Over de Hollantsen

Als de familie Hollants of Steenbergen het heeft over de familie Hollants, dan heeft men het over de Hollantsen, vandaar de titel van deze pagina.

Wat hebben de Hollantsen met de Beerens te maken, waarom staan ze hier bij?
Mijn schoondochter heet Beerens met haar achternaam, en één van haar oma’s heet Steenbergen. Haar oma is Virs Hollants, getrouwd met Kees Steenbergen.
Bij het uitzoeken van de kwartierstaat van mijn schoondochter kwam ik zo bij de Hollantsen terecht.

Van de Hollantsen is door Eduard Steenbergen, André Ververs (zijn moeder was Anna Hollants) en Marcel Hollants veel uitgezocht.
Deboya van de Ven, partner van John Steenbergen is daar ook mee bezig.
Veel informatie heb ik van ze gekregen, met dank daarvoor.

Floris V, Alva en Willem van Oranje, en Napoleon komt U hieronder tegen. Wat hebben zij met de Hollantsen te maken?

Over de naam Hollants

De schrijfwijze varieert nogal eens: Hollands, Hollans, Hollants, Hollandts, Hollander, van Hollant. Een lange periode vanaf ongeveer 1562 werden zij afwisselend Croonenborgh, dan wel Hollants genoemd. Vooral in het begin was het Croonenborch, en vanaf ongeveer 1610 meestal Hollants. We hebben het dan in de periode 1562 tot 1800 over het gebied wat we nu het Laakdal in België noemen, met de plaatsen Vorst, Veerle, Eindhout, en Varendonk.
Als we iets ruimer kijken, dan noemen we daaromheen de plaatsen Averbode, Geel, Westerlo, en Tessenderlo.
Van Francois van Gehuchten (LWGH Laakdal): “De Hollantsen hebben ook de afstammingsbijnaam die in Veerle het verste teruggaat: Kurt van Fons van Bet van Perke van Sevus van den Hollander en dan zitten we in de tijd van Napoleon”.

Goevaert ofwel Godefridus Croenenborchs, rk gedoopt op 25 sept. 1593 in Veerle, zoon van Matheus Croenenborchs en Eisabeth Thys – Veerle rk Dopen 1590-1625 Blad 2 (beknopt overzicht) Fam. Search sc.20
Godefridus van Hollant en Maria Cornelis ondertrouwen 28 juni 1615 in Vorst, en trouwen de 9e dag in aanw. van Mathia, vader van de bruidegom en Henr. Cornelis – Vorst Huw.1598-1649 Blad 201 Scan 201

Diezelfde Godefridus Croenenborchs trouwt, 21 jaar oud in Vorst, en is dan Godefridus van Hollant genoemd.

De nakomelingen van Mathias Croonenborch alias Hollants

De bovengenoemde Mathias ligt aan de basis van heel wat Hollantsen. De reconstructie is lastig door een brand in de kerk van Veerle. Daar waren de schepenbank archieven ‘veiliggesteld’, was het idee.
Helaas brandde in de nacht van 8 op 9 maart 1910 de kerk volledig af, en ging ook het archief verloren.

Veerle kerkbrand – krantartikel Burgerwelzijn 12-03-1910
Jaarboek van Laardal deel IV 1986 met Brand in de kerk, pag. 99


Verder zijn de parochieregisters slechts in ‘beknopte samenvatting’ beschikbaar (zoals in het voorbeeld hierboven, een getypte versie, niet het origineel).
Dan ook nog de kerkbrand in Eindhout op 6 september 1719, waarbij de parochieregisters verloren gingen.
Hierdoor zijn de gegevens lastig te controleren op juistheid. Waar ik twijfels heb, heb ik dat in de tekst er bij gezet.
Eerst de weergave van de nakomelingen van Mathias in schemavorm. Deze opent in een apart tabblad.
Hier de beschrijving van Mathias, ook in een apart tabblad.

Kasteel Kronenburg

Waar komt Croenenborchs vandaan, en Hollants?

Slot Croonenborch ofwel Kronenburg- tekening van Roelant Roghman anno 1646

Bron: wikipedia
Kronenburg (ook: Cro(o)nenburg(h)) is een voormalig kasteel bij Loenen aan de Vecht in de Nederlandse provincie Utrecht.
Kronenburg was een Hollands leen als enclave binnen het Sticht Utrecht.
Na de moord op Floris V in 1296 zochten enkele moordenaars, waaronder Gerard van Velsen en Arnold van Benschop, hun toevlucht op Kronenburg. Arnold was een lid van de familie Van Amstel, de eigenaren van het kasteel.
Na de moord werd het gerecht Kronenburg door de grafelijkheid van Holland geconfisqueerd. Het kasteel werd belegerd, ingenomen en met de grond gelijk gemaakt. Gerard Van Velsen werd gefolterd en op het rad gezet, de andere edellieden onthoofd.
Midden 14e eeuw werd Kronenburg herbouwd.

Er staat: Kronenburg was een Hollands leen binnen het Sticht Utrecht.
Loenen ligt aan de Vecht. Er was een verdeling. Op de kaart hieronder van 1683 is de oostzijde van de Vecht te zien met de Stichtse Scheijkade. Daarboven was het Utrechts. Eronder staat Onder Hollant.
Kasteel Kronenburg lag aan de westkant. En waar het dan mogelijk weer Stichts wordt, is me nog niet duidelijk.

Rivier De Vecht van Muiden tot Loenen – Het Stichtse land aan de oostzijde – juli 1683 – B. de Roy – Utrechts Stadsarchief, cat. 286, fragment

Hieronder een kaart van de westzijde. Valt me op: de Hollantsche Molen en de Stichtse Molen. Daartussen lijkt een grens te lopen. Het is waarschijnlijk de Hollandse Wetering waaraan de Hollantsche Molen staat.
Valt me ook op: de flinke bewoning bij het kasteel.

Kaart van het terrein tussen Loenen, Ter Aa en Loenersloot, tussen Kromme Amstel en Vecht – op zijn vroegst 1660 – Utrechts Archief cat. 2176 deel


Kronenburg was een Hollands leen binnen de parochie Loenen, dat ook Utrechts gebied bevatte. De bewoners woonden in Loenen-Kronenburg, Loenen-Hollands of in Loenen-Stichts.
(Bron: Rijksarchief Utrechts – inv. 31 – heerlijkheid Kronenburg – E.S.C. Erkelens-Buttinger, 1981)

Dus je was als inwoner van Loenen een Hollander/een Kronenburg of een Stichtse. Het kasteel zal tot Hollant gehoord hebben, en dan moet op de kaart hierboven de grens eronderlangs gelopen hebben.
Het gebied ten noorden van de Hollandse wetering heet anno 2023 Holland, ten zuiden Sticht.
Ik begrijp nog niet hoe het dan een ingesloten gebied, een enclave moet zijn.

Hieronder recente afbeeldingen die te maken hebben met kasteel Kronenburg in Loenen aan de Vecht.

Van Loenen naar Veerle

Waarom zou je er weggaan?

De familie is er vandoor gegaan wegens de godsdienststrijd tussen katholieken en protestanten. (André in De Croonenborgh, afl 1, 1994, pag. 1).
In Veerle en omgeving zijn de Hollantsen en de Croonenborchs katholiek gedoopt. De conclusie dat zij katholiek wilden blijven, lijkt me gerechtvaardigd.
Wat vind ik nog terug:
In 1578 werd in Loenen als een van de eerste plaatsen langs de Vecht de kerk overgenomen door de protestanten. (Wikipedia-Loenen aan de Vecht)
Dit is nog voor de vermelding in Veerle van 1593, en zou daarmee kunnen passen in de tijd. Maar de vermeldingen in Den Bosch en Diest zijn van 1562 en 1569, en passen dan weer niet. Maar het kan best al eerder “aan het rommelen” geweest zijn.

Op weg

Ze vluchtten naar zuidelijke oorden. Vermoedelijk eerst naar Den Bosch, vervolgens naar Diest (bij Antwerpen), en vervolgens Vorst en Veerle. (André in De Croonenborgh, afl 1, 1994, pag. 1).
De eerste vermelding van de naam Hollants, dus niet van Croonenborgh, heeft André gevonden in Den Bosch.

Frans Wouter Jan Hollants, op 19 november 1562 poorter van Den Bosch als boekbinder, geboren van Loenen
Den Bosch Poirterboek 1470-1588 Arch. inv. 3267 bl.88 pdf pag. 195


Op 19 november 1562 schrijft men Frans Hollants uit Loenen in als poorter van de stad. Hij is dan boekbinder.
Hij heet dan officieel Frans sone Wouter sone Jans Hollants, ofwel Frans, de zoon van Wouter, en kleinzoon van Jan.
Met een inschatting zou Jan rond 1485 geboren kunnen zijn. Wegens de reformatie en branden zijn veel oude gegevens verloren gegaan.
Daarmee is het niet aan te tonen of deze Frans Hollants iets te maken heeft met degene, die voorkomen in Diest.

Vervolgens staan in het tijdschrift de Vlaamse Stam van 1967 Crooenborchs op de lijst met De Schutters en Ambachtslieden van Diest in 1569:

Het is 1568. Alva is door Filips II naar het Noorden gezonden om orde op zaken te stellen.
Het leger van prins Willem van Oranje had Tongeren en Sint-Truiden bevrijd.
De inwoners van de stad Diest waren bang dat hij met een garnizoen jun stad wilde bezetten.
De afgezant van Alva, overste Largilla, met 25 ruiters, werd op 25 oktober de stad niet ingelaten door een oproerige menigte, en mocht alleen een brief van Alva afgeven aan de magistraat.
De ambachtsgilden vergaderden op 26 oktober over het toelaten van een Spaans garnizoen, en de meesten waren tegen.

Op 28 oktober vaardigde Alva met een plakkaat uit dat de rebellen de doodstraf zouden krijgen, verbanning van de gevluchten, inneming van een bezetting, beroving van d estedelijke privileges en slopen van de stadsmuren
Het leger van prins Willem van Oranje daagde niet op bij Diest en de rebellen begrepen dat hun zaak verloren was.
Op 3 november vergaderden de ambachten opnieuw en besloten alsnog alles te doen wat de koning zou verlangen.
Vanaf 23 oktober 1568 tot 28 februari 1569 ondervroeg de drossaard inwoners. 13 opstandelingen werden opgehangen, en 130 werden verbannen.
Op 24 februari 1569 vroeg Alva aan de drossaard Jan de Greve o.a. een lijst te maken van alle schutters en ambachtslieden.
Deze wordt bewaard in het Rijksarchief te Brussel, Raad van Beroerten, nr. 38, fol. 130-258.
Hiernaast en hierboven delen van deze lijst met de 2 Croonenborchs, die dit meegemaakt hebben.
Thys is een fruitenier, en dat is iemand die het fruit bewerkt. Hij is 1 van de 164 met dit ambacht. Matthys is 1 van de 34 bakkers.

Het volledige artikel uit de Vlaamse stam is hier te lezen op een apart tabblad, met dank aan Marcel Hollants.

Mogelijk dat door de onrusten, de Croonenborchs, vertrokken zijn uit Diest en naar Vorst en Veerle gegaan zijn.
Gezien de overeenkomst in de voornamen is het aannemelijk dat er verband bestaat tussen de Croonenborchs in Diest en die in Vorst/Veerle.

In 1593 duikt in Veerle Mathias Croenenborch op. Die bezit daar nogal wat landerijen, is schepen, en Armenmeester van de Heilige Geesttafel.
Elders heet hij Matheas van Hollant en Matheas Hollants, wat van Hollant betekent.
Tot zover de beschrijving van André (in De Croonenborgh, afl 1, 1994, pag. 3-4).

Wat heb ik kunnen vinden?

In Den Bosch is Frans Hollants op 7 oktober 1575 getuige bij een katholieke doop (Stadsarchief Den Bosch). De volgende in de tijd is een Mathias Hollants. Hij is ook getuige bij een doop, maar dan is het al wel 4 april 1715. Dan op 17 nov. 1744 een Gertrudis Hollants als getuige bij een doop.
Op 4 september 1576 is Heijlwichus Cronenburch getuige bij een doop. Lisebet Croenenborch is moeder bij de Ned. Geref. doop op 11 september 1632. Idem op 19 januari 1634. Idem 7 januari 1635. Op 29 oktober 1639 ondertrouwt Coendert van Cronenburch, soldaat onder kapitein IJssinga. Op 30 december 1640 dopen zij NG hun 1e kind.
Op 8 februari 1642 ondertrouwt Jan van Cronenburch.
En zo gaat het door. Ik heb tot 1941 gekeken, en de naam Cronenburch komt vaak voor. Wel varianten in de schrijfwijze, zoals Kronenburg, Croonenberg, Croenenborgh, Croonenborg.

In het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) komt op 8 oktober 1642 in Rijsbergen een rk doop van Cornelius Hollants voor. Verder heb ik in Brabant geen vroege (=tot 1700) andere vernoemingen gevonden.
Cronenburch vind ik ook in andere plaatsen: Best, vanaf 1613 tot 1917 een 1181 vernoemingen, Oirschot vanaf 1633 een 915 vernoemingen, Den Bosch 125 vernoemingen vanaf 1689.
Van de vroege periode, en dan bedoel ik 1560-1600, heb ik maar een enkele vermelding gevonden.
De vernoeming in het poorterboek heb ik nog niet gevonden.
Vanaf 1632 komt Cronenburch vaak voor, en zij leven in de oorlog, die op zijn eind loopt. Dan lijken zij zich te vestigen in een flink aantal plaatsen in Brabant. Daarvoor is het slechts een enkele Cronenburch of Hollants. De Frans Hollants is in 1575 in Den Bosch. Waarschijnlijk is het dezelfde Frans. ik verwacht niet dat hij degene is, die naar Diest of Veerle/Vorst gegaan is.

In Diest is het in 1569 dat de Mathys en Thys Croenenborch op de lijst met Ambachtslieden staan. Ze zijn vernoemd in een artikel van 1967 in de Vlaamse Stam. Dat artikel heb ik hierboven beschreven.

In 1593 doopt een Mathias Croenenborch in Veerle zijn zoon Godefridus. Hij hertrouwt voor de 3e keer in 1606 en het laatste kind Joannes dopen zij in 1610. Mogelijk hertrouwt hij in 1632 voor de 4e keer.
Er zit wel 24 jaar tussen Diest en Veerle. Dat lijkt het me erg veel om te zeggen, dat 1 van de 2 van Diest dezelfde is als die van Veerle. Mogelijk is er wel een ander familieverband, maar daar heb ik geen enkele aanwijzing voor.

Het wapenschild Hollants

Hollants, beschrijving van het wapenschild in Rietstap – Armorial Général 2ieme Edition -p. 974

In het 1e deel van Rietstap (Armorial Générale, 1884, pag. Pl.CCXV, letter H) staat deze afbeelding. Eronder staat Bâle.
In het 2e deel (in t Frans) staat Hollants Brabant ipv Hollants Bâle. Dit betekent: in het hertogdom Brabant. Zie de afbeelding hierboven.

Vertaald door Marcel Hollants:
In keel (rood) 3 rotsen in zilver en in het azuurblauwe vrij kwartier een kruis geschaakt (geblokt) per 2 in zilver en keel.


Rietstap heeft helaas geen bronnen vermeld in zijn publicaties. We weten dus niet wie het wapenschild besteld heeft.
Hiernaast de ingekleurde versie van het wapenschild.
De wapendekking, oneerbiedig: de opmaak van het wapenschild, is ontworpen door Marcel Hollants. Een fantasierijke aanvulling, zoals hij het zelf noemt.
Ik vind het heel fraai bedacht.

Wapenschild Hollants ingekleurd - Bron Marcel Hollants


André dacht aan de gehuchten Heuvels-Baal en Baalberg ten oosten van het Laakdal.

De uitleg van Marcel:
Drie kale bergen in zilver: verwijzend naar het gehucht Steenbergen gelegen in het centrum van de toenmalige gemeente Vorst, woonplaats van de oudste gekende Hollants-en. Vorst, buurgemeente van Veerle, hier ook Vorst-Kempen genoemd (om niet verwarren met Vorst-Brussel) behoorde tot het hertogdom Brabant.
Het Sint Andrieskruis in het vrij kwartier: afgeleid van het wapenschild van de familie Van Amstel, een van de vroegere heren van Kronenburg.
Het is volgens Marcel duidelijk dat de oorspronkelijke houder van dit wapenschild kennis had van zijn afkomst.

Van Amstel – Rietstap – Armorial Général – op alfabet – 2 wapenschilden
Van Amstel – Rietstap – Armorial Général – op alfabet – 5 wapenschilden

De huidige gemeente Laakdal is ontstaan vanuit Vorst, Eindhout, Veerle en Varendonk.

Leenhof van Veerle

Wat is dit Leenhof van Veerle?

Toen rond 1400 de persoonlijke band tussen leenheer en leenman, die
verplicht was zijn heer militaire en rechtsbijstand te verlenen, in de late
middeleeuwen verviel tot een zuiver formele band werden leenhoven ingesteld om
de registratie van verhandeling van lenen te registreren en de eraan verbonden
rechten te innen.
Zo ontstond het Leenhof van Brabant als centraal hof voor het
hertogdom Brabant en als opperste beroepshof voor betwistingen over Brabantse lenen.
Daarnaast waren er ook regionale leenhoven zoals het Leenhof van het Land van
Mechelen. Daar viel ook Veerle onder. Dit leenhof heb ik nog niet kunnen bekijken op mogelijke Hollantsen.

Zo werden toen ook kleinere leenhoven ingesteld, zoals het leenhof van Veerle. Iedere
leenheer die beschikte over een aantal lenen (meestal gronden) kon zo’n hof
instellen en dat kon variëren van leenhoven waartoe belangrijke gronden/leengoederen binnen een grote heerlijkheid ressorteerden tot heel kleine, waartoe amper enkele kleine percelen grond hoorden. In dat laatste geval werd vaak geen eigenlijk leenhof ingesteld maar sprak men van een leenboek, waarin alleen de verheffingen en bijhorende betalingen werden geregistreerd.

De eigenlijke leenhoven werden voorgezeten door een stadhouder (de plaatsvervanger van de heer)
en een onbeperkt aantal leenmannen. Voor transacties van lenen was de aanwezigheid van vier leenmannen vereist, voor andere handelingen slechts twee.

De leenheren van dit leenhof onder Veerle waren: Merck Scricx [1602: Niclaes Vermoelen; 1620: Cornelis Hoefs, 1614: Augustijn Hoefs, man van Mariken Scrycx, dochter van Merck.
Het register loopt van 1580 tot 1652 (zo genoemd in de inventaris van Oud Archief Veerle van het Rijksarchief Antwerpen, inv. nr 1).
Scricx woont in Herk-de-Stad en stelt mr. Peter Laenen aan als stadhouder op 25 mei 1593.
Gezien de aanwezigheid van de familie Scricx wordt dit ook wel het Leenhof van Scricx genoemd. Van Frans van Gehuchten van de Werkgroep Laakdal begrijp ik dat het om het huidige gebied de Schrikhoek. Dat ligt deels onder Makel maar meer nog onder Tessenderlo waar het een straatnaam is. De naam is afkomstig van Scricx.

Hoek heeft meestal te maken met een leenhof. Zo is er in de buurt ook het Rendershoek, en dat is afkomstig van het Hof van Renders in Eindhout, ook wel genoemd Hof van der Gaelen te Vorst. Eerst was het Hof in handen van de familie Van der Gaelen, vanaf de 17e eeuw van de familie Renders. De naam is geworden tot Runderhoek.

In de buurt was ook het Hof van Trichel, tegenwoordig de Trichelhoek geheten. Dat ligt tussen Eindhout, Varendonk en Laakdal.

Zelf vond ik als leenheer van het Leenhof van Veerle: Merck Scricx (12 juli 1580, bl. 1, 2, 3 – 25 mei 1593, bl.18), Laureijs Scricx zone Mercx Scricx (14 januari 1587, bl. 11), Niclaes Vermolen (6 oktober 1603, bl. 60), Augustijn Hoefs (24 juni 1614, bl. 12)

Waarom is dit Hof van belang voor de Hollantsen?

De Hollantsen en familie van ze woonden in dit gebied, en er is een aantal schepenregisters bewaard gebleven. Zoals die van 1580-1652. Dit register is in 1993 door André Ververs en Marcel Hollants in het archief in Antwerpen bekeken, en ze hebben er kopieën van gemaakt. Die heb ik van Marcel gekregen, en heb ze doorgespit. Verder staan ze tot nu toe nergens online (anno 28 maart 2023).
Aangezien bijvoorbeeld de schepenbank van Veerle verloren is gegaan bij de brand van 1910 en de doop-trouw en begraafboeken van Eindhout door de kerkbrand van 1719 verloren gingen, is de informatie van dit Leenhof zeer welkom.
De pagina’s zijn wel genummerd, maar helaas niet altijd opvolgend in de tijd. Aangezien nogal eens gebruik gemaakt is van “de datum voorschreven”, is meestal door de inhoud wel te bepalen over welke datum gemaakt, maar is het toch een risico of het wel klopt.

Leenman, leenheer, stadhouder, meier

Een leenman zou nu een huurder zijn. Die huurde het stuk grond of gebouw van de leenheer (eigenaar).

Als de leenman van een weide of stuk land of een hoeve overleed, werd dit overgedragen aan 1 van zijn kinderen. Dan werd het verheven, zoals het genoemd wordt. Die zwoer de eed van trouwe en deed hulde aan het Hof.
De goederen van een ouder werden dan verdeeld onder de kinderen.
Ook verkopen van een een goed komen voor.

Hieronder de koop van een eusel, een slecht stuk weiland door Mathijs Croonenborchs en zijn vrouw Lucia Jennen op 27 februari 1607. Het weiland, de Putten geheten, nemen zij over van Jan Dens en zijn vrouw Lijncken Jennen. Zeer waarschijnlijk is Lijncken een zus van Lucia.
In de akte ervoor staat de machtiging van Lenaert Scricx voor het eusel de Putten, namens Jan van Dijcken en Cattelijn Jennen. Bijzonder is het verschil in benaming. Lijncken en Cattelijn is nog goed te begrijpen. Die van Jan begrijp ik niet.

Mathijs Croeneborchs en zijn vrouw Lucia Jennen verkrijgen een slecht stuk weiland in de Maekel bij Veerle, van Jan Dens en Lijncken Jennen op 27 febr. 1607
Leenhof van Veerle 1580-1652 bl. 65

Mathijs en Lucia verkrijgen een eusel, een slecht stuk weiland, de Putten. Het ligt in de Maekel.
De vertaalde tekst is hier te lezen.
Anno 2023 bestaat nog de Maekelhoeve in Veerle: www.maekelhoeve.be, gelegen aan de Makelhoeve 3 in het Laakdal.
De Makelstraat bestaat ook, en loopt van dichtbij de Maekelhoeve tot in het centrum van Veerle, Laakdal.

Op bestuurlijk gebied was Veerle onderverdeeld in vier wijken: Plaats, Makel,
Haanven en Heide die elk een afzonderlijke burgemeester hadden.
Veerle ressorteerde onder het kwartier van Geel. Makel was dus 1 van de 4 wijken van Veerle.


Op 27 februari 1640, na de dood van Mathias Hollants, wordt zijn zoon Jan leenman van de Putten (bl. 159).

De leenman treedt bij het Hof ook op als een soort getuige. Hieronder een lijst van de keren dat Mathias hiertoe aanwezig is:
Matijs Hollanders op 18 mei 1602 bl. 80-81
Matijs Croeneboerchs op 27 april 1621 op blz. 116 en 118
Matijs Hollans op 27 aug. 1621 bl. 114 en 115
Matijs Hollans op 14 juli 1622 bl. 90
Matijs Hollaens op 14 september 1623 bl. 122
Matijs Hollants op 7 mei 1624 bl. 124
Matijs Hollanders op 3 oktober 1624 bl 127
Mathijs Hollans op 22 december 1626 bl. 140 en 141
Matthijs Croonenborchs op 22 december 1626 bl. 142
Mattijs Hollants op 10 aug. 1635 bl. 152
Mattijs Hollants en Govaert Hollans op 28 febr. 1636 bl. 154
Mathijs Hollants op 7 mei 1637 op bijschrift bl. 151

Hieronder de aanwezigheid van Jan Hollants als getuige bij de eedaflegging van leenheer en stadhouder op 1 januari 1652.

Jan Hollants, als leenman aanwezig op 1 jan. 1652 bij de eedaflegging van stadhouders en leenheren Jan Vanden Poel en Jan Vernijlen
Leenhof van Veerle 1580-1652 bl. 180

Ofwel: Op ten 1e dach in Januari 1652 sijn gecompareert Jan Vanden Poel ende Mattijs Nijs, ende hier beijde den eet gedaen als stathouders ende leenheren van desen Boeck, ter presentie van meijer Jan Vernijlen van gehuchten, Jan Hollants, Wouter Sels als leenmannen, ressorterende onder die Heere van Gheel.

Veerle behoorde tot het Land van Geel maar had zeker sedert de 14de eeuw een
afzonderlijke laat-/schepenbank. De drossaard van Geel liet zich in Veerle vervan-
gen en bijstaan door een meier, die de plaatselijke schepenbank voorzat, die te
hoofde ging bij de Geelse schepenen. In deze akte is Jan Vernijlen de meier.

Zo kom ik tegen als stadhouder, in de rol van voorzitter van het leenhof:

  • Laureijs Scricx zone Mercx Scricx : 14 januari 1587, bl. 11 – zowel leenheer als stadhouder
  • Peeter Lanen: 9 sept. 1593, bl. 33 – verschenen voor Peeter Lanen als stathouder, voor Merck Scricx leenheer van deser Machiel Thijs Machielssenzoon (=de leenman)
  • Dyonys Maes: 1 maart 1618, bl. 107
  • Jan Vernijlen
  • Niclaes Vermeulen

Matijs, Goeyvaer Hollanders en Berbel Thijs

Op 10 mei 1621 treden Matijs Hollander (doorgestreept Croeneboerchs) en zijn zoon Goeyvaer (doopnaam Godefridus) op als momboir ofwel voogd van Barbara Thijs. Bovenaan is zij Berbel Thijs genoemd.
Haar man Engel van Lichtenborch is overleden, en het stuk land, geheten het Schuerblock, zetten zij voor dit Hof op haar naam. Ook dit Schuerblock ligt te Maekel.
Deze akte is te zien op de afbeelding hieronder. De vertaling is hier te vinden.
Haar man heeft dit stuk land gekocht van haar broer Peeter Thijs op 19 december 1597 (Bl. 47).
Die heeft het overgenomen na de dood van zijn zus Anna (Op 7 juni 1597 – Bl. 42).
Anna heeft het verkregen na de dood van haar ouders Machiel Thijs en Dimna Eshasen (Op 20 mei 1593 – Bl. 31).

Matijs Hollander, samen met Goeyvaer Hollants, als voogd van Barbara Thijs verkrijgen voor haar een stuk land in de Maeckel, het Schuer Bloeck op 10 mei 1621
Leenhof van Veerle 1580-1652 bl. 120

Zo is een perceel te volgen in de tijd, en is de familie te reconstrueren. En de omgeving waar zij woonden. Peeter Thijs verkrijgt na de dood van zijn vader en moeder huis en hof te Maekel (Op 20 mei 1593 – Bl. 32).

Elisabeth Thijs, vrouw van Matias Hollants en haar familie

De eerste vrouw van Matias Hollants is Elisabeth Thijs. Aangezien in die tijd alleen de y gebruikt werd, is het niet duidelijk of we het uit moeten spreken als Tijs of Tys.
Elisabeth Matys is haar naam geschreven bij de doop van zoon Goevaert in 1693.

Waarom heb ik haar geplaatst in het gezin met Barbara Tijs?
Haar man Mathias Hollants is voogd over Barbara Tijs op 10 mei 1621, na het overlijden van haar man Engelbertus van Lichtenborch. Mathias zal als momboir via Elisabeth een bloedverwantschap hebben. Dan zal Elisabeth zus of tante zijn.
Barbara heeft met haar man 8 of 9 kinderen gehad, beginnend met de doop van Martina op 25 september 1598.
Elisabeth heeft met Mathias op 25 september 1593 zoon Godefridus gedoopt.
Dit wijst op eenzelfde tijdspanne, en betekent dat zij zussen zullen zijn, en geen nicht-tante.

Helaas is het trouwboek van Veerle van 1580-1624 niet online raadpleegbaar (14 maart 2023).
Kijk ik naar de doopboeken; Barbara en Elisabeth zullen rond 1570 gedoopt zijn. Het oudst beschikbare doopboek is van 1580-1625. Daar is helaas niet verder mee te komen.

In het register van het Leenhof komt de familie Thijs vaak voor, waaronder Elisabeth en Barbara. Ik heb de familie zo goed mogelijk op de kaart proberen te zetten: in schemavorm (opent op een apart tabblad) en als beschrijving (ook op een apart tabblad).
In Vorst komen in de periode vanaf 1637 t/m 1656 behoorlijk veel dopen met Theijs, Thijs en Tijs voor. Die zijn uit huwelijken van Laurentius Thijs en Emerentiana Vervortackers, en Wilhelmus Thijs met Anna Appelborch. Ik heb geen verband met de eerdere familie kunnen vinden.
Ook in Tessenderlo komen ze vaak voor, zowel dopen als huwelijken als overlijdens voor vanaf 1663.

Het register van het Hof van Veerle ofwel van Scricx heeft, zoals boven te lezen, best veel te bieden.
Ik heb ook gezocht in de registers van het Hof van der Gaelen ofwel van Renders. De vertalingen staan op de site van de Werkgroep Laakdal: 1650-1675 en 1703-1748. Dat leverde niet veel op.
De registers van het Hof van Trichel (1677-1796) moeten te vinden zijn in het archief van Meerhout.

Wie zijn de vader en moeder van Jan Hollants?

Hierboven zijn genoemd André Ververs, Deboya van de Ven, Marcel Hollants, en ikzelf. Die zijn allemaal bezig of bezig geweest met de Hollantsen. Alle 4 zijn we gerelateerd aan Jan Hollants, getrouwd met Anna Dens. Marcel Hollants als naamdrager en direct nakomeling, en de andere 3 van de “kouwe” kant.

Nu is de vraag: deze Jan Hollants is vrijwel zeker verbonden met Mathias Hollants alias Croonenborch, maar hoe?
Daar ben ik nog niet aan uit. Er zijn in die periode minstens 8 Jan of Jan Baptist Hollants. Het uitzoeken is lastig door het ontbreken van de schepenbank door de brand, en doordat in de parochieboeken vrijwel geen patroniemen voorkomen. De getuigen bij het trouwen of bij de dopen van hun kinderen bieden niet meteen uitsluitsel.

Volgens Marcel is het zeker een zoon van Henricus Matheus Hollants. Dan zijn er 2 mogelijk: Joannes Baptista, gedoopt op 11 januari 1697 in Veerle, met moeder Catharina Wuyts, of Joannes, gedoopt op 29 juli 1710 in Veerle met moeder Helena van Genechten.
Bij de 1e zou hij bij trouwen 35 jaar zijn geweest, bij de 2e zou dat 21 jaar zijn geweest. Bij de doop van de kinderen van Jan Hollants en Anna Dens komt Helena niet als meter van enig kleinkind voor. Marcel vindt de 2e optie daarom onwaarschijnlijk.

De 8 Jan of Jan Baptist Hollants heb ik nagelopen, en voor mij blijven er 3 kanshebbers over, met een kleine 4e.
2 kanshebbers zijn dezelfde, die Marcel heeft.
De 3e is Jan Hollants, gedoopt op 22 november 1694, als zoon van Henricus Jan Hollants, getrouwd met Maria van Sweevelt. Die zou bij trouwen 37 jaar geweest zijn.
De 4e, kleine kanshebber, is Jan Hollants, zoon van Cornelius Hollants en Anna Sterx, gedoopt op 7 mei 1714, bij trouwen 18 jaar.
Ik ben er nog niet aan uit.
De nakomelingen van Jan Hollants en Anna Dens zijn hier in schemavorm te bekijken, en hier is die als beschrijving.

Wie zijn de vader en moeder van Anna Dens?

Anna Dens is de vrouw van Jan Hollants, hierboven genoemd. Ik ga op zoek naar wie haar vader en moeder zijn.
Waar te beginnen?

Dympna Hollants, rk gedoopt in Tessenderlo op 22 nov. 17 33, dochter van Joannis Hollants en Anna Dens, getuigen Joannis Bapt. Ven en Dympna Dens – Tessenderlo rk Dopen 1726-1740 Bl. 110 Scan 57

Bij de doop van Dympna staat dat ze uit Sammele komt, ofwel Zammel (Zammel is een dorp in de Belgische provincie Antwerpen. Het dorp ligt in het uiterste zuiden van de stad Geel, bij de Grote Nete – Wikipedia).
Ik zoek bij de dopen in Zammel, en vind haar niet. Dan kijk in de doopboeken van de grootste parochie van Geel, de Sint-Amands, en ik vind Anna Elisabeth Dens. Ze is gedoopt op 12 januari 1706.

Anna Elisabeth Dens, gedoopt op 12 januari 1706 in Geel, geb. in Hadtschodt, dochter van Hermanus Dens en Margraete Lanen
Geel rk Dopen St-Amands 1685-1708 Blad 116v Sc 706 FamSearch

Hadschodt is een dorp, gehucht aan de noordoost-kant van Geel. Dat is geen Zammel, maar wel Geel. Het is een Anna Elisabeth en niet alleen Anna.
Als zij de juiste is, dan trouwt ze met haar 26 jaar. Dan kan best.

Anna Dens krijgt nog een broertje Amandus, en die wordt gedoopt op 30 mei 1707, ook in Sint-Amands in Geel.
Kat in t bakkie, geen vuiltje aan de lucht.

Ik zie op een fiche, een overzichtsblad van Marcel Hollants een akte over een verkoop staan met daarin Jan Hollants en Anna Dens, en een Herman Dens. Mooi, dat lijkt ook te kloppen.
Ik zoek het origineel op Family Search.

Hermanus Dens, voor de helft, en Gorris, Adriaen, Joannes, Anna, en wijlen Marinus zijn kinderen Dimpna en Martinus voor de andere helft verkopen land op 17 febr. 1733
Geel Not. Van Gestel 1730-1788 Jaar 1733 Akte 6 sc 219

In de akte zie ik ook staan: de broers Gorris Dens, Joannes, Adriaen, Anna, en de weeskinderen Dimpna en Martinus van overleden Marinus Dens. Alleen geen Amandus.

Als die kinderen ook nog geboren moeten zijn na Amandus in 1707, dan gaat dat als moeder niet meer lukken.
Die trouwde voor de 1e keer in 1686 en hertrouwde in 1704. Als ze bij haar trouwen 20 jaar geweest is, hertrouwde ze met 38 jaar, en zou na Amandus nog 3 kinderen gehad hebben. Dan zou de laatste rond haar 50e geboren zijn. Ik krijg het gevoel: dit kan niet kloppen.

Bij de dopen van de kinderen van Jan Hollants en Anna Dens ben ik wel Adriaen, Joannes, en Dympna Dens als getuige tegengekomen. Daarmee zullen die wel familie van haar zijn.

Na een nacht met gepuzzel hierover in mijn hoofd, kom ik tot de conclusie: het klopt niet: Anna Elisabeth Dens en Anna Dens zijn 2 verschillende.

Ik ga op zoek naar de personen uit de akte. Gorris (doopnaam Gregorius), Joannes en Adriaen blijken kinderen te zijn van Marinus Dens, net zoals de weeskinderen Dimpna en Martinus. Dan zal Marinus Dens ook wel de vader van Anna Dens zijn.

Gregorius Dens, rk gedoopt op 24 okt. 1695 in Sammele-Oosterlo, zoon van Marinus Dens en Dimpna Gebruers
Zammel-Oosterlo rk Dopen 1601-1699 bl 114 sc. 115 Rijksarch.

Mijn idee over de akte moet ik herzien: het is geen verkoop van voor de helft de kinderen en voor de andere helft hun vader, maar een verkoop door 2 broers. Broer Marinus is overleden, en daarvoor in de plaats komen zijn kinderen.
Daarmee krijg ik het gezin aardig in beeld: Vader is Marinus Dens, getrouwd met Dimpna Gebruers in 1692. Ze krijgen 6 kinderen: Gorris (1695), Joannes (1699), Adriaen (1701), Anna (?), Dimpna (1706) en Martinus (?).
Hermanus Dens is getuige bij de doop van Gregorius ofwel Gorris. Hij zal dan ook wel familie zijn!

Anna zou ergens tussen 1702 en 1705 gedoopt kunnen zijn. In de alfabetische index van Sammele-Oosterlo kwam zij niet voor. Ik besluit het doopboek zelf door te lopen vanaf 1702.

Anna Dens, rk gedoopt op 15 juni 1704 in Sammele-Oosterlo, dochter van Marinus Dens en Dimpna Gebruers
Zammel-Oosterlo rk Dopen 1700-1729 bl 9v sc. 11 Rijksarch.

Ze staat wel in het doopboek, niet in de klapper! Enthousiast geworden, ga ik op zoek naar haar broer Martinus.

Martinus Dens, rk gedoopt op 5 juni 1709 in Sammele-Oosterlo, zoon van Marinus Dens en Dimpna Gebruers
Zammel-Oosterlo rk dopen 1700-1729 Bl. 22v Scan 25 RijksArch.

Ook Martinus staat niet in de klapper, en wel in het doopboek. En daarmee heb ik het gezin compleet.
Anna Dens is dus een andere dan Anna Elisabeth Dens. Ze zijn wel 2 nichtjes van elkaar, en beide vernoemd naar hun oma Anna Cools.
Ze wonen 15 kilometer van elkaar, al gauw een 3 uur lopen.

Hieronder staat de stamreeks van Anna:

Hoe Anna en Anna Elisabeth Dens familie van elkaar zijn, kunt u zien in een apart tabblad, en daarmee ook hun vaders Herman en Marinus Dens. Ook kunt u zien naar wie de beide meisjes genoemd zijn.
Als ik verder terug ga in de tijd, kom ik tegen Dens, Deins, Deijns, Deens en Denen. Er zijn er veel die de naam Franciscus of Henricus krijgen. Dan is het heel erg uitkijken, wie er bij wie hoort. Hier een overzicht daarvan.

Frans Hollants, soldaat onder Napoleon

Er zijn 2 verhalen: die van Eduard zijn achterkleinzoon, en spreekt over Rusland en Oost-Europa. De bron is: Eduard Steenbergen, Document over het verhaal van zijn familie, ongedateerd. Bewijs voor zijn verhaal hebben we nog niet kunnen vinden.

En die van André Ververs en Marcel Hollants, die spreken over Spanje en Engeland. De bron is: De Croonenborgh, contactblad voor de familie Hollants in Nederland en Mol, uitgave en redactie van André L. Ververs in aflevering 2 (februari 1994) pag. 35-47. Bewijs voor Spanje heeft Deboya wel gevonden, zie hieronder, maar voor Engeland hebben we dat nog niet kunnen vinden.


Eduard, zijn achterkleinzoon, schrijft:
In 1817, Frans Hollants, komt na vele jaren zwerven door Rusland en Oost-Europa het café binnen in Mol in België, toen nog Nederland.
Het lokaal waar hij ja-a-aren eerder tekent om met het leger van Napoleon naar Rusland ten oorlog te trekken.
De cafébaas is verbouwereerd als Hollants zich bekent maakt.
‘Dat kan niet”en staaft dat met het “bedeke”, bidprentje, te tonen van die Frans. Deze was toch al zovele jaren vermist en teneinde raad dood verklaard.

“Geen woord. Hij heeft er nooit meer over gesproken. Daar in de kast staat het boek van een Belgische sergeant over zijn Rusland toch en oorlog.
Een gruwel, daarin is zelfs sprake van kannibalisme”.
“Zwijg stil, praot er nie van”.

Over het kannibalisme schrijft Deboya:
“Eduard was zeer zeker van het Rusland verhaal.
Typisch, toen ik erachter kwam dat Frans krijgsgevangen is geweest in Spanje, ben ik gaan googlen. Ik stuitte ook op dat kannibalisme. Er werden soldaten door de Spanjaarden naar een eiland gebracht waar ze zonder voorzieningen moesten zien te overleven. En inderdaad spreekt men daar ook van kannibalisme.
Echter, een kenner van de Napoleon tijd, vertelde me dat de Engelsen (die ook in Spanje vochten tegen Napoleon) hun gevangenen op boten vasthielden en ook dat er naar Engeland werden getransporteerd. Dit lijkt te stroken met het verhaal van André. In de Engelse bronnen heb ik echter (nog)niets terug kunnen vinden. Toen ik dat kannibalisme verhaal las, bedacht ik me dat als je dat meemaakt, je dat niet aan de grote klok hangt.”

Om een idee te krijgen: verslag van Cabrera

In De Croonenborgh, contactblad voor de familie Hollants in Nederland en Mol, uitgave en redactie van André L. Ververs in aflevering 2 (februari 1994), samengevat:

Op 5 september 1798, Nederland was Frans grondgebied, wordt de conscriptie ingevoerd: alle mannen tussen de 20 en 25 jaar konden ingelijfd worden bij het Franse leger.
Dat wordt door loting bepaald.
Op 7 oktober 1805 wordt Francois, zoals hij genoemd wordt, ingelijfd bij de Reservecompagnie van het Departement van de 2 Nethen, waar Veerle ondervalt. Hij is ingedeeld bij de 10e Klasse, ik vermoed genoemd naar het 10e jaar van de Republiek.
Als reservist kan Francois in zijn geboortestreek blijven wonen, ver weg van de slagvelden.

Maar in 1808 wordt hij opgeroepen voor actieve dienst.
Op 31 januari vertrekt Francois vanuit het stadhuis van Antwerpen naar Neuf-Brissac, waar het 11e Regiment Jagers te Paard gelegerd is. (Neuf-Brissac ookwel Neuf-Brisach ligt bij Colmar, Oost-Frankrijk, dicht bij de Duitse grens en Zwitserland).
Ze worden streng bewaakt, en mogen er niet vandoor gaan (In 1802 bijvoorbeeld kwamen van de 2092 dienstplichtigen er 1680 niet opdagen, en Napoleon had ze hard nodig)
Op 1 maart 1808 komt hij er aan.

Hij moet echter met 1 eskadron van het 11e Regiment naar Spanje. Napoleon heeft tot 1807 overal gewonnen, maar wilde in mei 1808 Spanje als bondgenoot tegen Portugal en daarmee Engeland, direct onder zijn gezag hebben, en dat pikken de Spanjaarden niet. Het Franse leger lijdt er in juli 1808 zijn eerste nederlaag.
Napoleon heeft zich enorm vergist in de tegenstand, en is enorm kwaad. Francois moet mee gaan helpen.

In januari 1810 deelt men Francois in bij het 15e Regiment. Hij is 1 van de 370000 Franse soldaten.
De soldaten hebben het zwaar te verduren. Er zijn niet veel veldslagen: de guerilla maakt het zwaar: steeds oppassen voor hinderlagen, voor sluipmoordenaars, en zorgen dat je niet gepakt wordt, want dan word je meteen vermoord.
Daarnaast moet Francois oppassen voor honger, kou, dorst, hitte, ongedierte, ziekte, geen onderdak.

Francois Hollands, Feuille individuelle van het 15e Regiment Jagers te Paard, getekend 19 april 1813 met vermeld op 1 januari 1810 in regiment en krijgsgevangene in Spanje op 26 september 1810
Francois Hollands, Feuille individuelle van het 15e Regiment Jagers te Paard, getekend 19 april 1813 met vermeld op 1 januari 1810 in regiment en krijgsgevangene in Spanje op 26 september 1810

Francois heeft “geluk”: hij wordt op 14 september 1810 gevangen genomen door de Engelsen. Hij kan kiezen: in het Engelse leger dienstnemen of krijgsgevangene worden. De verhalen over dat laatste zal Francois wel gekend hebben: slecht behandeld worden, vaak tot de dood erop volgde.
Hij kiest voor het Engelse leger en blijft er in dienst tot 23 mei 1814.

Hollands Francois, Feuille individuelle van het 15e Regiment Jagers te Paard, getekend 19 april 1813 met vermeld op 1 januari 1810 in regiment en krijgsgevangene in Spanje op 26 september 1810 fragment
Francois Hollands,
a été fait prisonnier de guerre en Espagne le 26 septembre 1810 et se trouwe encore en prisoin de l’ennemie –
is krijgsgevangen gemaakt in Spanje op 26 september 1810 en bevindt zich nog steeds in gevangenschap

Thuis is hij al dood gewaand. Groot is de consternatie als hij in Veerle bij hun aankomt.

Burgemeester Jan Baptist Hollans

Wat opvalt is de schrijfwijze, geen Hollants, maar Hollans. Hij noteert op 9 oktober 1837 als borgemeester van Eindhout het overlijden van zijn tante, en ondertekent met JBHollans.

Anna Elisabeth Hollans, 69 jr, overleden op 8 oktober 1837 in Eindhout in de 3e wijk – Eindhout BS Akten 1833-1844 akte 40 p. 12v sc. 782 Fam.Search
Anna Elisabeth Hollans, 69 jr, overleden op 8 oktober 1837 in Eindhout in de 3e wijk – Eindhout BS Akten 1833-1844 akte 40 p. 13r sc. 782 Fam.Search

Jan Baptiste Hollans is een rechtstreekse nakomeling van Mathias Hollants alias Croonenborch. De afstammingsreeks is hier grafisch te zien. Hij komt uiteraard ook voor in de uitgebreide beschrijving van Mathias.

In het jaarboek van het Laakdal, deel 2, van 1983, staat een artikel met de bestuurlijke geschiedenis van Eindhout. Een deel daarvan gaat over hem als burgemeester van Eindhout (pag. 98-101). Hier een verkorte versie.

Hij is landbouwer en steenbakker en woont in Poeleinde. In 1827 wordt hij lid van de kerkfabriek. Op 25 augustus 1828 wordt hij gemeenteraadslid, en op 18 oktober 1831 tresorier, penningmeester van het liefdadigheidsbureel.
Jan Baptiste is een bedrijvig administrator. Later schrijft men over hem dat hij al het werk van de kerkfabriek, de armentafel en de gemeente alleen deed, hoewel een deel het werk van de secretaris was.

Het is 14 januari 1833. Een nieuwe burgemeester zal gekozen worden. Iedere inwoner van Eindhout, die minstens 10 gulden directe belasting betaalt, mag stemmen.
Jan Baptiste Hollans krijgt alle stemmen.
Op 11 februari 1833 legt Jan Baptiste de eed af. Hij is dan 35 jaar.
Hij zal 27 jaar burgemeester zijn.

Enkele markante punten uit zijn burgemeesterstijd:

  • Van 1837 laat hij de school en de onderwijzerswoning bouwen. Hierdoor was er weinig geld in de kas van de gemeente.
  • In 1841 krijgt Jan Baptiste ruzie met zijn voorganger Corneel Dassen over de waterafvoer van een aantal percelen van Dassen. Die schakelt zonder zijn weten de arrondissementscommissie in, en haalt zijn gelijk. Jan Baptiste is niet blij.
  • Op 22 mei 1842 is er een fikse hagelbui, die veldgewassen vernielt. De schade wordt geraamd, maar Jan Baptiste maakt procedurefouten, waardoor er geen vergoeding komt voor de getroffenen. Die zijn niet blij.
  • Op 7 oktober 1841 verhoogt de gemeente de belasting op drank, vlees, hout en voedergewassen om geld binnen te krijgen voor de krappe kas.
  • Veel aandacht krijgen de waterlopen. Die moeten open blijven, anders zal het land overstromen.
  • Ook veel aandacht krijgen de niet-verharde wegen
  • In 1845 is in West-Europa de oogst van de aardappelen mislukt, en er is hongersnood. Jan Baptiste laat door de meest getroffenen veel wegwerkzaamheden uitvoeren.
  • In 1850 stemt de gemeenteraad voor het gebruik van het Nederlands. Dan blijkt dat de burgemeester de enige te zijn, die Frans kan.
  • In 1852 besluit de raad om de kerk te gaan vergroten. Er zijn zoveel bewoners bijgekomen, dat de kerk te klein is. In 1855 is het werk aan de kerk klaar. Er ontstaat ruzie over de afbetaling tussen de gemeenteraad en de kerkfabriek.
  • In 1854 vraagt Jan Baptiste, die ook steenbakker is, om de weg tussen Eindhout en Vorst te verharden. Februari 1856 krijgt hij subsidie hiervoor. Het komt er maar niet van: “De gemeenteraad van Vorst verstaat zich onder elkander niet goed daaromtrent”.
    De burgemeester heeft al een stapel stenen laten opstapelen. Als in 1860 zijn opvolger Frans van Dingenen aantreedt, ligt de stapel stenen er nog steeds.
  • In 1856 is België 25 jaar onafhankelijk. Bij het feest in Brussel is niemand uit Eindhout. Als Leopold I Antwerpen bezoekt, zijn burgemeester Jan Baptiste Hollans, en de schepenen Marten Dassen en Frans van Dingenen er bij.
    Bij het bezoek van de koning bij legeroefeningen in Beverlo is hij er bij, samen met andere burgemeesters uit de buurt.
  • Op 8 januari 1861 tekent Jan Baptist voor de laatste keer als burgemeester.

Uit de verkiezingscijfers blijkt dat zijn populariteit fel is gedaald. op 5 januari 1861 legt Frans van Dingenen de eed af.
Jan Baptiste wordt raadslid. Hij blijft de gemeentelijke administratie bijhouden.
Voortaan zullen de raad en de schepenen bijeenkomen bij Frans van Dingenen, en daar zal het archief naar toe moeten. Dus niet meer in de huiskamer van Jan Baptiste. Frans van Dingenen beschuldigt hem van fraude en het achterhouden van archieven. Jan Baptiste beweert geen boekhouding meer in huis te hebben.
In november 1861 staat hij toch nog 2 registers af. Frans van Dingenen hierover: “Om fraude te verhullen heeft hij uitkrabbingen gedaan en bladen verscheurd”.
De jaren erna zal hij zwaar aan de drank komen. In 1863 in een proces-verbaal: “zijn handelwijs is zeer schandalig en onbetamelijk geweest, maar dat er bijna nooit een zon- of heilig dag voorbijgaat, dat hij zich niet aan dronkenschap overgeeft en wel zodanig dat alle vreedzame burgers door hem worden uitgescheld en alle verwijtingen toegebracht“.
De dag ervoor vecht hij in de herberg van schepen Boeykens met veldwachter Gruloos. In het proces hierover veroordeelt de rechter hem tot 25 frank boete en betalen van de gerechtskosten.

Jan Baptiste en zijn vrouw Joanna Hanegreefs verliezen in 1855 hun dochter Theresia Francisca, net 8 maanden getrouwd, 28 jaar oud.
Hun 2e dochter Anna Theresia is na 1 dag in 1831 overleden. Zoon Vincentius Ludovicus blijft wel in leven, en blijft ongehuwd.
In 1869 overlijdt zijn vrouw Joanna. Jan Baptiste overlijdt in Eindhout op 17 maart 1874. Hij is 76 jaar geworden.

Van Veerle naar Kaatsheuvel

Hier volgt de beschrijving van hoe het gezin van Charles Hollants en Anna Vloemans verhuist van Mol naar Kaatsheuvel. Charles Hollants is de oudste zoon van Frans Hollants, de soldaat onder Napoleon.
Wilt u de draad van de stamboom, of beter gezegd de tak van de stamboom oppakken, dan kunt u hier de stamreeks bekijken.

Waarom zou je er weg gaan?

Francis trouwt met Anna Elisabeth Bogaerts in Veerle op zaterdag 11 oktober 1817. De volgende woensdag, 15 oktober, brengt Anna hun eerste kind, Charles, ter wereld.

Francis is, net als zijn vader, strodekker. De boerderijen hadden meestal daken van stro. Dat was veel goedkoper dan riet. In de wintermaanden moesten de slechte plekken vaak hersteld worden. Met slecht weer, en met sneeuw en ijs, zal dat een flinke klus geweest zijn.
Francis en Anna krijgen daarna nog 10 kinderen. Ze wonen in Postel (BR Mol 1856-1866, A36).

Hiernaast Anna. Het jaar van de foto is onbekend. Anna is gedoopt op 1 maart 1797 in Westerlo, trouwt met Francis, en overlijdt in Turnhout 86 jaar oud, op 13 januari 1882.

Charles blijk tekentalent te hebben en gaat naar de kunstacademie in Antwerpen. een behoorlijk ongebruikelijke stap, lijkt me.
Charles rondt de opleiding af en wordt kunstschilder. Zo maakt hij in Postel een schilderij voor Baron Van der Gragt. In de abdij van Postel vindt hij onderdak, en daar werkt Anna Vloemans als pastoorsmeid. Ze komt uit Kaatsheuvel.

Blijkbaar kunnen ze het goed vinden, want op vrijdag 16 augustus 1844 trouwen zij in Mol. Charles is 26 en Anna 21. Volgens de beschrijving van André gaan ze wonen in een klein huisje bij de abdij (Postel hoort bij de gemeente Mol).
Hun 1e kind wordt 10 januari 1846 levenloos geboren. Op 15 oktober 1847 komt Frans ter wereld, op 10 maart 1850 Guustaaf ofwel Stafke.
Ze verhuizen naar een huis in Mol, waarvan ze later zullen zeggen: het was er armoe troef.
Hierna volgen nog 6 jongens, en als laatste ziet Virginie op 22 november 1865 het levenslicht.

Waar woonden zij? Wat heb ik terug kunnen vinden?
Hieronder het bevolkingsregister van Mol, de wijk A huisnr 36 (=Postel).

Hollants Francis, 64jr, douanier, en Anna Bogaerts, 49jr woont in wijk A nr 36 -Postel- met kinderen waaronder Karel met vrouw Anna Vloemans en 4 kinderen - BR Mol 1846-1856 bl35 Fam.Search dl1 bl.42
Francis Hollants, 64jr, douanier, en Anna Bogaerts, 49jr woont in wijk A nr 36 -Postel- met kinderen waaronder Karel met vrouw Anna Vloemans en 4 kinderen – BR Mol 1846-1856 bl35 Fam.Search dl1 bl.42

Charles ofwel Karel is schilder en woont met zijn vrouw en 4 kinderen in bij zijn vader en moeder in Postel, samen met zijn broers. Mogelijk komt dit overeen met het kleine huisje bij de abdij.
Bij hun kinderen staat: naar wijk F nr 77, niet bij Charles of Anna. Er staat geen datum bij.

Hieronder het bevolkingsregister van Mol van 1856-1866. Alle kinderen staan er op, en ook Gustave. Ze wonen in de straat Laer, nu genaamd Laar, wijk F, huisnr 165. Dus wel wijk F, maar niet nr. 77. De huisnummering is in die tijd anders dan nu, er wordt nogal eens gehernummerd.
Waarschijnlijk is dit het huis bedoeld, waar ze naar toe verhuizen, waarvan ze later zeggen: het was er armoe troef.
Eduard staat niet op het vorige overzicht, en wel op het overzicht hieronder. Die is geboren in 1856. Zeer waarschijnlijk verhuizen zij in 1856 van Postel naar Mol.

Charles Hollants woont met Joanna Vloemans en 9 kinderen in Laer huisnr 165 in Moll - BR Mol 1856-1866 bl. 164 Fam.Search bl. 178
Charles Hollants woont met Joanna Vloemans en 9 kinderen in Laer huisnr 165 in Moll – BR Mol 1856-1866 bl. 164 Fam.Search bl. 178

De kinderen groeien op. Guustaaf is strodekker en heeft (21 jaar oud) een klus in Roulers ofwel Roeselare.

Een ongeluk heeft maandag plaatsgevonden te Roulers. Een leien dakdekker, werkend aan de woning van M. de docter de Brouckere, rue de l' Est, is gevallen van een aanzienlijke hoogte en heeft de ruggegraat gebroken. De ongelukkige was enkele momenten later overleden.
Een ongeluk heeft maandag plaatsgevonden te Roulers. Een leien dakdekker, werkend aan de woning van M. de docter de Brouckere, rue de l’ Est, is gevallen van een aanzienlijke hoogte en heeft de ruggegraat gebroken. De ongelukkige was enkele momenten later overleden.

Meer info over de Ooststraat.

ROESELARE " Chateau de Brouckère "
ROESELARE ” Chateau de Brouckère “

Gustaaf was ver van huis om zijn brood te verdienen. Afhankelijk van de route ongeveer 200 kilometer.

Bij de begrafenis zouden Jan en Piet Vloemans, zwagers van Charles, hadden tegen Anna en Charles gezegd toch te stoppen met dat gevaarlijke werk voor zijn kinderen en het armoedige bestaan. Met een goede kans op werk voor de kinderen in Kaatsheuvel met de opkomst van de schoennijverheid.
Daar beginnen de werkplaatsen aan huis met het maken van de volledige schoen, steeds groter te worden, en komen er machines. Fabrieken beginnen er te komen, met verdeling van het werk aan een schoen.

Op weg van Mol naar Kaatsheuvel

André Ververs en Eduard Steenbergen hebben hierover geschreven. Die vind ik beide fraai, en zal ik hieronder laten zien.
André noemt 31 december 1869 als vertrek uit Veerle en Eduard 1870. Beide noemen het overlijden van resp. Gustaaf en Guillaume als mede-reden van vertrek. Die overlijdt echter op 13 november 1871.
Er is van Mol geen bevolkingsregister van na 1866 op Fam. Search te vinden. In 1866 woonde het gezin in Laer 165 in Mol, zoals hierboven te zien is.
Op 28 december 1871 staan zij ingeschreven in de Burgerlijke Stand van Loon op Zand, gevestigd aan de Vossenberg. Het lijkt er op dat zij eind 1871 vertrokken zijn uit Veerle.

Eduard Steenbergen Eduard, Handgeschreven document over het verhaal van zijn familie en zijn leven, ongedateerd - Pag. 2 - De verhuizing
Eduard Steenbergen Eduard, Handgeschreven document over het verhaal van zijn familie en zijn leven, ongedateerd – Pag. 2 – De verhuizing
Charel Hollants – Familie foto-album pag. 3

De route die ze afleggen, heb ik gebaseerd op de beschrijving van André. Hij is het gedetailleerdst.
Ze overnachten in Weelde, bij een nicht van Anna Vloemans. Ze hebben er dan 30 kilometer op zitten, en zijn halverwege.
De volgende dag gaan ze bij Poppel de grens over en zullen via Tilburg en Loon op Zand naar Kaatsheuvel gegaan zijn. Als ze er zijn, hebben ze 60 kilometer afgelegd.

De route zou anno 2023 zijn geweest: N18, N12, N630, rechtdoor in Tilburg, naar N261. De kwaliteit van de wegen was op zijn best van het niveau kasseienweg.

Hieronder staat de beschrijving van André.

Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel
Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel – André Ververs in De Croonenborgh afl. 2 pag. 52
Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel - André Ververs in De Croonenborgh afl. 2 pag. 54
Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel – André Ververs in De Croonenborgh afl. 2 pag. 54
Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel - André Ververs in De Croonenborgh afl. 2 pag. 56
Charles Hollants verhuist met zijn gezin van Mol naar Kaatsheuvel – André Ververs in De Croonenborgh afl. 2 pag. 56

In deel 1 van De Croonenborch op pagina 3 noemt André trouwens 1 januari 1872 als aankomstdatum en 31 januari 1872 als inschrijvingsdatum.
Er zijn behalve het jaartal nog enkele verschillen: André verhuist vanuit Mol, Eduard vanuit Veerle.
In het bevolkingsregister staat dat ze van Moll komen, en zich gevestigd hebben op 29 december 1871. De inschrijving is gedaan op 31 januari 1872.


Een ander verschil: in het bevolkingsregister staat huis nummer 262, daarna 230, dan 315 en dan De Vossenberg 661 als waar ze zijn gaan wonen. In het register 1890-1920 staat ook Vossenberg 661.
Huisnummering gebeurde toen anders dan nu. Er werd nogal eens gehernummerd. Het kan dus heel goed zijn, dat het steeds om hetzelfde huis gaat, maar zeker is het niet.
Bij André is dat bij ’t Fort (genoemd naar de Vaart), later Marktstraat genoemd, nummer B635.
Dit hoeft niet anders te zijn: https://www.topotijdreis.nl/vergelijk/kaart/1868/kaart/1954/@131261,407375,10.
De Molenstraat is later Marktstraat genoemd, en is te zien op de kaart van 1954. De Vossenbergse Vaart liep van oost naar west door Kaatsheuvel, en volgde eerst wat nu Gasthuisstraat heet, via de Markt liep die door ten zuiden van wat nu de Hoofdstraat heet.
Het gehele gebied werd Vossenberg genoemd, zoals op de kadasterkaart te zien is

Loon op Zand, Kadaster 1811-1832, sectie B blad 01 - De Vossenberghse Straat met rechts de Molenstraat, later Marktstraat
Loon op Zand, Kadaster 1811-1832, sectie B blad 01 – De Vossenberghse Straat met rechts de Molenstraat, later Marktstraat

Hoe oud was ieder van het gezin toen ze verhuisden? Dan ga ik uit van de 29 december 1871 als aankomstdatum. Wat deden ze?

WieLeeftijdBeroep
Vader Charles54Schilder
Moeder Joanna49Geen
Frans24Soldaat
Eugène19Schilder
Jef17Schoenmaker
Eduard15Schoenmaker
Louis12Schoenmaker
Sander10Schoenmaker
Dolf8Schoenmaker
Virginie6Geen
Charles Hollants bezig met een schildering – Familie foto-album pag. 1

Een andere Gustaaf Hollants valt van het dak

In de Gazat van Mol van zondag 28 mei 1905 staat het volgende artikel:

Zaterdag 27 mei 1905 in de Gazat van Moll
Zaterdag 27 mei 1905 in de Gazat van Moll
Kasteel van Mol
Kasteel van Mol

Over Baron van Eetvelde is meer te lezen.

De Gustaaf Hollants waar het in het artikel over gaat, is zeer waarschijnlijk Peter Gustaaf Hollants, zoon van huisschilder Eugeen Gregoor Hollants, huisschilder en Maria Elisabeth Vermiert.

Peter Gustaaf Hollants, geboren op 9 maart 1884 om 23.00u in Mol, zoon van Eugeen Gregoor Hollants, huisschilder, 31jr en Maria Elisabeth Vermiert, 34jr – Mol BS 1884 akte 41 Fam.Search 860

Het is niet de enige val, die hij maakt. Op 10 oktober 1925 staat in de krant van Mol de volgende vermelding:

De schilder Gustaaf Hollants valt bij het schilderen van de daklijst van de gendarmerie van het dak
In Het Annoncenblad van Moll van 10 okt. 1925

Gustaaf is dan 41 jaar, is getrouwd en heeft (in ieder geval) 2 kinderen, een tweeling geboren in 1917.
Hij brengt het er ook nu weer beter af, dan zijn oom Guustaaf. Op 11 februari 1960 overlijdt Gustaaf, 75 jaar oud.
Met dank aan Deboya van de Ven voor het prima speurwerk naar deze 2 Gustaafs!