Er zijn niet echt veel mensen met deze naam. Ter illustratie: bij de volkstelling in 1947 is het aantal naamdragers 64. Hiervan woonden er 62 in Noord-Brabant, 1 in Den Haag en 1 in Noord-Holland.
Als je kijkt naar de nu levende Meeren’ s, dan komen deze terug in twee stambomen. Deze twee stambomen hebben hun oorsprong in het gebied Ginneken en Bavel.
De ene stam woont vrijwel geheel in Ulvenhout, Bavel, Ginneken, en Breda. Dit is de streek die vroeger hoorde tot Ginneken en Bavel. Tot deze stamboom behoren Hendrieck Meiren en Adriaentie Peebergh.
Zij trouwden op 24 november 1709 voor de Schepenbank in Princenhage, het geboortedorp van de bruid.
Jos Meeren hoort bij deze stam en heeft onderzoek gedaan naar zijn voorouders. Een deel van de resultaten is opgenomen bij de stam die ik naar Jos genoemd heb. Hij is voor mij altijd een bron van inspiratie geweest.
Voor mij is als oudste stamvader Henricus bekend. Door een publicatie in Brieven van Paulus kan ik hier verder mee komen. Ik wil eerst wel de originele akten er bij zien.
Jos Meeren zal ongetwijfeld hier ook verder terug in de tijd zijn gekomen.
De andere stam, waartoe ik hoor, woont in Dongen, Waspik, en Oosterhout, en een tak Meiren rond Antwerpen. Voor mij is als oudste stamvader Ik heb de stamboom vernoemd naar mijn vader is de oudste stamvader Cornelis Peeter Cornelis Jan Meren.
Heel veel jaren was Denis Cornelis Meeren de oudste stamvader. Op 21 mei 2022 ben ik daar verder mee gekomen.
Ik heb me afgevraagd: hoe zou je zijn naam uitgesproken hebben, als Denijs of Denis. De schrijfwijze was meestal met een i en een j zonder puntjes. Meestal was dat als een i voor ons. Denis is afgeleid van Dionysios. Ik verwacht dat het als Denis uitgesproken werd, maar zeker is het niet.
Tot deze stamboom behoren Jacobus Peter Meeren en Cornelia Wouters van Hoydonk. Zij trouwen in de Nederduits Gereformeerde kerk te Ginneken. Deze kerk is te vergelijken met een trouwen bij de gemeente, het wil niet zeggen dat ze tot dat geloof hoorden.
In het eerste document gebruikte de schepen van Princenhage de schrijfwijze Meiren met ei. In het tweede document noteert de dominee van de Nederduits Gereformeerde kerk te Ginneken de naam als Meeren met ee.
Vanaf 1750 komt in deze twee stammen alleen nog de schrijfwijze Meeren voor, met uitzondering van de tak Antwerpen.
In de tijd voor 1750 komen beide schrijfwijzen voor met nog meer varianten zoals Meire, Meere, en Vermeeren.
In de streektaal spreek je de naam uit als <mère>, en ik vermoed dat het sterk afhing van wie er schreef.
Maar waarom dan vanaf 1750 wel steeds als Meeren? Vanaf 1811 door de invoering van de Burgerlijke Stand zou aannemelijker zijn.
Over de herkomst van de naam heb ik het volgende gevonden:
Maire, Meir(e), Meiren(s), Me(e)rens
Metroniem uit het Franse Maire, de volksnaam voor Maria (bron: http://home.scarlet.be/marcel.vervloet)
Dit betekent dat het een vernoeming naar de moedersnaam zou zijn.
Zowel Jos Meeren, en ikzelf denken dat ook.
Het CBG geeft 2 verklaringen: deze zelfde en die van een gebiedsaanduiding.
Ook gebruikten de schrijvers lang niet altijd een achternaam. Dan werkte de schrijver met de vadersnamen, zoals in het volgende document: Cornelia en Jacob krijgen op 7 maart 1696 hun eerste zoon. Zij vernoemen hem naar opa van vaders kant: Peter dus. De pastoor van de RK kerk te Ginneken noteerde alleen de vadersnamen.
Hierdoor is het terugzoeken van de stamboom een stuk lastiger. Hoe weet ik zeker dat dit document op hun zoon slaat? De manier van schrijven wijkt behoorlijk af van wat wij nu gewend zijn, waardoor het niet eenvoudiger wordt.
Jacob en Cornelia hebben hun kind rooms-katholiek gedoopt, alsook hun tweede en laatste kind Jacobus (gedoopt op 2 januari 1699 in de RK kerk te Ginneken).
In de streek rond Gent, Gavere en Brugge komt de naam Meeren, Meiren en Meire ook voor in de periode begin 1400.
De Zwarte Doos – Stadsarchief Gent – Jaarregister keure, schepenjaar 1405-1406 – 301/18
301/18 / f. 64r/5- Willem van Ravenscoet en zijn wettige jonkvrouw Mergriet hebben een
erfrente van 48 lb. en een half parisis per jaar, gekocht van mer Jan van der Capelle, ridder.
Deze erfrente die bezet is op 340 gemeten grond, gelegen in de polder tussen Axel en
Zaamslacht, waar mer Philips van Axel vroeger op woonde, behoorde eertijds toe aan
jonkvrouw Gertrude en de Pitte, vrouwe van Zaamslacht, welke erfrente Willem van de Pitte
(haar vader) kocht van Philips Tolline, burggraaf van Aalst en diens wettige echtgenote, vrouw
Ardewijn van Zaamslacht – 1406 augustus 8
301/18 / f. 65r/6- Jan Band heeft de erfenis van zijn vader en moeder, gelegen in Axel
ambacht verkocht aan Mattheeus Kerninc – 1406 augustus 8
301/18 / f. 64r/7- Wulfaert van Steelant, Jan van Cothem en cs., vinders van de Sint-
Jacobsparochie, rapporteren dat hun voorgangers Willem van de Pitte en cs. Jan de Brune,fs.
Philips, op 30 juli ll. 1405 veroordeeld hebben om 4 s. 6 d. gr. te betalen aan Lodewijk den
Clerc, gevolmachtigde van Olivier Meeren – 1406 augustus 8
Als aparte menu-optie zal ik opnemen: Meeren in Gent anno 1400.
Een stam, afkomstig van Meeren, nu Vermeeren, heb ik gevonden. Hiervan wonen afstammelingen in Dongen.
Er zijn zeker nog meer stammen geweest met de naam Meeren, of een variant daarop. Die zal ik gaan toevoegen aan de site..