Stamreeks van Christianus (Christ) Oerlemans

Generatie 1 (proband)

oerlemans_christianus__geboren_op_27_april_1917_om_5.00u_in_het_huis_wijk_c43__zoon_van_josephus_oerlemans__26_jaar__schoenmaker__en_anna_tielemans_-_dongen_-_geb._reg._1917_akte_68.jpg mertens_petronella_adriana__geboren_op_16_nov._1918_om_1.00u_in_huis_c_32_in_dongen__dochter_van_johanna_antonia_mertens_-_dongen_-_geb._reg._1918_akte_172.jpg mertens_petronella_adriana__inschrijving_als_dienstbode_op_4_augustus_1937__18_jaar__gasthuisst._14_bij_h.a.j._van_boxel__komend_van_de_wilhelminastraat_46_-_dongen_-_dienstbodenreg._61_bl._1259-1.jpg mertens_petronella_adriana__inschrijving_als_dienstbode_op_4_augustus_1937__18_jaar__gasthuisst._14_bij_h.a.j._van_boxel__komend_van_de_wilhelminastraat_46_-_dongen_-_dienstbodenreg._61_bl._1259-2.jpg
1 Oerlemans Christianus, geboren op 27 april 1917 om 5.00u in het huis wijk C43, zoon van Josephus Oerlemans, 26 jaar, schoenmaker, en Anna Tielemans - Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68
2 Mertens Petronella Adriana, geboren op 16 nov. 1918 om 1.00u in huis C 32 in Dongen, dochter van Johanna Antonia Mertens - Dongen - Geb. reg. 1918 akte 172
3 Mertens Petronella Adriana, inschrijving als dienstbode op 4 augustus 1937, 18 jaar, Gasthuisst. 14 bij H.A.J. van Boxel, komend van de Wilhelminastraat 46 - Dongen - Dienstbodenreg. 61 Bl. 1259-1
4 Mertens Petronella Adriana, inschrijving als dienstbode op 4 augustus 1937, 18 jaar, Gasthuisst. 14 bij H.A.J. van Boxel, komend van de Wilhelminastraat 46 - Dongen - Dienstbodenreg. 61 Bl. 1259-2
1 Christianus (Christ) Oerlemans (afb. 1), geboren op vrijdag 27 april 1917 om 05:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]. Christ is overleden.
Adressen:
27-04-1917     Wijk C 43, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]
vanaf 27-04-1917     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 40]
vanaf 1920     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
Getuige bij:
08-06-1953     overlijdensaangifte Josephus Oerlemans (1890-1953) [zie 2]    [zoon]   [bron: Dongen - Overl. reg. 1953 akte 65]
Christ trouwde met Petronella Adriana (Nel) Mertens (afb. 2 t/m 4). Nel is geboren op zaterdag 16 november 1918 in Dongen, dochter van Johanna Antonia Mertens. Nel is overleden op vrijdag 21 april 1967 om 11:45 in Dongen, 48 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1967 akte 22].
Beroep:
vanaf 04-08-1937     Dienstbode (Ze kwam van de Wilhelminastraat 46, wonend bij K.J. van Gorkum (bij haar stiefvader, haar moeder, halfbroers en halfzussen), en ging wonen Gasthuisstraat 14, als dienstbode bij H.A.J. van Boxel.)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 Inv 56 Bl. 862-2, en Dongen - Dienstbodenreg. 61 Bl. 1259]

Generatie 2 (ouders)

oerlemans_josephus__geboren_op_6_aug._1890_om_0.10u_in_bergen_nr._131__zoon_van_hendrikus_oerlemans__26_jaar__schoenmaker__en_johanna_cath._hoppenbrouwers_-_dongen_-_geb._reg._1890_akte_101.jpg oerlemans_josephus__25_jaar__schoenmaker__geb._en_w._dongen__en_anna_tielemans__22_jaar__geb._en_w._oosterhout__trouwen_op_9_september_1915_-_oosterhout_-_huw._reg._1915_akte_47_-_1_.jpg oerlemans_josephus__25_jaar__schoenmaker__geb._en_w._dongen__en_anna_tielemans__22_jaar__geb._en_w._oosterhout__trouwen_op_9_september_1915_-_oosterhout_-_huw._reg._1915_akte_47_-_2.jpg oerlemans_josephus__schoenmaker__en_anna_tielemans_wonen_met_hun_2_zoons_en_6_dochters__en_kostgangers_in_klein_dongen_57b__vaart_135__131_-_dongen_-_gezinskaarten_1920-1940_inv._57_bl_1821_-_1.jpg oerlemans_josephus__schoenmaker__en_anna_tielemans_wonen_met_hun_2_dochters_en_zoons__en_zijn_broer_nicolaas_in_bergen_c43__tramstraat_23_-_dongen_-_bev._reg._1910-1920_wijk_c_inv._50_bl._50.jpg oerlemans_josephus__schoenmaker__en_anna_tielemans_wonen_met_hun_2_zoons_en_6_dochters__en_kostgangers_in_klein_dongen_57b__vaart_135__131_-_dongen_-_gezinskaarten_1920-1940_inv._57_bl_1821_-_2.jpg
5 Oerlemans Josephus, geboren op 6 aug. 1890 om 0.10u in Bergen nr. 131, zoon van Hendrikus Oerlemans, 26 jaar, schoenmaker, en Johanna Cath. Hoppenbrouwers - Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101
6 Oerlemans Josephus, 25 jaar, schoenmaker, geb. en w. Dongen, en Anna Tielemans, 22 jaar, geb. en w. Oosterhout, trouwen op 9 september 1915 - Oosterhout - Huw. reg. 1915 akte 47 - 1
7 Oerlemans Josephus, 25 jaar, schoenmaker, geb. en w. Dongen, en Anna Tielemans, 22 jaar, geb. en w. Oosterhout, trouwen op 9 september 1915 - Oosterhout - Huw. reg. 1915 akte 47 - 2
8 Oerlemans Josephus, schoenmaker, en Anna Tielemans wonen met hun 2 zoons en 6 dochters, en kostgangers in Klein Dongen 57b, Vaart 135, 131 - Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821 - 1
9 Oerlemans Josephus, schoenmaker, en Anna Tielemans wonen met hun 2 dochters en zoons, en zijn broer Nicolaas in Bergen C43, Tramstraat 23 - Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 50
10 Oerlemans Josephus, schoenmaker, en Anna Tielemans wonen met hun 2 zoons en 6 dochters, en kostgangers in Klein Dongen 57b, Vaart 135, 131 - Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821 - 2
oerlemans_josephus__62_jaar_is_overleden_op_6_juni_1953_om_00.10u__echtg._van_anna_tielemans__aangifte_door_zoon_christianus__36_jaar__schoenmaker_-_dongen_-_overl._reg._1953_akte_65.jpg
11 Oerlemans Josephus, 62 jaar is overleden op 6 juni 1953 om 00.10u, echtg. van Anna Tielemans, aangifte door zoon Christianus, 36 jaar, schoenmaker - Dongen - Overl. reg. 1953 akte 65
2 Josephus Oerlemans (afb. 5 t/m 11), geboren op woensdag 6 augustus 1890 om 06:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101]. Josephus is overleden op zaterdag 6 juni 1953 om 00:10 in Dongen, 62 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1953 akte 65]. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 8 juni 1953 [bron: Dongen - Overl. reg. 1953 akte 65]. Bij de overlijdensaangifte van Josephus was de volgende getuige aanwezig: Christ Oerlemans (geb. 1917) [zie 1] [zoon].
Adressen:
06-08-1890     Bergen 131, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101]
van 1910 tot 09-09-1915     Vennen C220, Dongen (Later: Heivelden C315b
Later: Kanaalstraat

Het zou ook kunnen dat C315b hoort bij Kanaalstraat.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
vanaf 09-09-1915     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 40]
27-04-1917     Wijk C 43, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]
vanaf 1920     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
Beroepen:
vanaf 1910     Schoenmaker   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
09-09-1915     Schoenmaker   [bron: Oosterhout - Huw. reg. 1915 akte 47]
van 27-04-1917 tot 27-01-1917     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]
Getuige bij:
overlijdensaangifte Hendrikus Oerlemans (1864-1911) [zie 4]    [zoon]
Josephus trouwde, 25 jaar oud, op donderdag 9 september 1915 in Oosterhout [bron: Oosterhout - Huw. reg. 1915 akte 47] met Anna Tielemans, 22 jaar oud. Anna is geboren op zaterdag 15 april 1893 in Oosterhout, dochter van Christiaan Tielemans en Pietronella van Tilburg. Anna is overleden op maandag 11 november 1963 in Tilburg, 70 jaar oud. Anna trouwde later met Wilhelmus Theuns (±1885-1965).
Adressen:
vanaf 09-09-1915     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 50]
27-04-1917     Wijk C 43, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]
vanaf 1920     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
Kinderen van Josephus en Anna:
I. Johanna Oerlemans, geboren op maandag 21 februari 1916 om 10:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1916 akte 31]. Van de geboorte is aangifte gedaan op dinsdag 22 februari 1916 [bron: Dongen - Geb. reg. 1917 akte 68]. Johanna is overleden.
Adressen:
vanaf 21-02-1916     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
vanaf 1920     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
II. Christianus (Christ) Oerlemans, geboren op vrijdag 27 april 1917 in Dongen (zie 1).
III. Henrica Oerlemans, geboren op zondag 12 december 1920 om 02:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1923 akte 223]. Van de geboorte is aangifte gedaan op maandag 13 december 1920 [bron: Dongen - Geb. reg. 1923 akte 223]. Henrica is overleden.
Adressen:
vanaf 12-12-1920     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 40]
vanaf 12-12-1920     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
IV. Petronella Oerlemans, geboren op zaterdag 4 augustus 1923 in Dongen.
Adressen:
vanaf 09-09-1915     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 50]
vanaf 04-08-1923     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]
V. Adriana Oerlemans, geboren op donderdag 13 november 1924 in Dongen.
Adressen:
vanaf 09-09-1915     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 50]
vanaf 13-11-1924     Klein Dongen 57b, Dongen (Later Vaart 135, 131)   [bron: Dongen - Gezinskaarten 1920-1940 inv. 57 Bl 1821]

Generatie 3 (grootouders)

oerlemans_hendrikus__geboren_op_22_januari_1864_om_11.00u_op__t_eind_nr._119__zoon_van_leonardus_oerlemans__39_jr__arbeider__en_nicolasina_van_dijk_-_dongen_-_geb._reg._1864_akte_3.jpg oerlemans_hendrikus__23_jr__schoenmaker__geb._en_w._dongen__en_johanna_cath._hoppenbrouwers__20_jr__geb._baarle-nassau__w._rijen_-_dongen_-_huw._reg._1887_akte_21_-1.jpg oerlemans_hendrikus__23_jr__schoenmaker__geb._en_w._dongen__en_johanna_cath._hoppenbrouwers__20_jr__geb._baarle-nassau__w._rijen_-_dongen_-_huw._reg._1887_akte_21_-2.jpg oerlemans_hendrikus_schoenmaker__en_anna_cath._hoppenbrouwers_wonen_met_hun_kinderen_bergen_c131_-_dongen_-_bev._reg._1890-1899_inv._29_bl._131.jpg oerlemans_hendrikus_schoenmaker__en_anna_cath._hoppenbrouwers_wonen_met_hun_zoons_vennen_c_172__220_-_dongen_-_bev._reg._1900-1909_inv._40_bl._14.jpg oerlemans_hendrikus__schoenmaker__en_johanna_cath._hoppenbrouwers_wonen_met_3_zoons_in_vennen_c220__heivelden_c315b__kanaalstraat_-_dongen_-_bev._reg._1910-1920_wijk_c_inv._50_bl._210.jpg
12 Oerlemans Hendrikus, geboren op 22 januari 1864 om 11.00u op ’t Eind nr. 119, zoon van Leonardus Oerlemans, 39 jr, arbeider, en Nicolasina van Dijk - Dongen - Geb. reg. 1864 akte 3
13 Oerlemans Hendrikus, 23 jr, schoenmaker, geb. en w. Dongen, en Johanna Cath. Hoppenbrouwers, 20 jr, geb. Baarle-Nassau, w. Rijen - Dongen - Huw. reg. 1887 akte 21 -1
14 Oerlemans Hendrikus, 23 jr, schoenmaker, geb. en w. Dongen, en Johanna Cath. Hoppenbrouwers, 20 jr, geb. Baarle-Nassau, w. Rijen - Dongen - Huw. reg. 1887 akte 21 -2
15 Oerlemans Hendrikus schoenmaker, en Anna Cath. Hoppenbrouwers wonen met hun kinderen Bergen C131 - Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131
16 Oerlemans Hendrikus schoenmaker, en Anna Cath. Hoppenbrouwers wonen met hun zoons Vennen C 172, 220 - Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 40 Bl. 14
17 Oerlemans Hendrikus, schoenmaker, en Johanna Cath. Hoppenbrouwers wonen met 3 zoons in Vennen C220, Heivelden C315b, Kanaalstraat - Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210
oerlemans_hendrikus__schoenmaker__echtgenoot_van_johanna_cath._hoppenbrouwers__47_jaar__schoenmaker__is_overleden_op_8_dec._1911_om_9.00u_-__dongen_-_overl._reg._1911_akte_148.jpg hoppenbrouwers_johanna_catharina__63_jaar__weduwe_van_hendrikus_oerlemans__is_overleden_op_4_jan._1931_om_4.00u_-_rotterdam_stadsarchief_-_overl._reg._1931_akte_119__pag._a011.jpg
18 Oerlemans Hendrikus, schoenmaker, echtgenoot van Johanna Cath. Hoppenbrouwers, 47 jaar, schoenmaker, is overleden op 8 dec. 1911 om 9.00u - Dongen - Overl. reg. 1911 akte 148
19 Hoppenbrouwers Johanna Catharina, 63 jaar, weduwe van Hendrikus Oerlemans, is overleden op 4 jan. 1931 om 4.00u - Rotterdam Stadsarchief - Overl. reg. 1931 akte 119, pag. a011
4 Hendrikus Oerlemans (afb. 12 t/m 18), geboren op vrijdag 22 januari 1864 om 11:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1864 akte 3]. Hendrikus is overleden op vrijdag 8 december 1911 in Dongen, 47 jaar oud [bron: Oosterhout - Huw. reg. 1915 akte 47; Dongen - Overl. reg. 1911 akte 148]. Bij de overlijdensaangifte van Hendrikus was de volgende getuige aanwezig: Josephus Oerlemans (1890-1953) [zie 2] [zoon].
Adressen:
22-01-1864     Eind 119, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1864 akte 3]
van 1890 tot 1899     Bergen C131, Dongen   [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]
06-08-1890     Bergen 131, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101]
van 1900 tot 1909     Vennen 172, Dongen (Later nr 220)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 40 Bl. 14]
van 1910 tot 08-12-1911     Vennen C220, Dongen (Later: Heivelden C315b
Later: Kanaalstraat

Het zou ook kunnen dat C315b hoort bij Kanaalstraat.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
Beroepen:
06-08-1890     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101]
vanaf 1910     Schoenmaker   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
Hendrikus trouwde, 23 jaar oud, op donderdag 20 oktober 1887 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1887 akte 21] met Johanna Catharina Hoppenbrouwers (afb. 19), 20 jaar oud. Johanna is geboren op dinsdag 18 juni 1867 in Baarle-Nassau, dochter van Josephus Hoppenbrouwers en Anna Maria Smekens.
Notitie bij de geboorte van Johanna: Mogelijk Ulicoten (Dongen Bev. reg. 1890-1910 Inv. 28 Bl. 134)
Johanna is overleden op zondag 4 januari 1931 om 04:00 in Rotterdam, 63 jaar oud [bron: Rotterdam Stadsarchief - Overl. reg. 1931 akte 119, pag. a011]. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 6 januari 1931 [bron: Rotterdam Stadsarchief - Overl. reg. 1931 akte 119, pag. a011].
Adressen:
van 1890 tot 1899     Bergen C131, Dongen   [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]
06-08-1890     Bergen 131, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1890 akte 101]
van 1900 tot 1909     Vennen 172, Dongen (Later nr 220)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 40 Bl. 14]
van 1910 tot 17-10-1919     Vennen C220, Dongen (Later: Heivelden C315b
Later: Kanaalstraat

Het zou ook kunnen dat C315b hoort bij Kanaalstraat.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
vanaf 17-10-1919     Rotterdam (Moeder Johanna, 52 jaar, vertrekt samen met zoon Nicolaas, 13 jaar, naar Rotterdam)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
Kinderen van Hendrikus en Johanna:
I. Josephus Oerlemans, geboren op woensdag 6 augustus 1890 in Dongen (zie 2).
II. Cecilia Oerlemans, geboren op zondag 24 mei 1891 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Cecilia is overleden op dinsdag 26 januari 1892 in Dongen, 8 maanden oud.
III. Leonardus Oerlemans, geboren op zondag 19 juni 1892 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131].
IV. Jan Oerlemans, geboren op maandag 5 februari 1894 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Jan is overleden op zaterdag 17 maart 1951 om 18:00 in Dongen, 57 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1951 akte 29]. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 19 maart 1951 [bron: Dongen - Overl. reg. 1951 akte 29].
Adressen:
van 1910 tot 08-12-1911     Vennen C220, Dongen (Later: Heivelden C315b
Later: Kanaalstraat

Het zou ook kunnen dat C315b hoort bij Kanaalstraat.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
vanaf 07-10-1918     Leeuwarden (Jan, 24 jaar, schoenmaker, vertrekt naar Leeuwarden)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
Beroepen:
vanaf 1910     Schoenmaker   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
17-03-1951     Schoenmaker   [bron: Dongen - Overl. reg. 1951 akte 29]
Jan:
(1) trouwde met Aafke Hollevoet.
(2) trouwde met Maria Catharina Theeuwes.
V. Maria Oerlemans, geboren op maandag 29 april 1895 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Maria is overleden op zondag 27 oktober 1895 in Dongen, 5 maanden oud.
VI. Antonius Oerlemans, geboren op dinsdag 1 juni 1897 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Antonius is overleden op dinsdag 1 februari 1898 in Dongen, 8 maanden oud.
VII. Cornelis Oerlemans, geboren op zaterdag 28 mei 1898 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Cornelis is overleden in juni 1898 in Dongen, 1 maand oud.
VIII. Marinus Oerlemans, geboren op dinsdag 18 april 1899 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1890-1899 Inv. 29 Bl. 131]. Marinus is overleden op woensdag 25 oktober 1899 in Dongen, 6 maanden oud.
IX. Nicolaas Oerlemans, geboren op woensdag 24 april 1901 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 40 Bl. 14]. Nicolaas is overleden op zaterdag 11 mei 1901 om 03:00 in Dongen, 17 dagen oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1901 akte 53].
X. Nicolaas Oerlemans, geboren op zondag 4 maart 1906 in Dongen [bron: Dongen - Bev. reg. 1900-1909 Inv. 40 Bl. 14]. Nicolaas is overleden.
Adressen:
van 1910 tot 08-12-1911     Vennen C220, Dongen (Later: Heivelden C315b
Later: Kanaalstraat

Het zou ook kunnen dat C315b hoort bij Kanaalstraat.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210]
van 17-10-1919 tot 10-02-1920     Rotterdam (Moeder Johanna, 52 jaar, vertrekt samen met zoon Nicolaas, 13 jaar, naar Rotterdam)   [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 210 en 50]
vanaf 10-09-1920     Bergen C43, Dongen (Later Tramstraat 23.
Nicolaas komt van Rotterdam. Hij heeft er 5 maanden gewoond. Als hij bij zijn broer en gezin gaat inwonen, is hij 14 jaar.)
  [bron: Dongen - Bev. reg. 1910-1920 Wijk C Inv. 50 Bl. 50]

Generatie 4 (overgrootouders)

8 Leonardus Oerlemans, geboren op zondag 23 juni 1822 in Tilburg [bron: Tilburg - Geb. reg. 1822 akte 194]. Leonardus is overleden op donderdag 24 maart 1892 in Dongen, 69 jaar oud.
Adressen:
23-06-1822     Oostheijkant nr. 862, Tilburg   [bron: Tilburg - Geb. reg. 1822 akte 194]
22-01-1864     Eind 119, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1864 akte 3]
16-11-1882     Dongen   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
Beroepen:
28-01-1851     Arbeider   [bron: Dongen - Geb. reg. 1851 akte 3]
16-11-1882     Arbeider   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
Leonardus:
(1) trouwde, 23 jaar oud, op donderdag 30 april 1846 in Oosterhout [bron: Oosterhout - Huw. reg. 1846 akte 15] met Anna van Kuijk, 23 jaar oud. Anna is geboren op zaterdag 4 mei 1822 om 10:00 in Dongen [bron: Dongen - Geb. reg. 1822 akte 8v], dochter van Nicolaas van Kuijk en Anna Maria van Dongen. Anna is overleden op zondag 9 april 1848 in Dongen, 25 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1848 akte 44].
Notitie bij overlijden van Anna: Bij haar overlijden Johanna Maria genoemd.
(2) trouwde, 26 jaar oud, op vrijdag 18 mei 1849 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1849 akte 14] met Nicolasina van Dijk, 20 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Leonardus en Nicolasina: Bij de doop van Cornelis is hij Bernardus genoemd.
Nicolasina is geboren op woensdag 14 januari 1829 in Dongen, dochter van Antonie van Dijk en Anna Schoonens. Nicolasina is overleden op dinsdag 30 juni 1885 in Dongen, 56 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1885 akte 56].
Adressen:
22-01-1864     Eind 119, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1864 akte 3]
16-11-1882     Dongen   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
Kinderen van Leonardus en Nicolasina:
I. Cornelis Oerlemans, geboren op dinsdag 28 januari 1851 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1893 akte 20; Dongen - Geb. reg. 1851 akte 3]. Cornelis is overleden op zondag 18 april 1915 in Dongen, 64 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1915 akte 65].
Beroepen:
29-04-1875     Schoenmaker   [bron: Dongen - Huw. reg. 1893 akte 20]
18-04-1915     Schoenmaker   [bron: Dongen - Overl. reg. 1915 akte 65]
Cornelis:
(1) trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 29 april 1875 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1875 akte 10] met Maria Maas, 26 jaar oud. Maria is geboren op zondag 29 oktober 1848 in Oosterhout [bron: Dongen - Huw. reg. 1875 akte 10], dochter van Johannes Maas en Maria Hermans. Maria is overleden op dinsdag 16 februari 1886 in Dongen, 37 jaar oud.
(2) trouwde, 42 jaar oud, op vrijdag 30 juni 1893 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1893 akte 20] met Adriana Verbunt, 42 jaar oud. Adriana is geboren op zondag 15 juni 1851 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1874 akte 23], dochter van Theodorus Verbunt en Petronella Timmermans. Adriana is overleden op woensdag 21 juli 1915 in Dongen, 64 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. akte 108]. Bij de overlijdensaangifte van Adriana was de volgende getuige aanwezig: Adrianus in ’t Groen (1879-1947) [zoon]. Adriana is weduwe van Francis in ’t Groen (1851-1888), met wie zij trouwde op donderdag 8 oktober 1874 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1874 akte 23].
Adressen:
23-05-1879     Bergen 87, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1879 akte 52]
09-04-1882     Bergen 87, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1882 akte 45]
10-05-1884     Bergen 87, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg. 1884 akte 52]
oerlemans_antonius__25_jr__schoenmaker__geb._dongen__en_wouterina_marcelissen__24_jr__geb._oosterhout__beide_w._in_dongen_trouwen_op_donderdag_16_nov._1882_-_dongen_-_huw._reg._1882_akte_26_-1.jpg oerlemans_antonius__25_jr__schoenmaker__geb._dongen__en_wouterina_marcelissen__24_jr__geb._oosterhout__beide_w._in_dongen_trouwen_op_donderdag_16_nov._1882_-_dongen_-_huw._reg._1882_akte_26_-2.jpg oerlemans_antonius__schoenmaker__en_wouterina_marcelissen_wonen_met_hun_2_zoons_wijk_c_bergen_huisnummer_57_-_dongen_-_bev._reg._1880-1889_inv._21_blad_276.jpg oerlemans_antonus__32_jaar__schoenmaker__echtgenoot_van_wouterina_marcelissen__is_overleden_op_31_mei_1889_om_15.00u_-_dongen_-_overl._reg._1889_akte_44.jpg
20 Oerlemans Antonius, 25 jr, schoenmaker, geb. Dongen, en Wouterina Marcelissen, 24 jr, geb. Oosterhout, beide w. in Dongen trouwen op donderdag 16 nov. 1882 - Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26 -1
21 Oerlemans Antonius, 25 jr, schoenmaker, geb. Dongen, en Wouterina Marcelissen, 24 jr, geb. Oosterhout, beide w. in Dongen trouwen op donderdag 16 nov. 1882 - Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26 -2
22 Oerlemans Antonius, schoenmaker, en Wouterina Marcelissen wonen met hun 2 zoons Wijk C Bergen huisnummer 57 - Dongen - Bev. reg. 1880-1889 Inv. 21 Blad 276
23 Oerlemans Antonus, 32 jaar, schoenmaker, echtgenoot van Wouterina Marcelissen, is overleden op 31 mei 1889 om 15.00u - Dongen - Overl. reg. 1889 akte 44
II. Antonius Oerlemans (afb. 20 t/m 23), geboren op vrijdag 3 april 1857 in Dongen. Antonius is overleden op vrijdag 31 mei 1889 om 15:00 in Dongen, 32 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1889 akte 44].
Notitie bij overlijden van Antonius: Een dag later overlijdt ook hun oudse kind Leonardus, 4 jaar oud.
Adressen:
van 1880 tot 1889     Wijk C - Bergen huisnr 57, Dongen   [bron: Dongen - Bev. reg. 1880-1889 Inv. 21 Blad 276]
16-11-1882     Dongen   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
06-06-1884     Bergen 57, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1884 akte 64]
15-06-1885     Bergen 57, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1885 akte 61]
12-04-1887     Bergen nr. 80, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1887 akte 45]
06-11-1888     Bergen nr. 80, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1888 akte 131]
Beroepen:
16-11-1882     Schoenmaker   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
06-06-1884     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg 1884 akte 64]
15-06-1885     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg 1885 akte 61]
12-04-1887     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg 1887 akte 45]
06-11-1888     Schoenmaker   [bron: Dongen - Geb. reg 1888 akte 131]
Antonius trouwde, 25 jaar oud, op donderdag 16 november 1882 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26] met Wouterina Marcelissen, 23 jaar oud. Wouterina is geboren op donderdag 1 september 1859 in Oosterhout, dochter van Arnoldus Marcelissen en Adriana van den Bleek. Wouterina is overleden op maandag 11 maart 1929 om 12:00 in Dongen, 69 jaar oud [bron: Dongen - Overl. reg. 1929 akte 35]. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 12 maart 1929 [bron: Dongen - Overl. reg. 1929 akte 35]. Wouterina trouwde later op donderdag 15 september 1892 in Dongen [bron: Dongen - Huw. reg. 1892 akte 26] met Adriaan Cornelis Peeters (1858-1940).
Adressen:
van 1880 tot 1889     Wijk C - Bergen huisnr 57, Dongen   [bron: Dongen - Bev. reg. 1880-1889 Inv. 21 Blad 276]
16-11-1882     Dongen   [bron: Dongen - Huw. reg. 1882 Akte 26]
06-06-1884     Bergen 57, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1884 akte 64]
15-06-1885     Bergen 57, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1885 akte 61]
12-04-1887     Bergen nr. 80, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1887 akte 45]
06-11-1888     Bergen nr. 80, Dongen   [bron: Dongen - Geb. reg 1888 akte 131]
26-04-1917     Dongen   [bron: Dongen - Huw. reg. 1917 akte 11]
III. Hendrikus Oerlemans, geboren op vrijdag 22 januari 1864 in Dongen (zie 4).

Generatie 5 (betovergrootouders)

16 Joannes Oerlemans. Hij is gedoopt op zaterdag 20 februari 1790 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 164]. Bij de doop van Joannes waren de volgende getuigen aanwezig: Joanna Maria van der Ven en Hijliger Oerlemans (1751-1806) [zie 64,VIII] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Joannes: Heijligerus is waarschijnlijk de broer, die Henricus gedoopt is.
Joannes is overleden op woensdag 20 januari 1875 in Tilburg, 84 jaar oud [bron: Tilburg - Overl. reg. 1875 akte 29].
Adres:
23-06-1822     Oostheijkant nr. 862, Tilburg   [bron: Tilburg - Geb. reg. 1822 akte 194]
Beroepen:
23-10-1814     Dagloner   [bron: Udenhout - Huw. reg. 1814 akte 15]
23-06-1822     Arbeider   [bron: Tilburg - Geb. reg. 1822 akte 194]
Joannes:
(1) trouwde, 24 jaar oud, op zondag 23 oktober 1814 in Udenhout [bron: Udenhout - Huw. reg. 1814 akte 15] met Cornelia Francis van Roij, 23 jaar oud. Cornelia is een dochter van Francis van Roij en Cornelia Lommers. Zij is gedoopt op dinsdag 8 februari 1791 in Udenhout.
Adres:
23-06-1822     Oostheijkant nr. 862, Tilburg   [bron: Tilburg - Geb. reg. 1822 akte 194]
(2) trouwde, 68 jaar oud, op donderdag 23 september 1858 in Tilburg [bron: Tilburg - Huw. reg. 1858 akte 100] met Henrica Pijnenburg, 42 jaar oud. Henrica is geboren op donderdag 11 april 1816 in Haaren, dochter van Joannes Antonie Pijnenburg en Maria van den Broek.
Kinderen van Joannes en Cornelia:
I. Johanna Oerlemans, geboren op vrijdag 15 september 1815 om 04:00 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Geb. reg. 1815 akte 23].
II. Peter Oerlemans, geboren op maandag 18 mei 1818 in Udenhout [bron: Udenhout - Geb. reg. 1818 akte 14]. Peter is overleden op zondag 30 mei 1886 in Tilburg, 68 jaar oud [bron: Tlburg - Overl. reg. 1886 akte 318]. Peter:
(1) trouwde met Wilhelmina Mutsers.
(2) trouwde met Wilhelmina Spijkers.
III. Leonardus Oerlemans, geboren op zondag 23 juni 1822 in Tilburg (zie 8).
IV. Cornelis Oerlemans, geboren op woensdag 12 augustus 1829 in Udenhout [bron: Udenhout - Geb. reg. 1829 akte 33].
Notitie bij de geboorte van Cornelis: De moeder is Cornelia van Roij genoemd.
Cornelis is overleden op maandag 11 november 1844 om 17:00 in Moergestel, 15 jaar oud [bron: Moergestel - Overl. reg. 1844 akte 28].
Beroep:
11-11-1844     Boerenknecht   [bron: Moergestel - Overl. reg. 1844 akte 28]

Generatie 6 (oudouders)

oerlemans_joannes_henrici__en_ven_helena_van_de__trouwen_voor_de_rk_kerk_op_20_mei_1787_-_helvoirt_-_rk_trouwen_inv._22_blad_24l03.jpg
24 Oerlemans Joannes Henrici, en Ven Helena van de, trouwen voor de RK kerk op 20 mei 1787 - Helvoirt - RK Trouwen Inv. 22 Blad 24L03
32 Joannes Henricus Cornelis (Jan) Oerlemans (afb. 24). Hij is gedoopt op zaterdag 12 maart 1763 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 15]. Bij de doop van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelma van Broeckhoven en Wilhelmus Weijters. Jan is overleden op zondag 11 maart 1798 in Loon op Zand, 34 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 17 Kerkerecht op het begraven f. 89v]. Jan trouwde, 24 jaar oud, op zondag 20 mei 1787 in Helvoirt [bron: Helvoirt - RK Trouwen Inv. 22 Blad 24L03] met Helena van der Ven, 32 jaar oud. Bij het kerkelijk huwelijk van Jan en Helena waren de volgende getuigen aanwezig: Goverdina Becx en Catharina van de Pas. Helena is een dochter van Hendrik van der Ven en Johanna van Alphen. Zij is gedoopt op woensdag 21 augustus 1754 in Helvoirt [bron: Helvoirt - RK Dopen Inv. 5 Blad 23v05]. Bij de doop van Helena waren de volgende getuigen aanwezig: Catharina van den Biggelaer en Adrianus Brekelmans. Helena is overleden op maandag 5 augustus 1816 in Loon op Zand, 61 jaar oud.
Kinderen van Jan en Helena:
I. Henrica (Hendriena) Oerlemans. Zij is gedoopt op donderdag 21 augustus 1788 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 151v]. Bij de doop van Hendriena waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes van der Ven en Cornelia Henricus Cornelis Oerlemans (geb. 1759) [zie 64,XII] [tante vaderszijde]. Hendriena is overleden op maandag 15 augustus 1814 in Loon op Zand, 25 jaar oud [bron: Loon op Zand - Overl. reg. 1814 akte 35v].
II. Joannes Oerlemans, gedoopt op zaterdag 20 februari 1790 in Loon op Zand (zie 16).
III. Henricus (Hendrik) Oerlemans. Hij is gedoopt op dinsdag 27 december 1791 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 184]. Bij de doop van Hendrik waren de volgende getuigen aanwezig: Adriana de Jong en Theodorus van der Ven. Hendrik is overleden op donderdag 16 augustus 1860 in Tilburg, 68 jaar oud. Hendrik trouwde, 21 jaar oud, op vrijdag 6 augustus 1813 in Berkel-Enschot [bron: Berkel-Enschot - Huw. reg. 1813 Inv 744 akte 7] met Adriana Nouwens. Zij is gedoopt in Udenhout.
IV. Gertrudis Oerlemans. Zij is gedoopt op donderdag 10 oktober 1793 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 202v]. Bij de doop van Gertrudis waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Oerlemans en Joanna Maria van der Ven.
Notitie bij de geboorte van Gertrudis: Henricus kan hier de opa zijn of zijn broer Henricus.
V. Adriana Oerlemans. Zij is gedoopt op woensdag 8 april 1795 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 216v]. Bij de doop van Adriana waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelius Roosen en Maria van der Ven.

Generatie 7 (oudgrootouders)

moermans_henricus__rk_gedoopt_op_6_januari_1714__zoon_van_cornelius_henrici_moermans__en_joanna_michielse_reckers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_16__.jpg oerlemans_hendrik_cornelisse__j.m.__met_cornelia_gerritse_cuijpers__j.d.__beide_hier_geboren_en_wonend_in_ondertrouw_op_23_juni_1736_en_trouwen_op_8_juli_-_loon_op_zand_-_ng_trouwboek_inv._13_blad_49.jpg oerlemans_henricus_cornelii__en_cornelia_gertse_cuijpers_trouwen_voor_de_rk_kerk_van_loon_op_zand_op_8_juli_1736_-_loon_op_zand_rk_trouwboek_inv._7_f._147r.jpg oerlemans_hendrik__wed._van_cornelia_gerritse_kuijpers__en_hendrina_heijliger_weijters_ondertrouwen_op_31_aug._1748_en_trouwen_op_16_september_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._27_blad_24.jpg oerlemans_hendrik__overleden_op_22_januari_1765_-_als_huisvader__laat_kinderen_na_-_loon_op_zand_-_ng_reg._van_overledenen_16_blad_21v.jpg oerlemans_cornelia__overleden_10_juni_1648__huisvrouw__laat_kinderen_na_-_ook_10_juni_kind_van_hendrik_oerlemans_-_21_mei_kind_van_hendrick_oerlemans_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._7_blad_78v.jpg
25 Moermans Henricus, RK gedoopt op 6 januari 1714, zoon van Cornelius Henrici Moermans, en Joanna Michielse Reckers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 16
26 Oerlemans Hendrik Cornelisse, j.m., met Cornelia Gerritse Cuijpers, j.d., beide hier geboren en wonend in ondertrouw op 23 juni 1736 en trouwen op 8 juli - Loon op Zand - NG Trouwboek Inv. 13 Blad 49
27 Oerlemans Henricus Cornelii, en Cornelia Gertse Cuijpers trouwen voor de RK kerk van Loon op Zand op 8 juli 1736 - Loon op Zand RK Trouwboek inv. 7 f. 147r
28 Oerlemans Hendrik, wed. van Cornelia Gerritse Kuijpers, en Hendrina Heijliger Weijters ondertrouwen op 31 aug. 1748 en trouwen op 16 september - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 27 Blad 24
29 Oerlemans Hendrik, overleden op 22 januari 1765 - Als huisvader, laat kinderen na - Loon op Zand - NG reg. van overledenen 16 Blad 21v
30 Oerlemans Cornelia, overleden 10 juni 1648, huisvrouw, laat kinderen na - ook 10 juni kind van Hendrik Oerlemans - 21 mei kind van Hendrick Oerlemans - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 78v
oerlemans_hendrik__en_cornelia_gerritse_cuijpers_-_voogdij_voor_de_2_minderjarige_kinderen_op_14_september_1748_-_loon_op_zand_-_schepenbank_reg._200_aanstelling_van_voogden_f._25r.jpg
31 Oerlemans Hendrik, en Cornelia Gerritse Cuijpers - voogdij voor de 2 minderjarige kinderen op 14 september 1748 - Loon op Zand - Schepenbank Reg. 200 Aanstelling van voogden f. 25r
64 Hendrik Cornelisse Hendricx Oerlemans (afb. 25 t/m 29). Hij is gedoopt op zaterdag 6 januari 1714 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 16]. Bij de doop van Hendrik waren de volgende getuigen aanwezig: Petrus Reinders van Oort en Maria Chielle van de Sande.
Notitie bij de geboorte van Hendrik: Zijn vader is Moermans genoemd bij zijn doop. Aangezien hij op 18 februari 1703 getrouwd is als Cornelis Hendricxse Oerlemans, lijkt me dat niet juist.
Hendrik is overleden op dinsdag 22 januari 1765 in Loon op Zand, 51 jaar oud [bron: Loon op Zand - NG reg. van overledenen 16 Blad 21v].
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
Voogdij:
14-09-1748     Samenvatting:
----------------

Tot voogden over de 2 minderjarige kinderen van Hendrik Oerlemans en Cornelia Gerritse Cuijpers zijn aangesteld Jan van Buul en Jan van den Velden.

Toelichting:
------------
Op 10 juni 1748 is Cornelia overleden, en op14 september zijn de 2 voogden aangesteld. Hendrik zal op 16 september hertrouwen met Hendrina.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Reg. 200 Aanstelling van voogden f. 25r]
Getuige bij:
20-02-1735     kerkelijk huwelijk Cornelius Cornelius Henricus Oerlemans (1711-1742) en Elisabeth Zegerse van der Plas (ovl. 1783)    [broer bruidegom]   [bron: Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 7 Blad 145]
Hendrik:
(1) trouwde, 22 jaar oud, op zondag 8 juli 1736 [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek Inv. 13 Blad 49] met Cornelia Gerritse Cuijpers (afb. 30 en 31), nadat zij op zaterdag 23 juni 1736 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek Inv. 13 Blad 49]. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op zondag 8 juli 1736 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 2 Blad 186]. Bij het kerkelijk huwelijk van Hendrik en Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Adriani Brabers en Joannes Stockermans. Zij is gedoopt in Loon op Zand. Cornelia is overleden op maandag 10 juni 1748 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - NG reg. van overledenen 15 Blad 36].
Notitie bij Cornelia: Op dezelfde dag als Cornelia overlijdt een kind. 3 weken eerder is ook een kind overleden. Bij de voogdij op 14 september zijn er nog 2 kinderen in leven. Wel genoemd is de voogdij over 2 minderjarige kinderen, maar aangezien de oudste van 1737 is, kan er nog geen één meerderjarig geweest zijn.
Voogdij:
14-09-1748     Samenvatting:
----------------

Tot voogden over de 2 minderjarige kinderen van Hendrik Oerlemans en Cornelia Gerritse Cuijpers zijn aangesteld Jan van Buul en Jan van den Velden.

Toelichting:
------------
Op 10 juni 1748 is Cornelia overleden, en op14 september zijn de 2 voogden aangesteld. Hendrik zal op 16 september hertrouwen met Hendrina.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Reg. 200 Aanstelling van voogden f. 25r]
(2) trouwde, 34 jaar oud, op maandag 16 september 1748 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 27 Blad 24] met Hendrina Heijliger Weijters, nadat zij op zaterdag 31 augustus 1748 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 27 Blad 24]. Hendrina trouwde later op zaterdag 2 juli 1768 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 27 Blad 82] met Willem van der Velden.
Kinderen van Hendrik en Cornelia:
I. Cornelius Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op zondag 4 augustus 1737 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 31v]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Hubertus Gerard Cuijpers en Joanna Michiels Lambert (Jenneke) Reckers (ovl. na 1735) [grootmoeder vaderszijde].
II. Gerardus Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op vrijdag 2 oktober 1739 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 42v]. Bij de doop van Gerardus was de volgende getuige aanwezig: Wilhelma Gerardi Cuijpers.
III. Joanna Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op donderdag 29 juni 1741 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 53v]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes van Bael en Joanna Brabers.
IV. Joanna Maria Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op donderdag 23 mei 1743 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 62v]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes van Bael en Joanna Brabers.
V. Maria Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op zondag 30 mei 1745 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 70]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Wilhelma van Bael en Arnoldus Brabers.
oerlemans_cornelia_henrici__rk_gedoopt_op_8_febr._1747__dochter_van_henricus_oerlemans_en_cornelia_reckers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._7_blad_78v.jpg
32 Oerlemans Cornelia Henrici, RK gedoopt op 8 febr. 1747, dochter van Henricus Oerlemans en Cornelia Reckers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 78v
VI. Cornelia Henricus Cornelis Oerlemans (afb. 32). Zij is gedoopt op woensdag 8 februari 1747 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 78v]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Brabers en Elisabeth Segere.
Kinderen van Hendrik en Hendrina:
VII. Cornelia Hendrik Cornelis Oerlemans. Zij is gedoopt op zaterdag 11 april 1750 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 90v]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Martina Cuijpers en Wilhelmus Weijters.
oerlemans_hijliger__54_jaar__woonplaats_land_van_kleef__is_overleden_op_29_november_1806_-_loon_op_zand_-_inv._40_blad_4.jpg
33 Oerlemans Hijliger, 54 jaar, woonplaats Land van Kleef, is overleden op 29 november 1806 - Loon op Zand - Inv. 40 Blad 4
VIII. Henricus Henricus Cornelis (Hijliger) Oerlemans (afb. 33). Hij is gedoopt op maandag 19 april 1751 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 95]. Bij de doop van Hijliger waren de volgende getuigen aanwezig: Joannes van de Velde en Wilhelma Weijters. Hijliger is overleden op vrijdag 28 november 1806 in Loon op Zand, 55 jaar oud [bron: Loon op Zand - Inv. 40 Register van aangegeven lijken 1806-1810 Blad 4].
Notitie bij overlijden van Hijliger: Gehuwd geweest, nalatende 2 kinderen.
Zijn naam staat eerst als Hendrik geschreven.
Getuige bij:
20-02-1790     doop Joannes Oerlemans (1790-1875) [zie 16]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 164]
Hijliger trouwde, 26 jaar oud, op zondag 25 mei 1777 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 135v] met Ardina de Jong, nadat zij op zaterdag 10 mei 1777 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 135v].
IX. Aldegundis Henricus Cornelis Oerlemans. Zij is gedoopt op zondag 5 augustus 1753 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 104v]. Bij de doop van Aldegundis waren de volgende getuigen aanwezig: Heijligerus Weijters en Maria Weijters.
X. Cornelius Henricus Cornelis Oerlemans. Hij is gedoopt op vrijdag 15 augustus 1755 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 114v]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Antonius van Broeckhove en Elisabeth Swaens.
XI. Maria Henricus Cornelis Oerlemans. Zij is gedoopt op woensdag 22 september 1756 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 120v]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Weijters en Zegerus Cornelis Cornelis (Seger) Oerlemans (geb. 1737) [neef vaderszijde].
XII. Cornelia Henricus Cornelis Oerlemans. Zij is gedoopt op donderdag 8 november 1759 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 135]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Antonius van Broeckhove en Elisabeth van de Plagh.
Getuige bij:
21-08-1788     doop Hendriena Oerlemans (1788-1814) [zie 32,I]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 8 blad 151v]
XIII. Joannes Henricus Cornelis (Jan) Oerlemans, gedoopt op zaterdag 12 maart 1763 in Loon op Zand (zie 32).

Generatie 8 (oudovergrootouders)

oerlemans_cornelius_henricus_cornelii__rk_gedoopt_op_24_september_1676__zoon_van_henricus_cornelii_en_maria_egidius_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._4_blad_27.jpg oerlemans_cornelis_handricxse__j.m.__en_jenneke_michielse_reckers__j.d.__beide_van_loon__getrouwd_den_18e_febr._1703_-_loon_op_zand_-_ng_trouwboek_inv._13__blad_26v.jpg oeremans_cornelis__wijlen__en_jenneke_mighielse_rekkers__staat_en_inventaris_op_14_mei_1735_voor_haar_en_hun_4_kinderen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_93_f._192v.jpg oeremans_cornelis__wijlen__en_jenneke_mighielse_rekkers__staat_en_inventaris_op_14_mei_1735_voor_haar_en_hun_4_kinderen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_93_f._193r.jpg oeremans_cornelis__wijlen__en_jenneke_mighielse_rekkers__staat_en_inventaris_op_14_mei_1735_voor_haar_en_hun_4_kinderen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_93_f._193v.jpg oeremans_cornelis__wijlen__en_jenneke_mighielse_rekkers__staat_en_inventaris_op_14_mei_1735_voor_haar_en_hun_4_kinderen_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv_93_f._194r.jpg
34 Oerlemans Cornelius Henricus Cornelii, RK gedoopt op 24 september 1676, zoon van Henricus Cornelii en Maria Egidius - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 4 blad 27
35 Oerlemans Cornelis Handricxse, j.m., en Jenneke Michielse Reckers, j.d., beide van Loon, getrouwd den 18e febr. 1703 - Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 26v
36 Oeremans Cornelis, wijlen, en Jenneke Mighielse Rekkers, staat en inventaris op 14 mei 1735 voor haar en hun 4 kinderen - Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v
37 Oeremans Cornelis, wijlen, en Jenneke Mighielse Rekkers, staat en inventaris op 14 mei 1735 voor haar en hun 4 kinderen - Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 193r
38 Oeremans Cornelis, wijlen, en Jenneke Mighielse Rekkers, staat en inventaris op 14 mei 1735 voor haar en hun 4 kinderen - Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 193v
39 Oeremans Cornelis, wijlen, en Jenneke Mighielse Rekkers, staat en inventaris op 14 mei 1735 voor haar en hun 4 kinderen - Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 194r
128 Cornelius Hendricxse Cornelis Oerlemans (afb. 34 t/m 39). Hij is gedoopt op donderdag 24 september 1676 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 4 blad 27]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Egidius Jacobi en Maria Cornelis Cornelis Oirlemans (geb. 1647) [zie 512,V] [tante vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Cornelius: Maria Cornelii zal zijn zus zijn.
Egidius Jacobi is mogelijk haar vader.
Cornelius is overleden vóór zaterdag 14 mei 1735, ten hoogste 58 jaar oud.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
Cornelius trouwde, 26 jaar oud, op zondag 18 februari 1703 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 26v] met Joanna Michiels Lambert (Jenneke) Reckers. Zij is gedoopt in Loon op Zand. Jenneke is overleden na zaterdag 14 mei 1735.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
Getuige bij:
04-08-1737     doop Cornelius Henricus Cornelis Oerlemans (geb. 1737) [zie 64,I]    [grootmoeder vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 31v]
Kinderen van Cornelius en Jenneke:
oerlemans_henricus_cornelii__rk_gedoopt_op_26_augustus_1705__zoon_van_cornelius_oerlemans_en_joanna_lammers_-_tilburg_-_rk_doopboek_inv._7__blad_66v.jpg
40 Oerlemans Henricus Cornelii, RK gedoopt op 26 augustus 1705, zoon van Cornelius Oerlemans en Joanna Lammers - Tilburg - RK Doopboek Inv. 7 blad 66v
I. Henricus Cornelius Henricus Oerlemans (afb. 40). Hij is gedoopt op woensdag 26 augustus 1705 in Tilburg [bron: Tilburg - RK Doopboek Inv. 7 blad 66v]. Bij de doop van Henricus was de volgende getuige aanwezig: Maria Hendrickse Oerlemans.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
oerlemans_joannes_cornelii_hendrici__rk_gedoopt_op_10_nov._1706__zoon_van_cornelius_herndricus_oerlemans_en_joanna_mcihaelis_lamberts_-_tilburg_-_rk_doopboek_inv._7__blad_75v.jpg
41 Oerlemans Joannes Cornelii Hendrici, RK gedoopt op 10 nov. 1706, zoon van Cornelius Herndricus Oerlemans en Joanna Mcihaelis Lamberts - Tilburg - RK Doopboek Inv. 7 blad 75v
II. Joannes Cornelius Hendricus Oerlemans (afb. 41). Hij is gedoopt op woensdag 10 november 1706 in Tilburg [bron: Tilburg - RK Doopboek Inv. 7 blad 75v]. Bij de doop van Joannes was de volgende getuige aanwezig: Gertrudis Adriani Vrancken.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
oerlemans_cornelius_cornelii_henrici__rk_gedoopt_op_7_juli_1711__zoon_van_cornelius_henrici_oerlemans_en_johanna_michaelis_reckers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_3.jpg oerlemans_cornelis_cornelisse__j.m._met_elisabeth_zegerse_van_de_plas_j.d.__bijde_geb__en_wonend_alhier__in_ondertrouw_op_5_febr.__getrouwd_20_feb._1735_-_loon_op_zand_-_ng_trouwboek_inv._13__blad_46v.jpg oerlemans_cornelius__trouwt_rk_met__elisabeth_zegers_van_de_plas_op___met_dispensatie_in_de_3e_en_4e_graad__op_20_februari_1735_-_loon_op_zand_-_rk_trouwboek_inv._7_blad_145.jpg
42 Oerlemans Cornelius Cornelii Henrici, RK gedoopt op 7 juli 1711, zoon van Cornelius Henrici Oerlemans en Johanna Michaelis Reckers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 3
43 Oerlemans Cornelis Cornelisse, j.m. met Elisabeth Zegerse van de Plas j.d., bijde geb, en wonend alhier, in ondertrouw op 5 febr., getrouwd 20 feb. 1735 - Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 46v
44 Oerlemans Cornelius, trouwt RK met Elisabeth Zegers van de Plas op , met dispensatie in de 3e en 4e graad, op 20 februari 1735 - Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 7 Blad 145
III. Cornelius Cornelius Henricus Oerlemans (afb. 42 t/m 44). Hij is gedoopt op dinsdag 7 juli 1711 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 3]. Bij de doop van Cornelius waren de volgende getuigen aanwezig: Reijnerus Henrici Oerlemans en Cornelia Michielse Reckers. Cornelius is overleden op vrijdag 26 januari 1742 in Loon op Zand, 30 jaar oud [bron: Loon op Zand - NG Reg. van overledenen 15 blad 11].
Notitie bij overlijden van Cornelius: Cornelis Oerlemans als huisvader, laat kinderen na.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
Cornelius trouwde, 23 jaar oud, op zondag 20 februari 1735 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 46v] met Elisabeth Zegerse van der Plas, nadat zij op zaterdag 5 februari 1735 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - NG Trouwboek inv. 13 blad 46v]. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op zondag 20 februari 1735 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 7 Blad 145]. Bij het kerkelijk huwelijk van Cornelius en Elisabeth waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelia Zegers van de Plas en Hendrik Cornelisse Hendricx Oerlemans (1714-1765) [zie 64] [broer bruidegom].
Notitie bij het huwelijk van Cornelius en Elisabeth: Getuige bij het huwelijk is Henricus Cornelis Oerlemans. Dat zal zijn broer zijn.
Cornelia zal haar zus zijn.
Elisabeth is overleden op donderdag 9 januari 1783 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - NG lijst van begravenen Inv. 38 blad 67].
Notitie bij overlijden van Elisabeth: Als huisvrouw, laat kinderen en vaste goederen na.
IV. Hendrik Cornelisse Hendricx Oerlemans, gedoopt op zaterdag 6 januari 1714 in Loon op Zand (zie 64).
oerlemans_joanna_maria_cornelii__rk_gedoopt_op_21_februari_1716__dochter_van_cornelius_oerlemans_en_joanna_michaelis_leppers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_27.jpg
45 Oerlemans Joanna Maria Cornelii, RK gedoopt op 21 februari 1716, dochter van Cornelius Oerlemans en Joanna Michaelis Leppers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 27
V. Joanna Maria Cornelius Henrici Oerlemans (afb. 45). Zij is gedoopt op vrijdag 21 februari 1716 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 27]. Bij de doop van Joanna waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Janse van Lerf en Petrus Reinders van Oort.
Notitie bij de geboorte van Joanna: Moeder is Leppers genoemd ipv Reckers.
Bij Maria Janse van Lerf ben ik niet zeker van Lerf.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
Getuige bij:
20-07-1739     doop Joannes Cornelis Cornelis Oerlemans (geb. 1739)    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 7 blad 42v]
oerlemans_maria_cornelii__rk_gedoopt_op_8_oktober_1718__dochter_van_cornelius_oerlemans_en_joanna_diels_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_41.jpg
46 Oerlemans Maria Cornelii, RK gedoopt op 8 oktober 1718, dochter van Cornelius Oerlemans en Joanna Diels - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 41
VI. Maria Cornelius Henricus Oerlemans (afb. 46). Zij is gedoopt op zaterdag 8 oktober 1718 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 5]. Bij de doop van Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Adriaensse Francken en Maria Hendrickse Oerlemans.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
oerlemans_michaël_cornelii_handrix__rk_gedoopt_op_9_april_1721__zoon_van_cornelius_handrix_oerlemans_en_joanna_michaëlis_deckers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_54v.jpg oerlemans_michiel_cornelis__jongeman__overleden_op_14_augustus_1741_-_loon_op_zand_-_ng_reg._van_overledenen_15_blad_8.jpg
47 Oerlemans Michaël Cornelii Handrix, RK gedoopt op 9 april 1721, zoon van Cornelius Handrix Oerlemans en Joanna Michaëlis Deckers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 54v
48 Oerlemans Michiel Cornelis, jongeman, overleden op 14 augustus 1741 - Loon op Zand - NG Reg. van overledenen 15 blad 8
VII. Michaël Cornelis Handrix (Michiel) Oerlemans (afb. 47 en 48). Hij is gedoopt op woensdag 9 april 1721 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 54v]. Bij de doop van Michiel waren de volgende getuigen aanwezig: Helena Reijnier Hendrix en Cornelius de Jongh. Michiel is overleden op maandag 14 augustus 1741 in Loon op Zand, 20 jaar oud [bron: Loon op Zand - NG Reg. van overledenen 15 blad 8].
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]
oerlemans_antonius__rk_gedoopt_op_18_maart_1723__zoon_van_cornelius_oerlemans_en_joanna_michaelis_reckers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._6_blad_65.jpg
49 Oerlemans Antonius, RK gedoopt op 18 maart 1723, zoon van Cornelius Oerlemans en Joanna Michaelis Reckers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 65
VIII. Antonius Cornelius Henricus Oerlemans (afb. 49). Hij is gedoopt op donderdag 18 maart 1723 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 6 blad 65]. Bij de doop van Antonius waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Francken en Petronella Joannis Francken.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

oerlemans_henricu_cornelii__rk_gedoopt_op_29_november_1649__zoon_van_cornelius_oerlemans_en_maria_henrici_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._3_blad_9v.jpg oerlemans_henricus_cornelii__en_maria_michaelis_trouwen_voor_de_rk_kerk_op_24_september_1676_-_loon_op_zand__-__rk_trouwboek_inv._4_f._100.jpg
50 Oerlemans Henricu Cornelii, RK gedoopt op 29 november 1649, zoon van Cornelius Oerlemans en Maria Henrici - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 3 blad 9v
51 Oerlemans Henricus Cornelii, en Maria Michaelis trouwen voor de RK kerk op 24 september 1676 - Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 4 f. 100
256 Hendrik Cornelius Oerlemans (afb. 50 en 51). Hij is gedoopt op maandag 29 november 1649 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 3 blad 9v]. Bij de doop van Hendrik was de volgende getuige aanwezig: Judocus Huberti.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Hendrik trouwde, 25 jaar oud, op maandag 23 september 1675 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Trouwboek Inv. 4 f. 100] met Maria Michaelis. Bij het kerkelijk huwelijk van Hendrik en Maria waren de volgende getuigen aanwezig: Maria Leonardi en Catharina Petri.
Notitie bij Maria: Bij de doop van Cornelius is zij Maria Egidius genoemd. Bij haar trouwen Maria Michaelis. Ook bij de doop van Reijnerus.
Kinderen van Hendrik en Maria:
I. Cornelius Hendricxse Cornelis Oerlemans, gedoopt op donderdag 24 september 1676 in Loon op Zand (zie 128).
oerlemans_reijnerus_henricus_cornelii__rk_gedoopt_op_22_augustus_1682__zoon_van_henricus_cornelii_en_maria_michaelis_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._4_blad_64.jpg
52 Oerlemans Reijnerus Henricus Cornelii, RK gedoopt op 22 augustus 1682, zoon van Henricus Cornelii en Maria Michaelis - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 4 blad 64
II. Reijnerus Hendricx Cornelis Oerlemans (afb. 52). Hij is gedoopt op zaterdag 22 augustus 1682 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - RK Doopboek Inv. 4 f. 64]. Bij de doop van Reijnerus waren de volgende getuigen aanwezig: Gertrudis Wilhelmus en Adriaen Oirlemans (geb. 1636) [zie 512,III] [oom vaderszijde].
Notitie bij de geboorte van Reijnerus: Adrianus Cornelii is waarschijnlijk de broer van Cornelis.
Reijnerus is overleden na zaterdag 14 mei 1735, minstens 52 jaar oud.
Deling van goederen:
14-05-1735     Samenvatting:
----------------

Inventaris van de nalatenschap van Cornelis Oerlemans, nu in tocht bij Jenneke Mighielsz Rekkers en later eigendom van hun vier kinderen.

Een huijs met erf en wei- en zaailand, gelegen in het Landt van Cleeff, 15 hond groot (15x0,14ha=2,1ha)

Meubele goederen:
Een linne bedt, 1 dito
Hooftpeuluwe
Twee slaaplaakens
Een eetenskastje
Een kistje
Een kooj en koeykeetel
Een dito handtkeetel
Twee houten stoelen
Een eijsere pot
Een dito ketel
Een haal
Een vuureijsser
Een tangh
Een koekpan
Een bijl
Een karn
Een melkton
Een osse kar
Een ploegh
Een eegt
Een Riek
Een hooyvork
Een Schup
Een vlagh sesie
Twee wolle spoele
Een booter, schootel en leepel

Aldus deze inventaris opgemaakt uit de mond en het aangeven van Jenneke Migghielszoon Rekkers,
ten beijsijn van Reijnier Hendrikszoon Oerlemans.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Venloon, desen veertiende meij 1700= vijffendertigh.

Geetekend:
T. (Thomas) van Vught
Peeter Quirijns, Stadthouder
Mij present A. (Anthony) de Sille, Secretaris


Toelichting:
-------------
Als het over de 4 kinderen gaat: dat zullen zijn:
Cornelis (hij trouwt op 20 febr. 1735)
Henricus (hij trouwt 8 juli 1736)
Joanna (zij is waarschijnlijk doopgetuige op 20 januari 1739)
Michiel (hij overlijdt 1741)

Bij Joanna heb ik waarschijnlijk aangegeven. Genoemde getuige is Joanna Oerlemans.

Een andere mogelijkheid zou Maria zijn. In Baardwijk trouwde op 1 juni 1649 een Maria Oerlemans met Peter van Stokkom. Zij woont in Baardwijk, maar komt er niet vandaan. Er staat niet bij waar ze wel vandaan komt.

In Baardwijk kom ik bij de dopen van de kinderen tegen als getuigen:
24 april 1752: Gijsbertus Orlemans en Cornelius Orlemans
26 aug. 1756: Cornelius en Alegonda Orlemans
17 jan. 1758: Cornelius en Joanna Orlemans
28 febr. 1762: Aldegundis Orlemans

Gijsbertus, Alegonda en Aldegundis passen niet als broer of zus, Cornelius en Joanna zouden wel passen.

De namen van de 9 kinderen laten geen directe vernoeming zien:
Gerardus (1750)
Gerardus (1751)
Guielhelmus (1752)
Anna Maria (1754)
Helena (1756)
Dignha (1758)
Andreas (1760)
Egidius (1762)
Petronella (1764)

Peter van Stokkum is ook Stokum, Stokim, Stokkim, Stockim, Stokem, Stokom geschreven.
Bron: www.salha.nl.

Conclusie voor nu: deze Maria kan ik niet koppelen als dochter van Cornelius en Joanna Rekkers.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 93 f. 192v-193-194r]

Generatie 10 (stamouders)

oirlemans_cornelis_corneli__ondertrouwt_op_16_febr._1631__en_trouwt_op_2_maart_1631_met_maria_henrici_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1624-1651_blad_128.jpg braber__mayke_hendrick_aertssen_de__wed._van_corn._corn._oirlemans__is_op_29_juli_1663_100_gulden_schuldig__borg_is_jan_corn._oirlemans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._79_f._108v.jpg
53 Oirlemans Cornelis Corneli, ondertrouwt op 16 febr. 1631, en trouwt op 2 maart 1631 met Maria Henrici - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 blad 128
54 Braber, Mayke Hendrick Aertssen de, wed. van Corn. Corn. Oirlemans, is op 29 juli 1663 100 gulden schuldig, borg is Jan Corn. Oirlemans - Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 108v
512 Cornelis Cornelissen Peter Oirlemans (afb. 53 en 54). Cornelis is overleden vóór zondag 29 juli 1663.
Functies:
07-01-1643     Borgemeester (Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 59r d.d. 7-1-1643.

Op ten 7e januarij 1643 soe hebben Lenaert Janssen Oirlemans,
Cornelis Cornelis Peter Oirlemans,
Frans Ghijsberts ende
Wouter Adriaens als borgemeesters tot Venloon voor
desen jaere 1643

ende Laureijs Cornelis Vreijssen ende Wouter Joosten Verhaegen als
bedeheffers

den eedt in handen des schouteths gedaen van henne offic.. wel ende
getrouwelijck te bedienen etc.
Actum in collegio scabininorum ut supra)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f59r]
1663     Borgemeester (Borgemeester in het jaar 1663, staat in de akte.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 107v]
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
van 06-03-1648 tot 06-03-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 72 f 23r/25v d.d. 6-3-1648.

Cornelis sone Cornelis Corstiaensse als man ende momboir van Maijken zijne huijsvrouwe oudtse dochtere wijlen Hendrick Aertssen de Brabere verweckt bij Maijken Willemssen de Weerdt,
Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende momboir van Maijken de jonge zijne huijsvrouwe,
Adriaen Hendrick Bastiaenssen als man ende momboir van Neeltken zijnen huijsvrouwe, beijde oijck dochteren des voorst. wijlen Hendrick ende Maijken de Weerdt, ende
Jan Adriaenssen de Loos, ende Henrick Cornelissen de Weerdt als wettige momboiren bij den heere geordonneert van de vier onmondighe kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere bij den selve wijlen Peter ende Maijken dochtere wijlen Adriaen Janssen de Loos tsaemen verweckt,

altesaemen erffgenaemen des voorst. wijlen Henricx de Brabere ende Maijken Willemssen de Weerdt hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den naebeschreven erffgoederen hen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. Henricx ende Maijken aengecomen, soe men verclaerde.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sullen de voorst. Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans, ende de voorst. vier onmondige kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere te saemenderhandt ombedeijlt voor hennen drije vierde gedeelten hebben ende met vollen rechte besitten het woonhuijs eender stede lants metten hoff, grondt ende boomgaert ende de drije vierde gedeelten aen de zijde westwaerts van den huijsacker daarachter aenliggende, gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen de heijecant aldaer met alnoch het westense gedeelt van den dwersen acker daer teijnden zuijtwaerts aenliggende. Soe ende in alsulcker vuegen als zij deijlderen ’t selve gecuijlt hebben, ende waer op zij iestdaeghs geloven paelen te setten. Noch eenen ackerlants genoempt den warantacker gelegen aldaer omtrent de Vonder, oistwaerts aen Jan Willem Robben, zuijtwaerts aen Jan Janssen Stevens ende Aert zijnen sone, westwaerts Cornelis Jan Ghijben ende zijnen consoirten ende noirtwaerts aen erffenisse van Adriaen Jan Lauwen. Ende noch eenen ackerlants gelegen aldaer omtrent de stede van Jan Janssen de mulder, oistwaerts ende noirtwaerts aen sheerenstraete, zuijtwaerts aen erffenisse van Adriaen Verdiesen ende westwaerts aen een oudt vaertken.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn, mette geboomten op de selve parceelen staende. Op welcke voorst. parceelen van goederen tsaemen op allen schepene lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone Cornelis Peter Oirlemans ende ten behoeve der voorst. vier onmondige kinderen des voorst. Peter Hendricxssen de Brabere heeft de voorst. Adriaen Hendricxssen Bastiaenssen wettelijck ende erffelijck verteghen helmelingen in manieren in dijen
gewoonlijck zijnde.

Behoudelijcken dat men vuijtten voorst. acker omtrent de stede van Jan de mulder gelegen sal gelden een hoen chijns aen mijn heere van Loon. Met condien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinghe ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Adriaen Henrick Bastiaenssen inden naeme zijnder voorst. huijsvrouwe met vollen rechte hebben ende besitten eene schuere eender stede lants met oistense vierde gedeelt van de huijsacker daerachter aenliggende gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den heijecant aldaer met alnoch seecker gedeelt aen het oisteijnde van de dwerssen acker teijnde den voorst. huijsacker zuijtwaerts aenliggende, soe ende in sulcker vuegen etc.
ende noch eenen ackerlants genoempt den nijeuwen acker gelegen aldaer, oistwaerts aen de wed. ende kinderen wijlen Peter Joosten, zuijtwaerts Wouter Hendricx, westwaerts aen de kerckpat ende noirtwaerts aen Willem Claes Basters. Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn etc. ut supra.

Op welcke parceelen van goederen tsaemen op allen schepene lettren daer aff gewach doende ten behoeffne des voorst. Adriaens hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen respective hier boven alsoe sullen gelden ende betaelen en de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Mede sal elck door het hecken aen de straete wegen tot op zijn erffne toe wech ende weder ten naesten velde ende ten minsten schaede, midts het hecken malcanderen in vier gelijcke portien oijck helpen onderhouden.
Oijck sal elcke der deijlderen draegen een vierde part van den contributien, beden ende dorpslasten, de welcke nu off hier naemaels op ende te lasten de goederen in desen gedeijlt geseth zijn off geseth sullen wordden, ’t sij dat de selve geraeckten verhoocht te wordden off nijet.

Reserverende oijck zij deijlderen gemeijn ende ombedeijlt de heijevelden ende bodems hen van henne voorst. ouders aenbestorven.

Ende off hier naemaels op ijemants portie off loth eenige commer geeijscht wordde, daer men ’t deser nijet aff en weet den selven sullen zij in vier gelijcke portien draegen off helpen aff doen.

Gelovende de voorst. deijlderen op verbant van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen hebbende ende vercrijgende dese erffdeijlinge etc. in forma ratum servare.

Testes Ghijsbert Claessen et Cornelis Janssen.
Actum 6e martij 1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 23r/25v]
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Overeenkomst:
van 26-11-1647 tot 19-09-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 203r/205r d.d. 26-11-1647.

Wij Dingeman Jan Joosten ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen in
Venloon, doen condt eenen ijegelijcken,

dat alsoe (Godt betert) opten 23e junij lestleden seecker ongeval ende neerslach binnen deser voorst. heerlicheijt was geschiedt
inden persoon van wijlen Geeridt Jan Dominicus (wijens siele Godt
genaedich zij)
doer toedoen van Peter sone wijlen Geeridt Jan Adriaens.

Ende dat daer naer inden naeme ende wegen des voorst. Peters delinquant ter bede van Elias ende Adriaen sijne broeders,
ende mede ter supplicatie van ons schepenen ende meester Dierck Coomans, secretaris deser heerlicheijt seeckeren dach van soene
was gepresigneert ende gehouden geweest.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen bovengen. erschenen ende
gecompareert in propere persoonen

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe des voorst. Geeridts afflijvige
met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen, Jan Dominicus vader desselffs afflijvige soe voor hem selven als mede als voocht
ende met hem Jan Cornelis Oirlemans als toesiender van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geeridts verweckt bij de voorst. Cathelijn,
Jan ende Everaert Janssen, broederen des voorgen. afflijvige,
Jan ende Cornelis gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans, broederen der voorst. Cathelijn, ende moederl. oomen der selver onmondige kinderen.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen door interessie ende tusschenspreecken als voor, ende om seeckere redenen ende consideratien,
ende meer genegen wesende tot barmherticheijt ende genaede dan tot reigeur van justitie,
dat zij den voorst. Peteren sone wijlen Geerit Jan Adriaenssen delinquant ’t
voorst. ongeval ende neerslach om Godts Willem hebben vergeven, quijtgeschouwen ende geremitteert, gelijck zij ’t selve hem vergeven, quijtschelden ende remitteren
midts desen voor soe vele als in hen ende in hender macht is. Op conditie nochtans
dat de voorst. Peeter delinquant in teecken van berouw ende leetwesen sal doen eenen voetval ten huijse des voorst. secretaris van Venloon ter presentie ende aensien van de voorst. naeste vrienden
ende ten overstaen van twee schepenen ende middelaers, biddende aldaer Godt Almachtich ende de wed. ende vrienden des
voorst. afflijvige om pardon ende vergiffenisse.

Mede dat hij ter eren godts ende tot
reparatie van de kercke van Venloon sal vuijtreijcken de somme van twee guldens,
ende ten behoeve des heijlige geest van Venloon gelijcke twee guldens, beijde eens gereet ten daege van de voorst. voetval te betaelen,
ende daer beneffens dat hij delinquant aen de vrienden des afflijvige tot oogst toecomende tot eene aelmisse ten behoeffne van den armen sal leveren een vierdel roggen eens, om bij de voorst. vrienden aen den selven armen vuijtgespijnt te wordden naer hennen gelieve.

Midtsgaeders dat de voorst. delinquant terstont ende gereet aen den voorn. vrienden sal opleggen de somme van drije gld. eens om mette selve somme eenige sielmissen voor den afflijvige te laeten doen ende celebreren, ter plaetsen daer hen des goetduncken sal.

Wordt ooijck geconditioneert dat den delinquant schuldich
ende gehouden sal wesen gereet op te leggen ende te voldoen de costen van
meestergelt, begraeffensse, dootkiste, kerckerechten, vuijtvaert ende dijergelijcke, volgens specificatie daer van aen hem over te leveren.

Mede dat hij oijck sal betaelen alle costen ende oncosten van desen soen ende pardon ende andere die ter saecken van desen voorst. manslach gedaen zijn, ende noch gedaen mochen wordden, egeene vuijtgescheijden.

Ende daerenboven soe sal de voorst. delinquant
verbonden wesen ten behoeve der voorst. weduwe ende haere vaderloose drije kinderen voor haer groot verlies ende schaede te tellen de somme van 132 ca. guldens goet gancbaer gelt eens,
de selve somme nochtans te moegen betaelen in
vier gelijcke termijnen, elcken termijn een gerecht vierde part,
te weten den 1e gereet bij den voorst. voetval des delinquants,
den 2e een half jaer tot volder betaelinge der voorst. somme alles in gelde ten elcken verschijndach alhier cours ende ganck hebbende.
Voor de betaelinge van welcke voorst. termijnen den delinquant oijck
gehouden sal wesen te stellen goede suffisante borgen.
Gelovende de borgen als schuldenaeren principaele onverscheijden ende een voor all.

Voirders alsoe de voorst. Peter delinquant alhier binnen deser heerlicheijt ter
plaetsen genoempt het Craenven zijne woonplaetse gehouden heeft ende alwaer het meeste part der vrienden des voorst. afflijvige zijn woonende,
soe wordt gecondtioneert dat de selve delinquant zijne voorst. woonplaetse voor zijnen persoon voirtaen nijet en sal moegen houden op ’t voorst. Craenven,
noch dat hij aldaer in persoon oijck nijet en sal moegen teulen zijne off andere luijden goeden off landerijen,
mede dat hij nijet en sal moegen woonen aen de Loonsestraete, noch op
den gehuchte genoempt het Effterlingh.
Maer wel sal hij zijne woonplaetse moegen
nemen ende houden op alle andere gehuchten ende straeten deser heerlicheijt.

Nijettemin sal de voorst. Peter allomme nochtans bijnnen deser heerlicheijt oijck opde voorst. vuijtgesteecken drije plaetsen wel moegen comen, gaen, staen ende verkeeren.
Behoudelijck nochtans, dat hij den voorst. vrienden altijt sal moeten
wijcken ende vuijtter wege gaen, soe in straeten, wegen, stegen, kercken, huijsen als herbergen, waer ’t selve soude moegen wesen ende hij delinquant weten sal datter eenige vrienden zijn, off souden moegen comen.

Doch wordt onvermindert tgene voorst is aen Engelken huijsvrouwe des voorst. Peters bij de voorst. vrienden geaccordeert ende om wederom toegestaen, dat zij voor soe vele haeren persoon ende kinderen belanght, op haere stede lants op ’t voorst. Craenven gelegen haere woonplaetse sal moegen continueren, midts dat zij haer in alle stillicheijt ende respect der voorst. vrienden aldaer sal houden.

Onder welcke voorst. conditien de voorst. comparanten verclaerden voor hen ende voor de voorst. omondighe kinderen, ende elck voor hen ende henne naercomelingen tenemael veraccordeert ende verleecken te zijn, sonder den voorst. delinquant zijne, oiren, erffnen off naecomelingen ter saecken van de voorst. ongevalle ende neerslach ijet meer te moegen eijsschen, thijen, porren off molesteren, nu off ten eewigen daegen in richt off daer buijtten in eeniger manieren.

Versueckende aen ons schepenen ten eijnde wij mijn heere van Loon van hennen twegen souden willen aendienen, om ’t voorst. ongeval ende neerslach den voorst. Peteren van zijnder zijde oijck te willem pardonneren ende remitteren. Allet sonder argelist.

Ende des toirconden etc. desen 26 novembris 1647.


In marge:
Cathelijn weduwe wijlen Geerit Jan Dominicus ende de momboiren
haerder kinderen bekennen ter saecken van de costen van begraeffenisse,
meestergelt, vuijtvaert ende dijergelijcke ontfangen te hebben de somme van 35 gld.
volgens het ... ende alnochs bekennen den 1e termijn die gereet betaelt moet
wordden oijck ontfangen te hebben.
Testes et actum prout in dese acte.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn zijn suster bekent op den 2e termijn ontfangen te hebben 27 gld. Actum 16 augustus 1648.

Idem: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen van de voorst. Catelijn verweckt bij den voorst. Geerit bekennen dat Peter Geerits den 2e termijn ten vollen betaelt heeft ende mede dat hij op den 3e termijn betaelt heeft 27 gld. Actum 21 november 1648.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn wed. Geerit Jan Dominicus bekent den 3e termijn metten 4e lesten termijn ten vollen betaelt te wesen. Actum 19 september 1649.

In marge: Dingeman Janssen bekent dese vier gld. ten behoeve des h. geest ende kercke van Loon ontfangen te hebben. Actum 26 november 1647.

Idem: Cathelijn weduwe Geeridt Jan Mijnen bekent dat Peter Geeritsse desen vierdel roggen en haer ten behoeve van den armen gelevert heeft. Actum 21 december 1648, ende alnoch betaelt de drije gld. voor de sielemissen.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Elias Geeridt Jan Adriaens heeft hem borge voor Peteren zijnen broeder gestelt voor de voorst. geloeffde somme, gelovende de selve als schuldenaer principael in vier termijnen als voor te voldoen.
Op verbant etc. Ende heeft Peter voorst. zijnen broeder geloeft te indemneren op verbintenisse etc. prout etc.
Testes et actum ut supra.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Peeter Geerit Jan Adriaenssen is op heden date deser voor schepenen ondergeschr. gecompareert ende naer dijen hem de bovengeschr. acte van remissie was voorgelesen, heeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende, geloeft allen de conditien daer inne vermelt te voldoen, te volbrengen, te onderhouden, te achtervolgen ende naer te comen.
Ende heeft dijen volgende den voetval ter presentie van de weduwe van wijlen Geeridt Jan Dominicus ende andere vrienden ende verwanten desselffs ten overstaen van schepenen van Venloon gedaen.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Cathelijn en haar gezin wonen in ’t Craenven, gezien het feit dat de dader daar niet meer mag wonen, en ook niet in de buurt: de Efteling en Loonse straat.

Over Jan Cornelis Oirlemans:
Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen.
Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans zijn er als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.

Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet.
Aangezien er in een akte van 10 april 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Schuld:
van 31-12-1635 tot 31-01-1650     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 62r d.d. 31-12-1635.

Cornelis Cornelissen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen
hebbende ende vercrijgende Adriaen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te betaelen 1e januarij 1637 met 3 gld. intrest te rekenen van heden aff aen.

Ende soe de voorst. geloever de voorst. somme langer onder hout geloeft intrest te gelden ende te betaelen naer loop des tijts.
Met conditien etc. Op te seggen een vierendeel jaers voirens.

Testes Hendrick Aertssen et Peter Peterssen. Actum ut supra.


In marge: Anthonis Janssen als man van Catelijn weduwe wijlen Adriaen Cornelis Oirlemans bekent dese geloefte metten intrest voldaen te zijn.
Actum 31-1-1650.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 62r]
van 08-03-1648 tot 01-11-1677     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 25v/26r d.d. 6-3-1648.
Henrick Cornelissen de Weerdt een parceel saijlants soe groot ende cleijn als ’t selve binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de nijeuwe moelenstraete gelegen is oistwaerts aen erffenisse van de weduwe ende kinderen wijlen Adam Janssen Vucht, zuijtwaerts aen sheerenstrete, westwaerts aen erffenisse van Andries Adriaenssen ende noirtwaerts aen de hoeve des heere van Loon.
Ende welck parceel saijlants hem transportant bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van zijne ouders erffelijck aengecomen tsaemen metten helft van den graft ende hoole daer oistwaerts aenliggende ende van welcken graft ende hoole die andere helft den voorst. Andriessen als actie ende transport hebbende van Anthonis Wouterssen als man ende momboir van Judith Cornelis zijns transportants sustere is toebehoirende, soe hij seijde. Heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven den voorn. Andries Adriaenssen tsaemen met allen brieven ende
bescheeden daer aff gewach doende, ende allen den rechte hem daer inne eenichsins competerende. Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. Henrick als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende ’t voorst. parceel saijlants den voorst. Andries te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Ghijsb. Claessen et Cornelis de Lepper. Actum 6e merte 1648.


RAT. 781 Loon op Zand. R 72 f 26r/v d.d. 6-3-1648.
Andries Adriaenssen van Besauwen heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Henricken Cornelissen de Weerdt de somme van hondert ende 33 ca. guldens, te geven ende te betaelen in dese naervolgende termijnen te weten vijftich guldens als nu gereet. noch vijfftich gld. den 1e merte 1649 ende de resterende 33 ca. gld. den ierste merte 1650. Alles in goeden gancbaere geld ten elcken verschijndach cours ende ganck hebbende. Procederende de voorst. somme over coop van ’t voorst. parceel saijlants d’welck hij gelover voor de voldoeninge deser is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: Henrick Cornelis bekent den 1e termijn ontfangen te hebben. Actum den 6e meerte 1648.

Idem: Henrick Cornelis bekent den 2e termijn verschenen 1e martij 1649 ontfangen te hebben volgens quitantie hier annex. Actum 22 februarij 1649.
Idem: Henrick Cornelis bekent de resterende 33 gld. door Andries gelover voldaen te zijn ende consenteert in de cassatie.
Actum 18 januarij 1650.


781 Loon op Zand. R 72 f 26v/27v d.d. 8-3-1648.

Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen heeft bekent wel ende schuldich te wesen Cornelis Corstiaenssen zijnen vader de somme van 200 ca. guldens goet gancbaer gelt ende dat ter causen van gelijcke somme van 200 gld. die de gelijcke erffgenaemen van wijlen Hendrick Aertssen de Brabere hem gelover aen den selven zijnen vader bewesen hebben te betaelen in mindernisse van alsulcke 400 guldens capitaels, als de voorst. Henrick volgens schepene geloefte van Venloon in voorgaende jaeren aen de voorst. Cornelis Corsten geloeft hadde te betaelen, ende consenteert de voorst. Cornelis Cornelissen gelover, dat de voorst. Cornelis Corsten zijnen vader sal innen ende ontfangen de voorst. 200 guldens van de ierste termijnen der cooppenningen, die Herman Cornelis over coop eender stede lants op het Craenven gelegen, hem gelover noch schuldich is, de selve ierste te verschijnden termijnen zijnen vader midts desen tot zijnder verseeckeringe opdraegende off in handen stellende.
Testes ut supra et actum 8 martij 1648.

In marge 26v: Cornelis Corstiaenssen bekent als dat Cornelis Cornelis Corsten zijnen sone hem dese geloofte van 200 gld. betaelt heeft ende consenteert alsoe inde cassatie.
Testes Bertrom Joachims als schepene in Venloon, die ’t selve alsoe daer gebrocht heeft desen 21 januarij 1657.

Idem: Cornelis bekent alnoch aen Cornelis Corsten zijnen vader noch schuldich te zijn de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt. Gelovende de selve somme van 50 ca. gld. zijnen voorst vader wederomme te geven ende te betaelen in gelde als voor den 8 martij 1649 met 3 gld. intrest.

Ende off hij gelover de selve somme met consent zijns voorst. vaders langer waer onderhoudende geloeft hem daer van intrest te gelden ende te betaelen naer loop ende laps des tijts. Met conditie hier inne toegedaen dat off ’t gebeurden, dat deen off dandere van partijen ten expireren van den jaere off daer naer de voorst. somme wederomme begeerden te hebben off te restitueren respective, dat zij ’t selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullem opseggen ende vercondigen. Testes et actum ut supra.
In marge: Cornelis Corstiaens bekent als dat Cornelis Cornelis Corsten zijnen sone hem dese geloefte van 50 gld. ten vollen betaelt heeft, ende consenteert alsoe inde cassatie.
Testes Bertrum Joachims, schepene in Venloon, die ’t selve alsoe overgebrocht heeft desen 21e januarij 1657.



781 Loon op Zand. R 72 f 27v d.d. 8-3-1648.
Cornelis sone Cornelis Peter Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende Cornelis Corstiaenssen de somme van 50 gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te verghelden den 8e martij 1649 met drije gld. intrest. Ende off ’t gebeurden, dat hij gelover met consent als voor de voorst. somme van 50 ca. gld. langer waer onderhoudende geloeft daer van intrest te gelden ende te betaelen naer loop ende laps des tijts.
Met conditien ut supra etc.
Testes et actum ut supra.

In marge: delatum met consent van Corn. Cornelis Corsten volgens sijne quitantie in dato den 13e januarij 1672.


781 Loon op Zand. R 72 f 27v/28r d.d. 8-3-1648.

Henrick Cornelissen de Weerdt ende Jan Adriaenssen de Loos als wettige momboiren bij den heere geordonneert van de vier onmondige kinderen wijlen Peter Henricxssen de Brabere inden naeme ende van wegen der selver vier onmondige kinderen hebben geloeft Cornelis Corstiaenssen de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te betaelen den 8e martij 1649 met drije guldens intrest. Ende off ’t gebeurden, dat de voorst. vier onmondige kinderen de voorst. somme van 50 gld. met consent des voorst. Cornelis langer waeren onderhoudende, soe geloven de voorst. momboiren in den naeme der voorst. vier onmondige kinderen dat zij aen ende ten behoeff des voorst. Cornelis daer van intrest als voor sullen gelden naer loop ende laps des tijtd. Met conditien ut supra.
Testes et actum ut supra.

In marge: Geerit sone Corn. Corstiaens bekent van dese gelooffte van sijn vader saliger van 50 gld. capitael met alle verloopen intresten van dien ten vollen voldaen ende betaelt te sijn door handen van Aert ende Hendrick Peetersen Braber ende de weduwe van Adam Petersse Braber. Consenterende mits desen in de cassatie.
Actum den 1e november 1677.


781 Loon op Zand. R 72 f 28r/v d.d. 8-3-1648.
Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Henrick Cornelissen de Weerdt ende Jan Adriaenssen de Loos als wettige momboiren van de vier onmondige kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere hebben tsaemenderhandt geloeft te geven ende te betaelen Cornelis Corstiaenssen den 8e martij 1649 de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt met drije guldens intrest. Ende off ’t gebeurden dat zij gelovers met consent des voorst. Cornelis
Corstiaenssen de voorst. somme van vijfftich ca. gld. langer waeren onderhoudende, soe geloeven zij van den selven somme hem intrest als voor te gelden naer loop ende laps des tijts.
Met conditien hier inne toegedaen, dat off deen off dander ten expireren van den jaere off daer naer de voorst. somme van 50 ca. gld. wederomme begeerden te hebben off te restitueren sullen ’t selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens opseggen.
Wel verstaende als deen begeert zijn derdendeel begeert te schieten sullen dander henne gedeelten oijck hebben te furneren, om alsoo tsaemen de voorst. somme bij den Cornelis Corstiaens ontfangen te moegen wordden. Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen inden naeme van Cornelis Corstiaenssen zijnen vader bekent als dat Cornelis Cornelissen Oirlemans zijnen derden part van dese 50 gld. aen zijnen vader betaelt heeft met zijn 3e part van den intrest.
Actum 26 october 1673.

Idem: Geerit sone Cornelis Corstiaens bekent als dat Aert ende Hendrick Peeterssen Braber ende Jenneke weduwe van wijlen Adriaen Peeterssen Braber in plaetsen van haer 2 kinderen, mitsdesen bekent van den momboiren haren gerecht derden paert van dese vijftich gulden metten 3e paert van 3 intrest van dien tot desen dage toe ten vollen voldaen ende betaelt hebben. Actum den 1e november 1677.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f.26v/28v]
van 15-03-1651 tot 01-05-1652     Folio 86v
Cornelis Cornelis Peeterssen Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Jan Denijs Janssen een bedrag van 100 gulden. 15-3-1651

Folio 87 Cornelis Cornelis Corstiaenssen, gehuwd met Maijken Hendrick Aertssen de Brabere, transporteert goederen aan Cornelis Cornelis Peter Oirlemans. 15-3-1651

Folio 87v Cornelis Cornelis Peter Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Cornelis Cornelis Corstiaenssen een bedrag van 350 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 1-5-1652 ingelost is. 15-3-1651

Toelichting:
-------------
Hier staat dat Cornelis Cornelis Corstiaenen getrouwd is met Mayken. Dat klopt : het is de oudere zus, met dezelfde naam.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 73 f 86v]
van 29-07-1663 tot 15-06-1664     Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, in leven borgemeester voor het jaar 1663,
en Jan Cornelis Oirlemans als haar borg,
bekennen schuldig te zijn aan Thomas de Leeuwe een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 108v]
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
28-01-1644     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 158v /159r d.d. 28-1-1644.

Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
zijn gedeelte in seeckere parceelen van erffgoederen hem bij deijlinge tusschen de gelijcke kinderen ende erffgenaemen wijlen Cornelis Peter Oirlemans te deele bevallen,
met zijn gerechticheijt vande bodems daer toebehoirende, nijet daer van vuijtgescheijden, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Cornelissen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder cum litterus et jure effestucando.

Gelovende de voorst. Adriaen als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende dit opdraegen
ende overgeven den voornoempden Cornelissen zijnen broeder vast ende steedich te houden ten eeuwigen daeghen sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck nochtans soe sal de voorst. Cornelis hier vuijt gelden des transportants contingent van alle chijnsen,
renten ende pachten, dwelck hij hier vuijt schuldich is te gelden, eentsamentlijck oijck des dorps commer ende daer toe soe sal hij houden ende onderhouden de gebuerlijcke lasten ende servituten tot ’t voorst. gedeelt staende soe van oudts als volgende de voorst.
deijlinge met allen den achterstel der voorst. renten, chijnsen ende pachten.

Allet in conformiteijt van den schriftelijcke coopcedulle opten 23e aprilis anno 1642 tusschen partijen gemaeckt daer toe zij zijn referende. Testes et actum ut supra.


Idem: de selve Adriaen bekent ende lijdt midts desen als dat Cornelis zijnen broeder hem ten vollen betaelt heeft de cooppenningen van ’t voorst. getransporeert gedeelt van de erffgoederen voorgen. bedraecht hebbende tweehondert ende veertich ca. gld. naer breeder vermellens van de bovengeschr. coopcedulle, die hij Adriaen bekent hier mede
voldaen te zijn ende consenteert inde cassatie der selver voor soe vele de voorst. cooppenningen is raeckende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 70 f 158v/159r]
Verkoop:
08-06-1635     Samenvatting:
----------------
Cornelis Cornelis Oirlemans koopt samen met 2 anderen 25 roeden moer aan het landhoofd van de Vaert van Jonker Mathijs Cannaerts.

Toelichting:
------------
Dit is vrijwel zeker Cornelis Cornelis Peter Oerlemans, aangezien de anderen eerder overleden zijn.

Transcryptie:
---------------

RAT. Loon op Zand. R 67 f 31r d.d. 8-6-1635.

Joncker Mathijs Cannaerts vuijt crachte als boven het derde loth moers der lanthooffden van den voorst. vaerte

groot 25 roijen
oistwaerts Joost Ghijsberts cum suis ende
westwaert Adriaen Janssen van Dongen heeft hij wel ende wettelijck opgedraegen ende overgegeven

Hendrick Aertsse Braber ende Willem Adriaenssen Cuijlman ende Cornelis Cornelis Oirlemans tot behoeve van elcken voor de 3e part.
Om etc. ut supra.
Gelovende de voorst. Cannaert ut supra.
Testes et actum ut supra.

Item:
Hendrick Aertssen Braber ende Cornelis Cornelis Oirlemans,
soe voor hen als Willem Adriaen Cuijlman hebben geloeft als schulder principael Jo. Mathijs Cannaerts de somme van hondert 62 gld. 10 st. te geven
ende te betaelen deene helft tot paesschen 1636 ende dandere helft paesschen 1637 ter causen van het voorst. derde loth moers, daer voor verbindende als voor etc. ut supra.

Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f 31r]
Cornelis trouwde op zondag 2 maart 1631 in Loon op Zand met Mayke Hendrick Aertssen de jonge de Braber, nadat zij op zondag 16 februari 1631 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 blad 128]. Mayke is een dochter van Hendrick Aertssen de Braber en Mayken Willemssen de Weerdt.
Deling van goederen:
van 06-03-1648 tot 06-03-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 72 f 23r/25v d.d. 6-3-1648.

Cornelis sone Cornelis Corstiaensse als man ende momboir van Maijken zijne huijsvrouwe oudtse dochtere wijlen Hendrick Aertssen de Brabere verweckt bij Maijken Willemssen de Weerdt,
Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende momboir van Maijken de jonge zijne huijsvrouwe,
Adriaen Hendrick Bastiaenssen als man ende momboir van Neeltken zijnen huijsvrouwe, beijde oijck dochteren des voorst. wijlen Hendrick ende Maijken de Weerdt, ende
Jan Adriaenssen de Loos, ende Henrick Cornelissen de Weerdt als wettige momboiren bij den heere geordonneert van de vier onmondighe kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere bij den selve wijlen Peter ende Maijken dochtere wijlen Adriaen Janssen de Loos tsaemen verweckt,

altesaemen erffgenaemen des voorst. wijlen Henricx de Brabere ende Maijken Willemssen de Weerdt hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van den naebeschreven erffgoederen hen bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt des voorst. Henricx ende Maijken aengecomen, soe men verclaerde.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sullen de voorst. Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans, ende de voorst. vier onmondige kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere te saemenderhandt ombedeijlt voor hennen drije vierde gedeelten hebben ende met vollen rechte besitten het woonhuijs eender stede lants metten hoff, grondt ende boomgaert ende de drije vierde gedeelten aen de zijde westwaerts van den huijsacker daarachter aenliggende, gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen de heijecant aldaer met alnoch het westense gedeelt van den dwersen acker daer teijnden zuijtwaerts aenliggende. Soe ende in alsulcker vuegen als zij deijlderen ’t selve gecuijlt hebben, ende waer op zij iestdaeghs geloven paelen te setten. Noch eenen ackerlants genoempt den warantacker gelegen aldaer omtrent de Vonder, oistwaerts aen Jan Willem Robben, zuijtwaerts aen Jan Janssen Stevens ende Aert zijnen sone, westwaerts Cornelis Jan Ghijben ende zijnen consoirten ende noirtwaerts aen erffenisse van Adriaen Jan Lauwen. Ende noch eenen ackerlants gelegen aldaer omtrent de stede van Jan Janssen de mulder, oistwaerts ende noirtwaerts aen sheerenstraete, zuijtwaerts aen erffenisse van Adriaen Verdiesen ende westwaerts aen een oudt vaertken.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn, mette geboomten op de selve parceelen staende. Op welcke voorst. parceelen van goederen tsaemen op allen schepene lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone Cornelis Peter Oirlemans ende ten behoeve der voorst. vier onmondige kinderen des voorst. Peter Hendricxssen de Brabere heeft de voorst. Adriaen Hendricxssen Bastiaenssen wettelijck ende erffelijck verteghen helmelingen in manieren in dijen
gewoonlijck zijnde.

Behoudelijcken dat men vuijtten voorst. acker omtrent de stede van Jan de mulder gelegen sal gelden een hoen chijns aen mijn heere van Loon. Met condien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinghe ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Adriaen Henrick Bastiaenssen inden naeme zijnder voorst. huijsvrouwe met vollen rechte hebben ende besitten eene schuere eender stede lants met oistense vierde gedeelt van de huijsacker daerachter aenliggende gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte aen den heijecant aldaer met alnoch seecker gedeelt aen het oisteijnde van de dwerssen acker teijnde den voorst. huijsacker zuijtwaerts aenliggende, soe ende in sulcker vuegen etc.
ende noch eenen ackerlants genoempt den nijeuwen acker gelegen aldaer, oistwaerts aen de wed. ende kinderen wijlen Peter Joosten, zuijtwaerts Wouter Hendricx, westwaerts aen de kerckpat ende noirtwaerts aen Willem Claes Basters. Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn etc. ut supra.

Op welcke parceelen van goederen tsaemen op allen schepene lettren daer aff gewach doende ten behoeffne des voorst. Adriaens hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen respective hier boven alsoe sullen gelden ende betaelen en de gebuerlijcke lasten ende rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat den eenen van den anderen egeen hinder off schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Mede sal elck door het hecken aen de straete wegen tot op zijn erffne toe wech ende weder ten naesten velde ende ten minsten schaede, midts het hecken malcanderen in vier gelijcke portien oijck helpen onderhouden.
Oijck sal elcke der deijlderen draegen een vierde part van den contributien, beden ende dorpslasten, de welcke nu off hier naemaels op ende te lasten de goederen in desen gedeijlt geseth zijn off geseth sullen wordden, ’t sij dat de selve geraeckten verhoocht te wordden off nijet.

Reserverende oijck zij deijlderen gemeijn ende ombedeijlt de heijevelden ende bodems hen van henne voorst. ouders aenbestorven.

Ende off hier naemaels op ijemants portie off loth eenige commer geeijscht wordde, daer men ’t deser nijet aff en weet den selven sullen zij in vier gelijcke portien draegen off helpen aff doen.

Gelovende de voorst. deijlderen op verbant van henne persoonen ende allen henne ende der voorst. onmondige kinderen goederen hebbende ende vercrijgende dese erffdeijlinge etc. in forma ratum servare.

Testes Ghijsbert Claessen et Cornelis Janssen.
Actum 6e martij 1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f 23r/25v]
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
van 08-03-1648 tot 01-11-1677     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 f 25v/26r d.d. 6-3-1648.
Henrick Cornelissen de Weerdt een parceel saijlants soe groot ende cleijn als ’t selve binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de nijeuwe moelenstraete gelegen is oistwaerts aen erffenisse van de weduwe ende kinderen wijlen Adam Janssen Vucht, zuijtwaerts aen sheerenstrete, westwaerts aen erffenisse van Andries Adriaenssen ende noirtwaerts aen de hoeve des heere van Loon.
Ende welck parceel saijlants hem transportant bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van zijne ouders erffelijck aengecomen tsaemen metten helft van den graft ende hoole daer oistwaerts aenliggende ende van welcken graft ende hoole die andere helft den voorst. Andriessen als actie ende transport hebbende van Anthonis Wouterssen als man ende momboir van Judith Cornelis zijns transportants sustere is toebehoirende, soe hij seijde. Heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven den voorn. Andries Adriaenssen tsaemen met allen brieven ende
bescheeden daer aff gewach doende, ende allen den rechte hem daer inne eenichsins competerende. Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is. Gelovende de voorst. Henrick als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende ’t voorst. parceel saijlants den voorst. Andries te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken. Vuijtgenomen des dorps commer.
Testes Ghijsb. Claessen et Cornelis de Lepper. Actum 6e merte 1648.


RAT. 781 Loon op Zand. R 72 f 26r/v d.d. 6-3-1648.
Andries Adriaenssen van Besauwen heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende, Henricken Cornelissen de Weerdt de somme van hondert ende 33 ca. guldens, te geven ende te betaelen in dese naervolgende termijnen te weten vijftich guldens als nu gereet. noch vijfftich gld. den 1e merte 1649 ende de resterende 33 ca. gld. den ierste merte 1650. Alles in goeden gancbaere geld ten elcken verschijndach cours ende ganck hebbende. Procederende de voorst. somme over coop van ’t voorst. parceel saijlants d’welck hij gelover voor de voldoeninge deser is stellende tot hypotheecq ende waerborch. Testes et actum ut supra.

In marge: Henrick Cornelis bekent den 1e termijn ontfangen te hebben. Actum den 6e meerte 1648.

Idem: Henrick Cornelis bekent den 2e termijn verschenen 1e martij 1649 ontfangen te hebben volgens quitantie hier annex. Actum 22 februarij 1649.
Idem: Henrick Cornelis bekent de resterende 33 gld. door Andries gelover voldaen te zijn ende consenteert in de cassatie.
Actum 18 januarij 1650.


781 Loon op Zand. R 72 f 26v/27v d.d. 8-3-1648.

Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen heeft bekent wel ende schuldich te wesen Cornelis Corstiaenssen zijnen vader de somme van 200 ca. guldens goet gancbaer gelt ende dat ter causen van gelijcke somme van 200 gld. die de gelijcke erffgenaemen van wijlen Hendrick Aertssen de Brabere hem gelover aen den selven zijnen vader bewesen hebben te betaelen in mindernisse van alsulcke 400 guldens capitaels, als de voorst. Henrick volgens schepene geloefte van Venloon in voorgaende jaeren aen de voorst. Cornelis Corsten geloeft hadde te betaelen, ende consenteert de voorst. Cornelis Cornelissen gelover, dat de voorst. Cornelis Corsten zijnen vader sal innen ende ontfangen de voorst. 200 guldens van de ierste termijnen der cooppenningen, die Herman Cornelis over coop eender stede lants op het Craenven gelegen, hem gelover noch schuldich is, de selve ierste te verschijnden termijnen zijnen vader midts desen tot zijnder verseeckeringe opdraegende off in handen stellende.
Testes ut supra et actum 8 martij 1648.

In marge 26v: Cornelis Corstiaenssen bekent als dat Cornelis Cornelis Corsten zijnen sone hem dese geloofte van 200 gld. betaelt heeft ende consenteert alsoe inde cassatie.
Testes Bertrom Joachims als schepene in Venloon, die ’t selve alsoe daer gebrocht heeft desen 21 januarij 1657.

Idem: Cornelis bekent alnoch aen Cornelis Corsten zijnen vader noch schuldich te zijn de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt. Gelovende de selve somme van 50 ca. gld. zijnen voorst vader wederomme te geven ende te betaelen in gelde als voor den 8 martij 1649 met 3 gld. intrest.

Ende off hij gelover de selve somme met consent zijns voorst. vaders langer waer onderhoudende geloeft hem daer van intrest te gelden ende te betaelen naer loop ende laps des tijts. Met conditie hier inne toegedaen dat off ’t gebeurden, dat deen off dandere van partijen ten expireren van den jaere off daer naer de voorst. somme wederomme begeerden te hebben off te restitueren respective, dat zij ’t selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullem opseggen ende vercondigen. Testes et actum ut supra.
In marge: Cornelis Corstiaens bekent als dat Cornelis Cornelis Corsten zijnen sone hem dese geloefte van 50 gld. ten vollen betaelt heeft, ende consenteert alsoe inde cassatie.
Testes Bertrum Joachims, schepene in Venloon, die ’t selve alsoe overgebrocht heeft desen 21e januarij 1657.



781 Loon op Zand. R 72 f 27v d.d. 8-3-1648.
Cornelis sone Cornelis Peter Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende Cornelis Corstiaenssen de somme van 50 gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te verghelden den 8e martij 1649 met drije gld. intrest. Ende off ’t gebeurden, dat hij gelover met consent als voor de voorst. somme van 50 ca. gld. langer waer onderhoudende geloeft daer van intrest te gelden ende te betaelen naer loop ende laps des tijts.
Met conditien ut supra etc.
Testes et actum ut supra.

In marge: delatum met consent van Corn. Cornelis Corsten volgens sijne quitantie in dato den 13e januarij 1672.


781 Loon op Zand. R 72 f 27v/28r d.d. 8-3-1648.

Henrick Cornelissen de Weerdt ende Jan Adriaenssen de Loos als wettige momboiren bij den heere geordonneert van de vier onmondige kinderen wijlen Peter Henricxssen de Brabere inden naeme ende van wegen der selver vier onmondige kinderen hebben geloeft Cornelis Corstiaenssen de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te betaelen den 8e martij 1649 met drije guldens intrest. Ende off ’t gebeurden, dat de voorst. vier onmondige kinderen de voorst. somme van 50 gld. met consent des voorst. Cornelis langer waeren onderhoudende, soe geloven de voorst. momboiren in den naeme der voorst. vier onmondige kinderen dat zij aen ende ten behoeff des voorst. Cornelis daer van intrest als voor sullen gelden naer loop ende laps des tijtd. Met conditien ut supra.
Testes et actum ut supra.

In marge: Geerit sone Corn. Corstiaens bekent van dese gelooffte van sijn vader saliger van 50 gld. capitael met alle verloopen intresten van dien ten vollen voldaen ende betaelt te sijn door handen van Aert ende Hendrick Peetersen Braber ende de weduwe van Adam Petersse Braber. Consenterende mits desen in de cassatie.
Actum den 1e november 1677.


781 Loon op Zand. R 72 f 28r/v d.d. 8-3-1648.
Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen, Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Henrick Cornelissen de Weerdt ende Jan Adriaenssen de Loos als wettige momboiren van de vier onmondige kinderen wijlen Peter Hendricxssen de Brabere hebben tsaemenderhandt geloeft te geven ende te betaelen Cornelis Corstiaenssen den 8e martij 1649 de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt met drije guldens intrest. Ende off ’t gebeurden dat zij gelovers met consent des voorst. Cornelis
Corstiaenssen de voorst. somme van vijfftich ca. gld. langer waeren onderhoudende, soe geloeven zij van den selven somme hem intrest als voor te gelden naer loop ende laps des tijts.
Met conditien hier inne toegedaen, dat off deen off dander ten expireren van den jaere off daer naer de voorst. somme van 50 ca. gld. wederomme begeerden te hebben off te restitueren sullen ’t selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens opseggen.
Wel verstaende als deen begeert zijn derdendeel begeert te schieten sullen dander henne gedeelten oijck hebben te furneren, om alsoo tsaemen de voorst. somme bij den Cornelis Corstiaens ontfangen te moegen wordden. Testes et actum ut supra.

In marge: Cornelis sone Cornelis Corstiaenssen inden naeme van Cornelis Corstiaenssen zijnen vader bekent als dat Cornelis Cornelissen Oirlemans zijnen derden part van dese 50 gld. aen zijnen vader betaelt heeft met zijn 3e part van den intrest.
Actum 26 october 1673.

Idem: Geerit sone Cornelis Corstiaens bekent als dat Aert ende Hendrick Peeterssen Braber ende Jenneke weduwe van wijlen Adriaen Peeterssen Braber in plaetsen van haer 2 kinderen, mitsdesen bekent van den momboiren haren gerecht derden paert van dese vijftich gulden metten 3e paert van 3 intrest van dien tot desen dage toe ten vollen voldaen ende betaelt hebben. Actum den 1e november 1677.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f.26v/28v]
van 15-03-1651 tot 01-05-1652     Folio 86v
Cornelis Cornelis Peeterssen Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Jan Denijs Janssen een bedrag van 100 gulden. 15-3-1651

Folio 87 Cornelis Cornelis Corstiaenssen, gehuwd met Maijken Hendrick Aertssen de Brabere, transporteert goederen aan Cornelis Cornelis Peter Oirlemans. 15-3-1651

Folio 87v Cornelis Cornelis Peter Oirlemans bekent schuldig te zijn aan Cornelis Cornelis Corstiaenssen een bedrag van 350 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 1-5-1652 ingelost is. 15-3-1651

Toelichting:
-------------
Hier staat dat Cornelis Cornelis Corstiaenen getrouwd is met Mayken. Dat klopt : het is de oudere zus, met dezelfde naam.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 73 f 86v]
van 29-07-1663 tot 15-06-1664     Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, in leven borgemeester voor het jaar 1663,
en Jan Cornelis Oirlemans als haar borg,
bekennen schuldig te zijn aan Thomas de Leeuwe een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 108v]
Kinderen van Cornelis en Mayke:
I. Cornelia Cornelis Cornelis Oirlemans. Zij is gedoopt op zondag 25 juli 1632 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 31]. Bij de doop van Cornelia waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelis Cornelis Christiani en Petronella Johannis Guillielmi Weerdts.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Cornelia trouwde met Gerit Jans.
oirlemans_jacoba_cornelii__rk_gedoopt_op_29_juli_1635__dochter_van_cornelius_oirlemans_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._2_blad_39.jpg
55 Oirlemans Jacoba Cornelii, RK gedoopt op 29 juli 1635, dochter van Cornelius Oirlemans - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 39
II. Jacoba Cornelis Cornelis (Jacomijne) Oirlemans (afb. 55). Hij is gedoopt op zaterdag 29 juli 1634 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 39]. Bij de doop van Jacomijne waren de volgende getuigen aanwezig: Peter Hendrick Aertssen de Braber [oom moederszijde] en Maria Henrici.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Jacomijne trouwde met Jan Henrick Verheijden.
oirlemans_adrianus_cornelii__rk_gedoopt_op_30_okt._1636__zoon_van_cornelius_oirlemans_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._2_blad_48.jpg
56 Oirlemans Adrianus Cornelii, RK gedoopt op 30 okt. 1636, zoon van Cornelius Oirlemans - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 48
III. Adrianus Cornelis Cornelis (Adriaen) Oirlemans (afb. 56). Hij is gedoopt op donderdag 30 oktober 1636 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 48]. Bij de doop van Adriaen waren de volgende getuigen aanwezig: Adrianus Henrici en Henrica Cornelii Oirlemans.
Notitie bij de geboorte van Adriaen: De moeder is bij deze doop niet genoemd. Als vader is alleen Cornelius Oirlemans genoemd, geen vadersnaam Cornelis.
Henrica heb ik nog niet kunnen plaatsen, bijvoorbeeld als zus van vader Cornelis.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Getuige bij:
22-08-1682     doop Reijnerus Hendricx Cornelis Oerlemans (1682-na 1735) [zie 256,II]    [oom vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - RK Doopboek Inv. 4 f. 64]
oirlemans_petrus_cornelii_cornelii__rk_gedoopt_op_1_dec._1644__zoon_van_cornelius_cornelis_oirlemans_en_maria_henrici_brabers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._2_blad_88.jpg
57 Oirlemans Petrus Cornelii Cornelii, RK gedoopt op 1 dec. 1644, zoon van Cornelius Cornelis Oirlemans en Maria Henrici Brabers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 88
IV. Petrus Cornelis Cornelis (Peeter) Oirlemans (afb. 57). Hij is gedoopt op donderdag 1 december 1644 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 86]. Bij de doop van Peeter waren de volgende getuigen aanwezig: Henricus Arnoldi Brabers, Aleijdis Henrici en Gerardus de Robemondt.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
oirlemans_maria_cornelii_cornelii__rk_gedoopt_op_8_sept._1647__dochter_van_cornelius_cornelis_oirlemans_en_maria_henrici_brabers_-_loon_op_zand_-_rk_doopboek_inv._2_blad_105v.jpg
58 Oirlemans Maria Cornelii Cornelii, RK gedoopt op 8 sept. 1647, dochter van Cornelius Cornelis Oirlemans en Maria Henrici Brabers - Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 105v
V. Maria Cornelis Cornelis Oirlemans (afb. 58). Zij is gedoopt op zondag 8 september 1647 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 2 blad 105v]. Bij de doop van Maria was de volgende getuige aanwezig: Neeltken Hendrick Aertssen de Braber [tante moederszijde].
Notitie bij de geboorte van Maria: Cornelia Henrici Brabers zal Neeltken, haar zus, zijn.
Deling van goederen:
20-03-1670     Pdf Samenvatting:
---------------------

Peeter, zoon van wijlen Cornelis Cornelis Oirlemans en Maria Henrick Aerdts Braber,
die ook optreedt voor zijn broers Adriaen en Henrick en zijn zusters Maria, Cornelia (geh.m. Gerit Jans) en Jacomijna (geh.m. Jan Henrick Verheijden),
maakt een boedelscheiding

met Aerdt, Adriaen en Digna, kinderen van Peeter Henrick Braber en Maria Adriaen Jans de Loos, die ook optreden voor hun broer Henrick.

De nalatenschap van Henrick Aerdts Braber en Maria Willem Weerdts wordt verdeeld.

Toelichting:
-------------
Bij deze deling zijn de kinderen van Maria en Peeter betrokken. Hierbij komen de oudste Maria en Neeltken niet voor. Dit is anders dan bij de deling in 1648-1649.
We zijn een generatie verder, en hun 2 tantes komen niet voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 80 f. 46v]
Schuld:
27-10-1682     Pdf RAT Samenvatting;
---------------------------
Adriaen, zoon van Cornelis Cornelisse Oirlemans,
zijn broer Peeter,
hun zusters Jacomijne (weduwe van Jan Hendrickx Verheijen) en
Maria,
en hun zwager Geerit Jan Stoffelen (gehuwd met Nelke)

verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan de gemeente van Loon op Zand een bedrag van 78 gulden en 5 stuivers terzake van de openstaande post van het borgemeestersboek van hun vader.

Toelichting:
-------------
Hun jongste broer Hendrik is hier niet genoemd. Zijn zoon Reijnerus is op 22 augustus 1682 nog gedoopt.
Kan zijn, dat hij dan net overleden is. Misschien is er een andere verklaring te vinden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 83 f. 188]
Getuige bij:
24-09-1676     doop Cornelius Hendricxse Cornelis Oerlemans (1676-vóór 1735) [zie 128]    [tante vaderszijde]   [bron: Loon op Zand - rk Doopboek inv. 4 blad 27]
VI. Hendrik Cornelius Oerlemans, gedoopt op maandag 29 november 1649 in Loon op Zand (zie 256).

Generatie 11 (stamgrootouders)

oerlmans_cornelis_peter_gerit__is_aan_handen_betaald_op_10_jan._1584_in_mindering_op_de_schuld_voor_goed_van_de_erfgenamen_van_peter_gerit_oerlmans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._123b_sc._169.jpg bijsauwen_cornelis_van__zijn_wed._mari_en_kinderen_hendrick_met_man_corn._peter_oermans__bertrom_en_marike_verkopen_op_12_apr._1607_een_stede_op_t_craenven_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._63v.jpg bijsauwen_cornelis_van__zijn_wed._mari_en_kinderen_hendrick_met_man_corn._peter_oermans__bertrom_en_marike_verkopen_op_12_apr._1607_een_stede_op_t_craenven_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._63r.jpg bijsauwen_cornelis_van__zijn_wed._mari_en_kinderen_hendrick_met_man_corn._peter_oermans__bertrom_en_marike_verkopen_op_12_apr._1607_een_stede_op_t_craenven_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._60_f._64v.jpg oirlemans_cornelis_peter__kohier_van_1629_voor_nieuw_land_op_t_craenven__en_op_de_duicxse_hoeve_-_loon_op_zand_-_dorpsbestuur_inv._646_bl._3_gewijzigde_aanslagen_of_settinghe_van_nieuwe_landerijen.jpg oirlemans_cornelius_petri__is_gestorven_op_29_februari_1632_-_loon_op_zand_-_overl._reg._inv._2_f._169.jpg
59 Oerlmans Cornelis Peter Gerit, is aan handen betaald op 10 jan. 1584 in mindering op de schuld voor goed van de erfgenamen van Peter Gerit Oerlmans - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 123b sc. 169
60 Bijsauwen Cornelis van, zijn wed. Mari en kinderen Hendrick met man Corn. Peter Oermans, Bertrom en Marike verkopen op 12 apr. 1607 een stede op t Craenven - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 63v
61 Bijsauwen Cornelis van, zijn wed. Mari en kinderen Hendrick met man Corn. Peter Oermans, Bertrom en Marike verkopen op 12 apr. 1607 een stede op t Craenven - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 63r
62 Bijsauwen Cornelis van, zijn wed. Mari en kinderen Hendrick met man Corn. Peter Oermans, Bertrom en Marike verkopen op 12 apr. 1607 een stede op t Craenven - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 64v
63 Oirlemans Cornelis Peter, kohier van 1629 voor nieuw land op t Craenven, en op de Duicxse Hoeve - Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 646 bl. 3 Gewijzigde aanslagen of settinghe van nieuwe landerijen
64 Oirlemans Cornelius Petri, is gestorven op 29 februari 1632 - Loon op Zand - Overl. reg. Inv. 2 f. 169
oirlemans_cornelis_peter__6_kinderen_uit_t_2e_huw._met_hendr._c._van_besauwen__zien_af_van_een_akker_tbv_de_2_uit_1e_huw._met_maria_j._stevens_op_16_jan._1638_-_loon_op_zand-schepenbank_inv._68_f._55v.jpg oirlemans_cornelis_peter__6_kinderen_uit_t_2e_huw._met_hendr._c._van_besauwen__zien_af_van_een_akker_tbv_de_2_uit_1e_huw._met_maria_j._stevens_op_16_jan._1638_-_loon_op_zand-schepenbank_inv._68_f._56r.jpg oirlemans_cornelis_peter__6_kinderen_uit_t_2e_huw._met_hendr._c._van_besauwen__zien_af_van_een_akker_tbv_de_2_uit_1e_huw._met_maria_j._stevens_op_16_jan._1638_-_loon_op_zand-schepenbank_inv._68_f._56v.jpg oirlemans_cornelis_peter__6_kinderen_uit_t_2e_huw._met_hendr._c._van_besauwen__zien_af_van_een_akker_tbv_de_2_uit_1e_huw._met_maria_j._stevens_op_16_jan._1638_-_loon_op_zand-schepenbank_inv._68_f._57r.jpg oirlemans_corneli__zijn_echtgenote_henrica__overlijdt_op_23_juli_1637_-_loon_op_zand_-_inv._2_overlijdens_1624-1648_f._122.jpg
65 Oirlemans Cornelis Peter, 6 kinderen uit t 2e huw. met Hendr. C. van Besauwen, zien af van een akker tbv de 2 uit 1e huw. met Maria J. Stevens op 16 jan. 1638 - Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 55v
66 Oirlemans Cornelis Peter, 6 kinderen uit t 2e huw. met Hendr. C. van Besauwen, zien af van een akker tbv de 2 uit 1e huw. met Maria J. Stevens op 16 jan. 1638 - Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 56r
67 Oirlemans Cornelis Peter, 6 kinderen uit t 2e huw. met Hendr. C. van Besauwen, zien af van een akker tbv de 2 uit 1e huw. met Maria J. Stevens op 16 jan. 1638 - Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 56v
68 Oirlemans Cornelis Peter, 6 kinderen uit t 2e huw. met Hendr. C. van Besauwen, zien af van een akker tbv de 2 uit 1e huw. met Maria J. Stevens op 16 jan. 1638 - Loon op Zand-Schepenbank inv. 68 f. 57r
69 Oirlemans Corneli, zijn echtgenote Henrica, overlijdt op 23 juli 1637 - Loon op Zand - Inv. 2 Overlijdens 1624-1648 f. 122
1024 Cornelis Peter Gerit Oirlemans (afb. 59 t/m 68). Cornelis is overleden op zondag 29 februari 1632 in Loon op Zand.
Notitie bij overlijden van Cornelis: Op 11 mei 1627 treedt Cornelis Peter op als momboir
Adressen:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
16-05-1648     Craenven, Loon op Zand (Het gaat in de akte over de ligging van een perceel met een stede lants, te weten huys, schuere, hof, en land, genaamd de Lijnde, binnen Venloon, ter plaatse genoemd het Craenven, de erfgenamen Cornelis Peter Oirlemans oostwaarts en noodwaarts gelegen.

Cornelis Peter Oirlemans zal dus al voor die tijd overleden zijn. Wel is de ligging van zijn percelen bepaald. Niet zeker dat het hier om zijn stede gaat, maar in de akte van Jan Jan Cornelis Oirlemans van 9 mei 1648 gaat het ook over zijn stede op ’t Craenven.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 35v en 36r]
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
11-05-1627     Pdf RAT. Loon op Zand. R 65 f 10v/11r d.d. 11-5-1627.

Wij Dingeman Jan Joosten ende Sijmen Diercxssen Buenen, schepenen in Venloon doen condt ende maecken kennelijck eenen ijegelijcken dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert
zijn in henne propere persoonen de eersaeme Joost sone wijlen Peeter Peterssen de Swart
achtergelaeten wed. wijlen Heijlwich dochtere wijlen Robbrecht Geeritssen die Pruijser ende
tegenwoirdige bruijdegom van Engeltken dochtere wijlen Peeter Jan Peeter Faessen
int bijwesen van de selve Engeltken ende van Jan Sijmens ende Cornelis Peter Oirlemans als wettige momboirs van de voorst. Engeltken ter eenre,

ende Aert sonen wijlen Geeridt Robbrechtssen de Pruijser ende Peeter
sone wijlen Peeter Peterssen voorgenoempt als wettige momboirs van den onmondige kinde des voorst. Joost Peeters, daer moeder af was de voorst. Heijlwich, geassisteert met Joncker Mathijs Cannaerts,
schouteth der heerlicheijt van Venloon ter andere zijden.


Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen met consent van Peeter Cornelissen van Esch als man ende momboir van Adriana Bastiaens zijne huijsvrouwe alhier present ende voor ooghen wesende metten anderen veraccordeert ende overcomen te wesen in vuegen ende
maniere hier naer volgende.

Ende dit om te verhueden alle questien ende geschillen die hier naemaels in toecomende tijden tusschen den voorst. onmondige kinde ende den kinderen bij den voorst. Joost ende der voorst. Engeltken in toecomende houwelijck te procreren souden moegen ghereijsen,

in den iersten sal de voorst. Joost Peeterssen schuldich ende gehouden wesen zijnen voorst. onmondigen kinde, soe haest het selve kindt tot houwelijckse staet gecomen sal wesen, met volgen rechte te laeten volgen deene
hellicht van alsulcke erffgoederen als de voorst. Joost ende Heijlwich staende hennen houwelijck tot het scheijden van den bedde toe, onder der heerlicheijt van Venloon beseten hebben
ende daerenboven den selven onmondige kinde ten tijde voorst. alnoch tot vuijtsetsel soe vele mede te geven als de eere ende zijnen staet vereijschen sal, alles nijettegenstaende de voorst. Joost de voorst. hellicht van
erffgoederen vermoegens den lantrechte in tochte soude mogen blijven besitten.

Blijvende de vruchten, baten ende prouffijten die middelertijdt van de selve hellicht der goederen sullen comen ten behoeffne van den voorst. Joost.

Onder last dat hij ende zijne toecomende huijsvrouwe den voorst. onmondige
kinde totten voorst. daege off staet toe eerlijcken naer desselffs staet ende qualiteijt in cost ende dranck, lijnden ende wullen ende anderssins aen de schole sullen onderhouden, off dat anderssins bij gebreke van dijen de voorst. momboirs den selven onmondigen kinde mette hellicht van de voorst. erffgoederen ten allen tijden sonder besroon van ijemanden naer hen sullen moegen nemen.

Ende off het gebuerde dat den voorst. Joost geraecte afflijvich te wordden, al eer het voorst. onmondich kindt tot houwelijckse staet waer gecomen sal, even wel de voorst. hellicht van erffgoederen den voorst.
kinde terstont naer de doot ende afflijvicheijt zijns vaders volgen.

Dies is ondersproken, dat soe haest het voorst. onmondige kindt de voorst. hellicht van erffgoederen naer hem sal comen te nemen off daer
aff de vruchten trecken, daer vuijt ende van sal moeten gelden ende betaelen twee jaerlijcxse renten,
de eene van negen ende andere van sess gulden, beijde aen het clooster van den Wijmmelenberch ten Bosch te betaelen staende,
sonder dat dandere hellicht der voorst. erffgoederen daermede gemoijt off
inde betaelinge van dijen eenichins gehouden sal wesen. Blijvende dandere voirdere renten, pachten, schepenen geloeften ende obligatien, midtsgaders alle andere loopende schult van den sterffhuijse der voorst. Heijlwich ten laste van de andere hellicht der voorst. erffgoederen.

Welcke andere hellicht van erffgoederen met ende beneffens allen erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen bij den voorst. Joost
ende Heijlwich staende hennen houwelijck als voor tsaemen beseten, sal de voorst. Joost ende Engeltken in hennen toecomende houwelijck met vollen rechte hebben ende besitten.

Ende naer de doot van een van hen sal de lancxtlevende van hen beijde aen de selve goederen, midtsgaders aen alle erffelijcke, erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen, die bij den voorst. Joost ende Engeltken
bevonden sullen wordden geconquesteert ende hen respectieve bij versterff van vrienden off anderssins staende hennen houwelijck aengecomen te zijn, oijck aen de ghene die de voorst. Engeltken alreede
met vollen rechte zijn toecomende, hebben alsulcke recht als het lantrecht der plaetsen, daer de selve goederen gelegen sullen wesen ende het sterffhuijs vallen sal vereijschen ende dicteren sal.

Ende naer de doot van de lancxtlevende van hen sullen allen de voorst. goederen indistinctelijck ende sonder regarde te nemen van waer ende van wijen de selven gecomen zijn opten voorst. onmondigen kinde,
ende den kinderen bij den voorst. Joost ende der voorst. Engeltken te verwecken hooft voor hooft succederen min off meer al off zij van eenen bedde gesproten ende geprocreert waeren.

Ende off het gebuerden dat het voorst. onmondige kindt geraeckte afflijvich te wordden sonder wettige geboirte achter te laeten, is ondersproken dat in sulcke gevalle terstont nae de doot van den selven onmondige
kinde het vierde part der voorst. goederen bij den voorst. Joost ende Heijlwich staende hennen houwelijck tot het scheijden van den bedde toe als voor met vollen rechte beseten sal erffnen

ende devolueren op Aerden Geeritssen off bij zijne afflijvicheijt op zijne kinderen.
Midtsgaders op de vrienden van wijlen Fransken Janssen Mulders, op elcken van hen staecxgewijse, daer toe de voorst. Peeter Cornelis van Esch in der qualiteijt bovengeschr. midtsdesen vercleirden expresselijck consent te
draegen.

Onder last nochtans dat de voorst. Aert Geeritssen ende de vrienden van den voorst. Fransken in sulcker gevalle vuijt het selve vierde part sullen gelden een vierde part van alsulcke renten, pachten, schepene geloofte off obligatien als tegenwoirdich op de voorst. goederen zijn staende.

Allen dewelcke de voorst. comparanten malcanderen gelooft hebben elck voor soe vele hen in der qualiteijt bovengeschr. soude moegen aengaen, vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.
Onder verbintenissen naer recht daer toe staende. Allet sonder argelist.

Ende des toirconden etc. den 11e maij 1627.

Toelichting:
------------
Cornelis Peter Oirlemans is als momboir van Engeltken aanwezig. Zij is de dochter van PeterJan Peter Faessen en Maria Cornelis van Besauwen. De laatste is de zus van Hendricxken Cornelis Janssen van Besauwen. Cornelis Peter is de oom van Engeltken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 10v/11r]
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
Kohier:
1629     Craenven

Cornelis Peter Oirlemans, nieuw land,
heeft verheven, gestaen op .. stuivers
In ’t geseth daerbij ...4 stuivers 2 oort

De Duicxe Hoeve van nieuw land
Ierst aldus geseth op 5 stuivers
  [bron: Loon op Zand - Dorpsbestuur Inv. 646 bl. 3 Staat van gewijzigde aanslagen of settinghe van nieuwe landerijen]
Schuld:
11-04-1637     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 27v d.d. 11-4-1637.

Geeridt sone Jan Dominicus heeft bekent ende beleden wel ende deuchdelijck
schuldich te wesen

Hendricxen dochtere Cornelis van Besauwen naegelaeten
weduwe wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen schoonmoeder

de somme van hondert ca. gld. goet ganckbaer gelt
ende dat ter causen van coop van seeckere
erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen, soe van ploegh, eechde, potten, ketels, beesten ende anderssins bij de voorst. Hendricxken hem gelover vercocht ende te dancke gelevert soe hij verclaerde.

Gelovende de voorst. Geeridt sone Jan Dominicus als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voorst. Hendrickxken dochtere Cornelis van Besauwen
van de voorst. somme van hondert ca. gld. jaerlijcx intrest sal betaelen vijff ca. gld. 10 st. ende dat soe lange geduerende als de voorst. Hendricxken gelieven sal hem gelover de voorst. somme onder te laeten oft anderssins ter tijdt toe zij de voorst. somme wederomme van doen sal hebben.

Van welcke intrest het ierst jaer verschijnen sal St. Janssemisse 1638.

Dies is ondersprocken dat oft t gebeurden dat de voorst. Hendricxken Cornelis de voorst. somme van hondert ca. gulden wederomme begeerden te hebben, oft dat oijck de voorst. gelover de selve wederomme begeerden te schieten, dat partijen respective het selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende vercondigen.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 11e aprilis 1637.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f27v]
Testament:
24-09-1621     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 138r d.d. 24-9-1621.

In den naem ons heeren ende salichmakers Jesu Christu. Amen.

Bij den innehouden van desen tegenwoirdigen instrumenten van testamente sij kennelijck eenen iegelijcken dat in den jaere des selfs ons heeren ende salichmakers duijsent seshondert ende eenentwintich den 24e dach der maendt september,
compareerden voor ons schepenen hier ondergenoempt de eerbare

Mariken weduwe wijlen Cornelis Jansse Besauwen ingesetene deser heerlicheijt Loon,
door de gratie Godts gesont ende welvarende, gaende, staende ende haer verstant ende memorie in alles seer wel machtich wesende ende gebruijckende als claerlijck scheen ende bleeck.

Bekennende etc. de selven comparante dat sij seede ende verclaerden, heeft gemaeckt, geordineert ende gesloten, maect, ordineert ende sluijt bij desen haer testament, lesten ende vuijterste wille,

willende ende begerende vuijterlijcke dat dit haer testament ende vuijterste wille, sal stadt grijpen, van waerden gehouden worden ende effect sorteren, het sij bij forme van testament, codicille, gifte oft maeckingen die men heet ter saecke van der doot oft andersssints soo iemants testament ende vuijterste wille naer den geestelijcken ende wereltlijcke rechten alder best van werden sijn mach.

In den iersten beveelt sij testatrice haere siele soo wanneer die vuijt haer lichaem sceijden sal Gode Almachtich ende haer lichaem der gewijder aerden.

Ende hier mee comende totte dispositie van haere goederen in haeren weduwelijcke staet geconquesteert, gecocht ende vercregen van wijlen Peter Jan Peter Faessen volgens het besceet daer van sijnde, ordineert ende begeert de selven testatrice dat naer

haerder afflijvicheijt de voirst. goederen voor deen helft sullen succedeeren ende devoleren tot behoeff van Bertrom Cornelis haeren soone.

Ende dander helft tot behoeff van Handricxke Cornelis haere dochtere ende des voirst. Handricxkens kijnderen bij Cornelis Peter Oerlmans verwect.

De voirst. Handricxken ter tochten ende de voirst. kijnderen ten erffrecht. De voirst. Bertrom, Handricxken ende kijnderen in de voirst. goederen haere erffgenaemen instituerende. Ende verclaerende de voirst. testatrice etc.

Testes, Dingeman Jansse ende Corst Heijligers. Actum ut supra.

Toelichting:
------------
De goederen komen van Peter Jan Peter Faessen. Die was getrouwd met Maria Cornelis van Besauwen, een andere dochter van Cornelis Jansen van Besauwen en Mariken Hendrick Stevens.

Cornelis Peter Oerlmans is momboir van dochter Engeltken uit dat huwelijk. Dat staat vermeld als zij trouwt en de huwelijkse voorwaarden voor de Schepenbank opgesteld worden op 11 mei 1627.
Hoe de goederen dan toekomen aan Mariken, begrijp ik niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 138r]
Transport:
21-01-1633     RAT. Loon op Zand. R 66 f 6v/7r d.d. 21-1-1633.

Jan Adriaen Robben als wettich momboir van Claesken onmondige dochtere bovengeschr. int bijwesen ende met consent van Goijaert van Duppen als stadthouder tot Venloon.

Een vierde part onbedeelt in een stuck eckerlants twee loopensaet oft daer omtent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenvenne,
oistwaerts aen Jan Adriaen Huijben,
zuijtwaert aen Loijen stege,
westwaerts aen Lodewijck Adriaens ende meer
andere ende noirtwaert aen den heije.

Noch een vierde part onbedeelt in een stucxke lants genoempt
den Geer,
oistwaert aen den voorst. Lodewijck ende zijne consoirten,
zuijtwaerts aen de erffgenaemen wijlen Adriaen Huijben,
westwaert de kinderen van Anneken Pauwels ende
noirtwaert aen den heije.

Ende noch een vierde part in de oistenzijde van een heijevelt gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Adriaen Huijben,
zuijtwaert aen de voorst. stege,
westwaert aen de weduwe ende kinderen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende noirtwaert aen eenen onbekende, soe hij seijde.

Heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden sone wijlen Hendrick Wouterssen Span voor de eene helft, ende Lodewijck Adriaenssen voor de andere helft.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. mombir op verbintenisse van allen
de goederen der voorst. onmondige dochtere, hebbende ende vercrijgende de voorst. parcheelen van goederen den voorst. Ghijsberden ende Lodewijcken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part van eenen sester roggen sjaers aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels.
Noch 2 st. ende 1 penning sjaers aen den heijlige geest van Loon in eenen meerdere rente ende noch de gerechticheijt van sheeren chijns met recht, hier vuijt te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
In t Craenven woont de weduwe van Cornelis Peter Oirlemans met haar kinderen. Hierdoor weet ik, dat hij voor die tijd overleden is.
De weduwe, dat zal zijn 2e vrouw Hendricxken zijn.

Die zal op 23 juli 1637 overlijden. Daar staat in het boek met de overlijdens: uxor, ofwel echtgenote, maar verwacht daar vidua, ofwel weduwe. Dan heb ik mijn twijfels, klopt het wel?
Ik kijk het boek met de overlijdens na: er komt alleen uxor voor, geen vidua.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 6v/7r]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
van 17-11-1583 tot 10-01-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 547r los stuk d.d. 17-11-1583.

Ick Truijcken Peter Gerit Oermans dochter beken voor mij ende voor mijn broeders
ontvangen te hebben die somme van 4 ca. gld. ofte in specie daer voor soe hollantse daelder ende dat op reckeningen ende mindernisse

van Ariaen Joesten gekocht heeft van ons erfgenamen Peter Gerit Oermans zaeliger erfgoet,

welcke penningen corten sullen ende betaelingen strecken sal aen Ariaen Joesten van den coop voorst. Ende voor ons schepenen sijn tellen.

In presentie van Willem Martens ende Jan Meeussen als schepenen. Actum den 17e november 1583 stilo novo

RAT. Loon op Zand. R 58 f 547v d.d. 10-1-1584. los stuk.
Ariaen Joesten heeft betaelt
aen handen Cornelis Peter Gerit Oermanssoon

die somme van 3 ca. gld. ende dat ter causen van erfgoet op rekeningen ende mindernisse van den goet dat Ariaen Joesten gekocht heeft

van die erfgenamen Peter Gerit Oermans saeliger,

in presentie van Jan Willemsse Vucht ende Lambert Geritssen die dit onderteckent hebben.
Actum den 10e januari 1584. stilo novo.


RAT. Loon op Zand. R 58 f 548r los stuk.
Ick Laureijs Jaspersse (van den Hoiven) beken ontvangen te hebben van Adrijaen Joesten 3 ½ ka. gld. en 4 st. van een schultbrief.

Betreffende de erfgenaemen van Peter Gerit Oermans etc.

Toelichting:
------------
In deze akten is als naam Oermans gebruikt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 547r, 547v, 548r losse stukken]
van 12-04-1607 tot 12-06-1612     Pdf Inv.nr. 60, folio 63v en f 64r d.d. 12-4-1607. (beschadiging)

Mari weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen,
Bertrom Cornelis,
Cornelis Peter Oerlemans als man van Hendrikse Cornelis,
Peter Jansse als man ende momboir van Marike Cornelis, ende met consent van de heer,

hebben sij wel ende wettelijck vercocht aan Jan Franssen Vrindt
seckere erffenisse huijs, hof, saijlandt, weijlandt, bodems en heijbodems daertoe behorende, gelegen in de heerlijckheijt
Venloon ter plaetse geheeten ….. het huijs,
oostwaerts aen de weduwe…,
suijtwaerts sheerenstraet,
westwaerts Goiaert Jan Peter Faessen en
noortwaerts Jan J…..

Noch twee ackerkens oost en noort aen …., suijtwaerts Aert Huijben, west Duijcxse ho….

Noch eenen acker over Loiensteegh,
oost Andries Geritsse,
suijt Loiensteegh,
west Ae…. ende
noortwaerts de kijnder van Adriaen Verdiesen.


De voorst. weduwe van Lijntken blijnd Ariaens aenbestorven zo men verclaerden.

Ende hebben het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Mari, weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen met den haeren, onder verbijntenissen van haer lieder persoon ende goederen, dit opdraghen ende overgeven
den voirst. Jan Franssen Vrindt altois vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen een renthe van 6 gld. jaerlijcx aen Lambertke weduwe wijlen Jan Joosten van Udenhout.

Noch 30 stuijvers jaerlijcks aen den ghene recht daer toe hebbende.
Noch ses vaeten rogghen ten Bossche te betaelen ende des heeren gront chijns met recht daer uijtgaende.

Testes, Cornelis Dirckxse en Balthasar Ferdinandus den 12e april 1607.


Inv.nr. 60, folio 64r d.d. 12-4-1607.

Jan Franssen Vrindt heeft gelooft ende gelooft mits deesen,
Mari, weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen ende haere kijnder
de som van 160 gld. ter cause van coop van erfgoet,
te betaelen in vier termijnen,
50 gld. gereet, dier welcke sij lieden alrede bekende ontfanghen te hebben, ende te lichtmis toekomende 1608 de somme van 36 gld. 13 st. 1 oirt ende soo van lichtmis tot lichtmis tot volder betalingen.

Daer voor verbijndende die voirst. Jan Fransse Vrindt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende egheen uijtgescheiden ende specialijck stellende het selven goet tot waerborch.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 60, folio 64v d.d. 12-4-1607.

Peter Jansse Peter Faessen als man van Marike dochter Cornelis Jansse Bijsauwen,

alsulcke actie ende gerechtigheijt van alle hetghene soo haeff als erven als hij met de voorschr. Marike be..... heeft
ende haer van haere vader aenbestorven was,
geleghen binnen deser heerlijckheijt opt Craenven,
heeft hij wel ende wettelijck opgedraghen ende overgegeven aan
Mari weduwe Cornelis Jansse van Besauwen.

Ende heeft het haer opgedraghen ende overgeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Peter Jansse onder verbijntenissen van sijnen
persoon ende goederen, present ende toecomende,
dit opdraghen ende overgeven de voorst. Marij
altois vast ende van waerden te houden.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 60, folio 64v d.d. 12-4-1607.

Mari weduwe wijlen Cornelis Jansse van Besauwen heeft gelooft ende geloift mitsdese Peter Jan Peter Faessen de som van 250 gld. te betalen in vijf termijnen,
waeraff den ierste termijn verschijnen sal te Lichtmis toecomende anno 1608 en zo van Lichtmis tot Lichtmis voller betalingen.

Daer voor verbijndende etc. Testes et actum ut supra.


In kantlijn bijgeschreven : Peter Jan Peter Faessen bekent op dese gelofte ontvangen te hebben 150 gld. waarmede betaelt sijn de drie ierste termijnen, actum 26 april 1610.

Item: Peter Jan Peter Faessen heeft bekent van dese gelofte ten vollen betaelt te sijn en daarom alhier geroieert den 12e juni 1612.

Toelichting:
-------------
Jan Fransen Vrindt verkoopt de stede op 28 februari 1612 aan Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 63v-64v]
Cornelis:
(1) trouwde met Marie Jan Stevens.
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
(2) trouwde vóór donderdag 12 april 1607 [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 63v-64r] met Hendricxken Cornelis Janssen van Besauwen (afb. 69).
Notitie bij het huwelijk van Cornelis en Hendricxken: In de akte van 12 april 1607 is Cornelis Peter Oerlemans de man van Hendrikske Cornelis van Bijsauwen
Hendricxken is een dochter van Cornelis Janssen van Besauwen en Mariken Hendrick Stevens. Hendricxken is overleden op donderdag 23 juli 1637 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Overlijdens 1624-1648 f. 122 scan 170].
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
Schuld:
11-04-1637     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 27v d.d. 11-4-1637.

Geeridt sone Jan Dominicus heeft bekent ende beleden wel ende deuchdelijck
schuldich te wesen

Hendricxen dochtere Cornelis van Besauwen naegelaeten
weduwe wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen schoonmoeder

de somme van hondert ca. gld. goet ganckbaer gelt
ende dat ter causen van coop van seeckere
erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen, soe van ploegh, eechde, potten, ketels, beesten ende anderssins bij de voorst. Hendricxken hem gelover vercocht ende te dancke gelevert soe hij verclaerde.

Gelovende de voorst. Geeridt sone Jan Dominicus als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voorst. Hendrickxken dochtere Cornelis van Besauwen
van de voorst. somme van hondert ca. gld. jaerlijcx intrest sal betaelen vijff ca. gld. 10 st. ende dat soe lange geduerende als de voorst. Hendricxken gelieven sal hem gelover de voorst. somme onder te laeten oft anderssins ter tijdt toe zij de voorst. somme wederomme van doen sal hebben.

Van welcke intrest het ierst jaer verschijnen sal St. Janssemisse 1638.

Dies is ondersprocken dat oft t gebeurden dat de voorst. Hendricxken Cornelis de voorst. somme van hondert ca. gulden wederomme begeerden te hebben, oft dat oijck de voorst. gelover de selve wederomme begeerden te schieten, dat partijen respective het selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende vercondigen.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 11e aprilis 1637.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f27v]
Testament:
24-09-1621     Pdf RAT. Loon op Zand. R 63 f 138r d.d. 24-9-1621.

In den naem ons heeren ende salichmakers Jesu Christu. Amen.

Bij den innehouden van desen tegenwoirdigen instrumenten van testamente sij kennelijck eenen iegelijcken dat in den jaere des selfs ons heeren ende salichmakers duijsent seshondert ende eenentwintich den 24e dach der maendt september,
compareerden voor ons schepenen hier ondergenoempt de eerbare

Mariken weduwe wijlen Cornelis Jansse Besauwen ingesetene deser heerlicheijt Loon,
door de gratie Godts gesont ende welvarende, gaende, staende ende haer verstant ende memorie in alles seer wel machtich wesende ende gebruijckende als claerlijck scheen ende bleeck.

Bekennende etc. de selven comparante dat sij seede ende verclaerden, heeft gemaeckt, geordineert ende gesloten, maect, ordineert ende sluijt bij desen haer testament, lesten ende vuijterste wille,

willende ende begerende vuijterlijcke dat dit haer testament ende vuijterste wille, sal stadt grijpen, van waerden gehouden worden ende effect sorteren, het sij bij forme van testament, codicille, gifte oft maeckingen die men heet ter saecke van der doot oft andersssints soo iemants testament ende vuijterste wille naer den geestelijcken ende wereltlijcke rechten alder best van werden sijn mach.

In den iersten beveelt sij testatrice haere siele soo wanneer die vuijt haer lichaem sceijden sal Gode Almachtich ende haer lichaem der gewijder aerden.

Ende hier mee comende totte dispositie van haere goederen in haeren weduwelijcke staet geconquesteert, gecocht ende vercregen van wijlen Peter Jan Peter Faessen volgens het besceet daer van sijnde, ordineert ende begeert de selven testatrice dat naer

haerder afflijvicheijt de voirst. goederen voor deen helft sullen succedeeren ende devoleren tot behoeff van Bertrom Cornelis haeren soone.

Ende dander helft tot behoeff van Handricxke Cornelis haere dochtere ende des voirst. Handricxkens kijnderen bij Cornelis Peter Oerlmans verwect.

De voirst. Handricxken ter tochten ende de voirst. kijnderen ten erffrecht. De voirst. Bertrom, Handricxken ende kijnderen in de voirst. goederen haere erffgenaemen instituerende. Ende verclaerende de voirst. testatrice etc.

Testes, Dingeman Jansse ende Corst Heijligers. Actum ut supra.

Toelichting:
------------
De goederen komen van Peter Jan Peter Faessen. Die was getrouwd met Maria Cornelis van Besauwen, een andere dochter van Cornelis Jansen van Besauwen en Mariken Hendrick Stevens.

Cornelis Peter Oerlmans is momboir van dochter Engeltken uit dat huwelijk. Dat staat vermeld als zij trouwt en de huwelijkse voorwaarden voor de Schepenbank opgesteld worden op 11 mei 1627.
Hoe de goederen dan toekomen aan Mariken, begrijp ik niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 63 f. 138r]
Transport:
21-01-1633     RAT. Loon op Zand. R 66 f 6v/7r d.d. 21-1-1633.

Jan Adriaen Robben als wettich momboir van Claesken onmondige dochtere bovengeschr. int bijwesen ende met consent van Goijaert van Duppen als stadthouder tot Venloon.

Een vierde part onbedeelt in een stuck eckerlants twee loopensaet oft daer omtent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenvenne,
oistwaerts aen Jan Adriaen Huijben,
zuijtwaert aen Loijen stege,
westwaerts aen Lodewijck Adriaens ende meer
andere ende noirtwaert aen den heije.

Noch een vierde part onbedeelt in een stucxke lants genoempt
den Geer,
oistwaert aen den voorst. Lodewijck ende zijne consoirten,
zuijtwaerts aen de erffgenaemen wijlen Adriaen Huijben,
westwaert de kinderen van Anneken Pauwels ende
noirtwaert aen den heije.

Ende noch een vierde part in de oistenzijde van een heijevelt gelegen aldaer oistwaert de erffgenaemen van Adriaen Huijben,
zuijtwaert aen de voorst. stege,
westwaert aen de weduwe ende kinderen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende noirtwaert aen eenen onbekende, soe hij seijde.

Heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden sone wijlen Hendrick Wouterssen Span voor de eene helft, ende Lodewijck Adriaenssen voor de andere helft.
Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorn. mombir op verbintenisse van allen
de goederen der voorst. onmondige dochtere, hebbende ende vercrijgende de voorst. parcheelen van goederen den voorst. Ghijsberden ende Lodewijcken te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen een vierde part van eenen sester roggen sjaers aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels.
Noch 2 st. ende 1 penning sjaers aen den heijlige geest van Loon in eenen meerdere rente ende noch de gerechticheijt van sheeren chijns met recht, hier vuijt te vergelden staende.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
In t Craenven woont de weduwe van Cornelis Peter Oirlemans met haar kinderen. Hierdoor weet ik, dat hij voor die tijd overleden is.
De weduwe, dat zal zijn 2e vrouw Hendricxken zijn.

Die zal op 23 juli 1637 overlijden. Daar staat in het boek met de overlijdens: uxor, ofwel echtgenote, maar verwacht daar vidua, ofwel weduwe. Dan heb ik mijn twijfels, klopt het wel?
Ik kijk het boek met de overlijdens na: er komt alleen uxor voor, geen vidua.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 6v/7r]
Verkoop:
van 12-04-1607 tot 12-06-1612     Pdf Inv.nr. 60, folio 63v en f 64r d.d. 12-4-1607. (beschadiging)

Mari weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen,
Bertrom Cornelis,
Cornelis Peter Oerlemans als man van Hendrikse Cornelis,
Peter Jansse als man ende momboir van Marike Cornelis, ende met consent van de heer,

hebben sij wel ende wettelijck vercocht aan Jan Franssen Vrindt
seckere erffenisse huijs, hof, saijlandt, weijlandt, bodems en heijbodems daertoe behorende, gelegen in de heerlijckheijt
Venloon ter plaetse geheeten ….. het huijs,
oostwaerts aen de weduwe…,
suijtwaerts sheerenstraet,
westwaerts Goiaert Jan Peter Faessen en
noortwaerts Jan J…..

Noch twee ackerkens oost en noort aen …., suijtwaerts Aert Huijben, west Duijcxse ho….

Noch eenen acker over Loiensteegh,
oost Andries Geritsse,
suijt Loiensteegh,
west Ae…. ende
noortwaerts de kijnder van Adriaen Verdiesen.


De voorst. weduwe van Lijntken blijnd Ariaens aenbestorven zo men verclaerden.

Ende hebben het hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Mari, weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen met den haeren, onder verbijntenissen van haer lieder persoon ende goederen, dit opdraghen ende overgeven
den voirst. Jan Franssen Vrindt altois vast ende van waerden te houden ende te vrijen ende te waeren.

Uitgenomen een renthe van 6 gld. jaerlijcx aen Lambertke weduwe wijlen Jan Joosten van Udenhout.

Noch 30 stuijvers jaerlijcks aen den ghene recht daer toe hebbende.
Noch ses vaeten rogghen ten Bossche te betaelen ende des heeren gront chijns met recht daer uijtgaende.

Testes, Cornelis Dirckxse en Balthasar Ferdinandus den 12e april 1607.


Inv.nr. 60, folio 64r d.d. 12-4-1607.

Jan Franssen Vrindt heeft gelooft ende gelooft mits deesen,
Mari, weduwe wijlen Cornelis van Bijsauwen ende haere kijnder
de som van 160 gld. ter cause van coop van erfgoet,
te betaelen in vier termijnen,
50 gld. gereet, dier welcke sij lieden alrede bekende ontfanghen te hebben, ende te lichtmis toekomende 1608 de somme van 36 gld. 13 st. 1 oirt ende soo van lichtmis tot lichtmis tot volder betalingen.

Daer voor verbijndende die voirst. Jan Fransse Vrindt sijnen persoon ende goederen, present ende toecomende egheen uijtgescheiden ende specialijck stellende het selven goet tot waerborch.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 60, folio 64v d.d. 12-4-1607.

Peter Jansse Peter Faessen als man van Marike dochter Cornelis Jansse Bijsauwen,

alsulcke actie ende gerechtigheijt van alle hetghene soo haeff als erven als hij met de voorschr. Marike be..... heeft
ende haer van haere vader aenbestorven was,
geleghen binnen deser heerlijckheijt opt Craenven,
heeft hij wel ende wettelijck opgedraghen ende overgegeven aan
Mari weduwe Cornelis Jansse van Besauwen.

Ende heeft het haer opgedraghen ende overgeven met afgaen ende vertijden alsoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende die voirst. Peter Jansse onder verbijntenissen van sijnen
persoon ende goederen, present ende toecomende,
dit opdraghen ende overgeven de voorst. Marij
altois vast ende van waerden te houden.

Testes et actum ut supra.


Inv.nr. 60, folio 64v d.d. 12-4-1607.

Mari weduwe wijlen Cornelis Jansse van Besauwen heeft gelooft ende geloift mitsdese Peter Jan Peter Faessen de som van 250 gld. te betalen in vijf termijnen,
waeraff den ierste termijn verschijnen sal te Lichtmis toecomende anno 1608 en zo van Lichtmis tot Lichtmis voller betalingen.

Daer voor verbijndende etc. Testes et actum ut supra.


In kantlijn bijgeschreven : Peter Jan Peter Faessen bekent op dese gelofte ontvangen te hebben 150 gld. waarmede betaelt sijn de drie ierste termijnen, actum 26 april 1610.

Item: Peter Jan Peter Faessen heeft bekent van dese gelofte ten vollen betaelt te sijn en daarom alhier geroieert den 12e juni 1612.

Toelichting:
-------------
Jan Fransen Vrindt verkoopt de stede op 28 februari 1612 aan Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 60 f. 63v-64v]
Kinderen van Cornelis en Marie:
oirlemans_jan_cornelis_peter__adriaen__cornelis__claes__dierck__en_cathelijn_op_16_jan._1638_zien_af_van_een_akker_tbv_jenneken_en_mayken_c.p._oirlemans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_55v.jpg oirlemans_jan_cornelis_peter__adriaen__cornelis__claes__dierck__en_cathelijn_op_16_jan._1638_zien_af_van_een_akker_tbv_jenneken_en_mayken_c.p._oirlemans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._68_f_55r.jpg joosten_cornelis__man_van_jenneken_cornelis_peter_oirlemans__verkoopt_op_7_mrt_1639_een_akker_op_t_craenven__ook_voor_5_kinderen_wijlen_mayken_c.p._oirlemans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.69_f._30r.jpg joosten_cornelis__man_van_jenneken_cornelis_peter_oirlemans__verkoopt_op_7_mrt_1639_een_akker_op_t_craenven__ook_voor_5_kinderen_wijlen_mayken_c.p._oirlemans_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.69_f._30v.jpg
70 Oirlemans Jan Cornelis Peter, Adriaen, Cornelis, Claes, Dierck, en Cathelijn op 16 jan. 1638 zien af van een akker tbv Jenneken en Mayken C.P. Oirlemans - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v
71 Oirlemans Jan Cornelis Peter, Adriaen, Cornelis, Claes, Dierck, en Cathelijn op 16 jan. 1638 zien af van een akker tbv Jenneken en Mayken C.P. Oirlemans - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55r
72 Joosten Cornelis, man van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, verkoopt op 7 mrt 1639 een akker op t Craenven, ook voor 5 kinderen wijlen Mayken C.P. Oirlemans - Loon op Zand - Schepenbank Inv.69 f. 30r
73 Joosten Cornelis, man van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, verkoopt op 7 mrt 1639 een akker op t Craenven, ook voor 5 kinderen wijlen Mayken C.P. Oirlemans - Loon op Zand - Schepenbank Inv.69 f. 30v
I. Jenneken Cornelis Peter Oirlemans (afb. 70 t/m 73). Jenneken is overleden na maandag 7 maart 1639.
Adres:
16-01-1638     Sprang   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
07-03-1639     Pdf RAT. Loon op Zand. 781. R 69 f 30r/v d.d. 7-3-1639.

Cornelis Joosten als man ende momboir van Jenneken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans, daer moeder aff was Marie Jan Stevensdochtere,

de helft onbedeijlt van eenen ackerlants vijff loopensaet oft daeromtrent int geheel begrijpende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erffgenaemen wijlen Geeridt
Geeritssen de Groot ende meer anderen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noirtwaerts Jan Willem Gijben ende meer anderen, ende

waervan de wederhelft is toebehoirende de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts woonende tot Heusden, bij den selven ende wijlen Maijken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans tsaemen verweckt.

Ende welcke ackerlant de voorst. Cornelis Joosten in der voorst. qualiteijt ende de voorst. vijff onmondige kinderen bij verthijenisse ende renuntiare tsaemen vercregen hadden tegens Jannen sone des voorst. wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Hendricxken Cornelis, zijne 2e huijsvrouwe

ende tegens desselffs Jans broeders ende swaeger prout in
litteris scabinorum de Venloon de date 16 januarij 1638,

heeft hij wettelijck ende erffelijk opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden Claessen Buennen ten behoefnne van de voorgen. vijff onmondige kinderen des voorst. Peter Ghijsberts verweckt als voor bij de voorst. Maijken zijne overledene huijsvrouwe cum litteris et jure etc.

Vuijtgenomen eenen st. chijns jaerlijcx aen mijn heere van Loon te
vergelden ende noch de helft van twee vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht die men aen den erffgenaemen wijlen Meester Jan Schenkels schuldich is te gelden.

Testes G. Claessen et B. Stoffelen. Actum 7e martij 1639.

Toelichting:
-------------

Cornelis Joosten, ofwel voor zijn vrouw Jenneken en Peter Ghijsberts en zijn 5 onmondige kinderen, ofwel voor zijn vrouw Mayken,
hebben het akkerland in t Craenven verkregen "bij vertheijnisse en renuntiaire vercregen tegens Jannen sone".

Bij renuntiatie doet iemand afstand van zijn rechten. Ik verwacht, dat Jan afgezien heeft van zijn aanspraken op de akker.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f. 30r en v]
10-10-1654     Pdf Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v

Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, zonen van Maijken Cornelis Oirlemans;
de genoemde Ghijsbert tevens als gemachtigde van zijn broer Jan Peeterssen, kleermaker te Antwerpen, en
zijn zuster Maria Peeterssen;
de genoemde Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken Peters, ook dochter van Maijken Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Jenneken Adriaen Janssen van Oisterhout (1/2) en Herman Cornelissen van Heijst (1/2)


Jan Cornelis Oirlemans en Cornelis Joosten stellen zich borg voor alle mogelijke lasten op de goederen die Maijken Cornelis Oirlemans op heden getransporteerd heeft.


Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, tevens voor hun broer en zuster Jan en Maria Peeterssen, bekennen dat zij alle kooppenningen ontvangen hebben die Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst hen verschuldigd waren terzake van een transport op heden, 10-10-1654


Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst bekennen schuldig te zijn aan Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken, onmondige dochter van Peter Ghijsbertssen en Maijken Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 26 gulden en 13 stuivers terzake van een transport op heden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 26-8-1659 door Herman Cornelis van Heijst en Stoffel Bastiaenssen de Leeuw bij Jan Cornelis Oirlemans ingelost is.


Jenneken Adriaen Janssen komt een deling overeen met Herman Cornelissen van Heijst van de goederen die zij op heden getransporteerd hebben gekregen.

Toelichting:

Cornelis Joosten is getrouwd met Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, en is een dochter van Cornelis Peter Oirlemans en Marie Jan Stevens.
Mayken woonde samen met Peter Gijsberts in Heusden.
Jan Cornelis Peter Oirlemans is een halfbroer uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans met Hendricken Cornelis (akte 7 maart 1639)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v]
Jenneken trouwde met Cornelis Joosten.
Adres:
16-01-1638     Sprang   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
oirlemans_mayken_cornelis_peter__wijlen__haar_kinderen_verkopen_een_akker_in__t_craenven__en_jan_corn._oirlemans_is_borg_voor_de_lasten_op_de_akker_op_10_okt._1654_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._76_f._31r.jpg oirlemans_mayken_cornelis_peter__wijlen__haar_kinderen_verkopen_een_akker_in__t_craenven__en_jan_corn._oirlemans_is_borg_voor_de_lasten_op_de_akker_op_10_okt._1654_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._76_f._31v.jpg
74 Oirlemans Mayken Cornelis Peter, wijlen, haar kinderen verkopen een akker in ’t Craenven, en Jan Corn. Oirlemans is borg voor de lasten op de akker op 10 okt. 1654 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 76 f. 31r
75 Oirlemans Mayken Cornelis Peter, wijlen, haar kinderen verkopen een akker in ’t Craenven, en Jan Corn. Oirlemans is borg voor de lasten op de akker op 10 okt. 1654 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 76 f. 31v
II. Mayken Cornelis Peter Oirlemans (afb. 74 en 75). Mayken is overleden vóór zaterdag 16 januari 1638.
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
07-03-1639     Pdf RAT. Loon op Zand. 781. R 69 f 30r/v d.d. 7-3-1639.

Cornelis Joosten als man ende momboir van Jenneken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans, daer moeder aff was Marie Jan Stevensdochtere,

de helft onbedeijlt van eenen ackerlants vijff loopensaet oft daeromtrent int geheel begrijpende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erffgenaemen wijlen Geeridt
Geeritssen de Groot ende meer anderen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noirtwaerts Jan Willem Gijben ende meer anderen, ende

waervan de wederhelft is toebehoirende de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts woonende tot Heusden, bij den selven ende wijlen Maijken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans tsaemen verweckt.

Ende welcke ackerlant de voorst. Cornelis Joosten in der voorst. qualiteijt ende de voorst. vijff onmondige kinderen bij verthijenisse ende renuntiare tsaemen vercregen hadden tegens Jannen sone des voorst. wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Hendricxken Cornelis, zijne 2e huijsvrouwe

ende tegens desselffs Jans broeders ende swaeger prout in
litteris scabinorum de Venloon de date 16 januarij 1638,

heeft hij wettelijck ende erffelijk opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden Claessen Buennen ten behoefnne van de voorgen. vijff onmondige kinderen des voorst. Peter Ghijsberts verweckt als voor bij de voorst. Maijken zijne overledene huijsvrouwe cum litteris et jure etc.

Vuijtgenomen eenen st. chijns jaerlijcx aen mijn heere van Loon te
vergelden ende noch de helft van twee vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht die men aen den erffgenaemen wijlen Meester Jan Schenkels schuldich is te gelden.

Testes G. Claessen et B. Stoffelen. Actum 7e martij 1639.

Toelichting:
-------------

Cornelis Joosten, ofwel voor zijn vrouw Jenneken en Peter Ghijsberts en zijn 5 onmondige kinderen, ofwel voor zijn vrouw Mayken,
hebben het akkerland in t Craenven verkregen "bij vertheijnisse en renuntiaire vercregen tegens Jannen sone".

Bij renuntiatie doet iemand afstand van zijn rechten. Ik verwacht, dat Jan afgezien heeft van zijn aanspraken op de akker.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f. 30r en v]
10-10-1654     Pdf Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v

Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, zonen van Maijken Cornelis Oirlemans;
de genoemde Ghijsbert tevens als gemachtigde van zijn broer Jan Peeterssen, kleermaker te Antwerpen, en
zijn zuster Maria Peeterssen;
de genoemde Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken Peters, ook dochter van Maijken Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Jenneken Adriaen Janssen van Oisterhout (1/2) en Herman Cornelissen van Heijst (1/2)


Jan Cornelis Oirlemans en Cornelis Joosten stellen zich borg voor alle mogelijke lasten op de goederen die Maijken Cornelis Oirlemans op heden getransporteerd heeft.


Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, tevens voor hun broer en zuster Jan en Maria Peeterssen, bekennen dat zij alle kooppenningen ontvangen hebben die Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst hen verschuldigd waren terzake van een transport op heden, 10-10-1654


Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst bekennen schuldig te zijn aan Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken, onmondige dochter van Peter Ghijsbertssen en Maijken Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 26 gulden en 13 stuivers terzake van een transport op heden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 26-8-1659 door Herman Cornelis van Heijst en Stoffel Bastiaenssen de Leeuw bij Jan Cornelis Oirlemans ingelost is.


Jenneken Adriaen Janssen komt een deling overeen met Herman Cornelissen van Heijst van de goederen die zij op heden getransporteerd hebben gekregen.

Toelichting:

Cornelis Joosten is getrouwd met Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, en is een dochter van Cornelis Peter Oirlemans en Marie Jan Stevens.
Mayken woonde samen met Peter Gijsberts in Heusden.
Jan Cornelis Peter Oirlemans is een halfbroer uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans met Hendricken Cornelis (akte 7 maart 1639)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v]
Mayken trouwde met Peter Ghijsberts.
Adressen:
16-01-1638     Heusden (In deze akten staat dat Peter Ghijsbreghts met de 5 onmondige kinderen in Heusden woont.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
07-03-1639     Heusden   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f30r en v]
Transport:
07-03-1639     Pdf RAT. Loon op Zand. 781. R 69 f 30r/v d.d. 7-3-1639.

Cornelis Joosten als man ende momboir van Jenneken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans, daer moeder aff was Marie Jan Stevensdochtere,

de helft onbedeijlt van eenen ackerlants vijff loopensaet oft daeromtrent int geheel begrijpende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erffgenaemen wijlen Geeridt
Geeritssen de Groot ende meer anderen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noirtwaerts Jan Willem Gijben ende meer anderen, ende

waervan de wederhelft is toebehoirende de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts woonende tot Heusden, bij den selven ende wijlen Maijken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans tsaemen verweckt.

Ende welcke ackerlant de voorst. Cornelis Joosten in der voorst. qualiteijt ende de voorst. vijff onmondige kinderen bij verthijenisse ende renuntiare tsaemen vercregen hadden tegens Jannen sone des voorst. wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Hendricxken Cornelis, zijne 2e huijsvrouwe

ende tegens desselffs Jans broeders ende swaeger prout in
litteris scabinorum de Venloon de date 16 januarij 1638,

heeft hij wettelijck ende erffelijk opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden Claessen Buennen ten behoefnne van de voorgen. vijff onmondige kinderen des voorst. Peter Ghijsberts verweckt als voor bij de voorst. Maijken zijne overledene huijsvrouwe cum litteris et jure etc.

Vuijtgenomen eenen st. chijns jaerlijcx aen mijn heere van Loon te
vergelden ende noch de helft van twee vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht die men aen den erffgenaemen wijlen Meester Jan Schenkels schuldich is te gelden.

Testes G. Claessen et B. Stoffelen. Actum 7e martij 1639.

Toelichting:
-------------

Cornelis Joosten, ofwel voor zijn vrouw Jenneken en Peter Ghijsberts en zijn 5 onmondige kinderen, ofwel voor zijn vrouw Mayken,
hebben het akkerland in t Craenven verkregen "bij vertheijnisse en renuntiaire vercregen tegens Jannen sone".

Bij renuntiatie doet iemand afstand van zijn rechten. Ik verwacht, dat Jan afgezien heeft van zijn aanspraken op de akker.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f. 30r en v]
10-10-1654     Pdf Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v

Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, zonen van Maijken Cornelis Oirlemans;
de genoemde Ghijsbert tevens als gemachtigde van zijn broer Jan Peeterssen, kleermaker te Antwerpen, en
zijn zuster Maria Peeterssen;
de genoemde Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken Peters, ook dochter van Maijken Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Jenneken Adriaen Janssen van Oisterhout (1/2) en Herman Cornelissen van Heijst (1/2)


Jan Cornelis Oirlemans en Cornelis Joosten stellen zich borg voor alle mogelijke lasten op de goederen die Maijken Cornelis Oirlemans op heden getransporteerd heeft.


Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, tevens voor hun broer en zuster Jan en Maria Peeterssen, bekennen dat zij alle kooppenningen ontvangen hebben die Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst hen verschuldigd waren terzake van een transport op heden, 10-10-1654


Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst bekennen schuldig te zijn aan Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken, onmondige dochter van Peter Ghijsbertssen en Maijken Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 26 gulden en 13 stuivers terzake van een transport op heden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 26-8-1659 door Herman Cornelis van Heijst en Stoffel Bastiaenssen de Leeuw bij Jan Cornelis Oirlemans ingelost is.


Jenneken Adriaen Janssen komt een deling overeen met Herman Cornelissen van Heijst van de goederen die zij op heden getransporteerd hebben gekregen.

Toelichting:

Cornelis Joosten is getrouwd met Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, en is een dochter van Cornelis Peter Oirlemans en Marie Jan Stevens.
Mayken woonde samen met Peter Gijsberts in Heusden.
Jan Cornelis Peter Oirlemans is een halfbroer uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans met Hendricken Cornelis (akte 7 maart 1639)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v]
Kinderen van Cornelis en Hendricxken:
oirlemans_cathelijn_cornelis_peter__wed._van_gerrit_jan_dominicus__door_ongeval_en_neerslag_op_23_juni_l647__sluit_overeenkomst_met_de_dader_op_26_nov._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._71_f.203r.jpg oirlemans_cathelijn_cornelis_peter__wed._van_gerrit_jan_dominicus__door_ongeval_en_neerslag_op_23_juni_l647__sluit_overeenkomst_met_de_dader_op_26_nov._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._71_f.203v.jpg oirlemans_cathelijn_cornelis_peter__wed._van_gerrit_jan_dominicus__door_ongeval_en_neerslag_op_23_juni_l647__sluit_overeenkomst_met_de_dader_op_26_nov._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._71_f.204r.jpg oirlemans_cathelijn_cornelis_peter__wed._van_gerrit_jan_dominicus__door_ongeval_en_neerslag_op_23_juni_l647__sluit_overeenkomst_met_de_dader_op_26_nov._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._71_f.204v.jpg oirlemans_cathelijn_cornelis_peter__wed._van_gerrit_jan_dominicus__door_ongeval_en_neerslag_op_23_juni_l647__sluit_overeenkomst_met_de_dader_op_26_nov._1647_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._71_f.205r.jpg
76 Oirlemans Cathelijn Cornelis Peter, wed. van Gerrit Jan Dominicus, door ongeval en neerslag op 23 juni l647, sluit overeenkomst met de dader op 26 nov. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.203r
77 Oirlemans Cathelijn Cornelis Peter, wed. van Gerrit Jan Dominicus, door ongeval en neerslag op 23 juni l647, sluit overeenkomst met de dader op 26 nov. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.203v
78 Oirlemans Cathelijn Cornelis Peter, wed. van Gerrit Jan Dominicus, door ongeval en neerslag op 23 juni l647, sluit overeenkomst met de dader op 26 nov. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.204r
79 Oirlemans Cathelijn Cornelis Peter, wed. van Gerrit Jan Dominicus, door ongeval en neerslag op 23 juni l647, sluit overeenkomst met de dader op 26 nov. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.204v
80 Oirlemans Cathelijn Cornelis Peter, wed. van Gerrit Jan Dominicus, door ongeval en neerslag op 23 juni l647, sluit overeenkomst met de dader op 26 nov. 1647 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f.205r
III. Cathelijn Cornelis Peter Oirlemans (afb. 76 t/m 80). Cathelijn is overleden na zaterdag 16 januari 1649.
Adres:
26-11-1647     Craenven, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Huwelijkscontract:
26-01-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 140r/v d.d. 16-1-1649.

Allen den ghene die dese sullen sien oft hoiren lesen sa luijt.

Wij Dierck Govaerts van Duppen ende Dingeman Jan Joosten, schepenen in Venloon doen condt eenen ijegelijcke dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in propere persoonen

Dominicus sone wijlen Zacharias Willemssen Schuermans, tegenwoirdich bruijdegom ter eenre, ende

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe wijlen Geeridt Jan Dominicus tegenwoirdich bruijt,
ende met haer Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als wettige momboiren van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geerit aen haer Cathelijn verweckt ter andere zijden.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen met malcanderen veraccordeert ende overcomen te zijn in dese naevolgende manieren, te weten dat de drije onmondige voorkinderen des voorst. wijlen Geeridts vuijt haer Cathelijn als voor geprocreert
ende die kinderen des voorst. Dominicus in desen houwelijck bij haer Cathelijn te verwecken sullen zijn een kinderen
soe inde goederen, die de voorst. bruijdegom ende bruijt van henne respective zijde sullen innebengen, ende nu in eeniger manieren zijn besittende,
als die ghene hen van henne ouders ende vrienden alrede ’t sij ten erffrecht oft ter tochte zijn aenbestorven, ende bij hen in dijer vuegen beseten wordden,
ende de welcke hen respective comparanten bij versterff voorst. noch souden moegen aencomen,
soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden egeene van dijen vuijtgescheijden,
mede oijck inde ghene zij comparanten staende hennen houwelijck tsaemen sullen veroveren ende conquesteren, min oft meer oft de voorst. voorkinderen ende naerkinderen van eenen bedde gesproten waeren.

Ende belangende de goederen, die den voorst. drije onmondige voor kinderen des voorst. wijlen Geerits ende Cathelijn van de zijde van de voorst. Jan Dominicus hennen grootvader ende desselffs Jans huijsvrouwe ende kinderen souden moegen aencomen,
allen de selve sullen die voorst. drije voorkinderen alleen behouden, met exclusie der voorst. naerkinderen in desen houwelijck te procreeren.

Ende oft staende houwelijck bij de voorst. bruijdegom ende bruijt egene kinderen van hender beijder lijffne en geraeckten geprocreert te werdden,
soe sal ’t gene voorst. is cesseren ende de successie hender voort. goederen sal gereguleert wordden naer costuijmen ende lantrechten daer de selve gelegen zijn ten waer nochtans zij comparanten daer aff bevonden wordden gedisponeert te hebben.

Allen dewelck zij comparanten malcanderen gelooft hebben vast ende steedich te houden, te volbrengen ende metten werck naer te gaen ende te comen, doen naergaen ende comen elck voor soe vele hem is aengaende.

Ende des toirconden etc. opten 26e dach der maent januarij anno 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f. 140r en v]
Overeenkomst:
van 26-11-1647 tot 19-09-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 203r/205r d.d. 26-11-1647.

Wij Dingeman Jan Joosten ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen in
Venloon, doen condt eenen ijegelijcken,

dat alsoe (Godt betert) opten 23e junij lestleden seecker ongeval ende neerslach binnen deser voorst. heerlicheijt was geschiedt
inden persoon van wijlen Geeridt Jan Dominicus (wijens siele Godt
genaedich zij)
doer toedoen van Peter sone wijlen Geeridt Jan Adriaens.

Ende dat daer naer inden naeme ende wegen des voorst. Peters delinquant ter bede van Elias ende Adriaen sijne broeders,
ende mede ter supplicatie van ons schepenen ende meester Dierck Coomans, secretaris deser heerlicheijt seeckeren dach van soene
was gepresigneert ende gehouden geweest.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen bovengen. erschenen ende
gecompareert in propere persoonen

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe des voorst. Geeridts afflijvige
met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen, Jan Dominicus vader desselffs afflijvige soe voor hem selven als mede als voocht
ende met hem Jan Cornelis Oirlemans als toesiender van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geeridts verweckt bij de voorst. Cathelijn,
Jan ende Everaert Janssen, broederen des voorgen. afflijvige,
Jan ende Cornelis gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans, broederen der voorst. Cathelijn, ende moederl. oomen der selver onmondige kinderen.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen door interessie ende tusschenspreecken als voor, ende om seeckere redenen ende consideratien,
ende meer genegen wesende tot barmherticheijt ende genaede dan tot reigeur van justitie,
dat zij den voorst. Peteren sone wijlen Geerit Jan Adriaenssen delinquant ’t
voorst. ongeval ende neerslach om Godts Willem hebben vergeven, quijtgeschouwen ende geremitteert, gelijck zij ’t selve hem vergeven, quijtschelden ende remitteren
midts desen voor soe vele als in hen ende in hender macht is. Op conditie nochtans
dat de voorst. Peeter delinquant in teecken van berouw ende leetwesen sal doen eenen voetval ten huijse des voorst. secretaris van Venloon ter presentie ende aensien van de voorst. naeste vrienden
ende ten overstaen van twee schepenen ende middelaers, biddende aldaer Godt Almachtich ende de wed. ende vrienden des
voorst. afflijvige om pardon ende vergiffenisse.

Mede dat hij ter eren godts ende tot
reparatie van de kercke van Venloon sal vuijtreijcken de somme van twee guldens,
ende ten behoeve des heijlige geest van Venloon gelijcke twee guldens, beijde eens gereet ten daege van de voorst. voetval te betaelen,
ende daer beneffens dat hij delinquant aen de vrienden des afflijvige tot oogst toecomende tot eene aelmisse ten behoeffne van den armen sal leveren een vierdel roggen eens, om bij de voorst. vrienden aen den selven armen vuijtgespijnt te wordden naer hennen gelieve.

Midtsgaeders dat de voorst. delinquant terstont ende gereet aen den voorn. vrienden sal opleggen de somme van drije gld. eens om mette selve somme eenige sielmissen voor den afflijvige te laeten doen ende celebreren, ter plaetsen daer hen des goetduncken sal.

Wordt ooijck geconditioneert dat den delinquant schuldich
ende gehouden sal wesen gereet op te leggen ende te voldoen de costen van
meestergelt, begraeffensse, dootkiste, kerckerechten, vuijtvaert ende dijergelijcke, volgens specificatie daer van aen hem over te leveren.

Mede dat hij oijck sal betaelen alle costen ende oncosten van desen soen ende pardon ende andere die ter saecken van desen voorst. manslach gedaen zijn, ende noch gedaen mochen wordden, egeene vuijtgescheijden.

Ende daerenboven soe sal de voorst. delinquant
verbonden wesen ten behoeve der voorst. weduwe ende haere vaderloose drije kinderen voor haer groot verlies ende schaede te tellen de somme van 132 ca. guldens goet gancbaer gelt eens,
de selve somme nochtans te moegen betaelen in
vier gelijcke termijnen, elcken termijn een gerecht vierde part,
te weten den 1e gereet bij den voorst. voetval des delinquants,
den 2e een half jaer tot volder betaelinge der voorst. somme alles in gelde ten elcken verschijndach alhier cours ende ganck hebbende.
Voor de betaelinge van welcke voorst. termijnen den delinquant oijck
gehouden sal wesen te stellen goede suffisante borgen.
Gelovende de borgen als schuldenaeren principaele onverscheijden ende een voor all.

Voirders alsoe de voorst. Peter delinquant alhier binnen deser heerlicheijt ter
plaetsen genoempt het Craenven zijne woonplaetse gehouden heeft ende alwaer het meeste part der vrienden des voorst. afflijvige zijn woonende,
soe wordt gecondtioneert dat de selve delinquant zijne voorst. woonplaetse voor zijnen persoon voirtaen nijet en sal moegen houden op ’t voorst. Craenven,
noch dat hij aldaer in persoon oijck nijet en sal moegen teulen zijne off andere luijden goeden off landerijen,
mede dat hij nijet en sal moegen woonen aen de Loonsestraete, noch op
den gehuchte genoempt het Effterlingh.
Maer wel sal hij zijne woonplaetse moegen
nemen ende houden op alle andere gehuchten ende straeten deser heerlicheijt.

Nijettemin sal de voorst. Peter allomme nochtans bijnnen deser heerlicheijt oijck opde voorst. vuijtgesteecken drije plaetsen wel moegen comen, gaen, staen ende verkeeren.
Behoudelijck nochtans, dat hij den voorst. vrienden altijt sal moeten
wijcken ende vuijtter wege gaen, soe in straeten, wegen, stegen, kercken, huijsen als herbergen, waer ’t selve soude moegen wesen ende hij delinquant weten sal datter eenige vrienden zijn, off souden moegen comen.

Doch wordt onvermindert tgene voorst is aen Engelken huijsvrouwe des voorst. Peters bij de voorst. vrienden geaccordeert ende om wederom toegestaen, dat zij voor soe vele haeren persoon ende kinderen belanght, op haere stede lants op ’t voorst. Craenven gelegen haere woonplaetse sal moegen continueren, midts dat zij haer in alle stillicheijt ende respect der voorst. vrienden aldaer sal houden.

Onder welcke voorst. conditien de voorst. comparanten verclaerden voor hen ende voor de voorst. omondighe kinderen, ende elck voor hen ende henne naercomelingen tenemael veraccordeert ende verleecken te zijn, sonder den voorst. delinquant zijne, oiren, erffnen off naecomelingen ter saecken van de voorst. ongevalle ende neerslach ijet meer te moegen eijsschen, thijen, porren off molesteren, nu off ten eewigen daegen in richt off daer buijtten in eeniger manieren.

Versueckende aen ons schepenen ten eijnde wij mijn heere van Loon van hennen twegen souden willen aendienen, om ’t voorst. ongeval ende neerslach den voorst. Peteren van zijnder zijde oijck te willem pardonneren ende remitteren. Allet sonder argelist.

Ende des toirconden etc. desen 26 novembris 1647.


In marge:
Cathelijn weduwe wijlen Geerit Jan Dominicus ende de momboiren
haerder kinderen bekennen ter saecken van de costen van begraeffenisse,
meestergelt, vuijtvaert ende dijergelijcke ontfangen te hebben de somme van 35 gld.
volgens het ... ende alnochs bekennen den 1e termijn die gereet betaelt moet
wordden oijck ontfangen te hebben.
Testes et actum prout in dese acte.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn zijn suster bekent op den 2e termijn ontfangen te hebben 27 gld. Actum 16 augustus 1648.

Idem: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen van de voorst. Catelijn verweckt bij den voorst. Geerit bekennen dat Peter Geerits den 2e termijn ten vollen betaelt heeft ende mede dat hij op den 3e termijn betaelt heeft 27 gld. Actum 21 november 1648.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn wed. Geerit Jan Dominicus bekent den 3e termijn metten 4e lesten termijn ten vollen betaelt te wesen. Actum 19 september 1649.

In marge: Dingeman Janssen bekent dese vier gld. ten behoeve des h. geest ende kercke van Loon ontfangen te hebben. Actum 26 november 1647.

Idem: Cathelijn weduwe Geeridt Jan Mijnen bekent dat Peter Geeritsse desen vierdel roggen en haer ten behoeve van den armen gelevert heeft. Actum 21 december 1648, ende alnoch betaelt de drije gld. voor de sielemissen.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Elias Geeridt Jan Adriaens heeft hem borge voor Peteren zijnen broeder gestelt voor de voorst. geloeffde somme, gelovende de selve als schuldenaer principael in vier termijnen als voor te voldoen.
Op verbant etc. Ende heeft Peter voorst. zijnen broeder geloeft te indemneren op verbintenisse etc. prout etc.
Testes et actum ut supra.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Peeter Geerit Jan Adriaenssen is op heden date deser voor schepenen ondergeschr. gecompareert ende naer dijen hem de bovengeschr. acte van remissie was voorgelesen, heeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende, geloeft allen de conditien daer inne vermelt te voldoen, te volbrengen, te onderhouden, te achtervolgen ende naer te comen.
Ende heeft dijen volgende den voetval ter presentie van de weduwe van wijlen Geeridt Jan Dominicus ende andere vrienden ende verwanten desselffs ten overstaen van schepenen van Venloon gedaen.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Cathelijn en haar gezin wonen in ’t Craenven, gezien het feit dat de dader daar niet meer mag wonen, en ook niet in de buurt: de Efteling en Loonse straat.

Over Jan Cornelis Oirlemans:
Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen.
Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans zijn er als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.

Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet.
Aangezien er in een akte van 10 april 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Schuld:
11-04-1637     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 27v d.d. 11-4-1637.

Geeridt sone Jan Dominicus heeft bekent ende beleden wel ende deuchdelijck
schuldich te wesen

Hendricxen dochtere Cornelis van Besauwen naegelaeten
weduwe wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen schoonmoeder

de somme van hondert ca. gld. goet ganckbaer gelt
ende dat ter causen van coop van seeckere
erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen, soe van ploegh, eechde, potten, ketels, beesten ende anderssins bij de voorst. Hendricxken hem gelover vercocht ende te dancke gelevert soe hij verclaerde.

Gelovende de voorst. Geeridt sone Jan Dominicus als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voorst. Hendrickxken dochtere Cornelis van Besauwen
van de voorst. somme van hondert ca. gld. jaerlijcx intrest sal betaelen vijff ca. gld. 10 st. ende dat soe lange geduerende als de voorst. Hendricxken gelieven sal hem gelover de voorst. somme onder te laeten oft anderssins ter tijdt toe zij de voorst. somme wederomme van doen sal hebben.

Van welcke intrest het ierst jaer verschijnen sal St. Janssemisse 1638.

Dies is ondersprocken dat oft t gebeurden dat de voorst. Hendricxken Cornelis de voorst. somme van hondert ca. gulden wederomme begeerden te hebben, oft dat oijck de voorst. gelover de selve wederomme begeerden te schieten, dat partijen respective het selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende vercondigen.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 11e aprilis 1637.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f27v]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
Cathelijn:
(1) trouwde met Geeridt Jan (Gerrit) Dominicus. Gerrit is een zoon van Jan Dominicus. Gerrit is overleden op zondag 23 juni 1647 in Loon op Zand (oorzaak: Ongeval en neerslach).
Adres:
23-06-1647     Craenven, Loon op Zand   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
Huwelijkscontract:
26-01-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 140r/v d.d. 16-1-1649.

Allen den ghene die dese sullen sien oft hoiren lesen sa luijt.

Wij Dierck Govaerts van Duppen ende Dingeman Jan Joosten, schepenen in Venloon doen condt eenen ijegelijcke dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in propere persoonen

Dominicus sone wijlen Zacharias Willemssen Schuermans, tegenwoirdich bruijdegom ter eenre, ende

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe wijlen Geeridt Jan Dominicus tegenwoirdich bruijt,
ende met haer Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als wettige momboiren van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geerit aen haer Cathelijn verweckt ter andere zijden.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen met malcanderen veraccordeert ende overcomen te zijn in dese naevolgende manieren, te weten dat de drije onmondige voorkinderen des voorst. wijlen Geeridts vuijt haer Cathelijn als voor geprocreert
ende die kinderen des voorst. Dominicus in desen houwelijck bij haer Cathelijn te verwecken sullen zijn een kinderen
soe inde goederen, die de voorst. bruijdegom ende bruijt van henne respective zijde sullen innebengen, ende nu in eeniger manieren zijn besittende,
als die ghene hen van henne ouders ende vrienden alrede ’t sij ten erffrecht oft ter tochte zijn aenbestorven, ende bij hen in dijer vuegen beseten wordden,
ende de welcke hen respective comparanten bij versterff voorst. noch souden moegen aencomen,
soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden egeene van dijen vuijtgescheijden,
mede oijck inde ghene zij comparanten staende hennen houwelijck tsaemen sullen veroveren ende conquesteren, min oft meer oft de voorst. voorkinderen ende naerkinderen van eenen bedde gesproten waeren.

Ende belangende de goederen, die den voorst. drije onmondige voor kinderen des voorst. wijlen Geerits ende Cathelijn van de zijde van de voorst. Jan Dominicus hennen grootvader ende desselffs Jans huijsvrouwe ende kinderen souden moegen aencomen,
allen de selve sullen die voorst. drije voorkinderen alleen behouden, met exclusie der voorst. naerkinderen in desen houwelijck te procreeren.

Ende oft staende houwelijck bij de voorst. bruijdegom ende bruijt egene kinderen van hender beijder lijffne en geraeckten geprocreert te werdden,
soe sal ’t gene voorst. is cesseren ende de successie hender voort. goederen sal gereguleert wordden naer costuijmen ende lantrechten daer de selve gelegen zijn ten waer nochtans zij comparanten daer aff bevonden wordden gedisponeert te hebben.

Allen dewelck zij comparanten malcanderen gelooft hebben vast ende steedich te houden, te volbrengen ende metten werck naer te gaen ende te comen, doen naergaen ende comen elck voor soe vele hem is aengaende.

Ende des toirconden etc. opten 26e dach der maent januarij anno 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f. 140r en v]
Overeenkomst:
van 26-11-1647 tot 19-09-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 203r/205r d.d. 26-11-1647.

Wij Dingeman Jan Joosten ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen in
Venloon, doen condt eenen ijegelijcken,

dat alsoe (Godt betert) opten 23e junij lestleden seecker ongeval ende neerslach binnen deser voorst. heerlicheijt was geschiedt
inden persoon van wijlen Geeridt Jan Dominicus (wijens siele Godt
genaedich zij)
doer toedoen van Peter sone wijlen Geeridt Jan Adriaens.

Ende dat daer naer inden naeme ende wegen des voorst. Peters delinquant ter bede van Elias ende Adriaen sijne broeders,
ende mede ter supplicatie van ons schepenen ende meester Dierck Coomans, secretaris deser heerlicheijt seeckeren dach van soene
was gepresigneert ende gehouden geweest.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen bovengen. erschenen ende
gecompareert in propere persoonen

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe des voorst. Geeridts afflijvige
met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen, Jan Dominicus vader desselffs afflijvige soe voor hem selven als mede als voocht
ende met hem Jan Cornelis Oirlemans als toesiender van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geeridts verweckt bij de voorst. Cathelijn,
Jan ende Everaert Janssen, broederen des voorgen. afflijvige,
Jan ende Cornelis gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans, broederen der voorst. Cathelijn, ende moederl. oomen der selver onmondige kinderen.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen door interessie ende tusschenspreecken als voor, ende om seeckere redenen ende consideratien,
ende meer genegen wesende tot barmherticheijt ende genaede dan tot reigeur van justitie,
dat zij den voorst. Peteren sone wijlen Geerit Jan Adriaenssen delinquant ’t
voorst. ongeval ende neerslach om Godts Willem hebben vergeven, quijtgeschouwen ende geremitteert, gelijck zij ’t selve hem vergeven, quijtschelden ende remitteren
midts desen voor soe vele als in hen ende in hender macht is. Op conditie nochtans
dat de voorst. Peeter delinquant in teecken van berouw ende leetwesen sal doen eenen voetval ten huijse des voorst. secretaris van Venloon ter presentie ende aensien van de voorst. naeste vrienden
ende ten overstaen van twee schepenen ende middelaers, biddende aldaer Godt Almachtich ende de wed. ende vrienden des
voorst. afflijvige om pardon ende vergiffenisse.

Mede dat hij ter eren godts ende tot
reparatie van de kercke van Venloon sal vuijtreijcken de somme van twee guldens,
ende ten behoeve des heijlige geest van Venloon gelijcke twee guldens, beijde eens gereet ten daege van de voorst. voetval te betaelen,
ende daer beneffens dat hij delinquant aen de vrienden des afflijvige tot oogst toecomende tot eene aelmisse ten behoeffne van den armen sal leveren een vierdel roggen eens, om bij de voorst. vrienden aen den selven armen vuijtgespijnt te wordden naer hennen gelieve.

Midtsgaeders dat de voorst. delinquant terstont ende gereet aen den voorn. vrienden sal opleggen de somme van drije gld. eens om mette selve somme eenige sielmissen voor den afflijvige te laeten doen ende celebreren, ter plaetsen daer hen des goetduncken sal.

Wordt ooijck geconditioneert dat den delinquant schuldich
ende gehouden sal wesen gereet op te leggen ende te voldoen de costen van
meestergelt, begraeffensse, dootkiste, kerckerechten, vuijtvaert ende dijergelijcke, volgens specificatie daer van aen hem over te leveren.

Mede dat hij oijck sal betaelen alle costen ende oncosten van desen soen ende pardon ende andere die ter saecken van desen voorst. manslach gedaen zijn, ende noch gedaen mochen wordden, egeene vuijtgescheijden.

Ende daerenboven soe sal de voorst. delinquant
verbonden wesen ten behoeve der voorst. weduwe ende haere vaderloose drije kinderen voor haer groot verlies ende schaede te tellen de somme van 132 ca. guldens goet gancbaer gelt eens,
de selve somme nochtans te moegen betaelen in
vier gelijcke termijnen, elcken termijn een gerecht vierde part,
te weten den 1e gereet bij den voorst. voetval des delinquants,
den 2e een half jaer tot volder betaelinge der voorst. somme alles in gelde ten elcken verschijndach alhier cours ende ganck hebbende.
Voor de betaelinge van welcke voorst. termijnen den delinquant oijck
gehouden sal wesen te stellen goede suffisante borgen.
Gelovende de borgen als schuldenaeren principaele onverscheijden ende een voor all.

Voirders alsoe de voorst. Peter delinquant alhier binnen deser heerlicheijt ter
plaetsen genoempt het Craenven zijne woonplaetse gehouden heeft ende alwaer het meeste part der vrienden des voorst. afflijvige zijn woonende,
soe wordt gecondtioneert dat de selve delinquant zijne voorst. woonplaetse voor zijnen persoon voirtaen nijet en sal moegen houden op ’t voorst. Craenven,
noch dat hij aldaer in persoon oijck nijet en sal moegen teulen zijne off andere luijden goeden off landerijen,
mede dat hij nijet en sal moegen woonen aen de Loonsestraete, noch op
den gehuchte genoempt het Effterlingh.
Maer wel sal hij zijne woonplaetse moegen
nemen ende houden op alle andere gehuchten ende straeten deser heerlicheijt.

Nijettemin sal de voorst. Peter allomme nochtans bijnnen deser heerlicheijt oijck opde voorst. vuijtgesteecken drije plaetsen wel moegen comen, gaen, staen ende verkeeren.
Behoudelijck nochtans, dat hij den voorst. vrienden altijt sal moeten
wijcken ende vuijtter wege gaen, soe in straeten, wegen, stegen, kercken, huijsen als herbergen, waer ’t selve soude moegen wesen ende hij delinquant weten sal datter eenige vrienden zijn, off souden moegen comen.

Doch wordt onvermindert tgene voorst is aen Engelken huijsvrouwe des voorst. Peters bij de voorst. vrienden geaccordeert ende om wederom toegestaen, dat zij voor soe vele haeren persoon ende kinderen belanght, op haere stede lants op ’t voorst. Craenven gelegen haere woonplaetse sal moegen continueren, midts dat zij haer in alle stillicheijt ende respect der voorst. vrienden aldaer sal houden.

Onder welcke voorst. conditien de voorst. comparanten verclaerden voor hen ende voor de voorst. omondighe kinderen, ende elck voor hen ende henne naercomelingen tenemael veraccordeert ende verleecken te zijn, sonder den voorst. delinquant zijne, oiren, erffnen off naecomelingen ter saecken van de voorst. ongevalle ende neerslach ijet meer te moegen eijsschen, thijen, porren off molesteren, nu off ten eewigen daegen in richt off daer buijtten in eeniger manieren.

Versueckende aen ons schepenen ten eijnde wij mijn heere van Loon van hennen twegen souden willen aendienen, om ’t voorst. ongeval ende neerslach den voorst. Peteren van zijnder zijde oijck te willem pardonneren ende remitteren. Allet sonder argelist.

Ende des toirconden etc. desen 26 novembris 1647.


In marge:
Cathelijn weduwe wijlen Geerit Jan Dominicus ende de momboiren
haerder kinderen bekennen ter saecken van de costen van begraeffenisse,
meestergelt, vuijtvaert ende dijergelijcke ontfangen te hebben de somme van 35 gld.
volgens het ... ende alnochs bekennen den 1e termijn die gereet betaelt moet
wordden oijck ontfangen te hebben.
Testes et actum prout in dese acte.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn zijn suster bekent op den 2e termijn ontfangen te hebben 27 gld. Actum 16 augustus 1648.

Idem: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen van de voorst. Catelijn verweckt bij den voorst. Geerit bekennen dat Peter Geerits den 2e termijn ten vollen betaelt heeft ende mede dat hij op den 3e termijn betaelt heeft 27 gld. Actum 21 november 1648.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn wed. Geerit Jan Dominicus bekent den 3e termijn metten 4e lesten termijn ten vollen betaelt te wesen. Actum 19 september 1649.

In marge: Dingeman Janssen bekent dese vier gld. ten behoeve des h. geest ende kercke van Loon ontfangen te hebben. Actum 26 november 1647.

Idem: Cathelijn weduwe Geeridt Jan Mijnen bekent dat Peter Geeritsse desen vierdel roggen en haer ten behoeve van den armen gelevert heeft. Actum 21 december 1648, ende alnoch betaelt de drije gld. voor de sielemissen.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Elias Geeridt Jan Adriaens heeft hem borge voor Peteren zijnen broeder gestelt voor de voorst. geloeffde somme, gelovende de selve als schuldenaer principael in vier termijnen als voor te voldoen.
Op verbant etc. Ende heeft Peter voorst. zijnen broeder geloeft te indemneren op verbintenisse etc. prout etc.
Testes et actum ut supra.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Peeter Geerit Jan Adriaenssen is op heden date deser voor schepenen ondergeschr. gecompareert ende naer dijen hem de bovengeschr. acte van remissie was voorgelesen, heeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende, geloeft allen de conditien daer inne vermelt te voldoen, te volbrengen, te onderhouden, te achtervolgen ende naer te comen.
Ende heeft dijen volgende den voetval ter presentie van de weduwe van wijlen Geeridt Jan Dominicus ende andere vrienden ende verwanten desselffs ten overstaen van schepenen van Venloon gedaen.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Cathelijn en haar gezin wonen in ’t Craenven, gezien het feit dat de dader daar niet meer mag wonen, en ook niet in de buurt: de Efteling en Loonse straat.

Over Jan Cornelis Oirlemans:
Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen.
Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans zijn er als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.

Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet.
Aangezien er in een akte van 10 april 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
Schuld:
11-04-1637     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 27v d.d. 11-4-1637.

Geeridt sone Jan Dominicus heeft bekent ende beleden wel ende deuchdelijck
schuldich te wesen

Hendricxen dochtere Cornelis van Besauwen naegelaeten
weduwe wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen schoonmoeder

de somme van hondert ca. gld. goet ganckbaer gelt
ende dat ter causen van coop van seeckere
erffhaeffelijcke ende haeffelijcke goederen, soe van ploegh, eechde, potten, ketels, beesten ende anderssins bij de voorst. Hendricxken hem gelover vercocht ende te dancke gelevert soe hij verclaerde.

Gelovende de voorst. Geeridt sone Jan Dominicus als schulder principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
als dat hij de voorst. Hendrickxken dochtere Cornelis van Besauwen
van de voorst. somme van hondert ca. gld. jaerlijcx intrest sal betaelen vijff ca. gld. 10 st. ende dat soe lange geduerende als de voorst. Hendricxken gelieven sal hem gelover de voorst. somme onder te laeten oft anderssins ter tijdt toe zij de voorst. somme wederomme van doen sal hebben.

Van welcke intrest het ierst jaer verschijnen sal St. Janssemisse 1638.

Dies is ondersprocken dat oft t gebeurden dat de voorst. Hendricxken Cornelis de voorst. somme van hondert ca. gulden wederomme begeerden te hebben, oft dat oijck de voorst. gelover de selve wederomme begeerden te schieten, dat partijen respective het selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende vercondigen.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 11e aprilis 1637.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f27v]
(2) trouwde met Dominicus Zacharias Willemssen Schuermans. Dominicus is een zoon van Zacharias Willemssen Schuermans.
Huwelijkscontract:
26-01-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 140r/v d.d. 16-1-1649.

Allen den ghene die dese sullen sien oft hoiren lesen sa luijt.

Wij Dierck Govaerts van Duppen ende Dingeman Jan Joosten, schepenen in Venloon doen condt eenen ijegelijcke dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in propere persoonen

Dominicus sone wijlen Zacharias Willemssen Schuermans, tegenwoirdich bruijdegom ter eenre, ende

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe wijlen Geeridt Jan Dominicus tegenwoirdich bruijt,
ende met haer Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als wettige momboiren van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geerit aen haer Cathelijn verweckt ter andere zijden.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen met malcanderen veraccordeert ende overcomen te zijn in dese naevolgende manieren, te weten dat de drije onmondige voorkinderen des voorst. wijlen Geeridts vuijt haer Cathelijn als voor geprocreert
ende die kinderen des voorst. Dominicus in desen houwelijck bij haer Cathelijn te verwecken sullen zijn een kinderen
soe inde goederen, die de voorst. bruijdegom ende bruijt van henne respective zijde sullen innebengen, ende nu in eeniger manieren zijn besittende,
als die ghene hen van henne ouders ende vrienden alrede ’t sij ten erffrecht oft ter tochte zijn aenbestorven, ende bij hen in dijer vuegen beseten wordden,
ende de welcke hen respective comparanten bij versterff voorst. noch souden moegen aencomen,
soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden egeene van dijen vuijtgescheijden,
mede oijck inde ghene zij comparanten staende hennen houwelijck tsaemen sullen veroveren ende conquesteren, min oft meer oft de voorst. voorkinderen ende naerkinderen van eenen bedde gesproten waeren.

Ende belangende de goederen, die den voorst. drije onmondige voor kinderen des voorst. wijlen Geerits ende Cathelijn van de zijde van de voorst. Jan Dominicus hennen grootvader ende desselffs Jans huijsvrouwe ende kinderen souden moegen aencomen,
allen de selve sullen die voorst. drije voorkinderen alleen behouden, met exclusie der voorst. naerkinderen in desen houwelijck te procreeren.

Ende oft staende houwelijck bij de voorst. bruijdegom ende bruijt egene kinderen van hender beijder lijffne en geraeckten geprocreert te werdden,
soe sal ’t gene voorst. is cesseren ende de successie hender voort. goederen sal gereguleert wordden naer costuijmen ende lantrechten daer de selve gelegen zijn ten waer nochtans zij comparanten daer aff bevonden wordden gedisponeert te hebben.

Allen dewelck zij comparanten malcanderen gelooft hebben vast ende steedich te houden, te volbrengen ende metten werck naer te gaen ende te comen, doen naergaen ende comen elck voor soe vele hem is aengaende.

Ende des toirconden etc. opten 26e dach der maent januarij anno 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f. 140r en v]
oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21r.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._21v.jpg oirlemans_jan_jansen__jan_cornelis_peter_oirlemans__e.a._regeerderen_op_13_mei_1642_zullen_chijns_betalen_voor_het_beneficie_van_st._lucie_op_het_kasteel_-_loon_op_zand__-__schepenbank_inv._70_f._22r.jpg hove_steven_lenaerts_van_den___is_schuldig_aan_jan__wijlen_cornelis_peter_oirlemans_100_gulden_op_27_april_1651__en_op__28_jan._1654_is_jan_betaald_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._103r.jpg hove_steven_lenaerts_van_den___is_schuldig_aan_jan__wijlen_cornelis_peter_oirlemans_100_gulden_op_27_april_1651__en_op__28_jan._1654_is_jan_betaald_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._73_f._103v.jpg oirlemans_jan_cornelis_peter__verkoopt_een_perceeltje_akkerland__gelegen_op_het_craenven__op_21_nov._1654_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._76_f._48v.jpg
81 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r
82 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21v
83 Oirlemans Jan Jansen, Jan Cornelis Peter Oirlemans, e.a. regeerderen op 13 mei 1642 zullen chijns betalen voor het beneficie van St. Lucie op het kasteel - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 22r
84 Hove Steven Lenaerts van den , is schuldig aan Jan, wijlen Cornelis Peter Oirlemans 100 gulden op 27 april 1651, en op 28 jan. 1654 is Jan betaald - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 103r
85 Hove Steven Lenaerts van den , is schuldig aan Jan, wijlen Cornelis Peter Oirlemans 100 gulden op 27 april 1651, en op 28 jan. 1654 is Jan betaald - Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 103v
86 Oirlemans Jan Cornelis Peter, verkoopt een perceeltje akkerland, gelegen op het Craenven, op 21 nov. 1654 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 76 f. 48v
IV. Jan Cornelissen Peter Oirlemans (afb. 81, 82, 83, 84, 85, 74, 75 en 86). Jan is overleden na zondag 29 juli 1663.
Functies:
17-01-1641     Borgemeester (Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 139v d.d. 17-1-1641.

Jan Cornelis Peter Oirlemans, Thomas Geeritssen ende Aert Jan Diercxssen de
Hooch, borgemeesters tot Venloon in desen jaere 1641,
ende Geerit Adriaen Eelens als bedeheffer opde Vaerte voirden selven jaere
hebben den eedt van getrouwich aen handen des schouteths gedaen.

Actum in collegio van schepenen desen 17 januarij 1641.)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f. 139v]
13-05-1642     Schepen (13 mei 1642: Jan Cornelis Peter Oirlemans, schepen. Ook Jan Janssen Oirlemans is schepen.)   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r dd. 13-05-1642;]
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Chijns:
13-05-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 21r/22r d.d. 13-5-1642.

Wij schouteth, schepenen, raedtmannen, borgemeesteren, kerckmeesteren, heijlige geestmeesteren ende eensdeels van den gequalificeerste ende meest geguede innegesetenen der heerlicheijt van Venloon dat men noempt Loon op Sant,

representerende tgeheel corpus der selver heerlicheijt, als te weten wij Jo.r. Matthijs Cannaerts, schouteth,
Ghijsbert Claessen Buennen, Dierck Govaerts van Duppen,
Thomas Thomassen Egmonts, Aert sone Jan Janssen Stevens, Heijliger sone wijlen Dierck Raessen van Grevenbroeck, Jan Janssen Oirlemans, Cornelis Henrick Rombouts, Jan Eelens van Spaendonck, Dingeman Jan Joosten, Jan Cornelis Peter Oirlemans, Jan Willem Ghijsberts, Huijbert Joost Huijberts Verhaegen, Peter Janssen Bijster ende Adriaen Janssen Smidt,
altesaemen oude ende nijeuwe schepenen ten jaergedinge
lestleden ter vierschaere geseten hebbende.

Jan Geeridt Jan Geeritssen, Geeridt Cornelis Corstiaens ende Joost Aert Joosten, borgemeesters;

Willem Jan Adriaens ende Peter Cornelis van Esch, kerckmeesteren;

Jan Floris Hendricxssen de jonghe ende Andries Adriaen Aertssen van Besauwen heijlige geestmeesters;

Goijaert Geeritssen van Duppen, stadhouder;

Mr. Dierck Coomans, secretaris,

Aert sone wijlen Jan Diercxssen de Hooghe ende Sijmen Diercxssen Buennen,
naegebueren;

allen respective regeerderen ende innewoonderen deser voorst.
heerlicheijt van Venloon doen condt eenen ijegelijcke, certificeren voor de gerechte waerheijt dat wij in den naeme van ons selven ende van onser voirst. gemeijndere heerlicheijts wegen, ende elck van ons onverscheijden ende een voor al geloeft hebben


Heeren Engelbert van IJmmersele, Grave van Bouckhoven, Heere van Loon etc. als patroon ende collecteur van het beneficie van Ste. Lucie gefundeert op den casteele van Loon

ten behoeffne van den selven beneficie eenen jaerlijcxse ende erffelijcken chijns van drije gld. 10 st. den gld. tot 20 st. ende den st. tot 2 grooten vlaems goet gancbaer gelt het stuck gerekent,

te geven ende te vergelden alle jaer vrije van alle lasten, schattingen ende impositien soe ordinaris als extraordinaris innegestelt oft noch naemaels
innegestelt te wordden, egeene vuijtgescheijden, opten casteele van Loon den 8e dach der maent meije ende voorden 1e dach van betaelinge den 8e meije des jaers 1643.

Daar voor verbindende een voor alle onse persoonen ende goederen ende onse andere innegestenen persoonen ende goederen nu present ende toecomende, soe waer die gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, egheene vuijtgesondert.

Gelovende daerenboven een voor al op verbant als voor den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. sjaers mijn welgemelte heere Grave van Bouchoven ten behoeffne van het voorst. beneficie te waeren als men erffchijns schuldich is te waeren.

Met conditien nochtans hier inne toegedaen, dat de regeerderen deser voorst. heerlicheijt den voorst. chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx tseffens ende tenemael sullen mogen lossen ende affquijten metter somme van 60 ca. gld.
in gelde ten tijde van de lossinge binnen der stadt van sHertogenbossche
cours ende ganck hebbende metten jaer chijns ende achterstel alsdan ten achteren ende onbetaelt staende.

Behoudelijck soe sullen de voorst. regeerderen den los een halff jaer
te voirens richtelijck opseggen ende vercondigen.


Ende staet te weten dat de capitaele penningen van desen chijns gecomen ende geprocedeert zijn van eenen gelijcke chijns van 3 gld. 10 st. jaerlijcx, die wijlen Jan Willemssen Weerdt ten behoeffne van het voorst.
beneficie vuijt zijne stede lants opten Ketshoevel (=Kaatsheuvel) gelegen opten 6e october 1619 geloeft hadde
ende bij Adriaen Cornelis Oirlemans opten 8e october lestleden aen handen mijns welgemelte heere Grave in der qualiteijt als voor gelost is ende nu wedseromme ten behoeffne van het voorst. benefcie op het corpus deser heerlicheijt beleeght heeft.

Allet sonder argelist.
Ende want onse voorst. heerlicheijt egeenen gemeijnen dorps zegel en is
hebbende, soe hebben wij Ghijsbert Claessen Buennen ende Dierck van Duppen, schepenen voorgen. ten versuecke ende bij gemeijn consent van schouteth, schepenen ende andere respecterende het corpus der voorst. heerlicheijt onse propere zegelen etc.

Op ten 13e maij 1642. W.G. Ghijsbert Claessen Buennen. Dirck van Duppen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 21r/22r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Erfscheiding:
03-02-1643     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 63r/64r d.d. 3-2-1643.

Alsoe seeckere questie ende proces voor schepenen van Venloon was opgestaen ende geresen tusschen Quirijn Dierck Quirijnen aenleggere ter eenre ende
Jan Cornelis Peter Oirlemans gedaegde ende verweirdere ter andere zijden
ter saecken van seeckere erffenisse tusschen de huijsinge van beijde partijen gelegen ende

anderssins, daer inne soe verre geprocedeert was dat onder andere de selve partijen waeren op henne premptoiren feijten geadmitteert ten thoonen ende daer nae oijck den gedaeghde gepermitteert paelsoeckinge te moegen doen.

Om welcke proceduere neder te leggen ende alle voirdere costen te verhueden ende minne ende vrientschap met malcanderen te moegen houden.

Soe hebben partijen henne voorst. questie ende processe gesubmitteert int seggen ende arbitreren van Ghijsbert Claessen Buennen ende Thomas Thomassen Egmonts beijde schepenen alhier met geloefte van vast ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen allen tghene bij de voorst. arbiters tusschen hen vuit gesproken ende getermineert soude moegen wordden.

Welcken volgende de voorst. arbiters de stucken van de voorst. processe gesien hebbende ende daer toe bij hen inspectie oculair genomen zijnde van de plaetse contentcense hebben de selve arbiters voor henne vuijtspraecke verclaert ende gearbitreert, gelijck zij verclaeren ende arbitreren midts
desen.
Als dat de voorst. erffenisse soe wijt als de selve tegens de huijsinge des voorst. aenleggers is gelegen int geheel sal toebehoiren
den voornoempden Jannen Cornelis Oirlemans gedaegde inne desen,
ende dat de voorst. Quirijn Diercx ende zijne naecomelingen aldaer alleenlijcken sal ende sullen hebben vrijen oesendrup (= ruimte
tussen huizen) der voorst. huijsinge soe ende gelijck de selve huijsinge tegenwoirdich aldaer is staende,

ende voirder buijtten den oesendrup nijet soe nochtans als de
aenleggere zijn huijsinge soude moegen doen decken ofte metsen, dat hij aldaer de leere sal moegen richten ende steijgeren maecken.

Ende dat oversulcx de voorst. aenleggere gehouden sal wesen de achterdeure aen het westeijnde onder den voorst. oesendrup
staende terstont toe te maecken, gelijck oijck de voorst. gedaeghde de voorst. erffenisse aen s Heerenstraete aen totte huijsinge des voorst. aenleggers toe nu ende ten eeuwigen daegen sal moegen beheijmen ’t sij met een gelint, voetstap oft hecken, soe ende als hem
ende zijne naecomelingen dat gelieven sal.

Ende voir de ijerste reijse sal de voirst. Quirijn Diercxssen aenleggere den stap oft hecken van des gedaeghde hout ende materiaelen
op zijns aenl. coste gehouden zijn te temmeren.

Ende belangende de graft die westwaerts neffens den hoff des aenleggers is liggende, verclaeren de voorst. arbiters dat den selven
graft van den huijsinge des voorst. aenleggers aff aen totten graft des gedaeghde toe, die daer teijnden oist ende west is liggende ende loopende, sal wesen halff ende halff ende dat partijen den selven oijck halff ende halff malcanderen sullen helpen onderhouden.

Soe nochtans dat die voorst. gedaeghde voor dese ijerste reijse met zijnen waegen ende peerden ende op siins ged. grondt alleen sal steecken ende haelen vijff oft sess voederen rossen om den voorst. graft daermede te repareren, sonder daer voor ijet te cortten.

Dies soe sal de voorst. aenleggere de selve rossen mede helpen leggen, ende daer helpen opschieten.

Ende daer toe soe sal de voorst. Jan Cornelis Oirlemans gedaegde aen de
voorst. Quijrijn Diercxssen aenleggere, soe haest de voorschr. deure bij hem sal wesen toegemaeckt ende den stop oft hecken aen den straete getimmert opleggen ende betaelen de somme van thien ca. guldens eens goet gancbaer gelt,
waer aen nochtans die gedaegde sal cortten de helft van drije gld. 4 st. op saterdach lestleden ten huijse van Anthonis Corsten verteirt, ende de helft van 32 st. ten huijse des secretaris alhier om dese
vuijtspraecke gedaen mette helft van het schrijffgelt deser.

Ende soe vele belanght de costen van de voorst. processe de selve sullen tusschen partijen zijn ende blijven gecompenseert.

Aldus vuijtgesprocken ende gearbitreet ter presentie van beijde partijen
opten 3e februarij 1643


Toelichting:
-------------
Voluit is hij Jan Cornelis Peter Oirlemans genoemd, verkort staat er Jannen Cornelis Oirlemans.

De plaats van de huizen is niet genoemd. Als enige staat er dat Jan Cornelis Peter Oirlemans zijn huis aan ’s Heerenstraat staat.
Aangezien die benaming vrij algemeen gebruikt wordt, en ik Loon op Zand niet goed genoeg ken, weet ik niet, waar het zou moeten zijn.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 63r/v]
28-09-1647     Pdf RAT 781 Loon op Zand. R 71 f 228r/229v d.d. 28-9-1647.

Meester Dierck Coomans ter eenre ende
Jan Cornelis Oirlemans ter andere zijden

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene
erffscheijdinge ende erffdeijlinge van een parceel ackerlants
gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Rechte kerckstraete
aen den noirdenzijde aldaer,
oistwaerts eensdeels aen erffenisse van Cornelis Cornelissen de
Pruijser ende zijnen onmondige kinde metten geheelen graft ende hool aldaer ende eensdeels aen erffenisse van Jan Geeridtssen,
zuijtwaerts aen sheerenstraete,
westwaerts aen erffenisse van Jan Denijs Janssen ende
noirtwaerts aen erffenisse der kinderen wijlen Dierck Heijligers van Broechoven,

hen luijden te saemenderhant toebehoirt hebbende, ende over langen tijde hen gedeijlt, sonder de voorst. erffdeijlnge te hebben gepasseert soe zij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Mr. Dierck Coomans hebben ende besitten met vollen rechte een stuck lants aen den noirden zijde van ’t voirst meerder stuck lants gelegen, soe groot ende cleijn als ’t selve aldaer affgerilt is liggende.

Met allen rechten ende toebehoirten van dijn soe van graften, hoolen, canten als anderssins.

Op welck parceel off stuck lants ten behoeve des voorst. Mr. Dierck Coomans heeft de voorst. Jan Cornelis Oirlemans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een hoen chijns alle jaer op St.
Martens dach in eenen meerderen chijns te vergelden aen mijn heere van Loon. Met conditien ut infra.

Overmidts etc.Soe sal de voorst. Jan Cornelis Oirlemans hebben ende met vollen rechte besitten een stuck lants aen den zuijden zijde van ’t voorst. meerder parceel lants gelegen, soe groot ende cleijn als ’t selve aldaer affgerilt is liggende met allen rechten ende toebehoirten van dijen.

Op welck parceel off stuck lants ten behoeve des voorst. Jan Cornelis Oirlemans heeft de voorst. Mr. Dierck Coomans wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijt dese lote sal gelden een hoen chijns alle jaer op St.
Martens dach in eenen meerderen chijns aen mijn heere van Loon te vergelden.

Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
servituten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van den anderen egeen hinder off schaede aff en sal overcomen in eeniger manieren.

Mede sal de voorst. Jan Cornelis Oirlemans den voorst. Mr. Dierck
Coomans noirtwaerts als voor liggende door den ouden wech neffens den westense cant, wegen ende stegen ten naeste velde ende ten minste schaede.

Promittentes ratum servare sub obligatione etc.
Alles sonder argelist. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f. 228r/229v]
Huwelijkscontract:
26-01-1649     Pdf 781 Loon op Zand. R 72 140r/v d.d. 16-1-1649.

Allen den ghene die dese sullen sien oft hoiren lesen sa luijt.

Wij Dierck Govaerts van Duppen ende Dingeman Jan Joosten, schepenen in Venloon doen condt eenen ijegelijcke dat op heden date deser voor ons gecomen ende gecompareert zijn in propere persoonen

Dominicus sone wijlen Zacharias Willemssen Schuermans, tegenwoirdich bruijdegom ter eenre, ende

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe wijlen Geeridt Jan Dominicus tegenwoirdich bruijt,
ende met haer Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als wettige momboiren van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geerit aen haer Cathelijn verweckt ter andere zijden.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen met malcanderen veraccordeert ende overcomen te zijn in dese naevolgende manieren, te weten dat de drije onmondige voorkinderen des voorst. wijlen Geeridts vuijt haer Cathelijn als voor geprocreert
ende die kinderen des voorst. Dominicus in desen houwelijck bij haer Cathelijn te verwecken sullen zijn een kinderen
soe inde goederen, die de voorst. bruijdegom ende bruijt van henne respective zijde sullen innebengen, ende nu in eeniger manieren zijn besittende,
als die ghene hen van henne ouders ende vrienden alrede ’t sij ten erffrecht oft ter tochte zijn aenbestorven, ende bij hen in dijer vuegen beseten wordden,
ende de welcke hen respective comparanten bij versterff voorst. noch souden moegen aencomen,
soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden egeene van dijen vuijtgescheijden,
mede oijck inde ghene zij comparanten staende hennen houwelijck tsaemen sullen veroveren ende conquesteren, min oft meer oft de voorst. voorkinderen ende naerkinderen van eenen bedde gesproten waeren.

Ende belangende de goederen, die den voorst. drije onmondige voor kinderen des voorst. wijlen Geerits ende Cathelijn van de zijde van de voorst. Jan Dominicus hennen grootvader ende desselffs Jans huijsvrouwe ende kinderen souden moegen aencomen,
allen de selve sullen die voorst. drije voorkinderen alleen behouden, met exclusie der voorst. naerkinderen in desen houwelijck te procreeren.

Ende oft staende houwelijck bij de voorst. bruijdegom ende bruijt egene kinderen van hender beijder lijffne en geraeckten geprocreert te werdden,
soe sal ’t gene voorst. is cesseren ende de successie hender voort. goederen sal gereguleert wordden naer costuijmen ende lantrechten daer de selve gelegen zijn ten waer nochtans zij comparanten daer aff bevonden wordden gedisponeert te hebben.

Allen dewelck zij comparanten malcanderen gelooft hebben vast ende steedich te houden, te volbrengen ende metten werck naer te gaen ende te comen, doen naergaen ende comen elck voor soe vele hem is aengaende.

Ende des toirconden etc. opten 26e dach der maent januarij anno 1649.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 72 f. 140r en v]
Overeenkomst:
van 26-11-1647 tot 19-09-1649     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 203r/205r d.d. 26-11-1647.

Wij Dingeman Jan Joosten ende Ghijsbert Claessen Buennen, schepenen in
Venloon, doen condt eenen ijegelijcken,

dat alsoe (Godt betert) opten 23e junij lestleden seecker ongeval ende neerslach binnen deser voorst. heerlicheijt was geschiedt
inden persoon van wijlen Geeridt Jan Dominicus (wijens siele Godt
genaedich zij)
doer toedoen van Peter sone wijlen Geeridt Jan Adriaens.

Ende dat daer naer inden naeme ende wegen des voorst. Peters delinquant ter bede van Elias ende Adriaen sijne broeders,
ende mede ter supplicatie van ons schepenen ende meester Dierck Coomans, secretaris deser heerlicheijt seeckeren dach van soene
was gepresigneert ende gehouden geweest.

Soe zijn op heden date deser voor ons schepenen bovengen. erschenen ende
gecompareert in propere persoonen

Cathelijn dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans naegelaetene weduwe des voorst. Geeridts afflijvige
met eenen momboir bij haer naer gewoonte gecosen, Jan Dominicus vader desselffs afflijvige soe voor hem selven als mede als voocht
ende met hem Jan Cornelis Oirlemans als toesiender van de drije onmondige kinderen des voorst. wijlen Geeridts verweckt bij de voorst. Cathelijn,
Jan ende Everaert Janssen, broederen des voorgen. afflijvige,
Jan ende Cornelis gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans, broederen der voorst. Cathelijn, ende moederl. oomen der selver onmondige kinderen.

Ende hebben bekent ende beleden, kennen ende lijden midts desen door interessie ende tusschenspreecken als voor, ende om seeckere redenen ende consideratien,
ende meer genegen wesende tot barmherticheijt ende genaede dan tot reigeur van justitie,
dat zij den voorst. Peteren sone wijlen Geerit Jan Adriaenssen delinquant ’t
voorst. ongeval ende neerslach om Godts Willem hebben vergeven, quijtgeschouwen ende geremitteert, gelijck zij ’t selve hem vergeven, quijtschelden ende remitteren
midts desen voor soe vele als in hen ende in hender macht is. Op conditie nochtans
dat de voorst. Peeter delinquant in teecken van berouw ende leetwesen sal doen eenen voetval ten huijse des voorst. secretaris van Venloon ter presentie ende aensien van de voorst. naeste vrienden
ende ten overstaen van twee schepenen ende middelaers, biddende aldaer Godt Almachtich ende de wed. ende vrienden des
voorst. afflijvige om pardon ende vergiffenisse.

Mede dat hij ter eren godts ende tot
reparatie van de kercke van Venloon sal vuijtreijcken de somme van twee guldens,
ende ten behoeve des heijlige geest van Venloon gelijcke twee guldens, beijde eens gereet ten daege van de voorst. voetval te betaelen,
ende daer beneffens dat hij delinquant aen de vrienden des afflijvige tot oogst toecomende tot eene aelmisse ten behoeffne van den armen sal leveren een vierdel roggen eens, om bij de voorst. vrienden aen den selven armen vuijtgespijnt te wordden naer hennen gelieve.

Midtsgaeders dat de voorst. delinquant terstont ende gereet aen den voorn. vrienden sal opleggen de somme van drije gld. eens om mette selve somme eenige sielmissen voor den afflijvige te laeten doen ende celebreren, ter plaetsen daer hen des goetduncken sal.

Wordt ooijck geconditioneert dat den delinquant schuldich
ende gehouden sal wesen gereet op te leggen ende te voldoen de costen van
meestergelt, begraeffensse, dootkiste, kerckerechten, vuijtvaert ende dijergelijcke, volgens specificatie daer van aen hem over te leveren.

Mede dat hij oijck sal betaelen alle costen ende oncosten van desen soen ende pardon ende andere die ter saecken van desen voorst. manslach gedaen zijn, ende noch gedaen mochen wordden, egeene vuijtgescheijden.

Ende daerenboven soe sal de voorst. delinquant
verbonden wesen ten behoeve der voorst. weduwe ende haere vaderloose drije kinderen voor haer groot verlies ende schaede te tellen de somme van 132 ca. guldens goet gancbaer gelt eens,
de selve somme nochtans te moegen betaelen in
vier gelijcke termijnen, elcken termijn een gerecht vierde part,
te weten den 1e gereet bij den voorst. voetval des delinquants,
den 2e een half jaer tot volder betaelinge der voorst. somme alles in gelde ten elcken verschijndach alhier cours ende ganck hebbende.
Voor de betaelinge van welcke voorst. termijnen den delinquant oijck
gehouden sal wesen te stellen goede suffisante borgen.
Gelovende de borgen als schuldenaeren principaele onverscheijden ende een voor all.

Voirders alsoe de voorst. Peter delinquant alhier binnen deser heerlicheijt ter
plaetsen genoempt het Craenven zijne woonplaetse gehouden heeft ende alwaer het meeste part der vrienden des voorst. afflijvige zijn woonende,
soe wordt gecondtioneert dat de selve delinquant zijne voorst. woonplaetse voor zijnen persoon voirtaen nijet en sal moegen houden op ’t voorst. Craenven,
noch dat hij aldaer in persoon oijck nijet en sal moegen teulen zijne off andere luijden goeden off landerijen,
mede dat hij nijet en sal moegen woonen aen de Loonsestraete, noch op
den gehuchte genoempt het Effterlingh.
Maer wel sal hij zijne woonplaetse moegen
nemen ende houden op alle andere gehuchten ende straeten deser heerlicheijt.

Nijettemin sal de voorst. Peter allomme nochtans bijnnen deser heerlicheijt oijck opde voorst. vuijtgesteecken drije plaetsen wel moegen comen, gaen, staen ende verkeeren.
Behoudelijck nochtans, dat hij den voorst. vrienden altijt sal moeten
wijcken ende vuijtter wege gaen, soe in straeten, wegen, stegen, kercken, huijsen als herbergen, waer ’t selve soude moegen wesen ende hij delinquant weten sal datter eenige vrienden zijn, off souden moegen comen.

Doch wordt onvermindert tgene voorst is aen Engelken huijsvrouwe des voorst. Peters bij de voorst. vrienden geaccordeert ende om wederom toegestaen, dat zij voor soe vele haeren persoon ende kinderen belanght, op haere stede lants op ’t voorst. Craenven gelegen haere woonplaetse sal moegen continueren, midts dat zij haer in alle stillicheijt ende respect der voorst. vrienden aldaer sal houden.

Onder welcke voorst. conditien de voorst. comparanten verclaerden voor hen ende voor de voorst. omondighe kinderen, ende elck voor hen ende henne naercomelingen tenemael veraccordeert ende verleecken te zijn, sonder den voorst. delinquant zijne, oiren, erffnen off naecomelingen ter saecken van de voorst. ongevalle ende neerslach ijet meer te moegen eijsschen, thijen, porren off molesteren, nu off ten eewigen daegen in richt off daer buijtten in eeniger manieren.

Versueckende aen ons schepenen ten eijnde wij mijn heere van Loon van hennen twegen souden willen aendienen, om ’t voorst. ongeval ende neerslach den voorst. Peteren van zijnder zijde oijck te willem pardonneren ende remitteren. Allet sonder argelist.

Ende des toirconden etc. desen 26 novembris 1647.


In marge:
Cathelijn weduwe wijlen Geerit Jan Dominicus ende de momboiren
haerder kinderen bekennen ter saecken van de costen van begraeffenisse,
meestergelt, vuijtvaert ende dijergelijcke ontfangen te hebben de somme van 35 gld.
volgens het ... ende alnochs bekennen den 1e termijn die gereet betaelt moet
wordden oijck ontfangen te hebben.
Testes et actum prout in dese acte.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn zijn suster bekent op den 2e termijn ontfangen te hebben 27 gld. Actum 16 augustus 1648.

Idem: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen van de voorst. Catelijn verweckt bij den voorst. Geerit bekennen dat Peter Geerits den 2e termijn ten vollen betaelt heeft ende mede dat hij op den 3e termijn betaelt heeft 27 gld. Actum 21 november 1648.

Idem: Jan Cornelis Oirlemans namens Cathelijn wed. Geerit Jan Dominicus bekent den 3e termijn metten 4e lesten termijn ten vollen betaelt te wesen. Actum 19 september 1649.

In marge: Dingeman Janssen bekent dese vier gld. ten behoeve des h. geest ende kercke van Loon ontfangen te hebben. Actum 26 november 1647.

Idem: Cathelijn weduwe Geeridt Jan Mijnen bekent dat Peter Geeritsse desen vierdel roggen en haer ten behoeve van den armen gelevert heeft. Actum 21 december 1648, ende alnoch betaelt de drije gld. voor de sielemissen.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Elias Geeridt Jan Adriaens heeft hem borge voor Peteren zijnen broeder gestelt voor de voorst. geloeffde somme, gelovende de selve als schuldenaer principael in vier termijnen als voor te voldoen.
Op verbant etc. Ende heeft Peter voorst. zijnen broeder geloeft te indemneren op verbintenisse etc. prout etc.
Testes et actum ut supra.


RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 205r d.d. 26-11-1647.
Peeter Geerit Jan Adriaenssen is op heden date deser voor schepenen ondergeschr. gecompareert ende naer dijen hem de bovengeschr. acte van remissie was voorgelesen, heeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende, geloeft allen de conditien daer inne vermelt te voldoen, te volbrengen, te onderhouden, te achtervolgen ende naer te comen.
Ende heeft dijen volgende den voetval ter presentie van de weduwe van wijlen Geeridt Jan Dominicus ende andere vrienden ende verwanten desselffs ten overstaen van schepenen van Venloon gedaen.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Cathelijn en haar gezin wonen in ’t Craenven, gezien het feit dat de dader daar niet meer mag wonen, en ook niet in de buurt: de Efteling en Loonse straat.

Over Jan Cornelis Oirlemans:
Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen.
Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans zijn er als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.

Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet.
Aangezien er in een akte van 10 april 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwjzing voor.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 203r/205r scan 259 e.v.]
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Schuld:
van 20-03-1645 tot 06-05-1647     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 32v d.d. 20-3-1645.

Willem Eelants van Spaendonck int bijwesen ende met consent van Anthonisken Jan Stevens die ..(JM: Diercx?) zijne huijsvrouwe heeft geloeft als schuldenaer principael hem ende allen zijne ende zijnder voorst. huijsvrouwe goederen hebbende ende vercrijgende, waer ende tot wat plaetsen de selven gelegen is soe in Brabant, Hollant als elders,

Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
de somme van vijfftich ca. guldens, te geven ende te betaelen van heden date deser over een jaer met drije ca. guldens intrest in gelde alsdan cours ende ganck hebbende.
Ende off ’t gebeurden dat hij geloever met consent den Cornelis Jans de voorst. somme langer geraeckte onder te houden, geloeft den voorst. Jannen daer van intrest te betaelen naer loop ende laps des tijts.
Met conditien hier inne toegedaen dat off deen off dandere van partijen ten expireren van den jaere oft daer naer de voorst. somme wederomme begeerden te hebben off te restitueren, dat zij ’t selve malcanderen een
vierendeel jaers te voirens in presentie van twee getuijgen sullen opseggen ende vercondigen ende sullen zij hen reciprore naede gedaene opsegginge tot het betaelen ende off ontfangen der voorst. somme gereet hebben te maecken ende houden.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen. Actum 20e martij 1645.

In marge: Jan Cornelis Oirlemans bekent dese geloefte betaelt te zijn metten intrest.
Actum 6 maij 1647

Toelichting:
------------

Anthonisken Jan Stevens is de moeder van Agneesken van den Hove, uit haar 1e huwelijk. Die is getrouwd met Jan Jan Cornelis Oerlemans.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f 32v]
van 20-03-1645 tot 06-05-1647     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 33r d.d. 20-3-1645.

Steven Lenaertssen van den Hove heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,
Jannen Cornelis Peter Oirlemans

de somme van hondert ca. gld., den ca. gulden tot 20 st. ende den st. tot
2 grootten vlaems ’t stuck gerekent, te geven ende te betaelen St. Thomasdach deses 1645 ijerstcomende
met vijff guldens 10 st. in gelde alsdan cours ende ganck hebbende.

Ende oft ’t gebeurden dat hij gelover de voorst. somme langer geraeckte
onder te houden geloeft daer van intrest tegens 5 gld. 10 st. ten hondert int jaer naer loop ende laps van den tijde te betaelen.

Met conditien hier inne toegedaen dat oft deen oft dandere van partijen te expireren van den jaere te weten St. Thomasdach voorst. off daernaer de selve somme van hondert guldens wederomme begeerden te hebben off te restitueren dat hij ’t selve malcanderen een vierendeel jaers te voirens
in presentie van twee getuijgen sullen opseggen ende vercondigen ende sullen zij hen reciprore naer de gedaene opsegginge tot het betaelen ende ontfangen der selver soe met den verschenen intrest gereet hebben te houden ende maecken.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen.
Actum 20e martij 1645.

In marge: Jan Cornelis Peter Oirlemans bekent als dat Steven Lenaerts van den Hoven hem dese geloefte van hondert gld. ten vollen betaelt heeft, metten intrest daer aff verschenen. Actum 28 januarij 1647.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f 33r]
van 13-11-1645 tot 12-04-1651     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 71 f 66r d.d. 13-11-1645.

Costiaen sone wijlen Jan Borsten heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende,

Jannen sone wijlen Cornelis Peeter Oirlemans de somme van hondert ca. gld. te geven ende te betaelen den 11e martij 1646 in gelde, a
ls dan cours ende ganck hebbende met vijff gld. 10 st. intrest.

Ende oft hij gelover met consent des voorst. Jans de voorst. somme van hondert ca. guldens langer geraeckte onder te houden, geloeft hij daer aff ten behoeve desselffs Jans intrest tegens vijff gld. 10 st. ten hondert te betaelen naer loop ende laps van den tijde.

Met conditien hier inne toegedaen, dat oft ’t gebeurden dat deen oft
dandere de voorst. capitaele somme ten expireren van den jaere oft daer naer
wederomme begeirden te hebben, oft te schieten respective dat zij malcanderen ’t selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende vercondigen.
Ende sal elck een hem naede gedaene opsegginge tot het ontfangen ende betaelen der voorst. capitaele somme van hondert gld. metten intrest daer aff ombetaelt staende reguleren alles in gelde als boven.

Ende specialijck heeft Corstiaen daer voor verbonden zijne stede lants met haere toebehoirten, gelegen bijnnen deser heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven in de Middelstraete aldaer.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen et Dingeman Janssen.
Actum 13 november 1645.

In marge: Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans bekent dese geloefte ten vollen betaelt te zijn. Actum 12 april 1651.

Toelichting:
------------
De schuldenaar stelt zijn stede in t Craenven in de Middelstraat als borg.
De Middelstraat en Kraanven liggen tussen de Moer en Loon op Zand.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 71 f 66r]
van 27-04-1651 tot 28-01-1654     Steven Lenaertssen van den Hove bekent schuldig te zijn aan Jan
Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 28-1-1654
ingelost is.


Toelichting:
-------------
Steven is een broer van Agneesken, met wie Jan Jan Cornelis Oirlemans getrouwd is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 73 f. 103r en v]
van 29-07-1663 tot 15-06-1664     Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, in leven borgemeester voor het jaar 1663,
en Jan Cornelis Oirlemans als haar borg,
bekennen schuldig te zijn aan Thomas de Leeuwe een bedrag van 100 gulden.
Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 79 f. 107v]
25-01-1673     Folio 162v
1. Jan Cornelis Oerlemans, als grootvader en voogd over de drie onmondige kinderen van Peeter Gerits,
2. Hendrick Gerrits Molder, zoon van IJda Jans Oerlemans,
3. Hendrick Gerrits, zuster van genoemde Peeter Gerrits,
4. Jan Aerts Cleijn, gehuwd met Jenneken, dochter van Anthonis Corsten van der Aa en Ariaentie Gerrits Hendrick Gerrits,

bekennen ontvangen te hebben van Aert Huijberts Teulings een bedrag van 75 gulden en 5 stuivers terzake van rente over een schuldbekentenis van 215 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 162v]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
07-03-1639     Pdf RAT. Loon op Zand. 781. R 69 f 30r/v d.d. 7-3-1639.

Cornelis Joosten als man ende momboir van Jenneken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans, daer moeder aff was Marie Jan Stevensdochtere,

de helft onbedeijlt van eenen ackerlants vijff loopensaet oft daeromtrent int geheel begrijpende gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erffgenaemen wijlen Geeridt
Geeritssen de Groot ende meer anderen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noirtwaerts Jan Willem Gijben ende meer anderen, ende

waervan de wederhelft is toebehoirende de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts woonende tot Heusden, bij den selven ende wijlen Maijken zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans tsaemen verweckt.

Ende welcke ackerlant de voorst. Cornelis Joosten in der voorst. qualiteijt ende de voorst. vijff onmondige kinderen bij verthijenisse ende renuntiare tsaemen vercregen hadden tegens Jannen sone des voorst. wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Hendricxken Cornelis, zijne 2e huijsvrouwe

ende tegens desselffs Jans broeders ende swaeger prout in
litteris scabinorum de Venloon de date 16 januarij 1638,

heeft hij wettelijck ende erffelijk opgedraegen ende overgegeven Ghijsberden Claessen Buennen ten behoefnne van de voorgen. vijff onmondige kinderen des voorst. Peter Ghijsberts verweckt als voor bij de voorst. Maijken zijne overledene huijsvrouwe cum litteris et jure etc.

Vuijtgenomen eenen st. chijns jaerlijcx aen mijn heere van Loon te
vergelden ende noch de helft van twee vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht die men aen den erffgenaemen wijlen Meester Jan Schenkels schuldich is te gelden.

Testes G. Claessen et B. Stoffelen. Actum 7e martij 1639.

Toelichting:
-------------

Cornelis Joosten, ofwel voor zijn vrouw Jenneken en Peter Ghijsberts en zijn 5 onmondige kinderen, ofwel voor zijn vrouw Mayken,
hebben het akkerland in t Craenven verkregen "bij vertheijnisse en renuntiaire vercregen tegens Jannen sone".

Bij renuntiatie doet iemand afstand van zijn rechten. Ik verwacht, dat Jan afgezien heeft van zijn aanspraken op de akker.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f. 30r en v]
van 09-01-1640 tot 12-01-1644     Pdf RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 86r/v d.d. 9-1-1640.

Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
een halff woonhuijs aen de zijde oistwaerts
metten grondt daer op het selve halff huijs is staende ende een hoff aen de zuijden zijde van den selven huijse liggende, gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
oistwaert aen erffenisse van Jan Adriaen Huijben,
zuijtwaerts aen sheerenstraete,
westwaert aen Claes sone wijlen Cornelis Peters naegen. ende
noirtwaerts aen Dierck oijck sone wijlen Cornelis Peterssen voorst.

Soe groot ende cleijn als hem transportant het selve bij
erffscheijidnge ende erffdeijlinghe tusschen de gelijcke kinderen ende erffgenaemen des voorst. Cornelis gemaeckt ende gedaen te deele bevallen is mette geboomten daer op staende, soe hij seijde,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende
overgegeven den voorn. Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans sijnen broeder.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende
vercrijgende het voorst. halff woonhuijs, grondt ende hoff den voorn. Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans te waeren als men erffne schuldich is te waeren
ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sal de voorst. Claes van den voorst. hoff
ende grondt betaelen in elcken boeck der contributien ende beden drije oirt stuijver.
Testes Ghijsbert Claes ende Corstiaen Janssen. Actum 9e januarij 1640.


RAT, 781 Loon op Zand. R 69 f 86v/87r d.d. 9-1-1640.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael
op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans sijnen broeder
de somme van vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt
te geven ende te betaelen int hoochtijt van lichtmis des jaers 1641 met
drije ca. gulden van intrest, ende

oft hij gelover de voorst. somme met consent des voorst. Jans langer waer onderhouden soe geloeft hij intrest te betaelen naer loop
ende laps van den tijde.

Met conditien hierinne oijck toegedaen, dat oft deen oft dandere van partijen de voorst. somme wederomme begeerden te hebben oft te restitueren dat sij
malcanderen het selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende
vercondigen.

Ende staet te weten dat dese voorst. somme van vijfftich ca. guldens is
procederen ter causen van coop van het bovengeschr. halff huijs, grondt ende hoff
aen hem gelover op heden bij den voorst. Jan opgedraegen ende overgegeven.
Testes et acum ut supra.

In marge: dese geloefte heeft Jan Henricx Graeff overgenomen volgens
schuldeloose geloefte de date 18 januarij 1641 ende daerenboven heeft de selve Jan alnoch den 12 november 1643 ten behoeve van Jan Cornelis geloefte gedaen van 25 gld.

Item: Jan Cornelis Oirlemans bekent dat Jan Henricx de Graeff hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft te weten ter somme van 50 gld. capitaels, cum intrest.
Actum 12 januarij 1644
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 69 f. 68v/87r]
28-03-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 13v/14r d.d. 28-3-1642.

Dierck sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
zijn portie ende kintsgedeelt hem als hij seijden toebehoirende in eene stede lants gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven soe groot ende cleijn als hem het selve bij erffscheijdinghe ende erffdeijlinge tusschen de kinderen ende erffgenaemen wijlen
Cornelis Peter Oirlemans voorgen. in verscheijde parceelen te deele bevallen is met zijne gerechticheijt in de bodems ende heijevelden hem midts de doot van zijne ouders aenbestorven ende aengedeijlt,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder cum litteris et
jure effectucando.

Gelovende de voorst. Dierck als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende dit opdraeghen ende overgeven den voorst. Jannen zijnen broeder vast ende steedich te houden ten eeuwighen daegen sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de selve daer vuijt sal gelden alle renten,
chijnsen ende pachten die hij daer vuijt met recht schuldich is te doen.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 28e martij 1642
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 13v/14r]
10-10-1654     Pdf Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v

Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, zonen van Maijken Cornelis Oirlemans;
de genoemde Ghijsbert tevens als gemachtigde van zijn broer Jan Peeterssen, kleermaker te Antwerpen, en
zijn zuster Maria Peeterssen;
de genoemde Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken Peters, ook dochter van Maijken Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Jenneken Adriaen Janssen van Oisterhout (1/2) en Herman Cornelissen van Heijst (1/2)


Jan Cornelis Oirlemans en Cornelis Joosten stellen zich borg voor alle mogelijke lasten op de goederen die Maijken Cornelis Oirlemans op heden getransporteerd heeft.


Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, tevens voor hun broer en zuster Jan en Maria Peeterssen, bekennen dat zij alle kooppenningen ontvangen hebben die Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst hen verschuldigd waren terzake van een transport op heden, 10-10-1654


Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst bekennen schuldig te zijn aan Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken, onmondige dochter van Peter Ghijsbertssen en Maijken Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 26 gulden en 13 stuivers terzake van een transport op heden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 26-8-1659 door Herman Cornelis van Heijst en Stoffel Bastiaenssen de Leeuw bij Jan Cornelis Oirlemans ingelost is.


Jenneken Adriaen Janssen komt een deling overeen met Herman Cornelissen van Heijst van de goederen die zij op heden getransporteerd hebben gekregen.

Toelichting:

Cornelis Joosten is getrouwd met Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, en is een dochter van Cornelis Peter Oirlemans en Marie Jan Stevens.
Mayken woonde samen met Peter Gijsberts in Heusden.
Jan Cornelis Peter Oirlemans is een halfbroer uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans met Hendricken Cornelis (akte 7 maart 1639)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v]
van 21-11-1654 tot 22-11-1654     Jan wijlen Cornelis Peter Oirlemans verkoopt een perceeltje akkerland, gelegen op ’t Craenven, aan Adriaen Jan Adriaen Huijberts.   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 76 f. 48r en v]
Jan trouwde op woensdag 27 januari 1627 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 119r] met Maria Adam Adriaens (Maeyken) de Mulder, nadat zij op vrijdag 15 januari 1627 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f. 119r].
Schuld:
25-01-1673     Folio 162v
1. Jan Cornelis Oerlemans, als grootvader en voogd over de drie onmondige kinderen van Peeter Gerits,
2. Hendrick Gerrits Molder, zoon van IJda Jans Oerlemans,
3. Hendrick Gerrits, zuster van genoemde Peeter Gerrits,
4. Jan Aerts Cleijn, gehuwd met Jenneken, dochter van Anthonis Corsten van der Aa en Ariaentie Gerrits Hendrick Gerrits,

bekennen ontvangen te hebben van Aert Huijberts Teulings een bedrag van 75 gulden en 5 stuivers terzake van rente over een schuldbekentenis van 215 gulden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 81 f. 162v]
oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.17r_.jpg oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.17v.jpg oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.18r.jpg oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.18v.jpg oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.19r.jpg oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.19v.jpg
87 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.17r
88 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.17v
89 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.18r
90 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.18v
91 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.19r
92 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.19v
oirlemans_adriaen_cornelis__vermoord_in_1651_in_princenhage__zijn_weduwe_cath._janssen_weerdt__komt_op_19_febr._1652_overeen_met_de_familie_van_de_moordenaar_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv.74_f.20r.jpg
93 Oirlemans Adriaen Cornelis, vermoord in 1651 in Princenhage, zijn weduwe Cath. Janssen Weerdt, komt op 19 febr. 1652 overeen met de familie van de moordenaar - Loon op Zand - Schepenbank Inv.74 f.20r
V. Adriaen Cornelissen Peter Oirlemans (afb. 87 t/m 93). Adriaen is overleden in 1651 in Princenhage (oorzaak: Ongeval en nekslag).
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Chijns:
01-10-1639     Pdf RAT. Loon op Zand. 781. R 69 f 52v/53v d.d. 1-10-1639.

Alsoo volgens seecker accoirde van settinge ende priseringhe Bartholomeeus sone wijlen Anthonis Peeterssen de Decker ende Jan Aertssen Lochten als man ende momboir van Lijntken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Anthonis voorgen. ter eenre

ende Adriaen Cornelis Peter Oirlemans als man ende momboir van Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Willemsse de Weerdt ter andere zijden
voor schepenen van Venloon den 9e september 1637 gemaeckt ende aengegaen.

De voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans inder qualiteijt bovengeschr. aen ende ten behoeve des voorst. Bartolomeus ende Jan Aertssen Lochten overgelaeten ende getransporteert hadde

een huijs metten hoff daeraenliggende,
gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt de Rechte Kerckstraete
oistwaerts aen Jan Ferdinandus, zuijtwaerts Jan Cornelis Oirlemans, westwaert Quijrijn Diercxssen van Spaendonck ende
noirtwaert aen sheerenstraete.

Ende noch een ackerken lants gelegen aldae
oistwaert aen erffenisse Dierck Raessen van Grevenbroeck ende nu ter tijt Cornelis Cornelisse de Pruijser,
zuijtwaerts aen sheerenstraete ende aen de weduwe Willems van Hasselt,
westwaerts Jan Cornelis Oirlemans ende Mr. Dierck Coomans ende
noirtwaert aen erffenisse desselffs Mr. Dierck Coomans.


Onder last van daer vuijt te vergelden een smael hoen jaerlijcx tot chijns aen mijn heere van Loon ende soe daer vuijt meer commers bevonden wordden te gaen, dat zij malcanderen het selve souden goet doen naer goedermans seggen.

Ende want als nu bevonden wordt dat boven het voorst. smaelhoen vuijt het voorst. huijs te vergelden staende jaerlijcx
alnoch vuijt het voorst. ackerken lants te vergelden staen
eenen chijns van twee smael hoenderen in eenen meerderen chijns van drije smael hoenderen jaerlijcx oijck aen mijnen heere van Loon te betaelen.

Soe zijn gestaen voor schepenen van Venloon ondergeschr. de voorst.
Bartholomeus sone wijlen Anthonis Peterssen de Decker ende Jan Aertssen Lochten ende hebben bekent ende beleden,
kennen ende lijden midts desen als dat de voorn.
Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hen aengebrocht heeft met eene
somme van elf gulden ende thien stuijvers, deen smael hoen der voorst. twee smael hoenderen ten laste van hem Adriaen te draegen staende.

Gelovende daeromme de voirst. Bartholomeus ende Jan als schulderen principael den voorn. chijns van drije smael hoenderen vuijt het voorst. ackerken lants alsoe jaerlijcx aen mijnen heere van
Loon voortaen te gelden ende te betaelen,
dat de voorn. Adriaen Cornelis Peter Oirlemans zijnen oiren erffnen oft naecomelingen daer egeen hinder oft schaede aff
en sal comen in eenigher manieren,

daer voor verbindende henne persoonenen ende allen henne goederen hebbende ende vercrijgende.

Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen Borsten den 1e octobris 1639.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 52v/53v]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
van 27-11-1665 tot 04-12-1665     Hendrick Adriaen Cornelis Oirlemans maakt een boedelscheiding met
Jan Cornelis Oirlemans als voogd over Adriaentien de oude en Adriaentien de jonge, dochters van wijlen Adriaen Cornelis Oirlemans en Lijntien Jan Willem Weert, en
met Dirck Peeter Haemers en Peeter Adriaen Oirlemans voor Huijbertien, onmondige dochter van wijlen Cornelis Tunus Schuermans en Cornelia Adriaen Cornelissen Oirlemans.

De goederen zijn afkomstig van hun (groot)vader en (groot)moeder. 27-11-1665/4-12-1665
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 17 in deel b]
Overeenkomst:
van 04-09-1637 tot 28-07-1641     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 39v/41v d.d. 4-9-1637.

Condt zij eenen ijegelijcken. Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren
opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende
momboir van Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Willemssen Weerdts,
bij den selven wijlen Jan ende bij wijlen Adriaentken dochtere Jan Aertssen zijnen ierste huijsvrouwe tsaemen verweckt ter eenre,

ende Bartolomeus sone wijlen Thonis Peterssen de Decker ende
Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten als man ende
momboir van Lijntken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Thonis Peterssen de Decker voorn. ter andere zijden.


Belangende de successie van de goederen soe bij de voorst. Adriaentken, Jan
Willemsse als bij Peeterken dochtere wijlen Thonis Peterssen voorst. desselffs Jan Willemssen 2e huijsvrouwe achtergelaeten,
ende midts hender respective doot ende afflijvicheijt geruijmpt.

Om alle welcke te vergueden, minne ende vrientschappe met
malcanderen te houden.


Soe zijn gestaen voor schepenen van Venloon ondergenoempt de voorn. Adriaen, sone wijlen Thois Peterssen de Decker ende Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten altesaemen in der qualiteijt bovengeschr.
<JM: deze paragraaf is niet correct beschreven, moet zijn: Adriaen ter eenre en Bartholomeus en Jan ter andere>

Ende hebben bekent ende beleden,
kennen ende lijden midts desen met malcanderen door tusschensprecken van goede mannen ende vrienden minnelijcken veraccordeert ede overcomen te zijn in vuegen, manieren ende onder de conditien hier naervolgende, te weten, dat de voorn. Adriaen in der qualiteijt als boven tot sijn ende sijnder voorst. huijsvrouwe behoeve

met vollen rechte alleen sal behouden ende blijven besitten eene stede lants te
weten huijs, schuer, schopken ende erffenissen daeraenliggende ende
toebehoirende soe groot ende cleijn als de selve binnen deser heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel gelegen is,

ende gelijck de voorst. Jan de selve stede lants in zijnen leven beseten ende achtergelaeten heeft, met allen haere rechten ende toebehoirten.

Behoudelijck dat de voorn. Adriaen sone wijlen Cornelis
Peter Oirlemans daer vuijt sal gelden de chijnsen, renten ende pachten met recht daer vuijt gaende.

Ende alle andere voirdere goederen soe bij den voorst. Jan Willemssen ende voorst. Adriaentken als daer naer bij den selven Jan mette voirst. Peterken tsaemen beseten ende bij hen respective geruijmpt ende achtergelaeten, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, actien ende crediten, hoedanich de selven zijn oft genoempt souden moegen wordden ende waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, soe in hollant, brabant als elders, egeende der selver vuijtgescheijden.

Allen de selve sullen bij den voorn. Adriaen sone Cornelis Peter Oirlemans voor
deene helft
ende den voorn. Bartolomeeus sone wijlen Thonis Peterssen ende den voorst. Jan sone Aert Wouter Lochten tsaemen voor dandere helft gepacht ende
gedeelt wordden ende tgene quaelijck deelbaer is,
tselve sal tsaemenderhandt
vercocht wordden ende sullen de penningen daer aff procederende oijck halff ende halff als boven genoten worden, sonder dat men aensien sal van waer oft van wien de selven goederen gecomen sijn, oft wien de selven toebehoirt hebben.

Vuijtgenomen dat de voorst. Bartolomeus ende Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten
van den termijn der cooppenningen beloopende tweehondert gld. die in den
toecomende jaere 1638 Jo. Nuijssenborch schuldich sal worden van den coop van een stuck hoijlants in den Zuijdenwijn gelegen, sullen trecken, beuren ende genieten hondert ende vijfftich ca. gld.
ende dat de voorn. Adriaen van den selven
ierstcomende termijn alleen sal ontfangen de resterende vijfftich ca. gld.

ende daerenboven dat de selve Adriaen nijet en sal genieten van alsulcke somme van veertich ca. gld. als de voorst. Jan Willemsen Weerdts aen den voorst. Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten in sijnen leven in twee reijsen geleent heeft.

Behoudelijck oijck dat de voorst. Adriaen daer tegen nijet en sal hebben te draegen in alsulcke voeder hoijs ende andere waeren bij den voorst. Jan soe in baer, medecijnen als anderssins gelevert.

Doch sullen de voorst. Bartolomeus Thonis ende
de voorst. Jan sone Aert Wouter Lochten de voorst. 40 ca. gld. met malcanderen hebben aff te rekenen ende naer liquidatien den anderen naer behoiren goet te doen.

Item zijnen huijsvrouwe sullen hebben eenen appelblommen vrouwenrock ten lijve van den voorst. Peterken Thonis zijns Bartolomeus sustere toebehorende hebbende,
ende de melckkoe die den sterffhuijse is toebehoirende.

De selve sal int geheel volgen aen de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans.
Wel verstaende nochtans soe werdt wel expresselijck bevoorwaert ende besproken,
dat allen de loopende passive schulden, costen van begraeffenisse, vuijtvaert,
kerckerechten, buen ende scrobgelt ende andere oncosten daer inne het sterffhuijs des voorst. Jan Willemssen ende Peterken gehouden is, halff ende halff in manieren als voor bij de voorst. partijen betaelt ende gedraegen sullen wordden.

Oijck wordt besproken ende midts desen wel vuijt druckelijck gecandert als dat de legaeten van cleederen ende anderssins tgene deen ende dandere bij de leste dispositie van vuijtterste willen des voorst. Jan Willemssen ende Peeterken in henne pestsieckte voor schepenen van Venloon gemaeckt is, sullen stadt grijpen ende aen respective legatarissen vuijtgereijckt wordden.

Allen dwelcke de voorst. partijen reciprore malcanderen gelooft hebben ende
geloven midts desen op verbintenisse van hene persoonen ende allen haere voorst. goederen hebbende ende vercrijgende vast, steedich ende van weirden te houden, te volbrengen ende metten wercke naer te comen, sonder daer tegens te doen oft comen tsij in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.
Verthijende ende renuncierende tot dijne eijnde op allen voirder recht, gesach, pretensie ende gerechticheijt dwelck deen oft dandere van hen beijde in de bovengeruerde respective achtergelaeten goederen tsij vuijt crachte van den voorgaende testamenten, houwelijcxse voorwaerden, costuijme, lantrecht, ab intestato oft anderssins meer soude moegen eijschen, pretenderen oft competeren.

Renuncierende oijck op alle beneficien, rescissen ende remedien van recht, tsij
rechtelijck oft andere, die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen, maer bekennen ende verclaeren, dat desen tegenwoirdichen accoirde in allen zijnen poincten, claer ende bespreckelijck ten wederzijden onderhouden ende achtervolght sal wordden
ende dat allen henne voorst. questien ende geschillen hiermede sullen sijn ende blijven te nedergeleeght ende geassocieert. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 4e september anno 1637.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 41v/42v d.d. 9-9-1637.

Condt zij eenen ijegelijcken. Alsoe Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Willemssen Weerdts ter eenre,

ende Bartholomeeus Anthonis Peterssen de Decker ende Jan
sone wijlen Aert Wouter Lochten als man ende momboir van Lijntken zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Thonis Peterssen voorn. ter andere zijden.

Oepentlijck bekenden gelijck zij alnoch bekennen midts desen tsaemen overcomen ende geaccordeert te zijn, om malcanderen te gevens oft te nemens, te setten
alsulcken huijs ende erffenisse daer aenleggende, midtsgaeders een ackerken lants
gecomen van de erffgenaemen wijlen Jan Peterssen van Besauwen, als de voorst. partijen volgens seeckeren accoirde voor schepenen van Venloon op ten 4e september lestleden tusschen haer gemaeckt ende gepasseert, onder meer andere goederen onbedeelt zijn toebehoirende, ende dat voor eene somme van acht ca. gld. ende 10 st. die zij van den voorn. Adriaen soude beuren hadden aengenomen te doen.

Ende dat dijen volgende de selve Bartolomeus ende Jan het voorst. huijs met
zijnen aenliggende erffenisse midtsgaders het voorst. ackerke lants tsaemen oft te nemens op eene somme van drijehondert ende veertich ca. guldens goet gancbaer gelt, in drije termijnen te betaelen,

waer aff den iersten verschijnen soude tot Bamis
toecomende over een jaer, ende soe van Bamis tot Bamis tot volder betaelinge.

Behoudelijck dat men vuijt het voorst. huijs ende erffenisse voor verhaelt soude gelden een smael hoen jaerlijcx tot chijns aen mijn heere van Loon ende soe vuijttre voorst. erffenisse meer commers bevonden worden te gaen,
dat zij malcanderen het selven souden goet doen naer goedermans seggen.

Soe eeft dat naer voorgaende deliberaede de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans het voorst. huijs, erffenisse ende ackerken voor de voorst. somme van drije hondert veertich ca. gld. in termijnen als voor te betaelen ende op de last van den chijns van een smael hoen bovenverhaelt aen de voorn. Bartoholomeeus sone wijlen Thonis Peterssen den Decker ende aen Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten overgelaeten ende getransporteert heeft, gelijck hij hen alnoch overlaet ende transporteert midts desen.

Dies soe sullen de voorst. setters de voorst. 8 gld. 10 st. hen voor henne voorst. ...... toegeseegtht cortten aen den 1e termijn der
voorgeruerde somme van 340 ca. gld. ende sal den wijncoop dese settinge ende overneminge te gerijsen wesen halff ende halff.

Gelovende oijck de voorst. partijen dese malcanderen ten eeuwigen daegen vast ende steedich te houden ende ten allen tijden tot behoeff des een ende des anders behoirlijck bewaernisse van veste ende geloefte te doen naer stijl van schrijven alhier gerequireert, daer voor verbindende haere persoonen ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, allet sonder argelist.

Testes, Sijmen Diercxssen ende Ghijsbert Claessen opten 9e september 1637.
Tot wijncoop geweest 24 st.

In marge: Op de helft van dese 340 gld. beloopende voor Adriaen Cornelis
Oirlemans 170 gld. moet cortten 8 gld. 10 st. van het ...... ende alnoch van het aencoopen van een smael hoen gaende vuijt het ackerken moet cortten volgens bescheeden op heden gemaeckt eenen somme van 11 gld. 10 st. maeckten tsaemen 20 gld.
Welcke aff getrocken blijft de helft noch voir den voorst. Adriaen 150 gld. waer op Adriaen vuijt handen van Jan Aertssen ende Bartholmeeus Thonis ontfangen te hebben 50 ca. guldens
ende van de resterende hondert gld. sullen zij voor Bamis 1640 betaelen vijfftich gld. sonder intrest
ende de leste vijfftich gld. sullen oijck verschijnen bamis 1640. Dies soe sullen zij de selve leste 50 gld. betaelen een halff jaer daer naer sonder intrest.

Testes G. Claessen ende Corst Janssen den 2e october 1639.

Item: Op heden den 27e januarij 1641 bekent Adriaen Cornelis Oirlemans van Jan Aertssen hier op ontfangen te hebben 25 gld. Actum ut supra.

Toelichting:
------------

De vader van Cathelijn, Jan Willem Weerdts, en de 2e vrouw van hem, Peeterken Thonis Peetersen de Decker zijn beide aan de pest overleden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 39v/41v]
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Schuld:
van 14-04-1634 tot 12-05-1648     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 76r d.d. 14-4-1634.

Jan Willem Weerdts ende Joost Janssen de Lepper als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Hendricken onmondige soone wijlen Cornelis Willem Weerdts
in den naeme emde van wegen desselffs onmondige Henrick
hebben gelooft op verbintenisse van allen de goederen des voorst.
Henrick ende
specialijck op verbintenisse van eene stede binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt de Nieuw Moelenstraete,
oistwaerts Steven Bartolomeus,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert Andries Adriaens ende
noirtwaert aen de hoeve mijns heere van Loon,

te geven ende betaelen Adriaen Cornelis Oirlemans den 1e meije 1635,
de somme van drijeenvijfftich guldens goet gancbaer gelt, waer inne den intrest van een jaer tot 3 gld. toe is innegerekent.

Ende hebben de voorst. momboiren verclaert de somme van 50 ca. gld. van de voorst. Adriaen opgenomen te hebben ten behoeve des voorst. onmondige Henrick
ten eijnde zij daermede souden betaelen de montcosten desselffs Henrick soe aen Henrick Aertssen Brabere, Laureijs Janssen Lepper als meer andere. Volgens rekeninge bij hen daer aff te doen.

Testes, Henrick Aertssen Brabere ende Bastiaen Stoffelen den 24e aprilis 1634.


In marge: Thonis Janssen als man ende momboir van Cathelijn Jan Willem Weerdts dochtere bekent dese geloefte metten verschenen intrest voldaen te zijn.
Actum 12e october 1648.

Item: in collegio den 12 maij 1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 76r]
van 31-12-1635 tot 31-01-1650     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 62r d.d. 31-12-1635.

Cornelis Cornelissen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen
hebbende ende vercrijgende Adriaen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te betaelen 1e januarij 1637 met 3 gld. intrest te rekenen van heden aff aen.

Ende soe de voorst. geloever de voorst. somme langer onder hout geloeft intrest te gelden ende te betaelen naer loop des tijts.
Met conditien etc. Op te seggen een vierendeel jaers voirens.

Testes Hendrick Aertssen et Peter Peterssen. Actum ut supra.


In marge: Anthonis Janssen als man van Catelijn weduwe wijlen Adriaen Cornelis Oirlemans bekent dese geloefte metten intrest voldaen te zijn.
Actum 31-1-1650.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 62r]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
van 21-02-1641 tot 26-05-1641     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 144r/v d.d. 21-2-1641.

Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters als man ende momboir van Maijken
zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Hendricxssen den Grootten

eenen ackerlants twee loopensaeten oftdaer omtrent int geheel begrijpende, gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte, oistwaert aen erffenisse van Peterken weduwe wijlen Adriaen Peter Maes ende haere dochtere,
zuijtwaert aen andere erffenisse des transportants ende
westwaert ende noirtwaert aen erffenisse van Adriaen Cornelis Peter Oirlemans

ende voirts in alsulcker grootten ende manieren als hij transportant in der qualiteijt als voor daer hij toe gerecht is, soe sij seijde.

Heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Adriaen
sone Cornelis Peter Oirlemans voorgen. cum litterus et jure.

Gelovende de voorst. transportant als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende den voorst. ackerlants
den voorn. Adriaen Cornelis Peter Oirlemans te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijck.

Vuijtgenomen des dorps commer ende daer en boven dat de coopere sal wegen ende stegen den ghene die men naer recht schuldich is te wegen ende te stegen ende anders nijet.

Testes Aert Jan Janssen Stevens et Dirck van Duppen den 21e
februarij 1641.


RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 144v d.d. 21-2-1641.

Adriaen Cornelis Peter Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters
de somme van tweehondert ende 10 ca. gld. goet gancbaer gelt te
geven ende te betaelen in dese naervolgende manieren,
te weten hondert ende 27 guldens ende 10 st. alnu gereet
ende de resterende cooppenningen tot halff meije des jaers 1641 toecomende,
ter causen van coop van den voorst. ackerlants,
stellende den selven tot hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

In marge: Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters bekent de 127 gld. 10 st. die gereet betaelt moeten worden voldaen te zijn.
Actum 21 februarij 1641.

Item: Adriaen sone wijlen Willem Adriaen Wouters bekent den lesten termijn deser geloefte ten vollen betaelt te zijn. Actum den 26 maij 1641
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69]
28-01-1644     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 158v /159r d.d. 28-1-1644.

Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
zijn gedeelte in seeckere parceelen van erffgoederen hem bij deijlinge tusschen de gelijcke kinderen ende erffgenaemen wijlen Cornelis Peter Oirlemans te deele bevallen,
met zijn gerechticheijt vande bodems daer toebehoirende, nijet daer van vuijtgescheijden, heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven

Cornelissen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder cum litterus et jure effestucando.

Gelovende de voorst. Adriaen als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende dit opdraegen
ende overgeven den voornoempden Cornelissen zijnen broeder vast ende steedich te houden ten eeuwigen daeghen sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck nochtans soe sal de voorst. Cornelis hier vuijt gelden des transportants contingent van alle chijnsen,
renten ende pachten, dwelck hij hier vuijt schuldich is te gelden, eentsamentlijck oijck des dorps commer ende daer toe soe sal hij houden ende onderhouden de gebuerlijcke lasten ende servituten tot ’t voorst. gedeelt staende soe van oudts als volgende de voorst.
deijlinge met allen den achterstel der voorst. renten, chijnsen ende pachten.

Allet in conformiteijt van den schriftelijcke coopcedulle opten 23e aprilis anno 1642 tusschen partijen gemaeckt daer toe zij zijn referende. Testes et actum ut supra.


Idem: de selve Adriaen bekent ende lijdt midts desen als dat Cornelis zijnen broeder hem ten vollen betaelt heeft de cooppenningen van ’t voorst. getransporeert gedeelt van de erffgoederen voorgen. bedraecht hebbende tweehondert ende veertich ca. gld. naer breeder vermellens van de bovengeschr. coopcedulle, die hij Adriaen bekent hier mede
voldaen te zijn ende consenteert inde cassatie der selver voor soe vele de voorst. cooppenningen is raeckende. Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 70 f 158v/159r]
van 28-03-1665 tot 21-11-1668     Folio 6v Peeter Adriaenssen Oirlemans transporteert goederen aan zijn broer Hendrick Adriaen Oirlemans. De goederen zijn een zesde deel van de nalatenschap van hun ouders Adriaen Cornelis Oirlemans en Lijntien Jan Willem Weerts. 28-3-1665

Folio 7 Hendrick Adriaenssen Oirlemans bekent schuldig te zijn aan zijn broer Peeter een bedrag van 203 gulden terzake van een transport op heden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 21-11-1668 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 80 f 6v en 7]
Adriaen trouwde met Cathelijn Jan Willem (Lijntien) Weerdts. Lijntien is een dochter van Jan Willemssen Weerdts en Adriaentken Jan Aertssen.
Deling van goederen:
van 27-11-1665 tot 04-12-1665     Hendrick Adriaen Cornelis Oirlemans maakt een boedelscheiding met
Jan Cornelis Oirlemans als voogd over Adriaentien de oude en Adriaentien de jonge, dochters van wijlen Adriaen Cornelis Oirlemans en Lijntien Jan Willem Weert, en
met Dirck Peeter Haemers en Peeter Adriaen Oirlemans voor Huijbertien, onmondige dochter van wijlen Cornelis Tunus Schuermans en Cornelia Adriaen Cornelissen Oirlemans.

De goederen zijn afkomstig van hun (groot)vader en (groot)moeder. 27-11-1665/4-12-1665
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 80 f 17 in deel b]
Overeenkomst:
van 04-09-1637 tot 28-07-1641     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 39v/41v d.d. 4-9-1637.

Condt zij eenen ijegelijcken. Alsoo seeckere questien ende geschillen waeren
opgestaen ende geresen ende noch meer geschaepen waeren op te staen ende te gerijsen tusschen

Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende
momboir van Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Willemssen Weerdts,
bij den selven wijlen Jan ende bij wijlen Adriaentken dochtere Jan Aertssen zijnen ierste huijsvrouwe tsaemen verweckt ter eenre,

ende Bartolomeus sone wijlen Thonis Peterssen de Decker ende
Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten als man ende
momboir van Lijntken zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Thonis Peterssen de Decker voorn. ter andere zijden.


Belangende de successie van de goederen soe bij de voorst. Adriaentken, Jan
Willemsse als bij Peeterken dochtere wijlen Thonis Peterssen voorst. desselffs Jan Willemssen 2e huijsvrouwe achtergelaeten,
ende midts hender respective doot ende afflijvicheijt geruijmpt.

Om alle welcke te vergueden, minne ende vrientschappe met
malcanderen te houden.


Soe zijn gestaen voor schepenen van Venloon ondergenoempt de voorn. Adriaen, sone wijlen Thois Peterssen de Decker ende Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten altesaemen in der qualiteijt bovengeschr.
<JM: deze paragraaf is niet correct beschreven, moet zijn: Adriaen ter eenre en Bartholomeus en Jan ter andere>

Ende hebben bekent ende beleden,
kennen ende lijden midts desen met malcanderen door tusschensprecken van goede mannen ende vrienden minnelijcken veraccordeert ede overcomen te zijn in vuegen, manieren ende onder de conditien hier naervolgende, te weten, dat de voorn. Adriaen in der qualiteijt als boven tot sijn ende sijnder voorst. huijsvrouwe behoeve

met vollen rechte alleen sal behouden ende blijven besitten eene stede lants te
weten huijs, schuer, schopken ende erffenissen daeraenliggende ende
toebehoirende soe groot ende cleijn als de selve binnen deser heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt den Ketshoevel gelegen is,

ende gelijck de voorst. Jan de selve stede lants in zijnen leven beseten ende achtergelaeten heeft, met allen haere rechten ende toebehoirten.

Behoudelijck dat de voorn. Adriaen sone wijlen Cornelis
Peter Oirlemans daer vuijt sal gelden de chijnsen, renten ende pachten met recht daer vuijt gaende.

Ende alle andere voirdere goederen soe bij den voorst. Jan Willemssen ende voorst. Adriaentken als daer naer bij den selven Jan mette voirst. Peterken tsaemen beseten ende bij hen respective geruijmpt ende achtergelaeten, soe erffelijcke, erffhaeffelijcke als haeffelijcke, gereede ende ongereede, actien ende crediten, hoedanich de selven zijn oft genoempt souden moegen wordden ende waer ende tot wat plaetsen de selve gelegen zijn oft bevonden sullen wordden, soe in hollant, brabant als elders, egeende der selver vuijtgescheijden.

Allen de selve sullen bij den voorn. Adriaen sone Cornelis Peter Oirlemans voor
deene helft
ende den voorn. Bartolomeeus sone wijlen Thonis Peterssen ende den voorst. Jan sone Aert Wouter Lochten tsaemen voor dandere helft gepacht ende
gedeelt wordden ende tgene quaelijck deelbaer is,
tselve sal tsaemenderhandt
vercocht wordden ende sullen de penningen daer aff procederende oijck halff ende halff als boven genoten worden, sonder dat men aensien sal van waer oft van wien de selven goederen gecomen sijn, oft wien de selven toebehoirt hebben.

Vuijtgenomen dat de voorst. Bartolomeus ende Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten
van den termijn der cooppenningen beloopende tweehondert gld. die in den
toecomende jaere 1638 Jo. Nuijssenborch schuldich sal worden van den coop van een stuck hoijlants in den Zuijdenwijn gelegen, sullen trecken, beuren ende genieten hondert ende vijfftich ca. gld.
ende dat de voorn. Adriaen van den selven
ierstcomende termijn alleen sal ontfangen de resterende vijfftich ca. gld.

ende daerenboven dat de selve Adriaen nijet en sal genieten van alsulcke somme van veertich ca. gld. als de voorst. Jan Willemsen Weerdts aen den voorst. Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten in sijnen leven in twee reijsen geleent heeft.

Behoudelijck oijck dat de voorst. Adriaen daer tegen nijet en sal hebben te draegen in alsulcke voeder hoijs ende andere waeren bij den voorst. Jan soe in baer, medecijnen als anderssins gelevert.

Doch sullen de voorst. Bartolomeus Thonis ende
de voorst. Jan sone Aert Wouter Lochten de voorst. 40 ca. gld. met malcanderen hebben aff te rekenen ende naer liquidatien den anderen naer behoiren goet te doen.

Item zijnen huijsvrouwe sullen hebben eenen appelblommen vrouwenrock ten lijve van den voorst. Peterken Thonis zijns Bartolomeus sustere toebehorende hebbende,
ende de melckkoe die den sterffhuijse is toebehoirende.

De selve sal int geheel volgen aen de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans.
Wel verstaende nochtans soe werdt wel expresselijck bevoorwaert ende besproken,
dat allen de loopende passive schulden, costen van begraeffenisse, vuijtvaert,
kerckerechten, buen ende scrobgelt ende andere oncosten daer inne het sterffhuijs des voorst. Jan Willemssen ende Peterken gehouden is, halff ende halff in manieren als voor bij de voorst. partijen betaelt ende gedraegen sullen wordden.

Oijck wordt besproken ende midts desen wel vuijt druckelijck gecandert als dat de legaeten van cleederen ende anderssins tgene deen ende dandere bij de leste dispositie van vuijtterste willen des voorst. Jan Willemssen ende Peeterken in henne pestsieckte voor schepenen van Venloon gemaeckt is, sullen stadt grijpen ende aen respective legatarissen vuijtgereijckt wordden.

Allen dwelcke de voorst. partijen reciprore malcanderen gelooft hebben ende
geloven midts desen op verbintenisse van hene persoonen ende allen haere voorst. goederen hebbende ende vercrijgende vast, steedich ende van weirden te houden, te volbrengen ende metten wercke naer te comen, sonder daer tegens te doen oft comen tsij in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.
Verthijende ende renuncierende tot dijne eijnde op allen voirder recht, gesach, pretensie ende gerechticheijt dwelck deen oft dandere van hen beijde in de bovengeruerde respective achtergelaeten goederen tsij vuijt crachte van den voorgaende testamenten, houwelijcxse voorwaerden, costuijme, lantrecht, ab intestato oft anderssins meer soude moegen eijschen, pretenderen oft competeren.

Renuncierende oijck op alle beneficien, rescissen ende remedien van recht, tsij
rechtelijck oft andere, die hen ter contrarien van desen eenichsins souden moegen dienen oft te staede comen, maer bekennen ende verclaeren, dat desen tegenwoirdichen accoirde in allen zijnen poincten, claer ende bespreckelijck ten wederzijden onderhouden ende achtervolght sal wordden
ende dat allen henne voorst. questien ende geschillen hiermede sullen sijn ende blijven te nedergeleeght ende geassocieert. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen den 4e september anno 1637.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 41v/42v d.d. 9-9-1637.

Condt zij eenen ijegelijcken. Alsoe Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Jan Willemssen Weerdts ter eenre,

ende Bartholomeeus Anthonis Peterssen de Decker ende Jan
sone wijlen Aert Wouter Lochten als man ende momboir van Lijntken zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Thonis Peterssen voorn. ter andere zijden.

Oepentlijck bekenden gelijck zij alnoch bekennen midts desen tsaemen overcomen ende geaccordeert te zijn, om malcanderen te gevens oft te nemens, te setten
alsulcken huijs ende erffenisse daer aenleggende, midtsgaeders een ackerken lants
gecomen van de erffgenaemen wijlen Jan Peterssen van Besauwen, als de voorst. partijen volgens seeckeren accoirde voor schepenen van Venloon op ten 4e september lestleden tusschen haer gemaeckt ende gepasseert, onder meer andere goederen onbedeelt zijn toebehoirende, ende dat voor eene somme van acht ca. gld. ende 10 st. die zij van den voorn. Adriaen soude beuren hadden aengenomen te doen.

Ende dat dijen volgende de selve Bartolomeus ende Jan het voorst. huijs met
zijnen aenliggende erffenisse midtsgaders het voorst. ackerke lants tsaemen oft te nemens op eene somme van drijehondert ende veertich ca. guldens goet gancbaer gelt, in drije termijnen te betaelen,

waer aff den iersten verschijnen soude tot Bamis
toecomende over een jaer, ende soe van Bamis tot Bamis tot volder betaelinge.

Behoudelijck dat men vuijt het voorst. huijs ende erffenisse voor verhaelt soude gelden een smael hoen jaerlijcx tot chijns aen mijn heere van Loon ende soe vuijttre voorst. erffenisse meer commers bevonden worden te gaen,
dat zij malcanderen het selven souden goet doen naer goedermans seggen.

Soe eeft dat naer voorgaende deliberaede de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans het voorst. huijs, erffenisse ende ackerken voor de voorst. somme van drije hondert veertich ca. gld. in termijnen als voor te betaelen ende op de last van den chijns van een smael hoen bovenverhaelt aen de voorn. Bartoholomeeus sone wijlen Thonis Peterssen den Decker ende aen Jan sone wijlen Aert Wouter Lochten overgelaeten ende getransporteert heeft, gelijck hij hen alnoch overlaet ende transporteert midts desen.

Dies soe sullen de voorst. setters de voorst. 8 gld. 10 st. hen voor henne voorst. ...... toegeseegtht cortten aen den 1e termijn der
voorgeruerde somme van 340 ca. gld. ende sal den wijncoop dese settinge ende overneminge te gerijsen wesen halff ende halff.

Gelovende oijck de voorst. partijen dese malcanderen ten eeuwigen daegen vast ende steedich te houden ende ten allen tijden tot behoeff des een ende des anders behoirlijck bewaernisse van veste ende geloefte te doen naer stijl van schrijven alhier gerequireert, daer voor verbindende haere persoonen ende allen haere goederen, hebbende ende vercrijgende, allet sonder argelist.

Testes, Sijmen Diercxssen ende Ghijsbert Claessen opten 9e september 1637.
Tot wijncoop geweest 24 st.

In marge: Op de helft van dese 340 gld. beloopende voor Adriaen Cornelis
Oirlemans 170 gld. moet cortten 8 gld. 10 st. van het ...... ende alnoch van het aencoopen van een smael hoen gaende vuijt het ackerken moet cortten volgens bescheeden op heden gemaeckt eenen somme van 11 gld. 10 st. maeckten tsaemen 20 gld.
Welcke aff getrocken blijft de helft noch voir den voorst. Adriaen 150 gld. waer op Adriaen vuijt handen van Jan Aertssen ende Bartholmeeus Thonis ontfangen te hebben 50 ca. guldens
ende van de resterende hondert gld. sullen zij voor Bamis 1640 betaelen vijfftich gld. sonder intrest
ende de leste vijfftich gld. sullen oijck verschijnen bamis 1640. Dies soe sullen zij de selve leste 50 gld. betaelen een halff jaer daer naer sonder intrest.

Testes G. Claessen ende Corst Janssen den 2e october 1639.

Item: Op heden den 27e januarij 1641 bekent Adriaen Cornelis Oirlemans van Jan Aertssen hier op ontfangen te hebben 25 gld. Actum ut supra.

Toelichting:
------------

De vader van Cathelijn, Jan Willem Weerdts, en de 2e vrouw van hem, Peeterken Thonis Peetersen de Decker zijn beide aan de pest overleden.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 39v/41v]
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Schuld:
van 14-04-1634 tot 12-05-1648     Pdf RAT. Loon op Zand. R 66 f 76r d.d. 14-4-1634.

Jan Willem Weerdts ende Joost Janssen de Lepper als wettige momboiren bij den heere geordonneert van Hendricken onmondige soone wijlen Cornelis Willem Weerdts
in den naeme emde van wegen desselffs onmondige Henrick
hebben gelooft op verbintenisse van allen de goederen des voorst.
Henrick ende
specialijck op verbintenisse van eene stede binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt de Nieuw Moelenstraete,
oistwaerts Steven Bartolomeus,
zuijtwaert sheerenstraete,
westwaert Andries Adriaens ende
noirtwaert aen de hoeve mijns heere van Loon,

te geven ende betaelen Adriaen Cornelis Oirlemans den 1e meije 1635,
de somme van drijeenvijfftich guldens goet gancbaer gelt, waer inne den intrest van een jaer tot 3 gld. toe is innegerekent.

Ende hebben de voorst. momboiren verclaert de somme van 50 ca. gld. van de voorst. Adriaen opgenomen te hebben ten behoeve des voorst. onmondige Henrick
ten eijnde zij daermede souden betaelen de montcosten desselffs Henrick soe aen Henrick Aertssen Brabere, Laureijs Janssen Lepper als meer andere. Volgens rekeninge bij hen daer aff te doen.

Testes, Henrick Aertssen Brabere ende Bastiaen Stoffelen den 24e aprilis 1634.


In marge: Thonis Janssen als man ende momboir van Cathelijn Jan Willem Weerdts dochtere bekent dese geloefte metten verschenen intrest voldaen te zijn.
Actum 12e october 1648.

Item: in collegio den 12 maij 1648.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 66 f. 76r]
van 31-12-1635 tot 31-01-1650     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 62r d.d. 31-12-1635.

Cornelis Cornelissen Oirlemans heeft geloeft als schulder principael op hem ende allen zijne goederen
hebbende ende vercrijgende Adriaen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder de somme van 50 ca. gld. goet gancbaer gelt, te geven ende te betaelen 1e januarij 1637 met 3 gld. intrest te rekenen van heden aff aen.

Ende soe de voorst. geloever de voorst. somme langer onder hout geloeft intrest te gelden ende te betaelen naer loop des tijts.
Met conditien etc. Op te seggen een vierendeel jaers voirens.

Testes Hendrick Aertssen et Peter Peterssen. Actum ut supra.


In marge: Anthonis Janssen als man van Catelijn weduwe wijlen Adriaen Cornelis Oirlemans bekent dese geloefte metten intrest voldaen te zijn.
Actum 31-1-1650.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f. 62r]
Transport:
van 28-03-1665 tot 21-11-1668     Folio 6v Peeter Adriaenssen Oirlemans transporteert goederen aan zijn broer Hendrick Adriaen Oirlemans. De goederen zijn een zesde deel van de nalatenschap van hun ouders Adriaen Cornelis Oirlemans en Lijntien Jan Willem Weerts. 28-3-1665

Folio 7 Hendrick Adriaenssen Oirlemans bekent schuldig te zijn aan zijn broer Peeter een bedrag van 203 gulden terzake van een transport op heden. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 21-11-1668 ingelost is.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 80 f 6v en 7]
VI. Cornelis Cornelissen Peter Oirlemans (zie 512).
VII. Dierck Cornelissen Peter Oirlemans. Dierck is overleden na maandag 19 februari 1652.
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Overeenkomst:
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
28-03-1642     Pdf RAT. 781 Loon op Zand. R 70 f 13v/14r d.d. 28-3-1642.

Dierck sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
zijn portie ende kintsgedeelt hem als hij seijden toebehoirende in eene stede lants gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven soe groot ende cleijn als hem het selve bij erffscheijdinghe ende erffdeijlinge tusschen de kinderen ende erffgenaemen wijlen
Cornelis Peter Oirlemans voorgen. in verscheijde parceelen te deele bevallen is met zijne gerechticheijt in de bodems ende heijevelden hem midts de doot van zijne ouders aenbestorven ende aengedeijlt,

heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende overgegeven Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder cum litteris et
jure effectucando.

Gelovende de voorst. Dierck als schuldenaer principael op hem ende
allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende dit opdraeghen ende overgeven den voorst. Jannen zijnen broeder vast ende steedich te houden ten eeuwighen daegen sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de selve daer vuijt sal gelden alle renten,
chijnsen ende pachten die hij daer vuijt met recht schuldich is te doen.

Testes Ghijsbert Claessen et Thomas Thomassen den 28e martij 1642
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 70 f. 13v/14r]
10-10-1654     Pdf Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v

Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, zonen van Maijken Cornelis Oirlemans;
de genoemde Ghijsbert tevens als gemachtigde van zijn broer Jan Peeterssen, kleermaker te Antwerpen, en
zijn zuster Maria Peeterssen;
de genoemde Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken Peters, ook dochter van Maijken Cornelis Oirlemans,

transporteren goederen aan Jenneken Adriaen Janssen van Oisterhout (1/2) en Herman Cornelissen van Heijst (1/2)


Jan Cornelis Oirlemans en Cornelis Joosten stellen zich borg voor alle mogelijke lasten op de goederen die Maijken Cornelis Oirlemans op heden getransporteerd heeft.


Ghijsbert en Cornelis Peeterssen, tevens voor hun broer en zuster Jan en Maria Peeterssen, bekennen dat zij alle kooppenningen ontvangen hebben die Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst hen verschuldigd waren terzake van een transport op heden, 10-10-1654


Jenneken Adriaen Janssen en Herman Cornelissen van Heijst bekennen schuldig te zijn aan Ghijsbert Peterssen en Cornelis Joosten als voogden over Adriaentken, onmondige dochter van Peter Ghijsbertssen en Maijken Cornelis Peter Oirlemans een bedrag van 26 gulden en 13 stuivers terzake van een transport op heden.

Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 26-8-1659 door Herman Cornelis van Heijst en Stoffel Bastiaenssen de Leeuw bij Jan Cornelis Oirlemans ingelost is.


Jenneken Adriaen Janssen komt een deling overeen met Herman Cornelissen van Heijst van de goederen die zij op heden getransporteerd hebben gekregen.

Toelichting:

Cornelis Joosten is getrouwd met Jenneken Cornelis Peter Oirlemans, en is een dochter van Cornelis Peter Oirlemans en Marie Jan Stevens.
Mayken woonde samen met Peter Gijsberts in Heusden.
Jan Cornelis Peter Oirlemans is een halfbroer uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans met Hendricken Cornelis (akte 7 maart 1639)
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv. 76 f. 31r en v]
oirlemans_nicolaa_corneli_petri__rk_gedoopt_op_19_juli_1609__zoon_van_cornelis_petri_-_loon_op_zand__-_inv._1_doopboek_1608-1624_f._5.jpg oirlemans_nicolaus_cornelii__ondertrouwt_op_8_nov._1633__en_trouwt_voor_de_rk_kerk_op_3_dec._1633_met_aleydis_gerardi_-_loon_op_zand_-_inv._2_trouwboek_1624-1651_f.132.jpg
94 Oirlemans Nicolaa Corneli Petri, rk gedoopt op 19 juli 1609, zoon van Cornelis Petri - Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 5
95 Oirlemans Nicolaus Cornelii, ondertrouwt op 8 nov. 1633, en trouwt voor de rk kerk op 3 dec. 1633 met Aleydis Gerardi - Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f.132
VIII. Claes Cornelissen Peter Oirlemans (afb. 94 en 95). Hij is gedoopt op zondag 19 juli 1609 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 1 Doopboek 1608-1624 f. 5]. Claes is overleden na maandag 19 februari 1652, minstens 42 jaar oud.
Afzien van rechten:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere soe sij seijden

hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert
ten behoeve van Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft

ende ten behoeve van de vijff onmondige kinderen van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael, elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren
den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen st. gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 56r/57r d.d. 16-1-1638.

Doen dit aldus geschiedt was soe is gestaen voor schepenen der heerlicheijt
Venloon ondergeschr. Cornelis Joosten woonende tot Sprangh
als man ende momboir van Jenneken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peter Oirlemans verweckt bij Marie Jan Stevensdochtere
soe in dijer qualiteijt voor hem selven
als mede vuijt crachte van machte hem tot tgene hiernaer volght wettelijck gegeven ende verleent bij Peeter Ghijsberts woonende tot Heusden als vader ende voocht van zijne vijff onmondige kinderen bij hem geprocreert aen wijlen Maijken Cornelis Oirlemans dochtere sijns Peters overledene huijsvrouwe, daer moeder aff was de voorn. Marie Jan Stevens,
gelijck dat bij inst. van den procuratie daer op van schepenen,
borgemeesters ende raedt der stede van Heusden opten 15e dach deser loopende maent januarij gemaeckt, naeder blijckende was.

Op allen het recht, actie ende toeseggen hem Cornelissen ende den voorst. vijff onmondige kinderen toebehoirtende in allen ende een ijegelijcke goederen bij wijlen Cornelis Peter Oirlemans
soe in sijn ierst als tweede houwelijck beseten, waer ende tot wat plaetsen
de selven gelege soude moegen wesen.

Vuijtgenomen alleen zijns Cornelis ende den voorn. onmondige kinderen gerechticheijt in de heije ende moerbodems totte voorst. goederen behoirende ende hen aenbestorven sijnde,
(de welcke tot hennen behoeffne gereserveert wordt beneffens den ackerlants ende het heijeveldeken daeraenliggende in de bovengeschr. verthijenisse naerder vermelt)

wettelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen ende Diercken, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans ende Hendricxken Cornelisdochtere in sijnen 2e houwelijck verweckt, midtsgaeders ten behoeve van Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn dochtere Cornelis ende Hendricxken voorst.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Cornelis Joosten als schulder principael
soe voor hem selven op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende,
als vuijt crachte der voorst. machte op verbintenisse van allen de goederen der voorst. onmondige kinderen insgelijcx hebbende ende vercrijgende, dit verthijen ende renuntieren
den voorn. Jannen, Cornelissen, Claessen, Adriaenen, Diercken ende
Geeriden vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich
wederseggen, sonder daer tegens oijck te doen oft comen in recht oft daer buijtten in eeniger manieren.

Testers et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

De 6 kinderen uit het 2e huwelijk van Cornelis Peter Oirlemans zien af van hun rechten op de akker en het heiveldje in t Craenven, ten gunste van de 2 kinderen uit het 1e huwelijk.
De moeder van Mayke is vermeld in de 2e akte, namelijk Marie Jan Stevens.

Dat maakt de verdeling in 2 delen logisch.
Jenneken woont in Sprang en de weduwnaar en de 5 onmondige kinderen van overleden Mayke wonen in Heusden.

Op 15 januair 1638 heeft Cornelis Joosten van Peter Gijsbrechts in Heusden de procuratie verkregen. Het oud-rechterlijk archief van Heusden is helaas slechts voor een klein deel online te raadplegen.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 68 f 55v/56r en 56r/57r]
Deling van goederen:
26-10-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 86r/87v d.d. 26-10-1638.

Jan, Cornelis, Claes, Adriaen ende Dierck, gebroederen
sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den wijlen Cornelis ende Hendricxken sijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Besauwen tsaemen verweckt,

ende Geeridt sone Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis ende Hendricxken voirgen.

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende
gedaen seeckere erffscheijdinge ende erffdeijlinge van de goederen hun luijden bij ende overmidts der doot ende afflijvicheijt van hennen ouders aengecomen ende hen tsaemenderhandt toebehoirende,

gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven, soe men verclaerden.

Overmits welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Jannen,
Claessen ende Diercken bij blinden lote te deele bevallen eene stede lants genoempt
de oude stede, te weten, huijs, schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer
aenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voorst. met allen de heijevelden ende bodems daer insgelijcx toebehoirende ende van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest,
eertijts gecomen van Lijn Blijnde Arikens.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de ouders der
voorn. deijlderen der selven beseten hebben ende gelijck zij de selve tegen Cornelis Janssen affgedeijlt hebben, soe zij seijden.

Item alsnoch eene geloefte van hondert ca. gld. capitaels op Geriden Jan Dominicus, die de voorst. Geeridt tot pincxteren geloeft te voldoen, met allen de intrest daer aff verschenen.

Ende noch hiertoe alsulcken corenpacht ende voorlijff als de voorst.
Geeridt schuldich sal wordden van de huere der naergenoempde stede lants van zijn gebruijck oft ooghst anno 1639 vervallende, te weten het voorlijff tot meije desselffs jaere 1639 ende den corenpacht tot lichtmis daernaest volgende.

Op welcke stede lants met haere voorst. toebehoirten ende andere hierbij geleegde geloefte ende huere ten behoeve des voorst. Jans, Claes ende Dierck hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men vuijtten voorn. lote sal gelden alle
chijnsen, renten ende pachten, die men daer vuijt van oudts vergouwen heeft, egene der selver vuijtgescheijden ende dat men oijck de voorst. stede ijerst sal aenveerden ten oogst 1639. Met conditien ut infra.

Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge, soe is den voorn. Cornelis, Adriaen ende Geeriden bij blinden lote te deele bevallen
de helft van eene stede lants metten geheelen woonhuijse, die zij deijlderen daerop hebbende staende ende de halve schuere hen aldaer toebehoirende.
Te weten de aenstede, hoff, grondt ende ackerlant daeraenliggende ende toebehoirende, gelegen binnen der voorst. heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,
tsaemen oijck met allen de heijevelden ende bodems daer toe insgelijcx behoirende ende de welcke van oudts daer toe gebruijckt zijn geweest.

Soe groot ende cleijn ende in alsulcke vuegen ende manieren als de selve helft hen is toebehoirende ende gelijck Bertrom Cornelis van Besauwen de wederhelft daervan is besittende ende competerende, nijet daer van
vuijt gescheijden, soe men insgelijcx verclaerden.

Op de helft van welcke stede lants ende haerder toebehoirten tsaemen op den geheele woonhuijse ende halve schuere daer op staende ten behoeve des voorst. Cornelissen, Adriaen ende Geeriden
hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Wel verstaende soe sullen zij deijlderen de selve helft ijerst aenveerden ten ooghst 1639.

Ende daerenboven sal men vuijt seen lote gelden de helft van alle renten, chijnsen ende pachten, die men daer vuijt van oude tijden vergouwen heeft ende schuldich is te gelden. Met conditien ut infra.

Met conditien hier inne toegedaen, dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat de eene van de andere egen hinder oft schaede aff en sal comen in eeniger manieren.

Behoudelijck oijck dat zij malcanderen ende allen andere rechten daertoe hebbende sullen wegen ende stegen tot nasten velde ende ten minste schaede.

Midtsgaeders dat zij den achterstel van de voorst. chijnsen, renten ende pachten malcanderen tot desen daege toe sullen helpen affdoen ende betaelen,
mede oijck dat zij alle onbetaelde schulden malcanderen in sess gelijcke deelen sullen draegen ende voldoen.

Met voorwaerden oijck dat zij deijlderen het gene gemeijnen
behoeve reserverende het gelt, het gene op de voorst. gedeijlde goederen hier naermaels bevonden soude moegen worden, sonder ijets malcanderen
achterwaerts te moegen houden.

Gelovende de voort. deijlderen als schulderen
principael op hen ende allen henne goederen, hebbende ende vercrijgende, dese erffscheijdine ende erffdeijlinge dit verthijen ende de conditien bovenverhaelt malcanderen vast, steedich ende van weirden te houden ten eeuwigen daegen sonder enich wederseggen. Allet sonder argelist.

Testes Ghijsbert Claessen ende Bastiaen Stoffelen desen 26e octobris anno 1638.


RAT. Loon op Zand. R 68 f 87v d.d. 26-10-1638.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans een derde part hem als hij seijde
toebehoirende in de schepene geloefte van hondert ca. gld. hierboven in de lest geschreven erffdeijlinge naeder gementioneert ende hem in de selve deijlinge voor
het voorst. derde part te deele bevallen ten laste van Geridt Jan Dominicus met een derde part van den intrest daer aff verschenen heeft hij wel ende wettelijck opgdraegen ende overgegeven Jannen sone Cornelis Peter Oirlemans zijnen broeder.
Met affgaen ende verthijen. Promittens ratum etc.

Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------

Jan, Claes en Dierck krijgen de oude stede in t Craenven. Die is eertijds gekomen van Lijn Blijnde Ariken.

Cornelis , Adriaen, en Cathalijn krijgen de helft van de stede, ook staand in t Craenven. De andere helft is in bezit van Bertrom Cornelis van Besauwen. Dat is hun oom, van moederszijde.
Waarschijnlijk is dit het ouderlijk huis van hun moeder.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f.86r/87v]
17-02-1639     RAT. Loon op Zand. R 69 f 20r/22v d.d. 17-2-1639.

Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen ter eenre

ende
Cornelis ende Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende Hendricxken dochtere wijlen Cornelis Janssen van Besauwen voirgen. tsaemen verweckt
ende met hen Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van
Cathelijn zijnen huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken
voorst. ter andere zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe van seeckere parcheelen van
erffgoederen hen deijlderen tsaemenderhandt toebehoirende,
elegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cornelis Janssen van Besauwen voorn. ende Mariken dochtere Hendrick Stevens zijne huijsvrouwe henne vader ende moedere, grootvader ende grootmoeder respective, soe sij seijden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Betrom sone wijlen Cornelis van Besauwen hebben ende met vollen rechte besitten de oistenzijde van de hoffstadt met een woonhuijs op de westenzijde van de selve hofstadt staende
ende het oisteijnde van de schuere aldaer oijck staende,
altesaemen gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt ende ter plaetse voirst.
oistwaert te weten aen het zuijdeneijnde aen den hoff, ende
aen het noirden aen Cornelis, Adriaen ende Geeridt voorn.
zuijtwaert aen de naebeschreven huijsacker,
westwaert aen de voorst. Cornelis ende zijnen voirn. mededeijlderen ende noirtwaerts aen sheerenstraete
metten zuijdeneijnde van den hoff aldaer.

Noch eenen ackerlants genoempt den Huijsacker,
oistwaert ende zuijtwaerts aen de voorst. Cornelis en zijnen
mededeijlderen,
westwaert Berthout Hendricx weduwe ende haere kinderen ende
noirtwaerts aen de voorst. hoffstadt.

Noch eenen acker genoempt den Bremacker
met een heijeveldeken daeraenliggende, gelegen aldaer
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert, westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Cornelis ende zijne
consoirten.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen aldaer neffens eene
heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willemssen ende meer anderen,
oistwaert de kinderen ende erffgenaemen Jan Peeters van Besauwen,
zuijtwaerts Adriaen Cornelis Diercx van den Hove,
westwaert ende noirtwaert de voorst. Cornelis ende zijnen voirst. mededeijlderen.

Noch de zuijdenzijde van eenen ackerlants genoempt den Dries gelegen aldaer neffens een heijvelt toebehoirende den kinderen van Jan Peeterssen van Besauwen voirst.
oistwaert aen de Cromstraete,
zuijtwaert aen comers ackerken,
westwaert de voorst. kinderen wijlen Jan Peterssen van Besauwen ende noirtwaert aen de voirn. Cornelis ende zijnen mededeijlderen.

Noch de westenzijde van een ackerken lants genoempt Comens
ackerken gelegen aldaer
oistwaert de voorn. Cornelis ende zijnen consoirten hier
tegens deijlende,
zuijtwaert aen de voorst. Adriaen Cornelis Diercx,
westwaert aen de voorst. kinderen Jan Peterssn ende
noirtwaert aen de voirst Dries.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericx als coopere ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de westenzijde van een ackerken gelegen over de straete
oistwaerts aen de voorst. Cornelis ende zijnen consoirten hier tegens deijlende,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert het weeskindt
Hendrick Goijaerts ende
noirtwaert aen Jan Pauwels.

Noch de zuijdenzijde van een ackerken gelegen opten Cruijsacker en noch een streepken heije oijck aldaer gelegen neffens het lant van Jan Jansse Stevens.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende gelijck zij deijlderen de selve teghens malcanderen affgepaelt hebben, soe zij insgelijcx seijden.

Op alle welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt ten behoeve des voorst. Bertroms sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hebben de voorst. andere mededeijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat men hier vuijt sal gelden de helft van alle chijnsen, renten
ende pachten ende oijck contributien met recht vuijt ende van de bovengeschr. goederen van wijlen Cornelis Janssen te vergelden ende te betaelen staende.

Met conditen ut infra.


Overmidts etc. soe sullen de voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt hebben ende met vollen recht blijven besitten de westenzijde van eene hoffstadt met een huijs op die oistenzijde van de selve hoffstadt staende ende daer toe het westeneijnde van de schuere daer bij staende, altesaemen gestaen ende gelegen binnen der voorst. heerlicheijt ter plaetsen voirn.

oistwaert aen Bertrom Cornelis voorst. als hier tegens deijlende,
zuijtwaert aen den huijsacker,
westwaert aen de weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende noirtwaert aen sheerenstraete met het noirdeneijnde van de hoff.

Noch eenen ackerlants gelegen aldaer beneffens de Cromstraete,
oistwaert aen de selve Cromstraete,
zuijtwaert ende westwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende ende noirtwaert aen Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende sijne consoirten.

Noch eenen ackerlants genoempt Joost Oomenacker,
oistwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis,
zuijtwaert aen een heijeken aldaer
westwaert aen de voorst. weduwe van Berthout Hendricx ende haere kinderen ende
noirtwaert aen de voirn. Bertrom Cornelis.

Noch een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de westenzijde van eennen ackerlants gelegen aldaer neffens een heijevelt genoempt Aerden heije toebehoirende Zacharias Willems ende meer anderen,
oistwaert aen Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
zuijtwaert Adriaen Cornelis Diercxsse,
westwaert aen Aerden heije ende
noirtwaert aen het voorst. heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen ackerlants genoempt den dries, gelegen aldaer
oistwaert aen de voorst. Cromstraete,
zuijtwaert Bertrom Cornelis hier tegens deijlende,
westwaert aen de kinderen wijlen Jan Peters van Besauwen ende
noirtwaert de voorst. Bertrom.

Noch de oistenzijde van een ackerken lants genoempt Comens Ackerken, gelegen aldaer aen de heije voorst. erffgenaemen Jan Peterssen van Besauwen,
zuijtwaert Adriaen Cornelis voorst.
westwaert ende noirtwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu Dierck Jan Diericxssen als coopre, ende streckende metten noirden eijnde aen sheerenstraete.

Noch de oistenzijde van een ackerken gelegen over de straete oistwaert aen de erffgenaemen Jan Stevens den ouden,
zuijtwaerts sheerenstraete,
westwaert Bertrom Cornelis ende
noirtwaert Jan Pauwels.

Noch de noirdenzijde van een ackerken op den
Cruijsacker gelegen, ende noch een heijveldeken neffens Goijaert van Duppen aldaer oijck gelegen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut supra.


Op welcke parcheelen van goederen bovenverhaelt tsaemen op alle schepene
lettren daer aff gewach doende ten behoeve des voorst. Cornelis, Adriaen ende Geeridt heeft de voorst. Bertrom sone wijlen Cornelis Janssen van Besauwen hier tegens deijlende wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.
Behoudelijck etc. ut supra. Met conditien ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den commer hen in desen
genoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden, dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff en sal hebben in eenigher manieren.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten
naesten velde ende ten minste schaede. Gelovende de voorst. deijlderen als
schulderen principael op hen ende allen henne goederen hebbende ende
vercrijgende dese erffscheijdinge ende erffdeijlinge, dit verthijen ende de conditien boven verhaelt malcanderen vast ende steedich te houden ten eeuwigen daegen sonder eenich wederseggen.

Allet sonder argelist.
Testes Ghijsbert Claessen ende Corstiaen Janssen.
Actum 17e februarij 1639



RAT. Loon op Zand. R 69 f 22v/24v d.d. 17-2-1639.

Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans ter eenre,
Adriaen zijnen broeder ter tweede ende
Geeridt Jan Dominicus als man ende momboir van Cathelijn zijne
huijsvrouwe dochtere wijlen Cornelis Peters voorn. ter derden zijden,

hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinge van allen alsulcke parcheelen van goederen als hen op heden date deser tegens Bertrom Cornelis van Besauwen hennen oom onbedeelt te deele bevallen zijn, soe sij seijden.

Overmidts welcker erffdeijlinge ende erffscheijdinge soe sal de voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende behouden het westeneijnde van de schuere mette westenzijde van den hoffstadt soe wijt als zij deijlderen het selve aldaer affgepaelt hebben.

Noch het ierst ende vierde loth vuijtten noirden in eenen
acker lants beneffens de cromstraete gelegen, den geheele acker oistwaert aen de voorst. cromstraete, zuijtwaert ende westwaert aen de voorst. Bertrom Cornelis ende noirtwaert Zacharias Willems ende Jan Cornelis Peter Oirlemans ende zijnen consoirten. Noch het middelste loth in Joosten Oomen heijken.

Noch de noirdenzijde van eenen acker lants genoempt den Dries.

Noch de oistenzijde van een ackerken genoempt Comens ackerken.

Noch een derden gedeelt onbedeelt van een heijeveldeken op de Cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen soe groot ende cleijn als de selve ter voorst. plaetsen gelegen zijn ende hen als boven toegedeijlt zijn.
Op welcke parcheelen van goederen cum litteris et jure etc. ten behoeve des voorst. Cornelis sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen.

Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden een derden part van de
helft der renten, chijnsen, pachten ende contributien, die zij deijlderen volgens de deijlinge metten voorn. Bertrom Cornelis hennen oom gemaeckt vuijt ende van hennen lote schuldich zijn te gelden ende te betaelen.

Met conditien ut infra.

Overmidts etc. soe sal de voorst. Adriaen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
hebben ende besitten dachterhuijs van den woonhuijse totter middelweechte toe met een parcheeltken hoffs tegen het huijs gelegen tot sheerenstraete met seeckere erffenisse achter vuijt gelegen vuijtwijsens de paelen aldaer.

Noch het derden ende seste loth van den acker beneffens de Cromstraete.

Noch een ackerken lants genomept Joost Oomen ackerke.

Noch het derde loth aen de zijde noirtwaerts in een heijken genoempt Joost Oomen heijken.

Noch de oistenzijde van eenen ackerlants gelegen neffens den hoff van Aleijdt weduwe wijlen Adriaen Huijben ende haere kinderen ende nu ter tijt Dierck Jan Diercx.

Ende noch een derden gedeel onbedeelt in een heijeveldeken op den cruijsacker beneffens Goijaert van Duppen.

Allen de voorst. parcheelen etc. ut suprs.

Op welcke parcheelen van goederen ten behoeve des voorst. Adriaen hebben dandere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelinge in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck etc. ut supra in Cornelis loth. Met conditien ut infra


Toelichting:
-------------

Van de kinderen van Cornelis en Hendricxken zijn Cornelis, Adriaen en Cathelijn vertegenwoordigd. Jan, Dierck en Claes ontbreken.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 69 f 20r/22v en f22v/24v]
11-03-1639     RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 31v/33r d..d. 11-3-1639.

Jan, Claes ende Dierck, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben onderlinge ende met malcanderen gemaeckt ende gedaen eene erffscheijdinge ende erffdeijlinghe

van eene stede lants genoempt de oude stede, te weten woonhuijs,
schuere, hoff, grondt ende ackerlant daer aenliggende ende toebehoirten gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven

eertijts gecomen van Cathelijn blint Arijkens soe men verclaerden.


Overmidts welcker erffscheijdinge ende erffdeijlinge soe sal de voorst. Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans hebben ende besitten het voorhuijs van het voorst. woonhuijs metten hoff aen de zuijdenzijde van den selven woonhuijse ende de boomen daerop staende.

Noch het 2e loth vuijtten oisten in den huijsacker.
Noch het vijffde loth in den selven huijsacker.
Noch het zuijdense dorde gedeelt in den geeracker.
Noch een dorde gedeelt aen de zijde oistwaerts in eenen acker genoempt den camp metten graft aldaer.

Allen de voorst. parceelen soe groot ende cleijn als de selve aldaer gelegen zijn.
Op welcke parceelen van goederen ten behoeve des voorst. Jans hebben de andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen helmelingen in manieren in dijen gewoonlijck zijnde.

Behoudelijck dat de selve Jan hier vuijt sal gelden een hoen sjaers aen mijn heere van Loon ende noch een 3e part van vier vaten roggen sjaers
in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen.
Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Claes hebben ende besitten de voorst. schuere met het ierste ende de 6e loth vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch omtrent een loopensaet lants gelegen ter plaetsen genoempt onder de Lijnde,
oistwaerts aen Zacharias Willemssen,
zuijtwaerts ende westwaerts aen Cornelis Cornelis Peter Oirlemans ende zijne consoirten ende
noirtwaerts sheerenstraete.

Noch het middelste gedeelt in de Geeracker, ende noch het middelste gedeelte in eenen acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parceelen etc. ut supra. Op welcke parceelen cum litteris et jure gten behoeve des voorst. Claes hebben die andere mededeijlderen wettelijck ende erffelijck vertegen etc.

Behoudelijck dat men vuijt desen lothe sal gelden een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen te betaelen staende. Met conditien ut infra.


Overmidts etc. soe sal de voorst. Dierck hebben ende besitten het achterhuijs van het voorst. woonhuijse beginnende achter de middelweecht achter de lassen aff metten hooff aen de noordenzijde van het woonhuijse liggende metten hoffstat achter het huijs liggende.

Midts dat hij Claessen zijnen broeder oft desselffs actie hebbende
sal wegen ende stegen om gelijck de deuren tegenwoirdich staen in der schuere ende elders te comen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Noch het 3e ende 4e gedeelte vuijtten oisten in den huijsacker.

Noch het noordense loth in den geeracker ende noch het westense dorden gedeelt in den acker genoempt den Camp.

Allen de voorst. parcheelen etc. Behoudelijck dat men vuijt desen lote sal gelden
een 3e part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen Mr. Jan Schenckels erffgenaemen. Met conditie ut infra.


Met conditien hier inne toegedaen dat zij deijlderen den comer hen in desen
benoempt alsoe sullen gelden ende betaelen ende de gebuerlijcke lasten ende
rechten tot elcx portie staende alsoe sullen houden ende onderhouden dat deen van dandere egeen hinder oft schaede aff ende sal overcomen in eeniger.
Behoudelijck oijck dat zij deijlderen malcanderen sullen wegen ende stegen ten naeste velden ende ten minste schaede.

Reserverende voirts zij deijlderen tot henne gemeijnen
behoeve onbedeijlt de bodemen ende heijevelden totte voorst. stede lants
behorende.
Promittentes ratum etc.
Testes et actum ut supra.

Jan gelooft geduerende dese tegenwoirdge lant settingen in elcken boeck ende bede te betaelen 3 st. 3 oirt, ende Claes ende Dierck elck vijff stuijvers. Testes et actum ut supra.

Dierck heeft geaccordeert ende geoorlooft, dat in cas hij het achterhuijs hem hier boven te deele bevallen geraeckt aff te breken, dat Jan zijnen broeder den grondt van het selve achterhuijs tot den ensendrup toe sal moegen behouden, midts dat Jan oft zijnen erffgenamen daer voor sullen betaelen thien guldens eens.
Testes et actum ut supra.


Toelichting:
-------------

Bij deze deling zijn Jan, Claes en Dierck de partijen. Cornelis, Adriaen en Cathelijn doen niet mee.
Bij de deling van 19 februari 1639 is het precies andersom.

De goederen, inclusief de oude stede, zijn gekomen van Cathelijn Blint Aryken. Hoe zij familie is?
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank inv 69 f 31v/33r]
Overeenkomst:
van 19-02-1652 tot 25-11-1654     1. Anthonis Janssen, gehuwd met Cathelijn Janssen Weerdts, eerder weduwe van Adriaen Cornelissen Oirlemans,
2. Jan Cornelissen Oirlemans en Hendrick Cornelissen Weerdts, voogden over de zes onmondige kinderen,
3. genoemde Jan en Cornelis Cornelissen Oirlemans voor hen zelf en voor Claes en Dierck Cornelissen Oirlemans, hun absente broers, en voor Dominicus Zacharias, gehuwd met Cathelijn Cornelissen Oirlemans, hun zuster,

sluiten een overeenkomst met Marie Claes Wouters, Jan Hendricxssen de Graeff, Peeter Geerit Geeritssen, Jan Peeters Waegemaeckers en Peeter Laureijssen, moeder, broer en zwagers
van Peeter Hendricxssen de Graeff die in 1651 te Princenhage de bovengenoemde Adriaen Cornelissen Oirlemans heeft vermoord.

Toelichting:
-------------

Peter Hendricxssen de Graef heeft door een zeker ongeval en nekslag, in Princenhage Adriaen Cornelis Oirlemans gedood.
Hierdoor is Cathelijn weduwe geworden en zijn de onmondige kinderen vaderloos.

De moeder, broer en zwagers zijn aanwezig ten huize van Mr. Dirck Oomen. De delinquent is er ook.

Biddende op zijn knieën vraagt hij om pardon en vergiffenis.
Hij zal ter reparatie van de kerk van Venloon 30 gulden betalen, en ook 30 gulden voor de H. Geest van Venloon,
3 aalmoezen aan de armen geven en 2 vaten rogge,
voor de begraafkosten, doodskist, kerkrechten en uitvaart 6 gulden.
Aan de weduwe en de vaderloze kinderen betaalt hij in termijnen 110 gulden.

Hij zal nooit meer mogen wonen in Sprang of Calmpthout, of in Venloon in het Vaertquartier.
Ofwel het gedeelte bij de noordkant van Kaatsheuvel. In de Vaert in Kaatsheuvel was waarschijnlijk de woonplaats van Adriaen en zijn gezin (Inv. 71 akte van 16 maart 1645 f.21: over een akker op de Vaert, gelegen westwaerts aan erfenisse van Adriaen Cornelis Oirlemans).

Wel in Venloon in het Straetquartier (Zal ’t Straatje zijn, deel van Kaatsheuvel aan de westkant). Hij mag gaan en staan waar hij wil, maar wel uit de weg gaan van de familie en vrienden van de weduwe en de kinderen.

In de akte erna staan broer en zwagers borg voor de betalingen.

In de akte daarna staat Peter voor de schepenen, en verklaart als schuldenaar in te staan voor de betalingen.

De bedragen zijn betaald, en op 25 november 1654 bekent Cathelijn dat zij alles ontvangen heeft.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv, 74 f. 17r t/m 20r]
Transport:
16-01-1638     Pdf RAT. Loon op Zand. R 68 f 55v/56r d.d. 16-1-1638.

Jan, Cornelis en Adriaen, gebroederen sonen wijlen Cornelis Peter Oirlemans bij den selven wijlen Cornelis ende wijlen Hendricxken Cornelisdochtere tsaemen verweckt,
de voorn. Jan insgelijcx als gemachticht ende hem fort ende sterck maeckende voor Claes ende Dierck zijnen broeders oijck sonen Cornelis Peters ende Hendricxken voorn.
ende de voorn. Jan, Cornelis en Adriaen tsaemderhant vervangende Geeridt
Jan Dominicus hennen swaeger als man ende momboir van Cathelijn henne sustere oijck dochtere des voorst. wijlen Cornelis Peters ende Hendricxken Cornelis dochtere,

op allen recht, actie ende toeseggen hen als sij seijde toebehoirende in
eenen acker lants vijff loopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende met een heijveldeken daeraenliggende, gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven,

oistwaerts aen erffenisse der kinderen ende erfgenaemen Geeridt Geritssen de Groot ende meer anderen
zuijtwaerts ende westwaerts aen Loijen stege ende
noortwaert Jan Willem Ghijben ende meer andere

Soe sij seijden hebben zij wettelijck ende erffelijck vertegen ende gerenuncieert ten behoeve van
Cornelis Joosten hennen swaeger als man ende momboir van Jenneken Cornelis Peter Oirlemans voor deene helft ende

ten behoeve van de vijff onmondige kinderen
van Peter Ghijsberts bij hem ende Maijken oijck dochtere wijlen Cornelis Peters
voorst. tsaemen verweckt, voor dandere helft.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan ende zijne conspoirten als schulderen principael,
elck in der qualiteijt bovengeschr. dit verthijen ende renuncieren.

den voorn. Cornelis Joosten ende den voorst. onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsberts vast ende steedigh te houden ten eeuwige daegen, sonder eenich wederseggen.

Behoudelijck dat de voorst. Cornelis Joosten ende ende de voorst. vijff onmondighe kinderen wijlen Peter Ghijsbertssen vuijtten voorst. acker lants aen mijn heere van Loon jaerlijcx sullen vergelden eenen stuiver gewinchijns ende twee vaten roggen s’jaers in eenen meerdere pacht aen de erffgenaemen Mr. Jan Schenckels te ’s Hertogenbossche, sonder meer
chijns oft pachts.

Ende sal de ierste jaer pachts ten lasten des voorst. Cornelis
Joosten ende de voorst. onmondige kinderen ierstmael verschijnen lichtmis 1639.

Testes Ghijsbert Claessen Buennen ende Sebastiaen Christoffels den 16e januarij 1638.

Toelichting:
-------------
Jan, Cornelis, Adriaen, Claes, Dierck en Cathelijn kinderen van wijlen Cornelis Peter Oirlemans en wijlen Hendricxken Cornelis,
doen afstand van hun rechten op de akker met stukje hei op ’t Craenven, groot 5 loopensaet, ofwel 1 hectare,
ten gunste van Jenneken en Mayken Cornelis Peter Oirlemans.

Van deze 2 staat niet vermeld wie de moeder is. In de akte van 1639 staat dat van Jenneken de moeder Marie Jan Stevens is, zijn 1e vrouw.
Van Mayken staat dit niet duidelijk vermeld.
Ik vermoed, dat zij ook uit het 1e huwelijk komt, gezien het afzien van de rechten door de kinderen die uit het 2e huwelijk komen.

ik heb deze onder Transport geplaatst, eigenlijk is het een afzien van de rechten.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 68 f 55v en 56r]
van 09-01-1640 tot 12-01-1644     Pdf RAT. 781. Loon op Zand. R 69 f 86r/v d.d. 9-1-1640.

Jan sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
een halff woonhuijs aen de zijde oistwaerts
metten grondt daer op het selve halff huijs is staende ende een hoff aen de zuijden zijde van den selven huijse liggende, gestaen ende gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt het Craenven
oistwaert aen erffenisse van Jan Adriaen Huijben,
zuijtwaerts aen sheerenstraete,
westwaert aen Claes sone wijlen Cornelis Peters naegen. ende
noirtwaerts aen Dierck oijck sone wijlen Cornelis Peterssen voorst.

Soe groot ende cleijn als hem transportant het selve bij
erffscheijidnge ende erffdeijlinghe tusschen de gelijcke kinderen ende erffgenaemen des voorst. Cornelis gemaeckt ende gedaen te deele bevallen is mette geboomten daer op staende, soe hij seijde,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedraegen ende
overgegeven den voorn. Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans sijnen broeder.

Met affgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.
Gelovende de voorst. Jan als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende
vercrijgende het voorst. halff woonhuijs, grondt ende hoff den voorn. Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans te waeren als men erffne schuldich is te waeren
ende allen commer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Behoudelijck nochtans soe sal de voorst. Claes van den voorst. hoff
ende grondt betaelen in elcken boeck der contributien ende beden drije oirt stuijver.
Testes Ghijsbert Claes ende Corstiaen Janssen. Actum 9e januarij 1640.


RAT, 781 Loon op Zand. R 69 f 86v/87r d.d. 9-1-1640.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans heeft geloeft als schuldenaer principael
op hem ende allen zijne goederen, hebbende ende vercrijgende Jannen sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans sijnen broeder
de somme van vijfftich ca. guldens goet gancbaer gelt
te geven ende te betaelen int hoochtijt van lichtmis des jaers 1641 met
drije ca. gulden van intrest, ende

oft hij gelover de voorst. somme met consent des voorst. Jans langer waer onderhouden soe geloeft hij intrest te betaelen naer loop
ende laps van den tijde.

Met conditien hierinne oijck toegedaen, dat oft deen oft dandere van partijen de voorst. somme wederomme begeerden te hebben oft te restitueren dat sij
malcanderen het selve een vierendeel jaers te voirens sullen opseggen ende
vercondigen.

Ende staet te weten dat dese voorst. somme van vijfftich ca. guldens is
procederen ter causen van coop van het bovengeschr. halff huijs, grondt ende hoff
aen hem gelover op heden bij den voorst. Jan opgedraegen ende overgegeven.
Testes et acum ut supra.

In marge: dese geloefte heeft Jan Henricx Graeff overgenomen volgens
schuldeloose geloefte de date 18 januarij 1641 ende daerenboven heeft de selve Jan alnoch den 12 november 1643 ten behoeve van Jan Cornelis geloefte gedaen van 25 gld.

Item: Jan Cornelis Oirlemans bekent dat Jan Henricx de Graeff hem dese geloefte ten vollen betaelt heeft te weten ter somme van 50 gld. capitaels, cum intrest.
Actum 12 januarij 1644
  [bron: Loon op and - Schepenbank Inv. 69 f. 68v/87r]
van 18-01-1641 tot 08-02-1644     RAT.781 Loon op Zand. R 69 f 139v/140r d.d. 18-1-1641.

Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
een half huijs ende eenen geheele schuere daer bij staende meten grondt der selver huijsinge ende schuere ende den cleijnen hoff daeraenliggende,

gelegen binnen der heerlicheijt van Venloon ter
plaetsen genoempt het Craenven aen het oisteneijnde aldaer.

Ende noch zijns Claes gedeelt van het lant dwelck hem inde stede van zijnen vader te deele bevallen is,
altesaemen soe groot ende cleijn als den voorst. gront ende hoff
met het voorst. lant aldaer gelegen

ende hem transportant is toebehoirende mette gerechticheijt hem oijck competerende inde bodems ende heijevelden totte voorst.
stede lants behoirende, soe hij seijde,
heeft hij wettelijck ende erffelijck opgedragen ende overgegeven

Jannen Hendricxssen de Graeff met allen de brieven ende
bescheeden daeraff mentie maeckende, ende allen den rechte hem daer inne
eenichsins competerende. met afgaen ende verthijen alsoe gewoonlijck ende recht is.

Gelovende de voorst. Claes als schuldenaer principael op hem ende allen zijne
goederen,
hebbende ende vercrijgende het voorst. halff huijs, schuere ende
erffenisse voorgen. den voorn. Jannen Hendricxssen de Graeff
te waeren als men erffne schuldich is te waeren ende allen comer, calangie ende aentael daer inne wesende den selven aff te doen geheelijcken.

Vuijtgenomen het derden part van vier vaten roggen sjaers in eenen meerderen pacht aen de erffgenamen wijlen Mr. Jan Schenckels oft van hen actie hebbende te vergelden.

Noch eene schepene geloefte van vijfftich ca. gld. capitarls aen Jan Cornelis Peter Oirlemans zijns transportants broeder de date 9 janaurij 1640.

Ende noch zijns transportants contingent van des sheeren chijnsen gaende vuijtte voorst. bodems ende heijvelden met allen boeten
ende gewinnen van dijen, de welcke met eenen staende ende loopende pacht van het voorst. 3e part van 4 vaten rogen sjaers sullen wesen tot laste des voorst. Jan Hendricxssen coopere.

Testes Thomas Thomas et Willem Jan Adriaens den 18e januarij 1641.


RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 140r d.d. 18-1-1641.

Jan Hendricxssen de Graeff heeft geloeft als schuldenaer principael op hem ende allen zijne goederen hebbende ende vercrijgende
Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans
de somme van tweehondert ende 36 ca. gld. goet gancbaer gelt te geven
ende te betaelen in dese naevolgende manieren ende termijnen,

te weten in het hoochtijt van alderheijligen 1641 de somme van veertich ca. guldens ende soe voirts van Alderheijlige tot Alderheijlige tot volder betaelinghen
ende dat ter causen van coop van het voorst. halff huijs, schuer ende erffenisse voorgeruert.

Dwelcke hij stelt midts desen tot hypotheecq ende waerborch.
Testes et actum ut supra.

Boven bijgeschreven: bij abuis doorgedaen alsoe den 4e termijn noch aen Adriaen Dierck Heijligers te betaelen staet.

In marge: Claes Cornelis Oirlemans bekent den 1e termijn deser voldaen te zijn.
Dies soe heeft hij gelover gecort de helft van de oncosten hieronder vermelt ende daer toe alnoch de 4 gld. 5 st. van het treckgelt bij den gelover verschoten ende deselfs hij hem voir zijn verhoogen oijck geloeft.

Actum 7e december 1641.

Item: den 2e termijn verschenen alderheijlige 1642 bekent Claes Cornelis voldaen te zijn. Actum ultima novembris 1642.

Item: Jan Henrick Graeff heeft alnoch geloofte gedaen aen Jan Cornelis Oirlemans voorst. den 12 novembris 1643 ter somme van 25 gld.

Item: den derde termijn verschenen ... 1643 is voldaen. Actum 12 novembris 1643.

Item: Adriaen Diercx bekent den 4e termijn voldaen te zijn den 4 martij 1644.

Item: Claes Peters heeft den 4e termijn verschijnende alderheijlige 1644
opgedraegen aen Adriaen Dierck Heijligers. Actum 8 februarij 1644.

Item: Claes bekent den 5e termijn ontfangen te hebben op 2 gld. ....den 6 decembris
.....


RAT. 781 Loon op Zand. R 69 f 140v d.d. 18-1-1641.

Jan Hendricx sal aen den 1e termijn cortten 6 gld. van sijn treckgelt hem toegeseght ende alnoch hij aen den 1e termijn cortten ter saecken van den helft van den wijncoop, schrijffgelt off .... gelt ende andere rechts ende verteerde costen
soe van den vercooperen als van den veste bij hem verschoten de somme van 4 gld. 9 st. 2 oirt.
Testes et actum ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.69 f 139v/140r]
Verkoop:
31-12-1635     Pdf RAT. Loon op Zand. R 67 f 59v/60r d.d. 31-12-1635.

Lijsken dochtere wijlen Anthonis Adriaenssen cum tutore, etc.
eene erffenisse mette boomgaert daer op staende
sess lopensaet oft daer omtrent int geheel begrijpende,
gelegen binnen der heerlicheijt Venloon ter plaetsen genoempt de Vaerte,

oistwaerts, zuijtwaert ende westwaert aen sheerenstraete
ende noirtwaert aen erffenisse der erffgenaemen Aert Langermans.

Welcker erffenisse Jan sone wijlen Jan Adriaen Thonis woonende tot Werckendam vercocht heeft aen
Claes sone wijlen Cornelis Peter Oirlemans.

Ende heeft de voorst. Lijsken cum tutore geloeft alles te doen des een naedermans is schuldich te doen.
Daer voor verbindende haere persoon ende allen haere goederen hebbende
ende vercrijgende.

Testes Bastiaen Stoffelen et Cornelis Willemssen.
Actum lesten decembris 1635.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 67 f 59v/60r]
Claes trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 3 december 1633 in Loon op Zand [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f.132] met Aleydis Gerardi, nadat zij op dinsdag 8 november 1633 in Loon op Zand in ondertrouw zijn gegaan [bron: Loon op Zand - Inv. 2 Trouwboek 1624-1651 f.132].

Generatie 12 (stamovergrootouders)

oirlmans_peter_gherit__en_zijn_vrouw_jenneke_-_hun_kinderen_verkopen_via_oom_jacop_een_erfenisse_met_timmeringe_op_de_vaertkant_op_25_nov._1576_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._59_f._555r_scan_183.jpg
96 Oirlmans Peter Gherit ,en zijn vrouw Jenneke - hun kinderen verkopen via oom Jacop een erfenisse met timmeringe op de Vaertkant op 25 nov. 1576 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r scan 183
2048 Peeter Gherit Adriaen Oirlemans (afb. 96). Peeter is overleden vóór zondag 25 november 1576.
Adres:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
van 17-11-1583 tot 10-01-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 547r los stuk d.d. 17-11-1583.

Ick Truijcken Peter Gerit Oermans dochter beken voor mij ende voor mijn broeders
ontvangen te hebben die somme van 4 ca. gld. ofte in specie daer voor soe hollantse daelder ende dat op reckeningen ende mindernisse

van Ariaen Joesten gekocht heeft van ons erfgenamen Peter Gerit Oermans zaeliger erfgoet,

welcke penningen corten sullen ende betaelingen strecken sal aen Ariaen Joesten van den coop voorst. Ende voor ons schepenen sijn tellen.

In presentie van Willem Martens ende Jan Meeussen als schepenen. Actum den 17e november 1583 stilo novo

RAT. Loon op Zand. R 58 f 547v d.d. 10-1-1584. los stuk.
Ariaen Joesten heeft betaelt
aen handen Cornelis Peter Gerit Oermanssoon

die somme van 3 ca. gld. ende dat ter causen van erfgoet op rekeningen ende mindernisse van den goet dat Ariaen Joesten gekocht heeft

van die erfgenamen Peter Gerit Oermans saeliger,

in presentie van Jan Willemsse Vucht ende Lambert Geritssen die dit onderteckent hebben.
Actum den 10e januari 1584. stilo novo.


RAT. Loon op Zand. R 58 f 548r los stuk.
Ick Laureijs Jaspersse (van den Hoiven) beken ontvangen te hebben van Adrijaen Joesten 3 ½ ka. gld. en 4 st. van een schultbrief.

Betreffende de erfgenaemen van Peter Gerit Oermans etc.

Toelichting:
------------
In deze akten is als naam Oermans gebruikt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 547r, 547v, 548r losse stukken]
Peeter trouwde met Jenneke Cornelis de Wit.
Adres:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Kinderen van Peeter en Jenneke:
I. Cornelis Peter Gerit Oirlemans (zie 1024).
oermans_truyken_peter_gerit__heeft_4_gulden_ontvangen_voor_haar_en_haar_broers_op_17_nov._1583_mindering_schuld_op_erfgoed_van_peter_gerit_oermans_-__loon_op_zand_-_schepenbank_inv._58_f._547_sc._170.jpg
97 Oermans Truyken Peter Gerit, heeft 4 gulden ontvangen voor haar en haar broers op 17 nov. 1583 mindering schuld op erfgoed van Peter Gerit Oermans - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 58 f. 547 sc. 170
II. Truyken Peter Gerits Oirlmans (afb. 97).
Adres:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
van 17-11-1583 tot 10-01-1584     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 547r los stuk d.d. 17-11-1583.

Ick Truijcken Peter Gerit Oermans dochter beken voor mij ende voor mijn broeders
ontvangen te hebben die somme van 4 ca. gld. ofte in specie daer voor soe hollantse daelder ende dat op reckeningen ende mindernisse

van Ariaen Joesten gekocht heeft van ons erfgenamen Peter Gerit Oermans zaeliger erfgoet,

welcke penningen corten sullen ende betaelingen strecken sal aen Ariaen Joesten van den coop voorst. Ende voor ons schepenen sijn tellen.

In presentie van Willem Martens ende Jan Meeussen als schepenen. Actum den 17e november 1583 stilo novo

RAT. Loon op Zand. R 58 f 547v d.d. 10-1-1584. los stuk.
Ariaen Joesten heeft betaelt
aen handen Cornelis Peter Gerit Oermanssoon

die somme van 3 ca. gld. ende dat ter causen van erfgoet op rekeningen ende mindernisse van den goet dat Ariaen Joesten gekocht heeft

van die erfgenamen Peter Gerit Oermans saeliger,

in presentie van Jan Willemsse Vucht ende Lambert Geritssen die dit onderteckent hebben.
Actum den 10e januari 1584. stilo novo.


RAT. Loon op Zand. R 58 f 548r los stuk.
Ick Laureijs Jaspersse (van den Hoiven) beken ontvangen te hebben van Adrijaen Joesten 3 ½ ka. gld. en 4 st. van een schultbrief.

Betreffende de erfgenaemen van Peter Gerit Oermans etc.

Toelichting:
------------
In deze akten is als naam Oermans gebruikt.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 547r, 547v, 548r losse stukken]
III. Peeter Peter Gerit Oirlmans.
Adres:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
IV. Gheerit Peter Gherit Oirlmans.
Adres:
25-11-1576     Vaertkant, Kaatsheuvel   [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

oirlmans_geerit__eelken_-_hun_kinderen_en_erfgenamen_maken_een_deling_van_hun_goederen_op_3_februari_1561_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._57_f._358r.jpg oirlmans_geerit__eelken_-_hun_kinderen_en_erfgenamen_maken_een_deling_van_hun_goederen_op_3_februari_1561_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._57_f._358v.jpg
98 Oirlmans Geerit, Eelken - hun kinderen en erfgenamen maken een deling van hun goederen op 3 februari 1561 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358r
99 Oirlmans Geerit, Eelken - hun kinderen en erfgenamen maken een deling van hun goederen op 3 februari 1561 - Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v
4096 Gherit Adriaen Gerit (De oude) Oirlemans (afb. 98 en 99).
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Transport:
03-02-1543     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 56 f 108r d.d. 3-2-1543.

Henrick wijlen Adriaen Oerlmans zijn tochten ende recht van tochten die hij hebbende is
in een erffenisse metten timmeringe daerop staende gelegen in die parochie van Venloon over die Vaert

metten eene zijde neffen erffenisse Gerit Peter Huijben
metten andere zijde neffen Jan Peter Huijben
streckende van den Vaertcant totter gemeijnder steegen toe,

heeft Henrick voorschr. dese voorschr. tochten opgedragen ende overgegeven zijn kijnderen
Adriaen, Andries, Dirck en Zijmon Henricxsoonen ende Anna Henricxdochter
en heeft hier voorts op vertegen als recht is.

Gelovende Henrick als een principaele schuldenaer op hem ende op allen zijn goet van tochtenwegen daer nimmermeer nae te taelen met enige rechten, geestelijck ofte wereltlijck.

Testes, Peter Gijben en Bartolomeus Jansse.
Actum den derde dag in februari.


Toen dit aldus geschiet is zo zijn komende Adriaen, Andries, Dirck, Zijmon Henrickszonen ende Anna Henricksdochter met haere gecoiren momboir haer van den rechter gegeven als recht is.

Ende hebben dese erffenisse metter timmeringen ende metten landen daeraen liggende opgedragen ende overgegeven
Gerit wijlen Adriaen Oerlmansse
ende hebben daer gesamenderhant op vertegen als gewoonlijck ende recht is.
Gelovende als principaele schuldenaers onverscheijden op hen ende op
allen hennen goederen Geritde voorschr. dese erffenisse voorschr. te waren alsmen erven schuldig is te waren.

Hieruit zal Gerit jaerlijcks uit gelden een half hoen in sheerenchijns ende 4 loopen roggen.
Nog 3 karolus guldens der kercken van Loon losrenten.
Nog Artde Claes Bertroms 3 gld. losrenten
ende Jacop Gerits 3 gld. losrenten.
Aan Joost Peeter Gijben 10 loopen roggen ende een halve gld.
lospacht, ende renten ende allen andere commer af te doen waeraf den eerste betaaldag zal wesen te lichtmisse toecomende. Testes, Peeter Gijben en Bartolomeus Jansse.

Actum den 3e dag in februari anno 1543.


RAT. Loon op Zand. R 56 f 108r d.d. 3-2-1543.

Gerit wijlen Adriaen Oirlmans gelooft op hem ende op allen zijn goet dat hij nu heeft ofte verkrijgen mag
Henrick Oirlmans zijn broeder te betalen 400 gld.
En Gerit zal betalen allen Henricks schulden ende pachten in afkortingen van den 400 gld. voors.

Nog zal Gerit voors. Henrick betalen van nu meije toekomende over 5 jaeren 25 gld. ende voorts van meije tot meije daerna volgende allen jaeren nog
25 gld. tot der tijt toe dat Henrick voorschr. betaelt zijn van de 400 gld.

Nog belooft Gerit voorschr. Henricken te laten wonen in die camer ende te laten gebruijcken een ackerken vier jaeren lang waeraf
den dag in zal gaen nu te meije naestcomende.

Ende nog zal Gerit door Henricken laten gebruijcken die weije te baemissen toe.

Nog zal Gerit aan Henrick betalen 8 loopen roggen met de oogst
naestcomende ende nog 8 loopen turf daerna volgende.
Testes ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 56 f. 108r]
28-10-1547     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 14v d.d. 28-10-1547.

Anna wijlen Gelden Arts dochter ende weduwe van Adriaen Gerit Oirlmanszn. cum tutore,
haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is
in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opte Ketsheuvel

metten oostenzijde neffen erffenisse Gijsbert Jan Gijbenzoon
metten westen zijde neffen sheerenstraet
metten zuijden eijnde aen sheerenstraete en
metten noorden eijnde aen de erfgenamen van Gelden Claessen,

alzoo zij zeede, heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven
Adriaenen ende Henricken haere wettige kijnder, verwekt bij Adriaen Oirlmans voorst.

om te mogen vesten Lijsken Geldensdochter twee ca. gld. ’s jaers ende niet meer ofte 20 st. voor elcke gulden. Gelovende Anna voorst… als schulderesse principaele
op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, van tochten wegen daer nimmermeer nae te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Toen dit aldus geschiet is toen is komende Gerit Adriaen Oirlmanszn. als momboir Adriaens ende Henricx voorst.
ende heeft der voorst. Lijsken voorst. chijns jaerlijks gelooft te geven ende te vergelden uit voorst. erffenisse opte Kerstdach, waeraf den eerste dag van betalinge geweest is kerstdach l.l.

Gelovende Gerit voorst. als schuldenaer principaele op hem ende op allen zijn goederen hebbende ende verkrijgende Elisabethten voorst.
den chijns te waren alzoo men erfchijns schuldig is te waren

ende de onmondige kijnder voorst. tot haeren mondige dagen te doen vertijen ende het onderpandt voorst. altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst. ende voorts allen commer af te doen.

Testes, Peeter Gijben ende Bartolomeus Jansse.

Actum anno 1547 opten 28e october.

Deze erfchijns mag Anna ofte haer kijnder altijt lossen opten kerst avont met 32 ca. gld. eens ende metten verschenen renten in gesalueerden gelden. Testes et supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.57 f. 14v]
De oude trouwde met Eelken N.N..
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Kinderen van De oude en Eelken:
I. Adriaen Geeridt Adriaen (De oude) Oirlemans. De oude is overleden vóór vrijdag 28 oktober 1547.
Notitie bij De oude: De toevoeging De oude, heb ik er zelf bij gezet. In de akte van 28 oktober 1547 is hij overleden, en in de akte van 3 februari 1561 komt ook een Adriaen Geerdit voor bij de delingen van de goederen van hun vader.
Dan zijn namens Adriaen de oude, zijn kinderen Adriaen en Hendricksken aanwezig.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Transport:
28-10-1547     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 14v d.d. 28-10-1547.

Anna wijlen Gelden Arts dochter ende weduwe van Adriaen Gerit Oirlmanszn. cum tutore,
haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is
in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opte Ketsheuvel

metten oostenzijde neffen erffenisse Gijsbert Jan Gijbenzoon
metten westen zijde neffen sheerenstraet
metten zuijden eijnde aen sheerenstraete en
metten noorden eijnde aen de erfgenamen van Gelden Claessen,

alzoo zij zeede, heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven
Adriaenen ende Henricken haere wettige kijnder, verwekt bij Adriaen Oirlmans voorst.

om te mogen vesten Lijsken Geldensdochter twee ca. gld. ’s jaers ende niet meer ofte 20 st. voor elcke gulden. Gelovende Anna voorst… als schulderesse principaele
op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, van tochten wegen daer nimmermeer nae te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Toen dit aldus geschiet is toen is komende Gerit Adriaen Oirlmanszn. als momboir Adriaens ende Henricx voorst.
ende heeft der voorst. Lijsken voorst. chijns jaerlijks gelooft te geven ende te vergelden uit voorst. erffenisse opte Kerstdach, waeraf den eerste dag van betalinge geweest is kerstdach l.l.

Gelovende Gerit voorst. als schuldenaer principaele op hem ende op allen zijn goederen hebbende ende verkrijgende Elisabethten voorst.
den chijns te waren alzoo men erfchijns schuldig is te waren

ende de onmondige kijnder voorst. tot haeren mondige dagen te doen vertijen ende het onderpandt voorst. altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst. ende voorts allen commer af te doen.

Testes, Peeter Gijben ende Bartolomeus Jansse.

Actum anno 1547 opten 28e october.

Deze erfchijns mag Anna ofte haer kijnder altijt lossen opten kerst avont met 32 ca. gld. eens ende metten verschenen renten in gesalueerden gelden. Testes et supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.57 f. 14v]
02-01-1548     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 72 f 35r d.d. 2-1-1548.

Anna Jan Willems huijsvrouwe, cum tutore,

haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is

in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opt Ketshoovel
metter oosten zijde ende metten noorden eijnde aen sheeren straete alzoo zij zeede,


heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven Adriaen Adriaensse ende Henrickske haeren wettige kijnderen,
die Adriaen Geritszn. (Oirlmanszn.) haere eerste wettige man bij haer in een wettige bedde verweckt heeft gehadt om die voorst. erffenisse metter timmeringhe te mogen verkopen, vesten ende opdragen

Jannen Geridt Oirlmanszn.

Gelovende op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, nimmermeer naer de voorst. erffenisse te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Dies zullen die voors. Adriaen ende Hendrick daer jaerlijck ende erffelijck uit betalen dordalf smael hoen den heer van Loon grondt chijns ende den heijlige geest van Loon voorst. vijf loopen rogge erfpacht.
Nog den heer van Loon twee loopen rogge lospacht.
Nog Cornelisse Willemsse 20 st. los renten. Nog Elisabetten Henric huijsvrouwe 25 st.
Nog Marije Peeter Huijben huijsvrouwe 12 ½ st. ende nog 2 carolus gulden Elisabeth Geldens dochter.
Waer af den eerste dach van de voorschr. renten ende pachten verschijnen zal te kerstmisse naestcomende ende des lichtmisse ende des meije daerna volgende nae inhoudt den bescheeden daeraf zijnde.

Doen dit aldus geschiet is zoo is gekomen Adriaen ende Henrickske zijn zuster met Henricken Geritsse ende Arntden Geldensse als gerechte momboirs vanwege de voors. kinderen nog onmondig wesende ende daer niet tegenwoordig waren,
daer die voors. momboirs voor instaen ende geloofde ende hebben die voorschr. erffenisse metter timmeringe in eene rechten erfkoop opgedragen ende overgegeven
Jannen Geridt Oirlmanszn. voors. met allen den ouden brieven daeraf mentie makende ende hebben daer voorts op vertegen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende als schulders principaele op hen ende op allen hen goederen, hebbende ende verkrijgende, Jannen die voors. erffenisse metter timmeringe te waren voor den chijns, renten ende pachten voors.

Ende voorts allen anderen commer daerinne wesende af te doen ende den onmondige kijnderen tot hueren mondige dagen te doen vertijen.

Actum 1548 op ten 2e dach janauri.
Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. die Bije.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35r d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmans heeft gelooft jaerlijcx te betalen

Henricken Geridt Oirlmans ende Arntden Geldenszn. tot behoef
Adriaenen Arijaensse ende Hendrickske zijn zuster
zeven guldens vijf stuijvers allen jaeren te kerstmisse
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal uit voors. onderpandt ofte kerstmise anno 1552.

Dies zullen die kijnderen tot hueren mondige dagen Jannen dit altijt mogen opseggen een half jaer te voren ende alsdan zal Jan den voorst. chijns mogen afquijten ten twee reijsen met hondert ende zestien gld. te kerstmisse. Ut supra.

Den voorschr. erfchijns van 7 gld. ende 5 st. mag Jan altijt aff quijten met 116 gld. metten verschenen renten opte kerstavont ten twee reijsen ende malcandeeren altijt een half jaer te voren op te seggen.
Actum et testes ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35v d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmanszn. heeft gelooft te betalen Annen Jan Willemsse huijsvrouwe 57 ca. gld. te kerstmisse naestcomende ende des kerstmisse daer na volgende nog 57 gld. ofte 20 st. voor elcke gulden.

Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. de Bije.
Actum 1548 opten 2e dach janauri.

Toelichting:
-------------
In deze akte is als weduwe Anna Jan Willems genoemd, en in de akte van 28 oktober Adriana Gelden Arts.
Dezelfde kinderen zijn genoemd, dus het moet wel dezelfde zijn.
Dus dat is een flink verschil.

Zij blijkt hertrouwd te zijn, aangezien er sprake is van de kinderen uit haar 1e huwelijk.
Ze is inderdaad hertrouwd: met Jan Geridt Oirlemans.

Hoe ik de vermelding van 28 oktober moet verklaren, ik weet het niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 35r en v]
De oude trouwde met Anna Jan Willems. Anna trouwde later met Jan Gherit Oirlemans (ovl. vóór 1561), zie 4096,II.
Transport:
28-10-1547     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 14v d.d. 28-10-1547.

Anna wijlen Gelden Arts dochter ende weduwe van Adriaen Gerit Oirlmanszn. cum tutore,
haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is
in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opte Ketsheuvel

metten oostenzijde neffen erffenisse Gijsbert Jan Gijbenzoon
metten westen zijde neffen sheerenstraet
metten zuijden eijnde aen sheerenstraete en
metten noorden eijnde aen de erfgenamen van Gelden Claessen,

alzoo zij zeede, heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven
Adriaenen ende Henricken haere wettige kijnder, verwekt bij Adriaen Oirlmans voorst.

om te mogen vesten Lijsken Geldensdochter twee ca. gld. ’s jaers ende niet meer ofte 20 st. voor elcke gulden. Gelovende Anna voorst… als schulderesse principaele
op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, van tochten wegen daer nimmermeer nae te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Toen dit aldus geschiet is toen is komende Gerit Adriaen Oirlmanszn. als momboir Adriaens ende Henricx voorst.
ende heeft der voorst. Lijsken voorst. chijns jaerlijks gelooft te geven ende te vergelden uit voorst. erffenisse opte Kerstdach, waeraf den eerste dag van betalinge geweest is kerstdach l.l.

Gelovende Gerit voorst. als schuldenaer principaele op hem ende op allen zijn goederen hebbende ende verkrijgende Elisabethten voorst.
den chijns te waren alzoo men erfchijns schuldig is te waren

ende de onmondige kijnder voorst. tot haeren mondige dagen te doen vertijen ende het onderpandt voorst. altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst. ende voorts allen commer af te doen.

Testes, Peeter Gijben ende Bartolomeus Jansse.

Actum anno 1547 opten 28e october.

Deze erfchijns mag Anna ofte haer kijnder altijt lossen opten kerst avont met 32 ca. gld. eens ende metten verschenen renten in gesalueerden gelden. Testes et supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.57 f. 14v]
02-01-1548     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 72 f 35r d.d. 2-1-1548.

Anna Jan Willems huijsvrouwe, cum tutore,

haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is

in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opt Ketshoovel
metter oosten zijde ende metten noorden eijnde aen sheeren straete alzoo zij zeede,


heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven Adriaen Adriaensse ende Henrickske haeren wettige kijnderen,
die Adriaen Geritszn. (Oirlmanszn.) haere eerste wettige man bij haer in een wettige bedde verweckt heeft gehadt om die voorst. erffenisse metter timmeringhe te mogen verkopen, vesten ende opdragen

Jannen Geridt Oirlmanszn.

Gelovende op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, nimmermeer naer de voorst. erffenisse te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Dies zullen die voors. Adriaen ende Hendrick daer jaerlijck ende erffelijck uit betalen dordalf smael hoen den heer van Loon grondt chijns ende den heijlige geest van Loon voorst. vijf loopen rogge erfpacht.
Nog den heer van Loon twee loopen rogge lospacht.
Nog Cornelisse Willemsse 20 st. los renten. Nog Elisabetten Henric huijsvrouwe 25 st.
Nog Marije Peeter Huijben huijsvrouwe 12 ½ st. ende nog 2 carolus gulden Elisabeth Geldens dochter.
Waer af den eerste dach van de voorschr. renten ende pachten verschijnen zal te kerstmisse naestcomende ende des lichtmisse ende des meije daerna volgende nae inhoudt den bescheeden daeraf zijnde.

Doen dit aldus geschiet is zoo is gekomen Adriaen ende Henrickske zijn zuster met Henricken Geritsse ende Arntden Geldensse als gerechte momboirs vanwege de voors. kinderen nog onmondig wesende ende daer niet tegenwoordig waren,
daer die voors. momboirs voor instaen ende geloofde ende hebben die voorschr. erffenisse metter timmeringe in eene rechten erfkoop opgedragen ende overgegeven
Jannen Geridt Oirlmanszn. voors. met allen den ouden brieven daeraf mentie makende ende hebben daer voorts op vertegen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende als schulders principaele op hen ende op allen hen goederen, hebbende ende verkrijgende, Jannen die voors. erffenisse metter timmeringe te waren voor den chijns, renten ende pachten voors.

Ende voorts allen anderen commer daerinne wesende af te doen ende den onmondige kijnderen tot hueren mondige dagen te doen vertijen.

Actum 1548 op ten 2e dach janauri.
Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. die Bije.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35r d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmans heeft gelooft jaerlijcx te betalen

Henricken Geridt Oirlmans ende Arntden Geldenszn. tot behoef
Adriaenen Arijaensse ende Hendrickske zijn zuster
zeven guldens vijf stuijvers allen jaeren te kerstmisse
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal uit voors. onderpandt ofte kerstmise anno 1552.

Dies zullen die kijnderen tot hueren mondige dagen Jannen dit altijt mogen opseggen een half jaer te voren ende alsdan zal Jan den voorst. chijns mogen afquijten ten twee reijsen met hondert ende zestien gld. te kerstmisse. Ut supra.

Den voorschr. erfchijns van 7 gld. ende 5 st. mag Jan altijt aff quijten met 116 gld. metten verschenen renten opte kerstavont ten twee reijsen ende malcandeeren altijt een half jaer te voren op te seggen.
Actum et testes ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35v d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmanszn. heeft gelooft te betalen Annen Jan Willemsse huijsvrouwe 57 ca. gld. te kerstmisse naestcomende ende des kerstmisse daer na volgende nog 57 gld. ofte 20 st. voor elcke gulden.

Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. de Bije.
Actum 1548 opten 2e dach janauri.

Toelichting:
-------------
In deze akte is als weduwe Anna Jan Willems genoemd, en in de akte van 28 oktober Adriana Gelden Arts.
Dezelfde kinderen zijn genoemd, dus het moet wel dezelfde zijn.
Dus dat is een flink verschil.

Zij blijkt hertrouwd te zijn, aangezien er sprake is van de kinderen uit haar 1e huwelijk.
Ze is inderdaad hertrouwd: met Jan Geridt Oirlemans.

Hoe ik de vermelding van 28 oktober moet verklaren, ik weet het niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 35r en v]
II. Jan Gherit Oirlemans. Jan is overleden vóór maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Transport:
02-01-1548     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 72 f 35r d.d. 2-1-1548.

Anna Jan Willems huijsvrouwe, cum tutore,

haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is

in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opt Ketshoovel
metter oosten zijde ende metten noorden eijnde aen sheeren straete alzoo zij zeede,


heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven Adriaen Adriaensse ende Henrickske haeren wettige kijnderen,
die Adriaen Geritszn. (Oirlmanszn.) haere eerste wettige man bij haer in een wettige bedde verweckt heeft gehadt om die voorst. erffenisse metter timmeringhe te mogen verkopen, vesten ende opdragen

Jannen Geridt Oirlmanszn.

Gelovende op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, nimmermeer naer de voorst. erffenisse te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Dies zullen die voors. Adriaen ende Hendrick daer jaerlijck ende erffelijck uit betalen dordalf smael hoen den heer van Loon grondt chijns ende den heijlige geest van Loon voorst. vijf loopen rogge erfpacht.
Nog den heer van Loon twee loopen rogge lospacht.
Nog Cornelisse Willemsse 20 st. los renten. Nog Elisabetten Henric huijsvrouwe 25 st.
Nog Marije Peeter Huijben huijsvrouwe 12 ½ st. ende nog 2 carolus gulden Elisabeth Geldens dochter.
Waer af den eerste dach van de voorschr. renten ende pachten verschijnen zal te kerstmisse naestcomende ende des lichtmisse ende des meije daerna volgende nae inhoudt den bescheeden daeraf zijnde.

Doen dit aldus geschiet is zoo is gekomen Adriaen ende Henrickske zijn zuster met Henricken Geritsse ende Arntden Geldensse als gerechte momboirs vanwege de voors. kinderen nog onmondig wesende ende daer niet tegenwoordig waren,
daer die voors. momboirs voor instaen ende geloofde ende hebben die voorschr. erffenisse metter timmeringe in eene rechten erfkoop opgedragen ende overgegeven
Jannen Geridt Oirlmanszn. voors. met allen den ouden brieven daeraf mentie makende ende hebben daer voorts op vertegen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende als schulders principaele op hen ende op allen hen goederen, hebbende ende verkrijgende, Jannen die voors. erffenisse metter timmeringe te waren voor den chijns, renten ende pachten voors.

Ende voorts allen anderen commer daerinne wesende af te doen ende den onmondige kijnderen tot hueren mondige dagen te doen vertijen.

Actum 1548 op ten 2e dach janauri.
Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. die Bije.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35r d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmans heeft gelooft jaerlijcx te betalen

Henricken Geridt Oirlmans ende Arntden Geldenszn. tot behoef
Adriaenen Arijaensse ende Hendrickske zijn zuster
zeven guldens vijf stuijvers allen jaeren te kerstmisse
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal uit voors. onderpandt ofte kerstmise anno 1552.

Dies zullen die kijnderen tot hueren mondige dagen Jannen dit altijt mogen opseggen een half jaer te voren ende alsdan zal Jan den voorst. chijns mogen afquijten ten twee reijsen met hondert ende zestien gld. te kerstmisse. Ut supra.

Den voorschr. erfchijns van 7 gld. ende 5 st. mag Jan altijt aff quijten met 116 gld. metten verschenen renten opte kerstavont ten twee reijsen ende malcandeeren altijt een half jaer te voren op te seggen.
Actum et testes ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35v d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmanszn. heeft gelooft te betalen Annen Jan Willemsse huijsvrouwe 57 ca. gld. te kerstmisse naestcomende ende des kerstmisse daer na volgende nog 57 gld. ofte 20 st. voor elcke gulden.

Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. de Bije.
Actum 1548 opten 2e dach janauri.

Toelichting:
-------------
In deze akte is als weduwe Anna Jan Willems genoemd, en in de akte van 28 oktober Adriana Gelden Arts.
Dezelfde kinderen zijn genoemd, dus het moet wel dezelfde zijn.
Dus dat is een flink verschil.

Zij blijkt hertrouwd te zijn, aangezien er sprake is van de kinderen uit haar 1e huwelijk.
Ze is inderdaad hertrouwd: met Jan Geridt Oirlemans.

Hoe ik de vermelding van 28 oktober moet verklaren, ik weet het niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 35r en v]
Jan trouwde met Anna Jan Willems. Anna is weduwe van Adriaen Geeridt Adriaen (De oude) Oirlemans (ovl. vóór 1547), zie 4096,I.
Transport:
28-10-1547     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 14v d.d. 28-10-1547.

Anna wijlen Gelden Arts dochter ende weduwe van Adriaen Gerit Oirlmanszn. cum tutore,
haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is
in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opte Ketsheuvel

metten oostenzijde neffen erffenisse Gijsbert Jan Gijbenzoon
metten westen zijde neffen sheerenstraet
metten zuijden eijnde aen sheerenstraete en
metten noorden eijnde aen de erfgenamen van Gelden Claessen,

alzoo zij zeede, heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven
Adriaenen ende Henricken haere wettige kijnder, verwekt bij Adriaen Oirlmans voorst.

om te mogen vesten Lijsken Geldensdochter twee ca. gld. ’s jaers ende niet meer ofte 20 st. voor elcke gulden. Gelovende Anna voorst… als schulderesse principaele
op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, van tochten wegen daer nimmermeer nae te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Toen dit aldus geschiet is toen is komende Gerit Adriaen Oirlmanszn. als momboir Adriaens ende Henricx voorst.
ende heeft der voorst. Lijsken voorst. chijns jaerlijks gelooft te geven ende te vergelden uit voorst. erffenisse opte Kerstdach, waeraf den eerste dag van betalinge geweest is kerstdach l.l.

Gelovende Gerit voorst. als schuldenaer principaele op hem ende op allen zijn goederen hebbende ende verkrijgende Elisabethten voorst.
den chijns te waren alzoo men erfchijns schuldig is te waren

ende de onmondige kijnder voorst. tot haeren mondige dagen te doen vertijen ende het onderpandt voorst. altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst. ende voorts allen commer af te doen.

Testes, Peeter Gijben ende Bartolomeus Jansse.

Actum anno 1547 opten 28e october.

Deze erfchijns mag Anna ofte haer kijnder altijt lossen opten kerst avont met 32 ca. gld. eens ende metten verschenen renten in gesalueerden gelden. Testes et supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv.57 f. 14v]
02-01-1548     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 72 f 35r d.d. 2-1-1548.

Anna Jan Willems huijsvrouwe, cum tutore,

haer tochten ende recht van tochten wegen dat zij hebbende is

in een erffenisse metter timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon opt Ketshoovel
metter oosten zijde ende metten noorden eijnde aen sheeren straete alzoo zij zeede,


heeft Anna voorst. opgedragen ende overgegeven Adriaen Adriaensse ende Henrickske haeren wettige kijnderen,
die Adriaen Geritszn. (Oirlmanszn.) haere eerste wettige man bij haer in een wettige bedde verweckt heeft gehadt om die voorst. erffenisse metter timmeringhe te mogen verkopen, vesten ende opdragen

Jannen Geridt Oirlmanszn.

Gelovende op haer ende op allen haer goederen, hebbende ende verkrijgende, nimmermeer naer de voorst. erffenisse te taelen ofte doen taelen met enige recht, geestelijck ofte wereltlijck.

Dies zullen die voors. Adriaen ende Hendrick daer jaerlijck ende erffelijck uit betalen dordalf smael hoen den heer van Loon grondt chijns ende den heijlige geest van Loon voorst. vijf loopen rogge erfpacht.
Nog den heer van Loon twee loopen rogge lospacht.
Nog Cornelisse Willemsse 20 st. los renten. Nog Elisabetten Henric huijsvrouwe 25 st.
Nog Marije Peeter Huijben huijsvrouwe 12 ½ st. ende nog 2 carolus gulden Elisabeth Geldens dochter.
Waer af den eerste dach van de voorschr. renten ende pachten verschijnen zal te kerstmisse naestcomende ende des lichtmisse ende des meije daerna volgende nae inhoudt den bescheeden daeraf zijnde.

Doen dit aldus geschiet is zoo is gekomen Adriaen ende Henrickske zijn zuster met Henricken Geritsse ende Arntden Geldensse als gerechte momboirs vanwege de voors. kinderen nog onmondig wesende ende daer niet tegenwoordig waren,
daer die voors. momboirs voor instaen ende geloofde ende hebben die voorschr. erffenisse metter timmeringe in eene rechten erfkoop opgedragen ende overgegeven
Jannen Geridt Oirlmanszn. voors. met allen den ouden brieven daeraf mentie makende ende hebben daer voorts op vertegen alzoo gewoonlijck ende recht is.

Gelovende als schulders principaele op hen ende op allen hen goederen, hebbende ende verkrijgende, Jannen die voors. erffenisse metter timmeringe te waren voor den chijns, renten ende pachten voors.

Ende voorts allen anderen commer daerinne wesende af te doen ende den onmondige kijnderen tot hueren mondige dagen te doen vertijen.

Actum 1548 op ten 2e dach janauri.
Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. die Bije.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35r d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmans heeft gelooft jaerlijcx te betalen

Henricken Geridt Oirlmans ende Arntden Geldenszn. tot behoef
Adriaenen Arijaensse ende Hendrickske zijn zuster
zeven guldens vijf stuijvers allen jaeren te kerstmisse
waeraf den eerste dach van betalingen zijn zal uit voors. onderpandt ofte kerstmise anno 1552.

Dies zullen die kijnderen tot hueren mondige dagen Jannen dit altijt mogen opseggen een half jaer te voren ende alsdan zal Jan den voorst. chijns mogen afquijten ten twee reijsen met hondert ende zestien gld. te kerstmisse. Ut supra.

Den voorschr. erfchijns van 7 gld. ende 5 st. mag Jan altijt aff quijten met 116 gld. metten verschenen renten opte kerstavont ten twee reijsen ende malcandeeren altijt een half jaer te voren op te seggen.
Actum et testes ut supra.


RAT. Loon op Zand. R 57 f 35v d.d. 2-1-1548.

Jan Geridt Oirlmanszn. heeft gelooft te betalen Annen Jan Willemsse huijsvrouwe 57 ca. gld. te kerstmisse naestcomende ende des kerstmisse daer na volgende nog 57 gld. ofte 20 st. voor elcke gulden.

Testes, Bartolomeus Jansse ende Merten Henricxzn. de Bije.
Actum 1548 opten 2e dach janauri.

Toelichting:
-------------
In deze akte is als weduwe Anna Jan Willems genoemd, en in de akte van 28 oktober Adriana Gelden Arts.
Dezelfde kinderen zijn genoemd, dus het moet wel dezelfde zijn.
Dus dat is een flink verschil.

Zij blijkt hertrouwd te zijn, aangezien er sprake is van de kinderen uit haar 1e huwelijk.
Ze is inderdaad hertrouwd: met Jan Geridt Oirlemans.

Hoe ik de vermelding van 28 oktober moet verklaren, ik weet het niet.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 35r en v]
III. Anthoenis Geeridt Adriaen Oirlemans. Anthoenis is overleden vóór maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
IV. Willem Geeridt Adriaen Oirlemans. Willem is overleden vóór maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
V. Dochter Geeridt Adriaen Oirlemans. Dochter is overleden vóór maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Dochter trouwde met Lucas Adriaen Besauwen.
VI. Henrick Geeridt Adriaen Oirlemans. Henrick is overleden vóór maandag 3 februari 1561.
Betaling:
van 12-04-1547 tot 05-06-1584     Samenvatting:
----------------

Henrick Gerit Oirlmans belooft jaarlijks te betalen aan Claessen Peetersse de jonge (Sterts) 2 carolus gulden en 3 stuivers, uit zijn erfenisse met timmeringe op de Ketsheuvel.
Lucas Adriaensse (van Bezauwen) is waerborg geworden.

Op 5 juni 1584 lossen de brief in zijn geheel af: Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen.

Toelichting:
-------------
Adriaen Peter Verdiesen is getrouwd met Lijsken Cornelis Oirlemans, de zus van Cornelis Cornelis Oirlemans de oude.
Zeer waarschijnlijk gaat het hier om de oude.

Transcryptie:
---------------
RAT. Loon op Zand. R 57 f 2r en 2v d.d. 12-4-1547.

Henrick Gerit Oirlmanszn. heeft gelooft te geven ende te vergelden
Claessen Peetersse de jonge (Sterts)
eene jaarlijkse ende erffelijke chijns van 2 carolus gulden ende 3 stuivers ofte 20 st. voor elcke gld.
ende alle jaer te Loon te betalen op ten 12 dag april waeraf den eerste dag van betalingen zijn zal op ten 12e dag april naestcomende

uit ende van zijnder erffenisse met timmeringe daerop staende gelegen in de parochie van Venloon op ten Ketsheuvel,

metter oostenzijde neffen erffenisse Peeter Geldensse metter westenzijde neffen de weduwe Cornelis Matheusse
streckende van sheerenstraete aen de 12 geerden, alsoo hij seede.

Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen also gewoonlijck en recht is.

Gelovende Henrick voorst. als een principaele schulden op hem ende op allen zijn goet, dat hij heeft ofte verkrijgende mag, Claessen den voorschr. erfchijns te waren alsoo men erfchijns schuldig is te waren, ende allen commer af te doen en ’t voorschr. onderpant altijt goet ende weldoegende te maken voor de betalingen des erfchijns voorst.

Hier is bij gestaan Lucas Adriaensse (van Bezauwen) ende is waerborg geworden.
Testes, Peeter Gijsbertssen ende Goessen Henrickszn.
Actum den 12e april 1547.

Deze chijns mag Henrick altijt lossen op ten 12e dag april met 32 ca. gld. ofte 20 st. voor elcke gld. ende metter versch. renten ende malcanderen altijt een half jaer te vooren op te zeggen. Testes ut supra.

In marge bijgeschreven:
deze brief is geheel afgequeten ende gelost de hooftsommen bij handen van Adriaen Peetersse Verdiesen ende Cornelis Cornelisse Oerlemans als .... in handen van Steeven Thomassen. Testes, scabini, Willem Cornelisse de Pruijser ende Gelden Aert Henricxsse. Actum den 5e juni 1584.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f 2r/v]
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Transport:
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
Henrick trouwde met Caterijn N.N..
Transport:
van 25-07-1560 tot 19-05-1622     Samenvatting:
----------------
Caterijn, de weduwe van Henrick Gerit Oirlmans, haar 1e man, met haar voogd,
verklaart tochten en recht van tochten te hebben in de goederen met timmeringen erop, op te Vaert,
die haar toegekomen zijn van Geeritden Oirlmans, de vader van haar man, en zijn moeder.
Ze draagt de goederen over aan hun zoon Antonisse Henricks, die door voogden Adriaen Gerits Oirlmans (zijn oom) en Adriaen Hermansse vertegenwoordigd wordt.

Daarna verkopen zij deze aan Jan Jansse.
Elk jaar zal die 6 gulden betalen aan Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck, evt. te lossen voor 100 gulden eens.

Op 19 mei 1622: Wouter Aertsse van Eijck, wonend in Heusden, man van Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen verklaart de 6 gulden en .. lospacht uit handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben.

Toelichting:
-------------

Elisabeth Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen zal familie zijn van Adriaen Jansse van Greevenbroeck, dan wel Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck.

Cornelis Cornelisse Oerlemans heeft de erfenisse met timmeringe op de Vaert blijkbaar in gebruikt, en heeft de jaarlijkse rente betaald. Het lijkt erop dat hij ook het losgeld betaald heeft.
Of hier Cornelis de oude of de jonge bedoeld is, kan ik zo niet bepalen.


Transcryptie:
---------------
Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 347v d.d. 25-7-1560.

Caterijn weduwe wijlen Henrick Gerit Oirlmans cum tutore

van tochten en recht van tochten wegen dat zij hebbende is in den achtergelaten goederen metter timmeringe daerop staende die Henrick haere eerste man
enigssins aenbestorven mogen sijn geweest van Geeritden Oirlmans, zijnen vader ende moeder in de parochie van Venloon opte Vaert

gelegen metten oosten eijnde neffen erffenisse de erfgenamen Herman Gijsbertssen
metten noorden en westen eijnde aen sheeren vaert,
zuijtwaerts neffen Rob Gerits huijsvrouwe en
noort op neffen Jan Willemsse

alzoo dat nu bepaelt is, heeft Caterijn opgedragen ende overgegeven Adriaen Geerits Oirlmans ende Adriaen Hermansse als momboirs ende tot behoef van Antonisse Henrickszn.

Toen dit aldus geschiet is geweest,
zo hebben die voorgen. momboirs die voorschr. goederen verkocht, opgedragen ende overgegeven
Jannen Jansse
ende hem gelooft te waren voor ses guldens ’s jaers aen Adriaen Jansse van Greevenbroeck tot behoef van Lijnken Jansdr. van Greevenbroeck,
waeraf den eerste dag van betalingen verschenen is op Sinte Jacopsdag anno 1560, die Jan lossen mogen met 100 carolus guldens eens.

Adriaen van Greevenbroeck heeft dese 6 gld. opgedragen Lijnken Jansdr. onder conditie dat zij bij zijnen raet huwelijcken.
Nog een mudde rogs ’s jaers aen Peeter Adriaensse erfgenamen waeraf den eerste dag verschenen.
Nog 2 gld. den zelven erfgenamen losrente ende voorts allen commer af te doen den zelven.

Testes, Meeus ende Willem. Actum anno 1560 den 25e juli.

In marge:
Wouter Aertsse van Eijck wonende tot Heusden als getrouwt hebbende Elisabeth dochter wijlen Eijsenbrant Jacops van de Broeckhuijsen
heeft bekent de hooftsomme van de renten van 6 gld. jaerlijcks alhier
gec ..tioneert .. lospachts metten verloop vandien
door handen Cornelis Cornelis Oerlemans ontvangen te hebben ende de voorschr. Wouter gerenunieert te sijn als is gebleken bij ….. gestelt ten … gepasseert tot Heusden den 19e meij 1622.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 347v]
VII. Peeter Gherit Adriaen Oirlemans (zie 2048).
VIII. Adriaen Gerit Adriaen (De jonge) Oirlemans. De jonge is overleden na maandag 3 februari 1561.
Notitie bij De jonge: De toevoeging De jonge, heb ik er zelf bij gezet. In de akte van 28 oktober 1547 is een Adriaen Geeridt overleden, en in de akte van 3 februari 1561 komt ook een Adriaen Geerdit voor bij de delingen van de goederen van hun vader.
Dan zijn namens Adriaen de oude, zijn kinderen Adriaen en Hendricksken aanwezig.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
IX. Ina Geridt Adriaen Oirlemans. Ina is overleden na maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
X. Mariken Geridt Adriaen Oirlemans. Mariken is overleden na maandag 3 februari 1561.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
XI. Jacop Gherit Oirlemans. Jacop is overleden na zondag 25 november 1576.
Deling van goederen:
03-02-1561     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 57 f 358v en f 359r d.d. 3-2-1561.

Wij Bartolomeeus Jan Geldensse ende Jacop Jansse de Bont, schepenen in Venloon doen condt eene ijegelijcken dat voor ons gekomen zijn geweest,

Adriaen Geeridt Oirlmans,
Peeter zijn broeder,
Jacob Jan Jansse als man ende momboir van Ina Gerits,
Adriaen Adriaensse met Hendrikske sijn suster cum tutore,
Adriaen Lucaszn (de oudste) , Adriaen (Lucaszn. de jongste) sijn broeder, Jan ende Cornelis broers, en Anneke Lucasdr., Jenneke en Marike hen susters met hun momboiren, <anders dan in de pdf, daar als kinderen Gerit Oirlmans>
Anthonis Henricxse Oirlemans, onmondig kind, cum tutore,
Jan Willems (Oirlmans), onmondig kind, cum tutore,

allen kijnder ende gerechte erfgenamen van Geerit Oirlmans ende Eelken sijn huisvrouw, hebben een erfdeling en scheiding gemaeckt.

1. Overmits welcker deling Adriaen Geerit Oirlmansse

ten deele gevallen is drie ackeren lants geheijten onser vrouwen dellen op ten Ketshoevel gelegen

metten oosteneijnde ende noordenzijde neffen Adriaen Adriaen Oirlmanszn. westwaerts aen sheerenstraet ende
zuijtwaerts neffen Henricx erffgoet in den brant.

Nog eene acker oock aldaer gelegen
metter oostenzijden Peeter Geeridt Oirlmanszn.
westwaerts Jan Dircx ende meer anderen,
zuijtwaerts sheerenstraet ende
noortwaerts aen Adriaenen voorgen.

Nog allen de achtergelaten goederen van Thoenisken Jansdochter zijn moije.

Nog hiertoe het vierde deel van 2 gld. sjaers die Jan Gijsbertsse gelooft hadden Geeritden Oirlmansse volgens brieven de Sprange.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Jan Peeters gelooft hadden Geeridtden voorn. uit brieven van Loon.
Nog het vierde deel van 2 gld. die Art Spijker gelooft heeft met eene Spranghse brief, alzoo zij zeeden.
Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 15 st. ‘sjaers ten bosschen te leveren.
Nog een loopen rogs den heijlige geest van Loon.
Actum anno 1561 den 3e februari.


2. Overmits welcker delinge Peeter Oirlmansse

te deele gevallen is die helft van een erffenisse oock aldaer opte Vaert gelegen,

oostwaerts neffen Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts neffen Adriaen Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog eene acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Lucas Adriaensse kijnder,
westwaerts Adriaen Geerit Oirlmansse,
zuijtwaerts aen sheerenstraet ende
noortwaerts Adriaen Geerits voorn.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren deen helft van vier loopen rogs.
Nog de helft van zestien st. sjaers ende ¼ deel hoens en ½ pen.
Testes et actum ut supra.


3. Overmits Adriaen Lucaszn. cum suis

te deele gevallen is
deen helft van een erffenisse
oostwaerts aen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
westwaerts aen Peeter Oirlmansse streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Nog een acker in onser vrouwen dellen gelegen,
oostwaerts Adriaen Arnt Oirlmansse,
westwaerts Peeter Oirlemansse streckende van sheerenstraet aen Adriaen Geerits.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor de helft van 16 st. ende van vier loopen rogs.
Nog ¼ deels hoens ende ½ pen.
Testes et actum ut supra.


4. Overmits Adriaenen Adriaensse ende Hendrikske zijnder zuster

te deele gevallen eene ackerlants in zijnder grote oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen erffenisse Peeter Oerlmanse,
westwaerts Geerit Peeter Huijben streckende van de Vaertcant aen sheerenstraet.

Ende hebben hen opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers den kercken alhier.
Testes et actum ut supra.


5. Overmits Jannen Willem Oirlmansse, onmondig kind

ten deele is gevallen eene ackerlants methalf de schuere oock aldaer gelegen opte Vaert,

oostwaerts neffen Jan Peeter Huijben erfgenamen,
west en noortwaerts aen de Vaertcant,
zuijtwaerts aen Marije Geeritsdochter.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. der voorschr. kercken van Loon.
Testes et actum ut supra.


6. Overmits Jacoppe te deele gevallen is

drie acker lants oock aldaer gelegen,

oostwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts Henrickske Zijmons ende
noortwaerts sheerenstraet.

Nog eene acker geheijten den Geeracker,

noortwaerts aen Geerit Peeter Huijben,
zuijtwaerts aen Lijsken Henricx,
noortwaerts aen Arijaen Arnt Oirlemansse,
zuijtoostwaerts den Vaertcant,
alzoo zij zeeden.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers ten bosschen te leveren.
Testes et actum ut supra.


7. Overmits Antoenissen Henrick Oirlmansse, onmondig kijnt

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halven huijze ende een vierendeel van der schuer daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Robbert Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwestwaerts aen de Vaertcant, alzoo zij zeede.

Ende hebben hem opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.


8. Overmits Mariken Geerit Oirlmanssedochter

te deele gevallen is de helft van der oude hoffstadt metter halve huijzen ende een vierde deel van der schueren daerop staende, oock aldaer gelegen onbedeelt,

noortoostwaerts aen Jannen Willemsse,
zuijtwaerts aen Rob Geerits erfgenamen,
zuijtoostwaerts aen Herman Gijskens kijnder ende
noortwaerts aen de Vaert.

Nog 32 gld. eens daer zij alleene jaerlijcx voor gelden zal Beerten Scorten 2 gld. ‘s jaers alzoo zij zeede.

Ende hebben haer opgedragen ende gelooft te waren voor 30 st. sjaers Jan Melis erfgenamen.
Testes et actum ut supra.

Toelichting:
-------------
1. De groep erfgenamen van Lucas Adriaen Besauwen kunnen alleen erfgenamen zijn doordat hun moeder een dochter van Gheridt en Eelken was.
De kinderen komen in veel schepenakten voor. Zo staat in die van 24 februari 1566: Anna Lucas Bezauwen verkoopt haar chijnsen, renten en pachten en moeren, haar aanbestorven van haar vader en moeder, en van Geerit Oerlmans en Eelen, zijn huisvrouw, haar heercken ende vrouw.

De naam van de dochter heb ik in de schepenakten van Loo op Zand niet gevonden, en daarom als Dochter toegevoegd. (Vind ik wel een mooie oplossing, is wat meer persoon dan N.N.)

2. De transcryptie heb ik iets aangepast: Jenneken en Mariken horen bij de Lucas Adriaen groep. Die komen ook in anderen akten voor.
In de akte staat er geen Geerit Oirlmans, in de pdf wel.
Dat komt, denk ik, doordat er wel een Marike Oirlmans meedeelt (het laatste blok), maar die staat niet in de "aanhef".
Maar helemaal zeker ben ik niet, of ik het zo juist vertaal.

Marike komt ook voor op een akte van 27 mei 1554 R57 f. 200r en v.

3. Bij Jacop staat als vrouw Ina Gerits. Er staat geen Oirlemans achter, maar dat is wel zeer waarschijnlijk: hoe zou zij anders erfgenaam moeten zijn?
Ik ben haar in geen schepenakte van Loon op Zand meer tegengekomen.

4. In andere akten komen ook voor Jan Gherit Oirlemans, Anthonis Geridt Oirlemans en Jacop Gherit Oirlemans. Hier niet.

Jan kom ik alleen in 2 akten in 1548 tegen, dan als 2e man van Anna Jan Willemsen. Haar eerste man was Adriaen Gherit Oirlemans. Hertrouwde met de broer? Waarschijnlijk is hij voor 3 februari 1561 overleden, zonder kinderen na te laten.

Anthoenis Geridt Oirlmans komt alleen voor in een schepenakte van Loon op Zand van3 april 1553 (R 57, f. 178v). Ik verwacht dat hij overleden is voor 1561.

Dat Jacop Geridt Oerlemans niet meedeelt, kan ik niet verklaren: hij komt voor in een akte van 25 november 1576 (R58, f 555), en is dan voogd van de kinderen van Peeter Gherit.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 57 f. 358v/359r scan 365]
Verkoop:
van 25-11-1576 tot 08-04-1597     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 58 f 555r d.d. 25-11-1576.

Jacop Gheerit Oirlmans ende Toenis Toenissen als momboirs ende toesienders bij den heere gerecht van
Truijken, Peeter, Cornelis ende Gheerit, gebroeders naegelaten onmondige weeskinderen van
saeliger Peter Gheerit Oirlmans ende wijlen Jenneke zijn huijsvrouwe,

hebben verkocht Adriaen Joosten
een erffenisse metter timmeringhe daerop staende,

zulcx de voorst. Peeter de zelven in zijn leven plach te gebruijcken ende te besitten opte Vaert gelegen,

oostwaerts aen Claes Beertens,
zuijtwaerts aen de Vaertcant,
westwaerts Ariaen Ariaen Oirlmans ende
noortwaerts aen een gemeijne steege.

Nog 2 ackeren landts daer aen gelegen,
oostwaerts Ariaen Aertszn. Oirlmans,
zuijtwaerts aen de voorschr. steege,
west ende noortwaerts aen Ariaen Jan Dielen, alsoo hij seede.

Ende hebben hem opgedragen ende overgegeven ende gelooft op allen des weeskinderen goederen te waren ende de onmondige tot huere mondige dagen gekomen zijnde metten haere daerop te doen vertijen.

Uitgenomen dat de koop daer jaerlijks uit vergelden zal omtrent een half hoen ende eene penning hollants in sheeren grontchijns.
Nog 7 ca. gld. jaerlijks aen Willem de Pruijser te lossen met 100 ca. gld. eens. Nog den heijlige geest van Loon een mudde rogs jaerlijks te lossen met 50 ca. gld.
Nog 30 st. jaerlijks lospachts de kercke van Loon.
Nog 16 st. jaerlijks loschijns aen Anneke van Heusden.
Nog 4 vaet erfrogs jaerlijks aen Daneel Jan Meertens erfgenamen.
Nog omtrent 200 ca. gld. eens te betalen aan Marike Lucasdochter.

Testes, Jacop ende Jan. Actum, 25e november 1576.


Adriaen Joosten belooft te betalen de momboirs t.b.v. credit ende schuldenaers van Peeter Geerit Oirlmans
boven ‘tghene boven verhaelt staet
222 gld. 9 st. op 4 termijnen waeraf den eerste termijn verschijnen zal van paesschen toekomende over een jaer ende zoo voorts.

Des sal Adriaen Joosten nu gereet betalen 36 ca. gld. te corten aen den eerste termijn naer qualiteijt.
Testes, Jacop ende Adriaen Joosten. Actum ut supra.


Bijgeschreven:
Dese schultbrief hier onder geschreven is int geheel ende deel voldaen bij Heeske, weduwe Arijaen Joosten, in handen van de kinderen ende erfgenamen van Peeter Gherit Oirlmans.

Testes scabini Willem Hessels ende Andries Gheritssen.
Actum den 8e april 1597.
Den eerste termijn is betaelt. Actum den lesten augustus 1578.

Nog is hier op betaelt 18 ca. gld. 15 ½ st. aen de schout van Sprang ter causen van huer van heijlant bij Peter voorn. van de schout gehuert.
Actum den 19e april 1580.

Den 2e termijn is oock betaelt. Actum den 2e juli 1580. Dit is ’t gelt van de schout van Sprang daer in gereckent.
Nog betaelt bij Ariaen Joosten aen handen van Wouter Joosten 200 gld. Actum den 22e juli 1582.

Nog aan Lenaert Wouter Joosten 8 gld. 8 st. Actum den 12e november 1582.

Nog betaelt bij Arijaen Joosten aen Robbert van Grevenbroeck de somma van 4 ca. gld. 19 st. Actum den 21e november 1582.

Nog voor de kijnderen van achterstallige pachten aen de kerckmeesters betaelt bij Arijaen Joosten 3 ca. gld.

Nog bij den voorst. Arijaen aen Lauwris Jaspers betaelt 4 ½ ca. gld. 4 st.

Nog aan de kijndere van Peeter Gherit Oirlmans 7 ca. gld. bij zelven Arijaen.

Nog aan Arijaen Ambrosius 3 gld. bij den zelven.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 59 f. 555r, ook wel f.124 genummerd, scan 183]

Generatie 14 (stamoudouders)

oerlman_ariaen__en_adriane_henrick_symons_-_hun_kinderen_henrick__gherit__antonis__art_en_belien_delen_de_goederen_op_14_febr._1507_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._55_f_24r.jpg oerlman_ariaen__en_adriane_henrick_symons_-_hun_kinderen_henrick__gherit__antonis__art_en_belien_delen_de_goederen_op_14_febr._1507_-_loon_op_zand_-_schepenbank_inv._55_f_24v.jpg
100 Oerlman Ariaen, en Adriane Henrick Symons - hun kinderen Henrick, Gherit, Antonis, Art en Belien delen de goederen op 14 febr. 1507 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 55 f 24r
101 Oerlman Ariaen, en Adriane Henrick Symons - hun kinderen Henrick, Gherit, Antonis, Art en Belien delen de goederen op 14 febr. 1507 - Loon op Zand - Schepenbank inv. 55 f 24v
8192 Ariaen Oerlman (afb. 100 en 101). Ariaen is overleden vóór zaterdag 3 februari 1543.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
Ariaen trouwde met Adriaene Henrick Symons.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
Kinderen van Ariaen en Adriaene:
I. Gherit Adriaen Gerit (De oude) Oirlemans (zie 4096).
II. Henrick Adriaen Gerit Oerlmans.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
Transport:
03-02-1543     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 56 f 108r d.d. 3-2-1543.

Henrick wijlen Adriaen Oerlmans zijn tochten ende recht van tochten die hij hebbende is
in een erffenisse metten timmeringe daerop staende gelegen in die parochie van Venloon over die Vaert

metten eene zijde neffen erffenisse Gerit Peter Huijben
metten andere zijde neffen Jan Peter Huijben
streckende van den Vaertcant totter gemeijnder steegen toe,

heeft Henrick voorschr. dese voorschr. tochten opgedragen ende overgegeven zijn kijnderen
Adriaen, Andries, Dirck en Zijmon Henricxsoonen ende Anna Henricxdochter
en heeft hier voorts op vertegen als recht is.

Gelovende Henrick als een principaele schuldenaer op hem ende op allen zijn goet van tochtenwegen daer nimmermeer nae te taelen met enige rechten, geestelijck ofte wereltlijck.

Testes, Peter Gijben en Bartolomeus Jansse.
Actum den derde dag in februari.


Toen dit aldus geschiet is zo zijn komende Adriaen, Andries, Dirck, Zijmon Henrickszonen ende Anna Henricksdochter met haere gecoiren momboir haer van den rechter gegeven als recht is.

Ende hebben dese erffenisse metter timmeringen ende metten landen daeraen liggende opgedragen ende overgegeven
Gerit wijlen Adriaen Oerlmansse
ende hebben daer gesamenderhant op vertegen als gewoonlijck ende recht is.
Gelovende als principaele schuldenaers onverscheijden op hen ende op
allen hennen goederen Geritde voorschr. dese erffenisse voorschr. te waren alsmen erven schuldig is te waren.

Hieruit zal Gerit jaerlijcks uit gelden een half hoen in sheerenchijns ende 4 loopen roggen.
Nog 3 karolus guldens der kercken van Loon losrenten.
Nog Artde Claes Bertroms 3 gld. losrenten
ende Jacop Gerits 3 gld. losrenten.
Aan Joost Peeter Gijben 10 loopen roggen ende een halve gld.
lospacht, ende renten ende allen andere commer af te doen waeraf den eerste betaaldag zal wesen te lichtmisse toecomende. Testes, Peeter Gijben en Bartolomeus Jansse.

Actum den 3e dag in februari anno 1543.


RAT. Loon op Zand. R 56 f 108r d.d. 3-2-1543.

Gerit wijlen Adriaen Oirlmans gelooft op hem ende op allen zijn goet dat hij nu heeft ofte verkrijgen mag
Henrick Oirlmans zijn broeder te betalen 400 gld.
En Gerit zal betalen allen Henricks schulden ende pachten in afkortingen van den 400 gld. voors.

Nog zal Gerit voors. Henrick betalen van nu meije toekomende over 5 jaeren 25 gld. ende voorts van meije tot meije daerna volgende allen jaeren nog
25 gld. tot der tijt toe dat Henrick voorschr. betaelt zijn van de 400 gld.

Nog belooft Gerit voorschr. Henricken te laten wonen in die camer ende te laten gebruijcken een ackerken vier jaeren lang waeraf
den dag in zal gaen nu te meije naestcomende.

Ende nog zal Gerit door Henricken laten gebruijcken die weije te baemissen toe.

Nog zal Gerit aan Henrick betalen 8 loopen roggen met de oogst
naestcomende ende nog 8 loopen turf daerna volgende.
Testes ut supra.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 56 f. 108r]
III. Anthonis Ariaen Gerit Oerlman.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
IV. Art Ariaen Gerit Oerlman.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
V. Belien Ariaen Gerit Oerlman.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]
Belien trouwde met Gherit Thomas Rommen.
Deling van goederen:
14-02-1507     Pdf
RAT. Loon op Zand. R 55 f 24r en f 24v d.d. 14-2-1507.

Condt sij en iegelijcke dat voor ons schepenen hier onder geschreven comende sijn
Henrick, Gherit, Anthonis, Art ende Gherit Thomaes Rommensoon als man ende momber Belien sijn wijfs,
kijnderen wilner (=wijlen) Adriaen Oirlmans, die Adriaen voorschr. in eene wettige bedde gecregen heeft bij Adriaene dochter wilner Henrick Sijmons.

Ende hebben geordineert ende gemaeckt bij rade van sommige
hennen vrienden een erfscheidinge ende erfdelinge van allen hennen goederen ende erffenisse die hen aencomende sijn ende verstorven van Adriaen hennen vader ende moeder, soo waer men die bevinden mach etc.


van welcke erffenisse ofte erfgoederen, Henrick ende Gherit, gebroederen,
houden ende erffelijck besitten sullen
dat nieuwe huijs metten erffenisse daer toe behorende,
liggende met beijde sijde neve Peter Huijben,
streckende metten eenre eijnde neve die Vaert,
de andere eijndeaen die Ghemeijnstraet.

Item noch daer toe drie ackeren lants gelegen ter plaetse voorschr.
mettten eendere sijde ende metten eenre eijnde aen Peter Huijben,
de andere sijde neve die Vaert,
streckende metten andere eijnde totten Ghemeijnestraete toe.

Item noch hier toe eene acker lants gelegen over de Vaert,
metten eenre zijde neve Willem Ewouts Vlemincxsoon,
dat oosten eijnde aen Gib Pauwels,
streckende voort neve die Vaert.

Uit welcke erffrenisse metten timmeringen daerop staende voorschr.
Henrick ende Gherit gelden ende betalen sullen
alle jaere erffelijck op onser liever vrouwe dach Lichtmis den heer van Loon een mud rogge
ende Korstiaen Jan Eelensoon thien lopen rogge erffelijck
ende der kercke van Venloen vier lopen rogge erffelijcke pacht ende ½ hoen in sheeren gront chijns.


Anthonis ende Art, gebroederen sullen hebben ende erffelijck besitten dat oude geset ende stede
metter timmeringe daerop staende drie hont lants off daerom trent
liggende metten eenre zijde aen Gherit Sijmons
metten andere zijde aen Jacop Henricks ende Jan Gerits,
streckende metten eijnde aen die Ghemeijn straet,
de andere eijnde aen Peter Leu(w).

Item noch een stuck lants aldaer gelegen
metten eenre zijde neve Jacop Henricks ende oock metter andere zijde,
ende Gelden Claesoon hodende
metten eenre eijnde aen sHeerenstraet,
de andere eijnde aen Jacop voorschr.

Item noch hier toe een stuck hoijlants gelegen in Besoijen
metten eendere zijde neve Meester Everaerts, de andere
zijdr neve IJke Loer ende dat nu uitwijsen sijns briefs.

Uit welcke erffenis Anthonis ende Art, gelden
ende betalen sullen jaerlijcks den heer van Loon 7 lopen rogge
ende Marij Sijmons hennen vrouwke
vier lopen rogge lijftochten ende niet langer te vergelden 1 ½ vierdeel van eene cappuijn in sheeren gront chijns ende 6 den pan…


Gherit Thomaes Rommen als man ende momber sijns wijfs sal hebben ende erffelijck besitten

vier ackeren lants gelegen in der prochie van Venloen,
metten eendere sijde neve Peter Leu,
de andere zijde neve die Ghemeijn straet,
metten eene eijnde aen Gherit Korstkens,
de andere eijnde aen die Vaert.

Item noch hiertoe dat oude geseet daer Gherit inwoonende is gelegen onder Sprang in allen sijnen groote, gelijck Adriaen voorschr. toe te behoren plach.

Uit welcker erffenisse Gherit voorschr.
jaerlijcks ende erffelijck gelden ende betalen sal den heer van Loon in sijnen gront chijns eene cappuijn
ende den priester ende coster eene lopen erf rogge ende uit sijnen huijse metten erffenisse onder Sprang gelegen 2½ mudde rogge erfpachts.

Ende hebben dese voorschr. die een den andere
dese voorschr. gedeelten in de voorschr. brieven ge…. malcanderen opgedragen ende overgegeven metten voorschr. brieven daeraf sijnde ende hebben daer voorts op vertegen als recht is.

Gelovende als principael schuldenaeren op hen ende op allen hen goederen die sij hebben of vercrijgen mogen
die een den anderen dese voorschr. erfdeling vast ende van waerden te houden sonder ondermeer daer tegen te seggen of te doen seggen in enicher manieren off tot eniche tijden etc.

Testes, scabini, in Venloen Jan Melisoon van Oerd ende Claes Jan Gosens.

Actum 1507 den 14e dach in februari.
  [bron: Loon op Zand - Schepenbank Inv. 55 f. 24ren v]

Index (221 personen)

Aertssen, Adriaentken Jan [Schoonmoeder van zoon van 1024]  1024,V
Alphen, Johanna van [Schoonmoeder van 32]  32
Bael, Joannes van  64,III; 64,IV
Bael, Wilhelma van  64,V
Becx, Goverdina  32
Besauwen, Cornelis Janssen van (†<12-04-1607) [Schoonvader van 1024]  1024
Besauwen, Hendricxken Cornelis Janssen van (†23-07-1637) [Partner van 1024]  1024
Besauwen, Lucas Adriaen [Schoonzoon van 4096]  4096,V
Biggelaer, Catharina van den [Getuige bij doop van partner van 32]  32
Bleek, Adriana van den [Schoonmoeder van zoon van 8]  8,II
Braber, Hendrick Aertssen de [Schoonvader van 512]  512
Braber, Mayke Hendrick Aertssen de jonge de [Partner van 512]  512
Braber, Neeltken Hendrick Aertssen de  512,V
Braber, Peter Hendrick Aertssen de  512,II
Brabers, Adrianus  64,VI
Brabers, Arnoldus  64,V
Brabers, Henricus Arnoldi  512,IV
Brabers, Joanna  64,III; 64,IV
Brabers, Maria Adriani  64
Brekelmans, Adrianus [Getuige bij doop van partner van 32]  32
Broeckhove, Antonius van  64,X; 64,XII
Broeckhoven, Wilhelma van [Getuige bij doop van 32]  32
Broek, Maria van den [Schoonmoeder van 16]  16
Christiani, Cornelis Cornelis  512,I
Cuijpers, Cornelia Gerritse (†10-06-1748) [Partner van 64]  64
Cuijpers, Hubertus Gerard  64,I
Cuijpers, Martina  64,VII
Cuijpers, Wilhelma Gerardi  64,II
Dijk, Antonie van [Schoonvader van 8]  8
Dijk, Nicolasina van (*14-01-1829, †30-06-1885) [Partner van 8]  8
Dominicus, Geeridt Jan (Gerrit) (†23-06-1647) [Schoonzoon van 1024]  1024,III
Dominicus, Jan [Schoonvader van dochter van 1024]  1024,III
Dongen, Anna Maria van [Schoonmoeder van 8]  8
Francken, Adrianus  128,VIII
Francken, Adrianus Adriaensse  128,VI
Francken, Petronella Joannis  128,VIII
Gerardi, Aleydis [Schoondochter van 1024]  1024,VIII
Ghijsberts, Peter [Schoonzoon van 1024]  1024,II
Groen, Adrianus in ’t (*23-05-1879, †26-01-1947) [Getuige bij overlijdensaangifte van partner van zoon van 8]  8,I
Groen, Francis in ’t (*22-02-1851, †19-03-1888)  8,I
Hendrix, Helena Reijnier  128,VII
Henrici, Adrianus  512,III
Henrici, Aleijdis  512,IV
Henrici, Maria  512,II
Hermans, Maria [Schoonmoeder van zoon van 8]  8,I
Hollevoet, Aafke [Schoondochter van 4]  4,IV
Hoppenbrouwers, Johanna Catharina (*18-06-1867, †04-01-1931) [Partner van 4]  4
Hoppenbrouwers, Josephus [Schoonvader van 4]  4
Huberti, Judocus [Getuige bij doop van 256]  256
Jacobi, Egidius [Getuige bij doop van 128]  128
Jans, Gerit [Schoonzoon van 512]  512,I
Jong, Adriana de  32,III
Jong, Ardina de [Schoondochter van 64]  64,VIII
Jongh, Cornelius de  128,VII
Joosten, Cornelis [Schoonzoon van 1024]  1024,I
Kuijk, Anna van (*04-05-1822, †09-04-1848) [Partner van 8]  8
Kuijk, Nicolaas van [Schoonvader van 8]  8
Leonardi, Maria  256
Lerf, Maria Janse van  128,V
Lommers, Cornelia [Schoonmoeder van 16]  16
Maas, Johannes [Schoonvader van zoon van 8]  8,I
Maas, Maria (*29-10-1848, †16-02-1886) [Schoondochter van 8]  8,I
Marcelissen, Arnoldus [Schoonvader van zoon van 8]  8,II
Marcelissen, Wouterina (*01-09-1859, †11-03-1929) [Schoondochter van 8]  8,II
Mertens, Johanna Antonia (*19-11-1897, †06-08-1987) [Schoonmoeder van 1]  1
Mertens, Petronella Adriana (Nel) (*16-11-1918, †21-04-1967) [Partner van 1]  1
Michaelis, Maria [Partner van 256]  256
Mulder, Maria Adam Adriaens (Maeyken) de [Schoondochter van 1024]  1024,IV
Mutsers, Wilhelmina [Schoondochter van 16]  16,II
N.N., Caterijn [Schoondochter van 4096]  4096,VI
N.N., Eelken [Partner van 4096]  4096
Nouwens, Adriana [Schoondochter van 32]  32,III
Oerlemans, Adriana (~08-04-1795) [Dochter van 32]  32,V
Oerlemans, Adriana (*13-11-1924) [Dochter van 2]  2,V
Oerlemans, Aldegundis Henricus Cornelis (~05-08-1753) [Dochter van 64]  64,IX
Oerlemans, Antonius (*03-04-1857, †31-05-1889) [Zoon van 8]  8,II
Oerlemans, Antonius (*01-06-1897, †01-02-1898) [Zoon van 4]  4,VI
Oerlemans, Antonius Cornelius Henricus (~18-03-1723) [Zoon van 128]  128,VIII
Oerlemans, Cecilia (*24-05-1891, †26-01-1892) [Dochter van 4]  4,II
Oerlemans, Christianus (Christ) (*27-04-1917) [Nummer 1]  1; 2
Oerlemans, Cornelia Hendrik Cornelis (~11-04-1750) [Dochter van 64]  64,VII
Oerlemans, Cornelia Henricus Cornelis (~08-02-1747) [Dochter van 64]  64,VI
Oerlemans, Cornelia Henricus Cornelis (~08-11-1759) [Dochter van 64]  32,I; 64,XII
Oerlemans, Cornelis (*12-08-1829, †11-11-1844) [Zoon van 16]  16,IV
Oerlemans, Cornelis (*28-01-1851, †18-04-1915) [Zoon van 8]  8,I
Oerlemans, Cornelis (*28-05-1898, †?-06-1898) [Zoon van 4]  4,VII
Oerlemans, Cornelius Cornelius Henricus (~07-07-1711, †26-01-1742) [Zoon van 128]  64; 128,III
Oerlemans, Cornelius Hendricxse Cornelis (~24-09-1676, †<14-05-1735) [Nummer 128]  128; 512,V
Oerlemans, Cornelius Henricus Cornelis (~04-08-1737) [Zoon van 64]  64,I; 128
Oerlemans, Cornelius Henricus Cornelis (~15-08-1755) [Zoon van 64]  64,X
Oerlemans, Gerardus Henricus Cornelis (~02-10-1739) [Zoon van 64]  64,II
Oerlemans, Gertrudis (~10-10-1793) [Dochter van 32]  32,IV
Oerlemans, Hendrik Cornelisse Hendricx (~06-01-1714, †22-01-1765) [Nummer 64]  64; 128,III
Oerlemans, Hendrik Cornelius (~29-11-1649) [Nummer 256]  256
Oerlemans, Hendrikus (*22-01-1864, †08-12-1911) [Nummer 4]  2; 4
Oerlemans, Henrica (Hendriena) (~21-08-1788, †15-08-1814) [Dochter van 32]  32,I; 64,XII
Oerlemans, Henrica (*12-12-1920) [Dochter van 2]  2,III
Oerlemans, Henricus  32,IV
Oerlemans, Henricus (Hendrik) (~27-12-1791, †16-08-1860) [Zoon van 32]  32,III
Oerlemans, Henricus Cornelius Henricus (~26-08-1705) [Zoon van 128]  128,I
Oerlemans, Henricus Henricus Cornelis (Hijliger) (~19-04-1751, †28-11-1806) [Zoon van 64]  16; 64,VIII
Oerlemans, Jan (*05-02-1894, †17-03-1951) [Zoon van 4]  4,IV
Oerlemans, Joanna Henricus Cornelis (~29-06-1741) [Zoon van 64]  64,III
Oerlemans, Joanna Maria Cornelius Henrici (~21-02-1716) [Dochter van 128]  128,V
Oerlemans, Joanna Maria Henricus Cornelis (~23-05-1743) [Zoon van 64]  64,IV
Oerlemans, Joannes (~20-02-1790, †20-01-1875) [Nummer 16]  16; 64,VIII
Oerlemans, Joannes Cornelis Cornelis (~20-07-1739)  128,V
Oerlemans, Joannes Cornelius Hendricus (~10-11-1706) [Zoon van 128]  128,II
Oerlemans, Joannes Henricus Cornelis (Jan) (~12-03-1763, †11-03-1798) [Nummer 32]  32
Oerlemans, Johanna (*15-09-1815) [Dochter van 16]  16,I
Oerlemans, Johanna (*21-02-1916) [Dochter van 2]  2,I
Oerlemans, Josephus (*06-08-1890, †06-06-1953) [Nummer 2]  1; 2; 4
Oerlemans, Leonardus (*23-06-1822, †24-03-1892) [Nummer 8]  8
Oerlemans, Leonardus (*19-06-1892) [Zoon van 4]  4,III
Oerlemans, Maria (*29-04-1895, †27-10-1895) [Dochter van 4]  4,V
Oerlemans, Maria Cornelius Henricus (~08-10-1718) [Dochter van 128]  128,VI
Oerlemans, Maria Hendrickse  128,I; 128,VI
Oerlemans, Maria Henricus Cornelis (~30-05-1745) [Zoon van 64]  64,V
Oerlemans, Maria Henricus Cornelis (~22-09-1756) [Dochter van 64]  64,XI
Oerlemans, Marinus (*18-04-1899, †25-10-1899) [Zoon van 4]  4,VIII
Oerlemans, Michaël Cornelis Handrix (Michiel) (~09-04-1721, †14-08-1741) [Zoon van 128]  128,VII
Oerlemans, Nicolaas (*24-04-1901, †11-05-1901) [Zoon van 4]  4,IX
Oerlemans, Nicolaas (*04-03-1906) [Zoon van 4]  4,X
Oerlemans, Peter (*18-05-1818, †30-05-1886) [Zoon van 16]  16,II
Oerlemans, Petronella (*04-08-1923) [Dochter van 2]  2,IV
Oerlemans, Reijnerus Hendricx Cornelis (~22-08-1682, †>14-05-1735) [Zoon van 256]  256,II; 512,III
Oerlemans, Reijnerus Henrici  128,III
Oerlemans, Zegerus Cornelis Cornelis (Seger) (~29-01-1737)  64,XI
Oerlman, Anthonis Ariaen Gerit [Zoon van 8192]  8192,III
Oerlman, Ariaen (†<03-02-1543) [Nummer 8192]  8192
Oerlman, Art Ariaen Gerit [Zoon van 8192]  8192,IV
Oerlman, Belien Ariaen Gerit [Zoon van 8192]  8192,V
Oerlmans, Henrick Adriaen Gerit [Zoon van 8192]  8192,II
Oirlemans, Adriaen Cornelissen Peter (†1651) [Zoon van 1024]  1024,V
Oirlemans, Adriaen Geeridt Adriaen (De oude) (†<28-10-1547) [Zoon van 4096]  4096,I; 4096,II
Oirlemans, Adriaen Gerit Adriaen (De jonge) (†>03-02-1561) [Zoon van 4096]  4096,VIII
Oirlemans, Adrianus Cornelis Cornelis (Adriaen) (~30-10-1636) [Zoon van 512]  256,II; 512,III
Oirlemans, Anthoenis Geeridt Adriaen (†<03-02-1561) [Zoon van 4096]  4096,III
Oirlemans, Cathelijn Cornelis Peter (†>16-01-1649) [Dochter van 1024]  1024,III
Oirlemans, Claes Cornelissen Peter (~19-07-1609, †>19-02-1652) [Zoon van 1024]  1024,VIII
Oirlemans, Cornelia Cornelis Cornelis (~25-07-1632) [Dochter van 512]  512,I
Oirlemans, Cornelis Cornelissen Peter (†<29-07-1663) [Nummer 512]  512
Oirlemans, Cornelis Peter Gerit (†29-02-1632) [Nummer 1024]  1024
Oirlemans, Dierck Cornelissen Peter (†>19-02-1652) [Zoon van 1024]  1024,VII
Oirlemans, Dochter Geeridt Adriaen (†<03-02-1561) [Dochter van 4096]  4096,V
Oirlemans, Gherit Adriaen Gerit (De oude) [Nummer 4096]  4096
Oirlemans, Henrica Cornelii  512,III
Oirlemans, Henrick Geeridt Adriaen (†<03-02-1561) [Zoon van 4096]  4096,VI
Oirlemans, Ina Geridt Adriaen (†>03-02-1561) [Dochter van 4096]  4096,IX
Oirlemans, Jacoba Cornelis Cornelis (Jacomijne) (~29-07-1634) [Zoon van 512]  512,II
Oirlemans, Jacop Gherit (†>25-11-1576) [Zoon van 4096]  4096,XI
Oirlemans, Jan Cornelissen Peter (†>29-07-1663) [Zoon van 1024]  1024,IV
Oirlemans, Jan Gherit (†<03-02-1561) [Zoon van 4096]  4096,I; 4096,II
Oirlemans, Jenneken Cornelis Peter (†>07-03-1639) [Dochter van 1024]  1024,I
Oirlemans, Maria Cornelis Cornelis (~08-09-1647) [Dochter van 512]  128; 512,V
Oirlemans, Mariken Geridt Adriaen (†>03-02-1561) [Dochter van 4096]  4096,X
Oirlemans, Mayken Cornelis Peter (†<16-01-1638) [Dochter van 1024]  1024,II
Oirlemans, Peeter Gherit Adriaen (†<25-11-1576) [Nummer 2048]  2048
Oirlemans, Petrus Cornelis Cornelis (Peeter) (~01-12-1644) [Zoon van 512]  512,IV
Oirlemans, Willem Geeridt Adriaen (†<03-02-1561) [Zoon van 4096]  4096,IV
Oirlmans, Gheerit Peter Gherit [Zoon van 2048]  2048,IV
Oirlmans, Peeter Peter Gerit [Zoon van 2048]  2048,III
Oirlmans, Truyken Peter Gerits [Dochter van 2048]  2048,II
Oort, Petrus Reinders van [Getuige bij doop van 64]  64; 128,V
Pas, Catharina van de  32
Peeters, Adriaan Cornelis (*19-03-1858, †20-03-1940)  8,II
Petri, Catharina  256
Pijnenburg, Henrica (*11-04-1816) [Partner van 16]  16
Pijnenburg, Joannes Antonie [Schoonvader van 16]  16
Plagh, Elisabeth van de  64,XII
Plas, Cornelia Zegers van de  128,III
Plas, Elisabeth Zegerse van der (†09-01-1783) [Schoondochter van 128]  64; 128,III
Reckers, Cornelia Michielse  128,III
Reckers, Joanna Michiels Lambert (Jenneke) (†>14-05-1735) [Partner van 128]  64,I; 128
Robemondt, Gerardus de  512,IV
Roij, Cornelia Francis van (~08-02-1791) [Partner van 16]  16
Roij, Francis van [Schoonvader van 16]  16
Rommen, Gherit Thomas [Schoondochter van 8192]  8192,V
Roosen, Cornelius  32,V
Sande, Maria Chielle van de [Getuige bij doop van 64]  64
Schoonens, Anna [Schoonmoeder van 8]  8
Schuermans, Dominicus Zacharias Willemssen [Schoonzoon van 1024]  1024,III
Schuermans, Zacharias Willemssen (†<26-01-1649) [Schoonvader van dochter van 1024]  1024,III
Segere, Elisabeth  64,VI
Smekens, Anna Maria [Schoonmoeder van 4]  4
Spijkers, Wilhelmina [Schoondochter van 16]  16,II
Stevens, Marie Jan [Partner van 1024]  1024
Stevens, Mariken Hendrick (†>24-09-1621) [Schoonmoeder van 1024]  1024
Stockermans, Joannes  64
Swaens, Elisabeth  64,X
Symons, Adriaene Henrick [Partner van 8192]  8192
Theeuwes, Maria Catharina [Schoondochter van 4]  4,IV
Theuns, Wilhelmus (*±1885, †08-03-1965)  2
Tielemans, Anna (*15-04-1893, †11-11-1963) [Partner van 2]  2
Tielemans, Christiaan (†<09-09-1915) [Schoonvader van 2]  2
Tilburg, Pietronella van (†<09-09-1915) [Schoonmoeder van 2]  2
Timmermans, Petronella [Schoonmoeder van zoon van 8]  8,I
Velde, Joannes van de  64,VIII
Velden, Willem van der  64
Ven, Helena van der (~21-08-1754, †05-08-1816) [Partner van 32]  32
Ven, Hendrik van der [Schoonvader van 32]  32
Ven, Joanna Maria van der [Getuige bij doop van 16]  16; 32,IV
Ven, Joannes van der  32,I
Ven, Maria van der  32,V
Ven, Theodorus van der  32,III
Verbunt, Adriana (*15-06-1851, †21-07-1915) [Schoondochter van 8]  8,I
Verbunt, Theodorus [Schoonvader van zoon van 8]  8,I
Verheijden, Jan Henrick [Schoonzoon van 512]  512,II
Vrancken, Gertrudis Adriani  128,II
Weerdt, Mayken Willemssen de [Schoonmoeder van 512]  512
Weerdts, Cathelijn Jan Willem (Lijntien) [Schoondochter van 1024]  1024,V
Weerdts, Jan Willemssen [Schoonvader van zoon van 1024]  1024,V
Weerdts, Petronella Johannis Guillielmi  512,I
Weijters, Heijligerus  64,IX
Weijters, Hendrina Heijliger [Partner van 64]  64
Weijters, Maria  64,IX; 64,XI
Weijters, Wilhelma  64,VIII
Weijters, Wilhelmus [Getuige bij doop van 32]  32; 64,VII
Wilhelmus, Gertrudis  256,II
Willems, Anna Jan [Schoondochter van 4096 en van 4096]  4096,I; 4096,II
Wit, Jenneke Cornelis de [Partner van 2048]  2048
Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 18-07-2024 19:37:17 door Jac Meeren