In 1982 ben ik vanuit Vlaardingen naar Oosterhout verhuisd met mijn vrouw en onze 1e zoon, van toen een maand oud. De mappen van de stamboom verhuisden uiteraard mee.
Ik was in 1982 gaan werken bij de OnderwijsBegeleidingsDienst in Breda. Daar kwam in 1983, schat ik zo in, vanuit de gemeente een mogelijkheid om kennis te maken met de (1e) computer die ze aangeschaft hadden, een P2000, een Philips computer.
Voor de duidelijkheid: in geen enkele overheidsdienst van Breda was een computer. Bij de banken, zoals waar mijn vrouw werkte, begon de verwerking van transacties met een computer vanaf 1981, en die computer had de omvang van een flinke kamer.
Naar die kennismaking wilde ik wel, het leek me interessant. Vanuit de directeur heb ik toen moeten verantwoorden waarom een computer voor het onderwijs van belang zou kunnen zijn. Dat lukte, en dat was voor mij de kennismaking met de computer.
Binnen een paar jaar kwamen er Personal Computers (IBM) en Apple MacIntosh’s. Beide apparaten werden ook bij de Begeleidingsdienst geïntroduceerd.
Hiernaast de IBM Pc 5150, uitgebracht in 1981, nog zonder opslagschijf.
De apparaten werkten met diskettes in floppy-drives.
Met een programma, zoals WordPerfect voor tekstverwerking, kon je iets wat fout was, netjes verbeteren, of zelfs gewoon opnieuw beginnen met een tekst.
Ga daar met een typemachine met lakpotje of typex maar tegenaan werken.
Als je klaar was met het document, sloeg je het op op de floppy. Die haalde je uit de floppy-drive, en borg het goed op met een label tussen de andere stapels met floppies.
Als je kijkt naar de voorbeelden van Mijn Zoektocht, het begin, zie je ook dat er achteraf, gewoon bijgeschreven is, en niet geprobeerd om het opnieuw in de typemachine te draaien, en bij te werken.
Er kwamen printers, in het begin kettingprinters, met kettingpapier. Je had geen doordruk meer nodig, geen carbonvelletjes meer. maar draaide iets uit, zoveel keer als je wilde. Wat een weelde.
Vanuit de Begeleidingsdienst, waar ik ondanks veel ondersteuning, overspannen was geworden, heb ik me in 1987 om kunnen scholen naar een baan in de computerwereld, zou dat wat worden? Ik zag het wel zitten. Dat was het PION project: Project Informatica Omscholing Nederland.
Het was wel duidelijk dat veel nieuwe medewerkers nodig zouden worden in deze computerwereld. Ik kreeg mijn opleiding vanuit IBM. Vanaf die tijd ben ik altijd aan het werk gebleven binnen de informatica. Een goede zet dus, achteraf bezien.
Zo rond 1995 begon het internet zich voor thuisgebruik te verspreiden in Nederland, met een verbinding van 128kb per seconde, jaja. Als ie niet uitviel. Veel wachten en geduld hebben waren wel een vereiste.
Rond 1978 was ik de zoektocht gestopt. Ik kwam niet verder en dat inspireerde niet. Bovendien namen mijn werk en mijn studie en mijn gezin met nog een zoon en een dochter veel tijd in beslag.
Maar de vragen en vermoedens bleven toch ergens in mijn achterhoofd hangen.
Dat bleef zo tot 2003.
Toen werkte ik bij Record Service Benelux in Breda en het bedrijf zou gesloten worden, het moest voortaan op Europees niveau.
Het bedrijf zorgde voor de distributie van lp’s en videobanden, en toen vooral cd’s en dvd’s. Er gingen dan bij een nieuwe release van een cd tot zo rond de 100.000 fysieke cd’s in 1 keer de deur uit. Om even een tijdsbeeld te geven.
Om de zinnen te verzetten bij de aankomende sluiting, kwam de oude hobby weer naar boven.
Die werd ook aangewakkerd door mijn collega Ton van Sprundel, die in zijn familiekring met stamboomonderzoek bezig was.
Op het werk gebruikten we Office Frontpage om via een interne website de documentatie voor ieder beschikbaar te maken.
Bovendien onderhield ik al een aantal jaren de website van de voetbalvereniging waar ik speelde.
Op het werk gebruikten we Office Frontpage om via een interne website de documentatie voor ieder beschikbaar te maken.
Bovendien onderhield ik al een aantal jaren de website van de voetbalvereniging waar ik speelde.
Om de stamboomgegevens vast te leggen, kwamen stamboomprogramma’s beschikbaar. Ik koos voor Aldfaer, zag er goed uit, en was nog eens gratis ook. Vanaf het begin heb ik dit programma gebruikt, tot op de dag van vandaag.
Toen ben ik begonnen om vanuit alle mapjes de gegevens in te voeren, een monnikenwerk.
Ik heb gekeken naar de eerste afbeelding, die ik op de computer gezet heb. Die dateert van 21 maart 2003. Het is het bidprentje van mijn oma.
Met Aldfaer kon je, ik schat zo in 2004, al schema’s en parentelen als webpagina aanmaken.
Met Office Frontpage bouwde ik op mijn pc de website voor de stamboom, met een groot deel van de webpagina’s uit Aldfaer. Op mijn pc zag het er goed uit.
Maar ja, hoe zou die er op het internet uit zien?
Ik onderhield de website voor mijn voetbalvereniging, en kwam op het idee op hem op de server te zetten en eens te kijken. Dat was helemaal te gek.
Alleen vergeten er meteen weer af te halen, en dat was stom en het werd een vervelende kwestie. Toen moest namelijk voor een beetje webruimte behoorlijk betaald worden.
Beter om dit soort acties of niet te doen, of toestemming te vragen.
Toen ik de site wel netjes gehost had, konden mijn ooms en tantes kijken, en die vonden het maar wat prachtig, als ze hun kinderen en kleinkinderen er op zagen staan.
Het overzetten deed ik met het alweer gratis programma FileZilla, en dat gebruik ik nog steeds.
Het aanmaken, webpagina’s bijwerken en overzetten was een flinke klus, en deed ik niet zomaar even, stelde het meestal uit, totdat ik weer aardig wat nieuwe informatie had.
De reacties op de website waren meestal positief, maar niet altijd.
Kreeg bijvoorbeeld een boze mail van iemand, waarvan een aantal gegevens niet vermeld mochten worden vanwege de risico’s van het beroep.
Kwam niet prettig binnen. Heb de gegevens uiteraard netjes verwijderd.
Sinds de privacy-wetgeving AVG 2016 heb ik in Aldfaer de nog levende personen uitgesloten van presentatie op de website. Wat dan weer teleurstellend was voor de familie.
Een ander negatief gevoel, dat is blijven hangen: door een actie in Aldfaer was iemand als overleden aangemerkt. Weet niet meer hoe het ontstaan is.
Kreeg wel een boze dochter aan de lijn en een heel boos mailtje van de betrokkene, die nog in leven was. Schaamde me kapot natuurlijk.
Heb uiteraard mijn verontschuldigingen aangeboden en het gecorrigeerd. Zo was het niet altijd Hosanna in Websitewereld.
Weet niet wat er in deze tijd gebeurd zou zijn, met zogenaamde Social Media.
Vanuit Aldfaer kon en kun je een zogenaamd GEDCOM bestand aanmaken, een standaard voor uitwisseling van stamboomgegevens. Dat maakte ik ook aan, en zette het dan op Geneanet, een populaire site onder stamboomliefhebbers. Daar werd de info net weer wat anders getoond.
Sinds 2019 kun je ook afbeeldingen op Geneanet zetten, en dat doe ik dan ook.
In 2021 is Geneanet overgenomen door MyHeritage.