broeder met een geheel jaer intrest van den voirst. hondert gulden capitaels verschenen paesschen 1642 lestleden.

Oirconden dese bij den voirst. Lenaert neffens mij secretaris onderteeckent opten 24ejunij 1642.
W.g. Willem Mattheeus Jansse Berchmans bekent ende gelooft als voor.
Actum ut supra.
Lenaert Jansen Oirlemans. Willem Matheeus Jansse Berchmans.
Mij present D. Coomans.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 156r d.d. 27-2-1647.
Lenaert Jansse Oirlemans soo voor hem selven als mede als actie hebbende van Willem Mattheusse Berchmans sijnen oom,

heeft de helft van den bovengeschr. hondert guldens, die Henricksoone wijlen Cornelis Willem Werdts noch schuldich was volgens de
bovengeschr. acte,
wel ende wettelijcke opgedraeghen ende overgegeven Adriaen soone wijlen Cornelis Diercxsse van den Hove zijnen swager,

met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Lenaert op hem ende allen zijnen
goederen, hebbende ende vercrijgende, dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaenen vast ende stendich te houden ten
eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Testes, Ghijsbert Claessen et Peter Poisson. Actum 27 februarij 1647.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 156v d.d. 27-2-1647.

Alsoo Henrick Cornelis Willem Werdts opten 27e
februarij1647 ten behoeve van Adriaen Cornelis Diercxsse van den Hove eene
nijeuwe geloefte gedaen heeft ter somme van 50 ca. gld.

soo bekent den selven Adriaen dat daermede voldaen is de helft van de
bovengeschr. hondert guldens ten laste der voirst. Henricx volgens de bovengeschr. acte gestaen hebbende,
ende consenteert daeromme in de cassatie van allen voirgaende bescheeden hier van zijnde.
Testes, Ghijsbert Claessen et Peeter Poisson den 27e februari 1647.

Toelichting:
------------

Op 28 december 1622 was Lenaert nog onmondig, en was Willem Matheeus Jansse Berchmans zijn voogd, samen met Jan Adriaens.
Willem is de broer van zijn moeder Adriana Matheeus Jansse Berchmans, zijn oom dus via zijn moeders kant.

Adriaen Cornelis Diercxsse van den Hove is getrouwd met zijn zus Lijsbeth.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 155v-156r-156v]
van 30-04-1635 tot 08-04-1655     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r d.d. 30-4-1635.

Willem sone Cornelis Berthens alias Prince, woonende in Udenhout heeft gelooft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Adriaen sone Cornelis Diercxssen van den Hove
de somme van hondert ca. guldens goet gancbaer gelt te geven ende te
betaelen den 14e aprilis anno 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.
Ende oft het gebeurden dat de voorst. Willem Cornelis Berthens de voorst. somme langer waer onderhoudende,
soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loop ende laps van tijde.

Gelovende daer en boven de selve Willem tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren ten zij etc.

Testes Bastiaen Stoffelen ende Cornelis Willems den 30e aprilis 1635.


In marge bijgeschreven:
Lenaert Janssen Oirlemans als actie ende transport hebbende soe hij seijde
van Adriaen Cornelis Diercxssen bekent
als dat Willem Cornelis Berthens hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft metten intrest daeraff verschenen.
Actum 11 martij 1640.


RAT. Loon op Zand. R 67 f 24r/v d.d. 30-4-1635.

Marcus sone Jan Everts heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen Cornelis Diercxssen van den Hove de somme van sessendertich
ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen tot halff aprilis des jaers 1636 metten intrest tegen den penninck sesthien.

Ende oft gebeurde dat de voorn. Marcus de selve somme van 36 gld.
langer waer onderhouden, soe geloeft hij gelijcken intrest te betaelen naer loopen ende laps van den tijde.

Gelovende daerenboven de selve Marcus als schulder principael op verbintenisse als voor tegens dese zijne geloefte nijet te doen oft laeten doen in recht oft daerenboven in eeniger manieren, ten zij
namptizatie ierst ende voor al sal geschiet wesen. Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Geritssen Cauwenberch als man ende momboir van Lijsken naegelaeten wed. Adriaen Cornelis van den Hove bekent
als dat Marcus Janssen gelover hem dese geloefte ten vollen
betaelt heeft.
Actum 8e aprilis 1655.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 24r]
van 16-12-1647 tot 24-05-1648     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 200r d.d. 16-12-1647.

Peeter Aertsse Oostvogel heeft geloeft te geven ende te betaelen aen Lenaert Janssen Oirlemans
nu tot vastenavont ierstcomende de somme van thien ca.
guldens goet gancbaer gelt ende dat ter saecken van seeckere verteerde costen ende verdrincke gelaegh bij Adriaen Balthazars ten huijs des voorst. Lenaerts gedaen ende verdrincken.

Dies soe hebben de voorst. Adriaen Balthazars ende met hem Huijbert Janssen als zijnen momboir beijde alhier present zijnde geloeft ende
geconcenteert dat de voorst. somme van thien guldens den voirn. Peeteren geloever sal valideren in mindernisse van alsulcke somme van penningen als hij aen de voorst. Adriaen Balthazars inden naeme zijnder huijsvrouwe noch schuldich is, volgens den bescheede daer van zijnde.

Ende heeft de voorst. Peter gelover voor de
voorst. somme verbonden zijnen persoon ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende.

Gelovende oijck de selve somme ten daege voorst. te voldoen ende te
betaelen precis sonder langer delaye op pene van exe. sonder in contradictie,
oppoisite, appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ierst ende voor al sal wesen geschiedt.

Testes Dingeman Janssen ende Ghijsbert Claessen. Actum den
16e december 1647.

In marge: Lenaert Janssen bekent dat dese geloefte aen hem voldaen is.
Actum 24-5-1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 200r]
09-12-1648     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 93v/94r d.d. 9-12-1648

Willem sone Willem Adriaenssen Verdiesen
eenen schepene schultbrieff van hondert ca. guldens capitaels staende op het corpus der heerlicheijt van Venloon ende
welcke hondert guldens de schepenen ende borgemeesters der heerlicheijt van
Venloon bekent ende beleden hebben schuldich te wesen

heeren Gielissen van Hamsfoirt, priester, volgens den bescheede den iersten septembris 1634 onder de signatuere der voorst. schepenen ende borgemeesters van Venloon daeraff verleent,

ende welcken schultbrieff hij transportant bij opdrachte vercregen heeft tegens Jan Hendricxssen van IJerssel zijnen swaeger, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Lenaerden sone wijlen Jan Cornelissen Oirlemans,
cum litteris et jure effestucando (met bloeiende literatuur en recht?).

Gelovende de voorst. Willem als schuldenaer
principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende den
voorst. schultbrieff van hondert gld. capitaels den voorst. Lenaerden te waeren,
als men schultbrieven schuldich is te waeren, ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsbert Claessen et Dingeman Janssen.
Actum 9e december 1648
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 93v en 94r]
van 27-02-1655 tot 28-01-1657     Huijbert Floorissen bekent schuldig te zijn aan Lenaert Janssen
Oirlemans een bedrag van 147 gulden terzake van de koop van een
zwartbruine merrie.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 28-1-1657
ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 77r]
van 27-02-1655 tot 29-01-1659     Goosen Lenaerts van den Hove bekent schuldig te zijn aan Lenaert
Janssen Oirlemans een bedrag van 36 gulden en 5 stuivers terzake
van de koop van 50 vaten rogge.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 29-1-1659
ingelost is.

Toelichting:
-------------
Lenaert is de broer van Jan, die getrouwd is met Agneesken van den Hove. Goossen is haar broer.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 77v]
Transport:
18-01-1646     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 87r d.d. 18-1-1646.

Claes Janssen van Gorp een stuck heijelants,

breet 22 roeden ende thien voeten ende lanck eenentwintich roeden ende een halff, ende alsoe int geheel groot wesende negen loopensaeten ende omtrent vier oft vijffendertich roeden, gespleten
ende gedeelt vuijt een meerder stuck heijelandts hem Claessen toebehoirende in een hoeve lants genoempt de Duijcxe Hoeve, gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

’t voorst. geheel stuck heijvelts
oistwaerts ende noirtwaerts aen erffenisse Jan Geeridt Thonissen ende zuijtwaerts aen erffenisse
eensdeels van Peter sone wijlen Cornelis Adriaens ende
eensdeels aen erffenisse van Geeridt Cornelis Corsten ende
van Lenaert Janssen Oirlemans,

soe hij seijde, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven den voorn. Geeriden sone Cornelis Corsten voor deene helft ende den voorn. Lenaert Janssen Oirlemans voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Claes als schulder principael op hem ende allen
zijne goederen hebbende ende vercrijgende ’t voorst. stuck heijelants den voirn. Geeriden ende Lenaerden te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangien ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsb. Claessen et Dirck van Duppen. Actum 18 januarij 1646.

In marge: Jan Janssen van Gorp naest dit stuck heijelants ende heeft sup se et bona sua etc. geloeft alles te doen des een naederman is schuldich te doen.

Testes Scabini G. Claessen et D. Duppen. Actum 18 januari 1646.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 87r]
16-03-1647     Pdd RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 174r/v d.d. 16-3-1647.

Agneesken Jans dochtere naegelaetene wed. wijlen Geeridt Jan Geeritssen alias Geeridt Cort Henssen, ende met haer Jan Janssen Smidt soe als haeren gecoren momboir als mede als momboir van de vijff onmondige kinderen der voorst. Agneesken bij den voornoempden Geeridt tsaemen verweckt,

een vijffste gedeelt haer Agneesken ter tochte ende den voorst. onmondighe kinderen ten erffrechte competerende in vijff verscheijde bodems soe groot ende cleijn gelegen als de selve bijnnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijn
ende waer van dandere vier vijffste gedeelten ombedeijlt zijn toebehoirende Thomas Thomasssen Egmonts, de erffgenaemen wijlen Dierck Quirijnen, Adriaen Joosten ende Jan Quirijnen erffgenaemen,

soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Adriaen Janssen, vorster deser heerlicheijt van Venloon voor deene helft, ende Lenaert Janssen Oirlemans voor dandere helft,

tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte der voorst. Agneesken ende haere voorst. kinderen daer inne eenichsins competerende.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Agneesken metten voorst. Jan Janssen de Smidt inder
qualiteijt voorst. op verbant van allen haere ende der voorst. onmondige kinderen goederen hebbende ende vercrijgende ’t voorst. vijffste gedeelt in de voorst. vijff bodems den voirn. Adriaen Janssen ende Lenaert Janssen Oirlemans elcke voir de helft te waeren,
als men erffne schuldich is te waaeren ende allen commer, calangie
ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen et Peter Poisson. Actum 16 martij 1647.

Idem: Jan Janssen Smidt woonende tot Sprangh heeft hem waerborge gestelt ter somme van vijff guldens, dwelcke voorst. 5e gedeelt inde voorst. bodems gecost heeft. In cas nu oft hiernaemaels daer op eenige commer, calangie oft aentael geraeckte te comen, daer voor verbindende etc. Dies heeft Agneesken wed. Geeridt Janssen den voirn. Jan Janssen Smidt te indemneren, costeloos ende schaedeloos te houden. Testes et actum ut supra.

Agneesken Jans dochtere bekent dat de coopers haer de cooppenningen van dit voorst. 5e gedeelt ter somme van 5 gld. betaelt hebben. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 174r/v]
van 24-02-1649 tot 16-02-1651     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 149r/v d.d. 24-2-1649.

Jan ende Lenaert gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oerlemans,

twee moerbodems gelegen bijnnen der heerlicheijt van Venloon inden kercken streeck,

den eenen groot 16 loopensaeten min vijff roijen,
oistwaerts aen de nijeuwe erffenisse van Wouter Janssen van Broechoven, zuijtwaerts ende
westwaerts aen sheerenstraete ende noirtwaerts aen Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten

ende den anderen groot omtrent drije loopensaeten ende 2 roijen, gelegen tusschen erffenisse van Peter Cornelis van Esch aen deene zijde zuijtwaerts ende tusschen erff. van Joost Cornelissen Croot ende zijne consoirten noirtwaerts,
streckende metten eijnde aen het kercken dijcxken ende metten andere eijnde aen sheerenstraete.

Ende welcke twee moerbodems eertijts gecomen van die
erffgenaemen wijlen Henrick Janssen Loijen, soe zij seijden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Sebastiaen Peter Janssen
tsaemen met allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ende allen den rechte en daer inne eenichsins competerende. met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten als schuldenaeren
principaele op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende, de voorst. twee moerbodems den voorst. Sebastiaen te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sullen allen gebuerlijcke
lasten ende servituten totte voorst. twee moerbodems behoirende bij den voorst. Sebastiaen coopere houden ende onderhouden wordden naer den rechte van den lande.

Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen Cornelissen van den Hove als man ende momboir van Lijsbeth zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelissen Oirlemans int bijwesen van Lijsbeth voorst.
heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om metten
rechte van naerderschappe dese twee moerbodems ende heeft gelooft alles te doen des eenen naerderman schuldich is te doen.
Testes D. Duppen et G. Claessen.
Actum 10 martij 1649. Et promisit etc.

Idem: Adriaen Cornelissen in voorst. qualiteijt heeft ’t recht van naederschap
overgegeven Sebastiaen Peter Janssen effestucando. Promittens sub obligatione etc. Testes et actum ut supra

.
781 Loon op Zand. R 72 f 149v/150r d.d. 24-2-1649.
Sebastiaen Peter Janssen heeft gelooft als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende

Jan ende Lenaert, gebroederen sonen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
de somme van 255 ca. guldens goet gancbaer gelt ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen waeraff den iersten betaelt sal wordden alsnu gereet, den 2e van heden over een jaer ende
den 3e oft lesten ’t jaers daernaer volgende.

Procederen de selve somme ter causen van coop van eenen moerbodem groot 16 loopensaet min vijff roeden, hem gelover op heden gevest ende opgedraegen.
Ende alnoch soe gelooft de voorst. Sebastiaen den voorst. Jan ende Lenaerden de somme van 42 gld. 10 st. goet gancbaer gelt als
voor te geven ende betaelen in twee gelijcke termijnen, te weten deene helft alsnu gereet ende dandere helft van heden over een jaer, ende dat over coop van eenen moerbodem groot omtrent drije loopensaeten 20 roeden aen hem gelover van wegen des voorst. Jans ende Lenaerts oijck gevest ende opgedraegen.
Welcke voorst. twee moerbodems hij gelover voor de voldoeninge der voorst. sommen in termijnen respective als boven te betaelen midts desen is stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Testes et actum ut supra.
In marge f 149v: Jan Janssen Oirlemans bekent den 1e termijn deser twee
respective sommen van de gelover ontfangen te hebben.
Actum 29 februarij 1649.

Idem: Lenaert Janssen Oirlemans bekent den 2e termijn van de somme van 255 gld. wesende de cooppeningen van den grooten bodem, ende den lesten termijn van de 42 gld. 10 st. van de cleijnen bodem beijde alhier vermelt van de gelover ontfangen te hebben.
Dies gecort aen den selve termijn eenen pattacon bij den geloever betaelt
aen Adriaen Cornelis van den Hove vuijt oirsaecke partijen bekent.
Actum 3e martij 1650.

Idem: Jan ende Lenaert Janssen Oirlemans, fres. bekennen den 3e lesten termijn van de grootten bodem oijck ontfangen te hebben ende consenteren alsoe inde cassatie.
Actum 16 februarij 1651
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 149r en v, 150r]
13-03-1652     Samenvatting:
----------------

Leendert Janssen Oerlemans, ook wel Oirlemans geschreven, wonend tot Venloon, ook wel Loon op Sant genoemd, koopt 8 hond weiland van Jan Adriaense Hamel, wonend tot Besoyen.

Het weiland ligt achter de huysinge van Claes Goyers de Wit, tot de Schouwvloot toe.
Het weiland kost 800 gulden en Leendert zal het in 3 termijnen betalen.

De 40e penning bedraagt 19 gulden en 10 stuivers.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv 658 van 1644-1660 f.16r]
06-11-1652     Dingeman Jan Joosten,
Corstiaen Jan Borsten en
Jan en Lenaert, zonen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Lambert Wouter Lamberts.

Het gaat om een heiveld, gelegen bij ’t Craenven, omtrent den Waterlaet alhier.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 74 f. 81r en 81v]
24-02-1656     Jan Jan Willemssen Basters transporteert goederen aan Lenaert Janssen
Oirlemans en Geeridt Cornelis Corsten.
De kooppenningen zijn volledig betaald.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 112v]
Verkoop:
van 03-11-1616 tot 24-02-1649     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 26r en f 26v d.d.3-11-1616.

Jan Goiarts als man ende momboir van Neeltken Jansse zijne huijsvrouw,
Jan Michielsse als man ende voicht van Jenneke Jansse zijne huijsvrouw,
Joris Hendricx van Hasselt als man ende momboir van Antoniske Jansse zijnre huijsvrouw,
Gerit Jansse de Ruijter voor sijn selven ende voor
Hendrick en Jan zijnen broeders, daer voor hij hem fort ende sterck mackten, Jenneke hun suster cum tutore,
Joost Jansse als voight ende momboirs van wijlen Jasper Jansse kijnder ende Geertruijt weduwe Bert Hendricx cum tutore,

tesamen erfgenamen van wijlen Hendrick Jansse Loijen,
hebben wettelijck ende erffelijck verkocht

Jan Cornelis Oerlmans ende Willem Matheus Jansse
twee moerbodemen gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon in den Kercken streek,
den eene groot 16 lopensaet min 5 roijen
daer die Vrouwe van Loon leet aen den suijdensijde ende
de weduwe Ariaen Stevens ende consorten aen de noordensijde ende
compt met beijde de eijnde aen voorn. Mevrouwe van Loon,

den andere bodem groot omtrent 3 lopensaten ende 20 roijen,
gelegen tusschen bodems Ariaen Jan Ariaens ende Bastiaen zijn broeder aen de suijdensijde ende
Geraert Gerit de Groot, Henrick Bastiaensse ende consoirt aen de noordensijde,
streckende van den Kerckendijck westwaerts Mevrouwe van Loon.

Den voorst. verkopers bij versterf van den voorst. Hendrick Jansse Loijen aengecomen soo men verclaerden
ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. verkopers ende specialijck Jan Goierts onder verbintenissen hennen persoon ende goederen, present ende toecomende,

dit opdragen ende overgeven den voorst. Jan Cornelisse ende Willem Matheus Jansse altois vast ende van waerden te houden ende de voorst. twee bodems te vrijen ende waeren voor ….. elcke bodem in des heeren van Loons chijns.

Testes, Cornelis Dircks ende Dingeman Jansse, den 3e november 1616.


In marge bijgeschreven:
Jan soone wijlen Gheeridt Geritsse van Broechoven in den naeme ende als gemachticht van Willem Matheus Jansse Berchmans soo hij seijde,

heeft op de helft van de twee bodems alhier vermelt ende den voorst. Willem daer ine toebehorende wettelijck ende erffelijck vertegen
Jan ende Lenaert, gebroederen sonen Jan Cornelis Oerlemans etc.

Testes, D. Duppen ende Dingeman Jansse. Actum 24 februari 1649.

Toelichting:
-------------

Willem Matheus Jansse is de broer van Adriana, de vrouw van Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 26]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
02-03-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 155r/v d.d. 2-3-1649.

Claes sone wijlen Jan Cornelis van Gorp heeft wettelijck ende erffelijck vercocht Jan Janssen Basters een stuck heijevelts soe groot ende cleijn als ’t selve bijnnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven inde Duijcxse hoeve gelegen is ende liggende noirtwaerts teijnden

alsulcken stuck heijevelts als hij transportant in voirgaende jaeren vercocht ende opgedraegen heeft tegen behoeve van Lenaert Janssen Oirlemans voor de eene helft,
ende Geeridt sone Cornelis Corsten voor dandere helft,

ende welck voorst. ierst genomineert stuck heijevelts
oistwaerts nijet wijder en sal strecken dan ’t voorst. stuck heijevelts des voorst. Lenaerts ende Geeridts aldaer begraeven is,

gelegen zijnde ’t selve stuck heijvelts tusschen andere erffenisse des voirst. Claes transportants aen deen zijde oistwaerts
te weten aen de zuijdenzijde van de voorst. stege ende
achter over de selve stege vuijtwijsens d’oudt graftken ende slootken aldaer neffens erffenisse der voorst. kinderen dijn ’t voirst. slootken ende graftken is toebehoirende,
ende tusschen den gemeijnen waterlaet aen dandere zijde westwaerts ende streckende van erffenisse des voorst. Lenaerts ende Geeridts noirtwaerts over de stege aldaer liggende tot aen erffenisse van Jan Janssen Basters ende zijnen onmondighe kinderen.

Ende welcke voirst. stege de voirst. Jan Janssen coopere aldaer tot geerffne van de proprietarissen van de Duijcxe Hoeve over ’t voirst. stuck heijvelts schuldich ende verbonden sal wesen te laeten gaen ende loopen, soe ende gelijck de selve stege tegenwoirdich aldaer is liggende, soe hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Claes als schuldenaer principael op hem ende allen zijne
goederen, hebbende ende vercrijgende ’t voirst. stuck heijevelts den voirn. Jan Jansen Basters te waeren, als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen
geheelijcken.
Vuijtgenomen des dorps commer ende de gebuerlijcke lasten ende
servituten tot ’t voirst. stuck heijevelts behoirende. Testes Ghijsbert Claessen et Bastiaen Stoffelen.
Actum 2e martij 1649.


Toelichting:
-------------

Lenaert heeft in voorgaande jaren het heiveld aan t Craenven bij de Duikse Hoeve gekocht. De exacte datum is niet bepaald, maar de ligging is hiermee nog wel behoorlijk goed te bepalen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 72 f 155r/v]
26-03-1656     Samenvatting:
----------------

Peeter Luijcassen Wttenbroeck, wonend tot Besoyen verkoopt aan Lenaert Janssen Oerlemans en Adriaen Janssen van Buerden een hooi- of weiland, in Besoyen gelegen over de Oude Straet, 8 hond groot,

alwaer ten oosten naest geeerf is Gantrof of de Graeffelijckheijt van Hollant
ten west Adriaen Verhoeven cum suis,
strekkende van Jan Emmen de Rijcken sijn erve, noordwaarts op tot ten Halleve Gantel toe ende Steeghen hier op na den Oude Heercomen.

20 gulden den 40e penning

21 meert 1656
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur 1651-1660 Inv. 658 f. 68r scan 75]
Getuige bij:
25-01-1651     kerkelijk huwelijk Adriaen Geeridt Cornelis Cauwenberch en Lijsbeth Oirlemans (geb. 1613) [zie 256,II]    [broer bruid]   [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1524-1651 f. 185v]
Leendert trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 26 november 1639 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r] met Magdalena Andries Jan Wouters van Broechoven (afb. 186), 21 jaar oud, nadat zij op woensdag 9 november 1639 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 140r]. Bij het kerkelijk huwelijk van Leendert en Magdalena was de volgende getuige aanwezig: Guilielmus Henrici. Bij de ondertrouw van Leendert en Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Lambertus Corneli en Andrea Joannes.
Notitie bij het huwelijk van Leendert en Magdalena: De 4e getuige is Johannes .e.kens.

Bij hun huwelijk en bij de dopen van de 6 kinderen is als achternaam Oirlemans geschreven. Later zijn hij en ook de kinderen De Bont genoemd.
Magdalena is een dochter van Andries Jan Wouter Aert van Broechoven. Zij is gedoopt op dinsdag 20 november 1618 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f.45]. Bij de doop van Magdalena waren de volgende getuigen aanwezig: Godefridus van Duppen en Margarita Reinaldis. Magdalena is overleden vóór vrijdag 16 januari 1671, ten hoogste 52 jaar oud.
Deling van goederen:
16-01-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 45r t/m 48v d.d. 16-1-1642.

Huijbert Janssen als man ende momboir van Engelken zijne huijsvrouwe
ende Jan Daniel Willemssen van Gorchum als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe,
gesusteren dochteren wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven,
soe in dijer qualiteijt voor hen selven als voor Maijken Wouters sijne schoonsustere, daer voor zij hen sterck maecken midts desen.
De voorst. Huijbert insgelijcx als momboir van Maijken onmondige dochtere wijlen Jan sone wijlen Wouter Janssen voirgenoempt. ende de selve Huijbert ende de voorst. Jan Daniel Willemssen als wettighe momboire van Cornelis oijck sone des voorst. wijlen Wouter Jan Wouters van Broechoven ter eerste.

Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans als man ende momboir van Magdaleen zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Andries Jan Wouters van Broechoven ter tweede.

Wouter sone wijlen Joost Hendrick Willemssen daer moeder aff was Jenneke dochtere wijlen des voorst. Jan Wouters van Broechoven soe voor hem selven als voor Willem ende Henricken zijne broeders ende Jan Aert Wijten als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Joost ende Jenneken voorgen. ter derden.

Jan Eelants van Spaendonck als man ende momboir van Anneke zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Wouter Aertsse van Broechoven ten vierde.
Andries Peter Andriessen als man ende momboir van Mechtelt zijne huijsvrouwe, ende Willem Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe, gesusteren dochteren ders voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen ende Magdaleen Andries dochtere de Weerdt ter vijffder ende 6e zijden.


Hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van seeckere parceelen van erffgoederen hen luijden ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven ende Magdaleen dochtere Andries de Weerdt, hennen
vader ende moeder, ende grootvader ende grootmoedere in der qualiteijt voorst. respective bij den rechte van successie erffelijck aengecomen soe men verclaerden.


Overmits welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is den voornoempden Huijberden Janssen ende Jan Daniel Willemssen soe tot hennen behoeffne, als ten behoeffne van d’andere voorgenoempde erffgenaemen wijlen Wouter sone wijlen Jan Wouter Aertssen van Broechoven voor d’eene helft

ende Lenaerden sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft t’saemen onbedeijlt te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen eenen ackerlants met een heijeveldeken daer teijnde aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Helvoirt ter plaetsen genoempt het Eijnde,
oistwaerts aen sheerenstraete,
zuijtwaerts Herman Jacops,
westwaerts aen de gemeijnte van Haren ende
noirtwaerts aen erf. van Peter Peter Driessen.

Noch een ackerken lants daer tegens over de straete gelegen, oistwaerts aen het broeck,
zuijtwaerts aen erffenisse van Wouter Peter Franchois,
westwaerts aen sheerenstraete
ende noirtwaerts aen Herman Jacops.

Ende noch twee parceelen erffenisse deen teijnde den andere liggende, eensdeels weije ende eensdeels heije ende moergronden wesende, gelegen aen die Escher heije,
oistwaerts aen de gemeijnte der naebueren van Esch,
zuijtwaerts Laureijs Jan Wouters
ende zijne consoirten westwaerts aen de Leije ende
noirtwaerts aen erff. eertijts Wouter Peter Franchois.

Allen de voorst. parceelen soo groot ende cleijn als de selve ter voorst.
plaetsen gelegen zijn ende gelijck Jan Wouter Aerts de selve met zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achter gelaeten heeft.

Ende daerenboven sal dit loth ontfangen van Cornelis Joosten woonende in Udenhout de somme van hondert gld. de welcke de selve Cornelis aen ende ten behoeve van den gelijcke erffgenaemen wijlen Jan Wouters
voornt. met meer andere opgenomen penningen schuldich is.

Op welcke parceelen van goederen t’saemen op allen brieven ende bescheeden daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Huijberts ende Jan in de voorst. qualiteijt ende ten behoeve van henne bovengen. mede erffgenaemen voor de eene helft ende ten behoeffne des voorst.

Lenaerts als man ende momboir zijnder voorst. huijsvrouwe voor dandere helft hebben de voorst. andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat men vuijt desen lote te weten vuijt ’t voorst. parceel heije, weije ende moergronden bij die Esscher heije gelegen jaerlijcx sal
gelden ’s Hertoge van Brabant eenen chijns van 4 st. oft daeromtrent, ende vuijtte voorst. twee parceelen ackerlants een halff mud roggen ’sjaers aen den heijlige geest van Oisterwijck, de welck men jaerlijcx betaelt met twee guldens 10 st. ende off hier naemaels bevonden wordden eenige chijns vuijt ’t voorst. heijeveldeken met recht te gaen, den selven chijns sal wesen tot laste van desen lote.
Dies soe sal men allen den achterstel mette boeten ende gewinnen van dijen tot date deser tot gelijcke coste affdoen. Met
conditien ut supra.


Overmits etc. soe is den voornoempden Wouteren sone wijlen Joost Henrick Willemssen soe tot zijnen behoeffne, als ten behoeve van zijne voorst. broeders ende sustere te deele
bevallen ende erffelijck aengecomen een halff stuck hoije oft weijelants gelegen binnen der Vrijheijt van Waelwijck over den achtersten hoijgraft, gemeijne ende onbedeijlt met Aert Martens tot Haren, ’t geheel stuck aldaer gelegen
oistwaerts aen erffenisse eertijts Geriken Boom, endewestwaerts aen de erffgenaemen Maij Goijaerts,
streckende zuijtwaerts metten eenen eijnde aen de voorst. hoijgraft ende metten anderen eijnde
noirtwaerts aen de Maese, soe groot binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt d’Achterste Hoeven gelegen is met allen haere rechten ende toebehoirten, ende in alder vuegen ende manieren als de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven de selve hoeve midts zijne doot ende afflijvicheijt geruijmpt ende achtergelaeten heeft.
Op welcke hoeve lants met haere voirst. toebehoirten cum litteris et jure ten behoeve des voorst. Jan Eelants ende Andries Peter Andriessen in der voorst. qualiteijt hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen effectucando.

Behoudelijck dat men vuijt dese hoeve lants sal gelden ’t sjaers aen mijn heere van Loon de helft van acht stuijvers ende 6 penningen chijns.
Ende noch de helft van een smael hoen aen de selven heere.

Oijck soe wordt geconditioneert dat alsoe seeckere questie ende proces voor
schepenen van den Bossche onbeslicht is hangende tusschen Mr. Jan Laurentij ter eenre ende de voorst. Jan Wouter Aertssen van Broechoven ter andere zijden raeckende de reeninge =(grens/palen) van de heijevelden, heijevennen ende andere gronden totte voorst. hoeve behoirende, dat zij deijlderen op hennen gelijcken coste ’t saemenderhant de selve proceduere ten vuijteijnde van den saecke toe sullen vervolgen ende helpen vuijtvueren.

Ende allen ’t gene bij sententie (=vonnis/rechtelijke uitspraak) aengaende de
selve reeninge geseeght ende vuijtgesproken sal wordden, ’t selve sullen de voorst. Jan Eelants ende Andries henne oiren erffnen ende naecomelingen hebben te achtervolgen ende sullen hen daermede oijck gecontenteert ende te vreden moeten houden.

Dies soe hebben zij deijlderen malcanderen geloeft, gelijck zij geloven midts desen, dat elck zijn seste gedeelt van alle oncosten tot het procequeren ende vervolgen van de voorst. processe meedich ten allen tijden daer toe versocht wesende promptelijck sullen opleggen ende betaelen. Op pene dat men den defaillianten (=niet verschijnende partij) daer voor vuijt crachte deser door alle dienaren van justitie sal moegen vuijtpanden als sheeren verwonnen schult. Met conditen ut infra.


Overmits etc. soe sal de voorst. Willem sone wijlen Mattheeus Janssen Berchmans als man ende momboir van de voorst. Marie zijnen voorst. huijsvrouwe met expres consent ende gedoogen der voorst. deijlderen hebben ende besitten de helft van twee blocken hoije oft weijelants, soe groot ende cleijn als de selve twee blocken gelegen zijn in den Ambachte van Besoijen over d’Oude Straete
tusschen erffenisse van Wijtman Peter Wijten ende Peter Janssen notore aen de eene zijde oistwaerts ende
tusschen erffenisse van Adriaen Roossen aen dandere zijde westwaerts, streckende metten eenen eijnde aen den oude straete ende
metten andere eijnde aen erff. van Jan Adriaen Heijligers noirtwaerts
ende van welcke twee blocken lants de andere helft hem Willem te voirens onbedeijlt was toebehoirende, metten voorn. Jan Wouter Aertssen van Broechoven zijnen schoonvader,
Ende staet te weten dat onder de helft van de voorst. twee blocken lants begrepen is een hont leengoets leenrectich aen den huijse van Gansoijen, de welck de voorst. Willem verclaert op hem eertijts verschenen te zijn met noch een ander hont lants in zijne wederhelft begrepen.

Ende hebben de voorst. andere mededeijlderen elck in der qualiteijt
voor verhaelt ten behoeffne des voorst. Willem Mattheeus Janssen in den naeme zijnder voorst. huijsvrouwe op de helft des voorst. twee blocken lants wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Dies soe heeft de voorst. Willem reciprore vertegen ende gerenuntieert ten behoeve van voorst. andere deijlderen op allen actien ende pretensien de welcke hij vuijt crachte van den voorst. verheff op ende
ten laste der selver deijlderen in eeniger manieren soude moegen pretenderen ’t sij tot goetdoeninge van ’t voorst. hont leengoets oft anderssins, alsoe hij verclaert dat hij selve hont lants met goede kennisse ende deliberatie in desen mede heeft laeten deijlen sonder opsicht van ’t voorst. verheff. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen respective in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende gebuerlijcke lasten ende servituten soe van wegen, stegen, watergangen ende andere alsoe sullen houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schade aff en sal comen in eeniger manieren. Mede dat elck over zijn loth sal wegen ende stegen die men van
rechts ende gewoonte wegen oft andersins naer den rechte van den lande schuldich is te wegen ende stegen.

Oijck dat zij allen achterstallige pachten ende andere schulden malcanderen sullen helpen aff doen tot date deser toe.
Ende soe op ijemants portie oft gedeelte eenigen commer quamp daer men ten deser tijt nijet aff en weet, dat zij malcanderen den selven sullen helpen draegen.

Reserverende voirts zijn deijlderen tot hennen gelijcken behoeffne alle hueren ende pachten met allen verloopen intresten voor date deser verschenen.

Met allen andere vuijtstaende penningen in desen nijet gedeijlt.

Promittentes actum etc. Testes Ghijsbert Claessen et Heijliger Diercx.
Actum 16e januarij 1642.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 45r/48v]
17-01-1671     Pdf
Rechterlijk Archief Loon op Zand
inventarisnummer 81, 1670-1674
Bewerkt door: J.A.H.Boeren

Andries, zoon van Lendert Janssen de Bont en Maghdelena Andries
Jans van Broechoven,
maakt een boedelscheiding met Heijliger Janssen Oirlemans en Wouter Andries Cuijpers, als voogden over de
vijf onmondige kinderen (Johannes, Maria, Geertruijt, Adrana,
Jenneken) van Lendert en Machdelena.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 68v/71v]
Overeenkomst:
van 30-06-1609 tot 03-03-1644     Pdf Inv.nr. 61, folio 46v en f 47r d.d. 30-6-1609.

Andries Jan Wouter Aertsse heeft gelooift ende geloift mits desen de naergelaeten weeskijnderen
wijlen Niclaes Dirck Buenen daer moeder af is Geertruijt Ghijsbertsdochter tegenwoirdighe huijsvrouwe van den voirst. Andries Jansse

de somme van 457 gld. 3 st. en 3 oirt te betaelen St. Jansmisse

als men schrijfen sal 1615, ende dat ter causen van imboel ende meubelen vervallen in den sterfhuijs der voirst. kijnderen vader ende bij den voirst. Andries Jansse gecocht ende gemijnt

de selvinghe penningen den voirst. tijt te gebruijcken sonder intrest ter insien mede van den alimentatie ende onderhoudt dat de voirst. Andries Jansse de voirst. kijnderen is diende voor welcke betalinghe
de voirst. Andries Jan Aertsse verbijnt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, de selven stellende onder coertie, bedwanck ende indicatieve van allen heeren hoven bancken, recht ende richteren.

Testes, P. Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten junij 1609.

In marge: Ghijsbert Claessen Buenen bekent ende lijdt midts desen als dat Lenaert Jansse Oirlemans
als man ende momboir van Magdalena dochter Andries Jan Woutersse hem dese 457 gld. 3 st. 3 oirt ten vollen betaelt heeft met allen den intrest daer aff ter date deser onderschreven.

Testes, Dingeman Jansse en Dirck van Duppen. Actum 3e martij 1644.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 46v/47r]
IV. Adriaentken Jan Cornelis Oirlemans. Adriaentken is overleden na woensdag 16 maart 1633.
Notitie bij overlijden van Adriaentken: In de akte van 16 maart 1633 is zij samen met haar broers Jan en Lenaert genoemd.
In de akte van
Deling van goederen:
20-07-1626     Samenvatting:
----------------
1e akte:

Jan Peters in den Thuyn, namens Mattheeus Janse Berchmans, heeft voor de heemraden van Besoyen, een hooiland van 7 hond in Besoyen gelegen, overgedragen.
Het geld is door Jan Cornelis Oirlemans (zijn schoonzoon) ontvangen.

Dat is gedaan om te voorkomen, dat de jaarlijkse lasten op Mattheeus zouden blijven vallen.


Zo staat nu voor de schepenen van Venloon,
Willem Mattheus Jansen Berchmans, als voor de helft erfgenaam van de goederen van zijn vader,
en heeft dit bevestigd ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans (de vader van Willem, en ook Jan Cornelis zijn overleden).

Dit om de positie van Jan Willem Zuenen (de koper, verwacht ik) te versterken.

2e akte:
Thonis Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken en Peeter, zijn broers,
hadden beloofd om aan Matheeus Janssen Berchmans jaarlijks te betalen
een cijns van 12 gulden op 7 februari, de 1e keer in 1625.
Dit voor een erfenis met timmering (ik denk: een huis met houten aan -of bijbouw), liggend op ’t Hoekske.

3e akte:

Willem, zoon van wijlen Mattheeus Jansse Berchmans aan de ene kant,
en Jan Willem Zuenen, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en Adriana Mattheus Janse Berchmans, aan de andere kant,

hebben een deling gemaakt van een schepenbrief van 100 gulden, ten laste van Cornelis Jan Weerdts,
en van de helft van een jaarlijkse rente van 12 gulden, op de goederen van de erfgenamen van Wouter Geeritsen, in ’t Hoekske gelegen.

De schepenbrief en de helft van de rente zijn aanbestorven bij de dood van Mattheus Janssen Berchmans.

De helft van de rente is voor Willem, en de kinderen vertegen (van vertijgen= afstand doen).
Met het voorbehoud dat de helft van de rente tijdens het leven van zijn moeder, Jenneke Lenaert aen ’t Sant, bij haar in tocht zal blijven (zij daar nog recht op zal hebben).

De schepenbrief komt in handen van de kinderen.


Toelichtig:
-----------
Na het overlijden van Matheeus Jansse Berchmans en Jan Cornelis Oirlemans is het blijkbaar nodig om een aantal zaken vast te leggen. Jan Cornelis Oirlemans is getrouwd met de Adriaentken, de zus van Willem.
Dus eigenlijk gaat het over de rechten en de deling tussen Willem en zijn zus van de goederen van hun vader.

Zoals het hooiland te Besoyen, dat verkocht is aan Jan Willem Zuenen.

Zoals ook: de kinderen van Wouter Geeritsen verklaren dat aan Matheeus Jansse elk jaar betaald zou worden voor hun huis in ’t Hoekske.

Als laatste akte is de verdeling van een schepenbrief en de helft van de opbrengst van het huis aan ’t Hoekske geregeld tussen de erfgenamen van Matheeus Jansse Berchmans.
Hierbij is bepaald dat de weduwe dit recht tot haar dood zal bezitten. De weduwe is hier met name genoemd: Jenneke Lenaert aen ’t Sant.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 64r d.d. 20-7-1626.

Condt zije eenen iegelijcken.

Alsoe Jan Peters in den Thuijn ten behoeffne van Matheeus Janssen Berchmans
voor heemraeders der ambachtsheerlijcheijt Besoijen hadde opgedraegen ende overgegeven
een stuck hoijlants seven hont off daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in de voorst. ambachtsheerlijcheijt,
oistwaert de Heere van Tilborch,
zuijtwaert Goijaert Claessen,
westwaert Ghijsbrecht Hendrick Wouters alias Span,
ende noirtwaert den schouwsloot.

Sonder dat de voorst. Matheeus Janssen tot betaelinge van den selven hoijlande gelder off stuijver hadde gefimeert, maer wel ter contrarien waeren allen de cooppenningen geschoten ende getelt door handen van Jan Cornelis Oirlemans.

Sijnde de voorst. opdrachte oft gifte ten behoeffne van den voorst. Matheeus Janssen bij kennisse van de voorst. Jan Cornelis alleen geschiedt om te verhueden
zeeckere oncosten die jaerlijcx op den voorst. hoijlande gevallen ende geresen souden hebben, soe verre het selven ten behoeffne van den selven Jan getransporteert hadde geweest.

Soe is gestaen voor schepenen ondergeschreven Willem sone Matheeus Janssen
erffgenaem voor deene hellicht van den selven Matheeus,
ende heeft op het voorst. stuck hoijlants tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende, ende allen den rechten hem daer inne eenichsins competerende off naemaels alnoch te competeren
ten behoeffne van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Gelovende sup se et bona etc. consitituerende ende machtich maeckende tot meerder vasticheijt van dijen Jannen Adriaen Zuenen,
om de voorst. verthijenisse ede renunciatie voor den gerichte van Besoijen ende elders daer des van noode soude moegen wesen
te vernijeuwen ende te erkennen ende alles daer inne te doen, des den stijl van de selven gerichten eijschen ende dicteren sal, ende hij constituant present ende voor oogen wesende selver soude cunnen off moegen doen, alwaer oijck soe etc.
Testes, Dingeman Jansse ende Dierck Raessen den 20e julij 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 64v d.d. 20-7-1626.

Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Thonis sone Wouter Geeritssen met Adriaen, Willem, Schalcken ende Peeter zijne broeders,
hadden geloeft te gheven ende te vergelden Matheeus Janssen Berchmans eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van twelff gulden jaerlijcx hollants permissie gelt,
alle jaer vrij van alle lasten ende schattingen op den 7e februari te betaelen, waer aff den 1e betaeldach verschijnen souden den 7e februarij 1625,

vuijt ende van hender erffenisse metter timmeringe daer op staende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt Thoecxken (=’t Hoekske),

oistwaerts end westwaerts de erffgenaemen van Thonis Geeritssen, zuijdtwaert des heeren straete,
ende noirtwaert totte meeren.

Ende noch vuijt eenen acker saijlants rontsomme in erffenisse van Geerit Thonis erffgenaemen.

Sijnde de selve jaerlijcxe rente te los met 200 gulden hollants permisse gelt, gelijck dat in schepenen letteren van Venloon daer op gemaeckt breeder begreepen staet in date den 7e februarij 1624.

Ende waer oijck de voorst. Matheeus Jansse int constitueren als zijnde de resterende hondert gulden geschoten bij Willem Matheeus Janssen,
die oversulcx sustineerde de eene rechte te competeren,
alles nijettegenstaende den constitutiebrieff ten sijne behoeffne nijet ende was luijdende:

Soe is gestaen voor schepenen
ondergeschr. Jan Adriaen Zuenen als wettich momboir van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere Matheeus Jansse voorst. tesamen verweckt
als erffgenaemen voor de eene hellicht van de selven Matheeus, int bijwesen van Goijaert Geeritssen van Duppen, stadthouder der voorst. heerlicheijt.

Ende heeft in den naem van de selven onmondige kinderen hem ierst ende vooral op alles aengaende de gelegentheijt der saecke wel geinformeert hebben ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus Janssen
wettelijcke ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
op deene hellicht der voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden,
tsaemen op alle schepenen letteren daer aff gewach doende, ende
allen den rechten den voorst. onmondige aengaende de voorst. hellicht daer inne eenichsins competerende.

Gelovende de voorst. Jan Adriaens op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen,
hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuncieren den voorst. Willemen altijt vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 65r d.d. 20-7-1626.
Willem sone wijlen Matheeus Janssen Berchmans ter eenre

ende Jan Adriaen Zuenen als wettige momboir van de onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans bij den selven wijlen Jan ende Adriana zijne huijsvr. dochtere wijlen Matheeus voorst. tsaemen verweckt
int bijwesen van den stadthouder van Venloon ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffdeijlinge ende erffscheijdige van eene schepenen geloefte van hondert ka. gld. eens
ten laste der goederen van Cornelis Willem Weerdts, ende van de hellicht in eene jaerlijcxse rente van twelff gulden op de goeden der erffgenaemen van wijlen Wouter Geeritssen tot Venloon int Hoecxken.

Welcke schepenen geloefte ende hellicht der rente den voorst. Willem Matheeus Janssen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot van Matheeus voorst. aenbestorven zijn soo men verclaerden.

Overmidts welcker erffdelinge ende erffscheijdinge soe is Willem Matheeus voorst. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
de voorst. hellicht in de voorst. rente van twelff gulden jaerlijcx.

Op welcke hellicht der voorst. rente tsaemen op allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van den voorst. Willem Matheeus heeft de voorst. Jan Adriaen Zuenen in der qualiteijt bovengeschreven wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat Jenneke dochtere Lenaert aen t Sant weduwe wijlen Matheeus Janssen aen de selve hellicht haeren leven lanck sal hebben recht van tochte. Met conditie ut infra.

Overmidts etc.
Soe is den voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans te deele bevallen ende erffelijck aengecomen de voorst. schepenen geloefte van hondert gulden eens.

Op welcke schepenen geloefte ende allen schepenen letteren daer aff gewach doende ten behoeffne van de voorst. onmondige kinderen,
heeft de voorst. Willem Matheeus wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat sij deijlderen malcanderen de voorst. schepenen geloefte,
ende de hellicht in de voorst. jaerlijcxse rente van twelff gulden sullen waeren, als men schepenen geloefte ende erffchijns nae lantrecht schuldich is te waeren.

Gelovende de voorst. Willem Matheeus sup se et bona etc. dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge, dit verthijen ende conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f. 64r-64v-65r]
19-02-1630     Samenvatting:
----------------
Willem Mateussen en Jan Jansse Oerlemans, ook namens zijn broer en zussen, verdelen een weiland aan de Cromme Dijk te Besoyen, 8 hond groot.
Het weiland is gekomen van Mateus Jan Teuwen.


Toelichting:
-------------
Jan en zijn broer en zussen zijn kinderen van Jan Cornelis Oerlemans en Ariaentken Mateus zaliger.
Willem is een broer van Ariaentken. Zij zijn de 2 kinderen van Mateus Jan Teuwen. Dus eigenlijk is het een deling tussen deze 2 kinderen.

Lenart Janssen heeft een afschrift gevraagd, staat bovenaan. Lenart is de bedoelde broer van Jan.

De Winterdijk bestaat nog steeds, en loopt nu van Capelle tot de rotonde bij Besoyen (tegenwoordig behorend tot Waalwijk).
Op de kadasterkaart van 1832 is de naam Winterdijk verder doorlopend, en zien we ook de Oude Straat. Besoijen was toen een zelfstandige plaats.


Transcryptie:
-------------------------

Scheijdinghe ende delinge tussen Willem Mateussen ter eenre,
ende de weeskinderen van Jan Cornelis Oerlemans mette voochden van dien,
ten overstaen van de ge..hten ter andere zijden.

Compareerde voor ons Schout ende hemraders (heemraden) der Ambachts van Besoyen, ondergeschreven,

Willem Matheussen ter eenre, ende
Jan Jansse Oerlemans voor hem selven, vervangende zijn ander broeder en susters ter andere zijden,
als mede ten overstaen van Jan Ariaensse Seunen, als momboir ofte toesiender,
ende de Schout als oppervoocht van de wesen,
ten overstaen van Jan Dyrcxsse ende Aert Schalcken, hemraders van Besoyen, voonoemt, als daer toe geroepen ende gebeden,

ende hebben metten anderen geloot, gescheijden ende gearfdeelt,
seecker stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck,
groot omtrent 8 hond (8x0,14 ha=1,12 ha) lants,
gecomen ende hen samen aengecomen van Mateus Jan Teuwen zone.

daer oost naest gearstlaet Wouter Peter Willems,
west Cartroysen landen, streckende van t hoochste van de Winterdijck ter Ouder straten toe,

soo als hier naer volcht

als te weeten soo zijn de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans, verweckt bij Ariaentken Mateusse zaliger,
bij accort in plaets van blinde lotinge, gevallen, geloot ende gearfdeelt,
op te gerechte helft van t voorsegde lant,
te meeten van de hooftsloot, onder de voet de dijck af totte gerechte helft toe,
en sullen de voorsegde kinderen aen contant gelt van Willem Mateussen daertoe genieten ende alrede ontfangen op sesch hont lants toe.

Also verstaen wort het achterste block, soo vele beterte te wesen, de somme van twintich carolus gulden ..onteren over vier hont minder oft meerder de somme van twintich gulden,
ende sullen tot haren last nemen de schouwen van t voorsegde loth, te weten, van de straet vrede, ende van des Heerenstraet, sondermeer.

Ende Willem Mateusse voornoemt is geloot ende gearfdeelt, ende sal als vorens op elck hont lants toegeven voor de beterschap twintich guldens, die alrede sijn betalet, ende sal tot voorsegd lant maecken de schouwen van de Ouden Straet sloot, ende van de Schepensloot sondermeer,
ende sal oock sijn selven en wel beseijnden,
midts dat partijen tot samen costen sullen den Scheijsloot oft Dwarssloot in t midden van elcx erve halft .... doch graven ende t hecken metten ..sten op ten dam setten,

ende sal dan voort bij Willem Teuwen oft zijn nacomelingen altijts onderhouden worden, midtsgaders sullen .... .. tijen tot haere samen costen, op den dijck oock meacken een gelint met posten ende scheijden, ende het dijckstal bepoten met willigen naer behoeven, ende naer den tijt datter de schouwe overcam, ende daer naer dan bij de voorsegde kinderen ende erfgenamen van Jan Cornelis Oerlemans eeuwelijck onderhouden te worden, ende vertegen ver..tijen hierop eene loth naer den ouden gercomen (?) ende lant recht met hant halen ende met mont soo recht was met alle tegen wegen ende andere gebueren rechten, met recht tot eene lot oft lant behoren naer den .... hercomen,

alle t sonder froude in oirconden, dese bij de selve ondertekent op ten 19e february 1630.

Jan Dircxssen
Aert Schalcken
A. van Andel

Bovenaan in de marge: extract voor Lenaert Janssen
Onderaan in de marge: rest t recht van de brief van de verlichtingen en is ingericht
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 bl. 174r scan 178]
van 27-02-1631 tot 28-02-1631     Samenvatting:
----------------
Op 27 februari 1631 delen de kinderen de goederen, nagelaten door hun vader Jan Cornelis Oirlemans.

Jan en Lijsken krijgen door loting:
* het brouwhuis, schop en grond, De Oude Stede genaamd, op t Craenven, 12 lopensaat (2,3 ha.), gelegen tussen ’s Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* de Langen akker aldaar, 2 lp (0,4 ha.)
* 1 perceeltje land aldaar, 1 lp
* een klein hofje aldaar, 23 roei (300m2, 30mx10m)
* het hofje voor de stede
* lotje land aan de Vonder
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Besoyen over de winterdijk (1,1 ha.)
* hooiland 5 hond in t Ambacht van Besoyen over de Oude Straat, ongedeeld met Andries Peters en Jan Adrdiaen Diercxssen de Bie
* hooiland 8 hond in t Ambacht van Capelle in de Zuidewijn, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie
* ze betalen aan Lenaert en Adriaentken op vastenavond 1632 voor vergelijking 125 gulden

Lenaert en Adriaentken krijgen door het lot:
* een stede met timmeringe en akker, genaamd jan Vrients stede, in t Craenven
* akker 1 1/2 lp, westwaarts Heerenstraat en Duiksche Hoeve
* akker 1 1/2 lp, gespleten van de Oude stede
* akker 4 lp
* akker 1 1/2 lp
* hooiland 8 hond in Besoyen over de Schouwsloot
* hooiland 4 hond in Besoyen aan de Crommendijk
* hooiland 3 hond tot Capelle over de Oude straat, ongedeeld met Adriaen Diercxssen de Bie, jacop Hendricx en anderen
* hooiland 7 hond in ’Ambacht van Capelle in de Zuidenweg, ongedeeld met Mel Aertssen en anderen

Op 28 februari 1632 verdelen Jan en Lijsken hun deel:

Jan:
* de Oude stede en alle hei en percelen op t Craenven
* hij betaalt 250 gulden aan Lijsken
* hij ontvangt de huur van 1 jaar op de stede (het lijkt erop, dat Lijsken en haar man daar wonen)

Lijsken:
* alle percelen hooiland tot Capelle en Besoyen

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.


Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 169v/171r d.d. 27-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre,

Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheussen als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt ter derder ende vierder zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen naebeschreven, hen ende den voorst. onmondige kinderen bij ende overmidts der doot ende afflijicheijt van henne ouders ende anderssins erffelijck aengecomen zijnde soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen in der qualiteijt bovengeschreven bij blinde lothe bij den schouteth van Venloon van sheeren wegen geleght, tsaemen te deele bevallen

brouwhuijs, schop ende grondt ende erffenisse daeraenliggende genoempt d’oude stede,
twelff lopensaet ende 8 1/2 roeijen lants int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

tusschen den waterlaet ende erffenisse Jan Hendricx Verduijn aen de eene zijde oistwaerts ende tusschen erffenisse de weduwe Denis Janssen Loijen ende meer andere aen dandere zijde westwaerts, streckende van sheerenstraete totte Duijcxe hoeve.

Noch eenen acker lants genoempt den Langen acker, gelegen aldaer
tusschen erffenisse Jan Hendricx Verduijn voorgen. aen d’eene zijde oistwaerts ende tusschen den voorst. waterlaet aen dandere zijde westwaert, streckende van sheerenstraete tot aen erffenisse des voorst. Jan Verduijns noirtwaerts.

Noch een stucxken lants twee loopensaeten ende 13 roeijen int geheel begrijpende gelegen aldaer
aen de zuijdezijde van sheerenstraete, oistwaert, zuijtwaert ende westwaert aen erffenisse Corstiaen sone wijlen Jan Joosten Borsten ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een parceeltken lants geschickt op een loopensaet, gelegen aldaer op het hooch,
oistwaert, westwaert ende noirtwaert aen erffenisse des voorst. Corstiaens ende zuijtwaert aen erffenisse Cornelis Willemssen de Pruijser.

Noch een cleijn hoffken groot omtrent 23 roeijen, gelegen aldaer aen den zuijde zijde van den voorst. sheerenstraete, oistwaert aen erffrenisse des voorst. Corstiaens, zuijtwaert aen erffenis van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen hier tegen deijlende ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch een hoffke gelegen aldaer voor de stede,
toecomende de weduwe ende kinderen wijlen Henrick Goossens oistwaert aen de voorst. weduwe Denis Janssen Loijen, zuijtwaert sheerenstraete ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen Cornelis Adriaens.

Noch een lotken lants genoempt aen den Vonder oistwaert aen den aterlaet, zuijtwaert aen de weduwe Denis voorgen. westwaert de voorst. Lenaert ende Adriaentken hier tegen deijlende ende nnoirtwaert de voorst. erffgen. Cornelis Adriaens.

Noch een stuck hoijelants acht hont off daer omtrent int geheel begrijpende gelegen in den Ambachte van Besoijen over den winterdijck genoempt het Hoijelant
achter Goijaert Claessen oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert Ghijsbert Hendricxssen Span ende noirtwaert aen den schouwsloot.

Noch vijff hont lants in een stuck hoijelants gelegen in den Ambachte van Besoijen over d’Oude straete, gemeijn ende onbedeelt met Andries Peters ende Jan sone Adriaen Diercxssen de Bie.

Ende noch acht hont hoijelants off daer omtrent in een stuck lants gelegen in den Ambachte van Cappelle inden Zuijdewijn, gemeijn ende onbedeelt met Adriaen Diercxssen de Bie.

Allen de voorst. parceelen van erffgoederen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen vercleirden malcanderen gedesigneert ende gewesen te hebben.

Op welcke parceelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen, hebben de voorst. momboiren vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe gelden sal de helft van alle renten, chijnsen ende pachten die vuijtte voorst. goederen ende vuijtte parceelen van erffenisse den voorst. Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans
bij desen erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen,

met recht te vergelden staen ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge aen den voorst. Lenaert ende Adriaentken tot vastenavont 1632 geven ende vuijtreijcken tsaemen de somme van hondert ende 25 ca. gld. eens, goet gancbaer gelt. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe is den voorst. Lenaerden ende Adriaentken bij blinde lothe als voor geleeght tsaemen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen

eene stede lants mette timmeringe daer op staende ende het geheel ackerlant daeraenliggende genoempt Jan Vrients stede gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen gen. het Craenven

tusschen een parceel ackerlants van anderhalff loopensaet ende vijff roeijen hier ondergenoempt ex vno oistwaert ende tusschen erffenisse der erffgenaemen Cornelis Adriaens etc. westwaert streckende van sheerenstraete totte duijcxse hoeve.

Noch een parcheel ackerlants anderhalf lopensaet ende vijff roeijen int geheel begrijpende, gespleten van d’Oude stede, gelegen aldaer

oistwaert aen den waterlaet, zuijtwaert ende noirtwaert aen de weduwe Denis Janssen Loijen ende westwaert aen erffenisse van de voorst. stede genoempt Vrienten stede.

Noch een parcheel lants van vier loopensaet ende 4 1/2 roije in een acker lants gelegen aldaer
aen den zuijde zijde van sheerenstraete, oistwaert ende westwaert Corstiaen Jan Borsten, zuijtwaert Cornelis Willems ende noirtwaert de voirst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier tegen deijlende met Corstiaen Jan Borsten voorst.

Noch een parcheel lants groot anderhalf loopensaet ende omtrent 7 roijen in den selven acker oistwaert ende zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen Jan Borsten ende westwaert ende noirtwaert de erffgenaemen wijlen Jan Goijaerts.

Noch een stuck hoijelants acht hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen over den schouwsloot achter Goijaert Claessen,

oistwaert aen erffenisse des heere van Tilborch, zuijtwaert aen den schouwsloot, westwaert aen den weduwe Geerit van Broechoven ende Aert Wouters van Laerhoven ende noirtwaert aen Ghijsbert Hendricxssen.

Noch een stuck hoijelants vier hont oft daer omtrent int geheel begrijpende, gelegen in Besoijen aen den Crommendijck, oistwaert aen erffenisse van Wouter Peter Willems, zuijtwaert aen den winterdijck, westwaert aen Chantroijsen lant ende noirtwaert Willem Matheus.

Noch drije hont hoijelants gelegen tot Cappel over de d’Oude straete, gemeijn ende onbedeijlt met Adriaen Diercxssen de Bie, Jacop Hendricx ende meer anderen.

Ende noch een stuck hoijelants seven hont oft daeromtrent int geheel begrijpende, gelegen in den ambacht van Cappel in den Zuijdenwijn, onbedeelt met Mels Aertssen ende meer andere,

het geheel stuck oistwaert aen Peter Hendrick Haemer, zuijtwaert aen d’oude straete, westwaert aen erffenisse der kinderen Laureijs Peters ende noirtwaert aen den Ganthel.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn ut supra ende daerenboven sal dit loth tot vergelijckinge deser erffdeijlinge van Jan Janssen Oirlemans ende Adriaen Cornelis Diercxssen hier

tegen deijlende hebben ende ontfangen tot vastenavont 1632 de somme van hondert en 25 ca. gld. eens goet gancbaer gelt.

Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure ten behoeve van den voorst. Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans hebben de voorst. Jan sone Jan Cornelis Oirlemans ende Adriaen sone wijlen Cornelis Diericxssen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.
Behoudelijck ut supra etc. ende daerenboven sal dit loth etc. Met conditie ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hier in desen benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat elck een schuldich ende gehouden sal wesen te wegen ende te stegen naer den rechte van den lande, te weten de voorst. Jan ende Adriaen als schulderen principael super se en bona qua etc. ende de voorst. momboiren etc.


Allet sonder argelist.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 27e februarij 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 171r/v d.d. 28-2-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter eenre
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijnen huijsvrouwe dochtere des voorst. wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van goederen die hen tsaemen onbedeelt bij den bovengeschr. erffscheijding ende erffdeijlinge te deele bevallen zijn, soe men verclaerden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe is Jan Janssen Oirlemans bovengen. te deele bevallen

d’oude stede op het Craenven met allen de heijbodems ende de parcheelen van erffenisse op het Craenven liggende, die welcke hen tsaemenderhandt bij de voorst. deijlinge aldaer te deele bevallen ende aengecomen waeren.

Op welcke parcheelen van goederen tsaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeffne des voorst. Jn sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Adriaen Cornelis Diercxssen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden alle renten, chijnsen ende pachten die met recht daer vuijt zijn gaende.

Ende daerenboven sal Jan voorst. betaelen ende voldoen int geheel alsulcke 125 ca. gld. als zij deijlderen aen Lenaerden ende Adriaentken onmondige kinderen Jan Cornelis voorgen. naer luijdt van de voorst. voorgaende deijlinge moeten vuijtreijcken tot vastenavont 1632.

Oijck soe sal Jan de gehele huere der voorst. stede voor een jaer ontfangen. Met conditie ut infra.

Overmidts etc. soe zijn den voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Diercxssen namens zijn huijsvrouwe te deele bevallen

allen de parcheelen van hoijelant soe tot Cappel als Besoijen, die welcke hen deijlderen bij de voirst. voorgaende deijlinge te deele bevallen zijn.

Op welcke parceelen van goederen tesaemen op allen brieven ende bescheeden daer aff mentie maeckende ten behoeve van den voorn. Adriaen Cornelis Diercxssen heeft de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen, helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men daer vuijt sal gelden het ghene daerop begroot soude mogen zijn. met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen genoempt alsoo sullen gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden,

dat deen van dander egeen hinder oft schaede en sal overcomen in eenige manieren ende offer eenigen ouden commer met recht hier op quam daer men ten deser tijdt nijet aff en weet, den selven sullen sij deijlderen malcanderen helpen draegen,

ende sal elck zijn loth aenveerden, soe ende gelijck de voorgaende deijlinge is vermelt ende sullen zij oijck malcanderen allen achterstel helpen aff te doen.
Gelovende de voorst. deijlderen sup se et bona etc. ten eeuwigen daege onwederroepleijck.
Op te verbeurte van hondert ca. gld. tot behoeffne van den armen tot Venloon.
Testes D. Raessen ende Ghijsb. Claessen. Actum 28e februarij 1631.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 169v/171v scan 205/208]
Erfwisseling:
16-03-1633     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 28v/29v d.d. 16-3-1633.

Corstiaen sone wijlen Jan Borsten ter eenre
ende Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffmangelinge ende erffwisselinge van seeckere naebeschreven parceelen van erffgoederen hen respectieve toebehoirende, soe zij verclaerden.

Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge,
soe sal de voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met vollen rechte hebben ende behouden een parcheel lants des voorst. Corstiaens gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaert ende westwaert aen erffenisse van Lenaert ende Adriaentken onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgen.
zuijtwaert aen den voorst. Corstiaen ende
noirtwaert aen den kinderen ende erffgen. wijlen Jan Goijaerts

ende noch een parcheeltken hoffs des voorst. Corstiaens gelegen aldaer oistwaert aen den waterlaet,
zuijtwaert aen den voorst. onmondige kinderen,
westwaert aen andere erffenisse des voorst. Jan Janssen Oirlemans ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Soe groot ende cleijn als de selve parcheelen
van goederen aldaer gelegen zijn.
Op welcke parcheelen goederen ten behoeffne des voorst. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Jan dese parceelen van goederen ierst aenveerden
ten ooghst toecomende aen den stoppelen.
Gelovende etc. ut infra.
Overmidts welcker erffmangelinge ende erffwisselinge, soe sal de voorst. Corstiaen sone wijlen Jan Borsten met vollen rechte hebben ende behouden eenen acker lants des voorst. Jans gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het craenven,
soe groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is
oistwaert aen andere erffenisse des voorst. Corstiaens,
westwaert aen den waterlaet ende
noirtwaert aen sheerenstraete soe men verclaerden.

Op welcke ackerlants ten behoeffne des voorst. Corstiaens heeft de voorn. Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen
helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Dies soe sal Corstiaen desen ackerlants ierst aenveerden ten ooghst toecomende aen den rogstoppelen. Gelovende etc. ut infra.

Gelovende de voorst. comparanten op verbintenisse van henne persoonen ende allen henne goederen,
hebbende ende vercrijgende, dese erffmangelinge ende erffwisselinge ende dit verthijen malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Renuncierende ter dijen eijnde op alle beneficien ende remedien van recht het zij relieffnementen oft andere, die hen ter contrarie van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen. Allet sonder argelist.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
Hier is een zus van Jan en Lenaert genoemd, namelijk Adriaentken. Die kende ik nog niet.
In de akte van 22 januari 1626 staat: ... momboir van de 5 onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans. Die kinderen zijn niet met name genoemd.
Daar kende ik er 3 van met hun naam: Jan, Lijsbeth en Lenaert, en nu dus ook Adriaentken.
Misschien komt hun 5e kind ook nog ergens naar boven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f 28v/29v]
Verkoop:
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]

Generatie 10 (stamouders)

oirlemans_lijsken__adriaenken__claesken_en_cornelis_verkopen_een_hoeve_en_2_akkers_op_de_meulenstraat_bij_de_oude_kerk_op_6_januari_1568_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._437r_sc_43.jpg loon_op_zand_kaart_van_de_gemeente_-_1867_-_gedeelte_met_moleneind__molenstraat__en_de_molen.jpg oirlemans_cornelis_cornelis__adriaen_peeter_verdiesen__joost_claes__en_adriaen_joosten_leggen_verklaringen_af_over_soldaten_van_kapitein_nicolai_-_augustus_1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg oirlemans_cornelis_cornelis__verklaart_uit_zijn_huis_gehaald_te_zijn_door_soldaten_van_kapitein_nicolai_en_heeft_60_gulden_moeten_betalen_-_augustus_1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendrikck_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_merk.jpg oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendricx_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_scan_133.jpg
187 Oirlemans Lijsken, Adriaenken, Claesken en Cornelis verkopen een hoeve en 2 akkers op de Meulenstraat bij de oude kerk op 6 januari 1568 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r sc 43
188 Loon op Zand kaart van de Gemeente - 1867 - gedeelte met Moleneind, Molenstraat, en de molen
189 Oirlemans Cornelis Cornelis, Adriaen Peeter Verdiesen, Joost Claes, en Adriaen Joosten leggen verklaringen af over soldaten van kapitein Nicolai - augustus 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
190 Oirlemans Cornelis Cornelis, verklaart uit zijn huis gehaald te zijn door soldaten van kapitein Nicolai en heeft 60 gulden moeten betalen - augustus 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
191 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendrikck Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j merk
192 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendricx Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 133
oermans_aert_ariaensse__geschil_met_regeerders__zoals_anthonis_hendrikck_oermans_en_corn._corn._oermans_op_23_febr._1607__met_handtekening_of_merk_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._94j_scan_134_.jpg oerlmans_cornelis_cornelis__floris_hendrick_reijnen__en_adriaen_hendrick_pauwels_dragen_land_over_en_wisselen_van_land_op_26_juli_1608_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f.__5v.jpg oerlmans_cornelis_cornelis__floris_hendrick_reijnen__en_adriaen_hendrick_pauwels_dragen_land_over_en_wisselen_van_land_op_26_juli_1608_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f.__6r.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__koopt_een_akker_op_de_vaert_aan_de_oude_dreijer_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._72v.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__verkoopt_een_akker_op_de_vaert_op_13_maart_1610_en_koopt_die_terug_op_2_januari_1620_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73r.jpg oerlmans_cornelis_cornelisse__verkoopt_een_akker_op_de_vaert_op_13_maart_1610_en_koopt_die_terug_op_2_januari_1620_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73v.jpg
193 Oermans Aert Ariaensse, geschil met regeerders, zoals Anthonis Hendrikck Oermans en Corn. Corn. Oermans op 23 febr. 1607, met handtekening of merk - Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 134
194 Oerlmans Cornelis Cornelis, Floris Hendrick Reijnen, en Adriaen Hendrick Pauwels dragen land over en wisselen van land op 26 juli 1608 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v
195 Oerlmans Cornelis Cornelis, Floris Hendrick Reijnen, en Adriaen Hendrick Pauwels dragen land over en wisselen van land op 26 juli 1608 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 6r
196 Oerlmans Cornelis Cornelisse, koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 72v
197 Oerlmans Cornelis Cornelisse, verkoopt een akker op de Vaert op 13 maart 1610 en koopt die terug op 2 januari 1620 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73r
198 Oerlmans Cornelis Cornelisse, verkoopt een akker op de Vaert op 13 maart 1610 en koopt die terug op 2 januari 1620 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73v
512 Cornelis Cornelis (De oude) Oirlemans (afb. 187 t/m 198). De oude is overleden na zaterdag 26 juli 1608.
Notitie bij overlijden van De oude: In de akte van 22 januari 1626 is hij als wijlen genoemd (RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.)
Adres:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
Functie:
van 04-10-1609 tot 07-06-1617     Schepen (15-07-1609 f 48r: Testes scabini Dingeman Janse, Cornelis Cornelisse Oerlman en Thuenis Henricxsen
4-10-1609 f 66v: Testes scabini Cornelis Cornelisse Oerlman en Anthonis Henricxsen Oerlman
13-08-1614 f 142v: Wij Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Anthonis Hendricxen schepenen etc. doen condt ..
30-11-1616 f 32r en v: van de eersaeme Jan Wouter Claesse de Bont, Cornelis Dirck Franssen, Dingeman Jansse, Anthonis Hendricx, Cornelis Cornelis Oerlemans, schepenen der voorst. heerlijckheijt Loon ende Aerdt Ariaen Oerlemans Hl. Geestmeester
07-06-1617 f. 52r: van den eersame Cornelis Cornelisse Oerlmans, Cornelis Dirck Franssen, Dirck Raessen, schepenen der heerlickheijt Loon ende Jan van Delft, schouth aldaer als arbiteren ende arbitrateurs.


Er is niet te bepalen nog of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, vandaar dat ik bij beide dit heb opgenomen.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 48r - 66v Inv 62 f. 142v - Inv. 63 f 32r/v]
Betaling:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Toelichting:
-------------
Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oirlemans, de zus van Cornelis Cornelis Oirlemans de oude.
Zeer waarschijnlijk gaat het hier om de oude.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden
Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen. Testes ut supra.

In marge bijgeschreven:
deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen. Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 2v/r]
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
van 04-02-1605 tot 19-03-1618     Samenvatting:
----------------
In 5 akten van 4 februari 1605:
Cornelis Cornelis Oerlemans en Gijsberden Henricx zullen betaald krijgen voor de onmondige kinderen van wijlen Dominicus den ouden Janszoon:

1. Jan Willem Aertse Boom 66 gulden, 3 stuivers, 2 oort voor Pasen dit jaar voor geleverd turf
2. Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot 31 gulden, 18 stuivers
3. Denis Janse en Berthout Henricx 8 gulden, 18 1/2 stuivers
4. Daneel Willem Peeters van Gorcum, met voogd Jan Stevensse, 53 gulden, 10 stuivers voor Maria Lichtmis dit jaar.
Gijs Hendricksse bekent op 1 juli 1608 dat het bedrag betaald is.
5. Jan wijlen Quirijn Geritsse van Spaendonck 53 gulden, 10 stuivers op Maria Lichtmis dit jaar voor geleend geld.
Gijsbert Hendricx verklaart op 19 maart 1618 dat het geld ontvangen is.




Toelichting:
------------
De relatie van Cornelis en Ghijsbert tot Dominicus Jansse den ouden is me niet bekend.

Of dit Cornelis de jonge of de oude is, kan ik zo niet bepalen, vandaar dat ik bij beide deze akten heb toegevoegd.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 1-2-1606.
Jan Willem Aertse Boom belooft te betalen op allen sijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
Cornelis soone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henricx
tot behoef van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 66 gld. 3 st. 2 oort ten paesschen nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van coop van torff bij den voorst. momboirs, den gelovende vercocht ende gelevert.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 31 gld. 18st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Denis Jansse en Berthout Henricx beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 8 gld. 18 ½ st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 5-2-1605.
Daneel Willem Peeters (v.Gorkum) en Jan Stevensse sijnen borgen, beloven te betalen aan
Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henricx
ten behoeve van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 53 gld. 10 st. te gelden te lichtmisse nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen ende dat ter saecken van goede geleenden ….. bij den voorst.

Gelovende van den voorgen. momboirs in reckeninghe ontvangen.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.

In marge: Gijs Hendricksse bekent van dese geloifte voldaen te sijn, den 1e julij 1608.


Inv.nr. 60, folio 3r d.d. 5-2-1605.
Jan soone wijlen Quirijn Geritsse (v. Spaendonck) belooft te betalen aan Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henric
tot behoef van de onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.

de som van 53 gld. 10 st. bosch gelt te lichtmis ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van goeden geleende gelden bij den voorst. geleenden van de voors. genoemde momboirs in leningen ontvangen.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse, actum ut supra.

In marge: Gijsbert Hendricx heeft bekent dat Jan Quijrijnen dese geloifte voldaen heeft ende alzoo geroijeert.
Actum den 19e mert 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 2v-3r]
08-02-1612     Samenvatting:
----------------
Jan Janse Dominicus belooft 98 gulden en 17 stuivers te betalen op 8 februari 1613
aan Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voogden van hemzelf en zijn broers en zussen.

Toelichting:
------------
In de akte van 31 mei 1614 zijn Cornelis en Ghijsbert voogden van de kinderen van Dominicus Janse en Neeltje Handrick Gijsbrechts.
Dan zijn genoemd als kinderen: Jan, Maeike, Lijntken, Handrick, Jenneke, Denis, en Peter.
In deze akte staat Jan Jansse Dominicus.
Gezien er in de akten sprake is van dezelfde voogden, is het zeer waarschijnlijk dat het om hetzelfde voogdijschap gaat.
Of de vader nu Jan Dominicus is of Dominicus Janse?

Als ik naar de voogden kijk, lijkt Gijsbert Handrick een oom van moederskant, en dan zou Cornelis aan vaderskant familie kunnen zijn.

Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 58v d.d. 8-2-1612.

Jan Jansse Dominicus heefft geloift
Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voochden ende momboiren van des voirst. Jan Jansse, broeders ende susters,
tot behoeff der selver de somme van 98 gld. 17 st. te betaelen
den 8e februari 1613 ende dat met behoirlijcken intrest teghens ses ten hondert, ter causen hij bij affreckeningen soo veel schuldich is bleven, daer voor verbijndende sijnen persoon ende goederen.

Testes, Sallen ende Dries Jansse den 8e februarij 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 58v]
van 17-05-1617 tot 14-02-1618     Samenvatting:
----------------
Jan Adriaen Rijcken zal Cornelis Cornelis Oerlmans betalen voor de 50 geleende guldens.
Hij heeft die op 14 februari 1618 voldaan.

Toelichting:
-------------

De Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 50v d.d. 17-5-1617.

Jan Arijaen Rijcken heeft bekent wel ende duechdelijcken schuldich te wesen Cornelis Cornelis Oerlmans
acht halve rijers tot vijf gulden elf stuijvers stuck ende voirts in penement tot de somme van vijftich gulden die hem geleent heeft.

Gelovende die selven in gelijcke spetie ende valent te restitueren ende wederom te gheven tot korsmis ierstcomende, daer voor verbindende die voirst. Jan Ariens zijnen persoon ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse, den 17e meij 1617.

In marge: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese geloifte betaelt ende voldaen te zijn den 14e februari 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 50v]
28-04-1621     Samenvatting:
----------------

De kerkmeester Dirck Raeesen van Grevenbroeck heeft van Cornelis Cornelisse Oerlmans 50 gulden ontvangen, die Neeltken Wijnen nog moest betalen, volgens testament van Willem Martens zaliger.
De pastoor heeft de 50 gulden van de kerkmeester ontvangen.

Toelichting:
------------
Hoe Cornelis in relatie staat tot Neeltken, dan wel Willem Martens, is niet duidelijk. Misschien alleen als ontvanger en doorgever van het geld.
Of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.

Transcryptie:

RAT. Loon op Zand. R 63 f 133v d.d. 28-4-1621.
Dirck Raessen van Grevenbroeck kerckemeester deser heerlich. Loon heeft bekent
van Cornelis Cornelisse Oerlmans ontfangen te hebben
de somme van vijfftich gld.

mette welcke ende nog hondert gulden die Neeltken Wijnen der kercke van Loon moet betaelen ofte rentgewijs verseeckeren voldaen ende betaelt,
in alsulcke legaat van hondert vijfftich gld. als Willem Martens zaliger der kercke van Loon bij testamente gelegateert ende gemaect hadden.

Ende sijn de voirst. vijfftich gld. gestelt in handen van den pastoir tot dat men de selven op solvente onderpanden sal weten te beleggen.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Janssen den 28e april 1621.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 133v]
Deling van goederen:
31-05-1614     Samenvatting:
----------------
Jan Dominicus Janse,
Maeike Dominus Janse, getrouwd met Lambert Claesse van Oort,
Lijntken Dominicus Janse, getrouwd met Bastiaen Jan Bastiaensse,
Onmondige Handrick, Jenneke, Denis, Peter Dominicus Janse, vertegenwoordigd door Gijsbert Handricx en Cornelis Cornelisse Oerlmans


allen broers en zussen, kinderen van Dominicus Janse en Neeltken Handrick Gijsbrechts,

maken een erfdeling.


Toelichting:
------------

De Cornelis Cornelisse Oerlmans kan de oude of de jonge zijn. Vandaar dat ik dit bij beide heb toegevoegd.
Hoe Cornelis als voogd familie is langs vaders of moeders kant, weet ik niet.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 139v t/m 140v d.d. 31-5-1614.
Jan Dominicus Jansse,
Lambert Claesse van Oirt als man ende momboir van Maeike Dominicus dochter zijne huijsvrouw,
Bastiaen Jan Bastiaensse als man ende momboir van Lijntken Dominicus dochter zijne huijsvrouw, ende
Gijsbert Handricx ende Cornelis Cornelisse Oerlmans als voochden ende momboirs van den onmondige Handrick, Jenneke, Denis ende Peter,

gebroeders ende gesusteren kijnder wijlen Dominicus Jansse bij den zelven ende wijlen Neeltken Handrick Gijsberts in houwelijcke staet verweckt,

hebben bekent aengegaen ende gemaeckt te hebben erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen hun van voirst. hunnen ouders aenbestorven, geleghen binnen der heerlich. Loon ende tot Besoijen, ende hebben daer omme gelooth met des heeren lotinge.

1. Overmits welcker erffscheijdinge, erffdeijlinge ende lotinge den voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een huijs ende schuer metten saeijlandt daer aen liggende, geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. ter plaetsen genoempt opt Craenven, oostwaerts aen erffenis wijlen Peter den ouden Jans kijnderen, suijdtwaerts aen erven Dingenman Jansse, westwaerts Jan Ferdinandus ende noortwaerts des heeren straet.
Item alsnoch de gerechticheijt die de voirst. erffgenaemen in prasers acker hebben. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse hebben de voirst. andere mede deelderen helmelinge vertegen
inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Lambert Claessen ende Bastiaen Jansse daer vuijt gelden ende betaelen sullen aen Denissen ende Jenneke 86 gld. eens binnen sjaers. Item alsnoch een renthe van drij gld. jaerlijcx tot Vlijmen te betaelen. Item noch eenen daelder jaerlijcx aen den stommen tot Tilborch. Ende des heeren chijns met conditien ut infra.

2. Overmits welcker etc. den voirst. Denis ende Jenneke te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is een stuck hoijlandt gelegen in Besoijen onbedeelt met de erfgenaemen Peter den ouden Jans. Item een rentken van twee gld. jaerlijcks dewelcke Jan Sacharias ende Cornelis Willem Wertz geldende ende betaelende zijn.
Item soo sullen de voirst. Denis ende Jenneke binnen sjaers ontfanghen van Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse 86 gld. ende van Hendrick hennen broeder 50 gld. eens. Op welcke parceelen tot behoeff van den voirst. Denis ende Jenneke hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen innen manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Denis ende Jenneke daer vuijt gelden ende betaelen sullen den chijns met recht daer vuijt gaende. Met conditien ut supra.

3. Overmits welcker etc. den voirst. Jan Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een stuck landts geleghen binnen der heerlich. Loon opt Craenven genoempt den dickbier, tusschen erffenis Gerit Geritsse de Groot aen deen zijde ende Mechtelt Arien Stevens aen den westenzijde, streckende van des heeren straet noortwaerts tot erven Jo. Floris van Grevenbroeck.
Item noch een ackerken geleghen tusschen een gemeijn steechsken aen deen sijde ende erven Jan Stevens aen den westenzijde, streckende van Jan Melis heij noortwaerts tot Gerit Bethen erven.
Item noch de gerechicheijt in een heijke daer Jan Stevens mede in gerecht is ende halff toebehoirt. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Jan Dominicus hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Jan Dominicus daer vuijt sal betaelen des heeren chijns. Met conditien ut infra.

4. Overmits welcker etxc. Peter Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen zijn twee parceelen saeilandt geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. opt Craenven tusschen een steghe aen deen zijde ende Dingeman Jansse ende meer anderen aen dander zijde, streckende van erven Peter den ouden Jans westwaerts totten gemeijne bodems.
Item noch een heijveldeken met den eenen hoeck daer aen geleghen genaempt den heij horst.

Op welcke parceelen van erffenis tot behoeff van den voirst. Peter Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelinge verteghen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat de voirst. Peter Dominicus daer vuijt gelden ende betaelen sal des heeren chijns. Met conditien ut infra.

5. Overmits welcker etc. Is den voirst. Handrick Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen twee parceelen landts met een kleijn heijken geleghen binnen der heerlich. Loon aen den rechte heirstraet tusschen erffenisse Dirck Quijrijnen aen den oostenzijde ende erven Jan Wijnen aen den westenzijde, streckende van des heeren straset, suijdtwaerts tot Hans Dircken erven.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Handrick Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Handrick Dominicus daer vuijt sal gelden ende binnen sjaers betaelen 50 gld. eens aen Denis ende Jenneke zijnen broeder ende suster ende des heeren chijns.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voirst. deelderen een iegelijck zijnen chijns ende lasten alsoo sullen betaelen dat deen van den anderen hinder off schade en komen, ende malcanderen weghen ende steghen ten naeste velde ende minste schade.

Ende dat het opgaende eijcken houdt dwelck bijsonder gepaert ende gedeelt is noch sal mogen blijven staen drij jaeren van nu aen beginnende ende langer nijet. Ende off naderhandt eenige lasten meer op bevonden worden dan men tegenwoirdich weet dat de voirst. deelderen die malcanderen gelijck sullen helpen draghen. Gelovende die voirst. deelderen onder verbijntenisse van hennen persoonen ende goederen, present ende toekomende dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge dit vertijen ende voirts alle andere conditien boven verhaelt malcanderen vast ende stendich te houwen ten eeuwige daghen.

Behoudelijck off ijemant dese lotinge inst... ende daer nijet mede te vrede ende waer sal gehouden wesen tzelven te doen van heden ende veerthien daghen ende in dijen gevallen verbonden wesen te betaelen de costen ten daghen van heden .... ende daerbeneffens noch een tonnen biers.

Testes Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den lesten meij 1614.


RAT. Loon op Zand. R 62 d 140v d.d. 31-5-1614.
Den 13 junij wesende den 14e dach partijen vergadert ende versaemt zijnde is bij oirdonatieen van dezen Heer gheen eindtken van eender berander kersse ontstecken ende is het zelven vuijtgegaan sonder dat ijemandt van partijen de voirst. delingen wederroepen oft ingesmact heeft. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 62 f. 139v t/m 140v]
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
Getuigenverklaring:
08-1581     Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
08-1581     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar) (beperkt aangepast)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)
Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde
van … soldaten alsd.. binnen de stadt Bryde (Hryde, .. ?) <Sint Geertruydenbergh is doorgestreept) onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen,
heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.

N.B. er staan nog 2 verklaringen boven, kijken hoever ik die vertaald krijg:

Aryaen Joosten, uyt zijn huys gehaelt zijnde met gewelt,
heeft gegeven 4 daelders t stuck tot 26 stuyvers geldt,
met 2 oude Geldersche Rijders.
Behalve te coscen (?) aen tien soldaten,
binnen de stadt van den capiteijn Senscref (?) onder .raef (Graef) geleghen,
onder andere geheijten
Frans Jonckbloet van Berghe op den Zoom,
Peer Bloethont,
Claes Peeterssen van Loon,
met noch eenre,
oock eenre Claes genaempt
ende Voost (?)
met noch eene Wael
ende de andere onbekent.

Joost Claes ene Ben zijn zoon uit zijn scuere, aldaer hij cooren afgepacken hadde gehaelt sijnde,
heeft vijf soldaten binnen voorsete Geertruydenberche gelegen onder Capitain Nicolai,
moet gheeven 53 carolus gulden.
in de marge: eenre genoempt Toenis van Wijck, alias Boercen. (Boerken)


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
Overeenkomst:
23-02-1607     Samenvatting:
----------------

Er is een geschil tussen Arien Aertssen Oermans alias Clerck en de regeerders ov er de liquidatie van zekere landsettingen van hem. Zijn zoon is aanwezig, en die woont daar ook op.
Het geschil is bij de Hove van Brabant besproken.

Ze komen overeen: het zelfde goed zal gestaen, mits in elk boek 3 gulden betaald wordt.
Aldus gedaan in aanwezigheid van partijen, die het ondertekend hebben.

Daarin herken ik links:
Aert Aryaanse Oermans (de zoon)
Dirck Buenen
Antonis Hendricx Oermans
Cornelis Cornelisse Oermans

Rechts:
J. van Delft
........
Jan Wouter ...
Hendrick Arien Aertsse


Toelichting:
-------------
De Cornelis Cornelisse Oermans is waarschijnlijk de oude, maar helemaal zeker is dat niet.

De alias de Clerck zou kunnen betekenen dat hij Secretaris was.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 94j d.d. 23-2-1607.

Alsoo over veel jaeren seeckere geschil, proces ende .. van recht geresen was voor den Hove van Brabant

tusschen Arien Aertsse Oerman alias Clerck met sijne consorten als i.... ter eenre
ende schoutet, scepenen, regeerders en setters van des dorps lasten tot Venloon als gedaagde ter andere sijden.

Beroerende de liquidatie van seeckere landtsettingen des voirst. Arien Aertsse Oerman toebehoirende.
Ende in voirst. saecke soo verre geprocedeert dat bij den Hove van Brabant is geweesen het voirst. geschil onder arbitrage van goede mannen.

Soo sijn op huijden date van deesen de voirst. gedaechde met Aert Arijaensse Oerman soone van den voirst. Ariaen Aertsse Oerman, vervanghende ende hem fort ende sterck maeckende voor sijnen voirst. vader ende consorten veraccordeert

dat belanghende alsulcken goet offte landt als de voirst. Ariaen Aertsse Oerman binnen den voirst. dorpe heeft liggende ende dat de voirst. Aert Arijaensse tegenwoirdelijck op woondt ende waerom geschil geweest is,

dat het selven goet sal gestaen mits betalende in elcke boeck de somma van drij gulden off gelijck ander goet offte hoeven als namentlijck Jo. Boshuijens hoeff de ... daer tegenwoirdelijck Arijaen Schalcken op woont, daer Jan Aert Schouten op woont, die van den selven duer.. ende valeur sijn nu tegenwoirdelijck geven ende ... sullen.

Behoudelijck dat dit voirst. accoirdt geschiet ende gedaen is bij provisie ende onder protestatie ter tijt ende ... toe dat men eenichssins anders souden bevijnden moghen te bes....

Aldus gedaen in presentie van partijen die dit mede onderteckent hebben op huijden den 23e februari int jaer ons heere duijsentseshondert ende seven, mij present,
Aert Arijaensse Oermans. Dirck Buenen, Antonis Hendricx Oermans, Hendrick Arijaen Aertsse, Cornelis Cornelisse Oermans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 60 f. 94j scan 133 en 134]
Schuld:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden

Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse
metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen.
Testes ut supra.


In marge bijgeschreven:

deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen.
Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.

Toelicihting:
-------------
Adriaen en Cornelis hebben de schuld overgenomen van Henrick Gerit Oirlmans.
Het zal met de bewoning van de erfenisse met timmeringe te maken hebben.
Hoe het dan bij deze 2 zwagers gekomen is?

Op 6 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 27 maart 1553. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 2r en v]
van 27-03-1554 tot 06-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 218v d.d. 27-3-1554.

Henrick Gerit Oirlmans heeft gelooft jaerlijcks te vergelden
Claessen Peeter Adriaensse
eene jaerlijckse ende erffelijcke pacht van zes mudde rogs ofte de waerde van dien in gelden alzoo Claessen gelieven zal,
allen jaeren tot Oisterwijck te leveren
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal opten 12e dach april naestcomende over een jaer

uit ende van zijnder erffenisse metter timmeringen daerop staende in de parochie van Venloon opten Ketshoevel

metter oisten zijde neffen erffenis Peeter Geldens
metter westen zijde neffen Claes Petersse
streckende van sheerenstraete aen mijn heer van Loon alzoo hij zeede.

Ende heeft hem opgedragen ende gelooft te waren etc.

Daar waerborg voor is geworden Geridt Oirlmans.
Testes, Joist Peetersse ende Adriaen Nouwen.
Actum anno 1554 den 27e maart.

Dese erfpacht mag Henrick altijt lossen met 50 carolus guldens eens ende metten verschenen pachten ende een half jaer te voren op te zeggen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
dese brief is geheel afgequeten ende gelost bij handen van Adriaen Petersse Verdiesen ende Cornelis Cornelis Oirlman als gelders in handen van Steven Thomassen.

Testes, Willem Cornelisse ende Gelden Aert Henricxsse.
Actum den 6e juni 1584.

Toelichting:
------------
Op 5 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 1547. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 218v]
van 11-03-1614 tot 20-08-1615     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Cornelisse belooft zijn vader Cornelis Cornelisse 192 gulden en 5 stuivers te betalen voor 2 perceeltjes moer.

Zijn vader heeft nog meer percelen verkocht.

Toelichting:
------------
De akten zijn van dezelfde dag, en hoewel in de akte van de zoon geen Oerlman genoemd is, zal het hier wel om gaan, gezien de vernoemingen in de akten ervoor.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r d.d. 11-3-1614.
Geraert Hendricxen ende met hem Ariaen Jan Ariaens ende Ariaen Jansse van Hemert als borghen hebben geloift
Cornelis Cornelisse Oerlman de somme van 145 gld. 8 st.
te betaelen in vier termijnen elcke termijn 36 gld. 7 st. waer aff den iersten termijn verschijnen sal paesschen 1615, ende soo van paesschen tot paesschen tot volder betalingen.

Ende dat ter causen van coop van een luepensaet 4 roijen 5 voeten moeren, gelegen in den wagenmoer van den Egmont.

Daer voor verbijnende die voirst. gelovende hennen persoonen ende goederen, present ende toecomende, roerende ende onroerende, ende stellen den selven moer, torven daer aff komende tot hypotheecq ende waerborch.
Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 11e mert 1614.
Jan Jansse voor Aentken Faessen zijn moeder.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130r/130v d.d. 11-3-1614.
Thuenis Thuenisse heeft geloift Cornelis Cornelis Oerlman

de somme van 115 gld. 19 st. te betaelen ut sup. in vier termijnen, elcken termijn 28 gld. 19 st. 3 oirt
ter causen van een luepensaet en 2 roijen moers,
wesende ter oirsaecken van den dijck hen 2 roijen min gereckent, daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Jan Fransse Vrindt ende met hem Handrick Goossen als borge hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 126 gld. 13 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcken termijn 31 gld. 13 st. 6 penningen,
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijnende ut sup.
Testes et actum ut sup.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.
Steven Meeusse ende met hem Handrick Thonis ende Cornelis Jacops als borghen hebben geloift Cornelis Cornelisse Oerlman
de somma van 142 gld. 7 1/2 st. te betaelen ut sup in vier termijnen, elcke termijn 35 gld. 11 st. 3 oirt 2 penningen
ter causen van een luepensaet 7 roijen 15 voeten moers.
Daer voor verbijndende etc. ut sup. Testes et actum ut supra.


In marge: bevonnist ter goeder rekening in judictie den 20e augusti 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 130v d.d. 11-3-1614.

Jan Cornelis Cornelisse heeft geloift Cornelis Cornelisse zijnen vader
de somma van 192 gld. 5 st.
te betaelen in vier termijnen, elcke termijn 48 gld. 1 st. 1 oirt,
waer aff den ierste termijn verschijnen sal paesschen 1615

ter causen van twee parceelkens moers,
het een groot 36 roijen, 5 voet, 10 duijm,
het andere 37 1/2 roijen.

Daer voor verbijndende etc. ut sup.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 130v]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
04-12-1598     Samenvatting:
----------------

Joncker Dierick van Immerselle, heer tot Loon opt Sandt verkoopt aan

Willem Martensse van Gilse,
Dirck Claessen Bunnen,
Henrick Arijaen Aertsse ende
Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende
Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock.

Toelichting:
-------------
Dit kan zowel Cornelis de oude, danwel de jonge betreffen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 58a f 10v en 11r d.d. 4-12-1598.

Wij Andries Gheritsse van Broechoven, Jan Wouter Claes Beertensse de Bont, Willem Martens van Gilse ende Jan Lauwrijs Dircxssen,
schepenen der heerlijckheijt Venloon dat men noempt Loon opt Sandt in de meijerije van ’s Hertogenbosch onder ’t quartier van Oijsterwijck geleegen

doen condt en maecken kennelijck eenen ijegelijcken, die deesen tegenwoordige letteren sullen sien ende hooren leesen, dat wij in onse handen hebben gehadt ende gesien ende hooren leesen eenen brief geheel gesont, ongecasseert ende ongecancelleert in franchijn geschreven met drije groote seegels in groenen wasschen uithangende, inhoudende van woorden tot woorden gelijck als hiernae volght: Johannes dei gratia duc Lotharingen et Brabantia etc.

RAT. Loon op Zand. R 58a f 11r d.d. 4-12-1598.

Joncker Dierick van Immerselle heer tot Loon opt Sandt heeft verkocht
Willem Martensse van Gilse, Dirck Claessen Bunnen, Henrick Arijaen Aertsse ende Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock

teijnde aen de noordensijde van de rechte vaert gelegen,
oostwaerts aen sheerendellen,
suijtwaerts aen ’t lanthooft van de rechte vaert voorschr.
westwaerts aen de meergrippe streckende noortwaerts totter moer van Jan Arijaensse wonende op Sprang.

Ende Thoenis Henricxsse ende Thomas Arijaen Joosten ¼ part, Jan Aertsse ende Willem Arijaense oock ¼ part in de voorschr. moer. Ende heeft hen opgedragen ende overgegeven etc.
Ende gelooft te waren, vrij en los.

Testes scabini, Peeter Arijaen Thomas ende Peeter Arijaen Cornelis.
Actum den 4e november 1598.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58a f 10v-11r]
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
20-07-1600     RAT. Loon op Zand. R 59 f 36r d.d. 20-7-1600.

Cornelis Cornelisse Oeremans heeft gelooft te betalen
Jacob Gerit Oeremans
de somme van 125 gld. tot 20 st. brabants,

tot paesschen toecomende als men schrijft 1601,
dat ter cause van eenen acker lants die den selven van Jacob Gerit Oeremans gecocht heeft.

Aermede de voorschr. acker ten vollen betaelt sijn sal stelt hier door ten onderpant den acker ende voorts allen sijnen goederen, haef etc. waer dat het self bevonden mag worden ’t sij in Hollant ofte Brabant.

Testes, Adriaen Adriaen Oeremans ende Willem Martens van Gilse den 20e juli 1600.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f 36r]
van 24-11-1605 tot 28-02-1607     Samenvatting:
-----------------
Erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen verkopen een erfenisse met timmeringen op te Vaert, gelegen aan de zuidkant van de Vaert tegen de oude Dreijer over gelegen,
die zij bewoond heeft tijdens haar leven,
aan Cornelis Cornelisse Oerlemans en Jannen Hendricxsen voor de prijs van 399 gulden.

Daarvan betalen ze prompt 75 gulden en met Pasen 1606 75 gulden, en zo elk jaar door totdat volledig betaald is.

Jaarlijks te betalen:
4 vaten rogge aan de Heilige Geest van Loon, elk vat met 5 stuivers te mogen betalen
een halve capuijn en 1 stuiver aan de heer van Loon
Ten Bosch 8 stuivers en 1 1/2 oort

De koop is door Meeus Aertssen door recht van naerdering gecasseert op 28 februari 1607.


Toelichting:
-------------
Het is niet duidelijk of het Cornelis de oude of de jonge is, vandaar dat ik deze akte bij beide heb toegevoegd.
De relatie van Cornelis en Jan Hendricx is niet bekend.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 17v en f 18r d.d. 24-11-1605.
Ghijsbert Ghijsbertssen, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemssen, Pauwels Janssen, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsen,

allen als erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen, hebben verkocht aan
Jannen Hendricxsen ende Cornelis Cornelis Oerlemans

een erffenisse metten timmeringen, zoals de voirschr. Hilleke Jan Meeussen die selven bewoont ende gebruijckt heeft,
gelegen in de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt op die Vaert,

oostwaerts, westwaerts ende noortwaerts, Aert Jan Meeussen,
suijtwaerts, Jan Trippen.

Ende hebben het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende dit opdraghen ende overgeven, afdoen ende vertijden altijt vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen jaerlijcks daer uit te vergelden
vier vaet rogghen den heijlighen gheest tot Loon elck vat met vijff st. te moghen betaelen,
in des heer van Loons chijns eenen halven capuijn ende eenen stuijver jaerlijcks, ende
Ten Bosch acht stuijver ende anderhalf oirt stuijver jaerlijcks.

Getuijghen waeren hier over schepenen in Venloon, Andries Geritsse van Broechoven ende Jan Wouter Claessen de Bont den 24e november 1605.

In de kantlijn: gecasseert doir dijen Meeus Aertssen, die recht vernaedert heeft en hem den 28e februari 1607 gevest is.


Inv.nr. 60, folio 18r d.d. 24-11-1605.
Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse Oerman hebben ghelooft ende gheloven mits deesen
een voor all wel ende duechdelijcken te betaelen

Ghijsbert Ghijsberden, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemsse, Pauwels Jansse, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsse
allen erfgenaemen van Hilleke Jan Meeussen,
de somma van 399 gulden, waer af sij lieden promptelijck betaelen sullen 75 gulden ende te paesschen tot paesschen,
elcke paesschen 75 gld. tot dat den ierste penninck met den lesten betaelt sal wesen ende dat ter causen van coop van erfgoet.

Hier voor stellen Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse voirst. haere persoon ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, ende het selfte erfgoet tot waerborch.
Testes et actum ut supra.

Inv.nr. 60, folio 59v den lesten augustus 1606.
Meeus Aertsse heeft vernaedert ende vernaerdert mits deesen

alsulckeerffenisse metter timmeringen daerop staende aen de suijdensijde van de Vaert teghen den ouden dreijer over gelegen,

van Hilleke Jan Meeuse gecomen,
als Lenaert Michielsen, Ghijsbrecht Aertssen, Arijaen Willem Gijben, Pauwels Jansse ende Barbara Aertsse onlancx verkocht hebben gehadt

aan Cornelis Cornelisse Oerlemans ende Jan Hendricxsen.

Ende heeft blijckende penninghe geleijt die hij seijde sijn eijgen toe te comende etc.
Testes, Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten augustij 1606.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 17v en 18r]
van 13-02-1608 tot 22-09-1619     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman verkoopt een akker op de Efterlingh aan Jan Willemse voor 232 gulden en 20 stuivers. Aan de zuidkant is land van de weeskinderen van Adriaen Verdiesen.
Cornelis heeft deze verkregen van .... Claessen de Bont.
De koper zal jaarlijks de grondcijns voldoen, te weten 1 1/2 stuiver en een smal hoen.
De koper zal de wegen en stegen naar de akker vanaf de weeskinderen van Adriaen Verdiesen mogen gebruiken, zoals afgesproken bij de vorige koopcedule.

Jan Willemse zal 1/4 deel direct betalen, dan 1/4 deel met Pasen 1609, en zo door.
Cornelis Cornelisse bekent op 22 september 1619 dat betaald is.

Toelichting:
-------------
Cornelis heeft de akker gekocht van ... Claessen de Bont. Een deel van het blad is er niet meer, vandaar de puntjes.
Ik heb een Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, getrouwd met Anneken Anthonis Hendricx Oirlemans. Haar zus Hendricxken was getrouwd met Dierck Cornelis Oerlemans.
Cornelis is de broer of de vader van Dierck.

Om welke Cornelis het gaat, is niet zeker. Daarom heb ik de akte bij beide opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 82v en f 83r d.d. 13-2-1608.
Cornelis Cornelisse Oerlman heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Willemse
eenen acker landts gelegen in de heerlijckheijt Venloon
ter plaetse genaempt op d’Efterlingh
tussen erffenisse noortwaerts die weduwe Adriaen Basters,
suijden de weeskinderen van Adriaen Verdiesen,
streckende van de selven weeskinderen tot de erffenis van Peter Vrancken.

Welcke erffenisse Cornelis Cornelisse in coop vercregen hadden van ….. Claessen de Bont zo men verclaerden.

Ende heeft se hem overgegeven ende opgedragen met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlemans onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willemsse altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende alle commer af te doen.

Uitgenomen den grontchijns daer met recht vuijtgaende,
wesende anderhalve stuijver ende een smael hoen
ende oick metten conditie dat den coper naer den selven acker sal mogen wegen ende stegen ter naesten plaetsen ende minste quetsinge daer de goederen der selver weeskinderen Adriaensse Verdiessen in alle manieren als den copers het selven bij voirgaende coopcedulle velooft was.

Scabini, Jan Wouters en Cornelis Dirckssen den 13 februari 1608.

Bijgeschreven: dies geloift Jan Willemsse den voirst. Cornelis Cornelisse van den contributie int landt gelt aff te nemen vijff hondt landts.


Inv.nr. 60, folio 83r d.d. 13-2-1608.
Jan Willemse heeft gelooft Cornelis Cornelisse Oerman
de som van 232 gld. tot 20 st. te betalen in vier termijnen ofte jaeren.

Een vierde part gereet opte vesten
ende van Paesschen ierstcomende over een jaer 1609,
een ander vierde part tot Paesschen.
Ende so van paesschen tot paesschen tot volder betalingen

ende dat ter causen van coop van eenen acker, daervoor verbijndende die voirschr. Jan Willemsse sijnen persoon ende goederen,
hebbende ende vercrijgende, ende stellende dezelfde acker tot waerborg. Testes et actum ut supra.

In de kantlijn: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese gelofte betaelt ende voldaen te sijn den 22e september 1619.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 83v en 83r]
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
07-02-1609     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman koopt een perceel land op de Vaert van jan Aryaense Oerlman, eertijds gekocht van Roel Driessen.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, kan ik zo niet bepalen. Daarom bij beide heb ik deze akte opgenomen.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 37r d.d. 7-2-1609.

Jan Arijaensse Oerlman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman
een parceel landts soo groot ende kleijn als het selven geleghen is in de heerlijkheijt Venloon op de Vaert,
oostwaerts aen sheerenstraet,
suijdtwaerts Lenaert Michielsse,
westwaerts de erfgenaemen Aerden Jan Meeussen ende
noortwaerts Rob Geritsse,
eertijden van de erfgenaemen Roel Driessen gecocht zoo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Dies dat hij daer over sal laeten weghen ende steghen uijtwijsens de oude brieven daer aff sijnde.

Gelovende die voirst. Jan Arijaensse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelis Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende tee vrijen ende te waeren.
Uitgenomen des heeren van Loon grontchijns met recht daer uijt gaende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 37r]
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
01-02-1615     Samenvatting:
-----------------
Jan Claes Trip verkoopt 2 gedeelten land op de Heikant aan Cornelis Cornelis Oerlemans.
Ten westen ligt land van Cornelis Cornelis Oerlemans.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 63 f 37v d.d. 1-2-1615.

Jan Claes Trip heeft twee gedeelte land hem aanbestorven sijn van wijlen Aerdt Jan Meeuse,
gelegen binnen de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt de Heijcant,

oistwaerts de wed. Meeus Aert Jansse,
suijtwaerts de weduwe wijlen Meeus Aert Jansse,
westwaerts Cornelis Cornelis Oerlemans en
noirtwaerts de voorschr. Jan Claes Trip,

heeft hij wettelijck ende erffelijck overgedragen ende overgegeven aan de voorst. Cornelis Cornelis Oerlemans

ende gelooft te vrijen ende te waren voor elf duijts in des heeren van Loons chijns,
het sesde part van vier vaten rogge jaerlijcks den heijlige geest tot Loon ende het sesde part van 28 stuijvers lossrente ’s Hertogenbosch te betalen.

Testes, Jan Wouters ende Anthonis Hendricks.
Actum den 1e februari 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 37v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 05-04-1617 tot 27-04-1618     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een erfenisse op de Vaert voor 150 gulden, aan de noordkant grenzend aan zijn eigen grond.

Toelichting:
------------
Of dit Cornelis de oude of de jonge is, kan ik zo niet vaststellen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.
Peter Claessen ende Jan Joosten als voichden ende momboirs van de nagelaten kijnderen wijlen Jan Claesse Trip ende de voirst Jan Claessen weduwe der kijnderen moeder ende met consent van de heer,

hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Cornelis Cornelis Oerlmans

eene erffenisse gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oostwaerts Jan Lauris Dircksse,
suijdtwaerts des heerenstraet,
westwaerts die weeskijnderen van Ariaen Thonis Segers huijsvrouw en noortwaerts de voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans copere,

ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. momboirs op de verbintenissen van der voirst. kijnderen personen ende goederen, present ende toecomende ende de voirst. weduwe onder gelijcke verbintenissen dit opdragen ende overgeven

den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende de voirst. erffenisse te vrijen ende te waren voor des heeren chijns het sesde gedeelte van vijfenhalve stuijvers.

Item het sesde gedeelte van eenen daelder jaerlijcks ten Bossche te betalen. Ende het sesde gedeelte van eenen vierendeel roggen jaerlijcks die met eenen daelder aen Aert Clercx betaelt wordt.

Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse, den 5e april 1617.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.

Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft gelooft
de weduwe ende momboirs van den kijnderen wijlen Jan Claessen Trip
de somme van 150 gld. te betalen in twee termijnen,

den iersten tot paesschen ierstcomende ende den tweede ende lesten tot paesschen 1618 ter causen van coop van een erffenisse daer voor verbindende voirst. Cornelis Cornelisse zijnen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellende de voirst. erffenisse tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: de weduwe metten momboirs hebben bekent deen helft den ierste termijn ontfangen te hebben, actum ut supra.
De weduwe metten momboirs hebben bekent ten vollen van dese gelofte voldaen te zijn, den 27e april 1618
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 46v]
04-01-1620     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een akker op de Vaert van Jan Willem Symons, die de akker eertijds gekocht heeft van Jacop Gerit Oerlmans.

Toelichting:
-------------
Cornelis de oude of de jonge? Is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 110r d.d. 4-1-1620.

Jan Willem Sijmons heeft wettelijck ende erffelijcke vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlmans
eenen acker landts gelegen binnen der heerlich. Venloon opte Vaert

tusschen erffernisse des heeren vaertcant aen den suijdenzijde,
ende de weduwe Jan Willemsse Grootswagers aen den noordensijde, streckende van Hens Leijten steech westwaerts,
tot erffenisse des vercopers eertijts van Jacop Gerit Oerlmans gekomen soo men verclaerden.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende die voirst. Jan Willem Sijmons onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen, overgeven, vertijen ende afgaen den voirst. Cornelis Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.

Ende den voirst. acker te vrijen ende te waeren ende alle calangie aff te doen gehelijcken.

Testes scabini Cornelis Dirckse ende Dingenman Jansse den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 63r]
Kinderen van De oude uit onbekende relatie:
I. Jan Cornelis Cornelis Oirlemans (zie 256).
oerlmans_cornelis_dierck__koopt_3_akkertjes_op_de_vaert_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._72v.jpg oerlmans_cornelis_dierck__koopt_3_akkertjes_op_de_vaert_op_13_maart_1610_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._61_f._73r.jpg oermans_theodorus_cornely__overleden_op_30_juli_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.162v.jpg henrici_henrica_anthony__echtgenote_van_theodorus_cornely_oermans__overleden_op_2_september_1625_-_loon_op_zand_-_rk_overl._1624-1650_f.164.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_53v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_54r.jpg
199 Oerlmans Cornelis Dierck, koopt 3 akkertjes op de Vaert op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 72v
200 Oerlmans Cornelis Dierck, koopt 3 akkertjes op de Vaert op 13 maart 1610 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 61 f. 73r
201 Oermans Theodorus Cornely, overleden op 30 juli 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.162v
202 Henrici Henrica Anthony, echtgenote van Theodorus Cornely Oermans, overleden op 2 september 1625 - Loon op Zand - RK Overl. 1624-1650 f.164
203 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v
204 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 54r
oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_54v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_55r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_55v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_56r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_56v.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfdeling_voor_zijn_dochters_anneke__marie__en_de_erfgenamen_in_relatie_tot_dochter_henricxken_op_29_sept._1628_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_57r.jpg
205 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 54v
206 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 55r
207 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 55v
208 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 56r
209 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 56v
210 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfdeling voor zijn dochters Anneke, Marie, en de erfgenamen in relatie tot dochter Henricxken op 29 sept. 1628 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 57r
II. Dierck Cornelis Oirlemans (afb. 199 t/m 201). Dierck is overleden op woensdag 30 juli 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.162v scan 162].
Notitie bij overlijden van Dierck: In deze periode 1624-1625 is de naam Oerlemans geschreven als Oermans. Theodorus ofwel Dierck komt als overleden voor in de akte van 22 januari 1626.

Op 15 oktober 1623 is genoemd Dirck Cornelis Oerlmans genoemd bij een scheiding en deling: hij heeft land ten noorden van een akker Den Hogen Akker op de Vaertkant. Dit komt overeen met het gegeven dat hij pas op 22 januari 1626 overlijdt.
Adres:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
Verkoop:
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 12-07-1611 tot 16-07-1611     Samenvatting:
----------------
Dirck Cornelisse Oirlmans koopt met 6 anderen 20 lopensaet moer in den Egmont van de Vrouwe van Immerzeel.

Toelichting:
-------------
Thonis Henricxsen is waarschijnlijk Anthonis Henricxsen Oirlmans, zijn schoonvader.
Op 9 september vindt er nog een verkoping plaats. Dan koopt Cornelis Cornelisse Oerlemans samen met 3 anderen 13 lopensaat moerdellen, genaamd de Quaartalen dellen. Dit zal zijn broer of zijn vader zijn.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 26v en f 27r d.d. 12-7-1611.
Alsoo wijlen Heer Dirck van IJmmerseel doen hij leefdden Heere tot Loon etc. ende Vrouwe Marie van Renesse dochtere wijlen Heeren Willems van Renesse, Riddere, Visconte van Monteracxs etc. wettige beddegenoten,

voor Aerden Petersse van Hees als openbaer notaris ende getuijghen gemaeckt hebben hen testament, lesten ende vuijstersten wille

ende daer bij onder ander was geordineert dat de lancxtlevende tot voldoeninge ende affquitinge van
omtrent duisent ende tseventich gld. erffelijck gaende uit hender testateuren goederen, metten momboiren van hennen kinderen terstondt naer het scheijden van den bedde
soude moghen vercoopen vijfftich buenderen moerdellen met noch sommige moeren daer op liggende,
onder Dongen geleghen,

met oijck noch vier merghen, lanthooffden van diepe moeren genoempt den Egmont onder Loon geleghen.

Ende twelff merghen moerdellen van den gereetste die men sall connen vijnden, oick binnen der heerlich. van Loon geleghen.

Soo heeft Jeronimus Benedictus als mede executeur van den selven testamenten ende mede vuijt cracht van procuratie hem gegeven bij de voirst. vrouwe Marie van Renesse naergelaeten weduwe wijlen Heer Dirck van IJmerselle voirst. Heere Engelbert van IJmerselle, Vrijheer tot Bochoven etc., Heere Thomas de Thiennes, Heer tot Huerkelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens, licentiaat der rechten
als mede executeurs van den voirst. testamenten volgens twee distracte procuratien deene gepasseert voor schepenen tot Loon den 10e dach julij 1610 ende dandere voor schepenen van Bochoven den 2e dach meij 1611, ons schepenen gethoont ende gebleken.

Naer verscheijden veijlinge vercofft Jan Wouter Claesse, Robbrecht Geraertsse, Thonis Hendricxen, Dirck Cornelisse Oerlmans, Jan Aentken Aertsse, Aerdt Geraertsse ende Thuenis Dingenmans,

twintich luepensaet, sevenenveertich roijen, vierhalve voet moers, wesende landthooffden genaempt den Egmont,

waerinne gelegen is westwaert een cleijn vaertken daer achter aen compt een cleijn lootken dat hier mee in begrepen is mette helfft vant voirst. vaertken ende lanthoofft naest de moeren van Corst Thonis,

om eens ende al van den gront te steecken voor den prijs volgens de geloiften hier naer te geschieden.

Vuijtgesceden die lanthooffden geleghen noortwaerts aen den rechte vaert aen beijde sijden als oick de landthooffden aen den suijdtvaert,
streckende naer den cattendarm blijven alsnoch tot behoeff van Mevrouwe van Loon aen den suijdtsijde van den Egmont liggen
ende die vaert met 23 wisselingen zoo goet ende quaet als die in toekomende tijde nae dat die landthooffden sullen wesen vuijtgedelft bevonden sullen worden.

Ende is gecondioneert ende besproocken dat de voirst. lanthooffden geleghen aen den suijdtsijde sullen blijven liggen tot dienst van den gemoerde den tijt van vier jaeren naer datum van desen,
ende aent noorden eijnde vijff jaeren. In sulcker vueghen dat de gemoerde den selven tijt ende jaeren in vaert ... vercoct offte verhuurdert sullen wesen.
Daer voor verbijndende die voirst. copers hunnen persoonen ende goederen, present ende toecomende, ende stellende de selven lanthooffden ende torven daer aff comende tot hypotheecq ende waerborch.

Actum in presentie van schepenen Jan Wouters ende Cornelis Dircksse den 12e julij 1611.


RAT. Loon op Zand. R 62 f 27r en f 27v d.d. 12-7-1611.

Jeronimus Benedictus in de qualiteijt ende vuijt macht voirst. heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Wouter Claessen, Robbrecht Geraertsse, Thuenis Hendricxen, Dirck Cornelisse Oerlmans, Jan Aentken Aerts, Aerdt Geraertsse ende Thuenis Dingenmans
twintich luepensaten, drie en veertich roijen, vier en een halve voet moers, wesende lanthooffden genaempt den Egmont.

Ende heeft se hen opgedragen ende overgegeven ende dat met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Om de selven te gebruijcken ende eens al van den gronden te steccken ende volgens voirderen conditien benevens verhaelt.

Gelovende die voirst. Jeronimus Benedictus onder verbijntenisse van des voirst. Vrouwe van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven den voirst. coperen altois vast ende van waerden te houden ende den voirst. moer te vrijen ende te waren als men moer schuldich is te waeren. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 26v, 27r en 27v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 30-10-1626 tot 17-09-1627     Samenvatting:
----------------
Dierck Adriaen Quirijnen is de man van Marie Anthonis Hendricx. Zij heeft de helft van een stede lants op de Vaert bij de Oude Dreijer geërfd bij het overlijden van Dierck Cornelis Oirlemans, getrouwd met haar zus Hendricxske.
De helft van de stede verkopen ze aan Adriaen Willems voor 1000 gulden op 30 oktober 1626.

Op 2 november 1626 doet Lambert Janssen Rommen de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.

Op diezelfde dag verkoopt Lambert een perceel hei, genaamd de Colenhei, aan Marten Peeters.
Op 17 september 1627 heeft Marten betaald.

Toelichting:
------------

Lambert Janssen Rommen doet de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.
Dan is het zoeken naar de familierelatie.

Hij is getrouwd met een dochter van Jan Wouter Claessen de Bondt, maak ik op uit deze akten.
Een zus van Marie en Hendricxsken is Anneken, en die is getrouwd met Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt.
Wouter is dan een broer van zijn vrouw.

Transcryptie:
--------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r d.d. 30-10-1626.

Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis Hendricx,

de hellicht van eene stede lants met haere toebehoirten, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaert omtrent den ouden dreijer,

soe ende gelijck de selve hellicht der voorst. Marie bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge
tusschen de gemeijne erffgenaemen van wijlen Dierck Cornelis Oerlemans ende Hendricxken zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis voorst.

voor schepenen der voorst. heerlicheijt gemaeckt ende gedaen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen is, soe men verclaerden heeft hij wettelijck ende erffelijck vercocht Adriaen Willemssen.
Om bij den selven in een erffrecht te hebben ende te besitten.

Gelovende de voorst. Dierck Adriaen Quirijnen op hem ende allen zijnen ende zijnen huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende, de stede voorst. den voorst. Adriaen Willemssen te waeren als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer ende calangien daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck vuijtgenomen des heeren chijns met recht daer vuijt gaende.
Testes, Dingeman Janssen ende Sijmon Diercxssen den 30e october 1626.


In marge:
Lambert Janssen Rommen heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naederschappe te lossen de hellicht der stede alhier geruert, ende heeft geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.

Ende heeft de voorst. Lambert op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, geloeft den voorst. Adriaen Willems van geloefte bij hem ter saecken van de coop van de hellicht der voorst. stede gedaen te indempneren ende costeloos ende schadeloos te houden.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r/v d.d. 30-10-1626.
Adriaen Willemsse heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

den bovengeschr. Dierck Adriaen Quirijnen te geven ende te betaelen de somme van thien hondert ca. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootte vlaems het stuck gereckent off de weirde daer voor in anderen goeden ganckbaere gelde.

Ende dat in dese naervolgende termijnen, te weten vijffhondert ca. guldens tot paesschen 1627 ende de resterende vijff hondert ka. gulden tot paesschen daer naest volgende.

Procederende de selven somme ter causen van coop van de hellicht der stede bovengeschreven.
Stellende de selve hellicht der betaelinge van de voorst. somme tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

Item: den wijncoop die int vercoopen van de hellicht der bovengeschr. stede geresen is bedraeght volgende de bekentenissen van Dierck Adriaen ende Adriaen Willems ter somme van 16 ca. gld. die de voorst. Adriaen Willems geheel heefft verschoten, ende sal de helft van de selven somme aen de 1e termijn der voorst. geloefte cortten.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Lambert Janssen Rommen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Marten Peeters een parceel heijevelts gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt in de Colenheije,

oistwaerts den onmondige kinde van Andries Janssen van Broechoven, zuijtwaert de straete,
westwaert Theunis Hens Theunen ende
noirtwaert de heije van den Horst.

Welck parcheel heijevelts wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt van Jannen van Delft bij coope vercregen heeft.

Ende den voorst. Lambert bij de erffgenaemen van den Jan Wouters in plaetse van sijn houwelijcx goet is toegevuecht, als hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Ende geloefft te vrijen ende te waeren.
Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Marten Peeters heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Lamberden Janssen de somme van 25 ka. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grootte claems het stuck gereckent.
Ende de selven somme te betaelen int hoochtijt van paesschen toecomende, wesende de selve somme reste van cooppenningen van het voorst. stuck heijvelts.
Testes et actum ut supra.

In marge: Lambert Janssen heeft bekent dese geloefte voldaen te zijn den 17e september 1627.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 79r/v]
Dierck trouwde met Hendricxken Anthonius Hendricx Oirlemans (afb. 202 t/m 210). Hendricxken is een dochter van Anthonis Henrick Geeridt (Thonis) Oirlemans en Maria Arnoldi Clerx. Hendricxken is overleden op dinsdag 2 september 1625 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Overl. 1624-1650 f.164 scan 163].
Deling van goederen:
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 67v-68r-68v]
Verkoop:
van 30-10-1626 tot 17-09-1627     Samenvatting:
----------------
Dierck Adriaen Quirijnen is de man van Marie Anthonis Hendricx. Zij heeft de helft van een stede lants op de Vaert bij de Oude Dreijer geërfd bij het overlijden van Dierck Cornelis Oirlemans, getrouwd met haar zus Hendricxske.
De helft van de stede verkopen ze aan Adriaen Willems voor 1000 gulden op 30 oktober 1626.

Op 2 november 1626 doet Lambert Janssen Rommen de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.

Op diezelfde dag verkoopt Lambert een perceel hei, genaamd de Colenhei, aan Marten Peeters.
Op 17 september 1627 heeft Marten betaald.

Toelichting:
------------

Lambert Janssen Rommen doet de koop teniet op basis van het recht op nabuerschap.
Dan is het zoeken naar de familierelatie.

Hij is getrouwd met een dochter van Jan Wouter Claessen de Bondt, maak ik op uit deze akten.
Een zus van Marie en Hendricxsken is Anneken, en die is getrouwd met Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt.
Wouter is dan een broer van zijn vrouw.

Transcryptie:
--------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r d.d. 30-10-1626.

Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis Hendricx,

de hellicht van eene stede lants met haere toebehoirten, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaert omtrent den ouden dreijer,

soe ende gelijck de selve hellicht der voorst. Marie bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge
tusschen de gemeijne erffgenaemen van wijlen Dierck Cornelis Oerlemans ende Hendricxken zijne huijsvrouwe dochtere Anthonis voorst.

voor schepenen der voorst. heerlicheijt gemaeckt ende gedaen te deele bevallen ende erffelijck aengecomen is, soe men verclaerden heeft hij wettelijck ende erffelijck vercocht Adriaen Willemssen.
Om bij den selven in een erffrecht te hebben ende te besitten.

Gelovende de voorst. Dierck Adriaen Quirijnen op hem ende allen zijnen ende zijnen huijsvrouwe goederen, hebbende ende vercrijgende, de stede voorst. den voorst. Adriaen Willemssen te waeren als men erffne schuldich is te waeren, ende allen commer ende calangien daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck vuijtgenomen des heeren chijns met recht daer vuijt gaende.
Testes, Dingeman Janssen ende Sijmon Diercxssen den 30e october 1626.


In marge:
Lambert Janssen Rommen heeft geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen hem als hij seijde toebehoirende, om metten rechte van naederschappe te lossen de hellicht der stede alhier geruert, ende heeft geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.

Ende heeft de voorst. Lambert op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, geloeft den voorst. Adriaen Willems van geloefte bij hem ter saecken van de coop van de hellicht der voorst. stede gedaen te indempneren ende costeloos ende schadeloos te houden.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79r/v d.d. 30-10-1626.
Adriaen Willemsse heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

den bovengeschr. Dierck Adriaen Quirijnen te geven ende te betaelen de somme van thien hondert ca. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den stuijver tot twee grootte vlaems het stuck gereckent off de weirde daer voor in anderen goeden ganckbaere gelde.

Ende dat in dese naervolgende termijnen, te weten vijffhondert ca. guldens tot paesschen 1627 ende de resterende vijff hondert ka. gulden tot paesschen daer naest volgende.

Procederende de selven somme ter causen van coop van de hellicht der stede bovengeschreven.
Stellende de selve hellicht der betaelinge van de voorst. somme tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

Item: den wijncoop die int vercoopen van de hellicht der bovengeschr. stede geresen is bedraeght volgende de bekentenissen van Dierck Adriaen ende Adriaen Willems ter somme van 16 ca. gld. die de voorst. Adriaen Willems geheel heefft verschoten, ende sal de helft van de selven somme aen de 1e termijn der voorst. geloefte cortten.
Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Lambert Janssen Rommen heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Marten Peeters een parceel heijevelts gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt in de Colenheije,

oistwaerts den onmondige kinde van Andries Janssen van Broechoven, zuijtwaert de straete,
westwaert Theunis Hens Theunen ende
noirtwaert de heije van den Horst.

Welck parcheel heijevelts wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt van Jannen van Delft bij coope vercregen heeft.

Ende den voorst. Lambert bij de erffgenaemen van den Jan Wouters in plaetse van sijn houwelijcx goet is toegevuecht, als hij seijde.

Ende heeft het hem opgedraegen ende overgegeven met affgaen ende verthijen alsoo gewoonlijck ende recht is. Ende geloefft te vrijen ende te waeren.
Testes, Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 2e november 1626.


RAT. Loon op Zand. R 64 f 79v d.d. 2-11-1626.

Marten Peeters heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Lamberden Janssen de somme van 25 ka. gld. den ka. gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grootte claems het stuck gereckent.
Ende de selven somme te betaelen int hoochtijt van paesschen toecomende, wesende de selve somme reste van cooppenningen van het voorst. stuck heijvelts.
Testes et actum ut supra.

In marge: Lambert Janssen heeft bekent dese geloefte voldaen te zijn den 17e september 1627.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 79r/v]
oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_20r.jpg oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_20v.jpg oirlemans_cornelis_cornelis_de_jonge__en_dierck_cornelis__broers_-_over_hun_nalatenschap_met_adr._de_bie_en_kinderen_van_jan_en_cathalijn_op_22_jan._1626_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._64_f_21r.jpg
211 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r
212 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20v
213 Oirlemans Cornelis Cornelis de jonge, en Dierck Cornelis, broers - over hun nalatenschap met Adr. de Bie en kinderen van Jan en Cathalijn op 22 jan. 1626 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 21r
III. Cornelis Cornelis (De jonge) Oirlemans (afb. 211 t/m 213). De jonge is overleden vóór donderdag 22 januari 1626.
Notitie bij overlijden van De jonge: Op 17 januari 1623 (Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 157v) is een Cornelis Cornelis de jonge aanwezig bij het sterfbed van Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers, en zij was eerder getrouwd met Jan Denisse.
Dit is vrijwel zeker Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge, aangezien niemand anders op deze manier aangeduid is in deze periode. Op 10 maart 1627 kom ik wel tegen: een de erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis de jonge Leest, waarbij ’t gaat om een ligging bij de Rechte Heirstraete.

.
Op 15 oktober 1623 is genoemd Cornelis Cornelis de jonge bij een scheiding en deling: hij heeft land ten zuiden van een perceel op de Vaertkant.
Hij zal na die datum overleden zijn, en voor 22 januari 1626
Adressen:
15-10-1623     Vaertkant, Loon op Zand (In de akte van deling hieronder zijn Cornelis Cornelis Oerlmans, Dirck Cornelis Oerlmans en Cornelis Cornelis de jonge genoemd, als hebbende grond grenzend aan te verdelen percelen.

RAT. Loon op Zand. R 63 f 169v/170r d.d. 15-10-1623.

Gerit Rob Geritsse ende Heijltke sijne suster cum tutore hebben bekent onderlinge aengegaen ende gemaect te hebben sceijdinge ende deijlinge van de goederen hen lieden van hennen ouders aenbestorven.

Overmits welcke erffsceidinge ende deijlinge den voirst. Gerit Robben te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is

het groot woonhuijs metter aenstede, metten cruijthoff ende bogaert ende coren landt daer aen gelegen,
streckens suijdtwaerts op tot erffenisse Cornelis Cornelis Oerlmans,
oostwaerts des heeren straet,
de westenzijde metten gehele sloot streckens … beneffens de boomen staende opt tweede loth,
ende noortwaerts des heeren vaertcant.

Item noch twee ackerkens weijlandts gelegen metter oosten sijde aent tweede loth, het suijden eijndt Willem Arijensse Hoeijmeier, de westen zijde Jan Hendricxs ende het noorden eijnd des heeren vaert cant.

Item eenen acker genoempt den Hogen Acker gelegen
oostwaerts de weduwe Jan Peter Jacops,
suijdtwaerts de erffgenaemen Cornelis Thonis Zegers,
westwaerts sheerenstraet ende
noorden Dirck Cornelis Oerlmans.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Gerit Robben heeft de voirst. Heijltken cum tutore vertegen helmelingen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Gerit Robben jaerlijcx daer uit betaelen sal des heeren gront chijns met recht daer vuijtgaende ende hondert guldens eens off de intrest van dijen aent clooster van den wijmelenberch ende de voirst. sijne suster toegeven sal 25 gld. eens binnen den tijt van acht dagen naer datum deses te betaelen. Met conditie ut infra.

Onvermits welcker etc. Soo is de voirst. Heijltken Robben
te deel gevallen ende erffelijck aengecomen de schuer metten corenlandt, met noch twee weijveldekens gelegen aen het westen sijde van het corenlandt altemael gelegen oostwaerts de voirst. Gerit Robben mededeelderen,

streckende totten cant van den sloot mette boomkens daer op staende,
het suijdeneijnd Cornelis Cornelis de jonge met meer anderen,
de westenzijde de mededeelder, ende het noorden eijnd des heeren vaertcant.

Item het brauhuijs het selven aff te breecken binnen der tijt van twee jaeren, ende het selven te moghen bewoonen den voirst. tijt van twee jaeren.

Item sal alsnoch ontfangen van den voirst. haeren broeder 25 gld. eens.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff des voirst. Heijlkens heeft de voirst. Gerit Robben vertegen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck sijnde.

Behoudelijcke dat de voirst. Heijlken daer vuijt gelden sal des heeren grontchijns met recht daer vuijtgaende, te weten den halve chijns van de gehele erffenisse ende 50 gld. off den intrest daer van aen den ghene daer toe gerecht sijn.
Met conditie hierinne toegedaen dat alle lopende schult tot desen daghe toe sal ghaen halff ende halff.

Ende dat een iegelijck sijne chijnsen, renten ende pachten alsoo sal betaelen dat deen van den anderen hijnder oft scade en komen. Gelovende etc.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Jansse. Actum.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 169v-170r]
16-12-1626     Op de Vaerte, Loon op Zand (In deze akte van deling is genoemd erfgenamen wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge:


3. Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge,
soe is der voorst. Burchtken dochtere Jan Lauwen voorgen. te deele bevallen ende erffelijck aengecomen
een stuck eckerlants gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte,

oistwaert ende zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erfgenaemen wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge, ende noirtwaert de erffgenaemen Lenaert Michiels.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 88v-91v]
Functie:
van 04-10-1609 tot 07-06-1617     Schepen (15-07-1609 f 48r: Testes scabini Dingeman Janse, Cornelis Cornelisse Oerlman en Thuenis Henricxsen
4-10-1609 f 66v: Testes scabini Cornelis Cornelisse Oerlman en Anthonis Henricxsen Oerlman
13-08-1614 f 142v: Wij Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Anthonis Hendricxen schepenen etc. doen condt ..
30-11-1616 f 32r en v: van de eersaeme Jan Wouter Claesse de Bont, Cornelis Dirck Franssen, Dingeman Jansse, Anthonis Hendricx, Cornelis Cornelis Oerlemans, schepenen der voorst. heerlijckheijt Loon ende Aerdt Ariaen Oerlemans Hl. Geestmeester
07-06-1617 f. 52r: van den eersame Cornelis Cornelisse Oerlmans, Cornelis Dirck Franssen, Dirck Raessen, schepenen der heerlickheijt Loon ende Jan van Delft, schouth aldaer als arbiteren ende arbitrateurs.


Er is niet te bepalen nog of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, vandaar dat ik bij beide dit heb opgenomen.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 48r - 66v Inv 62 f. 142v - Inv. 63 f 32r/v]
Betaling:
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
van 04-02-1605 tot 19-03-1618     Samenvatting:
----------------
In 5 akten van 4 februari 1605:
Cornelis Cornelis Oerlemans en Gijsberden Henricx zullen betaald krijgen voor de onmondige kinderen van wijlen Dominicus den ouden Janszoon:

1. Jan Willem Aertse Boom 66 gulden, 3 stuivers, 2 oort voor Pasen dit jaar voor geleverd turf
2. Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot 31 gulden, 18 stuivers
3. Denis Janse en Berthout Henricx 8 gulden, 18 1/2 stuivers
4. Daneel Willem Peeters van Gorcum, met voogd Jan Stevensse, 53 gulden, 10 stuivers voor Maria Lichtmis dit jaar.
Gijs Hendricksse bekent op 1 juli 1608 dat het bedrag betaald is.
5. Jan wijlen Quirijn Geritsse van Spaendonck 53 gulden, 10 stuivers op Maria Lichtmis dit jaar voor geleend geld.
Gijsbert Hendricx verklaart op 19 maart 1618 dat het geld ontvangen is.




Toelichting:
------------
De relatie van Cornelis en Ghijsbert tot Dominicus Jansse den ouden is me niet bekend.

Of dit Cornelis de jonge of de oude is, kan ik zo niet bepalen, vandaar dat ik bij beide deze akten heb toegevoegd.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 1-2-1606.
Jan Willem Aertse Boom belooft te betalen op allen sijnen goederen, hebbende ende vercrijgende,
Cornelis soone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henricx
tot behoef van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 66 gld. 3 st. 2 oort ten paesschen nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van coop van torff bij den voorst. momboirs, den gelovende vercocht ende gelevert.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Jan Franse Vrient en Gerit Geritse de Groot beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 31 gld. 18st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 4-2-1605.
Denis Jansse en Berthout Henricx beloven te betalen aan
Cornelis sone Cornelis Oerlemans en Ghijsberden Henric
t.b.v. onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.
de som van 8 gld. 18 ½ st.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.


Inv.nr. 60, folio 2v d.d. 5-2-1605.
Daneel Willem Peeters (v.Gorkum) en Jan Stevensse sijnen borgen, beloven te betalen aan
Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henricx
ten behoeve van den onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn. de som van 53 gld. 10 st. te gelden te lichtmisse nu ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen ende dat ter saecken van goede geleenden ….. bij den voorst.

Gelovende van den voorgen. momboirs in reckeninghe ontvangen.
Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse den 4e februari 1605.

In marge: Gijs Hendricksse bekent van dese geloifte voldaen te sijn, den 1e julij 1608.


Inv.nr. 60, folio 3r d.d. 5-2-1605.
Jan soone wijlen Quirijn Geritsse (v. Spaendonck) belooft te betalen aan Cornelis Oerlmans en Ghijsberden Henric
tot behoef van de onmondige kinderen wijlen Dominicus den ouden Janszn.

de som van 53 gld. 10 st. bosch gelt te lichtmis ierstcomende sonder enige appellatie op te leggen ende te betalen.

Ende dat ter saecke van goeden geleende gelden bij den voorst. geleenden van de voors. genoemde momboirs in leningen ontvangen.

Testes, Andries Geritssen ende Cornelis Diercxsse, actum ut supra.

In marge: Gijsbert Hendricx heeft bekent dat Jan Quijrijnen dese geloifte voldaen heeft ende alzoo geroijeert.
Actum den 19e mert 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 2v-3r]
08-02-1612     Samenvatting:
----------------
Jan Janse Dominicus belooft 98 gulden en 17 stuivers te betalen op 8 februari 1613
aan Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voogden van hemzelf en zijn broers en zussen.

Toelichting:
------------
In de akte van 31 mei 1614 zijn Cornelis en Ghijsbert voogden van de kinderen van Dominicus Janse en Neeltje Handrick Gijsbrechts.
Dan zijn genoemd als kinderen: Jan, Maeike, Lijntken, Handrick, Jenneke, Denis, en Peter.
In deze akte staat Jan Jansse Dominicus.
Gezien er in de akten sprake is van dezelfde voogden, is het zeer waarschijnlijk dat het om hetzelfde voogdijschap gaat.
Of de vader nu Jan Dominicus is of Dominicus Janse?

Als ik naar de voogden kijk, lijkt Gijsbert Handrick een oom van moederskant, en dan zou Cornelis aan vaderskant familie kunnen zijn.

Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 58v d.d. 8-2-1612.

Jan Jansse Dominicus heefft geloift
Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Ghijsbert Handricxen
als voochden ende momboiren van des voirst. Jan Jansse, broeders ende susters,
tot behoeff der selver de somme van 98 gld. 17 st. te betaelen
den 8e februari 1613 ende dat met behoirlijcken intrest teghens ses ten hondert, ter causen hij bij affreckeningen soo veel schuldich is bleven, daer voor verbijndende sijnen persoon ende goederen.

Testes, Sallen ende Dries Jansse den 8e februarij 1612.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 58v]
van 17-05-1617 tot 14-02-1618     Samenvatting:
----------------
Jan Adriaen Rijcken zal Cornelis Cornelis Oerlmans betalen voor de 50 geleende guldens.
Hij heeft die op 14 februari 1618 voldaan.

Toelichting:
-------------

De Cornelis de oude of de jonge is zo niet te bepalen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 50v d.d. 17-5-1617.

Jan Arijaen Rijcken heeft bekent wel ende duechdelijcken schuldich te wesen Cornelis Cornelis Oerlmans
acht halve rijers tot vijf gulden elf stuijvers stuck ende voirts in penement tot de somme van vijftich gulden die hem geleent heeft.

Gelovende die selven in gelijcke spetie ende valent te restitueren ende wederom te gheven tot korsmis ierstcomende, daer voor verbindende die voirst. Jan Ariens zijnen persoon ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse, den 17e meij 1617.

In marge: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese geloifte betaelt ende voldaen te zijn den 14e februari 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 50v]
28-04-1621     Samenvatting:
----------------

De kerkmeester Dirck Raeesen van Grevenbroeck heeft van Cornelis Cornelisse Oerlmans 50 gulden ontvangen, die Neeltken Wijnen nog moest betalen, volgens testament van Willem Martens zaliger.
De pastoor heeft de 50 gulden van de kerkmeester ontvangen.

Toelichting:
------------
Hoe Cornelis in relatie staat tot Neeltken, dan wel Willem Martens, is niet duidelijk. Misschien alleen als ontvanger en doorgever van het geld.
Of het hier om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.

Transcryptie:

RAT. Loon op Zand. R 63 f 133v d.d. 28-4-1621.
Dirck Raessen van Grevenbroeck kerckemeester deser heerlich. Loon heeft bekent
van Cornelis Cornelisse Oerlmans ontfangen te hebben
de somme van vijfftich gld.

mette welcke ende nog hondert gulden die Neeltken Wijnen der kercke van Loon moet betaelen ofte rentgewijs verseeckeren voldaen ende betaelt,
in alsulcke legaat van hondert vijfftich gld. als Willem Martens zaliger der kercke van Loon bij testamente gelegateert ende gemaect hadden.

Ende sijn de voirst. vijfftich gld. gestelt in handen van den pastoir tot dat men de selven op solvente onderpanden sal weten te beleggen.
Testes, Jan Wouters ende Dingenman Janssen den 28e april 1621.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 133v]
17-01-1623     Samenvatting:
----------------

Heer Huijbrecht Verhoeven, priester en kapelaan, legt een verklaring af over wat bij het sterfbed van Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers zij gezegd heeft.

In aanwezigheid van haar 2 dochters en haar zwager Peter Wouters heeft zij gewild:

Haar dochter Maeike Jan, verwekt bij Jan Denisse, krijgt 6 pond eens.


Marijke heeft verklaart, in aanwezigheid van Cornelis Cornelis de jonge, dat haar man Cornelis Thonis Zegers, bij zijn sterfbed wilde, dat het kind, dat hij verwekt heeft bij Grietken Stoopkens, 50 gulden en een malder rogge zou krijgen.

Toelichting:
------------
Waarom Cornelis Cornelis de jonge aanwezig was, samen met de kapelaan? Familie of als goede buurman?

Dit is vrijwel zeker Cornelis Cornelis Oerlemans de jonge. Bij niemand anders heb ik namelijk eenzelfde aanduiding gevonden.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 157v d.d. 17-1-1623.

Comp. Heer Huijbrecht Verhoeven, priester ende capellaen deser heerlich. Loon
ende verclaerden dat soo hij comparant omtrent alderheijligen lestleden is geroepen geweest
bij Maerijken Aertsse weduwe wijlen Cornelis Thonis Zegers om haer te biechten ende haer heijlich sacrement te gheven.

Dat de voirst. Marijken in presentie van het eerw. Heijlige sacrement ende int bijwese van haer beide haere dochters ende Peter Wouters haeren swager
heeft gewilt ende begeirt dat
Maeike Jan haere dochter die sij bij Jan Denisse gehadt heeft soude voor uijt hebben de somma van ses pondt eens,
ende dat ter saecke van den penningen die Cornelis Thonis Zegers van Aerdt Jansse tot Tilborch ontfanghen heeft.

Ende de penningen die den voirst. Cornelis haer mede ten houwelijck hadde geloift ende inde schaer ende clederen de voorkijnder, ende het voirst. Maeiken een kijnderen soude wesen.

Ende dat voirder de voirst. Marij in presentie van
Cornelis Cornelisse de jonge verclaerden

ende te kennen gaf dat de voirst. Cornelis Thonis Zegers in sijnen sterfbedde hadde gewilt ende begeirt,
dat het natuerlijcke kijndt de welck hij bij Griet Stoopkens dochter verwect heeft
van sijne gereetse goederen soude ontfanghen de somma van 50 gld. eens ende een malder roggen eens ende dat om Godts wille ende puerder aelmisse.

Testes, Dirck Franssen ende Dries Jansse. Actum den 17e januari 1623.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 157v]
Deling van goederen:
31-05-1614     Samenvatting:
----------------
Jan Dominicus Janse,
Maeike Dominus Janse, getrouwd met Lambert Claesse van Oort,
Lijntken Dominicus Janse, getrouwd met Bastiaen Jan Bastiaensse,
Onmondige Handrick, Jenneke, Denis, Peter Dominicus Janse, vertegenwoordigd door Gijsbert Handricx en Cornelis Cornelisse Oerlmans


allen broers en zussen, kinderen van Dominicus Janse en Neeltken Handrick Gijsbrechts,

maken een erfdeling.


Toelichting:
------------

De Cornelis Cornelisse Oerlmans kan de oude of de jonge zijn. Vandaar dat ik dit bij beide heb toegevoegd.
Hoe Cornelis als voogd familie is langs vaders of moeders kant, weet ik niet.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 62 f 139v t/m 140v d.d. 31-5-1614.
Jan Dominicus Jansse,
Lambert Claesse van Oirt als man ende momboir van Maeike Dominicus dochter zijne huijsvrouw,
Bastiaen Jan Bastiaensse als man ende momboir van Lijntken Dominicus dochter zijne huijsvrouw, ende
Gijsbert Handricx ende Cornelis Cornelisse Oerlmans als voochden ende momboirs van den onmondige Handrick, Jenneke, Denis ende Peter,

gebroeders ende gesusteren kijnder wijlen Dominicus Jansse bij den zelven ende wijlen Neeltken Handrick Gijsberts in houwelijcke staet verweckt,

hebben bekent aengegaen ende gemaeckt te hebben erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den goederen hun van voirst. hunnen ouders aenbestorven, geleghen binnen der heerlich. Loon ende tot Besoijen, ende hebben daer omme gelooth met des heeren lotinge.

1. Overmits welcker erffscheijdinge, erffdeijlinge ende lotinge den voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een huijs ende schuer metten saeijlandt daer aen liggende, geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. ter plaetsen genoempt opt Craenven, oostwaerts aen erffenis wijlen Peter den ouden Jans kijnderen, suijdtwaerts aen erven Dingenman Jansse, westwaerts Jan Ferdinandus ende noortwaerts des heeren straet.
Item alsnoch de gerechticheijt die de voirst. erffgenaemen in prasers acker hebben. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van voirst. Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse hebben de voirst. andere mede deelderen helmelinge vertegen
inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Lambert Claessen ende Bastiaen Jansse daer vuijt gelden ende betaelen sullen aen Denissen ende Jenneke 86 gld. eens binnen sjaers. Item alsnoch een renthe van drij gld. jaerlijcx tot Vlijmen te betaelen. Item noch eenen daelder jaerlijcx aen den stommen tot Tilborch. Ende des heeren chijns met conditien ut infra.

2. Overmits welcker etc. den voirst. Denis ende Jenneke te deel gevallen ende erffelijck aengecomen is een stuck hoijlandt gelegen in Besoijen onbedeelt met de erfgenaemen Peter den ouden Jans. Item een rentken van twee gld. jaerlijcks dewelcke Jan Sacharias ende Cornelis Willem Wertz geldende ende betaelende zijn.
Item soo sullen de voirst. Denis ende Jenneke binnen sjaers ontfanghen van Lambert Claesse ende Bastiaen Jansse 86 gld. ende van Hendrick hennen broeder 50 gld. eens. Op welcke parceelen tot behoeff van den voirst. Denis ende Jenneke hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen innen manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Denis ende Jenneke daer vuijt gelden ende betaelen sullen den chijns met recht daer vuijt gaende. Met conditien ut supra.

3. Overmits welcker etc. den voirst. Jan Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen is een stuck landts geleghen binnen der heerlich. Loon opt Craenven genoempt den dickbier, tusschen erffenis Gerit Geritsse de Groot aen deen zijde ende Mechtelt Arien Stevens aen den westenzijde, streckende van des heeren straet noortwaerts tot erven Jo. Floris van Grevenbroeck.
Item noch een ackerken geleghen tusschen een gemeijn steechsken aen deen sijde ende erven Jan Stevens aen den westenzijde, streckende van Jan Melis heij noortwaerts tot Gerit Bethen erven.
Item noch de gerechicheijt in een heijke daer Jan Stevens mede in gerecht is ende halff toebehoirt. Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Jan Dominicus hebben de voirst. andere mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde. Behoudelijck dat de voirst. Jan Dominicus daer vuijt sal betaelen des heeren chijns. Met conditien ut infra.

4. Overmits welcker etxc. Peter Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen zijn twee parceelen saeilandt geleghen binnen der heerlich. Loon voirst. opt Craenven tusschen een steghe aen deen zijde ende Dingeman Jansse ende meer anderen aen dander zijde, streckende van erven Peter den ouden Jans westwaerts totten gemeijne bodems.
Item noch een heijveldeken met den eenen hoeck daer aen geleghen genaempt den heij horst.

Op welcke parceelen van erffenis tot behoeff van den voirst. Peter Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelinge verteghen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck dat de voirst. Peter Dominicus daer vuijt gelden ende betaelen sal des heeren chijns. Met conditien ut infra.

5. Overmits welcker etc. Is den voirst. Handrick Dominicus te deel gevallen ende erffelijck aengekomen twee parceelen landts met een kleijn heijken geleghen binnen der heerlich. Loon aen den rechte heirstraet tusschen erffenisse Dirck Quijrijnen aen den oostenzijde ende erven Jan Wijnen aen den westenzijde, streckende van des heeren straset, suijdtwaerts tot Hans Dircken erven.

Op welcke parceelen van erffenisse tot behoeff van den voirst. Handrick Dominicus hebben de voirst. anderen mede deelderen helmelingen vertegen inne manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de voirst. Handrick Dominicus daer vuijt sal gelden ende binnen sjaers betaelen 50 gld. eens aen Denis ende Jenneke zijnen broeder ende suster ende des heeren chijns.

Met conditien hier inne toegedaen dat de voirst. deelderen een iegelijck zijnen chijns ende lasten alsoo sullen betaelen dat deen van den anderen hinder off schade en komen, ende malcanderen weghen ende steghen ten naeste velde ende minste schade.

Ende dat het opgaende eijcken houdt dwelck bijsonder gepaert ende gedeelt is noch sal mogen blijven staen drij jaeren van nu aen beginnende ende langer nijet. Ende off naderhandt eenige lasten meer op bevonden worden dan men tegenwoirdich weet dat de voirst. deelderen die malcanderen gelijck sullen helpen draghen. Gelovende die voirst. deelderen onder verbijntenisse van hennen persoonen ende goederen, present ende toekomende dese erffdeijlinge ende erffscheijdinge dit vertijen ende voirts alle andere conditien boven verhaelt malcanderen vast ende stendich te houwen ten eeuwige daghen.

Behoudelijck off ijemant dese lotinge inst... ende daer nijet mede te vrede ende waer sal gehouden wesen tzelven te doen van heden ende veerthien daghen ende in dijen gevallen verbonden wesen te betaelen de costen ten daghen van heden .... ende daerbeneffens noch een tonnen biers.

Testes Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den lesten meij 1614.


RAT. Loon op Zand. R 62 d 140v d.d. 31-5-1614.
Den 13 junij wesende den 14e dach partijen vergadert ende versaemt zijnde is bij oirdonatieen van dezen Heer gheen eindtken van eender berander kersse ontstecken ende is het zelven vuijtgegaan sonder dat ijemandt van partijen de voirst. delingen wederroepen oft ingesmact heeft. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 62 f. 139v t/m 140v]
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
Verkoop:
04-12-1598     Samenvatting:
----------------

Joncker Dierick van Immerselle, heer tot Loon opt Sandt verkoopt aan

Willem Martensse van Gilse,
Dirck Claessen Bunnen,
Henrick Arijaen Aertsse ende
Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende
Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock.

Toelichting:
-------------
Dit kan zowel Cornelis de oude, danwel de jonge betreffen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 58a f 10v en 11r d.d. 4-12-1598.

Wij Andries Gheritsse van Broechoven, Jan Wouter Claes Beertensse de Bont, Willem Martens van Gilse ende Jan Lauwrijs Dircxssen,
schepenen der heerlijckheijt Venloon dat men noempt Loon opt Sandt in de meijerije van ’s Hertogenbosch onder ’t quartier van Oijsterwijck geleegen

doen condt en maecken kennelijck eenen ijegelijcken, die deesen tegenwoordige letteren sullen sien ende hooren leesen, dat wij in onse handen hebben gehadt ende gesien ende hooren leesen eenen brief geheel gesont, ongecasseert ende ongecancelleert in franchijn geschreven met drije groote seegels in groenen wasschen uithangende, inhoudende van woorden tot woorden gelijck als hiernae volght: Johannes dei gratia duc Lotharingen et Brabantia etc.

RAT. Loon op Zand. R 58a f 11r d.d. 4-12-1598.

Joncker Dierick van Immerselle heer tot Loon opt Sandt heeft verkocht
Willem Martensse van Gilse, Dirck Claessen Bunnen, Henrick Arijaen Aertsse ende Jan Wouter Claes Bertrumse de Bont ende Cornelis Cornelis Oerlmans,

de helft in een lot moers, omtr. 46 cleijn hont moers ende 27 roeijen en een halve voet, genoempt het Noordenblock

teijnde aen de noordensijde van de rechte vaert gelegen,
oostwaerts aen sheerendellen,
suijtwaerts aen ’t lanthooft van de rechte vaert voorschr.
westwaerts aen de meergrippe streckende noortwaerts totter moer van Jan Arijaensse wonende op Sprang.

Ende Thoenis Henricxsse ende Thomas Arijaen Joosten ¼ part, Jan Aertsse ende Willem Arijaense oock ¼ part in de voorschr. moer. Ende heeft hen opgedragen ende overgegeven etc.
Ende gelooft te waren, vrij en los.

Testes scabini, Peeter Arijaen Thomas ende Peeter Arijaen Cornelis.
Actum den 4e november 1598.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58a f 10v-11r]
20-07-1600     RAT. Loon op Zand. R 59 f 36r d.d. 20-7-1600.

Cornelis Cornelisse Oeremans heeft gelooft te betalen
Jacob Gerit Oeremans
de somme van 125 gld. tot 20 st. brabants,

tot paesschen toecomende als men schrijft 1601,
dat ter cause van eenen acker lants die den selven van Jacob Gerit Oeremans gecocht heeft.

Aermede de voorschr. acker ten vollen betaelt sijn sal stelt hier door ten onderpant den acker ende voorts allen sijnen goederen, haef etc. waer dat het self bevonden mag worden ’t sij in Hollant ofte Brabant.

Testes, Adriaen Adriaen Oeremans ende Willem Martens van Gilse den 20e juli 1600.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f 36r]
van 24-11-1605 tot 28-02-1607     Samenvatting:
-----------------
Erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen verkopen een erfenisse met timmeringen op te Vaert, gelegen aan de zuidkant van de Vaert tegen de oude Dreijer over gelegen,
die zij bewoond heeft tijdens haar leven,
aan Cornelis Cornelisse Oerlemans en Jannen Hendricxsen voor de prijs van 399 gulden.

Daarvan betalen ze prompt 75 gulden en met Pasen 1606 75 gulden, en zo elk jaar door totdat volledig betaald is.

Jaarlijks te betalen:
4 vaten rogge aan de Heilige Geest van Loon, elk vat met 5 stuivers te mogen betalen
een halve capuijn en 1 stuiver aan de heer van Loon
Ten Bosch 8 stuivers en 1 1/2 oort

De koop is door Meeus Aertssen door recht van naerdering gecasseert op 28 februari 1607.


Toelichting:
-------------
Het is niet duidelijk of het Cornelis de oude of de jonge is, vandaar dat ik deze akte bij beide heb toegevoegd.
De relatie van Cornelis en Jan Hendricx is niet bekend.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 17v en f 18r d.d. 24-11-1605.
Ghijsbert Ghijsbertssen, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemssen, Pauwels Janssen, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsen,

allen als erfgenamen van Hilleke Jan Meeuwssen, hebben verkocht aan
Jannen Hendricxsen ende Cornelis Cornelis Oerlemans

een erffenisse metten timmeringen, zoals de voirschr. Hilleke Jan Meeussen die selven bewoont ende gebruijckt heeft,
gelegen in de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt op die Vaert,

oostwaerts, westwaerts ende noortwaerts, Aert Jan Meeussen,
suijtwaerts, Jan Trippen.

Ende hebben het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende dit opdraghen ende overgeven, afdoen ende vertijden altijt vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen jaerlijcks daer uit te vergelden
vier vaet rogghen den heijlighen gheest tot Loon elck vat met vijff st. te moghen betaelen,
in des heer van Loons chijns eenen halven capuijn ende eenen stuijver jaerlijcks, ende
Ten Bosch acht stuijver ende anderhalf oirt stuijver jaerlijcks.

Getuijghen waeren hier over schepenen in Venloon, Andries Geritsse van Broechoven ende Jan Wouter Claessen de Bont den 24e november 1605.

In de kantlijn: gecasseert doir dijen Meeus Aertssen, die recht vernaedert heeft en hem den 28e februari 1607 gevest is.


Inv.nr. 60, folio 18r d.d. 24-11-1605.
Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse Oerman hebben ghelooft ende gheloven mits deesen
een voor all wel ende duechdelijcken te betaelen

Ghijsbert Ghijsberden, Lenaert Michielssen, Ariaen Willemsse, Pauwels Jansse, Ariaen Willem Ghijben ende Berbelen Aertsse
allen erfgenaemen van Hilleke Jan Meeussen,
de somma van 399 gulden, waer af sij lieden promptelijck betaelen sullen 75 gulden ende te paesschen tot paesschen,
elcke paesschen 75 gld. tot dat den ierste penninck met den lesten betaelt sal wesen ende dat ter causen van coop van erfgoet.

Hier voor stellen Jan Hendricxsen ende Cornelis Cornelisse voirst. haere persoon ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, ende het selfte erfgoet tot waerborch.
Testes et actum ut supra.

Inv.nr. 60, folio 59v den lesten augustus 1606.
Meeus Aertsse heeft vernaedert ende vernaerdert mits deesen

alsulckeerffenisse metter timmeringen daerop staende aen de suijdensijde van de Vaert teghen den ouden dreijer over gelegen,

van Hilleke Jan Meeuse gecomen,
als Lenaert Michielsen, Ghijsbrecht Aertssen, Arijaen Willem Gijben, Pauwels Jansse ende Barbara Aertsse onlancx verkocht hebben gehadt

aan Cornelis Cornelisse Oerlemans ende Jan Hendricxsen.

Ende heeft blijckende penninghe geleijt die hij seijde sijn eijgen toe te comende etc.
Testes, Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dirck Franssen, den lesten augustij 1606.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 17v en 18r]
van 13-02-1608 tot 22-09-1619     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman verkoopt een akker op de Efterlingh aan Jan Willemse voor 232 gulden en 20 stuivers. Aan de zuidkant is land van de weeskinderen van Adriaen Verdiesen.
Cornelis heeft deze verkregen van .... Claessen de Bont.
De koper zal jaarlijks de grondcijns voldoen, te weten 1 1/2 stuiver en een smal hoen.
De koper zal de wegen en stegen naar de akker vanaf de weeskinderen van Adriaen Verdiesen mogen gebruiken, zoals afgesproken bij de vorige koopcedule.

Jan Willemse zal 1/4 deel direct betalen, dan 1/4 deel met Pasen 1609, en zo door.
Cornelis Cornelisse bekent op 22 september 1619 dat betaald is.

Toelichting:
-------------
Cornelis heeft de akker gekocht van ... Claessen de Bont. Een deel van het blad is er niet meer, vandaar de puntjes.
Ik heb een Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, getrouwd met Anneken Anthonis Hendricx Oirlemans. Haar zus Hendricxken was getrouwd met Dierck Cornelis Oerlemans.
Cornelis is de broer of de vader van Dierck.

Om welke Cornelis het gaat, is niet zeker. Daarom heb ik de akte bij beide opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 60, folio 82v en f 83r d.d. 13-2-1608.
Cornelis Cornelisse Oerlman heeft wel ende wettelijck vercocht
Jan Willemse
eenen acker landts gelegen in de heerlijckheijt Venloon
ter plaetse genaempt op d’Efterlingh
tussen erffenisse noortwaerts die weduwe Adriaen Basters,
suijden de weeskinderen van Adriaen Verdiesen,
streckende van de selven weeskinderen tot de erffenis van Peter Vrancken.

Welcke erffenisse Cornelis Cornelisse in coop vercregen hadden van ….. Claessen de Bont zo men verclaerden.

Ende heeft se hem overgegeven ende opgedragen met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlemans onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willemsse altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende alle commer af te doen.

Uitgenomen den grontchijns daer met recht vuijtgaende,
wesende anderhalve stuijver ende een smael hoen
ende oick metten conditie dat den coper naer den selven acker sal mogen wegen ende stegen ter naesten plaetsen ende minste quetsinge daer de goederen der selver weeskinderen Adriaensse Verdiessen in alle manieren als den copers het selven bij voirgaende coopcedulle velooft was.

Scabini, Jan Wouters en Cornelis Dirckssen den 13 februari 1608.

Bijgeschreven: dies geloift Jan Willemsse den voirst. Cornelis Cornelisse van den contributie int landt gelt aff te nemen vijff hondt landts.


Inv.nr. 60, folio 83r d.d. 13-2-1608.
Jan Willemse heeft gelooft Cornelis Cornelisse Oerman
de som van 232 gld. tot 20 st. te betalen in vier termijnen ofte jaeren.

Een vierde part gereet opte vesten
ende van Paesschen ierstcomende over een jaer 1609,
een ander vierde part tot Paesschen.
Ende so van paesschen tot paesschen tot volder betalingen

ende dat ter causen van coop van eenen acker, daervoor verbijndende die voirschr. Jan Willemsse sijnen persoon ende goederen,
hebbende ende vercrijgende, ende stellende dezelfde acker tot waerborg. Testes et actum ut supra.

In de kantlijn: Cornelis Cornelisse heeft bekent van dese gelofte betaelt ende voldaen te sijn den 22e september 1619.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f 83v en 83r]
01-07-1608     Samenvatting:
----------------
Jan Cornelis Oermans neemt via het recht van vernadering de koop van Jan Willem Basters van Cornelis Cornelisse Oerman over.

Het gaat om een akker op de Efterlingh.


Toelichting:
------------
Jan overruled de verkoop van de akker door zijn vader of zijn broer. Dat is hier niet uit op te maken.
In de akte erna, van dezelfde dag, treedt Cornelis Cornelisse Oerman op als toeziend voogd over de weeskinderen van Dominus den ouden Janszoon.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 2v d.d. 1-7-1608.
Jan Cornelis Oermans vernaedert alsulcke acker landts gelegen opt de Effterlingh
als Jan Willem Basters gecocht heeft van
Cornelis Cornelisse Oerman ende heeft blijckende penningen gethoont die welcke hij seede hem te toe te behoiren, etc.

Testes, Cornelis Dirckse ende Dirck Jansse, den 1e julij 1608.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 2v]
07-02-1609     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelisse Oerlman koopt een perceel land op de Vaert van jan Aryaense Oerlman, eertijds gekocht van Roel Driessen.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, kan ik zo niet bepalen. Daarom bij beide heb ik deze akte opgenomen.

Transcryptie:
---------------
Inv.nr. 61, folio 37r d.d. 7-2-1609.

Jan Arijaensse Oerlman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman
een parceel landts soo groot ende kleijn als het selven geleghen is in de heerlijkheijt Venloon op de Vaert,
oostwaerts aen sheerenstraet,
suijdtwaerts Lenaert Michielsse,
westwaerts de erfgenaemen Aerden Jan Meeussen ende
noortwaerts Rob Geritsse,
eertijden van de erfgenaemen Roel Driessen gecocht zoo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedraghen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Dies dat hij daer over sal laeten weghen ende steghen uijtwijsens de oude brieven daer aff sijnde.

Gelovende die voirst. Jan Arijaensse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelis Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende tee vrijen ende te waeren.
Uitgenomen des heeren van Loon grontchijns met recht daer uijt gaende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 37r]
van 13-03-1610 tot 01-04-1620     Samenvatting:
----------------

4 akten.

Akte 1:
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt een akker op de Vaert aan de oude Dreijer van Aerdt en Robbrecht Geritsse,
oost en zuid grenzend aan zijn eigen land, noord grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.
Jaarlijks moet hij een duit betalen aan de Heer als grondchijns en 20 stuivers aan degenen, die daar recht op hebben.

Akte 2:
Dierck Cornelisse Oerlmans koop 3 akkertjes op te Vaert van Jan Claesse Trip, oost, west en zuid grenzend aan land van Robbrecht Geritsse.

Akte 3:
Cornelis Cornelisse Oerlmans verkoopt een akker op de Vaert, 6 lopensaat en 8 roeden groot, aan Jan Willem Symons,
oost grenzend aan des heeren vaertkant

Akte 4:
Jan Willem Symons zal 626 gulden en 16 stuivers ervoor betalen,
100 gulden gereed geld, en dat heeft Cornelis al ontvangen,
100 gulden met Pasen 1610,
100 gulden elke volgende Pasen

In marge: Cornelis Cornelisse heeft met Pasen 1611 300 gulden totaal ontvangen.
Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.
Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.
Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.

Toelichting:
-------------

De akker die Cornelis verkoopt, heeft hij gekocht van Jacop Gerit Oirlemans op 20 juli 1600.
In de laatste akte lijkt Cornelis deze akker teruggekocht te hebben van Jan Willem Symons op 4 januari 1620.

De akten van 13 maart 1610 gaan over Dierck Cornelisse Oerlman en Cornelis Cornelisse Oerlman.
Het kan zijn, dat zij als broers daar gekomen zijn. Het kan ook zijn dat zoon Dierck met zijn vader Cornelis gekomen is.
Aangezien ik geen uitsluitsel daarover kan geven, heb ik zowel bij vader als zoon, de akten opgenomen.

Transcryptie:
---------------

Inv.nr. 61, folio 72v d.d. 13-3-1610.

Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
hebben wettelijck ende erffelijck vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlman

eenen ackerlandts soo groot ende kleijn als den selven geleghen is binnen der heerl. Venloon op te Vaert aen den oude dreijger,

oostwaerts ende suijdtwaerdts den voirst. Cornelis Cornelisse,
westwaerts de weduwe Aert Jan Meeussen ende
noortwaerts den voirst. Robbrecht Geritsse.

Bij de voirst. gebroederen van Jasper Robben vercregen soo men verclaerden, met oijck eenen erfwech totten selven acker gecocht van Claes Bertroms de Bondt.

Ende hebben den voirst. Cornelis Cornelis opgedragen ende overgegeven met allen brieven ende bescheet daer aff sijnde ende dat met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Aerdt ende Robbrecht Geritsse, gebroederen,
onder verbijntenissen van haer lieder persoonen ende goederen,
hebbende ende vercrijgende,
dit opdragen ende overgeven den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren, ende allen commer ende calangien affte doen geheelijcken.

Uitgenomen eenen duijt in des heeren gront chijns ende 20 st. jaerlijcks aen den gheen die er toe gerecht sijn.

Testes scabini, Jan Wouter Claessen de Bondt ende Cornelis Dirck Franssen den 13e mert 1610.


Inv.nr. 61, folio 72v en f 73r d.d. 13-3-1610.
Jan Claesse Trip heeft wettelijck ende erffelijck verkocht aan
Dirck Cornelisse Oerlemans,
drie ackerkens landts, soo groot ende kleijn als de selven geleghen sijn binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oost- west- ende noordwaerts Robbrecht Geritsse ende suijdwaerts, Meeus Aert Jan Meeusen.

Ende Peter Jansse Bijster, vercreghen van Aerdt Arijaense Clerck, met oick eenen erfwech om te komen tot de voirschr. ackerkens
lopende over erffenisse van de voirst. Peter Jansse de Bijster

ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Jan Claessen Trip onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, hebbende ende verkrijgende,
dit opdragen ende overgeven
den voirst. Dirck Cornelisse Oerlman altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer aff te doen geheelijck.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r d.d. 13-3-1610.
Cornelis Cornelisse Oerman heeft wettelijck ende erffelijck vercocht
Jan Willem Sijmons

eenen acker landts, groot 6 lopensaet, 8 roijen, geleghen binnen der heerl. Venloon opte Vaert,
oostwaerts des heeren vaertcant,
suijdtwaerts den voirst. Jan Willemsse,
westwaerts Jan Lamberts ende
noortwaerts Hens Leijten steechken,

vercregen van Jacop Gerit Oerlmans soo men verclaerden.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgeven met afgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman onder verbijntenissen van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen ende overgeven den voirst. Jan Willem Sijmons.
altois vast ende van waerden te houden, te vrijen ende te waeren ende allen commer ende calangie aff te doen geheelijck.
Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 73r en f 73v d.d. 13-3-1610.

Jan Willem Sijmons heeft geloift ende geloift mits desen
Cornelis Cornelisse Oerlmans
de somma van 646 gld. 16 st. te betalen 100 gld. gereet bij de vest, die de voirst. Cornelis Cornelisse bekenden ontfanghen te hebben,
100 gld. tot paesschen 1610 ende voirts alle paesschens 100 gld. uijtgescheijden het leste jaer wanneer het niet meer wesen en sal als 46 gld.
en 16 st. in volder betalingen ende dat van coop van eenen acker landts.

Daer voor verbindende die voirst. Jan Willem Sijmons sijnen persoon ende goederen, hebbende ende vercrijgende,
ende stellende der selven acker landts tot principael hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis Cornelisse bekent op dese geloifte ontfanghen te hebben 300 gld. ende betaelt te wesen tot paesschen 1611.

Item: bevonnist ter goeder reckeningen den 4e september 1613.

Item: bevonnist bij P. Sallen, Jan Wouters, Cornelis Dircksse ende Dirck Raessen den 14e augustus 1618.

Item: betaelt mits dat Jan Willemsse desen acker Cornelis Cornelisse wederom vercocht ende opgedragen heeft den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f 72v-72r-73r-73v]
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
01-02-1615     Samenvatting:
-----------------
Jan Claes Trip verkoopt 2 gedeelten land op de Heikant aan Cornelis Cornelis Oerlemans.
Ten westen ligt land van Cornelis Cornelis Oerlemans.

Toelichting:
-------------
Of het om Cornelis de oude of de jonge gaat, is niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 63 f 37v d.d. 1-2-1615.

Jan Claes Trip heeft twee gedeelte land hem aanbestorven sijn van wijlen Aerdt Jan Meeuse,
gelegen binnen de heerlijckheijt Venloon ter plaetse genoempt de Heijcant,

oistwaerts de wed. Meeus Aert Jansse,
suijtwaerts de weduwe wijlen Meeus Aert Jansse,
westwaerts Cornelis Cornelis Oerlemans en
noirtwaerts de voorschr. Jan Claes Trip,

heeft hij wettelijck ende erffelijck overgedragen ende overgegeven aan de voorst. Cornelis Cornelis Oerlemans

ende gelooft te vrijen ende te waren voor elf duijts in des heeren van Loons chijns,
het sesde part van vier vaten rogge jaerlijcks den heijlige geest tot Loon ende het sesde part van 28 stuijvers lossrente ’s Hertogenbosch te betalen.

Testes, Jan Wouters ende Anthonis Hendricks.
Actum den 1e februari 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 37v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 05-04-1617 tot 27-04-1618     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een erfenisse op de Vaert voor 150 gulden, aan de noordkant grenzend aan zijn eigen grond.

Toelichting:
------------
Of dit Cornelis de oude of de jonge is, kan ik zo niet vaststellen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.
Peter Claessen ende Jan Joosten als voichden ende momboirs van de nagelaten kijnderen wijlen Jan Claesse Trip ende de voirst Jan Claessen weduwe der kijnderen moeder ende met consent van de heer,

hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Cornelis Cornelis Oerlmans

eene erffenisse gelegen binnen der heerlijckheijt Venloon opte Vaert,

oostwaerts Jan Lauris Dircksse,
suijdtwaerts des heerenstraet,
westwaerts die weeskijnderen van Ariaen Thonis Segers huijsvrouw en noortwaerts de voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans copere,

ende hebben se hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. momboirs op de verbintenissen van der voirst. kijnderen personen ende goederen, present ende toecomende ende de voirst. weduwe onder gelijcke verbintenissen dit opdragen ende overgeven

den voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden ende de voirst. erffenisse te vrijen ende te waren voor des heeren chijns het sesde gedeelte van vijfenhalve stuijvers.

Item het sesde gedeelte van eenen daelder jaerlijcks ten Bossche te betalen. Ende het sesde gedeelte van eenen vierendeel roggen jaerlijcks die met eenen daelder aen Aert Clercx betaelt wordt.

Testes, Peter Sallen ende Cornelis Dircksse, den 5e april 1617.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 46v d.d. 5-4-1617.

Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft gelooft
de weduwe ende momboirs van den kijnderen wijlen Jan Claessen Trip
de somme van 150 gld. te betalen in twee termijnen,

den iersten tot paesschen ierstcomende ende den tweede ende lesten tot paesschen 1618 ter causen van coop van een erffenisse daer voor verbindende voirst. Cornelis Cornelisse zijnen persoon ende goederen,
present ende toecomende ende stellende de voirst. erffenisse tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: de weduwe metten momboirs hebben bekent deen helft den ierste termijn ontfangen te hebben, actum ut supra.
De weduwe metten momboirs hebben bekent ten vollen van dese gelofte voldaen te zijn, den 27e april 1618
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 46v]
04-01-1620     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oerlmans koopt een akker op de Vaert van Jan Willem Symons, die de akker eertijds gekocht heeft van Jacop Gerit Oerlmans.

Toelichting:
-------------
Cornelis de oude of de jonge? Is zo niet te bepalen.


Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 63 f 110r d.d. 4-1-1620.

Jan Willem Sijmons heeft wettelijck ende erffelijcke vercocht
Cornelis Cornelisse Oerlmans
eenen acker landts gelegen binnen der heerlich. Venloon opte Vaert

tusschen erffernisse des heeren vaertcant aen den suijdenzijde,
ende de weduwe Jan Willemsse Grootswagers aen den noordensijde, streckende van Hens Leijten steech westwaerts,
tot erffenisse des vercopers eertijts van Jacop Gerit Oerlmans gekomen soo men verclaerden.

Ende heeft se hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alsoo gewoonlijck ende recht is.
Gelovende die voirst. Jan Willem Sijmons onder verbant van sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende, dit opdragen, overgeven, vertijen ende afgaen den voirst. Cornelis Cornelisse altois vast ende van waerden te houden.

Ende den voirst. acker te vrijen ende te waeren ende alle calangie aff te doen gehelijcken.

Testes scabini Cornelis Dirckse ende Dingenman Jansse den 4e januari 1620.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f 63r]
De jonge trouwde met Aleijtken Adriaen Diercxssen de Bie.
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ico Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Marie Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door Thomas en Jan.
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akte van 8 nov. 1642 waarin zijn zus Cathalijn Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
oerlemans_cathelijn_cornelis__weeskinderen_verwekt_bij_iwen_dielissen_en_claes_jansse__verkrijgen_goederen_op_9_juli_1626_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.104v.jpg oerlemans_cathelijn_cornelis__weeskinderen_verwekt_bij_iwen_dielissen_en_claes_jansse__verkrijgen_goederen_op_9_juli_1626_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.105r.jpg oirlemans_anthonis_hendrick__erfgenamen_verkopen_een_stede_en_een_akker_de_nagtegaal_op_de_ketshoevel_op_8_januari_1629_voor_1810_gulden_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._65_f_68r-cath.corn.corn.oirl..jpg oerlemans_cathelijn__weeskinderen_verwekt_bij_juen_dielis_en_nicolaes_jansse__kopen_op_4_nov._1630_een_deel_van_een_weiland_aan_de_crommendijk_van_aert_caerlse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.184r.jpg oerlemans_cathelijn_cornelis__weesk._verwekt_bij_juen_dielis_en_claes_jansse_hagen_kopen_op_9_mei_1631_land_aan_de_crommendijk_van_huybert_en_floris_florisse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.201v.jpg juens_dielis_en_jan__en_halfbroer_jan_claese_hagen_verkopen_de_helft_van_een_weiland_aan_de_crommendijk_voor_475_gulden_op_8_april_1640__-_besoyen_dorpsbestuur_inv._656_van_1634-1644_f._76r.jpg
214 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weeskinderen verwekt bij Iwen Dielissen en Claes Jansse, verkrijgen goederen op 9 juli 1626 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v
215 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weeskinderen verwekt bij Iwen Dielissen en Claes Jansse, verkrijgen goederen op 9 juli 1626 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.105r
216 Oirlemans Anthonis Hendrick, erfgenamen verkopen een stede en een akker de Nagtegaal op de Ketshoevel op 8 januari 1629 voor 1810 gulden - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 68r-Cath.Corn.Corn.Oirl.
217 Oerlemans Cathelijn, weeskinderen verwekt bij Juen Dielis en Nicolaes Jansse, kopen op 4 nov. 1630 een deel van een weiland aan de Crommendijk van Aert Caerlse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r
218 Oerlemans Cathelijn Cornelis, weesk. verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen kopen op 9 mei 1631 land aan de Crommendijk van Huybert en Floris Florisse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v
219 Juens Dielis en Jan, en halfbroer Jan Claese Hagen verkopen de helft van een weiland aan de Crommendijk voor 475 gulden op 8 april 1640 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r
oerlemans_cateljn_kinderen__dielis_en_jan_juensse__en_onmondig_jan_claes_hagen_nemen_percelen_over_op_21_april_1642__van_erven_ariaen_juensse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.102v.jpg oerlemans_cateljn_kinderen__dielis_en_jan_juensse__en_onmondig_jan_claes_hagen_nemen_percelen_over_op_21_april_1642__van_erven_ariaen_juensse_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.103r.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_40v-dl.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_40v.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_41r.jpg gielissen_jan_iewaen._zoon_vn_iewaen_gielissen_en_catharina_cornelis_cornelis_oirlemans_verkoopt_een_erfdeel_op_8_nov._1642_en_doet_teniet_op_9_maart_1643_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._70_f_41v.jpg
220 Oerlemans Cateljn kinderen, Dielis en Jan Juensse, en onmondig Jan Claes Hagen nemen percelen over op 21 april 1642 van erven Ariaen Juensse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v
221 Oerlemans Cateljn kinderen, Dielis en Jan Juensse, en onmondig Jan Claes Hagen nemen percelen over op 21 april 1642 van erven Ariaen Juensse - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.103r
222 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v-dl
223 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v
224 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 41r
225 Gielissen Jan Iewaen. zoon vn Iewaen Gielissen en Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans verkoopt een erfdeel op 8 nov. 1642 en doet teniet op 9 maart 1643 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 41v
dielis_juwen__heemraad_van_het_ambacht_van_besoyen_in_1621_-_besoyen_-_dorpsbestuur_inv._655_-_1621-1649_-_f._0_-_voorblad.jpg dielissen_jeuwen__en_andere_heemraden_en_schout_van_het_ambacht_van_besoyen_zetten_hun_handtekening_onder_een_akte_van_17_augustus_1622_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.21v.jpg dielissen_jeuwen__als_heemraad_van_het_ambacht_van_besoyen_zet_zijn_handtekening_onder_een_akte_van_17_augustus_1622_-_besoyen_dorpsbestuur_inv._655_f.21v.jpg
226 Dielis Juwen, heemraad van het Ambacht van Besoyen in 1621 - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad
227 Dielissen Jeuwen, en andere heemraden en schout van het Ambacht van Besoyen zetten hun handtekening onder een akte van 17 augustus 1622 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.21v
228 Dielissen Jeuwen, als heemraad van het Ambacht van Besoyen zet zijn handtekening onder een akte van 17 augustus 1622 - Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.21v
IV. Cathelijn Cornelis Cornelis Oirlemans (afb. 214 t/m 225). Cathelijn is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Deling van goederen:
22-01-1626     Samenvatting:
----------------
Adriaen Diercxsen de Bie, samen met zoons Thomas en Jan, ter eenre,

Willem Matheus Jan en Jan Adriaens als voogden van de 5 onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
Daniel Willemssen en Jan Aertssen als voogden van de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen en Niclaes Janssen Haegen, verwekt bij Catharina Cornelis Oirlemans
in t bijwesen van de Schouteth van Besoyen als oppervoogd van de wezen aldaar
ter andere zijde

Daniel Willemsen in de naam van zijn vader Adriaen Iwaenssen als momboir.

Het gaat over de successie, de nalatenschap van wijlen Dierck en Cornelis, broers, zonen wijlen Cornelis Oirlemans.

Adriaen de Bie zal met zijn kinderen krijgen:
* alles uit de verkoop van de meubelen uit het sterfhuis van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en Aleijtken de Bie, zijn huisvrouw.
* hij zal de onkosten daarvan moeten betalen

Voor de weeskinderen:
* alle kleren die ten lijve van Cornelis Cornelis Oirlemans behoort hebben

Adriaen de Bie mag de oogst van 1626 op alle zaailanden in Venloon hebben.
De weeskinderen krijgen de oogst van 1626 op 2 honds land, gelegen in de stede van Anthonis Hendricx.

Adriaen de Bie krijgt alle turf, gedelfd op de moeren van de sterfhuizen, en daartoe 3/4 deel in een bank moer, 6 hond groot, in den Hoeck, destijds door Dierck en Cornelis samen verkregen.

Hij krijgt ook 100 gulden van de weeskinderen met Pasen 1627.

Alle verdere goederen delen Adriaen en de weeskinderen volgens het landrecht van Zuid-Holland.


Toelcihting:
-------------
Adriaen de Bie is de vader van Aleijtken, de vrouw van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge. Thomas en Jan zijn haar broers.

De vrouw van Dierck, te weten Henrica Anthonis Hendricx, is hier niet genoemd. Wel in de akte van 29 sept 1628. Dan is ze vertegenwoordigd door zus Marie Anthonis Hendricx
Wel is in deze akte sprake van de stede van Anthonis Hendricx, maar ik ben niet zeker of dat met elkaar in verband staat.

Hier is Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge genoemd. Dat betekent dat er ook een Cornelis Cornelis Oirlemans de oude geweest moet zijn.
Dat kan een oudere broer of zijn vader geweest zijn. In dit geval is het zijn vader, zoals blijkt uit de akten van 8 januari 1629 en 8 nov. 1642 waarin zijn zus genoemd wordt: Cathalijn dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd wordt.

Transcriptie:
--------------

RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.

Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen Diericxssen de Bie ter eenre,

ende Jannen Adriaens ende Willemen Matheus Janssen beijden als momboiren van de vijff onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende met hen Daniel Willemssen ende Jan Aertssen als momboiren respective van de onmondige kinderen wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere Cornelis Oirlemans ter anderen zijde.

Belangende de successie der goederen bij wijlen Dierck ende Cornelis, gebroeders, sonen wijlen Cornelis Oirlemans voorst. achtegelaeten.

Om alle welcke te verhueden ende metter minnen te neder te leggen.
Soo zijn voor schepenen van Venloon naergenoempt gecompareert ende erschenen in hennen propere persoonen de voorst.

Adriaen Diercxssen de Bie geassisteert met Thomas ende Jan sijne sonen

ende de voorn. Jan Adriaens ende Willem Matheeus als momboirs van de voorst. onmondige kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans
met Daniel Willemssen in den naeme van Adriaen Iewaenssen zijnen vader als momboir,
met Jan Aertssen alhier present zijnde over de onmondige kinderen respective van wijlen Ivo Gielissen ende Niclaes Janssen Haeghen bovengeschr.
int bijwesen van den Heere Schouteth van Besoijen als oppervoocht van de weesen aldaer.

Ende hebben bekent ende geleden, kennen ende lijden midts desen metten anderen overcomen ende veraccordeert te wesen in vuegen ende manieren hiernaer volgende.


Te weten dat die voorst. Adriaen Diercxssen de Bie met zijnen kinderen sal voor vuijt hebben allen de meubelen die in den sterffhuijse van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge ende Aleijtken de Bie zijne huijsvrouwe bevonden ende vercocht zijn.

Behoudelijck dat de selven Adriaen de Bie gehouden sal wesen te voldoen ende te betaelen allen de oncosten die tot noch toe in den voorst. sterffhuijse sijn gevallen, sonder dat de voorst. momboiren off wel de voorst. onmondige daer inne eenichssins gehouden sullen wesen.

Ende sullen de selven momboiren in der qualiteijt als voor, daer tegens alleen hebben ende behouden allen de cleederen dien ten lijffve van den voorst. Cornelis Cornelis Oirlemans behoirdt hebben.

Noch sal de voorst. Adriaen de Bie totten oogst van desen tegenwoirdigen jaere 1626 toe gebruijcken allen de saijelanden binnen der heerlicheijt van Venloon gelegen zijnde, ende den voorst. sterffhuijsen toecomende.

Vuijtgenomen twee hont lants gelegen in de stede van Anthonis Hendricx die de voirst. momboiren ten behoeffe van de voorst. onmondige kinderen behouden ende reserveren om voirden voorst. jaere 1626 oijck gebruijckt te wordden.

Dies sullen de contributien ende andere dorps lasten nae advenant van het gebruijck bij de gebruijckers betaelt ende voldaen wordden.

Voirts sal de voorst. Adriaen de Bie alleen behouden allen den torff, die op de moeren van de voorst. sterffhuijsen gedelft sijn staende,
ende daer toe alsulcke drije vierde parten in seeckere banck moers groot omtrent sess moer honden genoempt in den Hoeck als Dierck ende Cornelis Oirlemans
tesaemen vercregen ende achtergelaeten hebben,
daer oistwaerts aengelegen is Anthonis Corsten ende westwaerts de erffgenaemen wijlen Jan Sacharias gemeijn ende onbedeijlt met Maijken Anthonis.

Ende sullen de voirst. momboiren daerenboven aen den voirst. Adriaen de Bie int hoochtijt van paesschen des jaers 1627 alsnoch uijtreijcken ende betaelen de somme van hondert ca. gld. eens.

Ende aengaende de voirdere goederen van de voirst. twee sterffhuijsen het sij haefelijcke off erffelijcke waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen souden mogen wesen, egeene van dijen vuijtgescheijden.

Allen de selven sullen tusschen de voorst. partijen gedeijlt ende gepaert wordden volgende den lantrecht van Zuijthollant, sonder dat deen off dandere daer inne off aen eenich voirder off meerder recht sal hebben, maar hebben deen tot behoeffve des anders daer op vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Alles onder last, dat de schulden daer inne de voirst. twee sterffhuijsen gehouden zijn, ende die den voirst. Adriaen de Bie hier boven nijet te last en sijn geleeght mette costen hier omme gedaen
ende alnoch te doen in twee gelijcke portie ter wederzijden gedraegen ende betaelt sullen wordden,
te weten deen hellicht bij den voirst. de Bie ende dandere hellicht bij de voirst. onmondige kinderen.

Allen de welcke de voirst. partijen te weten de voorst. Adriaen de Bie op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, ende de voorst. momboiren op verbintenissen van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen, insgelijcx hebbende ende vercrijgende malcanderen geloofft hebben, vast ende steendich te houden ten eeuwigen daegen sonder daer tegens naemaels oijck te doen off comen in eeniger manieren.


Renuncierende tot dijen eijnde van allen beneficien ende remenderen van rechte het sij van relievementen off andere die hen in desen eenichssins souden mogen dienen off te staede comen.
Allet sonder arch off list.
Testes, Dingenman Jan Joosten ende Loeff Henricx van de Graeff, schepenen in Loon den 22e januarij 1626.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 64 f 20r/20v/21r scan 24]
29-09-1628     Samenvatting:
----------------
1e Akte:
Na het overlijden van Anthonis Hendrick Oirlemans is in 1626 een deling gemaakt zonder dat die vastgelegd is.
Dat gebeurt nu alsnog.

Hiervoor zijn 3 partijen aanwezig:

1. Wouter Jan Claessen Wouter de bondt, weduwnaar van dochter Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans
2. Dochter Marie Anthonis Hendrick Oirlemans, getrouwd met Dierck Adriaen Quirijnen.
3. Als erfgenamen van Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge en broer Dierck Cornelis Oirlemans:
a. Jan Adriaen Zuene en Willem Matheeus Janssen Berchmans voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans en voor de onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
b. Thomas en Jan, namens hun vader Adriaen Dierckssen de Bie
c. Marie Anthonis Hendrick Oirlemans met voorstaande voogd (=haar man)


Wouter, partij 1 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Ketsheuvel
b. het middelste lot daaraangelegen
c. de noordziijde van de akker de Nagtegaal, daar gelegen
d. een schuur van een stede op de Vaertkant, met schop
e. de Middelste akker (grenzend aan erf van Marie, zijn schoonzus, kinderen van Jan Cornelis Oirlemans, en van hemzelf)
f. de akker De Werdt Jan Dielen

Marie, partij 2 krijgt:
a. het voorhuis van een huysinge op de Vaertkant
b. een akker daarbij, grenzend aan Wouter
c. een akker daarbij, grenzend aan de kinderen van Jan Cornelis
d. een schuur van een stede op de Ketsheuvel, die afgebroken moet worden
e. het westelijk lot bij deze stede
f. een akker stuk de Nagtegaal

Partij 3 krijgt:
a. het achterhuis van een huysinge op de Vaertkant: Marie de helft, de anderen samen de andere helft
b. het westense lot daarbij
c. een akker daarbij
d. nog een akker daarbij, grenzend aan Marie
e. een kamer aan het huys op de Ketsheuvel
f. het oistense lot daarbij
d. de zuidzijde van de Nagtegaal

Akte 2:
Jan, namens zijn vader Adriaen de Bie ter eenre
de voogden van de kinderen van Jan en Catharina ter andere

hebben verklaard voor schepenen van Venloon in 1626 een accoord gesloten te hebben over de verdeling.

Akte 3:
Over de verdeling van huysinge te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon (op de Vaert) aen den Ouden draijer,

Marie ter eenre
Adriaen de Bie, de voogden van de onmondige kinderen van Jan en Catharina ter andere.

Marie voor het overleden kind van Dierck en Hendricxken, voor de helft
De anderen voor het overleden kind van Cornelis Cornelis en Aleijtken, en het mondeling accoord van 1626 voor de andere helft.

Marie krijgt:
a. de grote kamer met opkamer en kelder
b. 1e en 3e lot in de Hooge akker
c. de noordzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

De anderen krijgen:

a. het groot woonhuis vanaf de kamer met het brouwhuis en de varkenskooi
b. 2e en 4e lot in de Hooge akker
c. de zuidzijde van de Jacob Geerits Oirlemans

Toelichting:
-------------
Marie Anthonis Hendricx Oirlemans is de enige van het gezin, die nog in leven is: vader en moeder zijn overleden, haar 2 broers, en haar 2 zussen.
Voor haar zus Anneken is haar man Wouter aanwezig.
Zij is ook genoemd bij Partij 3. Ik verwacht als erfgename van haar zus Hendricxken.
De goederen, verdeeld bij het overlijden van man Dierck en zwager Cornelis Cornelis Oirlemans de jonge, worden vertegenwoordigd door een flink aantal erfgenamen.

Dan hadden Dierck en Hendricksken nog een kind dat overleden is, en ook Cornelis Cornelis de jonge en Adriaentken de Bie hadden een onmondig kind dat overleden is. Daarover zijn in 1626 al wel afspraken gemaakt, maar niet op papier gezet.

Zo is het al met al een ingewikkelde zaak om te begrijpen hoe het in elkaar steekt.

Transcryptie:
---------------

Pdf
RAT. Loon op Zand. R 65 f 53v t/m 55v d.d. 29-9-1628.

Condt zij een iegelijcke.
Alsoe Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt, achtergelaeten weduwnaer wijlen Aneken zijnen huijsvrouwe dochter Anthonis Hendrick Oirlemans ter eenre,

Marie des voorst. Anthonis dochter met een momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter tweeder,

ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans, de momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Catharina dochtere Cornelis Oirlemans,
Thomas ende Jan gebroederen sonen Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van hennen vader
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx met haeren voorst. momboir

altesamen erffgenaemen respective van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge ende van de onmondige kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans ter derder zijden.


Onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon in den jaere 1626 gemaeckt ende gedaen hebben seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen naerbeschreven bij wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt achtergelaeten, ende der voorst. partijen elcken vuijtten hooffde als voor bij den rechte van successie ende anderssins aengecomen, soe men verclaerden.
Sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinghe eenige pertinente notitie gehouden ende ten protocolle ghestelt is.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschr. gecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie dochtere wijlen Anthonis Hendricx voorgenoempt,
Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheeus Janssen als wettige momboirs van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selve Jan Adriaen Zuenen
insgelijcks als momboir ende in den naeme van de voorst. onmondige kinderen van wijlen Catharina Cornelis Oirlemans
ende Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader.


Ende hebben de voorst. comparanten soe in der qualiteijt bovengeschr. als mede in den naeme van de bovengeschr. andere condividenten de voorst. erffscheijding ende erffdeijlinge geremoveert, vercleirende daerbij elcken der voorst. condividenten in vuegen ende manieren hiernae volgende te deele bevallen zijn de goederen naerbeschreven.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat
Wouteren Jan Wouters te deele bevallen is
het achterhuijs van eender huijsinge staende binnen der heerlicheijt van Venloon opden Ketshoevel,
beginnende van den balck van de caemere, met het geheel groesvelt aen de zuijde zijde van het voorst. achterhuijs gelegen.

Noch het middelste loth van de landerijen achter de voorst. huijsinge gelegen, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch de noirde zijde van eenen acker genoempt den Nachtegael, beginnen van het pat daer over gaende.

Noch de schuere van eender stede gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen genoempt den Vaertcant
mette materialen van het schop daer aen staende op erffenisse daeraenliggende,
streckende van de Vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe, noirtwaert, wesende de selve erffenisse vijff voeten breeder als dandere lothen hier tegen deijlende,
soe ende in sulcker vuegen als die voorst. erffenisse ter voorst. plaetsen bij de condividenten affgepaelt is.

Noch eenen acker genoempt den Middelsten acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx hier tegendeijlende zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten voorgenoempt ende
noirtwaert de voorst. Wouter ende moet desen acker lancx deur eenen voet breeder wesen, dan den westensen acker, den voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende henne consoirten hier tegen deijlende te deele bevallen.

Ende noch eenen acker genoempt de Werdt Jan Dielen gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaert Cornelis Jan Diercxssen,
westwaert sheerenstraete ende noirtwaert de voorst. Marie.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinghe ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men de materialen van het voorst. schop metten iersten soude ruijmen, ende dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een derden part van alle chijnsen, renten ende pachten met recht vuijtte goederen van den voorst. Anthonis Hendricx gaende,
ende daerenboven dat dit loth over het Groesvelt opten Ketshoevel schuldich soude wesen te wegen ende stegen dandere lothen naer lants oirboir.
Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinghe, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat Marie dochtere Anthonis Hendricx voorst. te deele bevallen is
het voorhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant tot het gebijnte inde schauwe incluijs mette erffneisse daeraenliggende,

streckende van den vaertcant aff zuijtwaert tot Hens Leijten steeghsken toe noortwaert. Vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch eenen acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken,
oistwaert de erffgenaemen wijlen Jan Adriaenssen Clercx,
zuijtwaerts het voorst. steeghken
westwaert ende noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters hier tegen deijldende.

Noch eenen acker gelegen aldaer
oistwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Jan Adriaens Clercx,
zuijtwaert den acker genoempt den weerdt Jan Dielen,
westwaert sheerenstraete ende
noirtwaert de voorst. kinderen van Jan Cornelis Oirlemans ende hennen consoirten.

Noch eene schuere van eender stede gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel mette erffenisse daerop de selve schuere is staende.
Wel verstaende nochtans dat ingevalle de voorst. schuere afgebroken wordt, dat de selve erffenisse voor soe vele de voorst. schuere is overstaende nijet meer betimmert en soude wordden.

Noch het westense loth van de landerijen liggende bij de voorst. stede opten Ketshoevel mette boomen daer op staende
oistwaert ende zuijtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
westwaert de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden, mette gerechticheijt van te moegen wegen ende stegen naer lants oirboir over het groesvelt Wouteren Jan Wouters bij dese erffdeijlinge ende erffscheijdinghe te deele bevallen.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael, streckende van den pat daer overgaende westwaert op tot erffenisse der erffgenaemen wijlen Ghijsbrecht Joachims.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinghe oijck gecomnditioneert, dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dordepart van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Overmidts welcker erffdeijlinghe ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent dat den voorst. onmondighe kinderen van wijlen Jan, ende Catharina Cornelis Oirlemans ende Adriaen Diercxssen de Bie, tsaemen voor deen hellicht
ende de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx voor de andere hellicht te deele bevallen is het achterhuijs van eender huijsinghe staende binnen der heerlicheijt van Venloon opten Vaertcant,

beginnende van het gebijnte in de schauwe exclus aff mette erffenisse daer op het voorst. achterhuijs is staende. Emmers ter tijdt toe het voorst. achterhuijs nijet affgebroken en soude wordden.

Noch het westense loth van de erffenisse daeraenliggende, streckende van den vaertcant aff tot Hens Leijten steeghsken toe noirtwaert, vuijtwijsens de paelen aldaer gesteken.

Noch een acker gelegen aldaer over het voorst. steeghsken
oistwaert de voorst. Wouter Jan Wouters,
zuijtwaert het voorst. steeghsken,
westwaert Cornelis Jan Diercxssen ende
noirtwaert de voorst. Wouter.

Noch eenen acker gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Jan Adriaens Clercx zuijtwaert de voorst. Marie dochtere Anthonis Hendricx als hier tegen vuijtten hooffde van haeren vader voor een derdendeel deijlende,
westwaerts sheerenstraete ende
noirtwaert de erffgenaemen wijlen Aert Clercx.

Noch eene caemere staende aen den huijsinghe opten Ketshoevel
streckende van den balck inde keucken aff exclus soe wijt de caemer haer streckt metter erffenisse daer op de selve caemere is staende.

Mette gerechticheijt van te moegen wegen over het groesvelt naer lants oirboir Wouteren Jan Wouters bij dese voorst. erffdeijlinge ende erffscheijdinge te deele bevallen.

Noch het oistense loth van de landerijen achter de voorst. huijsinghe opten ketshoevel gelegen mette boomen daerop staende.

Ende noch een stuck eckerlants in eenen acker genoempt den Nachtegael te weten de zuijdenzijde
oistwaert de erffgenaem wijlen Aert Vuchten,
zuijtwaert sheerenstraete ende de voorst. erffgenaemen van wijlen Aert Vuchten
westwaert den voetpat ende
noirtwaert de voorst. Wouter Jan Wouters.
Alles vuijtwijsens de paelen aldaer bij de condividenten gesteken.

Sijnde bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge oijck geconditioneert dat men vuijt desen lothe soude gelden ende betaelen een dorden part van alle renten, chijnsen ende pachten met recht vuijtte goederen van Anthonis Hendricx gaende. Met conditien ut infra.


Met conditien daer inne oijck toegedaen dat zij deijlderen den commer hen benoempt
alsoe souden gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke rechten ende lasten tot elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden
dat den eenen van den anderen egeen hinder off schade aff en comen in eeniger manieren
ende offer eenigen commer op ijemants portie met recht meer geraeckte te comen, daer men alsdoen nijet aff en wiste,
dat zij deijlderen den selven malcanderen souden helpen draegen in drije portien.

Allet sonder argelist. Testes Dingeman Jan Joosten ende Loeff Hendricx vande Graeff den 29e septembris anno 1628.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 55v/56r d.d. 29-9-1628.

Jan Adriaen Diercxssen de Bie in den naeme van zijnen vader ter eenre

ende de bovengeschr. momboiren der kinderen van wijlen Jan ende Catharina Oirlemans ter andere zijden,

hebben bekent metten anderen veraccordeert te zijn voor schepenen van Loon anno 1626,
dat Adriaen Diercxssen de Bie met vollen rechte alleen sal hebben het deel ende part den voorst. kinderen bij de bovengeschr. erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen in de stede van wijlen Anthonis Hendricx binnen deser heerlicheijt van Venloon opten vaertcant gelegen.

Ende daer tegens sullen de voorst. onmondighe kinderen met vollen rechte alleen behouden het deel den voorst. Adriaen de Bie bij de voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinhe te deele bevallen in de stede opden Ketshoevel gelegen
ende oijck deselffs Adriaens de Bie loth hem bij andere erffscheijdinge ende erffdeijlinge te deele bevallen inde stede van Dierck Cornelis Oirlemans aen den ouden draijer gelegen. Testes et actum ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 56r t/m 57r d.d. 29-9-1628.
Condt zij eenen iegelijcken.
Alsoe Marie dochtere wijlen Anthonis Hendrick Oirlemans met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen ter eenre, ende

Adriaen Diercxssen de Bie ende de momboirs van den onmondighe kinderen van wijlen Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans ter andere zijden, onderlinghe ende met malcanderen voor schepenen der heerlicheijt van Venloon anno 1626
hadden gemaeckt ende gedaen seeckere erffscheijdinghe ende erffdeijlinghe eender stede,
te weten huijs, schuere, schop, brouwhuijs ende erffenisse daer aen liggende ende toebehoirende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon aen den ouden draijer,

der voorst. Marie bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt
van den onmondigen kinde van wijlen Dierck Cornelis Oirlemans voor deene hellicht
ende den voorst. Adriaen Diercxsen de Bie ende den voorst. onmondighe kinderen respective bij ende overmidts der doot van den onmondigen kinde van wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans de jonge,
ende anderssins vuijt crachte van accoirde tusschen hen tsaemenderhandt gemaeckt voor dander hellicht aengecomen,
sonder dat van de selve erffscheijdinge ende erffdeijlinge eenige notitie ten protocolle off elders bevonden wordt.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen ondergeschreven ghecompareert ende erschenen in propere persoonen
Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van de voorst. Marie Anthonis Hendricx
ende met hem Adriaen Willemssen als actie ende cessie hebbende van den selven Dierck ter eenre,
ende Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de voorst. onmondighe kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
de selven Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende in den naeme van de kinderen van Catharina Cornelis Oirlemans,
midtsgaders de voorst. momboirs hen fort ende sterck maeckende voor den voorst. Adriaen Diercxssen de Bie ter andere zijden.

Ende hebben de voorst. comparanten inder qualiteijt bovengeschr. de voorgeruerde erffscheijdinge ende erffdeijlinghe op een nijuws gerenoveeert ende erkent, begheerende dat dese in vuegen naervolgende ten protocolle aengeteeckent sal wordden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge, soe hebben de voorst. comparanten bekent
dat de voorst. Marie te deele bevallen is de groote caemer van den voorst. huijsinge mette opcaemer ende den kelder daer ter zijden staende, midtsgaders de schuere ende de zuijdenzijde van den aenstede.

Noch het ierste ende dorde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker, beginnende vuijtten westen van den steeghde aff aen.

Ende noch de noirden zijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte ghenoempt Jacob Geeridt Oirlemans acker.

Allen de voorst. parchelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende zij comparanten ten tijde van den voorst. erffscheijdinge ende erffdeijlinge afgeplaet hebben.
Behoudelijc k dat men daer vuijt soude gelden de hellicht van de renten, chijnsen ende pachten, die met recht vuijtte voorst. stede met haere toebehoirten te vergelden staet. Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe hebben de voorst. comparanten bekent dat de voorst. Adriaen de Bie ende den voorst. kinderen van Jan ende Catharina Cornelis Oirlemans te deele bevallen is het groot woonhuijs der voorst. stede beginnende van de caemere aff met het brouwhuijs ende verckenskoije daarbij staende mette noirdenzijde van de aenstede.

Noch het tweede ende vierde loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker beginnende vuijtte westen van den steeeghde aff aen,
ende noch de zuijdezijde van eenen acker gelegen aen den noirdenzijde van sheerenvaerte genoempt Jacob Geerit Oirlemans acker.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra. Behoudelijck ut supra. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen hier voorgenoempt alsoe souden gelden ende betaelen de gebuerlijcke lasten ende rechten
tot dat elcx portie staende alsoe souden houden ende onderhouden dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en comen in eeniger manieren ende offer eenigen commer op ijemants portie meer geraeckte te comen.

Daer men alsdoen nijet aff ende wiste dat zij den selven malcanderen in twee gelijcke portien souden helpen draegen.
Behoudelijck oijck dat zij malcanderen souden wegen ende stegen ten naesten velde ende ten minste schaede. Allet sonder arglist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f 53v t/m 57r]
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
van 08-11-1642 tot 09-03-1643     Toelichting:
-------------
Op 19 november 1631 hebben de kinderen van Catharina de stede en de percelen gekocht van hun neven, de kinderen van hun oom Jan. Met recht van naerderschap deden ze de koop door Adriaen Willemsen teniet.

Blijkbaar heeft Jan bij de deling tussen hem en zijn broer en halfbroer deze stede en de percelen gekregen. Jan woont in Besoyen, en misschien is daar de deling terug te vinden.

Op 8 november 1642 wil hij verkopen aan Adriaen Willem Adriaen Wouters, waarschijnlijk dezelfde koper als in 1631.
Op 9 maart 1643 komen ze overeen de koop teniet te doen.

Verder: in de akte staat als zijn vader Iewaen Gielissen, terwijl dat in andere akten Juen Dielissen is.

Bijzonder is dat zijn moeder als Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd staat, met ook haar opa’s naam erbij. Het is tot nu toe de enige akte, die ik gevonden heb, waarin dat gebeurd is.
Misschien speelt mee dat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans is.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.

Jan sone wijlen Iewaen Gielissen
bij den selven wijlen Iewaen
ende Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans
tsaemen verweckt,

de helft hem als hij seijde, onbedeijlt toebehoirende in het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,

beginnende ’t selve woonhuijs van den caemere aff metten helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daer bij staende,

mitsgaeders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daer aen ende omme liggende,
oistwaert aen eene stege aldaer loopende,
zuijtwaerts ende westwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Robbrecht Geeridts ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker
beginnende vuijtten westen,
’t selve geheel loth gelegen aldaer oistweaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops,
zuijtwaerts aen het ijerste loth toecomende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters,
westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het 4e loth in den voorst. Hoogen acker,
’t selve geheel 4e loth oistwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt,
zuijtwaerts aen Adriaen Willemssen voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. vaerte,

ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen den noirdenzijde van de voorst. vaerte.


Allen de voorst. parceelen van erffenisse soe groot ende cleijn als hem de selve bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de voor ende naekinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans zijnen moedere gemaeckt onbedeijlt zijn aengecomen, soe hij insgelijcx seijde,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters voorgenoempt.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportant als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, de voirgeruerde parceelen van erffenisse den voirn. Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters te waeren, als men erve schuldich is te waeren ende allen comer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen des dorpscommer.
Ende oft hier naemaels met wege van recht bevonden wordden hier vuijt meer commers ’t sij van renten, chijnsen oft pachten te gaen, daer men ’t deser tijdt nijet aff en weet, den selven sal men den cooper moegen aencoopen ’t gene lossbaer is naer vuijtwijsens de lossbrieven daer aff zijnde,
ende ’t gene onlossbaer is naer arbitraige van twee schepenen bij partijen oft henne naecomelingen daer toe te assumeren.

Oijck wordt besproken ende geconditioneert als dat de voornoempden Adriaen coopere sal hebben te houden ende onderhouden alle gebuerlijcke lasten ende rechten totte voorst. parceelen van erffenisse behoirende, ende daer toe oijck te wegen ende te stegen allen den ghene die men van rechts ende gewoonte schuldich is te wegen ende te stegen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Compareerden etc.
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen ter eenre
ende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters ter andere zijden.

Ende hebben verclaert als dat zij met hender beijde consent ende wille doot ende te nijet gedaen hebben, gelijck zij doot ende ten nijet doen midts desen den coop van de helft van het groot woonhuijs, brouwhuijs ende verckenskoeije in desen vermelt ende oijck den coop van allen andere parceelen van erffgoederen in desen breeder verhaelt.

Consenterende daeromme dat dit tegenwoirdich transporte mette geloefte daerop gevolght, ende allen andere bescheeden ’t sij coopcele oft andere hier van gepasseert sullen wordden, gecasseert ende gecanseleert.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen den 9e martij 1643.


RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 41r/v d.d. 8-11-1642.

Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters heeft geloeft
als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Jannen sone wijlen Iewaen Gielissen woonende in den ambachte van Besoijen
de somme van vier hondert ende seventich ca. gld. den ca. gld. tot 20 stuijvers ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent te geven
ende te betaelen in drije termijnen, elcken termijn een gerecht dorde part, waeraff den ijersten termijn betaelt sal wordde alsnu gereet, den 2e int hoochtijt van alderheijligen 1643 ende den 3e oft lesten int hoochtijt van alderheijligen 1644 daeraen volgende sonder langer dilaije.

Op pene van prompte ende parate executie sonder in contradictie, oppositie oft appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ijerst ende voor al sal wesen gescheidt.

Procederende de voorst. somme van vier hondert ende 70 ca. guldens over coop van seeckere parceelen van erffenissen hem gelover bij ende van wegen des voorst. Jan sone wijlen Iewaen Gielissen op heden date deser voor schepenen van Venloon opgedraegen ende overgegeven.

De welcke hij gelover midts desen voir de voorst. somme is stellende tot speciael hypotheecq.
Testes ut supra.

In marge:
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen bekent den 1e termijn deser geloefte, die gereet betaelt moet wordden van de geloever ten vollen ontfangen te hebben.
Actum den 8e november 1642.

Item:
Alsoe Jan Iewaens den 9 martij 1643 geloefte gedaen heeft van 156 gld. 13 st. 1 oirt,
soe bekent Adriaen Willemssen dat den voorst. betaelden 1e termijn deser geloefte hem daer mede is gerestitueert ende voldaen.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen.
Actum 9 martij 1643.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41r/41v scan 43-44]
Verkoop:
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]
van 09-04-1631 tot 19-11-1631     Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 187v/188r d.d. 9-4-1631.

Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
ende Adriaen Cornelis Diercxssen als man ende momboir van Lijsken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Cornelis voorst.
ende Jan Adriaen Zuenen ende Willem Matheus henne momboirs, soe voor hen als voor Lenaerden ende Adriaentken onmondighe kinderen
wijlen Jan Cornelis voorgenoempt,
de voorst. momboirs in den naeme ende van wegen als voor, tot het gene hier naervolght, consent ende decret hebbende van schouteth ende schepenen van Venloon, als ons schepenen ondergeschr. gebleken is,

de helft onbedeijlt van het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,
beginnende het selve woonhuijs van de caemere aff mette helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daerbij staende.

Midtsgaders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daeraenliggende oistwaert aen de stege aldaer, zuijtwaert ende westwaert Joost Peeterssen Swart ende noirtwaert aen sheerenvaert.

Item de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den hoogen acker, beginnende vuijtten westen van de stege aff aen, de welcke aldaer is liggende, het selve geheel loth oistwaert aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Item de helft onbedeijlt in een parcheel lants, wesende het 4e loth inden voorst. acker genoempt den hoogen acker, oistwaert aen de erffgenaemen Jan Wouter Claes, zuijtwaert aen Adriaen Willemssen, westwaert ende noirtwaert aen den vaerte voirst.

Ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen acker genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer
aen de noirdenzijde van de vaerte waer aff de noirdenzijde desselffs acker is toebehoirende Adriaen Willemssen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die den gelijcke kinderen wijlen Jan Cornelis Oirlemans voorgenoempt te deele bevallen zijn soe men verclaerden,
hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen Willemssen voorgenoempt,
met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportanten ende de voorst. henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende dit opdraegen ende overgeven den voorst. Adriaen Willemssen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen, sonder eenich wederseggen ende hem de voorst. parcheelen van goederen te waeren als men erffne schuldich is te waeren.

Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck, vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Adriaen Cornelis den 9e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren bij den heere geordonneert van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans respective verweckt bij Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen, geasssiteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht der selver onmondige kinderen,

hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, om in den naeme ende van wegen der voorgen. onmondige kinderen metten rechte van naerderschappe te lossen ende te quijten dese erffgoederen,

ende hebben in der qualiteijt als voor geloeft alles te doen des een naederman schuldich is te doen.

Midtsgaders den coopere te indempneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van dese erffgoederen gedaen.
Testes, Dingeman Jansse ende Adriaen Cornelis den 19e november 1631.


RAT. Loon op Zand. R 65 f 188r d.d. 9-4-1631.

Adriaen Willemssen heeft geloeft schuldener principael ten behoeve van de kinderen ende erffgrnamen wijlen Jan Cornelis Oirlemans de somme van vijffhondert ende 75 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven ende te betaelen in drije gelijcke termijnen, waer aff den iersten betaelt sal wordden gereet, den 2e over een jaer ende den 3e oft lesten den 9e aprilis 1633.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de voorst. parcheelen van erffgoederen, de welcke hij gelover beneffens zijne andere goederen is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 188v d.d. 16-4-1631.
De selve transportanten een vierde part hen onbedeelt toecomende in eenen stede lants mette timmeringe daerop staende ende erffenisse daeraenliggende ende toebehoirende gelegen binnen de heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de vaerte tegen over de Venis Straete,

oistwaert aen sheerenstraete, zuijtwaert de erffgenaemen Lenaert Chielen, westwaert aen Burchtken dochtere Jan Lauwen ende noirtwaert aen Joost Peterssen Swart, soe men verclaerden, hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Roeloff Jacopssen van Hedel met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. tramsportanten ende de voorst. momboirs op verbintenisse respective van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen, hebbende ende vercrijgende etc. Midtsgaders allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part in een derdendeel van vier vaten roggen sjaers aen den heijlige geest van Venloon met eenen staende ende lopende pacht.
Noch een vierde part van des heeren chijns die int geheel vuijtte voorst. stede te vergelden staet ende daer toe des dorps commer.
Testes Dierck Raessen ende Ghijsbert Claessen den 16e aprilis 1631.

In marge:
Adriaen Peter Willems ende Jan Adriaen Zuenen als momboiren van de drije onmondige kinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans verweckt bij Jan Gielissen ende Claes Janssen haere respective geassisteert metten schouteth van Besoijen als oppervoocht, hebben geboden ende hebben geboden ende vuijtgereijckt blijckende penningen, die zij zeijden den voorst. kinderen hen eijgen te wesen, ome metten rechte van naerderschap te lossen het vierden part der stede alhier geruert.

Ende hebben geloeft alles te doen des een naerderman is schuldich te doen, ende den coopere te indemneren van den geloefte bij hem ter causen van coop van het voorst. 4e part gedaen.
Testes Dingeman Janssen ende Adriaen Cornelis den 19e novembris 1631.

Toelichting:
------------

Dit lijkt te gaan om de goederen, verkregen uit de deling van Cornelis Cornelis de oude. Het gaat namelijk om het 1/4 part, en Cornelis had 4 kinderen, waaronder Jan.
De kinderen van Jan willen hun deel verkopen aan Adriaen Willems. Dat gebeurt op 9 april 1631.

Maar op 19 november 1631 maken de kinderen van zus Cathelijn de koop ongedaan, en kopen de goederen over met recht van naerderschap.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 187v/188v scan 205/208]
Cathelijn:
(1) trouwde met Juen (Iewaen) Dielis (afb. 226 t/m 228). Iewaen is een zoon van Gijsbertken Lamberts. Iewaen is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Notitie bij Iewaen: Zijn naam is geschreven als:

1621: Juwen Dielis (Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad)
17-08-1622: Jeuwen Dielissen (Handtekening onder een akte - Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 21v)
22-01-1626: Ivo Gielissen (RAT. Loon op Zand. R 64 f 20r t/m 21r d.d. 22-1-1626.)
09-07-1626: Iwen Dielis
08-11-1642: Iewaen Gielissen (zoon Jan akte over de verkoop van een stede - RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.)
Functie:
van 1621 tot 17-08-1622     Heemraad (Juwen is heemraad van het Ambacht van Besoyen, zols vermeld op het voorblad van het register, opgesteld door Anthonis Aertsen van Andel, schout en secretaris van het Ambacht van Besoyen.

Ondertekeningen op 5 juni 1621 (folio 5r), 22 dec. 1621 (folio 10v), en op 16 april 1622 (folio 18v)
De laatst gevonden ondertekening is van 17 augustus 1622.)
  [bron: Besoyen - Dorpsbestuur inv. 655 - 1621-1649 - f. 0 - voorblad en f.5r, 10v, 18v en 21v]
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
van 08-11-1642 tot 09-03-1643     Toelichting:
-------------
Op 19 november 1631 hebben de kinderen van Catharina de stede en de percelen gekocht van hun neven, de kinderen van hun oom Jan. Met recht van naerderschap deden ze de koop door Adriaen Willemsen teniet.

Blijkbaar heeft Jan bij de deling tussen hem en zijn broer en halfbroer deze stede en de percelen gekregen. Jan woont in Besoyen, en misschien is daar de deling terug te vinden.

Op 8 november 1642 wil hij verkopen aan Adriaen Willem Adriaen Wouters, waarschijnlijk dezelfde koper als in 1631.
Op 9 maart 1643 komen ze overeen de koop teniet te doen.

Verder: in de akte staat als zijn vader Iewaen Gielissen, terwijl dat in andere akten Juen Dielissen is.

Bijzonder is dat zijn moeder als Catharina Cornelis Cornelis Oirlemans genoemd staat, met ook haar opa’s naam erbij. Het is tot nu toe de enige akte, die ik gevonden heb, waarin dat gebeurd is.
Misschien speelt mee dat er ook een Catharina Cornelis Peter Oirlemans is.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 40v/41r d.d. 8-11-1642.

Jan sone wijlen Iewaen Gielissen
bij den selven wijlen Iewaen
ende Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelissen Oirlemans
tsaemen verweckt,

de helft hem als hij seijde, onbedeijlt toebehoirende in het groot woonhuijs eender stede lants gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den Ouden Draijer,

beginnende ’t selve woonhuijs van den caemere aff metten helft onbedeijlt van den brouwhuijse ende verckenskoije daer bij staende,

mitsgaeders de helft onbedeijlt van den noirdenzijde van de aenstede daer aen ende omme liggende,
oistwaert aen eene stege aldaer loopende,
zuijtwaerts ende westwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Robbrecht Geeridts ende noirtwaert aen sheerenstraete.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het tweede loth in eenen acker genoempt den Hoogen acker
beginnende vuijtten westen,
’t selve geheel loth gelegen aldaer oistweaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Peter Jacops,
zuijtwaerts aen het ijerste loth toecomende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters,
westwaert ende noirtwaert aen de Vaerte.

Noch de helft onbedeijlt in een parceel lants wesende het 4e loth in den voorst. Hoogen acker,
’t selve geheel 4e loth oistwaerts aen erffenisse der erffgenaemen wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt,
zuijtwaerts aen Adriaen Willemssen voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. vaerte,

ende noch de helft onbedeijlt van de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt Geeridt Oirlemans acker gelegen aldaer aen den noirdenzijde van de voorst. vaerte.


Allen de voorst. parceelen van erffenisse soe groot ende cleijn als hem de selve bij erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de voor ende naekinderen wijlen Catharina Cornelis Oirlemans zijnen moedere gemaeckt onbedeijlt zijn aengecomen, soe hij insgelijcx seijde,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters voorgenoempt.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. transportant als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, de voirgeruerde parceelen van erffenisse den voirn. Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters te waeren, als men erve schuldich is te waeren ende allen comer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen des dorpscommer.
Ende oft hier naemaels met wege van recht bevonden wordden hier vuijt meer commers ’t sij van renten, chijnsen oft pachten te gaen, daer men ’t deser tijdt nijet aff en weet, den selven sal men den cooper moegen aencoopen ’t gene lossbaer is naer vuijtwijsens de lossbrieven daer aff zijnde,
ende ’t gene onlossbaer is naer arbitraige van twee schepenen bij partijen oft henne naecomelingen daer toe te assumeren.

Oijck wordt besproken ende geconditioneert als dat de voornoempden Adriaen coopere sal hebben te houden ende onderhouden alle gebuerlijcke lasten ende rechten totte voorst. parceelen van erffenisse behoirende, ende daer toe oijck te wegen ende te stegen allen den ghene die men van rechts ende gewoonte schuldich is te wegen ende te stegen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Compareerden etc.
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen ter eenre
ende Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters ter andere zijden.

Ende hebben verclaert als dat zij met hender beijde consent ende wille doot ende te nijet gedaen hebben, gelijck zij doot ende ten nijet doen midts desen den coop van de helft van het groot woonhuijs, brouwhuijs ende verckenskoeije in desen vermelt ende oijck den coop van allen andere parceelen van erffgoederen in desen breeder verhaelt.

Consenterende daeromme dat dit tegenwoirdich transporte mette geloefte daerop gevolght, ende allen andere bescheeden ’t sij coopcele oft andere hier van gepasseert sullen wordden, gecasseert ende gecanseleert.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen den 9e martij 1643.


RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 41r/v d.d. 8-11-1642.

Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters heeft geloeft
als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Jannen sone wijlen Iewaen Gielissen woonende in den ambachte van Besoijen
de somme van vier hondert ende seventich ca. gld. den ca. gld. tot 20 stuijvers ende den stuijver tot twee grootten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent te geven
ende te betaelen in drije termijnen, elcken termijn een gerecht dorde part, waeraff den ijersten termijn betaelt sal wordde alsnu gereet, den 2e int hoochtijt van alderheijligen 1643 ende den 3e oft lesten int hoochtijt van alderheijligen 1644 daeraen volgende sonder langer dilaije.

Op pene van prompte ende parate executie sonder in contradictie, oppositie oft appellatie ontfangen te wordden ten zij namptizatie ijerst ende voor al sal wesen gescheidt.

Procederende de voorst. somme van vier hondert ende 70 ca. guldens over coop van seeckere parceelen van erffenissen hem gelover bij ende van wegen des voorst. Jan sone wijlen Iewaen Gielissen op heden date deser voor schepenen van Venloon opgedraegen ende overgegeven.

De welcke hij gelover midts desen voir de voorst. somme is stellende tot speciael hypotheecq.
Testes ut supra.

In marge:
Jan sone wijlen Iewaen Gielissen bekent den 1e termijn deser geloefte, die gereet betaelt moet wordden van de geloever ten vollen ontfangen te hebben.
Actum den 8e november 1642.

Item:
Alsoe Jan Iewaens den 9 martij 1643 geloefte gedaen heeft van 156 gld. 13 st. 1 oirt,
soe bekent Adriaen Willemssen dat den voorst. betaelden 1e termijn deser geloefte hem daer mede is gerestitueert ende voldaen.
Testes G. Claessen et Aert Jan Janssen.
Actum 9 martij 1643.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f 40v/41r/41v scan 43-44]
(2) trouwde met Claes Jansse Hagen. Claes is overleden vóór donderdag 9 juli 1626.
Transport:
09-07-1626     Samenvatting:
----------------
Maricken Huybert, weduwe van Henrick Iwens, woont tot Baardwijk, en voert een overdracht uit, uit machte van het testament van Gijsbertken Lambertsdochter, de moeder van haar man, gemaakt op 9 augustus 1614 te Sprangh. Na haar mans dood is dat op haar overgegaan.

Ten behoeve van de 2 kinderen van Iwen Dielis, zoon van Gijsbertken, en haar zelf:

zij krijgt 1/4 part in een schuur en 1/4 part in de helft van een huis met 2 1/2 hond weiland en de bomen daarop. De kinderen hebben de wederhelft en ook 1/4 part in de helft van de hofstad, zoals de deling gemaakt tussen Gijsbertken en haar zoon Juen Dielis, gepasseert voor schout en heemraden van Besoyen (er is geen datum genoemd).

Dan volgt de beschrijving van de ligging: de schuer bij de Oude Straete en t huijs met de hofstede tot op het hoogst van de winterdijk.

Verder is er voor haar:
1/6 deel in 4 hont zaailand in Besoen op Sprang toe, grenzend aan dat van de kinderen
1/6 deel in 2 morgen land in Besoyen, onbedeeld met de kinderen, grenzend aan Adriaen iwens met zijn kinderen
1/6 deel in 7 1/2 hond land in Besoyen over de oude Straet.

Land en goed zijn belast met 1 mudde rogge voor de kerk, en 1 gulden voor de armen van de H. Geest.


Toelichting:
-------------
1. In de aanhef staat dat het ook het kind van Catelijn en Claes Jansse betreft, maar in de akte is dat doorgehaald.

2. Het testament van Gijsbertken van 9 augustus 1614 te Sprang is niet online te bekijken, is wel op microfiche beschikbaar.

3. Zij heeft ook een deling gemaakt met haar zoon Juen Dielis.

4. Als Gijsbertken de moeder is van Juen Dielis, en ook van Hendrick Iwens, dan is zij waarschijnlijk 2 keer getrouwd.
Uit het huwelijk met Iwen zullen Hendrick, Adriaen, en waarschijnlijk nog een 3e geboren zijn.
Uit het huwelijk met Dielis zal Juen geboren zijn.
Bij de deling van Gijsbertken met Juen is de helft naar hem toe gegaan. De andere kinderen zullen de andere helft moeten delen. Dat maak ik op uit de 1/6 delen.
Het 1/4 part in de helft van schuur en huis en hofstad kan ik niet verklaren: de ene helft is voor de kinderen, maar waarom de andere helft in 4en gaat, begrijp ik niet.
5. De akte zal gemaakt zijn na het overlijden van Herman. Al eerder zullen zijn (half)broer Iwen en zijn vrouw Catelijn en haar 2e man Claes Janse overleden zijn.
Iwen heeft als heemraad op 17 augustus 1622 nog wel een akte ondertekend, en was toen nog in leven.
Na zijn overlijden is Catelijn hertrouwd met Claes, en die zijn beide voor 9 juli 1626 overleden.
Jan, het jongste kind, kan daarmee nog niet oud zijn, hooguit 3 jaar.

Transcryptie:
---------------
Tot behoef van de onmondige weeskinderen, naergelaten bi Catelijn Cornelis Oerlemans, verweckt bij Iwen Dielissen ende Claes Jansse zaliger, oft de voochden met name Adriaen Juensse ende Jan Adriaensse.

Compareerde voor ons Schout ende heemraders des Ambachts van Besoyen ondergeschreven

de eerbare Marycken Huyberts, de weduwe wijlen Hendrick Iwens zaliger, wonende tot Baerdwijck,
met haer adjunct Dyrck Adriaensse van Kuyk, haer gecoren momboir ofte voocht, die sij koos metten mont ende die heer (?) haer houde,

ende hebben overgegeven, geceedeert ende getransporteert, gaven over ende transporteerden midts desenr soo recht ws met een verlij (?), uit machte van seecker testament, gemaeckt bij Gijsbertken Lambersdochter, des voorschreven mans moeder zaliger,
gepasseert voor Schout ende Schepenen van Sprangh van date den 9e augustus 1614,
als mede bij ’t overlijden haren man zaliger op haar gesuccedeert,

ten behoeve van de erfgenamen ofte twee weeskinderen van Cathelijn oerlemans zaliger, verweckt bij Juen Dielissen, haeren eersten man,
<doorgehaald: als oock een kint geprocreeert bij Claes Jansse zaliger voornoemt> #ofte de voochden der selve kinderen, met name Ariaen Juensse ende Jan Adriaensse, als gecooren ende geeede voochden#

seecker des voorsegden comparantes gerechte
vierde part ofte gerechtichd in seecker schuer
met het vierde part in de helft van t huijs, mette erfenisse van derdealf (2 1/2) stuck weijlants daerachter aen gelegen ende daer toebehoorende met allen de geboompten ende beplantinghe daerop staende,
daer Iwen Dielissen zaliger kinderen de wederhelft van sijn toebehorende.

met oock het vierde part in de helft van de hofstadt daer neffen gelegen, volgens scheiding ende deelinge, gemaeckt ende gepasseert voor Schout ende heemraders van Besoyen,
daer ten oosten naest gearft leggende de erfgenamen van Dries Wouters ende de ergenamen van Jan Berentsse erve,
ten westen Meus Doudijns ende de voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse erve,
streckende van des Heerenstraeten af noortwaerts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette voorsegde weeskinderen van Juen Dielisse cum suis ter Ouder Straete toe, ende t huijs mette hofstadt tot op t hoochsten van deWynterdijck toe,
# belast in t gheel daer de schuer op staat met t lant daer acher gelegen met een mudde bestijense (?) kerckrogge jaerlijcks, midtsgaders een gulden jaerlijcks ten behoeft van de H. Geest op ’t ander lant ende ghoet #,

Item haer gerechtichheijt ofte seste part in seecker omtrent vier honden saylants, gelgen in Besoyen,
daer oost naest leggende Jacob Joosten,
west de kidneren van Juen Dielisse voorsegd,
streckende van Juen Dielisse kinderen erf af suytwaerts op ten Spranghen toe,
onbedeelt metten voorsegde kinderen gelegen.

Item alnoch haere gerechte seste part ofte gerechtichheijt in twee morgen lants,
gelegen in Besoyen, onbedeelt mette voorsegde kinderen,
ende met Adriaen Iwens met zijn kinderen daer ten westen naest leggende. Corstiaen Willemsse erfgenamen erve. ten oosten jacob Joosten erve,
streckende van Geerit van Andels aerfe af aen noortwaerts op ten Hantel (?) toe.

Noch haer gedeelt ofte seste part in t erve (?), ofte achtalf (7 1/2) hont lants in omtrent elf hont lants,
gelegen in Besoyen over de Oude Straet, gemeen ende onbedeelt, gelegen mette kinderen van Juen Dielissen westwaerts,
ende met Adriaen Juens daer ten oosten naest geaerft leggen Geerit Geeritsse ten westen, Cornelis erfgenamen cum suis,
streckende van der Oude Straete tot de efgenamen van Joost Adriaensse erfe toe.

Aen hare parte ofte gerechtichden haer in der voorsegde qualite aengecomen ende toebehorende sijn ende verteghen hierop naer de oude hercomen ende lantrechte met handt halen ende met monde soo billecq als recht was, met alle schowen, keuren van wercken, stegen ende wegen ende alle andere nabueren gerechtichden,
tot alle de voorsegde partn ofte percelen van vankanden "ende huijs ofe schuer" toebehorende ende geloosdeert boven de voorsegde kerckenroggen "ende de H. Geest rente van een gulden jaerlijcks"vrij ende ware ende klarn ende allen vooscreven af te doen tot dese dage toe,
uijtgenoemn den lopen dorps commer, alles sonder froude,
des t oirconden dese gifte bij Schout ende rerecht,
onderteeckent op ten 9e julianno 1626

in de marge onderaan: den 40e penninck beloopt over 700 guldens in twee payen ter somme van 19 gulden 10 stuijvers.

Ondertekenen:
A. van Andel
Jacop Joosten
Michael Jaghers
.. Claes Goyertse, ende
Aerts Schalcken.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.104v en 105r scan 109]
van 08-01-1629 tot 15-06-1634     Samenvatting:
----------------
1e akte:
De erfgenamen van Anthonis Hendricxen Oirlemans dragen over aan Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken, en zus Anneke
een stede lants te Kaatsheuvel met huysinge, schuur en erfenisse eromheen,
en een akker genaamd de Nagtegaal.

Als erfgenamen:
Wouter Jan Wouter Claessen de Bondt, weduwnaar van Anneken Anthonis Hendrick Oirlemans, voor 1/3 deel

Dierck Anthony Quirijnen, man van Marie Anthonis Hendrick Oirlemans,
en Wouter Jan Wouters ook voor het onmondig kind van Jacob Adriaen Jacobs (procuratie voor notaris Aerden van Tuyl te Waalwijk op 6 januari 1629 verleend door bloedvoogd Thomas Corstiaens)
voor de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans voogden Jan Adriaen Suenen en Willem Matheeus Jansen Berchmans
voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans

altesaemen voor de resterende 2/3 delen.

2e Akte:

De kopers zullen vrijgesteld zijn van alle lasten, behalve van

een jaarlijkse pacht van 11 1/2 vaten rogge aan de Tafel van de Heilige Geest tot Loon
en jaarlijks nog 2 smal hoenders met een capuin gewinchijns aan de Heer van Loon op St. Maarten te betalen.

3e Akte:

De kopers zullen er 1810 gulden voor betalen, en wel als volgt:
aankomende Pasen 1629 300 gulden
het jaar daarna, 1630, ook met Pasen 300 gulden
de jaren daarna steeds 200 gulden met Pasen totdat de betaling compleet is.

Van de 1e betaling zal 15 gld. 12 1/2 st. voor de schepenen, secretaris, afhanger ende godtspenninck zijn.

Daarna de betalingen zoals die door de verkopers ontvangen zijn, met als laatste vermelding, die van 15 juni 1634.


Toelichting:
-------------

De verkoop gebeurt na de verdeling op 29 september 1628 vastgelegd voor de schepenbank, en na de afspraken die mondeling in 1626 gemaakt zijn.


Transcryptie:
---------------
Pdf

RAT. Loon op Zand. R 65 f 67v t/m 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter sone wijlen Jan Wouter Claessen de Bondt voor een dordendeel, Dierck Adriaen Quirijnen als man ende momboir van Marie zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis Henrick Oirlemans,
de voorst. Wouter Jan Wouters vuijt crachte van procuratie hem voor Aerden van Tuijl, notaris openbaer ende seeckere getuijgen op ten 6e januarij lestleden bij Thomas Corstiaens als bloetvoocht van den onmondige kinde van Jacob Adriaen Jacobs binen der Vrijheijt van Waelwijck gegeven ende verleent;
Jan Adriaen Suenen ende Willem Matheeus Janssen Berchmans als wettige momboirs van de onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans,
ende de voorst. Jan Adriaen Suenen insgelijcx als momboir ende hem fort ende sterck maeckende voor de onmondige kinderen van wijlen Ivo Gielissen ende Claes Janssen Haegen verweckt bij Catharina dochtere wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans
altesaemen voor de twee resterende dordendeelen.

Eene stede lants metter huijsinge ende schuere daerop staende ende erffenisse daer aenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel,

oistwaert de erffgenaemen wijlen Aert Peeterssen Crents,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert de erffgenaemen Aert Wouter Lochten ende
noirtwaert de twelff geerden.

Ende noch eenen acker genoempt den Nachtegael, gelegen aldaer,
oistwaerts de erfrfgenaemen Aert Janssen Vucht,
zuijtwaert sheerenvaerte mette selve erffgenaemen,
westwaert de erffgenaemen wijlen Ghijsbert Joost Joachims ende
noirtwaert de gemeijne straete,

beijde de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als die ter voorst. plaetsen gelegen zijn,
ende de voorst. Anthonis Hendricxssen midts zijnder doot ende afflijvicheijt heeft geruijmpt ende achtergelaeten soe men verclaerden,

hebben zij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven
Wouter, Cornelis ende Geeridt, gebroederen sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken
soe tot hennen behoeffne als ten behoeffne van Anneken dochtere wijlen Hendrick Wouters voorst. henne sustere,

tsaemen met allen schepenen letteren ende munimenten daeraff gewach doende, ende allen den rechte hen daer inne eenichssins competerende.

Met affgaen ende verthijen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.


781. Archief van de schepenbank Loon op Zand, 1358-1810 inv.nr.65

Gelovende de voorst. Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaen Quirijnen als schulderen principael
op hen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende
ende de voorst. momboirs op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcks hebbende ende vercrijgende,
de voorst. stede ende acker

den voorst. Wouter, Cornelis, Geeridt ende Anneken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aental daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck

vuijt genomen eenen jaerlijcxsen pacht van elff vaten roggen ende een halff jaers
taeffele van den heijlige geest tot Loon naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde te betaelen ende
noch twee smael hoenderen met eenen capuijn gewinchijns aen den heer van Loon op St. Martensdach te betaelen,

ende offer met recht bevonden worden eenigen commer meer vuijt te gaen den selven sal men mogen aencopen naer gemeijnen lantcoop ende goedermans seggen off anderssins naer luijdt van de brieven ende bescheeden daer aff zijnde.

Testes Ghijsbert Claes ende Willem Jan Adriaens den 8e januari 1629.

RAT. Loon op Zand. R 65 f 68v d.d. 8-1-1629.

Wouter, Cornelis ende Geeridt gebroederen, sonen wijlen Henrick Wouter Schalcken soe voor hen selven, als voor Anneken henne sustere

hebben geloeft als schulderen principaele op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende,
den voorst. transportanten te geven ende te betaelen de somme van achttien hondert ende thien ca. gld.
den ca. gld. tot 20 st. goet gancbaer gelts het stuck gerekent

ende dat in dese naervolgende manieren ende termijnente weten
drije hondert ca. gld. tot paesschen toecomende,
item drije hondert ca. gld. te paesschen 1630 ende
voirts alle paesschens 200 ca. gld. tot volder betaelinge toe.

Procederende de selve somme ter causen van coop van de stede ende acker bovengeschr. dwelcke zij gelovers voor de betaelinghe der voorst. somme zijn stellende tot hypotheecq ende waerborch.

Dies soe sullen de gelovers aen den iersten termijn cortten 15 gld. 12 1/2 st. bij hen aen den schepenen, secretaris, affhanger ende godtspenninck

voor het contingent van de bovengeschr. transportanten volgens de vercoopcedulle verschoten ende anderssins aen verteirde costen boven den wijncoop in de vercoopcedulle begroot.
Testes et actum ut supra.

Item:
de voorst. gelovers hebben alnoch verschoten soe aen verteirde costen ten daege van den veste gedaen als rechtscosten sess gld. 16 st. waer aff zij deen hellicht aen den 1e termijn sullen cortten.
Testes et actum ut supra.

In marge:
Wouter Jan Wouters ende Dierck Adriaens bekennen de twee dordendeelen van den iersten termijn ontfangen te hebben,
te weten 200 gld.die zijn daer aen gecort de twee dordendeelen van tgene de gelovers volgens dese geloefte moegen cortten.
Testes Ghijsb. Claes ende Cornelis Willems den 13e maij 1629.

Item:
Thomas Corsten als momboir van den kinde van Jacob Ariens bekent een 6e deel van de 1e termijn wesende 50 gld. ontfangen te hebben dan gecort een 6e deel van den costen alhier geruert bedraegende 3 gld. 4 st.
Actum ut supra.

Item:
Willem Matheeus als momber van de kinderen van Jan Cornelis bekent een 7e part van den 1e termijn ontfangen te hebben.
Actum ut supra.

Item:
Jan Ariens heeft het part der kinderen van Catharina Cornelis hen toecomende in dfren 1e termijn ontfangen.

Item:
Dierck Adriaen Quirijnen voor hem als voor den weeskinde van Jacob Adriaen Jacop bekent als dat Denijs Dominicus aen hem voldaen heeft
een dorde part van den termijn verschenen paesschen 1634 ende een dorde part van alle voorgaende termijnen.
Actum 15e junij 1634.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 65 f. 67v-68r-68v]
van 06-08-1630 tot 04-11-1630     Samenvatting:
----------------
Aert Caerlse uit Loon op t Sant draagt over aan de gemeenschappelijke weeskinderen van Cathelijn Oerlemans met Juen Dielis en Nicolaes Jansse verwekt,
1/4 deel in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, 10 hond groot, liggend vanaf het Hoogste van de Winterdijk noordwaarts op.
Jaarlijks moet 5 gulden aan de kerk van Sprang betaald worden en aan rente 30 stuivers.


Transcryptie:
---------------

Tot behoef van de weeskinderen van Juen Dielis, verweckt bij Cathelijn Oerlemans.

Compareerde voor ons Schout en heemraders des Ambachts van Besoyen,
Aert Caerlse, wonend onder Loon op ’t Sant,

ende heeft overgegeven, gecedeert ende getransporteert, gaf over, cedeerde ende transporteerde midts desen met een Verlij soo recht was,

tot behoef van de gemeene weeskinderen van Cathelijn Oerlemans zaliger, geprocreert bij Juen Dielisse ende Nicolaes Jansse zaliger,

seecker gerechte vierde part in een stuck weijlants, gelegen in Besoyen aen de Crommendijck, groot omtrent thien hondts lants,
daer ten oosensijde naest gelant leet Wouter Jansse de Bont,
west de weghe ende erfgenamen Rob Antonissen,
streckende van t Hooghste van de Winterdijck noortwaarts op,
gemeen ende onbedeelt,
gelegen mette erfgenamen van Ariaen Janssen cum suis ter Oude Straete toe, soo groot ende kleijn
t selve aldaer in de Hefslach (?) gelegen is, ende hij comparant daerin gevesticht is, transporteert met geloste van gerechte vierde part van de rente van omtrent vijf gulden jaerlijkcks, die de kerck van Sprangh jaerlijcks op t geheel stuck lants is heffende volgens jaer manuaal of brief.
Sonder meerlasten .. ende geloofdent de somme voorsegd rente van dartich stuijvers te vrijen waren ende claren en alle voorcomende af te doen,
midtsgaders de verlopen renthen tot dese daghe toe,
uytgenomen de lopende Dorps commer.
Achtervolgens de coopsele hier van tussen partijen gemaeckt van date de 6e augustus 1630, sonder froude des voorscreven .. dese gifte ten register ondertekent op ten 4e november 1630.

# transporten met alle schouwen ende tot s lant toe behorende.

in de marge, onderaan: den 40e penninck bedraecht over 200 gulden in twee payen te somme van 4 gulden

ondertekend:
A. van Andel
Jan Dirc ..
Aert Schalken
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.184r]
09-05-1631     Samenvatting:

Tot behoef van de onmondige weeskinderen van Cathelijn Cornelis Oerlemans, verwekt bij Juen Dielis en Claes Jansse Hagen,
dragen Huybert en Floris Florisse, broers, wonend in Loon op t Sant,

over hun 1/4 part in een weiland aan de Crommendijk in Besoyen,
met 5 jaar rente, met 17 1/2 stuivers per jaar, voor de kerk van Sprang


Toelichting:
------------

Ben benieuwd of de Huybert en Floris Florisse familie van ze is: is hun vader Floris Hendrik Reijnen, getrouwd met Adriaenke Cornelis Oerlemans?
die zouden in de tijd gezien rond de 60 jaar zijn.
Twijfel wel: in 1651 stuurt Huybert Florissen als schepen van Loon op Zand een bericht naar Sprang over de slechte toestand van de bodem, de landerijen te Sprang (Dorpsbestuur Sprang Inv. 887). Als dat dezelde is, zou die al heel oud zijn.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.201v]
van 26-02-1640 tot 08-04-1640     Samenvatting:
----------------

Dielis Juens,
Jan Juens,
en Adriaen Peterse Millenaer, voogd voor Jan Claes Hagen, kind van Claes Jan Hagen

verkopen aan Cornelis Peterse Leu te Sprang,

de helft van een weiland aan de Crommendijk in Besoyen, in t geheel 9 hond en 50 roey,
strekkend van de Winterdijk tot de Oude Straete,

voor 475 gulden,
met de jaarlijkse last van 2 gulden en 7 1/2 stuiver voor de kerk van Sprang.

De koopcedule is op 8 april 1640 gemaakt, en is nu op 8 april 1640 ondertekend.
(op straffe van verdubbeling van de 40e penning moest het transport aangegeven worden binnen 6 weken bij de magistraat of bij het gerecht)

Onder de akte is geschreven:
De 40e penning over de 475 gulden bedraagt 11 gulden, en die is betaald.

Later is bijgeschreven:
De koper heeft de eerste termijn, de helft van de aanschaf betaald, en zal volgens de afspraak in de koopcedule in 1641 de andere helft betalen.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 656 van 1634-1644 f. 76r scan 79]
21-04-1642     Samenvatting:
----------------

Ter eenre:
Juen Ariaensse van den Heuvel,
Vranck Ariaensse van den Heuvel,
Wouter Jorisse voor zijn vrouw Aeltje Ariaensse,
Ariaen Dyrcxsen Kolen, weduwnaar van Lijsken Ariens,
allen erfgenamen van Adriaen Juensse zaliger.

Ter andere:
Dielis Juensse,
Jan Juensse,
Dielis Juensse voor Claes Jan Hagen, zijn halfbroer,
verwekt bij Catelijn Oerlemans zaliger

Voor de erfgenamen van Adriaen Juens gaat het om alle percelen, gekomen en aanbestorven van hun vader en grootmoeder,
en ook die hun vader aanbestorven zijn van Handrick Juens (zijn broer)
behalve:
de 4 hond land in het 1/3 deel van de 12 hond land over de Oude Straet gelegen
midtsgaders (=ook) de helft van 12 hond land in liuit of linit (?) gelegen in Besoyen, belaste met jaarlijks een half mud kerkrogge voor Besoyen, en
ook 1/4 part in een stede in Baardwijk.

Met nog een bedrag van 40 pond zo overeengekomen op 21 april 1642.

Dit bedrag, blijkbaar gelijk aan 50 gulden, is weggestreept tegen de landhuur achter Teunis Aelberts gelegen.

Over de 40e penning die betaald moet worden over 1/4 deel van de stede te Baardwijk,
die de erfgenamen van Ariaen Juens in mangelinge hebben ontvangen,
die is geschat door de schepenen van Baardwijk op 625 gulden, met een volledige waarde van 2500 gulden. Dat betekent 15 gulden en 12 1/2 stuiver aan 40e penning.
Over het land, goederen die de erfgenamen van Juen Dielis tegen het 1/4 part in de stede ontvangen hebben, gecomen van Hendrick ende Arien Juens, mede-erfgenamen van Gijsbertken Lamberts, hun moeder, bestaande uit 5 percelen,
geldt ook de somme van 625 gulden, nog 50 gulden die zij tegen elkaar weggestreept hebben,
komt de 40e penning op 15 1/2 gulden.

De 40e penning is sinds 1598 ingesteld omdat de oorlog veel geld kostte. Het is een overdrachtsbelasting op goederen, en bedraagt 1/40 deel ofwel 2,5%.

Toelichting:
-------------
De 1e partij draagt alle goederen over, behalve de genoemde.
Maar ook krijgen zij goederen overgedragen, vandaar de term erfmangeling.
Daar lijkt het 1/4 deel van de stede te Baardwijk bij te zitten, gezien de 40e penning die daarover berekend is.
Helemaal zeker weten, doe ik het niet.
De stede te Baardwijk zal te maken hebben met Hendrick Juensse: zijn weduwe woonde in Baardwijk, ten tijde van de akte van 9 juli 1626.

De 1e partij zijn de nakomelingen van Adriaen Juensse. Bij Juen en Vranck is bij de ondertekening Van den Heuvel toegevoegd aan hun naam.

De 2e partij zijn de nakomelingen van Catelijn Oerlemans en haar 2 echtgenoten.
In 1642 zijn Dielis en Jan Juensse ouder dan 25 jaar, en Jan Claes Jan Hagen is dat nog niet.
Dat betekent dat de eerste 2 geboren zijn voor 1617. Van Jan had ik al aangegeven dat die na 1622 geboren moet zijn (het vroegst mogelijke overlijden van de vader van Dielis en Jan). Dus die is dan hooguit 20 jaar.
  [bron: Besoyen Dorpsbestuur Inv. 655 f.102v/103r]
oerlmans_claes_cornelis_cornelisse__koopt_op_22_dec._1615_via_vernadering_1_lot_moer_bij_de_egmont_over__verkocht_door_zijn_vader_cornelis_cornelisse_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._182v.jpg oerlmans_claes_cornelis_cornelisse__koopt_op_23_dec._1615_via_vernadering_2_perceeltjes_moer_over__verkocht_door_zijn_broers_cornelis__jan_en_dirck_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._62_f._183r_scan_210.jpg
229 Oerlmans Claes Cornelis Cornelisse, koopt op 22 dec. 1615 via vernadering 1 lot moer bij de Egmont over, verkocht door zijn vader Cornelis Cornelisse - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v
230 Oerlmans Claes Cornelis Cornelisse, koopt op 23 dec. 1615 via vernadering 2 perceeltjes moer over, verkocht door zijn broers Cornelis, Jan en Dirck - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 183r scan 210
V. [waarschijnlijk] Claes Cornelis Cornelissen Oirlemans (afb. 229 en 230). Claes is overleden na woensdag 23 december 1615.
Verkoop:
van 02-09-1611 tot 16-09-1611     Samenvatting:
-----------------
Cornelis Cornelisse Oerlmans koopt samen Robbert Jan Lauwen, Meilis Melissen Verstegen en Jan Janssen de jonge uit Sprangh, van Vrouwe Marie van Renesse, Vrouw tot Loon een lot moerdellen genoemd de Quaertalen dellen.

Die beginnen aan het Westeneinde, naast de moeren van de Vrouwe van Loon, noordwaarts de nieuw gegraven waterlaat naast de Rechte Vaart, ten zuiden de gemene weg, en ten oosten Robbrecht Geraertsse.

Het gaat om 13 lopensaat, 25 roeden (bijna 3 hectaren). Ze mogen 30 jaar de grond steken en exploiteren.


Toelichting:
-------------
Als schepen is Cornelis Cornelisse Oerlmans aanwezig. Tegelijkertijd koopt Cornelis Cornelisse Oerlmans de moerdellen.
Is de koper de zoon, en de schepen de vader?
Aangezien dit niet te bepalen is, heb ik bij beide dit opgenomen.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. 9-9-1611.
Jeronimus Benedictus als executeur van den testamente ende uijt cracht van procuratie hem gegeven
bij Vrouwe Marie van Renesse, vrouwe tot Loon naergelaeten weduwe wijlen heeren Dircken van Immerselle en heer Engelberts van Immerselle vrijheer tot Bochoven etc. Heer Thomas de Thiemes Heer tot Hueckelum etc. ende met hem Mr. Theodore Engelkens licentiaat der rechten als mede executeurs van den voirst. testamente,
heeft in de voirst. qualiteit, wel ende wettelijck vercocht

Cornelis Cornelisse Oerlmans, Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

een lot moerdellen groot 13 luepensaet, 25 roijen, gelegen binnen der heerlich. Venloon ter plaetsen genoempt Quaertalen dellen

beginnende aan de westen eijnde naest die moeren van de vrou van Loon, noortwaerts aen den nieuwen gegravene waterlaet naest die rechte vaert, suijden den gemeijne wech ende oist Robbrecht Geraertsse.

Ende heeft het hem opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Om het voirst. lot dellen eens van den gront te stecken, te delven ende te gebruijcken den tijt van 30 jaeren van nu aen beginnende en de voirst. 30 jaeren geexpireert ende verleijndt wesende het selven lot dellen als dan wederom te verlaeten in vuegen ende manieren het selven als dan gelegen sal wesen.

Gelovende die voirn. Jeronimus Benedictus in de qualiteijt voirst. onder de verbijntenissen van des vrouwen van Loons goederen, dit opdragen ende overgeven
den voirn. Cornelis Cornelisse Oerlmans altois vast ende van waerden te houden, ende het selven lot moerdellen te vrijen ende te waeren als men moerdellen schulidch is te waeren.

Testes scabini, Cornelis Cornelisse Oerlmans ende Cornelis Dirck Franssen den 9e september 1611.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 38v d.d. (onvolledige akte, zie folio 41r)
Cornelis Cornelisse Oerlemans ende met hem Rob Jan Lauwen, Melis Melissen Verstegen ende Jan Jansse de jonge tot Sprangh,

hebben geloift individueel een voor al Jeronimus Benedictus
tot behoeff van Mevrouwe van Loon offte haeren soone Jo. Engelbert van Immerselle offte thoonder deses
de somme van negenhondert gld. en vierhalve st. te betaelen in vijff termijnen offte jaeren, elcke termijn 180 gld. 3 oirt en 2 pen. Waer aff den iersten termijn verschijen sal tot paesschen 16….


RAT. Loon op Zand. R 62 f 39r d.d. 2-9-1611. (Identiek aan folio 38r)
Dirck Jansse van Broechoven etc.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v d.d. (identiek aan folio 38v)

RAT. Loon op Zand. R 62 f 39v en f 40r d.d. 16-9-1611.

Jeronimus Benedictus als executeur etc. heefft in de voirst. qualiteijt wel ende wettelijck vercocht
Rob Geraertsse, Hendrick Anthonisse, Ariaen Petersse, Dirck Arijaensse, Gijsbert Petersse ende Jan Laureijssen
een lot moerdellen groot 13 lps. 25 roijen,
gelegen binnen de heerl. Venloon ter plaetsen genoempt Quaetaelen dellen
wesende het tweede lot moers,

dierste lot dat Cornelis Cornelisse Oerlmans metten sijnen toebehoirt, lanck oist ende west sevenensestich en een halve roijen, noorden en suijden breet tien roijen en heeft het hem opgedragen ende overgegeven etc. om het voirst. lot moerdellen etc.

Testes scabini Mr. Peter Sallen ende Cornelis Dircksse den 16e september 1611.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f 38v]
van 22-12-1615 tot 23-12-1615     Samenvatting:
----------------

Claes Cornelis Cornelisse koopt een lot moer in de Egmont over volgens het recht van vernadering,
dat zijn vader verkocht heeft aan Joost Peter Bertroms en Rob Jansse Lauwen.
Getuigen zijn Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse.

Claes Cornelis Cornelisse koopt 2 percelen moer over volgens het recht van vernadering,
dat zijn broers Cornelis, Jan en Dirck verkocht hebben aan Ariaen Jansse Lauwen en Anthonis Corsten.
Getuigen zijn Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse.


Toelichting:
------------
De naam Oerlemans is niet genoemd. De combinatie van de 3 broers zou wel heel toevallig zijn, als het niet zo was. Vandaar dat ik deze akte daarbij geplaatst heb, en Claes als broer toegevoegd heb.
Wel met een aanduiding van waarschijnlijkheid, omdat ik hem verder niet tegengekomen ben.

Er is 1 akte van 26 juli 1608 waarbij Ariaenke Claes Cornelis Cornelisse Oerlemans genoemd is, als eerdere echtgenote van Floris Hendrick Reijnen. Dat had Ariaenke Cornelis Oerlemans moeten zijn.

Zij is al voor 5 januari 1588 gestorven.

De Cornelis Cornelisse zal overeenkomstig andere akten ook Oerlemans zijn. Dat moet dan gezien de context wel zijn vader zijn, Cornelis Cornelisse Oerlemans de oude.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 62 f 182v d.d. 22-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert alsulcke lootken moers
geleghen in den Egmont

als Cornelis Cornelisse zijnen vader aen Joost Peter Bertroms ende Rob Jansse Lauwen vercocht heeft, ende heeft blijckende penningen geleet. Om etc.

Testes Cornelis Dircksse ende Dirck Jansse den 22e december 1615.

RAT. Loon op Zand. R 62 f 183r d.d.23-12-1615.
Claes Cornelis Cornelisse heeft vernaerdert
alsulcke twee parceelkens moers
als Cornelis, Jan ende Dirck sijne broeders
aen Ariaen Jansse Lauwen ende Anthonis Corsten vercocht hebben.

Ende heeft blijkende penningen geleet etc. Om etc.

Testes, Anthonis Hendricx Oerlmans ende Cornelis Cornelisse den 23e december 1615.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 182v en 183r]

Generatie 11 (stamgrootouders)

1024 Cornelis Oirlemans.
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Kinderen van Cornelis uit onbekende relatie:
I. Adriaenke Cornelis Oirlemans. Adriaenke is overleden vóór dinsdag 5 januari 1588.
Notitie bij overlijden van Adriaenke: Haar man Floris staat in 1588 als weduwnaar, hertrouwd met Magdalena.
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
Adriaenke trouwde vóór dinsdag 6 januari 1568 met Floris Henrick Reijnen. Floris is overleden vóór woensdag 20 maart 1613.
Notitie bij overlijden van Floris: Hij is nog in leven op 26 juli 1608, en is in de akte van 20 maart 1613 als wijlen genoemd.
Floris trouwde later vóór dinsdag 5 januari 1588 met Magdaleen Willem Cornelissen de Pruijser (±1548-1635).
Deling van goederen:
07-12-1635     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 67 f 56r d.d. 7-12-1635.

Wij Ghijsbert Claes Buennen ende Lambert Janssen Rommen, schepenen in Venloon, doen condt eenen ijegelijcken als dat

Jan Floren de jonge ter eenre,

ende de kinderen wijlen Geeridt Jan Geerits verweckt bij Maijken Jan Peter Faessen
ende de kinderen van Hendrick Jan Peter Faessen ter andere zijden,

met malcanderen veraccordeert zijn zijn in deser vuegen,

te weten als dat zij malcanderen nijet meer en sullen quellen en moijen oft molesteren ter causen van de goederen bij wijlen Magdaleen Willemssen ende Jan Peterssen ende Floris Hendrick Reijnen achtergelaeten,

maer bekennen zij de selve wel ende te dancke gedeijlt te hebben, ende daer aff vernueght te zijn.

Scheldende malcanderen daer aff tenemael quijt sonder eenige reserve op malcanderen meer te houden.

Vuijtgenomen 20 gld. capitaels die de voorst. Jan Floris de jonge ten behoeve der kinderen Hendrick Jan Peter Faessen voorst. sal tellen tot lichtmis ierstcomende, metten intrest zedert der doot van de voorst. Magdaleene verschenen.

Ende des toirconden ende etc. 7 december 1635.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 52r]
Testament:
van 05-01-1588 tot 20-03-1613     Inv.nr. 61, folio 52r d.d. 19-10-1609.

Wij Cornelis Dirck Franssen ende Dingenman Jansse, schepenen der heerl. Venloon dat men noempt Loon opt Sandt,
doen condt eenen iegelijcke dat wij

ten versoecke van Magdaleen Willemsdochter

gesien ende gelesen hebben seckere bezegelden brieff in parchemin geschreven met twee uithangende zegelen in groenenwasse ongecasseert mochten ge.... den selven brief beginnende:

Henrick Reijnen heeft geloift hem te geven ende te vergelden Jan Wouter Geritsse
eenen jaerlijckse ende erffelijcke chijns van 3 ca. gld. en 8 st. alle jaer tot Loon te betalen op onse liever vrouwen lichtmisavont
ende wesende gedateert int jaer ons heeren 1546 op den 20e dach van februari.

Op den rugge van welcke brieff stont geschreven van woirde tot woirde gelijck hier volgende:

Jan Jan Jansse heeft de helft van desen brieff te weten 34 stuijvers sjaers getransporteert ende overgedragen
Magdaleenen Willemsse dochter,
haer ter tochten ende haere voirkijnderen ter erven.

Welcke helfft nu Floris Hendrick Reijnen jaerlijcks uijt sijn goet vergelden moet.

Testes, Willem Cornelisse de Pruijser ende Ghelden Aert Hendricxsen, schepenen.
Actum den 5e januari 1588 en was onderteckent P. Sallen.

Welcke voirst. origneelen brieff ons bij de voirn. Magdaleen Willemsse is gehantreijct ende tot haeren versueck hebben wij dit vidimus daer van gemaeckt.
Ende des toirconden etc.
Actum den 19e october 1609.


Inv.nr. 61, folio 52r d.d. 20-3-1613.

Jan Floris Hendricxen heeft over hem genomen ende geloift naer doot van Floris Hendricx zijnen vader ende Magdaleen Willemsse sijnen stiefmoeder te betalen
aen den voirkijnderen van den voirst. Magdaleen alsulcke renthen van 34 stuijvers jaerlijcx te lossen met 25 gulden eens,

als Jan Jan Jansse getransporteert ende opgedragen heeft de voirst. Magdaleen Willemsse haer ter tochten ende haere voirkijnderen ten erven volgens den brieff hier boven geschreven.

Testes, Jan Wouters ende Cornelis Dircksse den 20e mert 1613.
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 61 f. 52r]
20-11-1607     Inv.nr. 60, folio 92r t/m 93r d.d. 20-11-1607. (beschadigd stuk)

In den naem ons Heeren .......................... bij den inhouden van desen tegenwoordigen...... van
testamente sij kennelijcken eenen iegelijcke .... in den jaere desselfs ons heeren ende salichmaecker (sestien hondert en) seven den 20e dach,

compareerden voor ons schepenen hier onder genoempt
de eersaeme en wettige bedgenoten Floris Hendrick Reijnen ende Magdalena Willem Cornelisse de Pruijsers
voortijts weduwe van Jan Peter Faessen,

beiden gesont ende welvaerende, gaende ende staende ende haer verstandt ende memorie in alles seer wel machtich wesende ende gebruijckende
als ons claerlijck scheen ende bleeck.

Bekennende de selven comparanten dat sij aenmerckende de broosheijt der menscherlijcker natuere de seeckerheijt des doots ende de onseckerheijt der uhren der selven.
Ende daeromme wel bedacht sijnde ende onbe... ende onverleijdt, deen van den anderen offte ijemanden anders, in eenige manieren soo sij seijden ende verclaerden hebben gesamenderhandt ende deene met volcomen
consent, wil ende wete des anders gemaeckt, geordineert ende gesloten, maecken, ordineren ende sluijten bij dese
hunnen testament, lesten ende uijterste wille in der forme, vuegen ende manieren ...
wederroepen, casserende, doot ende te nijet doende desen alle anderen voorgaende testamenten, codicillen ende maeckingen bij hen ofte elcke van hun besond, er eenichssints gemaeckt, bekent
ende gepasseert, willende ende begerende uijterlijcken dat dit hun testament ende uijterste wille sal stadt grijpen, van waerden gehouden worden ende effect sorteren het sij bij forme van testament,
codicille, gifte offte maeckingen die men heet ter saecke van den oft anderssins het iemandts testament ende uijterste .... geestelijcken ende wereltlijcke rechten andere ..... niet tegenstaende dat
alle en .................... solemniteiten van recht hier inne ge..... off volcomenen geobserveert offt
onderhouden ... waeren oijck nijet tegenstaende eenige stadt, stede, muncipale statuten offte landtrechten ter contrarien.

In den ierste bevelen sij testateuren huere sielen soo die uijt haere
lichamen sceijden sullen Godt Almachtich, Marie sijnder benedijder moeder ende allen den hemel geselscappen ende heure dode lichamen der gewijder aerden.

Ende hier mede komende tot de dispositie van hennen tijtelijcke goederen hen bij Godt Almachtich op deser werelt verleendt,

hebben sij testateurs gewilt ende willen mits desen dat alsulcke goet als
Magdalena testatrice voirst. haer aenbestorven is geweest van Robbrecht Arijaensse van Grevenbroeck, haeren oom,
waervoor sij testateurs heijlant tot Capel hebben gecocht,
dat het selven naer doot van de langstlevende van hun beijde sal hebben houden en besitten ten erffrechten als sijn vrij eijgen goet

Jan hunder beider naerkijndt met nog eene acker lants
aent eijnde van de straet gelegen, eertijts gecomen van Goiaert Lambertssen, die sij testateurs gecocht hebben gehadt voor het goet dat haer aengecomen is geweest van Willem Cornelisse haere testateurs vader.

En aengaende de vercregen goederen in desen houwelijck bij hun beider vercregen te weten een stuck moers in de Egmont gelegen,

hebben sij testateurs gewilt naer hunder beider doot dat hun
voirst. naerkijndt den voirschr. moer half voor aff hebben ende deijlen sal ende als dan tesamen in de voirschr. moer mede deijlen hooft voor hooft,
soo wel hun beider voirkijnder als het naerkijndt.

En indien dit voirschr. naekijndt quame te sterven sonder echte geboirte achter te laten dat alsdan de selven voirschr. naerkijndts goederen sullen comen en succederen op haer testateuren voirkijnder bij
name Henrick Jansse ende Marike sijn suster ofte hunner kijnder.

Ende ....... vlees en bloet van daer
de ..... hebben sij testateurs nae de ................... voorkijnderen gemaeckt ende gegeven .....................
behouden.
De voorkijnderen elcke ten ... metter timmerinmgen daer op staende die ..... int hun nu in tochten besittende sijn .................... als hennen universele erffgenaemen ....

Dewelcke de voirst. testateuren verclaerden te weesen hen testament, lesten ende uijterste willen.
Begerende hier aff gemaeckt ende gepasseert te hebben een offte meer instrumenten in der be...formen in oirconden van welck wij Peter Sallen ende Balthasar Ferdinandus, schepenen in Venloon
als wettige getuijgen daer toe geroepen ende gebeden onse segelen hjier aen hebben doen hanghen ten dage ende maent voirn.

Toelichting:
-------------
Als voorkinderen van Magdalena zijn genoemd Henrick en Marike. Hier had ik als voorkinderen Peter en Mayken.
Nog na te kijken hoe dit zit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 92r t/m 93r]
verdiesen_adriaen_peter__verklaart_gevangen_te_zijn_door_soldaten_van_de_stad_van_de_graaf__en_heeft_12_gulden_moeten_betalen_-_aug._1581_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._510r_scan_121.jpg
231 Verdiesen Adriaen Peter, verklaart gevangen te zijn door soldaten van de stad van de graaf, en heeft 12 gulden moeten betalen - aug. 1581 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121
II. Lijsken Cornelis Oirlemans. Lijsken is overleden vóór zaterdag 26 juli 1608.
Adres:
12-01-1610     De Efteling, Loon op Zand (De Efterlingh is het gebied genoemd in die tijd.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Deling van goederen:
12-01-1610     RAT. Loon op Zand. R 62 f 194r d.d. 12-1-1610.

Willem Arijaensse Verdiesen met het derden part,
met Ariaen Arijaensse Verdiesen sijnen broeder voor een derden

als erfgenaemen ende kijnderen van Arijaen Petersse Verdiesen ende Lijsken Cornelis Oerlmansdochtere hennen moeder,

ende Adriaen Jansse van Hemert als gecocht hebbende een derden deel van Wouter Geritsse als man ende momboir van Heijlke Arijaens Verdiesen,

hebben onderlinge met malcanderen gedaen ende gemaect eenen erffdeijlnge ende erffscheijdinge van
een stede, huijs, schuer, scob, saeilandt ende heijlandt geleghen binnen der heerlich. Venloon op de Effterlingh daer hennen
ouders lange tijt gewoont hebben.

Overmits welcke erffscheijdinge ende erffdeijlinge den voirst. Ariaen Arijaensse Verdiesen te deel ende te loote gevallen is, de
vuijt kamer.

Item de schuer met het weijveldeke daer achter met allen de grachten metten vuerhoofft rontsom, behalven den grafft aen den westense sijde.

Item alsnoch het oostense lot in den grote acker streckende tot de paelen toe. Met allen de grafften daer toe behoirende.

Item in eenen acker genaempt den Cleijnen acker gelegen affter den hoff, sall hij hebben de suijdense sij metten graft.

Ende alsnoch de oostense sijde in eenen acker genaempt den Affterschen heijacker metten grafft.

Toelichting:
------------
De akte is niet volledig. Het is de laatste uit het register.
In een akte van 10 maart 1614 is wel een verdere deling gemaakt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
Lijsken trouwde vóór dinsdag 6 januari 1568 met Adriaen Peter Verdiesen (afb. 231). Adriaen is een zoon van Peter Janssen Verdiesen en Heijlke N.N.. Adriaen is overleden vóór woensdag 4 maart 1598.
Notitie bij overlijden van Adriaen: In de akte van 4 maart 1598 staat: noordwaarts aan de kinderen van Aryaen Verdiesen, dus dan is hij zelf er niet meer. Augustus 1581 legt hij een verklaring af, dus dan is hij er nog. Op 5 juni 1584 lost hij samen met zwager Cornelis een schuld af van 1547.
Tussen 5 juni 1584 en 4 maart 1598 zal hij overleden zijn.
Adres:
12-01-1610     De Efteling, Loon op Zand (De Efterlingh is het gebied genoemd in die tijd.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Deling van goederen:
08-1581     RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, gevangen is van zeven soldaten so… binnen de voorschr. stadt van Geertruidenberch onder den zelven capiteijn Nicolai gelegen,

onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom, heeft hij moeten geven 12 car. gld.

Ook:
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)

Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde van … soldaten binnen de stadt onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen, heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r]
12-01-1610     RAT. Loon op Zand. R 62 f 194r d.d. 12-1-1610.

Willem Arijaensse Verdiesen met het derden part,
met Ariaen Arijaensse Verdiesen sijnen broeder voor een derden

als erfgenaemen ende kijnderen van Arijaen Petersse Verdiesen ende Lijsken Cornelis Oerlmansdochtere hennen moeder,

ende Adriaen Jansse van Hemert als gecocht hebbende een derden deel van Wouter Geritsse als man ende momboir van Heijlke Arijaens Verdiesen,

hebben onderlinge met malcanderen gedaen ende gemaect eenen erffdeijlnge ende erffscheijdinge van
een stede, huijs, schuer, scob, saeilandt ende heijlandt geleghen binnen der heerlich. Venloon op de Effterlingh daer hennen
ouders lange tijt gewoont hebben.

Overmits welcke erffscheijdinge ende erffdeijlinge den voirst. Ariaen Arijaensse Verdiesen te deel ende te loote gevallen is, de
vuijt kamer.

Item de schuer met het weijveldeke daer achter met allen de grachten metten vuerhoofft rontsom, behalven den grafft aen den westense sijde.

Item alsnoch het oostense lot in den grote acker streckende tot de paelen toe. Met allen de grafften daer toe behoirende.

Item in eenen acker genaempt den Cleijnen acker gelegen affter den hoff, sall hij hebben de suijdense sij metten graft.

Ende alsnoch de oostense sijde in eenen acker genaempt den Affterschen heijacker metten grafft.

Toelichting:
------------
De akte is niet volledig. Het is de laatste uit het register.
In een akte van 10 maart 1614 is wel een verdere deling gemaakt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 62 f. 194r]
Getuigenverklaring:
08-1581     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581. (zeer slechte kwaliteit, deels onleesbaar) (beperkt aangepast)

Arijaen Peeterssen Verdiesen gaende naer zijn beesten, syen (?)
gevangen is van zeven soldaten
so… binnen de voorschreven stadt van de Graef, onder den selven Capitain Semsc (?) geleghen,
onder andere geheijten Peeter Bloethoven, Frans Jonckbloet en Baldewijn van Ruermonde ende nog eene met eene ooge genaempt Mom,
heeft hij moeten geven 12 carolus gulden


RAT. Loon op Zand. R 58 f 510r d.d. augustus 1581(slecht leesbaar)
Cornelis Cornelis Oirlemans uit zijn huijse met gewelt gehaelt zijnde
van … soldaten alsd.. binnen de stadt Bryde (Hryde, .. ?) <Sint Geertruydenbergh is doorgestreept) onder capiteijn Nicolai voorschr. gelegen, sonder de selver weeten te kennen,
heeft moeten geven 60 car. gld.
Actum den, … augustus…… Meeus en Gelden.

N.B. er staan nog 2 verklaringen boven, kijken hoever ik die vertaald krijg:

Aryaen Joosten, uyt zijn huys gehaelt zijnde met gewelt,
heeft gegeven 4 daelders t stuck tot 26 stuyvers geldt,
met 2 oude Geldersche Rijders.
Behalve te coscen (?) aen tien soldaten,
binnen de stadt van den capiteijn Senscref (?) onder .raef (Graef) geleghen,
onder andere geheijten
Frans Jonckbloet van Berghe op den Zoom,
Peer Bloethont,
Claes Peeterssen van Loon,
met noch eenre,
oock eenre Claes genaempt
ende Voost (?)
met noch eene Wael
ende de andere onbekent.

Joost Claes ene Ben zijn zoon uit zijn scuere, aldaer hij cooren afgepacken hadde gehaelt sijnde,
heeft vijf soldaten binnen voorsete Geertruydenberche gelegen onder Capitain Nicolai,
moet gheeven 53 carolus gulden.
in de marge: eenre genoempt Toenis van Wijck, alias Boercen. (Boerken)


Toelichting:
------------
Ze leven midden in de oorlog.
Adriaen en Cornelis zijn beide volgens hun verklaring slachtoffer geworden van soldaten, horend bij kapitein Nicolai, gelegen binnen de stad Geertruidenberg.
Het zijn zwagers van elkaar.

Geertruidenberg is op 31 augustus 1573 door 12 watergeuzen bezet, en op 1 september trekt Willem van Oranje de stad binnen.
De dagen erna werd er ondanks een overeenkomst met het stadsbestuur toch een beeldenstorm gehouden, kloosters geplunderd, 9 geestelijken vermoord, en nonnen beroofd en mishandeld.
(Bron: wikipedia Inname_van_Geertruidenberg_(1573)
Om aan te geven hoe het er aan toe ging.

Tot april 1589 blijft de vesting in handen van de staatsen.
Dat zou betekenen, dat het staatse soldaten geweest moeten zijn.

Voor wat betreft de slachtoffers:

Cornelis Cornelis zou ook de jonge kunnen zijn, dus dan is het oom en neef.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 510r scan 121]
Schuld:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden

Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse
metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen.
Testes ut supra.


In marge bijgeschreven:

deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen.
Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.

Toelicihting:
-------------
Adriaen en Cornelis hebben de schuld overgenomen van Henrick Gerit Oirlmans.
Het zal met de bewoning van de erfenisse met timmeringe te maken hebben.
Hoe het dan bij deze 2 zwagers gekomen is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 2r en v]
van 27-03-1554 tot 06-06-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 218v d.d. 27-3-1554.

Henrick Gerit Oirlmans heeft gelooft jaerlijcks te vergelden
Claessen Peeter Adriaensse
eene jaerlijckse ende erffelijcke pacht van zes mudde rogs ofte de waerde van dien in gelden alzoo Claessen gelieven zal,
allen jaeren tot Oisterwijck te leveren
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal opten 12e dach april naestcomende over een jaer

uit ende van zijnder erffenisse metter timmeringen daerop staende in de parochie van Venloon opten Ketshoevel

metter oisten zijde neffen erffenis Peeter Geldens
metter westen zijde neffen Claes Petersse
streckende van sheerenstraete aen mijn heer van Loon alzoo hij zeede.

Ende heeft hem opgedragen ende gelooft te waren etc.

Daar waerborg voor is geworden Geridt Oirlmans.
Testes, Joist Peetersse ende Adriaen Nouwen.
Actum anno 1554 den 27e maart.

Dese erfpacht mag Henrick altijt lossen met 50 carolus guldens eens ende metten verschenen pachten ende een half jaer te voren op te zeggen.
Testes et actum ut supra.

In marge:
dese brief is geheel afgequeten ende gelost bij handen van Adriaen Petersse Verdiesen ende Cornelis Cornelis Oirlman als gelders in handen van Steven Thomassen.

Testes, Willem Cornelisse ende Gelden Aert Henricxsse.
Actum den 6e juni 1584.

Toelichting:
------------
Op 5 juni 1584 betalen zij op een andere schuld, te weten van 1547. Deze gaat over een erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 218v]
Transport:
van 12-05-1569 tot 18-05-1572     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 445r d.d. 12-5-1569.

Heijlke weduwe Peeter Janssoon Verdiesen cum tutore,

haer tochten ende rechten wegen dat sij hebbende in alsulcke erffenisse metten timmeringe daerop staende,
uitgenomen die westen caemer en oock te mogen gaen ende comen int heel huijs opt Efterlingh gelegen,

oostwaerts aen een steege ende aen Arnt Wouters met meer anderen, suijtwaerts aen de erfgenamen van Loijen Gijsbrechtsse ende anderen, westwaerts aen Gijb Jan Henricx ende meer anderen, ende
noortwaerts aen sheerenstraet ende Peter Lambertsse met meer anderen,

alsoo sij seede, heeft sij opgedragen ende overgegeven met den erffelijckheijt die sij van de voorschr. erffenisse hebbende aan

Adriaen Peetersse Verdiesen haere soon ende
Diricke Goessenszn. haere swager ende
Jenneke haerder dochter.

Ende heeft voorts op vertegen etc. Dus hebben Adriaen ende Dirick gelooft den voorgen. Heijlkens haerder moeder jaerlijcx haer leven lang gedurende ende niet langer, uit voorschr. erffenisse metter timmeringen te vergelden des lichtmis twee mudden roggen, twintig gulden ende twee lopen boeckweijts.

Ende die chijnsen met recht daer van uitgaende ende pachten, waeraff den eersten dach van betaelingen zijn zal van lichtmis over een jaer. Gelovende te waeren.
Testes, Meeus en Goessen.Actum den 12e meij 1669.


RAT. Loon op Zand. R 58 f 445r en 445v d.d. 12-5-1569.

Wij Bartolomeus Janssoon ende Goessen Henrickszn. van Bezauwen, schepenen in Venloon doen condt dat voor ons gecomen sijn

Adriaen Peetersse Verdiesen ende Dirick Goessenszn. zijne zwager

ende hebben hen bekent een erfscheiding gemaeckt te hebben van haer luijden beijder erffenisse op’t Erfterlingh gelegen.

Overmits der welcke Adriaenen metten lot gevallen is d’oude stede aldaer gelegen

oostwaerts aen een steege ende aen Arnt Wouters,
suijtwaerts aen de erfgenamen van Loij Gijsbertssen ende meer anderen, westwaerts aen Diricken voorn. en meer anderen ende
noortwaerts aen sheerenstraet ende aen Peeter Josten met meer anderen.

Nog een ackerlants oock aldaer gelegen
oostwaerts metten graft aen de steege,
suijtwaerts aen Adriaenen voorn.
westwaerts aen Diricken voorgen. en
noortwaerts aen Peeter Pauwels

alsoo dat dije voorschr. erffenisse ende deen acker lants nu ter tijt bepaelt is, alsoo sij seeden.

Ende heeft Diricken voorn. Adriaen dat lot opgedragen etc. ende gelooft te waren.
Uitgenomen dat Adriaen daer uit vergelden sal sheeren grontchijns en vijf loopen roggen onser liever vrouwen autair jaarlijcx binnen Loon.
Noch den pastoir een loopen roggen, te lossen met 32 gld.
Noch twee gld. jaerlijcx aen Diricken voorn. lossrente.
Noch Heijlken zijnder moeder een mudden roggen, een loop boeckweijt ende tien gld. jaerlijcx des lichtmis over een jaer.

Dus sal Adriaen erffenis over Dirick lot mogen wegen ende steegen ten naesten velden ende ter naesten scaeden met voorwaerden.
Actum den 12 meij 1569.

Bijgeschreven in de kantlijn:
dat oock Adriaen sijne heijningen zal maecken ende onderhouden dat Dirick onbeschadigt blijft ende metten ge… beesten neffen magf gaen ende schouwen.
Ondergeschreven: Dirick voorn. heeft bekent dat Adriaen voorn. hem die voorschr. twee gld. gelost ende aff gequeten is. Actum den 18e meij 1572.

Overmits welcker delinge Diricken Goessenszn. metten lot te deele gevallen is die nieuwe stede metter timmeringhe daerop staende oock aldaer opt Efterlinge gelegen,

oostwaerts aen erf. Adriaen voorn.
suijtwaerts aen de genoemde Adriaensse,
suijtwaerts aen gen. Adriaensse ende aen Loij Gijsberts erfgenamen, westwaerts aen de gemeijnte ende meer anderen en
noortwaerts aen Peter Lamberts ende meer anderen.

Nog eenen acker geheijten den Leegen hoff oock aldaer gelegen
oostwaerts aen erf. Adriaens voorn. suijtwaerts aen een steege,
westwaerts Gijb Wouters ende meer anderen ende
noortwaerts aen Peeter Josten ende meer anderen.

Alsoo die erffenisse ende ackerlants nu ter tijt bepaelt is alsoo sij seeden.
Ende heeft Adriaen voorn. het voorschr. lot opgedragen ende gelooft te waren etc.

Uitgenomen dat Dirck daer uit sal vergelden sheeren grontchijns.
Nog acht loopen erf roggen aen Peeterken Adriaens wed.
Nog vier geld. sjaers aen den erfgenamen van Gerret van de Wiel.
Nog Heijlke Peters Verdiesen een mud rog, een loopen boeckwijt ende thien gld ’s jaers haeren leven lang, verschenen van lichtmis naestcomende.

Met voirden te mogen wegen ende steegen ende voorts als voor.
Dat ook Dirick zijn heijninge zal maecken dat Adriaen onbeschaedigt blijft ende metten ges… beesten neffen mach stouwen ende gaen

Maer ofte gebeurde dat die geerfde westwaerts ende noortwaerts daer aen gelegen zijnde enige actie daerop pretendeerden ofte eijsten, dat heeft Dirick gelooft op sijnen costen ende alleene te weeren.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.58 f. 445r en v]
Verkoop:
26-05-1600     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 59 f 30v d.d. 26-5-1600.

Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zijn zelven ende
Cornelis Cornelisse Oerlemans
als momboir van Ariaen Ariaensse Verdiesen ende Heijlke hun suster,
daer voor sij hen fort en sterck maeckende,

hebben wettelijck ende erffelijck Peter Cornelis Hendrickse ende Jan Peters, wonende tot Tilborch,
anderhalf lps. moers metten gronden gelegen in de heerlijckheijt van Loon
een bodem van twee bunder moers
metten achtervolgens schepenenbrieven van Loon in date den 2e dach april anno 1556.

Ende hebben de voirschr. coopers ’t selven loptiens moers opgedragen ende overgegeven met affgaen ende vertijen alzoo gebruickelijck ende recht is.
Gelovende de voorschr. Willem zoen Adriaen Verdiesen voor zich selven ende Cornelis in den qualiteijt voorschr.
onder verbant van hunnen personen, goederen present ende toecomende, voorschr. loptien moers ende gront te waeren gelijck men schuldig is moer te waeren ende allen commer ende calangien aff te doen geheelijck.

Onder conditie dat de voorschr. Peeter schuldig verbonden sal wesen volgens den voorschr. brieff te wegen ende stegen als gewoonlijck is.

Actum, scabini, Willem Martens van Gilse ende Arijaen Ariaense Oerlemans, den 26e maij 1600.

Toelichting:
------------
De schepenbrief van 2 april 1556 heb ik niet teruggevonden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 30v]
III. Claesken Cornelis Oirlemans. Claesken is overleden vóór vrijdag 1 maart 1619.
Erfdeling:
01-03-1619     RAT. Loon op Zand. R 63 f 90v/91r d.d. 1-3-1619.

Alsoo naer datum van den 15e december lestleden noch anderen questien ende verschillen opgestaen ende geresen waeren

tusschen Jan Arien Hendricksse Langen
voirsoone wijlen Arien Hendricksse, bij den selven ende Claeske Cornelis dochter in echte bedde verweckt ter eenre,

ende Jan Jansse Stevens metten zijnen erfgenaemen
wijlen Huijbert Jan Wouters in iersten houwelijck met Grietken Gerit Geldens dochter gehijlict,

ende de voorschr. Grietke naederhandt in tweede houwelijck metten voirst. Ariaen Hendrick Pauwels versaemt zijne naegelaeten weduwe ter andere zijde.


Aengaende de sceijdinge ende deijlinge van seeckere
erffgoederen, te weten

een parceel hoijlandts tot Capel gelegen, ende een ackerken opt de Efterlingh, gekomen van Jan Gijben Stoop.

Soo zijn partijen doir tusschen spreecken van goede mannen onderlingen veraccordeert ende overkomen in vuegen ende manieren
hier naer beschreven.

Te weten dat de on.... erffgoederen soo in Hollandt als in Brabant gelegen sullen keeren, blijven ende toebehoiren de gene van dijen
sijde sij gekomen sijnde.

Dies sal den voirst. Jan Arijensse Langen de voirst. Jan Jansse Stevens mette sijne vuijtreijcken de somma van 220 gld. hollandts gelt te betaelen in twee termijnen,
deen helft tot paesschen iertstcomende deses jaers 1619, ende
dander helft ende lesten termijn tot paesschen 1620.

De costen gecompenseert voor ijeder ende sijne dragen sal ende hier mede alle questien ende verschillen tusschen de voirst.
partijen neder geleet, ende te nijet sullen wesen voor nu ende altois.

Noch in toecomende tijden eenige meer te moveren ofte op te
haelen in eeniger manieren.

Daer voor verbijndende de voirst. partijen reciprore deen den anderen hunnen persoonen ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Dingeman Jansse den iersten maert 1619.


In marge: Jan Jansse Stevens ende Wouter Geritsse hebben bekent van dese geloifte voldaen te zijn, Testes, Jan Wouters. Actum
den 5 meij 1620.

Item: Verder verclaeren de voirst. partijen met malcanderen getracteert ende gehandelt ende
den voirst. Jan Arijensse Langen vercocht te hebben
een parceel hoijlandts gelegen tot Capel in den Suijdenwijnt benevens het Labbegat metten jongen Jan Meeusse gelant,

daer questie ende verschil in geweest was voor de somme van 355 gld. hollants gelt, te betaelen in twee termijnen, den iersten termijn tot paesschen ierstcomende deses jaers 1619, ende de tweede ende lesten tot paesschen 1620.

Dies sal de voirst. Jan Ariens aen den voirst. cooppenningen valuderen, elcke termijn de helft van 135 gld. die Jan Jansse Stevens mette sijnen in de
bovengescreven accoirde geloift hebben, daer voor verbijndende die voirst. Jan Ariensse etc. ende stellende etc.

Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 90v/91r]
Transport:
26-07-1608     Toelichting:
-------------
In de 1e en 2e akte is sprake van 1/4 kindsdeel. Dat komt overeen met de 4 kinderen Cornelis, Adriaentke, Lijsken en Claesken.
De vader en moeder zullen overleden zijn.
De hier genoemde Cornelis Cornelis Oerlmans zal de "oude" zijn.

In de 2e akte staat niet wat Floris Hendrick Reijnen met het kindsdeel doet(hem toegekomen van zijn overleden vrouw Adriaentke).
Vreemd is dat in de akte Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans staat, met Claes ertussen.

In de 3e akte ruilen Cornelis, voor de kinderen van zijn overleden zus Lijsken, en Adriaen Hendrick Pauwels, man van zus Claeske 2 stukken land.
Adriaen krijgt het land op de Efteling, en voor de kinderen van Lijsken is het land op de Vaert. Dat laatste grenst aan eigen land van Cornelis.

Transcryptie:
--------------
Pdf
Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Cornelis Cornelisse Oerlman heeft sijn kintsgedeelte
t.w. een vierde part in een erffenis gelegen
binnen de heerlijckheijt Venloon op de Efterlingh,

oostwaerts de weduwe Mari Goessen,
suijtwaerts en westwaerts Willem Gijben Jan Vannis ende
noortwaerts ’t sHeerenstraet.

Soo het selven hem van sijn ouders aenbestorven is soo men verclaerden, heeft hij wettelijck overgedragen en overgegeven
Adriaen Hendrick Pauwels, sijnen swager, (= getrouwd met zijn zus Claesken) met afgaan ende vertijen, alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Cornelis Cornelisse Oerlman sup se et bona etc. dit opdragen ende overgeven
den voirst. Adriaen Henrick Pauwels altois vast ende van waerden te houden ende alle calangie van sijnent weghen aff te doen geheelijck.

Behoudelijck dat die voirst. Adriaen Henrick Pauwels daer uijt
sal gelden ende betaelen het ghene met recht daer souden moghen uitghaen.
Testes scabini, Jan Wouters en Dingeman Jansse den 26e julij 1608.


Inv.nr. 61, folio 5v d.d. 26-7-1608.

Floris Hendrick Reijnen als man ende momboir wijlen Ariaenke Claes Cornelisse Oerlmans, sijn kijntsgedeelte
te weeten een vierde part in een erffenis gelegen binnen de heerlijkheijt Venloon op de Efterlingh etc.

Testes, et actum ut supra.


Inv.nr. 61, folio 5v en f 6r d.d. 26-7-1608.

Compareerde Cornelis Cornelisse Oerlemans als voogd en momboir van de nagelaten weeskinderen Ariaen Petersen Verdiesen ter eenre
ende Adriaen Hendrick Pauwels ter andere sijde.

Ende verclaerden sij comparanten ten andere tijden vermangelt te hebben, seecker landt te weeten landt om landt
gelegen binnen de heerlijcheid Loon eensdeels op de Efterlingh en het anderen op de Vaert,

met welcke erfmangeling Adriaen Hendrick Pauwels is toebehorende het landt op de Efterlingh,
oostwaerts de weduwe Marij Goessens,
suijtwaerts ende westwaerts Willem Ghijben Jan Vannis ende
noortwaerts t’s Heerenstraet.

Op welk landt tot behoef des voirschr. Adriaen Hendrick Pauwels heeft die voirschr. Cornelis Cornelisse Oerlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat sij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden mogen ghaen.

Ende het landt gelegen opte Vaert aen den suijden sijde neve de Vaert oostwaerts Cornelis Cornelisse Oerlmans voirst.
suijdtwaerts ende westwaerts Robbrecht Geritse ende
noortwaerts des heeren vaert.

Is het selven toebehoirende den voirst. Cornelis Cornelis Oerlemans. Op welcke landt tot behoef des voirst. Cornelis Cornelisse Oerlmans heeft die voirst. Adriaen Henrick Pauwels wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dien gewoonlijck sijnde.

Behoudelijck dat hij hier uijt sal gelden het ghene met recht daer uijt souden moghen ghaen.
Gelovende die voirst. comparanten die voirst. Cornelis Cornelisse in qualiteijt voirst. dese mangelingen ende dit vertijen elck deen den anderen vast ende stendich te houden ende doen houden.

Alles sonder argelist.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 61 f. 5v/6r]
Verkoop:
06-01-1568     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 437r d.d. 6-1-1568 (met kleine aanpassing).

Floris Henricxsse als man ende momboir van Adriaenken Cornelisdr.
Adriaen Peetersse Verdiesen als man ende momboir van Lijsken Cornelisdr.
Claesken Cornelisdr. cum tutore (=met voogd) ende
Cornelis hen broeder absent, die sij vervangen

ende daer voor geloofde hebben verkocht aan Geeritden Geritsse Verhoeven, hen gedeelte, in een hoeve metter timmeringen daerop staende,

gelegen op de Meulenstraet bij de oude kerck,
oost en noortwaerts aen erf. Meeus Wouters ende meer anderen,
suijtwaerts aen sheeren gemeijnte,
westwaerts aen Peter Driessen.

Nog een acker oock aldaer gelegen
oostwaerts aen Wouter Claessen,
suijtwaerts aen de hei,
westwaerts aen Jan Teeuwen ende
noortwaerts aen Lijs Geerits.

Ende nog eenen acker geheijten ’t Hooge Nonven (?, of Nouven) oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen Jan van Delft,
suijtwaerts aen de gemeijnte,
westwaerts aen de Oude straet ende
noortwaerts aen Wouter Claessen, alsoo sij seeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waeren voor twee thienden ende twee stuijvers chijns.
Nog den pastoir tien loopen roggen ’s jaers.

Testes, Meeus ende Jan.

Actum den 6e januari 1568.

Geerit Geretsse Verhoeven heeft gelooft te betalen den voorgen. vercoopers 106 carolus guldens in 4 termijnen, waeraff den iersten zijn zal op Sinte Bartolomeusdach anno 1570 enz.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
------------
Er staat geen Oerlemans in de akte.
Toch is die er aan te koppelen: Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oerlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R62 van 12 januari 1610, met de verdeling tussen hun kinderen).
Floris Henricksse (Reijnen) is getrouwd met Adriaenken Cornelisdr Oirlmans (te lezen bijvoorbeeld in de akte in R61 van 26 juli 1608, hoewel daar Adriaenken Claes Cornelisdr Oerlmans staat).

Het is nog de vraag of de naam Oerlmans of een variant daarvan door hen of hun voorouders gebruikt is.
In aug. 1581 staat in ieder geval Cornelis Cornelisse Oirlemans in een schepenakte (R. 58 f.510r).
Op 3 juni 1584 Cornelis Cornelisse Oerlemans (R57 f. 2r en v, lossing op een schuld van 1547).
Verder ben ik dit nog aan het nagaan.

Daardoor kan ik zeggen:

De 4 kinderen van Cornelis Oirlemans verkopen een hoeve en 2 akkers.

Die liggen bij elkaar bij de Meulenstraat aan de oude kercke.
De oude kerk stond meer ten zuidoosten van de huidige kerk, in de buurt van het Land van Kleef.
De oude kerk was de Sint-Willibrordkerk, in gebruik tot rond 1400, en rond 1565, de periode van de akte, breken ze de laatste restanten af.
(Bron: Straet en Vaert 1992, pag. 9)

Molenstraat, Moleneind, Molengang bestaan anno 2023 en bakenen het gebied behoorlijk af.
Fragment met een kaart uit 1867 heb ik bijgevoegd. Op de kadasterkaart van 1832 is op sectie E 02 en 03 het gebied goed te zien.
De Oude straat heb ik niet terug kunnen vinden.

Er staat in de akte niet hoe ze aan deze hoeve en de 2 akkers gekomen zijn. Het is een gezamenlijke verkoop, en daarom denk ik aan een nalatenschap van vader of moeder.

Op 26 juli 1608 draagt Cornelis een kindsdeel, te weten 1/4 over aan zijn zwager Adriaen Hendrik Pauwels.
Floris, man van Adriaenken, verkoopt ook het kindsdeel, te weten 1/4.
Dan ruilt Cornelis met zwager Adriaen 2 stukken land.
Dan lijkt dit ook op een nalatenschap van vader of moeder.

De koper Geerit Geritse Verhoeven zal betalen op Sint Bartholomeusdag. Dat is de laatste zaterdag van september.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 437r scan 43]
Claesken trouwde vóór zaterdag 26 juli 1608 met Arien Hendricksse Pauwels. Arien trouwde later met Grietken Gerit (Margriet) Geldens.
Erfdeling:
01-03-1619     RAT. Loon op Zand. R 63 f 90v/91r d.d. 1-3-1619.

Alsoo naer datum van den 15e december lestleden noch anderen questien ende verschillen opgestaen ende geresen waeren

tusschen Jan Arien Hendricksse Langen
voirsoone wijlen Arien Hendricksse, bij den selven ende Claeske Cornelis dochter in echte bedde verweckt ter eenre,

ende Jan Jansse Stevens metten zijnen erfgenaemen
wijlen Huijbert Jan Wouters in iersten houwelijck met Grietken Gerit Geldens dochter gehijlict,

ende de voorschr. Grietke naederhandt in tweede houwelijck metten voirst. Ariaen Hendrick Pauwels versaemt zijne naegelaeten weduwe ter andere zijde.


Aengaende de sceijdinge ende deijlinge van seeckere
erffgoederen, te weten

een parceel hoijlandts tot Capel gelegen, ende een ackerken opt de Efterlingh, gekomen van Jan Gijben Stoop.

Soo zijn partijen doir tusschen spreecken van goede mannen onderlingen veraccordeert ende overkomen in vuegen ende manieren
hier naer beschreven.

Te weten dat de on.... erffgoederen soo in Hollandt als in Brabant gelegen sullen keeren, blijven ende toebehoiren de gene van dijen
sijde sij gekomen sijnde.

Dies sal den voirst. Jan Arijensse Langen de voirst. Jan Jansse Stevens mette sijne vuijtreijcken de somma van 220 gld. hollandts gelt te betaelen in twee termijnen,
deen helft tot paesschen iertstcomende deses jaers 1619, ende
dander helft ende lesten termijn tot paesschen 1620.

De costen gecompenseert voor ijeder ende sijne dragen sal ende hier mede alle questien ende verschillen tusschen de voirst.
partijen neder geleet, ende te nijet sullen wesen voor nu ende altois.

Noch in toecomende tijden eenige meer te moveren ofte op te
haelen in eeniger manieren.

Daer voor verbijndende de voirst. partijen reciprore deen den anderen hunnen persoonen ende goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende.

Testes, Jan Wouters ende Dingeman Jansse den iersten maert 1619.


In marge: Jan Jansse Stevens ende Wouter Geritsse hebben bekent van dese geloifte voldaen te zijn, Testes, Jan Wouters. Actum
den 5 meij 1620.

Item: Verder verclaeren de voirst. partijen met malcanderen getracteert ende gehandelt ende
den voirst. Jan Arijensse Langen vercocht te hebben
een parceel hoijlandts gelegen tot Capel in den Suijdenwijnt benevens het Labbegat metten jongen Jan Meeusse gelant,

daer questie ende verschil in geweest was voor de somme van 355 gld. hollants gelt, te betaelen in twee termijnen, den iersten termijn tot paesschen ierstcomende deses jaers 1619, ende de tweede ende lesten tot paesschen 1620.

Dies sal de voirst. Jan Ariens aen den voirst. cooppenningen valuderen, elcke termijn de helft van 135 gld. die Jan Jansse Stevens mette sijnen in de
bovengescreven accoirde geloift hebben, daer voor verbijndende die voirst. Jan Ariensse etc. ende stellende etc.

Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 90v/91r]
Transport:
15-12-1618     RAT. Loon op Zand. R 63 f 83r d.d. 15-12-1618.

Margriet Gerit Geldens dochter naegelaeten weduwe wijlen Adriaen Hendrick Pauwels,
haere tochten ende recht van tochten
weghen die sij is hebbende in de helft van den goederen die sij staende haeren tweede houwelijck
metten voirst. wijlen Ariaen Hendricxen Pauwels geconquesteert ende vercregen heeft,

te weeten het seste gedeelte van den goederen gecocht ende gekomen
van wijlen Engel Gerit Geldens, gelegen binnen der heerlich. Venloon opt de Efterlingh,

heeft sij wettelijck ende erffelijck opgedragen
ende overgegeven Jan soone Adriaen Hendrick Pauwels ende dat etc.

Gelovende etc. Testes, Jan Wouters ende Ariaen Hendrick
Vos den 15e december 1618.


RAT. Loon op Zand. R 63 f 83v d.d. 5-12-1618.

Alsoo seeckere questien ende verschillen geresen waeren tusschen

Jan Arien Hendricxen Langen ter eenre

ende Jan Jansse Stevens als man ende voicht van Digna Huijbert Jan Wouters dochter
ende Wouter Gerit Aertsse als man ende voicht van Jenneke
Huijberts voor hen selven
ende in den naem ende van weghen Lambert Anthonissen als man ende voicht van Peterken Huijberts,
ende den onmondige Joostken Jan Joosten bij wijlen Jan Joosten ende wijlen Neeltken Huijberts in echte bedde verwect,
die welcke sij vervingen ende daer voor sij hen fort ende sterck maecten ter andere sijden.

Sijnde de selven questie gesproten ter oirsaecken
van de betalingen van de crediten ende schulden wijlen Ariaen Hendrick Pauwels Wijens sterffhuijs Margriet Gerit Geldens zijnen
naegelaeten weduwe,

die voortijts in iersten houwelijck met wijlen Huijbert Jan Wouters gehoudt was geweest aengeverdt hadde.

Soo eeft dat partijen door tusschen spreecken van goede mannen onderlingen zijn veraccordeert ende overkomen in vuegen hier
naer bescreven, te weten dat de voirst. Jan Arien Hendricxen van de schulden staende den houwelijck van den voirst. Ariaen
Hendrickse ende Margriet Geritsse gemaect,
die men tegenwoirdich weet ende binnen den tijt van drij weecken maer dat nu van desen noch bevonden mochten worden,
sal betaelen het gerechte vierde paert ende de drij andere deelen die men tegenwoirdich weet ende naer datum voirst. noch meer bevonden mochten worden sullen staen ende blijven tot last van den voirst. Jan Jansse
Stevens metten zijnen, ende bij hen lieden betaelt sullen worden.

Ende een moerken liggende in den Egmont partijen in twee deelen
halff ende halff sullen deelen.

Dies is geconstitueert ende besproocken dat de voirst. Margriet Gerit Geldens tot behoeff des voirst. Jan Ariaen Hendricxsse sal
cederen ende opdragen haere tochten ende recht van tochten, de helft die sij is hebbende inne de goederen bij den voirst. wijlen
Ariaen Henrick Pauwels staende hunnen voirst. houwelijck vercregen ende geconquesteert.

Ende de voirst. Jan Ariens oick de hueren het seste paert sal genieten end ontfanghen ende de costen ten beijden zijden geresen
sullen blijven gecompenseert,

waer mede partijen en hier in de gelooven malcanderen van dese ende alle anderen questien dijen aengaende te quteren gelijck sij malcanderen quteren mits desen sonder dat deen oft dander dijen thalven eenige questien meer sal
mogen moveren, daer voor verbijndende hennen respectieve persoonen ende goederen, hebbende ende vercrijgende.

Actum in collegio van schepenen den 5e december 1618.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 83renv]
IV. Cornelis Cornelis (De oude) Oirlemans (zie 512).

Index (217 personen)

Adriana, Henrica  128,III
Adriany, Johanna  128,V
Antony, Henricus Judoci  128,IV
Basters, Maria  16,V
Basters, Maria Peeter [Schoondochter van 32]  32,III
Basters, Petrus Adrianus [Schoonzoon van 64]  32,V; 64,IV
Berchmans, Adriana Matheus Jansse (Ariaentken) (†19-09-1625) [Partner van 256]  256
Berchmans, Matheeus Janse [Schoonvader van 256]  256
Berthout, Anna Maria (*±1879, †16-05-1947) [Schoondochter van 2]  2,II
Berthout, Norbertus [Schoonvader van zoon van 2]  2,II
Bie, Aleijtken Adriaen Diercxssen de [Schoondochter van 512]  512,III
Bove, Maria Cornely Joannis  128,V
Brabers, Antonie Hubertus [Schoonvader van dochter van 2]  2,III
Brabers, Hendrik (Driekske) (*16-04-1881, †07-03-1948) [Schoonzoon van 2]  2,III
Broechoven, Andries Jan Wouter Aert van [Schoonvader van zoon van 256]  256,III
Broechoven, Johannis Gerardi de  128,II
Broechoven, Magdalena Andries Jan Wouters van (~20-11-1618, †<16-01-1671) [Schoondochter van 256]  256,III
Broeders, Maria (*±1745, †03-10-1818) [Schoonmoeder van 8]  8
Brouwers, Pietronella [Schoonmoeder van zoon van 2]  2,VI
Caters, Joannes [Getuige bij doop van partner van 16]  16
Cauwenberch, Adriaen Geeridt Cornelis [Schoonzoon van 256]  256,II; 256,III
Cauwenberchs, Maria Petri [Schoondochter van 128]  128,III
Christiani, Anthonius [Getuige bij doop van 64]  64
Clerx, Maria Arnoldi (†03-11-1624) [Schoonmoeder van zoon van 512]  512,II
Cok, Anna  16,XIII
Cokx, Adriana  16,XI
Cokx, Adrianus  16,XII; 16,XIII
Corneli, Lambertus  256,III
Cornelii, Petrus  128,V
Cornelii, Theodorus  128
Cornely, Henrica  256,II
Cuypers, Johannes Andreas  64
Dielis, Juen (Iewaen) (†<09-07-1626) [Schoonzoon van 512]  512,IV
Dingemans, Adriana [Schoonmoeder van 4]  4
Dingemans, Pieternella [Schoonmoeder van dochter van 2]  2,V
Dongen, Marie van (†22-12-1798) [Schoonmoeder van dochter van 16]  16,XI
Duppen, Godefridus van [Getuige bij doop van partner van zoon van 256]  256,III
Dutten, Godefridus van  256,II
Elia, Guilielmus  128,I
Esch, Adrianus Cornelii van [Getuige bij doop van 32]  32; 64,I; 64,II
Esch, Angelina Cornelii van [Getuige bij doop van 32]  32; 64,II; 64,IV
Esch, Anna Cornelii (Anneke) van (~30-11-1644, †<24-12-1714) [Partner van 64]  64
Esch, Cornelis Ariens van [Schoonvader van 64]  64; 128,II
Esch, Heijlwigus Cornelis (Heijltje) van [Schoondochter van 128]  128,II
Esch, Joanna Cornelii van  64,I
Freijsen, Waltera Geeret [Schoonmoeder van 16]  16
Frijsen, Catharina Geert [Getuige bij doop van partner van 16]  16
Geldens, Grietken Gerit (Margriet)  1024,III
Gorcum, Petrus Adriaensse van (~±1675) [Schoonzoon van 64]  32,VI; 64,II
Grahame, Robertus  128,III
Guilielmy, Mr.  128,IV
Haansbergen, Jacobus [Schoonzoon van 32]  16,IX; 32,VI
Haemers, Adrianus [Schoonvader van 16]  16
Hagen, Claes Jansse (†<09-07-1626) [Schoonzoon van 512]  512,IV
Hamers, Adriana  16,IX
Hamers, Adrianus Peeter (Adriaan) [Schoonvader van 32]  16; 32
Hamers, Anna  16,XII
Hamers, Anna (Anneke) (~07-02-1727, †30-12-1782) [Partner van 16]  16
Hamers, Bernardus  16,X
Hamers, Helena [Getuige bij doop van 8]  8
Hamers, Henricus  16,V
Hamers, Henricus Adriaan Peeter  32,II
Hamers, Joannes  16,VI
Hamers, Johanna Adriaan  32,III
Hamers, Maria  16,VII
Hamers, Robertus  16,III
Hamers, Wilhelma Adrianus Peeter (Willemein) (~17-12-1687, †<03-06-1761) [Partner van 32]  32
Hendrix, Engeltie [Schoonmoeder van 64]  64; 128,II
Henrici, Guilielmus  256,III
Henrici, Maria [Getuige bij doop van 64]  64
Hove, Adriaen Cornelis Diercxssen Franssen van den (†<10-02-1651) [Schoonzoon van 256]  128; 256,II
Hove, Agneesken Lenderts (Agnes) van den (~11-10-1609, †<15-03-1669) [Partner van 128]  128
Hove, Cornelis Diercxssen van den [Schoonvader van dochter van 256]  256,II
Hove, Gijsbertus van den [Schoonvader van 2]  2
Hove, Leonardus Gosuinus (Leendert, Lenaert) van den (†29-01-1630) [Schoonvader van 128]  128
Hove, Maria Cornelia van den (*26-09-1849, †16-11-1901) [Partner van 2]  2
Hozemans, Joannes  16,VII
Hultermans, Cornelis [Schoonvader van dochter van 2]  2,V
Hultermans, Cornelis (Kiske) (*1872) [Schoonzoon van 2]  2,V
Jacobi, Adrianus  128,III
Joannes, Andrea  256,III
Joannis, Joannis  256,II
Johannis, Maria  128,II
Jong, Maria de  16,VII
Judoci, Adrianus  256,III
Kennekens, Anna Joannes (*±1764, †16-01-1844) [Schoonmoeder van 4]  4
Klijn, Cornelis (*31-01-1855, †17-06-1928) [Schoonvader van 1]  1
Klijn, Petronella Johanna (*11-10-1889, †06-07-1957) [Partner van 1]  1
Koks, Anna Maria (*23-06-1823) [Partner van 4]  4
Koks, Willem [Schoonvader van 4]  4
Laarhoven, Barbara Joannes van (*02-10-1799, †17-04-1865) [Schoonmoeder van zoon van 4]  4,I
Lamberti, Johannes [Getuige bij doop van partner van 128]  128
Lamberts, Gijsbertken [Schoonmoeder van dochter van 512]  512,IV
Lier, Anna van (~20-01-1759, †11-09-1803)  32,VI
Lier, Cornelia van (~29-09-1754, †07-06-1785)  16
Lier, Cornelia Godefridi van (~01-01-1716)  32,V
Lier, Godefridus Janse (Goijert) van (~05-10-1751, †14-04-1801)  16,XIV; 32,III
Lier, Godefridus Peters (Gojert) van (~03-09-1680, []24-10-1739) [Schoonvader van dochter van 32]  32,V
Lier, Joannes van (~29-12-1755)  32,V
Lier, Joannes Goverse (Jan) van (~03-07-1718, †30-01-1778) [Schoonzoon van 32]  16,VII; 32,V
Lier, Joannes Janse (Jan) van (~07-04-1763, †19-02-1780)  32,VI
Lier, Joannes Peterse (Jan) van (~26-11-1738, †01-10-1795)  32,V
Lier, Maria van (~21-11-1740, †16-01-1741)  32,V
Lier, Wilhelma van (~23-07-1753, †24-01-1791)  16,XIV; 32,VI
Longepee, Elisabeth [Schoonmoeder van zoon van 2]  2,II
Marcelli, Johanna  256,III
Matthei, Guilelmus  128
Mols, Joanna (Jans) (*±1893) [Schoondochter van 2]  2,VI
Mols, Joannes [Schoonvader van zoon van 2]  2,VI
Musters, Louwereijs (†30-06-1774) [Schoonvader van dochter van 16]  16,XI
Musters, Rut (†26-04-1811) [Schoonzoon van 16]  16,XI
N.N., Heijlke [Schoonmoeder van dochter van 1024]  1024,II
Nieuwenhuijse, Adriana Wouters (Aerjaentje) (~13-04-1682) [Schoonmoeder van dochter van 32]  32,V
Noijens, Hendrina (Hendrien) (*06-01-1841, †22-07-1906) [Schoondochter van 4]  4,I
Noijens, Johannes (Jan) (*09-12-1794, †09-04-1860) [Schoonvader van zoon van 4]  4,I
Nouwens, Joanna  16,VI
Oerlemans (†10-12-1723) [Kind van 32]  32,I
Oerlemans, Adriana (~20-08-1764, †12-11-1819) [Dochter van 16]  16,XI; 32,III
Oerlemans, Adriana (~08-10-1802) [Dochter van 8]  8,II
Oerlemans, Adriana (*12-08-1880, †12-03-1882) [Dochter van 2]  2,I
Oerlemans, Adriana (Jaon) (*14-11-1882, †10-11-1961) [Dochter van 2]  2,III
Oerlemans, Adrianus (Adriaan) (~11-06-1715) [Zoon van 32]  16,II; 16,IV; 16,XI; 32,III; 64
Oerlemans, Agnes (Neeske) (~13-12-1728, †01-03-1793) [Dochter van 32]  16,IV; 16,X; 32,VI; 64,II; 64,II
Oerlemans, Agnes Leenders (Neeske) (~01-09-1677, †<20-02-1729) [Dochter van 64]  32,II; 32,VI; 64,II
Oerlemans, Anna (~09-08-1713, †<03-06-1761) [Dochter van 32]  32,II; 64,II
Oerlemans, Anna (~30-07-1810) [Dochter van 8]  8,V
Oerlemans, Antonius (~17-01-1761) [Zoon van 16]  16,IX; 32,VI
Oerlemans, Bernardus (~16-01-1757, †09-03-1813) [Zoon van 16]  16,VII; 32,V
Oerlemans, Cornelis Adriaan (~24-11-1751)  16; 32,VI
Oerlemans, Cornelius (~04-12-1747) [Zoon van 16]  16,II; 32,III
Oerlemans, Cornelius (~23-02-1763) [Zoon van 16]  16,X; 32,VI
Oerlemans, Cornelius Leenders (~09-08-1680, †<07-11-1736) [Nummer 32]  32
Oerlemans, Francis (Francis) (*05-01-1836, †02-06-1922) [Zoon van 4]  4,I
Oerlemans, Geerdina (†31-03-1768) [Dochter van 16]  16,I
Oerlemans, Gerdina (Bet) (*09-02-1885) [Dochter van 2]  2,V
Oerlemans, Hendrikus (Heintje) (*09-02-1846, †14-01-1909) [Nummer 2]  2
Oerlemans, Henrica Leendertse (Hendrien) (~18-10-1684, †>13-03-1751) [Dochter van 64]  64,IV; 128,II
Oerlemans, Henricus (~04-06-1755) [Zoon van 16]  16,VI
Oerlemans, Joanna (Jenneke) (~24-09-1721, †30-12-1771) [Dochter van 32]  16,III; 32,V; 64,IV
Oerlemans, Joanna (~17-01-1772) [Dochter van 16]  16,XIV
Oerlemans, Joannes Leendertse (Jan) (~21-09-1672, †<09-05-1718) [Zoon van 64]  64,I
Oerlemans, Johanna (*15-10-1888, †23-02-1890) [Dochter van 2]  2,VII
Oerlemans, Johannes Gijsbertus (Bart) (*31-01-1891, †20-07-1972) [Nummer 1]  1
Oerlemans, Johannes Martinus (*25-12-1883) [Zoon van 2]  2,IV
Oerlemans, Laurentius Leonardus (~18-03-1759, †25-03-1825) [Nummer 8]  8
Oerlemans, Leonardus (~14-08-1801, †<1804) [Zoon van 8]  8,I
Oerlemans, Leonardus (~07-09-1804, †20-01-1870) [Nummer 4]  4
Oerlemans, Leonardus (Leen) (*07-07-1881, †15-03-1951) [Zoon van 2]  2,II
Oerlemans, Leonardus Cornelis (Leendert) (~02-07-1718, †02-09-1786) [Nummer 16]  16
Oerlemans, Maria (~28-09-1749) [Dochter van 16]  16,III; 32,V
Oerlemans, Maria (~19-01-1752) [Dochter van 16]  16,V
Oerlemans, Maria (~07-04-1807) [Dochter van 8]  8,IV
Oerlemans, N.N. (levenloos *16-03-1920)  2,III
Oerlemans, Waltera (~28-01-1767) [Dochter van 16]  16,XII
Oerlemans, Waltera (~04-04-1769) [Dochter van 16]  16,XIII
Oerlemans, Wilhelma  16,II
Oerlemans, Wilhelmus (~15-09-1750) [Zoon van 16]  16,IV; 32,III; 32,VI
Oerlemans, Wilhelmus (Willeke) (*24-02-1887) [Zoon van 2]  2,VI
Oerlemans, Wouterina (*19-11-1837, †08-02-1838) [Dochter van 4]  4,II
Oirlemans, Adriaenke Cornelis (†<05-01-1588) [Dochter van 1024]  1024,I
Oirlemans, Adriaentken Jan Cornelis (†>16-03-1633) [Dochter van 256]  256,IV
Oirlemans, Agnes Heyligerus (~29-11-1667) [Getuige bij doop van 16]  16
Oirlemans, Anthonis Henrick Geeridt (Thonis) (*<03-02-1561, †03-08-1625) [Schoonvader van zoon van 512]  512,II
Oirlemans, Cathelijn Cornelis Cornelis (†<09-07-1626) [Dochter van 512]  512,IV
Oirlemans, Claes Cornelis Cornelissen (†>23-12-1615) [Zoon van 512]  512,V
Oirlemans, Claesken Cornelis (†<01-03-1619) [Dochter van 1024]  1024,III
Oirlemans, Cornelis [Nummer 1024]  1024
Oirlemans, Cornelis Cornelis (De oude) (†>26-07-1608) [Nummer 512]  512
Oirlemans, Cornelis Cornelis (De jonge) (†<22-01-1626) [Zoon van 512]  512,III
Oirlemans, Cornelis Jan (~02-09-1640) [Zoon van 128]  128,III
Oirlemans, Dierck Cornelis (†30-07-1625) [Zoon van 512]  512,II
Oirlemans, Elisabeth Jan Cornelis (Lijsbeth) (~30-09-1613) [Dochter van 256]  128; 256,II; 256,III
Oirlemans, Elisabeth Joannis Joannis (~15-05-1646, †<15-03-1669) [Dochter van 128]  128,V
Oirlemans, Heijligerus Joannes (Heijliger) (~15-11-1634) [Zoon van 128]  64,IV; 128,II
Oirlemans, Hendricxken Anthonius Hendricx (†02-09-1625) [Schoondochter van 512]  512,II
Oirlemans, Jan Cornelis Cornelis (†19-08-1625) [Nummer 256]  256
Oirlemans, Jan Jan Cornelis (†<12-03-1669) [Nummer 128]  128; 256,II
Oirlemans, Johannes Johannis (~21-04-1632) [Zoon van 128]  128,I
Oirlemans, Lenaert Jan Cornelis (Leendert) (~17-03-1619, †<16-01-1671) [Zoon van 256]  256,II; 256,III
Oirlemans, Leonardus Jansen (Leendert, Lenaert) (~07-06-1649, †<03-05-1718) [Nummer 64]  32,III; 64
Oirlemans, Lijsken Cornelis (†<26-07-1608) [Dochter van 1024]  1024,II
Oirlemans, Maria Johannis (~10-04-1643, †<15-03-1669) [Dochter van 128]  128,IV
Pauli, Henrica [Getuige bij doop van partner van 128]  128
Pauwels, Arien Hendricksse [Schoonzoon van 1024]  1024,III
Paymans, Quirinus [Getuige bij doop van 8]  8
Petri, Joanna  32,V
Petri, Maria [Getuige bij doop van partner van 32]  32
Priems, Anna (~20-12-1779, †09-05-1834) [Getuige bij doop van partner van 4]  4
Priems, Henrica (*08-06-1810, †15-01-1838) [Partner van 4]  4
Priems, Joanna Petri [Schoonmoeder van 32]  32
Priems, Waltherus Henricus (Wouter) (*17-01-1778, †17-06-1821) [Schoonvader van 4]  4
Pruijser, Magdaleen Willem Cornelissen de (*±1548, †17-01-1635)  1024,I
Quirini, Lambertus [Getuige bij doop van partner van 32]  32
Reijnen, Floris Henrick (†<20-03-1613) [Schoonzoon van 1024]  1024,I
Reinaldis, Margarita [Getuige bij doop van partner van zoon van 256]  256,III
Rijswijk, Johanna van (*08-04-1855, †08-03-1930) [Schoonmoeder van 1]  1
Robemont, Guilielmus de  256,II
Robemont, Guillaume de  64
Robemont, Mr. Guilielmo de  128,III; 128,V
Sant, Jenneke Lenaert aen ’t [Schoonmoeder van 256]  256
Snoere, Cornelia (~13-01-1748)  32,V
Snoere, Cornelia (~15-07-1763)  32,V
Snoere, Joanna (~13-04-1741)  32,V
Snoere, Joannes (~19-03-1761)  32,V
Spaandonk, Adri (Adri) van (†02-05-1786) [Schoonvader van 8]  8
Spaandonk [Spaendonk], Adriana Adrianus van (*±1773, †28-10-1813) [Partner van 8]  8
Stevens, Antonetta Johannis (Anthonisken) (†<21-03-1652) [Schoonmoeder van 128]  128
Sub, Antonius Adriani [Getuige bij doop van partner van dochter van 32]  32,V
Ven, Cornelia van der [Schoondochter van 16]  16,VII
Verdiesen, Adriaen Peter (†<04-03-1598) [Schoonzoon van 1024]  1024,II
Verdiesen, Gertrudis Guilelmi  128,I
Verdiesen, Peter Janssen [Schoonvader van dochter van 1024]  1024,II
Visschers, Maria Christiani [Getuige bij doop van partner van dochter van 32]  32,V
Vos, Adriana de [Schoonmoeder van 2]  2
Wijters, Joannes  32,V
Zacharia, Petronella [Getuige bij doop van partner van 64]  64
Zijlmans, Cornelia Johanna [Schoonmoeder van dochter van 2]  2,III
Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 20-07-2024 20:39:22 door Jac Meeren