In de akten van 27 en 28 febr. 1631 is Jan sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans genoemd, en ook Lijsken dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans, ook Lenaert en Adriaentken onmondige kinderen van wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 12 maart 1639 heeft Jan sone wijlen Jan Cornelis Oerlemans geloeft als schulder principael
In de akte van 6 december 1639 geeft Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans als onderpand zijn stede op t Craenven.
In de akte van 16 januari 1642 is sprake van Lenaert sone wijlen Jan Cornelis Oirlemans
In de akte van 10 april 1646 is sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 mei 1648 is ook sprake van Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 9 december 1648 ook Lenaerden wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 24 februari 1649 ook Lijsbeth dochtere wijlen Jan Cornelis Oirlemans.
In de akte van 6 november 1652 van zijn zonen Jan en Lenaert, staat wijlen Jan Cornelis.
Later komt nog een Jan Cornelis (Peter) Oirlemans voor:
- Op 27 januari 1651 leent Steven Lenaerts van den Hove 100 gulden aan Jan Cornelis Peeter Oirlemans, en die bekent op 28 jan. 1654 dat de schuld voldaan is.
- Op 19 februari 1652 sluit Cathelijn Janssen Weerdt een overeenkomst ivm de nekslag, moord op haar man Adriaen Cornelis Oirlemans. De andere broers zijn genoemd, o.a. Jan Cornelis Oirlemans, ook zus Cathelijn Cornelis Oerlemans. Cathelijn is in andere akten genoemd als Cathelijn Cornelis Peter Oirlemans
- Op 10 oktober 1654 transporteren de kinderen van Mayken Cornelis Peter Oirlemans een perceel akkerland met een streepje hei op ’t Craenven, en waarborgt Jan Cornelis Oirlemans de lasten op de akker. Op 26 augustus 1659 bekent hij, dat ook het geld voor 1 van de kinderen, Adriaentken, betaald is.
- Op 21 november 1654 transporteert Jan Cornelissen Peter Oirlemans goederen.
- Op 29 juli 1663 is Maijken Hendrick Aertssen de Braber, weduwe van Cornelis Cornelissen Oirlemans, 100 gulden schuldig, en Jan Cornelis Oirlemans staat borg. Uit de aantekening in de marge blijkt dat de schuld op 15-6-1664 ingelost is. Er staat niet bij door wie.
- Op 26 november 1647 is Jan Cornelis Oirlemans is aanwezig als de toeziend voogd van de 3 onmondige kinderen. Verderop staat dat aanwezig zijn Jan en Cornelis, zonen Cornelis Peter Oirlemans als broers van Cathelijn en ooms van de 3 onmondige kinderen.
In de marge staat Jan Cornelis Oirlemans, namens zijn zus, heeft ontvangen.
En: Catelijn wed. Geerit Jan Dominicus ende Jan Dominicus ende Jan Cornelis Oirlemans als momboiren van de onmondige kinderen.
Het is me niet duidelijk of Jan Cornelis 1 persoon is, en 2x vermeld is vanwege 2 rollen: als toeziender en als broer, of dat het 2 personen zijn. Het lijkt erop dat 1 persoon is, maar zeker weten doe ik het niet. Aangezien er in de akte van 1646 al staat Jan wijlen Jan Cornelis Oirlemans, is daar een aanwijzing voor.
Bij akte 1: Steven is een broer van Agneesken, met wie Jan Jan Cornelis Oirlemans getrouwd is. Geneigd om te denken dat er een familieband is met Jan Cornelis Peter Oirlemans, maar gezien bovenstaande vermeldingen van Jan wijlen Jan Cornelis Oerlemans, is dat twijfelachtig.
Bij akte 3: Mayken zou een zus kunnen zijn van Jan Cornelis (Peter), maar daar tot nu toe geen bewijs van gevonden. Bij akte 2 komt zij niet voor. Gevonden: Zij blijkt en halfzus te zijn.
Hoe zit dat, hoe kan dat?
Zou kunnen denken dat er nog een 2e Jan Cornelis Oirlemans is.
Gevonden: de 1e overlijdt op 19 aug. 1625, de 2e leeft nog lang daarna.
Dat is Jan Cornelis Peter Oirlemans, vaak afgekort tot Jan Cornelis Oirlemans of Jannen sone Cornelis Oirlemans. Dat gaf toen geen probleem, omdat er toen maar 1 was. Anders hadden de schrijvers wel steeds Peter, de opa’s naam, erbij gezet.